Drama op Tweeden Pinksterdag te Durgerdam Waar wielrijders zich aan moeten houden 1 „TOEN HET VADERLAND RIEP" de' [rouw die in het donker kwam... TWEE BURGERS GEDOOD EN KOLONEL GEWOND Kapitein der Mariniers Voor Zeekrijgsraad RIVIEROVERGANG BI] MAASTRICHT Wilhelminabrug hersteld Kerkelijk leven DE ROZENKRANS DONDERDAG 26 SEPTEMBER 1940 MONUMENT TE VENLO Ter herinnering aan Mgr. Nolens en Venlosche gesneuvelden Hulpverleening aan kleine grondgebruikers Reglement ook voor 1941 van toepassing Consumptie-ijs in voorraad gehouden en afgeleverd Zonder te zijn ingeschreven in het register GRASDROGERIJ GEOPEND Officieele plechtigheid te Maasland JONGETJE VERONGELUKT Kind onder auto geraakt Eenige dringende maatregelen getroffen AANGEREDEN EN GEDOOD Boerderijbrand te Baarlo AUTO TEGEN EEN BOOM GEREDEN De bestuurder ernstig verwond KATHOLIEKE ILLUSTRATIE 74e jrg. no. 52 DOOVE MAN DOOR TREIN VERMORZELD In de duisternis te water geraakt en verdronken UIT DE STAATSCOURANT Centraal Stembureau Burgemeester ZILVEREN PROFESSIE. FEEST VAN PATER MARCELLUS TöLLER Schuilloopgraven te 's Hertogenbosch De roman van hel leed van den oorlog de wedergeboorte van een nieuwe maatschappij. DOOR SYDNEY HORLER Naar de Prov. Noord-Hollandsche Crt. meldt, zal over eenigen tüd voor den Zeekrijgsraad te 'sGravenhage terecht staan de kapitein der Mariniers v. d. E., die op den Tweeden Pinkster dag te Durgerdam twee burgers doodschoot, Kolonel Host van Tonningen, zijn chef ernstig en twee jonge Durgerdammers licht verwondde. Hem zal wederspannigheid tegen een hooger geplaatste ten laste worden gelegd. Wat zich precies op dien beruchten Pinksterdag 1940 in de kerkeraadskamer van het Diaconie- gebouw te Durgerdam heeft afgespeeld zal wel immer een geheim blijven. De afschuwe#jke ge volgen van de moeilijk te verklaren ctiad van den kapitein maken het echter mogelijk het drama te reconstrueeren, aldus de Prov. Noord- Holl. Crt.", waaraan wij onderstaand relaas ontleenen. In den nacht van Zondag op Maandag ari'i- veerden te Durgerdam vier bussen met mariniers onder leiding van kapitein v. d. E. Zij werden ingekwartierd in de lokalen van de school, terwijl de kapitein zijn intrek nam in een kamer van het Diaconiegebouw, de kamer van kolonel Rost van Tonningen, die reeds eerder zijn post hier betrokken had als commandant van andere onderdeelen der zeemacht en onder wiens beve len o.a. ook stond de kanonneerboot „Helfring". Dien ochtend gebeurde in alle vroegte reeds zeer veel. De kolonel vertoefde eenige uren elders en het was gedurende diens afwezigheid dat de kapitein een collega-kapitein van de Luchtdoel met twee sergeants, die in een auto te Durger dam arriveerden, persoonlijk arresteerde, toen zy weer wilden vertrekken. Hun gedragingen hadden zijn aandacht getrokken; de vraag van den kapitein aan een der mariniers: „Mei wien bij jullie sta ik nu gelijk in rang?" was verdacht voorgekomen De drie mannen van de landmacht werden ontwapend en gevolgd door eenige mariniers met de karabijn in aanslag loopende weggevoerd. Enkele uren later keerde het gezelschap weer in het dorp terug. Een onderzoek had uitgewe zen, dat het drietal inderdaad tot de Neder- landsche landmacht behoorde, hetgeen oor spronkelijk in twijfel getrokken was. Intusschen was het bij deze arrestaties niet gebleven. De kapitein stelde ook den schrijver en den chauffeur van kolonel Rost van Tonnin gen onder bewaking, op grond van wantrouwen over hun daden en optreden. Aan deze handelingen waren ongetwijfeld de veiraadsgei uchten niet vreemd. Bovendien nam oe spanning in het dorp doorloopend toe, nadat „bericht" ontvangen was over een zeeslag op het IJsselmeer en het op komst zijn van een schip met 1000 Duitsche militairen. Geen schip, oat over het Buiten IJ voer, werd meer ver trouwd. Alle vaartuigen werden tot stoppen gc .wongen, voordat zij de Oranjesluizen konden bereiken, en door de bemanning van een kanon neerboot onderzocht. Enkele malen werd op schepen, die niet op het eerste bevel stopten, op dezen Pinkstermorgen, door een batterij van de bereden veldartillerie, staande in het Oosteinde van het dorp, geschoten. Het gedrag van den kapitein bevreemdde de menschen, die hem ontmoetten, zeer. De man wantrouwde, naar het scheen, een ieder. Zelfs degene, dieop uitnoodiging van den luitenant den burgers had verzocht voor een warm maal voor de mariniers te willen zorgen, kreeg de vreemdste vragen over zijn politieke gezindheid te beantwoorden en ten slotte de mededeeling: Er komt eten uit de stadGezien de autori taire positie van den waarnemend commandant viel er echter niets te doen voor hen, die deze vreemde houding bemerkten. In de middaguren speelde zich het vree- selijke drama af na de terugkomst van kolonel Rost van Tonningen. Nauwelijks was deze in de kamer teruggekeerd, waar de kapitein zich bevond, of een schot weer klonk, dat door meerdere schoten gevolgd werd. Vóór het gebouw was de brandweerploeg van den Luchtbeschermingsdienst juist bezig met het beproeven van de baby-spuit. Twintig Dur gerdammers waren daarbij aanwezig, die na de eerste schoten onder vuur genomen werden. De kogels floten hen om de ooren. Dat slechts twee hunner, ni. N. G. Tuin en D. Swartsen- burg in den arm gewond werden, was een gro t wonder. Intusschen dreigde voor hen een nieuw ge vaar. De mariniers, nabij de school staande, meenden dat op hun kapitein geschoten was vanuit de groep luchtbeschermers. Ook zy wil den daarom het vuur op hen openen. Een Dur- gerdammer, die in hun nabijheid stond, wist dit echter te voorkomen door te roepen: „Niet schieten. Het" zijn allemaal Durgerdammers!" Eerst toen was hun vrees, dat parachutisten aan den gang waren, verdwenen. Op handen en voeten kroop de kapitein, na uit het Diaconiegebouw te zijn gevlucht, het Kerkpad op naar den dijk. waar de marinie-s den weg ontruimd en de tallooze burgers, die zich op straat bevonden, naar huis gezonden hadden. Een jonge luitenant trad resoluut op en arresteerde den kapitein hier, terwijl deze bezig was opnieuw zijn revolver te laden. Hij ontwapende hem vóór de woning van den heer F. F. Sullot. Wat zich binnen de muren van het Diaconie gebouw had afgespeeld bleek den mariniers, die hier een onderzoek instelden-,Kolonel Rost van Tonningen lag bewusteloos op den grond met een schotwonde in het hoofd. In den gang vonden zij het ontzielde lichaam van den heer H. Westerneng Gz., wien een kogel door de borst gegaan was. De koster K. Groot had nog kans gezien om uit de gang, waar een kogel hem getrofien had, naar zijn woning terug te kruipen. Even iater overleed hij hier in de armen van zijn vrouw, die hij nog had kunnen toevoegen: „Nou ben ik ook nog ge raakt". De doktoren Bokslag, Sieswerda en de Koning verschenen ter plaatse, die den dood constat teerden van K. Groot en H. Westemeng. Kolonel Rost van Tonningen leefde nog, doch bleek zwaar gewond. Hij heeft echter, zboals men weet, het leven mogen behouden. Nader kwam vast te staan dat de schoten de burgers Groot en Westerneng met recht streeks getroffen hadden. Op het eerste schot, dat den kolonel trof, kwam Westerneng uit de kosterskamer toeloopen en op het gehoor van voetstappen moet de kapitein geschoten hebben tegen den gangmuur, vanwaar de kogel terug ketste in het lichaam van Westerneng. Op de zelfde wijze kan men slechts reconstrueeren hoe Groot getroffen werd, .die later de gang inkwam. De kapitein werd 11a zijn arrestatie wegge voerd en is thans nog gedetineerd in een straf gevangenis. Bij de behandeling voor den Zee krijgsraad zal kunnen blijken wat mogelijk de aanleiding tot dit droevig gebeuren is geweest. De gemeente Venlo heeft het plan opgevat om in het middelpunt van het R. K. Kerkhof een monumentale kapel op te richten. Het monu ment zal bedoeld zijn als eere-teeken voor den grooten Venlonaar Mgr. Prof. Dr. W. Nolens, die op dit kerkhof begraven ligt, en tevens als be graafplaats der Venlosche militairen, die in de zen oorlog gesneuveld zijn. Het monument zal worden ontworpen door de gezamenlijke archi tecten van Venlo. Naar wij vernemen, hebben de secretaris sen-generaal van de departementen van Landbouw en Visscherij en van Sociale Za ken aan de burgemeesters medegedeeld, dat behoudens enkele ondergeschikte wijziging het reglement tot tewerkstelling op eigen bedrijf voor kleine grondgebruikers, waarbij dezen een minimum-inkomen van 9 gulden per week wordt gegarandeerd, ook voor 1941 van toepassing is verklaard. De Haagsche kantonrechter heeft geruimen tijd geleden een verkooper van consumptie-ijs ver oordeeld, woonachtig in de Kijkduinschestraat te 's-Gravenhage, die, thans ruim twee jaar gele den, door een ambtenaar van den keurings dienst voor waren waren was geverbaliseerd we gens het in voorraad hebben van consumptie-ijs, zonder te zijn ingeschreven in het vereischte re gister. Van het vonnis, waarbij hem 'n geldboete van f 15 subs. 10 dag. hechtenis was opgelegd, vroeg de veroordeelde herziening aan. De Hooge Raad verwees de zaak naar het Haagsche Ge rechtshof, waarvoor deze Woensdag diende. Het consumptie-ijs-besluit 1934 vereischt in art. 11 o.m., dat onverpakt ijs uitsluitend mag worden afgeleverd en in voorraad mag worden gehouden: a. In gebouwen of op terreinen, die in het register vermeld staan, als zijnde in gebruik bij den bereider van zoodanig consumptie-ijs. (Dit nu bleek niet het geval te zijn; het perceel in de Kijkduinschestraat was niet als zoodanig in geschreven. De verkooper verkocht op provi siebasis voor den bereider, die wel was inge schreven, overeenkomstig het besluit). b. Op den openbaren weg of op het daar aan grenzende openbare terrein, mits aanwezig op of in een verkoopgelegenheid, vervoermiddel of eenig ander voorwerp, voldoende aan de voor schriften van artikel 12; dit artikel vereischt o.m., dat genoemde voorwerpen voorzien zijn van een aan verschillende eischen voldoend op schrift, aangevende den naam en de ligging van de bereidplaats van den bereider der waar, die in het register moet staan ingeschreven. (In het onderhavige geval stond het ijsbuffet voor den winkel op een deel van het trottoir, dat, naar de verdachte mededeelde, bij het huis be hoort. De naam enz. van den bereider stonden volgens hem duidelijk op de zijkanten van het buffet aangegeven, doch de verbaliseerende amb tenaar, als getuige gehoord, ontkende een naam gezien te hebben. Op de vraag van den ambte naar of hij voor eigen rekening verkocht, had verd. bevestigend geantwoord). De advocaat-generaal, mr. L. B. J. Vermeu len, achtte verdachte terecht veroordeeld. Daar het feit echter vrij oud was, eischte hij thans een geldboete van f 2 subs, twee dagen hechte nis. Verd. merkte ten slotte nog op, dat deze veroordeeling beteekent, dat degene, die het ijs bereidt, ook steeds de standplaatsen van de straatverkoopers moet huren. Het hof zal 9 October uitspraak doen. Geheel in het kader der aanmoedigings actie van het Rijk tot het stichten van grasdrogerijen vond Woensdagmiddag te Maasland de officieiele opening plaats van de coöperatieve grasdrogerij „Delfland". Nadat de voorzitter, de heer P. Keijzer uit Maasland, het departement van Landbouw en Visscherij dank had gebracht voor den financi- eelen steun, werd het woord gevoerd door ir. H. G. A. Leignes Bakhoven, inspecteur veeteelt en zuivel. Deze wees op de groote beteekenis van deze installaties voor de voedselvoorziening, daar de import van krachtvoeder voor het rundvee onder de huidige omstandigheden nagenoeg ach terwege blijft. Hij releveerde de diverse proef nemingen op het gebied van het grasdrogen en verklaarde, gunstige perspectieven voor deze nieuwe industrie te zien. Ter stimuleering en in verband met het groote risico heef de re geering gemeend, subsidie te moeten verleenen voor het bouwen van grasdrogerijen. Spr. ein digde met het geven van de verzekering, dat alles in het werk wordt gesteld, om het levens peil der landbouwers op een beter niveau te brengen. Nadat de burgemeester der gemeente Maas land. de heer H. Duboeuff, zijn waardeering had betuigd voor het werk van hen, die het initiatief namen, werd de reeds in werking gestelde gras drogerij bezichtigd. Een gespan van den veehouder M. uit Maar tensdijk reed Dinsdag te Utrecht het 5-jarige zoontje van den heer J. van E. op den Dorps weg aan, dat zich met zijn autoped op den weg bevond. Het jongetje werd tegen den grond gesmakt en was vrijwel op slag dood. Woensdagmiddag is te Koudekerk a. d. Rijn een vierjarig knaapje van een vrachtauto ge vallen en onder de wielen terecht gekomen. Het kind is overleden. De commissaris-generaal voor openbare vei ligheid voor het bezette Nederlandsche gebied maakt in opdracht van den Rijkscommissaris bekend: Zooals in de couranten reeds is medegedeeld, kan een nieuwe ordening voor het wegverkeer in Nederland tegemoet worden gezien. Tal rijke ongevallen, welke zich in den laatster. t;jd hebben voorgedaan en die zeker voor het meerendeel door wielrijders veroorzaakt wer den, maken het noodig, voor het rijwielverkeer nu reeds eenige dringende maatregelen te ne men in afwachting van definitieve wettelijke regeling, maatregelen welker strenge nakoming gewaarborgd is, doordat de politieorganen ver scherpte bepalingen in acht zullen nemen. 1. De wielrijder heeft zich, zooals ieder, die deelneemt aan het openbaar verkeer op den weg, zoo te gedragen, dat het verkeer niet in gevaar kan worden gebracht; hij moet verder er voor zorg dragen, dat een ander niet bena deeld Of meer dan de omstandigheden onver mijdelijk maken, gehinderd wordt. 2. Wielrijders moeten steeds de uiterste rech terzijde van den weg berijden. De politie heeft in het bijzonder te letten op de meest strikte nakoming van deze bepaling. 3. wielrijders mogen in beginsel, zooals dit in gemeentelijke politieverordeningen van de mees te grootere steden in Nederland reeds is voorge schreven, slechts met tweeën naast elkaar rij den. Bij inhalen echter mag slechts afzonder lijk gereden worden. Bestendig rijden naast een voertuig, in het bijzonder naast een tram, zoo mede het zich vasthouden aan voertuigen, is verboden. 4. Wielrijders, die van richting veranderen of die in dezelfde richting verder willen gaan, moeten dit aan andere deelnemers aan het (Van onzen correspondent) Sedert 10 Mei, dag waarop te Maastricht twee bruggen voor gewoon verkeer, een spoor brug en een voetgangers-passerelle de lucht in vlogen, hebben we heel wat veranderingen om trent de rivierovergangen beleefd. Eerst lagen er een loopbruggetje en een pontonbrug (ten Zui den der stad) waarnaast veerdienst met stoom- booten, toen kwamen boven de ingestorte me talen overspanningen van Servaas- en Wilhel minabrug noodbruggen te liggen, daarna con strueerde onze Rijkswaterstaat een breede pon tonbrug, beneden de spoorbrug. Toen de smal le noodoverspannir gen der St. Servaasbrug niet van voldoende capaciteit, bleek, werd deze door een breedere houten constructie vervangen, wat het inleggen van twee veerdiensten noodzakelijk maakte, totdat deze gereed zou wezen. De hou ten overspanning, steunende op de nog half in de rivier liggende gesprongen metalen con structie, kon ook niet blijvend wezen. Niet al leen om architectonische redenen, doch vooral omdat, vóór de periode van hoog water, de vaargeul vrij dient te wezen. Intusschen heeft „Werkspoor" van den zomer tijd gehad om de smalle, door de Duitschers gelegde noodbrug over de vaargeul bij de Wil helminabrug te vervangen door een overspan ning, die als constructie volwaardig mag ge noemd worden. Toch geen definitief herstel; het stuk in me talen vakwerk is niet zoo breed als het ver nielde en kan op den duur in aesthetisch op zicht niet voldoen. Het werd inmiddels in ge bruik genomen. Meteen ging men de ponton brug uit de rivier nemen en de houten nood brug, die vermoeid begon te raken, afbreken. Bij de oude brug maakt men de vaargeul straks vrij en kan men tot definitief herstel overgaan. Daarna, wellicht in rustiger tijden, zal men de Wilhelminabrug, door het vernieuwen van het verwoeste metalen gedeelte, haar vroeger aan zien hergeven. Wat nu in functie komt, heeft men als semi-permanent te beschouwen. Door onvoorzichtig de trambaan over te ste ken is Dinsdagavond ongeveer 10 urm de 42- jarige J. H., wonende in de Statenlaan te 's-Gravenhage, in de Regentesselaan aldaar door een motorwagen van lijn 12 gegrepen. De heer H., die per rijwiel reed, werd tegen den grond gesmakt, ten gevolge waarvan hij een schedel- basisfractuur kreeg. Tijdens het vervoer naar het gemeente-ziekenhuis aan den Zuidwal is hij aan de gevolgen overleden. Kort voor het invallen van de duisternis ont stond brand in de schuren van den tuinier C., gelegen in het gehucht De Vergeit in Baarlo (L.). Door den feilen wind greep het vuur zeer snel om zich heen. Onmiddellijk snelde van alle verkeer tijdig en duidelijk kenbaar maken. Dit ontslaat niet van de geboden zorgvuldigheid. Wanneer wielrijders vah rijwielpaden of langs den weg loopende strooken de richting van den rijweg inslaan, dienen zij in het bijzonder op het overige verkeer te letten. 5. Wielrijders moeten van rijwielpaden, wan neer deze in goed berijdbaren toestand ver- keeren, ook gebruik maken. Wielrijders, die deze algemeene richtlijnen, welke aan het reeds geldende Nederlandsche recht ontleen^ zijn, niet volgen, worden aan een strenge bestraffing onderworoen. Bij wielrijders, van wie de leider der groep tegen de verkeerstucht en discipline zondigt, kan op bevel der politiebeambten in daartoe aangewezen gevallen op den weg de lucht uit de banden genomen worden. Verwacht wordt, dat de wielrijders, door de bepalingen van het wegverkeer goed in acht te nemen, rekening houden met het feit, dat dat verkeer door den oorlogstoestand reeds bijzon der gespannen is. Bijzonder oplettend diene men te zijn tegenover de voertuigen en voertuig colonnes der Duitsche weermacht. Speciaal zij er de aandacht op gevestigd, dat aan colonnes voertuigen der weermacht vanzelfsprekend in ieder'geval voorrang moet worden verleend. kanten hulp toe en trachtte men in afwachting van de brandweer het vuur met bluschappara- ten te bestrijden. Door dit krachtdadig optreden wist men twee woonhuizen te sparen. De schuren en stallingen, aan de achterzijde van deze ge bouwen gelegen, brandden echter geheel uit. Voor den tuinier is de schade aanzienlijk. Een groote voorraad kunstmest en brandstoffen, als mede een groot gedeelte van den oogst en eeniée nieuwe tuinderswagens gingen verloren. Woensdagnacht omstreeks twaalf uur is de heer 8. uit Ede door onbekende oorzaak met zjjn auto in de bocht van den weg nabij We- kerom tegen een boom gereden. In hoogst zorgwekkenden toestand is de man naar het ziekenhuis te Arnhem vervoerd. De auto werd aan de voorzijde geheel vernield. Aangezien dft nummer het laatste is van den loopenden jaargang, geeft de redactie een uit voerig overzicht van alles wat de lezers iedere week kunnen verwachten aan fotoreportages, artikelen en kortere en langere verhalen. Voor al deze laatste rubriek wordt bijzonder uitvoe rig besproken, omdac, zooals de redactie zeer terecht opmerkt, de boeiende roman wel zeer in het bijzonder in staat is om gedurende den langen winter onze gedachten van de zorgen des tijds af te trekken en onzen geest verkwik king te schenken. Na deze bijzonder lezenswaardige inleiding volgt dan de lange en bonte reeks van foto series, verhalen en vervolgromans. Van de fotoseries noemen wij: Zóó zet men thee in Japan, Rossinant houdit modeshow en: Groningen de stad met een geschiedenis van 600 jaren. Deze stad, „het hoofd en het hart van het noordoosten des lands", viert dit jaar haar negenhonderd-jarig bestaan dat door de tijdsomstandigheden niet met die uitbundig heid gevierd wordt welke zijn bewoners ge droomd hebben. De serie prachtige foto's wel ke ter gelegenheid van bovengenoemd feit in de K. I. van deze week zijn afgedrukt geven een goeden indruk van de schoonheid van deze bedrijvige stad. Voorts behandelt mr E. Bron- gersma op onderhoudende wijze een toepassing van de corporatieve gedachte. De beide uitstekende vervolgverhalen Der tien morgen land en Naar een nieuw leven worden in dit nummer beëindigd. Er is nog een boeiende vertelling van G. Morris, getiteld: Drie fouten, en een short-story van Margare- tha Korringa: Geur van Seringen. Twee fraaie kleurprenten luisteren dit num mer op, dat een waardig slot vormt van den vier en zeventigsten jaargang. Op den onbewaakten overweg by Delft is de 79-jarige F. uit Delft, die aan hardhoorlgheid leed, door een uit de richting Den Haag komen den trein gegrepen. Hy was op slag dood. De politie te Leeuwarden heeft uit den Vliet opgehaald het hjk van een 61-jarigen man, die sinds eenige dagen werd verift'ist. Hy is vermoe- deiyk door de duisternis misleid, ie water ge raakt. Voorts is, door de duisternis misleid, de ruim 20-jarige mej. Van der W. uit Blokland bij Montfoort met haar fiets in een langs den weg liggende sloot gereden en verdronken. Aan mr. dr. E. J. Beumer te Uuecht is op zijn verzoek eervol ontslag verleend als lid en voorzitter van het Centraal Stembureau, be doeld in artikel 32 der Kieswet, met dankbe tuiging voor de door hem als zoodanig bewezen diensten. Bij besluit van 24 September is V. W. Ruypers met ingang van 26 September 1940 opnieuw be noemd tot burgemeester van de gemeente Urmond. Vanaf den aanvang der Kerk tot op onze dagen heeft elke eeuw, elk land Maria hulde gebracht; de droefste tyden en de ongelukkig ste volken vaak de schoonste, omdat de oange harten zich 't meest en met 't kindèrlykst ver trouwen wendden tot Haar van wie zij nog hulp en redding meenden te mogen verwachten als alle hoop verloren scheen. Ook en vooral gedurende de laatste maanden is die Mariahulde tot uiting, gebracht in gebed. Gedreven door angst en zorg, onder bedreiging van den dood, hebben velen den weg naar God teruggevonden en zich weer herinnerd dat ons een eeuwigheid wacht, terwijl de meesten zijn begonnen met te grijpen naar den rozenkrans en het bidden van het Wees Gegroet Het past ons dan ook, Katholieken, veel en volhardend te bidden in zorgvolle tijden. Hoe mooi is daarvoor de a.s. Octobe; maand, de maand van den rozenkrans. De rozenkrans is het symbool, waarin de kinderlijke Marialiefde der tyden ligt samengeweven in een kring van geheimen en gebed waaraan geen einde kemt. In zoovele katholieke gezinnen vereenigen zich eiken avond alle leden om Maria, hun Konin gin en Moeder, de dagelijksche hulde van den rozenkrans te brengen. Het rozenkransgebed in het gezin is een echt Roomsch gebruik, is de stempel van echten godsdienstzin. Het is daarom zeer gewenscht dat onze ge zinnen trouw blijven aan het dagelijksch gebod van den rozenkrans en gezinnen, die deze goede gewoonte niet hebben of er' misschien eenigszins in zijn verflauwd, die gewoonte ter gelegenheid van de naderende rozenkransmaand gaan her nieuwen. En als de kinderen hebben gezien hoe vader en moeder met t geheele gezin iederen avond neerknielen om den rozenkrans te bidden, dan zullen zij op hun beurt die heilzame ge woonte invoeren in het gezin dat zij eenmaal zullen stichten. In het hulsgezin, waar het ro zenkransgebed in eere is, zal de geest van ge bed en de kennis van den godsdienst blijven heerschen. Ten einde die gewoonte te bewaren en te be vorderen heeft, in opdracht van den diocesancn raad van Katholieke Actie in het Bossche Bis dom, het Bosch diocesaan Leekenapostolaat in samenwerking met het Goed Volkbu-eau op nieuw de actie „De Rozenkrans terug aan den haard" ingezet. Door gratis beschikbaarstelling aan het adres Torenstraat 5, Den Eosch van affiches en plaatjes aangevende de geheimen van den rozenkrans en de daaraan verbonden aflaten, wordt deze actie gesteund De schoone gewoonte van het rozenkransgebed in het gezin moet bevestigd en hersteld, nu mede door de verduistering de gezinsleden voorshands zich meer dan ooit rondom den hui- seiyken haard vereenigen. Op 30 Septmeber a.s. hoopt de zeereerw. pater Marcellus Töller (uit Nieuw-Schoonebeek) te Mainz den dag te herdenken, waarop hy voor vijf en twintig jaren zyn eeuwige geloften af legde in de Orde van O. L. Vrouw van den Lfsrg Carmel. Na' zyn H. Priesterwijding- in de Metropolitaankerk te Utrecht in 1921, studeerde hij filosofie aan de Gtfegoriana te Rome.' In 1923 naar Nederland teruggekeerd, doceer de de jubilaris aan het Carmelcollege te Mer kelbeek (L.), waar hy tevens het ambt van prefect der Fraters-Studenten bekleedde. Na de restauratie der aloude Carmelietenkerk te Mainz werd pater Marcellus öoo rzijn over sten aangewezen, met pater Anast ter Haar, als Praeses van het nieuw te stichten Convtent, de oude door tydsomstandigheden honderd jaar onderbroken traditie der Carmelieten, in ge noemd stad voort te zetten. Toen in Febr. 1932 pater ter Haar om gezondheidsredenen naar 't vaderland terugkeerde, werd pater Töller als Vicarius aangesteld. In Augustus van hetzelfde jaar volgde zijn verkiezing tot Prior van het Carmelietenklooster te Mainz. Dat deze keuze geen betere had kunnen zijn, blykt uit het feit, dat hij in 1939 met speciale dispensatie van den H. Stoel Voor de derde maal als prior van het Mainzer convent werd herbenoemd. Niet alleen door zijn bezielend woord als ge wijde redenaar, maar ook als ervaren geestelijk leidsman verleende hij door zyn bezadigd oor deel aan velen'hulp en raad. Al heeft hij het grootste gedeelte van zijn priesterlijke werk zaamheid buiten de grenzen van het vaderland verricht, zoo Voelde hij zich steeds Nederlander en bleef zyn bovenal geliefd Drente een warm hart toedragen. Hier vertoefde hy jaarlyks eenige weken te midden van zyn familie om nieuwe krachten te verzamelen voor zijn moei- lyke taak. Algemeen bekend en geacht by de Mainzer bevtolking, kan hij verzekerd zyn van 'n groote belangstelling en hartelijk medeleven met zijn zilveren jubileum. Moge het den jubilaris ge geven zijn nog vele jaren zyn vruchtbaren en zegenryken arbeid voort te zetten. In verband met de stadsuitbreiding op Vliet I heeft het Bossche bureau Gemeentewerken eenige nieuwe schuilloopgraven in aanleg en wel langs de Anton Derkinderenlaan en bij het ont worpen rondpunt by den weg naar Orthen. De nieuwe schuilloopgraven onderscheiden zich van de reeds bestaande voornamelyk door het feit, dat zij overdekt zijn en de zywanden zijn uitgevoerd in grove dennebalken. De gangen loopen zig-zag en bieden elk aan eenige tien tallen personen plaats. In dit aangrypend boek van Hans Nesna maken wy de mobilisatie sedert Aug. 1939 mede, waardoor velen uit hun bedryf werden weggerukt. In fel realistische beschryvingen beleven wij de ver schrikkingen van den oorlog in Mei 1940 op onzen Vaderlandsclien bodem. Met juist begrip wordt ons beschreven wat er leeft op den bodem van onze samenleving en met welk verlangen en tastend zoeken jonge menschen als grondslag voor hun geluk uitzien naar Deze roman een historisch document 263 pag in prachtband, is tegen inzending van of onder verwijzing naar deze advertentie franco voor slechts 3.90 te bestellen by N.V. Boek- en Kunst handel H. NE11SSEN, Prinsengracht 631 Amsterdam, Giro 60003. Tel. 31791. Desgewenscht betaalbaar met 1.of meer per maand. U 44 Nadruk verboden Voor een kort oogenblik antwoordde Holiday niet. Zyn aandacht was elders gevestigd. Op eenigen afstand van mevrouw Craig verwijdert! bevond zich een zwaar, donker gordijn. Voor zoover hy kon nagaan diende dit als afschei ding van de kamer waarin hij zich bevond en een ander vertrek. Wellicht verbeeldde hij het zichzyn fantasie had hem mogelijk parten gespeelddoch toen zyn gastvrouw haar vraag stelde, had hy stellig gemeend het gor- dyn lichtelijk te zien bewegen en een paar oogen te ontdekkenHy richtte zich tot mevrouw Craig, en hoopte dat ze niets van zyn Verbazing bemerkt had. „Ik meen gehoord te hebben, dat juffrouw Va lerie Insall het week-end op uw buitenverblijf in Surrey doorbracht," begon hy. Weer schoof hy het op een spel van zyn ver beelding, docher was een uitdrukking van angst in haar oogen verschenen. Het volgende moment had ze zich evenwel volkomen be- heerscht. „Valerie Insall," herhaalde ze, „dat is heel eigenaardig.... Ja, ze bracht inderdaad eenige dagen in Surrey bij me door." „Een van haar vriendinnen, jufrouw Maisie Chard, deelde me dat tenminste mede. Heeft u er iets op tegen me te vertellen of juffrouw In sall goed en wel uw huis verliet?'' De vrouw barstte los in een stortvloed van woorden. „Natuurlijk gebeurde dat. Ik heb haar zelf in haar two-seater zien stappen. Ze zei dat ze naar een plaatsje dicht bij Leycester zou rijden, waar ze een bezoek moest afleggen. Maar waar om maakt U zich zoo ongerust, mijnheer Holi day, zelfs in aanmerking genomen dat U een vriend is van dat charmante persoontje? Is ze niet in staat voor zichzelf te zorgen? Dien in druk gaf ze me zeer zeker, terwyl ze op „The Barn" was." Mevrouw Laidley Craig scheen een onjuist ge baar te hebben gemaakt. Het zachte kuchje dat van achter het gordyn werd vernomen, hoefde Holiday daarvan niet te overtuigen; hy had zelf al voldoende gezien. Haar opgewonden heid was allerminst natuurlyk. Hy hield zich alsof hy het kuchje niet ge hoord had en deed ook, alsof hy niets bemerkt had van den toestand van opwinding, waarin zyn gastvrouw verkeerde. „Wilt U> wellicht zoo vriendelyk wezen me te zeggen hoe laat juffrouw Insall Uw huis ver liet?" vroeg hij. De vrouw die een langen trek aan haar ciga rette had gedaan, beantwoordde deze vraag haastigtè haastig. „Dat kan ik U dadelyk zeggen," zei ze. „Gis teren gebruikten we precies om tien minuten vóór vier uur de thee. Om evert over vieren liet juffrouw Insall haar kleinen wagen voorkomen en toen reed ze dadelyk weg. Ik vrees dat lk U verder niets meer kan vertellen, mijnheer Holi day." Ze stond op, waardoor ze te kennen gaf het onderhoud als geëindigd1 te beschouwen. „Ik ben U ten zeerste verplicht," zei haar be zoeker. „U kunt zich waarschynlijk gedeeltelyk mijn angst voorstellen, wanneer ik U vertel dat ik met juffrouw Insall had afgesproken giste renavond met haar te dineeren. Ik ontving geen bericht waarby de afspraak teniet werd gedaan, en ik wist ook niets af van haar besluit naar de Midlands te ryden." Holiday was er van overtuigd, dat de vrouw de waarheid niet sprak, en dientengevolge be sloot hij haar met dezelfde munt te betalen. De toestand was te ernstig om zich over enkele5 leugens van zijn kant druk te maken, oordeelde hy. „Oh, ik begryp het volkomen, mynheer Holi day", zei mevrouw Laidley Craig haastig. „Als ik een man was, dan zou ik jaloersch wezen op Uw vriendschap met een dergeiyk bekooriyk meisje. Nu wilt U me zeker wel excuseeren, niet waar?" Een half uur later zat Holiday in zyn eigen flat. Voor hem op de tafel lag „The Star", waarin het navolgende bericht was vermeld: Het mysterie van een achtergelaten auto. Vroeg in den morgen werd een vreemde ont dekking gedaan in de buurt van het dorpje Mortkindale. Een two-seater, een Singer-wagen, waarop een Londensch registratienummer voor kwam, werd op een sterk hellend vlak dat naar een groot meer leidde, ontdekt. Het bewuste meer geniet een zekere beruchtheid door het aantal zelfmoorden, dat hier de laatste jaren werd gepleegd. Men is druk bezig de noodige toebereidselen te treffen om het meer af te dreggen. Verder is er niets naders bekend. De recherche is zeer gesloten, doch er wordt verondersteld dat er een kwestie van misdaad in het spel kan wezen." Toen Holiday eindelyk en ten laatste van zyn stoel was opgestaan om naar het telefoontoestel te gaan, kwam het hem voor alsof het eens klaps heel koud was geworden in de kamer. Hy liet zich met het Ritz Hotel verbinden. „U spreekt met Holiday," begop hy. „Het spyt me U nogmaals lastig te moeten vallen, juffrouw Chard, maar is het U ook w-lllcht be kend welk merk de wagen van juffrouw Insall heeft?" Onmlddellyk kwam het antwoord. „Een Singer. Een alleraardigste kleirre auto; ik heb er zelf ook een van die fabriek besteld." „Weet U héél zeker dat het een Singer was?" „Beslist." „Weet U ook misschien wat het nummer van den wagen was?" „Nee. Waarom een dusdanig kruisverhoor?" „Ik zal U niet meer lastig vallen." Ze belde evenwel nog niet af. „Vertelt U me eens, mijnheer Holiday: heeft U al iets van Val Insall gehoord?" - „Nee, ik heb een gesprek gehad met mevrouw Laidley Craig en ze deelde me mede, dat juf frouw Insall het week-end in haar buitenhuis doorbracht, doch voegde er aan toe dat ze gis teren tegen theetyd naar de Midlands ver trok." „In dat geval zou lk me niet langer ongerust maken, mynheer Holiday. Adieu. Ik moet me nu werkelyk gaan kleeden, anders haal ik me een longontsteking op den hals." „Adieu.... en wel bedankt." Nadat hij het toestel op den haak had gelegd, nam Holiday weer in zy'n stoel plaats. Hy moest nu 'goed kunnen nadenken, maar het viel niet te ontkennen, dat er een wilde chaos in zyn hersenen woedde. Die enkele zin: „Men is druk bezig de noodige toebereidselen tè treffen om het meer af te dreggen", had een overweldigend gevoel van verschrikking, walging en woede by hem opgewekt. Mevrouw Laidley Craig had klaarbiykelyk dus niet gelogen. Valerie Insall verliet Inderdaad haar buitenverblyf om naar de Midlands te rij den. Hy kon natuurlyk niet vermoeden met welk doel ze daarheen was getrokken.... Van één feit was hy echter heel zeker: ze had haar wagen niet achtergelaten om zelfmoord te ple gen. Die theorie leek hem ongeloofelijk en on- aannemelyk toe. Hy schoof de courant terzijde, stopte lang zaam zijn pyp en stak die aan. Het voorval kon nog van een andere zyde beschouwd worden. Te oordeelen naar het be richt in de courant, had mevrouw Craig de waarheid gesproken. En tóch.... De volgende vragen dienden eerst beantwoord te worden. Ten eerste: waarom was de vrouw zoo onnatuurlyk opgewonden geweest? Ten tweede: wie had er achter het gordyn gestaan? Ten derde: waarom had die bewuste persoon gekucht? Ten vierde: was dat kuchje als een waarschuwing bedoeld geweest? En toen dacht hij aan den laatsten regel van het courantenbericht: „Er wordt verondersteld, dat er een kwestie van misdaad in het spel kan wezen." Oppervlakkig beschouwd leek zooiets onmo gelijk. Zou de vrouw van een der eerste ambte naren van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken in verband kunnen staan met een der gelijk misdrijf? Het was bijna niet aan te ne men; niettemin Eensklaps sprong Holiday van zyn stoel op. Hij liep haastig op de deur toe en riep zijn be diende. „Somers," zei hij, toén zijn bediende was ver schenen, „Ik ga weg en kom vannacht niet te rug." De trouwe bediende keek zijn meester onder zoekend aan. „Als het weer om de bekende zaak gaat. myn heer, dan zou ik u willen voorstellen me mee te nemen." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3