m. DOOR SYDNEY HORLER
t (rouw die m het
i_Jdonker kwam...
DANKBETUIGING
BREDA
VAN
GESTOORDE BRUILOFT
Ben ik dat?"
WOENSDAG 25 SEPTEMBER 1940
Bronzen plaquette voor de
stad Antwerpen
Duiven van buitenlandsche
herkomst
Interneering te Amsterdam
Verloren goederen van
militairen
Aanvragen om schadevergoeding
Hoe te handelen bij het vinden
van brandplaatjes
ZWIJNTJESJAGERS
TE TILBURG
Brutaal optreden
Belangrijke uitgave voor
moeilijke oogenblikken
Heeft reeds haar diensten bewezen
in de oorlogsdagen
JONGETJE ONDER TRAM
GERAAKT
Korten tijd later overleden
Onderscheiding kornettenkapitein
Christiansen
Wederspannigheid gestraft
DIEFSTALLEN IN
OORLOGSTIJD
Gevangenisstraffen geëischt
Architectenconcentratie
Prof. ir. H. T. Zwiers voorzitter
van den nieuwen bond
De Nederl. Landbouw-
Handelskamer
Begrafenis dr. Schoemaker
VROUW MET EEN MES
GESTOKEN
JONGETJE OMGEKOMEN
Ginneken en de annexatie
plannen
B. en W. willen krachtig
protesteeren
De Noord-Brabantsche Foto
tentoonstelling
Huwelijksvoltrekking met
hindernissen
Oneerlijk hulpbesteller
Hij inde gestolen postwissels
Lucerne- en klaverhooi niet tot
veevoeder vermalen
Lijk opgehaald
UIT DE STAATSCOURANT
Belastingen
Bewaarder hypotheken
Landbouwonderwijs
In een mededeeling aan den gemeenteraad
wijzen B. en W. van Breda er op, hoe nog versch
in het geheugen liggen de dagen der gedwongen
evacuatie van Breda in Mei j.l. Daarbij gaan
de gedachten uit naar de stad Antwerpen waar
ongeveer 20.000 geëvacueerde Bredanaars een
verblijf van verscheidene dagen hebben gehad.
B. en W. hebben de mogelijkheid onder het
oog gezien, de stad Antwerpen uit dankbaar
heid voor haar goede zorgen een blijvend en
passend aandenken aan te bieden te plaatsing
in het stadhuis aldaar. In overleg met den
Breaaschen beeldhouwer Gerard van Aalst mee-
nen zij dit te hebben gevonden in een groote
bronzen plaquette met een doorsnede van on
geveer 70 cm., bestaande uit een afgietsel van
het oorspronkelijke model van de voorzijde van
den eerepenning der stad, waaromheen de
opdracht in reliefletters is aangebracht. Na
goedkeuring door den raad zal opdracht tot de
vervaardiging der plaquette worden gegeven.
Voorts stellen B. en W. voor, als blijk van
waardeering en erkentelijkheid voor hetgeen de
Bredasche geëvacueerden in Sint Nicolaas heb
ben ondervonden den eerepenning aan de stad
aan te bieden aan dr. Van Haver, waarnemend
burgemeester d^er plaats, en aan de heeren Van
Wiele en A. Spaenhove, ook in Sint Nicolaas
woonachtig.
Eenigen tijd geleden heeft de Duitsche over
heid een bepaling uitgevaardigd, krachtens wel
ke alle zich in het bezette Nederlandsche ge
bied bevindende postduiven, welke van een bui-
tenlandschen ring zijn voorzien, moeten worden
opgesloten (geïnterneerd), na vooraf aan de
commissie ter behartiging van de belangen van
Nederlandsche postduivenhouders (Commissie
Hornstra, Prinsengracht 407, Amsterdam) te zijn
aangegeven.
Ofschoon dit voorschrift nog steeds van
kracht is, heeft de Duitsche overheid beslo
ten, met ingang van 27 Augustus jl. het be
heer van deze duiven naar evengenoemde
commissie over te brengen, met dien ver
stande, dat bij het sluiten van den vrede
over de bestemming van de" duiven uiteinde
lijk zal worden beslist.
Mitsdien zullen voortaan alle opgesloten (ge-
interneerde) of nog op te sluiten (te internee
ren) duiven met een buitenlandschen ring door
deze commissie wórden geregistreerd en ver
zorgd.
De daaraan verbonden kosten ten bedrage van
2 'a cent per duif per dag kernen ten laste van
de bezitters dezer duiven. Het verschuldigde be
drag dient bij driemaandelijksche vooruitbeta
ling te worden voldaan. De commissie waarborgt
een goede verzorging. Door middel van de vak
bladen heeft zij den bezitters van de onder dit
voorschrift vallende duiven verzocht, haar ten
spoedigste schriftelijk mede te deelen, dat zij
met deze regeling accoord gaan en dienovereen
komstig zullen handelen.
Het vorenstaande heeft alleen op vrijwillig
door de bezitters afgegeven duiven van buiten
landsche herkomst betrekking.
Duiven van Duitsche herkomst zullen ter be
schikking van den Hoeheren Nachrichtenfuehrer
bij den Wehrmachtsbefehlshaber ln Nederland
worden gesteld.
Ingevolge den wensch van deze autoriteit heeft
de secretaris-generaal, wnd. hoofd van het de
partement van Binnenlandsche Zaken, de hier
boven uiteengezette regeling ter kennis van de
burgemeesters gebracht, met verzoek door mid
del van de gemeentepolitie bij de uitvoering
daarvan medewerking te verleenen.
Bij het departement van Defensie is een aan
zienlijk aantal verzoeken van militairen inge
komen, strekkende tot vergoeding van schade
Wegens het in verband met de oorlogshandelin
gen te loor gaan van particuliere eigendommen.
Aan adressanten zal worden medegedeeld, dat,
indien zij niet in staat zijn deze schade geheel
of gedeeltelijk te dragen, zü zich kunnen wen
den tot de Nationale Vereeniging tot steun aan
miliciens, onder overlegging van een verklaring
als bedoeld in artikel 857 van het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering (verklaring bevat
tende zoo volledig mogelijke gegevens omtrent
het ambt, beroep of bedrijf en het .gezin van den
verzoeker en omtrent den stand van de in
komsten en het vermogen van dezen en zijn
gezin).
ZJooals reeds meermalen is bericht, werpen
Engelsche vliegers steeds weer brandplaatjes
boven Nederlandch gebied uit. De bedoeling
van deze minderwaardige wijze van oorlog
voering is niet alleen de oogst en have en goed
der bevolking te vernietigen, maar ook men-
schen te verwonden. Het is van buitengewoon
belang, dat ieder weet, hoe hij handelen moet
bij het ontdekken van deze plaatjes. Aller
eerst moet verhinderd worden, dat de plaatjes
brand veroorzaken. Ieder voor zich dient dan
ook op te letten, of bij het overvliegen van
Engelsche viliegers brandplaatjes uitgeworpen
zijn. Wanneer men ook maar kan vermoeden,
dat dit het geval is, moet er onmiddellijk naar
worden gezocht. De plaatjes moeten dan ver
zameld en op een plaats, waar ze geen gevaar
kunnen veroorzaken, worden vernietigd.
Hierbij dient men er op te letten, dat deze
plaatjes niet met de hand worden aangeraakt.
Ze moeten met een voorwerp, bijvoorbeeld met
een houten latje opgelicht en in een emmer
met water gelegd worden, aangezien bij aan
raking verbranding van de huid en ver
giftiging mogelijk is. In ieder geval moet bij
het vinden van brandplaatjes dit aan de plaat
selijke politie medegedeeld worden. Deze ver
zamelt ze en zorgt voor de vernietiging.
Plaatjes, welke door de bevolking zelf ver
zameld zijn, moeten, in het water leggend, bij
de politie worden ingeleverd. Dus ook hierbij
dient de grootste voorzichtigheid en oplet
tendheid in acht te worden genomen.
Er worden de laatste weken ook in Tilburg
meer fietsen gestoién dan ooit. In de maand
Augustus werden niet minder dan 180 fietsen
gegapt, omdat het meerendeel van de fietsen in
de avonduren werd ontvreemd, werd een verbod
uitgevaardigd om fietsen na zonsondergang op
of aan den openbaren weg te laten staan, ook
al waren ze voorzien van een slot.
Deze maatregel heeft op de activiteit van de
fietsendieven niet veel invloed gehad, want dezer
dagen nog werden in één etmaal niet minder
aan zestien fietsen gestolen, die niet op den
openbaren weg, maar in gangen en poortjes vqn
huizen stonden. Zelfs bij een rijwielhandelaar
werden uit een goed gesloten magazijn twee
splinternieuwe rijwielen gekaapt.
In de dagen der mobilisatie verspreidde de
R.K. Centrale „Voor Onze Gemobiliseerden"
(V.p.G.) onder de katholieke militairen een
klein kaartje, dat zij altijd bij zich zouden
dragen. Dit kaartje bevatte den tekst voor een
„Acte van volmaakt berouw", met een kleine
uiteenzetting, hoe deze acte, van harte gemeend
gesteld, hun geestelijke redding zou kiunnen
zijn, wanneer er geen priester bij de hand zou
wezen.
Men zou bijna zeggen, dat deze simpele uit
gave een ingeving der goddelijke voorzienigheid
is geweest. De verspreiding was nauwelijks
achter den rug of velen hebben er een heer
lijk gebruik van kunnen maken. Van zeer vele
militairen, die in de oorlogsdagen werkelijk in
doodsgevaar hebben verkeerd, vernam het co
mité, hoe zij deze acte van volmaakt berouw
vele malen persoonlijk en in groote groepen
hebben gesteld. Niet alleen de katholieken ge
bruikten haar, maar door geloovigen van alle
gezindten werd zij veelvuldig en met overtuiging
gesteld.
Het Katholiek Comité van actie „Voor God",
op welks initiatief de R.K. Centrale „V.O.G."
haar werkzaamheden verrichtte, heeft thans
wederom deze uitgave ter hand genomen. Hes
is van zeer groot belang, wanneer alle geloo
vigen in ons land. in verband met de vele
wijzen waarop zij in levensgevaar kunnen ver-
keeren, goed op de hoogte zijn van de waarde
van het volmaakt berouw. Van groot belang is
het ook, wanneer men daarvan de goede for
mule steeds bij zich kan dragen, om deze in
ernstige oogenblikken van harte te kunnen
zeggen en ze ook aan anderen, die stervende
zijn, te kunnen voorzeggen. Op een klein, ste
vig kaartje ij deze tekst duidelijk afgedrukt,
met enkele korte aanwijzingen daarbij.
Hetzelfde kaartje is tevens benut als katho
liek legitimatiebewijs. De officieele legitimatie
bewijzen stellen uiteraard slechts de burger
lijke identiteit vast. Toch is het van belang,
wanneer bij rampen en ongelukken terstond kan
worden vastgesteld, dat de getroffene katholiek
is, dat hij in stervensgevaar een katholiek
priester bij zich wenscht, en dat hij in een ka
tholiek ziekenhuis wenscht te worden opgeno
men. Hoe vaak is bij ongelukken e.d. daarom
trent niets vast te stellen bij den getroffene.
VOor deze katholieke legitimatie is de achter
zijde van de acte van volmaakt berouw benut.
Men heeft aldus alles gemakkelijk bij elkaar.
De uitvoering is bovendien zoo, dat men het
kaartje gemakkelijk kan insluiten in de Offi
cieele legitimatie, paspoort, distributie-stam
kaart e.d.
Het Katholiek Comité van actie „Voor God"
meent hierdoor allen Nederlanders boven 7 jaar
een goeden dienst te bewijzen en vertrouwt dat
verspreiding van dit kaartje dat tegen
uiterst geringen prijs verkrijgbaar is Op de
ruimste schaal zal gebeuren. Nadere informaties
verstrekt het secretariaat der actie. Postbus 2,
Heemstede.
Maandagavond is. te Voorschoten bij het
Burgemeester Vernèdepark de 12-jarige J. v. d.
P., wonende in de Voorstraat, aangereden door
eèn wagen van de N.Z.H.T. M. De jongen stond
op de trambaan met eikels te gooien en kon
zich niet, zooals eenige zijner kameraden, in
veiligheid brengen. In aorgwekkenden toestand
werd de knaap, die hoofd- en vleeschwonden
bekwam, vervoerd naar een ziekenhuis te Leiden,
waar hij kort na aankomst is overleden.
De Führer heeft aan den commissaris voor
de zee- en binnenvaart in Nederland, kornet
tenkapitein Karl Christiansen, voor bijzondere
verdiensten in de oorlogseconomie als leider
van het Hamburger kandoor voor de walvisch-
vangst, het oorlogskruis van verdienste ver
leend, dat hem toegezonden is met een eigen
handig schrijven van den Rijksmaarschalk.
Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft
arrest gewezen in de strafzaak tegen A. van O.,
huisvrouw v. d. L. te 's-Hertogenbosch en haar
dochter J. v. d. L„ arbeidster te 's-Hertogen
bosch, in hooger beroep van vonnissen bfj de
Bossche rechtbank, waarbij zij veroordeeld wer
den, resp. tot eèn geldboete van 30, te vervan
gen door 10 dagen hechtenis en een geldboete
van 10 te vervangen door 4 dagen hechtenis,
wegens wederspannigheid tegen politiebeamb
ten, die, ter executie van een arrest van het
Hof, de woning der beide verdachten binnen
kwamen om haar zoon, resp. broer te arrestee
ren op 11 Januari j.l. De beide verdachten wa
ren met de politiemannen handgemeen geraakt
en de arrestant zag kans te ontkomen. De
advocaat-generaal had in hooger beroep tegen
de moeder een maand gevangenisstraf en tegen
de dochter een geldboete van 15 dagen hech
tenis, geëischt. Het gerechtshof heeft de moe
der conform den eisch veroordeeld tot een
maand gevangenisstraf doch de dochter van
het haar ten laste gelegde vrijgesproken.
In de eerste dagen na de bezetting van ons
land vervaagden de begrippen van het mijn en
cijn bij sommigen. Vele goederen, door de Ne
derlandsche militairen achtergelaten, werden
meegenomen, zonder dat men blijkbaar besefte,
zich aan diefstal schuldig te maken.
Thans stonden voor het Hof te Leeuwarden
drie inwoners van Boertange terecht, die een
militaire barak hadden afgebroken, om met het
hout daarvan hun woningen te herstellen.
De procureur-generaal eischte bevestiging van
het vonnis-van den Groninger politierechter,
waarby K. H. S., bakker, tot 4 maanden, I. G-,
arbeider, tot 6 maanden en G. K., timmerman,
tot 2 maanden gevangenisstraf werden veroor
deeld.
Uitspraak 3 October,
Hoeveel hebben dezer dagen,
Nu haast elk zijn toto haalt,
Bij het eerste zien van d' afdruk
Toch een oogenblik gedraald;
Want voor menige verbeelding
Was die kiek een heel koud bad,
En ze riepen dan verwonderd:
„Lieve hemel ben ik dat?!"
't Viel hun wel een beetje tegen,
Zóó'n kaal hoofd? Zóó'n ouwe trek?
Züllce flauwe, fletse oogen?
En zóó'n mond? 't Is toch te gek!
Menigeen, die protesteerde,
Vond misschien, diep in z'n ziel,
Dat de kiek de waarheid weergaf,
Maar dat die juist tegen viel!
Laat dat dan voor u een les zijn,
En bedriegt u zeiven niet;
Tracht u zelf zoo te bekijken
Als een ander u ook ziet!
Kijkt eens zonder de retouches
van uw trots, uw eigenwaan;
Komt dan soms geen ander wezen
J Onder al dien schijn vandaan?
Kon men eetis een foto nemen
Van uw innerlijk, uw ziel,
J Denkt u, dat bij ernstig schouwen
Zulk een kiek u wèl beviel?
Zoudt ge dan niet huiv'rig vragen:
„Lieve hemel ben ik dat?!"
Wees dan vlug - 't kan nog verholpen:
Retoucheeruw ziel maar wat!
HERMAN KRAMER
Het bestuur van den gereorganiseerden Bond
van Nederlandsche Architecten is thans door
de besturen van de bestaande organisaties sa
mengesteld. Daarmede is de opheffing van het
Nederlandsch Instituut van Architecten en den
Nederlandschen Bond van Bouwmeestersgilden
een feit geworden. De leden van deze vereen!
gingen zijn thans vte zamen met de oude leden
van den B.N.A. in den Bond van Nederlandsche
Architecten vereenigd.
Als voorzitter zal fungeeren prof. ir. H. T.
Zwiers, terwijl zijn medeleden in het dageiyksch
bestuur zün de heeren Ide Bloem, voorgedragen
door den Ned. Bond van Bouwmeestersgilden,
ir. A. J. van der Steur, voorgedragen door den
B.N.A., en C. J. Wierda, voorgedragen door het
N.I.V.A.
De heer Bloem zal optreden als vice-voorzit-
ter, de heer Ir. Van der Steur als secretaris
terwyi de heer Wierda het penningmeesterschap
op zich heeft genomen.
Het bestuur heeft de machtiging om de overige
functionarissen aan te wijzen. De plaatsvervam
gende leden van het dagelijksch bestuur zullen
niet alleen gekozen worden uit leden van de
drie bovengenoemde organisaties, maar ook uit
die van de afdeeling bouwkundige ingenieurs
van de Vereeniging van Deutsche ingenieurs en
de Orde van Nederlandsche raadgevende inge
nieurs.
omstandigheden, in het jaar 1939 uiteraard haar
invloed hebben gehad op het werk van de
N. L. H. K„ toch heeft zü haar taak, n.l. het
bekend maken van de goede hoedanigheden van
onze agrarische producten in het buitenland,
kunnen vervullen.
Als straks het handelsverkeer over zee en
over land weer mogelijk is, zullen ongetwijfeld
onze scheepvaart en handel opbloeien en zul
len vroegere afnemers wederom onze hoog
waardige producten kunnen betrekken. Ons be
drijfsleven zal zich dan, dank zij zijn kunde en
zijn outillage weer in zoodanige mate kunnen
ontplooien, dat Nederland zijn vroegere plaats
in het internationale economische leven zal
kunnen innemen.
Daarbij zal het mogelijk zijn, dat Nederland
zich in het herordende Europa zal weten aan
te passen en zün eigen plaats zal weten te vin
den, door öok in eigen huis aan den opbouw
van het komende nieuwe Europa mede te wer
ken.
Na behandeling, van zaken van huishoude'ij-
ken aard bracht de secretaris, dr. H. Molhuy-
sen, het jaarverslag over 1939 uit.
Tot bestuurslid werden herbenoemd de heeren
A. Aemaudts, te Sluis en J. P. van Haaren te
Tilburg, terwül wegens het aftreden van den
heer ir. J. P. van Lonkhuyzen de heer C. van
den Bussche in diens plaats werd, benoemd.
Maandag werd te Utrecht de ledenvergade
ring gehouden van de Nederlandsche Land-
bouw-handelskamer.
Bil de opening wees de voorzitter, mr. A. G. A.
v. Rappard, er op, dat de gewü'zigde internationale
Het stoffelük overschot van een groot en al
gemeen geachten en geliefden Hagenaar is
Dinsdagmiddag op Oud Eik en Duinen ter aar
de besteld: Dr. J. Schoemaker, oud-chirurg aan
het Gemeenteziekenhuis te 's-Gravenhage. Ve
len, talloos velen, waren naar de begraafplaats
gekomen om den overledene de laatste eer te
bewijzen en tot hen behoorden niet alleen tien
tallen oud-patiënten, maar bijna even zoo vele
vakgenooten en vrienden. Zoo waren er ook de
secretaris-generaal, wnd. hoofd van het depar
tement van Binnenlandsche Zaken, mr. dr. K.
J. Frederiks, generaal-majoor N. A. A. van de
Roemer, inspecteur van den Geneeskundigen
Dienst der landmacht, dr. H. K. Offerhaus,
hoofdinspecteur van het Roode Kruis, de loco
burgemeester van 's-Gravenhage, prof. ir. O,
L. van der Bilt, wethouder L. Buurman en de
gemeentesecretaris mr. J. J. Boasson, en vele
andere autoriteiten.
In de aula, waar gewüde orgelmuziek ten ge-
hoore werd gebracht, sprak allereerst prof. ir.
Van der Bilt, die den thans overledene schetste
als een chirurg van internationale faam, en
als een der beste, tevens een der sym
pathiekste burgers, die Den Haag tot nu toe
onder zün gemeentenaren heeft gekend. Spr.
dankte voor de wijze, waarop dr. Schoemaker
voor talloos vele ingezetenen een zegen is ge
weest en hun weer levenskracht en levens
vreugde heeft gegeven. De gemeente 's-Gra
venhage is er trotsch op, dezen mensch onder
haar ingezetenen te hebben mogen rangschik
ken. zy brengt aan dit graf een weemoedigen
groet. Voor de familie moge het een troost zijn,
dat talloos velen in haar diepe leed oprecht
medeleven.
Dr. J. Hankes Drielsma, sprekende namens
de vakgenooten van dr. Schoemaker en meer
in het bijzonder namens de Haagsche leden van
de Maatschappij tot bevordering van de Ge
neeskunst, gaf uiting aan de gevoelens van
rouw van velen: Van vakgenooten, vrienden,
leerlingen en vooral ook van oud-patiënten, die
van Schoemaker's gaven als chirurg en als dok
ter zooveel hebben genoten en door zün groote
kennis gezondheid hebben teruggevonden. Dr.
Schoemaker zoo zeide spreker had vrien
den onder alle lagen der bevolking. Iedereen
kwam onder den invloed van zün magnetische
persoonlijkheid. Zijn leerlingen, waartoe spr.
ook heeft behoord, hebben zeer veel van dr.
Schoemaker geleerd. Niet alleen technische
vaardigheid,, die hem eigen was, maar ook de
humane wijze, waarop hij met z'n patiënten
omging. Zün vakgenooten werkten met hem
samen op een wijze, die instructief was en te
vens een opwekking. Dr. Schoemaker was niet
alleen een talentvolle chirurg, maar ook een
goed redenaar. Wanneer hij opstond om het
woord te voeren, verstomde elk geroezemoes en
luisterde iedereen. Want als dr. Schoemaker
sprak, hoorde men iets goeds.
Na tenslotte den dank vertolkt te hebben van
de oud-patiënten, eindigde spr. met een woord
van De Genestet: „Zij zün niet waarlük dood,
die in onze harten leven."
Dr. P. H. van Roojen, directeur van het Ge-
meentelük Ziekenhuis aan den Züidwal te Den
Haag, schetste den figuur van dr. Schoemaker
als chirurg met een Internationalen naam en
zün beteekenis voor de operatieve afdeeling
van het gemeenteziekenhuis, waaraan de over
ledene van 1902 tot 1937 verbonden is geweest.
Namens dit ziekenhuis en vooral namens de
lijdende menschheid dankte spr. dr. Schoema
ker voor al het goede en schoone, dat deze op
deze wereld heeft kunnen en mogen verrichten.
Dr. J. P. Brandes vertolkte vervolgens de ge
voelens van het Haagsche Geneeskundige Ge
zelschap, waarvan de overledene lange jaren
een trouw en actief lid is geweest.
Dr. Kuyer sprak namens de Société Interna
tional de Chirurgien en bracht daarbij in her
innering, dat dr. Schoemaker in 1935 het
congres van deze organisatie, dat in Cairo werd
gehouden, op zoo rustige en gezaghebbende
wüze heeftg eleid. Ook in internationale krin
gen was hü een persoonlijkheid, naar wier
autoritaire stem men gaarne luisterde.
Prof. dr. P. R. Michaël, opvolger van wyien
dr. Schoemaker als chirurg van het Gemeente
ziekenhuis te 's-Gravenhage, zeide, dat een der
eersten en grootsten onder de chirurgen is
heengegaan. Spr. schetste dr. Schoemaker als
een schepper van blüvende waarden voor de
geneeskunst, waaraan zijn naam onafscheide-
lyk is verbonden. De Nederlandsche maat
schappij voor Heelkunde, waaraan hü zün hart
had verpand, zal dr. Schoemaker niet vergeten.
Ds. P. J. Loeff, emeritus-predikant, bad hier
na het „Onze Vader", waarmede de plechtig
heid in de aula was beëindigd.
Aan de groeve, die door vele groote bloem
stukken was gedekt, heeft een zoon voor de
belangstelling bedankt.
P. P., kermisexploitant te Bergen-op-Zoom,
was door den politierechter te s'-Hertogen-
bosch veroordeeld tot een gevangenisstraf van
vier maanden ter zake, dat hij 28 Maart 1'940
te Bergen-op-Zoom M.,Taal had mishandeld,
door haar met een mes te steken. Verdachte
was van dit vonnis in hooger beroep gekomen,
naar hü zeide, omdat hij nog nooit in de ge
vangenis had gezeten. De president wees hem
er op, dat hü toch al zes keer gevonnist was,
waarvan eenmaal met twee weken gevangenis
straf. Hij had die twee weken wel te Veenhui-
zen inplaats van ln de strafgevangenis door
gebracht, maar dat was bij wijze van gunst,
omdat de gevangenis toen te vol was. Er wer
den geen getuigen gehoord en de advocaat-ge
neraal eischte bevestiging van het vonnis. De
verdediger pleitte clementie.
Arrest over twee weken.
Maandagmiddag miste men het 6-jarig
zoontje van den landbouwer Kemper te Haarle
bü Nüverdal. Na eenig zoeken vond men het
kind in een bü het huis staande schuur onder
een laadbak van een melkwagen. De dood was
reeds ingetreden.
Vermoedeiyk is het jongetje op den wagen
aan het spelen geweest. De bak is door een
Of andere oorzaak van het wagenstel gescho
ten, met het droevig gevolg, dat het kind werd
doodgedrukt.
B. en W. van Ginneken stellen den raad
voor, de volgende motie aan te nemen;
De raad der gemeente Ginneken en Bavel,
met verbazing kennis genomen hebbende van
berichten in de pers, dat plannen zouden be
staan tot Opheffing der gemeente Ginneken
en Bavel, overweegt:
dat door hem jarenlang is gestreden voor
het behoud dezer gemeente,
dat nooit had kunnen worden vermoed, dat-
in dezen tijd, die toch al zorgen te over heeft,
vereeniging of grensverandering van gemeen
ten zou worden bewerkstelligd;
dat, indien de hiervoren bedoelde berichten
op waarheid mochten zijn gegrond, door hem
krachtig zal moeten worden geprotesteerd tegen
opheffing dezer gemeenten, nog te meer wijl
dit zou geschieden in dezen abnormalen tyd
en op zoo abnormale wüze;
spreekt de verwachting uit, dat niet tot op
heffing of grensverandering dezer gemeente
zal worden overgegaan en besluit hiervan
kennis te geven aan den secretaris-géneraal,
waarnemend hoofd van het departement var:
Binnenlandsche Zaken en aan Gedeputeerde
Staten dezer provincie.
Kon de 5de provinciale tentoonstelling van de
Brabantsche foto-amateurs, die met de Pink
sterdagen in Lohengrin te 's-Hertogenbosch
gehouden zou worden en op de opening na ge
reed was, door de Mei-gebeurtenissen geen
doorgang vinden, nu de herfstdagen naderen
en het eigenlijke cultureele seizoen weer begint,
wilden de Bossche amateurs niet achterblijven
en namen het besluit de expositie opnieuw in
te richten. Thans hoopt men de tentoonstel
ling gedurende twee weken te kunnen houden
en wel 28 en 29 September en 5 en 6 October.
Het gebeurde dezer dagen in een Zuid-Hol-
ïandsch stadje, vertelt hét „Alg. Handelsblad".
Een trouwlustige heer wendde zich tot de politie
met de vraag, of hij in die gemeente mocht
trouwen, zijn verloofde stond nl. te boek als
vreemdelinge, aan wie het recht om in het
kustgebied te verblijven bü verordening was ont
zegd. Het zou niet erg zijn, veronderstelde de
a.s. echtgenoot, als de politie cnaar even een
oogje dicht wilde knijpen, dan was et na de
trouwplechtigheid geen vuiltje aan de lucht. De
echtgenoote zou immers na de trouwpartij Ne
derlandsche en vreemdelinge-af zijn geworden.
Maar de politie had er geen ocreu naar. Wet is
wet en zij dient te worden nageleefd. Hals over
kop schreef de bezorgde en in ondertrouw staan
de heer een verzoek aan de autoriteiten, die wel
willend genoeg waren dit nog denzelfden dag
aan de Haagsche overheid door te geven Maar
tusschen Zaterdagmiddag, toen het verzoek
weg ging, en Maandagmorgen, waarop de
plechtigheid zou worden voltrokken, was er te
weinig tüdsruimte om d't verzoek ln te kunnen
willigen.
Bruid en bruidegom waagden het er toch
maar op. Tegen twaalf uur Maandagmorgen
kwam de auto met het as. echtpaar aanryden
Er waren als altyd nieuwsgierige toeschouwers
en onder hen bevonden zich twee rechercheur!
Groot was de ontsteltenis bij het trouwlus
tige paar en bij de meegekomen familie, toen
Oere rechercheurs zich kenbaar maakten en te
verstaan gaven, dat de bruid zich naar het
politiebureau moest begeven. In dit kritieke
uur liet de bruidegom de bruid niet in den steek
en ook hij ging mee. De heele trouwstoet deed
dat eveneens en allen werden met de égards,
welke zelfs de politie in zulk. een püniyke situ
atie het bruidspaar verschuldigd dacht te zijn,
ontvangen.
's Gravenhage was inmiddels opgebeld en
eindelijk om half vijf des middags kwam het
bericht, dat toestemming werd gegeven voor
de trouwpartü mits de huwelijksvoltrekking
voor Dinsdagmorgen twaalf uur zou zijn ge
schied.
In de wolken over deze gelukkige oplossing
lieten de beide wachtenden er geen gras over
groeien en nog in den zelfden laten namiddag
werd een ambtenaar van den Burgerlü'ken Stand
gerequireerd, dié de huwelijksformaliteiten ver
richtte.
Het paartje woont nu als man en vrouw in
hetzelfde Zuid-Hollandsche stadje, waar zij
niet langer als vreemdelinge, maar als Neder-
landsche onderdane bij de wet op 23 Septem
ber 1940 met een Nederlander getrouwd te boek
staat.
De politie te Tilburg heeft een hulpbesteller
van de posterijen gearresteerd, die door het
plaatsen van valsche handteekeningen door hem
gestolen postwissels had geïnd. Het bleek dat
hy vier postwissels had ontvreemd, drie daar
van tot een gezamenlijk bedrag van f 49 50 had
hy reeds geïnd. Bij zün poging om ook den
vierden postwissel te verzilveren liep hy tegen
de lamp. De oneerlijke besteller, de 24-jarige
ongehuwde J. H. te Hilvarenbeek, is naar Breda
overgebracht ter beschikking van de Justitie.
Daar het nog steeds veelvuldig voorkomt, dat
Lucerne- en klaverhooi tot veevoeder vermalen
wordt, herinnert het Rijksbureau voor de Voed
selvoorziening in oorlogstijd met nadruk er aan
dat dit op grond van het Veevoederbesluit 1939
verboden is. In afwüking van de tot heden ge
volgde gedragslijn, zal in den vervolge ten
strengste op de naleving van dit verbod worden
toegezien. Belanghebbenden wordt aangeraden,
hiermede in de toekomst rékening te houden.
Bü Roosteren is uit de Maas het lijk opge
haald van een tot nu toe onbekend gebleven
man van middelbaren leeftüd. Omtrent de oor
zaak en omstandigheden, onder welke de man
te water is geraakt tast men in het duister.
De inspecteur der directe belastingen, enz. H.
W. Colmjon, toegevoegd aan het hoofd van de
inspectie der directe belastingen te Leiden, le
afdeeling, is verplaatst naar Eindhoven en toe
gevoegd aan het hoofd van de inspectie der
directe belastingen aldaar.
Met ingang van I October 1940 is benoemd tot
bewaarder van de hypotheken, het kadaster en
de scheepsbewüzen te Alkmaar, A. Tepper,
landmeter van het kadaster te 's Gravenhage.
Aan ir. D. van der Sleesen is op zijn verzoek
eervol ontslag verleend als tüdeiyk assistent aan
de Landbouwhoogeschool te Wageningen.
43 Nadruk verboden
HOOFDSTUK XXV
Op het spoor
Holiday wachtte ongeduldig. Het bericht, het
welk het dienstmeisje hem gegeven had, dat
juffrouw Insall voor het week-end uit Londen
Was vertrokken en nog niet was teruggekeerd,
'haakte hem angstig. Hü kon geen seconde mee:
v'crgeten, dat Valerie Insall een collega van Pe
ter Traill was, en deze laatste lafhartig werd
vermoord.
„Juffrouw Chard, een vriendin van mün mees
teres, zal u graag ontvangen." Met deze bood-
®chap kwam het meisje terug.
Toen Holiday de zitkamer van de kleine flat
had bereikt, stak een jong meisje in een keurig
^Uitend mantelpak hem de hand toe.
„Mün naam is Maisie Chard," gaf ze te ken-
hen. „Ik ben een vriendin van Val Insall en dat
t® dan ook de reden, waarom ik in haar flat zit."
Holiday glimlachte onwillekeurig om de grap
pige manier waarop ze zich juitdrukte. Hij had
al dadelijk aan haar accent gemerkt dat ze een
Amerikaansche was.
„Mijn naam is Gerald Holiday, en ik hoop
van harte dat juffrouw Insall mü ook als een
vriend van haar beschouwt. En daarom ben ik
hier," zei hü.
„Het spijt me heel erg dat u een vergeefsche
reis maakte," merkte Maisie op. „Zooals u wel
licht weet trok Val voor het week-end naar bui
ten en ze zou vandaag terugkomen. Ike, kwam
hierheen om haar te verwelkomen."
Holiday haalde zijn sigarettenkoker te voor
schijn.
„Zult u me erg onbeschaamd vinden, wanneer
ik u enkele vragen stel?" vroeg hij, na het
meisje vuur te hebben gegeven. „Laat me u eerst
verzekeren," voegde hij er aan toe, „dat ik een
goede reden heb om deze te doen."
„Steekt u maar gerust van wal. En is het
verder niet het beste dat u intusschen gaat zit
ten?" Holiday schoof een stoel naderbij.
„Zocals 4k reeds zei," herhaalde hij, „heb ik
een goede reden om deze vragen te stellen. Heeft
u er iets op tegen me te vertellen, waar juffrouw
Insall het week-end doorbracht?''
De Amerikaansche tikte met een gracieus ge
baar de asch van haar sigaret.
„Allerminst. Zü logeerde bü mevrouw Laidiey
Craig."
„Waar?"
„In Wykeham, dicht bij Dorking, in Surrey. Ik
was zelf ook uitgenoodigd, doch op het laatste
oogenblik voelde ik me minder prettig en daar
om bleef ik thuis. Het spüt me nu heel erg dat
jk niet meeging."
„Waarom?" Holiday, wiens nieuwsgierigheid
was opgewekt door het hooren uitspreken van
mevrouw Laidiey Craig's naam verbaasde zich
thans over de uitdrukking, welke kort tevoren in
de oogen van het jonge meisje was verschenen.
„Omdat de week-end fuifjes van mevrouw
Laidiey Craig niet bepaald tot het rustige amu
sement gerekend kunnen worden, en de moge-
lükheid is niet uitgesloten dat de arme Val zich
daar heelemaal niet op haar plaats voelde. U weet
misschien zelf ook wel hoe ze op rust en kalmte
gesteld is en daarom kan ik me niet indenken
dat ze met die luidruchtige menigte heeft kun
nen opschieten. Ik wilde werkelijk, dat ik met
haar mee was gegaan."
Hierop stelde Holiday een andere vraag.
„Wanneer werd juffrouw Insall terug ver
wacht?"
„Ze heeft geen bepaald uur opgegeven, maar
ik had gedacht haar tegen theetyd hier te vin
den. Daarom kwam ik naar haar flat. Ik kan nu
evenwel niet langer wachten, en moet naar huis
om me te verkleeden. Wilt u soms meerüden?"
„Het is heel vriendeiyk van u, doch mü'n eigen
wagen wacht."
Op het trottoir namen ze hartelük van elkaar
afscheid. Terwül Maisie Chard, die eenige vor
stelijke appartementen in de Ritz bezat, daar
heen reed, gingen vercshillende gedachten ln
haar om. „Die man is tot over zün ooren ver
liefd op Val," was één daarvan. „En waarom
niet? Ze is een van de mooiste meisjes die ik
ooit gezien hebt. Weliswaar 'n beetje al te waar
dig voor den tegenwoordigen tyd, maar niette
min buitengewoon aantrekkelük. Ze yerdient
een goeden man. En die Holiday ziet er heel
aardig uit. Als hij niet zoo dol op Val was, dan
zou ik zelf met hem willen flirtenIk hoop
dat ze een gelukkig paartje worden en ik zal
in elk geval een van de bruidsmeisjes wezen.'
als ze me tenminste op de bruiloft vragen." Ze
zette er nu een flinke vaart in en toen een po-
litie-agent haar met gefronste wenkbrauwen op
nam, wierp ze hem met een ondeugenden glim
lach een kushand toe.
Holiday had zich zonder twijfel regelrecht
naar Sir Eden Leycester begeven, indien hij niet
bütijds bedacht had Bishop beloofd te" hebben
Valerie Insall's naam niet te vermelden. Daar
om reed hij naar Bishop's nieuwe flat in Guild
ford Street.
Ook déér moest hü een teleurstelling onder
vinden.
„Mijnheer Bishop is niet thuis," gaf de vrouw
te kennen, die de deur opende. „Ik ben zijn hos
pitadat wil zeggen, mynheer huurt de ka
mers van mij," verklaarde ze.
„Niet thuis?" herhaalde de bezoeker, die
voelde op het punt te staan zün geduld te ver
liezen. „Wanneer wordt hü terug verwacht?"
„Dat zou ik u niet kunnen zeggen, münheer,"
klonk het antwoord. „Mü'nheer Bishop is een
heel aardige man, maar hü praat met mij nooit
over zün zaken. Ik weet zelfs niet eens wat hij
eigenlük doet. Het eenige, dat me bekend is, is
dat hü in heeren-artikelen handelt. Ik denk
dat hij wel een poosje weg zal biyven."
„Waarom veronderstelt u dat?"
„Omdat hü een briefje achterliet, waarbij hij
zei de eerste dagen niet terug te zullen komen."
„Dank u." Holiday kookte inwendig van woede.
Daar er zooveel op het spel stond, had hy toch
zeker verwacht dat Bishop een briefje voor hem
had achtergelaten. Was hü op een nader onder
zoek uit? Trachtte hü den moordenaar van dien
armen Peter op te sporen? En als dat inderdaad
het geval was, waarom had hij hem dan niet
gevraagd daarbij een handje te helpen?
Zoodra hü weer in zün wagen zat veranderde
zijn stemming. Hü was er eigenlijk blij om dat
Bishop tijdelijk uit den weg was, want nu kon
hü op zün eigen houtje een onderzoek instellen.
Hü wachtte tot den volgenden middag. Of
schoon zün zenuwen tot het uiterste gespannen
waren, drong het toch heel duidelijk tot hem
door, dat hij dom zou hebben gehandeld door de
zaak te overhaasten. Nadat hü echter om half
vier Valerie's flat had opgebeld en te hooren
kreeg dat zü nog niet terug was, besloot hü
handelend op te gaan treden.
Na het adres van de Laidiey. Craig's in het
telefoonboek te hebben opgezocht, reed hij re
gelrecht naar hun huis in Beaufort Square, en
verzocht mevrouw Craig te mogen spreken. Hü
overhandigde zün kaartje en werd in een ruime
hall gelaten. Terwül hü wachtte herinnerde hü
zich een en ander wat hü omtrent deze dame had
hooren vertellende vrouw, die hü binnen
kort aan een kruisverhoor zou onderwerpen.
Hü wachtte tien miputen en nog steeds was er
niemand verschenen. Eindelijk en ten laatste
kwam het meisje terug en het was merkbaar dat
ze in de war was.
„Mevrouw Craig laat haar verontschuldigin
gen aanbieden, dat u zoo lang moest wachten,"
zei ze. „Mag ik uw jas en hoed van u overne
men?"
Na, haar deze gegeven te hebben, volgde hü
het dienstmeisje naar een kamer, waarin alle
kleuren van den regenboog vertegenwoordigd
leken te zün. Onwillekeurig moest hü even met
zün oogen knippen. Een vrouw, die er in werke
lijkheid nog afstootelüker uitzag dan de vele
portretten die van haar in de nieuwsbladen had
den gepronkt kwam uit een diepen stoel over
eind.
„Ik ben mevrouw Laidiey Craig," kondigde ze
aan.
Holiday boog.
„Het doet me een groot genoegen kennis met
u te mogen maken, mevrouw Craig," zei hü, en
indien er een lichte klank van ironie in zün
stem mocht zün, scheen de dame tegenover wie
hij zich bevond, daarvan toch niets te bemerken.
„Ik wilde graag eenige inlichtingen over een
kennisje van mü van u hebben."
„Neemt u plaats, mijnheer Holiday," verzocht
de leelijke vrouw vriendelijk. „U rookt natuur
lijk?" Ze hield hem een doos voor, welke Balkan
sigaretten bevatte. Mevrouw Craig rookte nim
mer Turksche of Virginische sigaretten. „Ver
telt u me nu het doel van uw komst."
(Wordt vervolgd.)