Drama op Tweeden Pinksterdag
te Durgerdam
Waar wielrijders zich aan moeten houden
1
„TOEN HET VADERLAND RIEP"
de'
[rouw die in het
donker kwam...
TWEE BURGERS GEDOOD
EN KOLONEL GEWOND
Kapitein der Mariniers
Voor Zeekrijgsraad
RIVIEROVERGANG BI]
MAASTRICHT
Wilhelminabrug hersteld
Kerkelijk leven
DE ROZENKRANS
DONDERDAG 26 SEPTEMBER 1940
MONUMENT TE VENLO
Ter herinnering aan Mgr. Nolens
en Venlosche gesneuvelden
Hulpverleening aan kleine
grondgebruikers
Reglement ook voor 1941
van toepassing
Consumptie-ijs in voorraad
gehouden en afgeleverd
Zonder te zijn ingeschreven
in het register
GRASDROGERIJ GEOPEND
Officieele plechtigheid
te Maasland
JONGETJE VERONGELUKT
Kind onder auto geraakt
Eenige dringende maatregelen
getroffen
AANGEREDEN EN GEDOOD
Boerderijbrand te Baarlo
AUTO TEGEN EEN BOOM
GEREDEN
De bestuurder ernstig verwond
KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
74e jrg. no. 52
DOOVE MAN DOOR TREIN
VERMORZELD
In de duisternis te water geraakt
en verdronken
UIT DE STAATSCOURANT
Centraal Stembureau
Burgemeester
ZILVEREN PROFESSIE.
FEEST VAN PATER
MARCELLUS TöLLER
Schuilloopgraven te
's Hertogenbosch
De roman van hel leed van den oorlog
de wedergeboorte van een nieuwe maatschappij.
DOOR SYDNEY HORLER
Naar de Prov. Noord-Hollandsche Crt. meldt,
zal over eenigen tüd voor den Zeekrijgsraad te
'sGravenhage terecht staan de kapitein der
Mariniers v. d. E., die op den Tweeden Pinkster
dag te Durgerdam twee burgers doodschoot,
Kolonel Host van Tonningen, zijn chef ernstig
en twee jonge Durgerdammers licht verwondde.
Hem zal wederspannigheid tegen een hooger
geplaatste ten laste worden gelegd.
Wat zich precies op dien beruchten Pinksterdag
1940 in de kerkeraadskamer van het Diaconie-
gebouw te Durgerdam heeft afgespeeld zal wel
immer een geheim blijven. De afschuwe#jke ge
volgen van de moeilijk te verklaren ctiad van
den kapitein maken het echter mogelijk het
drama te reconstrueeren, aldus de Prov. Noord-
Holl. Crt.", waaraan wij onderstaand relaas
ontleenen.
In den nacht van Zondag op Maandag ari'i-
veerden te Durgerdam vier bussen met mariniers
onder leiding van kapitein v. d. E. Zij werden
ingekwartierd in de lokalen van de school,
terwijl de kapitein zijn intrek nam in een kamer
van het Diaconiegebouw, de kamer van kolonel
Rost van Tonningen, die reeds eerder zijn post
hier betrokken had als commandant van andere
onderdeelen der zeemacht en onder wiens beve
len o.a. ook stond de kanonneerboot „Helfring".
Dien ochtend gebeurde in alle vroegte reeds
zeer veel. De kolonel vertoefde eenige uren elders
en het was gedurende diens afwezigheid dat de
kapitein een collega-kapitein van de Luchtdoel
met twee sergeants, die in een auto te Durger
dam arriveerden, persoonlijk arresteerde, toen
zy weer wilden vertrekken. Hun gedragingen
hadden zijn aandacht getrokken; de vraag van
den kapitein aan een der mariniers: „Mei wien
bij jullie sta ik nu gelijk in rang?" was verdacht
voorgekomen
De drie mannen van de landmacht werden
ontwapend en gevolgd door eenige mariniers met
de karabijn in aanslag loopende weggevoerd.
Enkele uren later keerde het gezelschap weer
in het dorp terug. Een onderzoek had uitgewe
zen, dat het drietal inderdaad tot de Neder-
landsche landmacht behoorde, hetgeen oor
spronkelijk in twijfel getrokken was.
Intusschen was het bij deze arrestaties niet
gebleven. De kapitein stelde ook den schrijver
en den chauffeur van kolonel Rost van Tonnin
gen onder bewaking, op grond van wantrouwen
over hun daden en optreden.
Aan deze handelingen waren ongetwijfeld de
veiraadsgei uchten niet vreemd. Bovendien nam
oe spanning in het dorp doorloopend toe, nadat
„bericht" ontvangen was over een zeeslag op
het IJsselmeer en het op komst zijn van een
schip met 1000 Duitsche militairen. Geen schip,
oat over het Buiten IJ voer, werd meer ver
trouwd. Alle vaartuigen werden tot stoppen
gc .wongen, voordat zij de Oranjesluizen konden
bereiken, en door de bemanning van een kanon
neerboot onderzocht. Enkele malen werd op
schepen, die niet op het eerste bevel stopten, op
dezen Pinkstermorgen, door een batterij van de
bereden veldartillerie, staande in het Oosteinde
van het dorp, geschoten.
Het gedrag van den kapitein bevreemdde de
menschen, die hem ontmoetten, zeer. De man
wantrouwde, naar het scheen, een ieder. Zelfs
degene, dieop uitnoodiging van den luitenant
den burgers had verzocht voor een warm maal
voor de mariniers te willen zorgen, kreeg de
vreemdste vragen over zijn politieke gezindheid
te beantwoorden en ten slotte de mededeeling:
Er komt eten uit de stadGezien de autori
taire positie van den waarnemend commandant
viel er echter niets te doen voor hen, die deze
vreemde houding bemerkten.
In de middaguren speelde zich het vree-
selijke drama af na de terugkomst van
kolonel Rost van Tonningen. Nauwelijks
was deze in de kamer teruggekeerd, waar
de kapitein zich bevond, of een schot weer
klonk, dat door meerdere schoten gevolgd
werd.
Vóór het gebouw was de brandweerploeg van
den Luchtbeschermingsdienst juist bezig met
het beproeven van de baby-spuit. Twintig Dur
gerdammers waren daarbij aanwezig, die na de
eerste schoten onder vuur genomen werden.
De kogels floten hen om de ooren. Dat slechts
twee hunner, ni. N. G. Tuin en D. Swartsen-
burg in den arm gewond werden, was een gro t
wonder.
Intusschen dreigde voor hen een nieuw ge
vaar. De mariniers, nabij de school staande,
meenden dat op hun kapitein geschoten was
vanuit de groep luchtbeschermers. Ook zy wil
den daarom het vuur op hen openen. Een Dur-
gerdammer, die in hun nabijheid stond, wist
dit echter te voorkomen door te roepen: „Niet
schieten. Het" zijn allemaal Durgerdammers!"
Eerst toen was hun vrees, dat parachutisten
aan den gang waren, verdwenen.
Op handen en voeten kroop de kapitein, na
uit het Diaconiegebouw te zijn gevlucht, het
Kerkpad op naar den dijk. waar de marinie-s
den weg ontruimd en de tallooze burgers, die
zich op straat bevonden, naar huis gezonden
hadden. Een jonge luitenant trad resoluut op
en arresteerde den kapitein hier, terwijl deze
bezig was opnieuw zijn revolver te laden. Hij
ontwapende hem vóór de woning van den heer
F. F. Sullot.
Wat zich binnen de muren van het Diaconie
gebouw had afgespeeld bleek den mariniers,
die hier een onderzoek instelden-,Kolonel Rost
van Tonningen lag bewusteloos op den grond
met een schotwonde in het hoofd. In den gang
vonden zij het ontzielde lichaam van den heer
H. Westerneng Gz., wien een kogel door de
borst gegaan was. De koster K. Groot had
nog kans gezien om uit de gang, waar een
kogel hem getrofien had, naar zijn woning
terug te kruipen. Even iater overleed hij hier
in de armen van zijn vrouw, die hij nog had
kunnen toevoegen: „Nou ben ik ook nog ge
raakt".
De doktoren Bokslag, Sieswerda en de Koning
verschenen ter plaatse, die den dood constat
teerden van K. Groot en H. Westemeng. Kolonel
Rost van Tonningen leefde nog, doch bleek
zwaar gewond. Hij heeft echter, zboals men
weet, het leven mogen behouden.
Nader kwam vast te staan dat de schoten
de burgers Groot en Westerneng met recht
streeks getroffen hadden. Op het eerste schot,
dat den kolonel trof, kwam Westerneng uit de
kosterskamer toeloopen en op het gehoor van
voetstappen moet de kapitein geschoten hebben
tegen den gangmuur, vanwaar de kogel terug
ketste in het lichaam van Westerneng. Op de
zelfde wijze kan men slechts reconstrueeren
hoe Groot getroffen werd, .die later de gang
inkwam.
De kapitein werd 11a zijn arrestatie wegge
voerd en is thans nog gedetineerd in een straf
gevangenis. Bij de behandeling voor den Zee
krijgsraad zal kunnen blijken wat mogelijk de
aanleiding tot dit droevig gebeuren is geweest.
De gemeente Venlo heeft het plan opgevat om
in het middelpunt van het R. K. Kerkhof een
monumentale kapel op te richten. Het monu
ment zal bedoeld zijn als eere-teeken voor den
grooten Venlonaar Mgr. Prof. Dr. W. Nolens, die
op dit kerkhof begraven ligt, en tevens als be
graafplaats der Venlosche militairen, die in de
zen oorlog gesneuveld zijn. Het monument zal
worden ontworpen door de gezamenlijke archi
tecten van Venlo.
Naar wij vernemen, hebben de secretaris
sen-generaal van de departementen van
Landbouw en Visscherij en van Sociale Za
ken aan de burgemeesters medegedeeld, dat
behoudens enkele ondergeschikte wijziging
het reglement tot tewerkstelling op eigen
bedrijf voor kleine grondgebruikers, waarbij
dezen een minimum-inkomen van 9 gulden
per week wordt gegarandeerd, ook voor 1941
van toepassing is verklaard.
De Haagsche kantonrechter heeft geruimen tijd
geleden een verkooper van consumptie-ijs ver
oordeeld, woonachtig in de Kijkduinschestraat te
's-Gravenhage, die, thans ruim twee jaar gele
den, door een ambtenaar van den keurings
dienst voor waren waren was geverbaliseerd we
gens het in voorraad hebben van consumptie-ijs,
zonder te zijn ingeschreven in het vereischte re
gister. Van het vonnis, waarbij hem 'n geldboete
van f 15 subs. 10 dag. hechtenis was opgelegd,
vroeg de veroordeelde herziening aan. De Hooge
Raad verwees de zaak naar het Haagsche Ge
rechtshof, waarvoor deze Woensdag diende.
Het consumptie-ijs-besluit 1934 vereischt in
art. 11 o.m., dat onverpakt ijs uitsluitend mag
worden afgeleverd en in voorraad mag worden
gehouden:
a. In gebouwen of op terreinen, die in het
register vermeld staan, als zijnde in gebruik bij
den bereider van zoodanig consumptie-ijs. (Dit
nu bleek niet het geval te zijn; het perceel in
de Kijkduinschestraat was niet als zoodanig in
geschreven. De verkooper verkocht op provi
siebasis voor den bereider, die wel was inge
schreven, overeenkomstig het besluit).
b. Op den openbaren weg of op het daar aan
grenzende openbare terrein, mits aanwezig op of
in een verkoopgelegenheid, vervoermiddel of
eenig ander voorwerp, voldoende aan de voor
schriften van artikel 12; dit artikel vereischt
o.m., dat genoemde voorwerpen voorzien zijn
van een aan verschillende eischen voldoend op
schrift, aangevende den naam en de ligging
van de bereidplaats van den bereider der waar,
die in het register moet staan ingeschreven. (In
het onderhavige geval stond het ijsbuffet voor
den winkel op een deel van het trottoir, dat,
naar de verdachte mededeelde, bij het huis be
hoort. De naam enz. van den bereider stonden
volgens hem duidelijk op de zijkanten van het
buffet aangegeven, doch de verbaliseerende amb
tenaar, als getuige gehoord, ontkende een naam
gezien te hebben. Op de vraag van den ambte
naar of hij voor eigen rekening verkocht, had
verd. bevestigend geantwoord).
De advocaat-generaal, mr. L. B. J. Vermeu
len, achtte verdachte terecht veroordeeld. Daar
het feit echter vrij oud was, eischte hij thans
een geldboete van f 2 subs, twee dagen hechte
nis. Verd. merkte ten slotte nog op, dat deze
veroordeeling beteekent, dat degene, die het ijs
bereidt, ook steeds de standplaatsen van de
straatverkoopers moet huren.
Het hof zal 9 October uitspraak doen.
Geheel in het kader der aanmoedigings
actie van het Rijk tot het stichten van
grasdrogerijen vond Woensdagmiddag te
Maasland de officieiele opening plaats van
de coöperatieve grasdrogerij „Delfland".
Nadat de voorzitter, de heer P. Keijzer uit
Maasland, het departement van Landbouw en
Visscherij dank had gebracht voor den financi-
eelen steun, werd het woord gevoerd door ir. H.
G. A. Leignes Bakhoven, inspecteur veeteelt en
zuivel. Deze wees op de groote beteekenis van
deze installaties voor de voedselvoorziening, daar
de import van krachtvoeder voor het rundvee
onder de huidige omstandigheden nagenoeg ach
terwege blijft. Hij releveerde de diverse proef
nemingen op het gebied van het grasdrogen en
verklaarde, gunstige perspectieven voor deze
nieuwe industrie te zien. Ter stimuleering en
in verband met het groote risico heef de re
geering gemeend, subsidie te moeten verleenen
voor het bouwen van grasdrogerijen. Spr. ein
digde met het geven van de verzekering, dat
alles in het werk wordt gesteld, om het levens
peil der landbouwers op een beter niveau te
brengen.
Nadat de burgemeester der gemeente Maas
land. de heer H. Duboeuff, zijn waardeering had
betuigd voor het werk van hen, die het initiatief
namen, werd de reeds in werking gestelde gras
drogerij bezichtigd.
Een gespan van den veehouder M. uit Maar
tensdijk reed Dinsdag te Utrecht het 5-jarige
zoontje van den heer J. van E. op den Dorps
weg aan, dat zich met zijn autoped op den
weg bevond. Het jongetje werd tegen den grond
gesmakt en was vrijwel op slag dood.
Woensdagmiddag is te Koudekerk a. d. Rijn
een vierjarig knaapje van een vrachtauto ge
vallen en onder de wielen terecht gekomen. Het
kind is overleden.
De commissaris-generaal voor openbare vei
ligheid voor het bezette Nederlandsche gebied
maakt in opdracht van den Rijkscommissaris
bekend:
Zooals in de couranten reeds is medegedeeld,
kan een nieuwe ordening voor het wegverkeer
in Nederland tegemoet worden gezien. Tal
rijke ongevallen, welke zich in den laatster.
t;jd hebben voorgedaan en die zeker voor het
meerendeel door wielrijders veroorzaakt wer
den, maken het noodig, voor het rijwielverkeer
nu reeds eenige dringende maatregelen te ne
men in afwachting van definitieve wettelijke
regeling, maatregelen welker strenge nakoming
gewaarborgd is, doordat de politieorganen ver
scherpte bepalingen in acht zullen nemen.
1. De wielrijder heeft zich, zooals ieder, die
deelneemt aan het openbaar verkeer op den
weg, zoo te gedragen, dat het verkeer niet in
gevaar kan worden gebracht; hij moet verder
er voor zorg dragen, dat een ander niet bena
deeld Of meer dan de omstandigheden onver
mijdelijk maken, gehinderd wordt.
2. Wielrijders moeten steeds de uiterste rech
terzijde van den weg berijden. De politie heeft
in het bijzonder te letten op de meest strikte
nakoming van deze bepaling.
3. wielrijders mogen in beginsel, zooals dit in
gemeentelijke politieverordeningen van de mees
te grootere steden in Nederland reeds is voorge
schreven, slechts met tweeën naast elkaar rij
den. Bij inhalen echter mag slechts afzonder
lijk gereden worden. Bestendig rijden naast een
voertuig, in het bijzonder naast een tram, zoo
mede het zich vasthouden aan voertuigen, is
verboden.
4. Wielrijders, die van richting veranderen of
die in dezelfde richting verder willen gaan,
moeten dit aan andere deelnemers aan het
(Van onzen correspondent)
Sedert 10 Mei, dag waarop te Maastricht
twee bruggen voor gewoon verkeer, een spoor
brug en een voetgangers-passerelle de lucht in
vlogen, hebben we heel wat veranderingen om
trent de rivierovergangen beleefd. Eerst lagen er
een loopbruggetje en een pontonbrug (ten Zui
den der stad) waarnaast veerdienst met stoom-
booten, toen kwamen boven de ingestorte me
talen overspanningen van Servaas- en Wilhel
minabrug noodbruggen te liggen, daarna con
strueerde onze Rijkswaterstaat een breede pon
tonbrug, beneden de spoorbrug. Toen de smal
le noodoverspannir gen der St. Servaasbrug niet
van voldoende capaciteit, bleek, werd deze door
een breedere houten constructie vervangen, wat
het inleggen van twee veerdiensten noodzakelijk
maakte, totdat deze gereed zou wezen. De hou
ten overspanning, steunende op de nog half in
de rivier liggende gesprongen metalen con
structie, kon ook niet blijvend wezen. Niet al
leen om architectonische redenen, doch vooral
omdat, vóór de periode van hoog water, de
vaargeul vrij dient te wezen.
Intusschen heeft „Werkspoor" van den zomer
tijd gehad om de smalle, door de Duitschers
gelegde noodbrug over de vaargeul bij de Wil
helminabrug te vervangen door een overspan
ning, die als constructie volwaardig mag ge
noemd worden.
Toch geen definitief herstel; het stuk in me
talen vakwerk is niet zoo breed als het ver
nielde en kan op den duur in aesthetisch op
zicht niet voldoen. Het werd inmiddels in ge
bruik genomen. Meteen ging men de ponton
brug uit de rivier nemen en de houten nood
brug, die vermoeid begon te raken, afbreken.
Bij de oude brug maakt men de vaargeul straks
vrij en kan men tot definitief herstel overgaan.
Daarna, wellicht in rustiger tijden, zal men de
Wilhelminabrug, door het vernieuwen van het
verwoeste metalen gedeelte, haar vroeger aan
zien hergeven. Wat nu in functie komt, heeft
men als semi-permanent te beschouwen.
Door onvoorzichtig de trambaan over te ste
ken is Dinsdagavond ongeveer 10 urm de 42-
jarige J. H., wonende in de Statenlaan te
's-Gravenhage, in de Regentesselaan aldaar door
een motorwagen van lijn 12 gegrepen. De heer
H., die per rijwiel reed, werd tegen den grond
gesmakt, ten gevolge waarvan hij een schedel-
basisfractuur kreeg. Tijdens het vervoer naar
het gemeente-ziekenhuis aan den Zuidwal is
hij aan de gevolgen overleden.
Kort voor het invallen van de duisternis ont
stond brand in de schuren van den tuinier C.,
gelegen in het gehucht De Vergeit in Baarlo
(L.). Door den feilen wind greep het vuur zeer
snel om zich heen. Onmiddellijk snelde van alle
verkeer tijdig en duidelijk kenbaar maken. Dit
ontslaat niet van de geboden zorgvuldigheid.
Wanneer wielrijders vah rijwielpaden of langs
den weg loopende strooken de richting van
den rijweg inslaan, dienen zij in het bijzonder
op het overige verkeer te letten.
5. Wielrijders moeten van rijwielpaden, wan
neer deze in goed berijdbaren toestand ver-
keeren, ook gebruik maken.
Wielrijders, die deze algemeene richtlijnen,
welke aan het reeds geldende Nederlandsche
recht ontleen^ zijn, niet volgen, worden aan
een strenge bestraffing onderworoen.
Bij wielrijders, van wie de leider der groep
tegen de verkeerstucht en discipline zondigt,
kan op bevel der politiebeambten in daartoe
aangewezen gevallen op den weg de lucht uit
de banden genomen worden.
Verwacht wordt, dat de wielrijders, door de
bepalingen van het wegverkeer goed in acht te
nemen, rekening houden met het feit, dat dat
verkeer door den oorlogstoestand reeds bijzon
der gespannen is. Bijzonder oplettend diene men
te zijn tegenover de voertuigen en voertuig
colonnes der Duitsche weermacht. Speciaal zij
er de aandacht op gevestigd, dat aan colonnes
voertuigen der weermacht vanzelfsprekend in
ieder'geval voorrang moet worden verleend.
kanten hulp toe en trachtte men in afwachting
van de brandweer het vuur met bluschappara-
ten te bestrijden. Door dit krachtdadig optreden
wist men twee woonhuizen te sparen. De schuren
en stallingen, aan de achterzijde van deze ge
bouwen gelegen, brandden echter geheel uit.
Voor den tuinier is de schade aanzienlijk. Een
groote voorraad kunstmest en brandstoffen, als
mede een groot gedeelte van den oogst en eeniée
nieuwe tuinderswagens gingen verloren.
Woensdagnacht omstreeks twaalf uur is de
heer 8. uit Ede door onbekende oorzaak met
zjjn auto in de bocht van den weg nabij We-
kerom tegen een boom gereden. In hoogst
zorgwekkenden toestand is de man naar het
ziekenhuis te Arnhem vervoerd. De auto werd
aan de voorzijde geheel vernield.
Aangezien dft nummer het laatste is van den
loopenden jaargang, geeft de redactie een uit
voerig overzicht van alles wat de lezers iedere
week kunnen verwachten aan fotoreportages,
artikelen en kortere en langere verhalen. Voor
al deze laatste rubriek wordt bijzonder uitvoe
rig besproken, omdac, zooals de redactie zeer
terecht opmerkt, de boeiende roman wel zeer
in het bijzonder in staat is om gedurende den
langen winter onze gedachten van de zorgen
des tijds af te trekken en onzen geest verkwik
king te schenken.
Na deze bijzonder lezenswaardige inleiding
volgt dan de lange en bonte reeks van foto
series, verhalen en vervolgromans.
Van de fotoseries noemen wij: Zóó zet men
thee in Japan, Rossinant houdit modeshow en:
Groningen de stad met een geschiedenis van
600 jaren. Deze stad, „het hoofd en het hart
van het noordoosten des lands", viert dit jaar
haar negenhonderd-jarig bestaan dat door de
tijdsomstandigheden niet met die uitbundig
heid gevierd wordt welke zijn bewoners ge
droomd hebben. De serie prachtige foto's wel
ke ter gelegenheid van bovengenoemd feit in
de K. I. van deze week zijn afgedrukt geven
een goeden indruk van de schoonheid van deze
bedrijvige stad. Voorts behandelt mr E. Bron-
gersma op onderhoudende wijze een toepassing
van de corporatieve gedachte.
De beide uitstekende vervolgverhalen Der
tien morgen land en Naar een nieuw leven
worden in dit nummer beëindigd. Er is nog
een boeiende vertelling van G. Morris, getiteld:
Drie fouten, en een short-story van Margare-
tha Korringa: Geur van Seringen.
Twee fraaie kleurprenten luisteren dit num
mer op, dat een waardig slot vormt van den
vier en zeventigsten jaargang.
Op den onbewaakten overweg by Delft is de
79-jarige F. uit Delft, die aan hardhoorlgheid
leed, door een uit de richting Den Haag komen
den trein gegrepen. Hy was op slag dood.
De politie te Leeuwarden heeft uit den Vliet
opgehaald het hjk van een 61-jarigen man, die
sinds eenige dagen werd verift'ist. Hy is vermoe-
deiyk door de duisternis misleid, ie water ge
raakt.
Voorts is, door de duisternis misleid, de ruim
20-jarige mej. Van der W. uit Blokland bij
Montfoort met haar fiets in een langs den weg
liggende sloot gereden en verdronken.
Aan mr. dr. E. J. Beumer te Uuecht is op
zijn verzoek eervol ontslag verleend als lid en
voorzitter van het Centraal Stembureau, be
doeld in artikel 32 der Kieswet, met dankbe
tuiging voor de door hem als zoodanig bewezen
diensten.
Bij besluit van 24 September is V. W. Ruypers
met ingang van 26 September 1940 opnieuw be
noemd tot burgemeester van de gemeente
Urmond.
Vanaf den aanvang der Kerk tot op onze
dagen heeft elke eeuw, elk land Maria hulde
gebracht; de droefste tyden en de ongelukkig
ste volken vaak de schoonste, omdat de oange
harten zich 't meest en met 't kindèrlykst ver
trouwen wendden tot Haar van wie zij nog hulp
en redding meenden te mogen verwachten als
alle hoop verloren scheen.
Ook en vooral gedurende de laatste maanden
is die Mariahulde tot uiting, gebracht in gebed.
Gedreven door angst en zorg, onder bedreiging
van den dood, hebben velen den weg naar God
teruggevonden en zich weer herinnerd dat ons
een eeuwigheid wacht, terwijl de meesten zijn
begonnen met te grijpen naar den rozenkrans
en het bidden van het Wees Gegroet
Het past ons dan ook, Katholieken, veel en
volhardend te bidden in zorgvolle tijden. Hoe
mooi is daarvoor de a.s. Octobe; maand, de
maand van den rozenkrans. De rozenkrans is
het symbool, waarin de kinderlijke Marialiefde
der tyden ligt samengeweven in een kring van
geheimen en gebed waaraan geen einde kemt.
In zoovele katholieke gezinnen vereenigen zich
eiken avond alle leden om Maria, hun Konin
gin en Moeder, de dagelijksche hulde van den
rozenkrans te brengen. Het rozenkransgebed in
het gezin is een echt Roomsch gebruik, is de
stempel van echten godsdienstzin.
Het is daarom zeer gewenscht dat onze ge
zinnen trouw blijven aan het dagelijksch gebod
van den rozenkrans en gezinnen, die deze goede
gewoonte niet hebben of er' misschien eenigszins
in zijn verflauwd, die gewoonte ter gelegenheid
van de naderende rozenkransmaand gaan her
nieuwen. En als de kinderen hebben gezien hoe
vader en moeder met t geheele gezin iederen
avond neerknielen om den rozenkrans te bidden,
dan zullen zij op hun beurt die heilzame ge
woonte invoeren in het gezin dat zij eenmaal
zullen stichten. In het hulsgezin, waar het ro
zenkransgebed in eere is, zal de geest van ge
bed en de kennis van den godsdienst blijven
heerschen.
Ten einde die gewoonte te bewaren en te be
vorderen heeft, in opdracht van den diocesancn
raad van Katholieke Actie in het Bossche Bis
dom, het Bosch diocesaan Leekenapostolaat in
samenwerking met het Goed Volkbu-eau op
nieuw de actie „De Rozenkrans terug aan den
haard" ingezet. Door gratis beschikbaarstelling
aan het adres Torenstraat 5, Den Eosch van
affiches en plaatjes aangevende de geheimen
van den rozenkrans en de daaraan verbonden
aflaten, wordt deze actie gesteund
De schoone gewoonte van het rozenkransgebed
in het gezin moet bevestigd en hersteld, nu
mede door de verduistering de gezinsleden
voorshands zich meer dan ooit rondom den hui-
seiyken haard vereenigen.
Op 30 Septmeber a.s. hoopt de zeereerw. pater
Marcellus Töller (uit Nieuw-Schoonebeek) te
Mainz den dag te herdenken, waarop hy voor
vijf en twintig jaren zyn eeuwige geloften af
legde in de Orde van O. L. Vrouw van den
Lfsrg Carmel. Na' zyn H. Priesterwijding- in de
Metropolitaankerk te Utrecht in 1921, studeerde
hij filosofie aan de Gtfegoriana te Rome.'
In 1923 naar Nederland teruggekeerd, doceer
de de jubilaris aan het Carmelcollege te Mer
kelbeek (L.), waar hy tevens het ambt van
prefect der Fraters-Studenten bekleedde.
Na de restauratie der aloude Carmelietenkerk
te Mainz werd pater Marcellus öoo rzijn over
sten aangewezen, met pater Anast ter Haar, als
Praeses van het nieuw te stichten Convtent, de
oude door tydsomstandigheden honderd jaar
onderbroken traditie der Carmelieten, in ge
noemd stad voort te zetten. Toen in Febr. 1932
pater ter Haar om gezondheidsredenen naar 't
vaderland terugkeerde, werd pater Töller als
Vicarius aangesteld. In Augustus van hetzelfde
jaar volgde zijn verkiezing tot Prior van het
Carmelietenklooster te Mainz. Dat deze keuze
geen betere had kunnen zijn, blykt uit het feit,
dat hij in 1939 met speciale dispensatie van den
H. Stoel Voor de derde maal als prior van het
Mainzer convent werd herbenoemd.
Niet alleen door zijn bezielend woord als ge
wijde redenaar, maar ook als ervaren geestelijk
leidsman verleende hij door zyn bezadigd oor
deel aan velen'hulp en raad. Al heeft hij het
grootste gedeelte van zijn priesterlijke werk
zaamheid buiten de grenzen van het vaderland
verricht, zoo Voelde hij zich steeds Nederlander
en bleef zyn bovenal geliefd Drente een warm
hart toedragen. Hier vertoefde hy jaarlyks
eenige weken te midden van zyn familie om
nieuwe krachten te verzamelen voor zijn moei-
lyke taak.
Algemeen bekend en geacht by de Mainzer
bevtolking, kan hij verzekerd zyn van 'n groote
belangstelling en hartelijk medeleven met zijn
zilveren jubileum. Moge het den jubilaris ge
geven zijn nog vele jaren zyn vruchtbaren en
zegenryken arbeid voort te zetten.
In verband met de stadsuitbreiding op Vliet I
heeft het Bossche bureau Gemeentewerken
eenige nieuwe schuilloopgraven in aanleg en wel
langs de Anton Derkinderenlaan en bij het ont
worpen rondpunt by den weg naar Orthen.
De nieuwe schuilloopgraven onderscheiden
zich van de reeds bestaande voornamelyk door
het feit, dat zij overdekt zijn en de zywanden
zijn uitgevoerd in grove dennebalken. De gangen
loopen zig-zag en bieden elk aan eenige tien
tallen personen plaats.
In dit aangrypend boek van Hans Nesna maken wy de mobilisatie
sedert Aug. 1939 mede, waardoor velen uit hun bedryf werden
weggerukt. In fel realistische beschryvingen beleven wij de ver
schrikkingen van den oorlog in Mei 1940 op onzen Vaderlandsclien
bodem. Met juist begrip wordt ons beschreven wat er leeft op den
bodem van onze samenleving en met welk verlangen en tastend
zoeken jonge menschen als grondslag voor hun geluk uitzien naar
Deze roman een historisch document 263 pag in prachtband,
is tegen inzending van of onder verwijzing naar deze advertentie
franco voor slechts 3.90 te bestellen by N.V. Boek- en Kunst
handel H. NE11SSEN, Prinsengracht 631 Amsterdam, Giro 60003.
Tel. 31791. Desgewenscht betaalbaar met 1.of meer per maand.
U
44 Nadruk verboden
Voor een kort oogenblik antwoordde Holiday
niet. Zyn aandacht was elders gevestigd. Op
eenigen afstand van mevrouw Craig verwijdert!
bevond zich een zwaar, donker gordijn. Voor
zoover hy kon nagaan diende dit als afschei
ding van de kamer waarin hij zich bevond en
een ander vertrek. Wellicht verbeeldde hij het
zichzyn fantasie had hem mogelijk parten
gespeelddoch toen zyn gastvrouw haar
vraag stelde, had hy stellig gemeend het gor-
dyn lichtelijk te zien bewegen en een paar
oogen te ontdekkenHy richtte zich tot
mevrouw Craig, en hoopte dat ze niets van zyn
Verbazing bemerkt had.
„Ik meen gehoord te hebben, dat juffrouw Va
lerie Insall het week-end op uw buitenverblijf
in Surrey doorbracht," begon hy.
Weer schoof hy het op een spel van zyn ver
beelding, docher was een uitdrukking van
angst in haar oogen verschenen. Het volgende
moment had ze zich evenwel volkomen be-
heerscht.
„Valerie Insall," herhaalde ze, „dat is heel
eigenaardig.... Ja, ze bracht inderdaad eenige
dagen in Surrey bij me door."
„Een van haar vriendinnen, jufrouw Maisie
Chard, deelde me dat tenminste mede. Heeft u
er iets op tegen me te vertellen of juffrouw In
sall goed en wel uw huis verliet?''
De vrouw barstte los in een stortvloed van
woorden.
„Natuurlijk gebeurde dat. Ik heb haar zelf
in haar two-seater zien stappen. Ze zei dat ze
naar een plaatsje dicht bij Leycester zou rijden,
waar ze een bezoek moest afleggen. Maar waar
om maakt U zich zoo ongerust, mijnheer Holi
day, zelfs in aanmerking genomen dat U een
vriend is van dat charmante persoontje? Is ze
niet in staat voor zichzelf te zorgen? Dien in
druk gaf ze me zeer zeker, terwyl ze op „The
Barn" was."
Mevrouw Laidley Craig scheen een onjuist ge
baar te hebben gemaakt. Het zachte kuchje
dat van achter het gordyn werd vernomen,
hoefde Holiday daarvan niet te overtuigen; hy
had zelf al voldoende gezien. Haar opgewonden
heid was allerminst natuurlyk.
Hy hield zich alsof hy het kuchje niet ge
hoord had en deed ook, alsof hy niets bemerkt
had van den toestand van opwinding, waarin
zyn gastvrouw verkeerde.
„Wilt U> wellicht zoo vriendelyk wezen me te
zeggen hoe laat juffrouw Insall Uw huis ver
liet?" vroeg hij.
De vrouw die een langen trek aan haar ciga
rette had gedaan, beantwoordde deze vraag
haastigtè haastig.
„Dat kan ik U dadelyk zeggen," zei ze. „Gis
teren gebruikten we precies om tien minuten
vóór vier uur de thee. Om evert over vieren liet
juffrouw Insall haar kleinen wagen voorkomen
en toen reed ze dadelyk weg. Ik vrees dat lk U
verder niets meer kan vertellen, mijnheer Holi
day." Ze stond op, waardoor ze te kennen gaf
het onderhoud als geëindigd1 te beschouwen.
„Ik ben U ten zeerste verplicht," zei haar be
zoeker. „U kunt zich waarschynlijk gedeeltelyk
mijn angst voorstellen, wanneer ik U vertel dat
ik met juffrouw Insall had afgesproken giste
renavond met haar te dineeren. Ik ontving geen
bericht waarby de afspraak teniet werd gedaan,
en ik wist ook niets af van haar besluit naar
de Midlands te ryden."
Holiday was er van overtuigd, dat de vrouw
de waarheid niet sprak, en dientengevolge be
sloot hij haar met dezelfde munt te betalen. De
toestand was te ernstig om zich over enkele5
leugens van zijn kant druk te maken, oordeelde
hy.
„Oh, ik begryp het volkomen, mynheer Holi
day", zei mevrouw Laidley Craig haastig. „Als
ik een man was, dan zou ik jaloersch wezen op
Uw vriendschap met een dergeiyk bekooriyk
meisje. Nu wilt U me zeker wel excuseeren, niet
waar?"
Een half uur later zat Holiday in zyn
eigen flat. Voor hem op de tafel lag „The Star",
waarin het navolgende bericht was vermeld:
Het mysterie van een achtergelaten auto.
Vroeg in den morgen werd een vreemde ont
dekking gedaan in de buurt van het dorpje
Mortkindale. Een two-seater, een Singer-wagen,
waarop een Londensch registratienummer voor
kwam, werd op een sterk hellend vlak dat naar
een groot meer leidde, ontdekt. Het bewuste
meer geniet een zekere beruchtheid door het
aantal zelfmoorden, dat hier de laatste jaren
werd gepleegd.
Men is druk bezig de noodige toebereidselen
te treffen om het meer af te dreggen. Verder is
er niets naders bekend.
De recherche is zeer gesloten, doch er wordt
verondersteld dat er een kwestie van misdaad
in het spel kan wezen."
Toen Holiday eindelyk en ten laatste van zyn
stoel was opgestaan om naar het telefoontoestel
te gaan, kwam het hem voor alsof het eens
klaps heel koud was geworden in de kamer. Hy
liet zich met het Ritz Hotel verbinden.
„U spreekt met Holiday," begop hy. „Het
spyt me U nogmaals lastig te moeten vallen,
juffrouw Chard, maar is het U ook w-lllcht be
kend welk merk de wagen van juffrouw Insall
heeft?"
Onmlddellyk kwam het antwoord.
„Een Singer. Een alleraardigste kleirre auto;
ik heb er zelf ook een van die fabriek besteld."
„Weet U héél zeker dat het een Singer was?"
„Beslist."
„Weet U ook misschien wat het nummer van
den wagen was?"
„Nee. Waarom een dusdanig kruisverhoor?"
„Ik zal U niet meer lastig vallen."
Ze belde evenwel nog niet af.
„Vertelt U me eens, mijnheer Holiday: heeft
U al iets van Val Insall gehoord?" -
„Nee, ik heb een gesprek gehad met mevrouw
Laidley Craig en ze deelde me mede, dat juf
frouw Insall het week-end in haar buitenhuis
doorbracht, doch voegde er aan toe dat ze gis
teren tegen theetyd naar de Midlands ver
trok."
„In dat geval zou lk me niet langer ongerust
maken, mynheer Holiday. Adieu. Ik moet me
nu werkelyk gaan kleeden, anders haal ik me
een longontsteking op den hals."
„Adieu.... en wel bedankt."
Nadat hij het toestel op den haak had gelegd,
nam Holiday weer in zy'n stoel plaats. Hy moest
nu 'goed kunnen nadenken, maar het viel niet
te ontkennen, dat er een wilde chaos in zyn
hersenen woedde. Die enkele zin: „Men is druk
bezig de noodige toebereidselen tè treffen om
het meer af te dreggen", had een overweldigend
gevoel van verschrikking, walging en woede by
hem opgewekt.
Mevrouw Laidley Craig had klaarbiykelyk dus
niet gelogen. Valerie Insall verliet Inderdaad
haar buitenverblyf om naar de Midlands te rij
den. Hy kon natuurlyk niet vermoeden met
welk doel ze daarheen was getrokken.... Van
één feit was hy echter heel zeker: ze had haar
wagen niet achtergelaten om zelfmoord te ple
gen. Die theorie leek hem ongeloofelijk en on-
aannemelyk toe.
Hy schoof de courant terzijde, stopte lang
zaam zijn pyp en stak die aan.
Het voorval kon nog van een andere zyde
beschouwd worden. Te oordeelen naar het be
richt in de courant, had mevrouw Craig de
waarheid gesproken. En tóch....
De volgende vragen dienden eerst beantwoord
te worden. Ten eerste: waarom was de vrouw
zoo onnatuurlyk opgewonden geweest? Ten
tweede: wie had er achter het gordyn gestaan?
Ten derde: waarom had die bewuste persoon
gekucht? Ten vierde: was dat kuchje als een
waarschuwing bedoeld geweest?
En toen dacht hij aan den laatsten regel van
het courantenbericht: „Er wordt verondersteld,
dat er een kwestie van misdaad in het spel kan
wezen."
Oppervlakkig beschouwd leek zooiets onmo
gelijk. Zou de vrouw van een der eerste ambte
naren van het Ministerie van Buitenlandsche
Zaken in verband kunnen staan met een der
gelijk misdrijf? Het was bijna niet aan te ne
men; niettemin
Eensklaps sprong Holiday van zyn stoel op.
Hij liep haastig op de deur toe en riep zijn be
diende.
„Somers," zei hij, toén zijn bediende was ver
schenen, „Ik ga weg en kom vannacht niet te
rug."
De trouwe bediende keek zijn meester onder
zoekend aan.
„Als het weer om de bekende zaak gaat. myn
heer, dan zou ik u willen voorstellen me mee te
nemen."
(Wordt vervolgd.)