Cultureele samenwerking tusschen Nederland en Duitschland Londen, Bristol en Liverpool zwaar gebombardeerd Vleeschdistributie ALTIJD DANKZEGGENDE.... Eet U een broodje in een hotel? Velerlei commentaar te Washington op driemogendhedenpact Londen Zaterdag weer bestookt Belangrijke rede van den Rijks commissaris Meer dan duizend ton bommen in 36 uur Bonnen meebrengen s.v.p. Verklaring van Huil VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS Twintigste Zondag na Pinksteren GIANO BIJ HITLER NAAR EEN VERDRAG TOKIO—MOSKO U? ZOMDAG 29 SEPTEMBER 1940 - OCHTENDBLAD BUR. VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE: NASSAULAAN 51 TEL. 13866 - GIRO 22884 Abonnementsprijs (bij vooruitbetaling)voor Haarlem 25 cent per week; per kwartaal i 3.25. Bij onze Agenten 27^ ct. per week, per kwartaal f 3.58 DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE, UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM VIER EN ZESTIGSTE JAARGANG No. 22624 Rede Rijkscommissaris (Zie ook vagina 2) 'n TIP VAN BOOTZ Duitsch weermachtsbericht De bonnen, gemerkt met 02, zijn geldig in de heden beginnende periode „Wij blijven Engeland helpen" DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADZIJDEN Groote schade aangericht; talrijke luchtgevechten Een ondergrondsche krant NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Advertentieprijzen: Per lossen regel 50 ct., Ingez. mededeelingen 50 cent; Idem op pag één 65 cent per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen Voor prijzen der .Omroepers" zie de rubriek Te 's Gravenhage kwam Zaterdagmiddag in Pulchri Studio de Nederlandsche Cultuur kring bijeen, bestaande uit de heeren prof. dr. G. A. S. Snijder, voorzitter, J. c. Nachenius, secretaris, dr. T. Goedewaa- gen, dr. D. Hannema, dr. J. Smit, dr. F. Ver meulen en prof. dr. J. de Vries. De Rijks- commissarig Rijksminister Seyss Inquart, de commissarissen-generaal en tal van andere Duitsche autoriteiten woonden als gasten de vergadering' bij. De zaal was zeer goed be zet. Wij merkten o.a. op: den waarnemenden secretaris-generaal van het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. *1. Reinink, - rectores-magnifici onzer uni versiteiten, een zeer groot aantal hoogleer- aren enz. De voorzitter, prof. dr. Snijder, begroette in een kort openingswoord de aanwezigen, in het bijzondei den Rijkscommissaris dr. Seiss Inquart en diens medewerkers. Hij stelde in het licht, hoezeer hij de aanwezigheid van den Rijkscom missaris op prijs stelde, niet in de laatste plaats omdat de Cultuurkring daardoor de gelegenheid had een begin te maken met de verwerkelijking van een der belangrijkste punten, waarover alle medewerkers van den Cultuurkring het reeds eens geworden zijn: de samenwerking met de Duitsche overheid op het gebied der vernieuwing Van de Nederlandsche cultuur. Zijn rede in 't Duitsch voortzettend, begon hij met een kort overzicht van de wordingsgeschie denis van den kring. Velen van ons,'die het nieuwe Duitschland, den nieuwen geest in Duitschland hadden leeren kennen, wisten reeds sinds jaren, dat deze ontwikkeling in Europa moest komen. Wij waren geen „politici" in den zin, dien men met dit woord pleegt te ver binden. Maar wij hadden ook niet „weltfremd naast het gebeuren gestaan. Spreker betreurde het, dat hij deze „Welt' fremdheit" echter wel bij een groot deel van het Nederlandsche voik heeft aangetroffen, temeer omdat daaruit een miskenning van de Duitsche houding tegenover ons spreekt. Want gij, aldus spreker, zich tot den Rijkscommissaris persoonlijk wendend, gij hebt ons herhaaldelijk en eerlijk als vriend <ie hand geboden. Gij hebt sleeds weer on derstreept, dat overwegingen en noodzaken, die veel verder reiken dan de directe ver houding tusschen onze landen, er helaas toe hebben geleid, dat onze volken met elkaar in oorlog zijn geraakt. Gij hebt telkens weer uw wil tot vriendschap en gemeenschappelijken arbeid geuit. Hier past geen halfheid of misleiding. Men dient de uitgestoken hand van een vriend te aanvaarden of deze on voorwaardelijk af te wijzen. Wij willen uw hand aanvaarden, wij reiken u de onze in volle overtuiging. Wij weten, waarom wij dit doen en wij zijn ons bewust van onze be weeggronden. Spreker zette vervolgens uiteen, hoe de Cul tuurkring langzaam en in stilte gegroeid is. Het k om uw eigen woorden te gebruiken aldus spreker, zich tot den Rijkscommissaris wendend de wensch van het Duitsche volk, „dat wij aan den opbouw ais gelijkgerechtigde en tot zeer hooge prestaties in staat zijnde partner mede werken." De „gelijkgerechtigdheid" sluit echter in, dat yij als twee volken elkaar begrijpen, waardee- ren en respecteeren. Veeleer dan de kunstmatig aangelegde kloof tusschen Nederland en Duitschland te verbree- den, wenscht de Cultuurkring den nadruk te leggen op dat, wat onze volken verbindt, en we- (serzijdsch begrip daarvoor te wekken. Wanneer wij nu aldus spreker u, mijn heer de Rijkscommissaris, verzoeken ons bij dit werk te willen steunen, dan weten wij heel goed, dat bepaalde kringen ons het verwijt van een „heulen met den vijand", zoo niet van „land verraad" voor de voeten zullen werpen. Wij moeten desnoods dezen smaad op ons nemen, in de vaste overtuiging, dat hij ons ten onrechte wordt toegevoegd en in het onwankelbare geloof, dat wij een werk ter hand nemen, dat voor ons Nederlandsche volk noodzakelijk is en zegenrijk zal zijn. Dit werk zou even noodzakelijk zijn, wanneer u, mijnheer de Rijkscommissaris, wan neer de Duitsche bezetting' zich niet in Neder land bevond. Want ook dan zou ons land zijn plaats in het nieuwe Europa moeten bevechten en verdienen. Ook dan zou ik echter den blik naar Duitschland wenden en voor hulp van daar dankbaar zijn. Men moet dit niet verkeerd begrijpen. Evenmin als u er aan denkt, ons een Duitsche opdracht te verstrekken, evenmin zou den wij er aan kunnen denken, een Duitsche op dracht te aanvaarden. Wij willen samenwerken, maar wij kunnen ons de verhouding tusschen u, als drager van de regeeringsmacht, en den Nederlandschen Cultuurkring niet anders voor stellen, dan als een samenwerking van vrije mannen. Wij Nederlanders zijn geenszins Duitschers, ook geen „halve Duitschers", en wij willen dat ook niet worden. Wü willen Nederlanders blij ven, want wij hebben door de eeuwen heen een eigen haard ontwikkeld en onderscheiden ons van onze buren. Onze eigen aard komt in onze cultuur, die geenszins een gewestelijke variant, maar een zelfstandige hoogstaande prestatie is, zij het ook op Germaansehen grondslag, tot uiting en wij meenen juist aan onze eigen cul tuur het recht op een zelfstandig volksbestaan te mogen ontleenen. Daarom hechten wij zoo zeer aan de instandhouding en hernieuwing van het Nederlandsche cultuurleven; juist daarom ligt ons de moedertaal zoo na aan het hart. Wij zouden in de toekomst naast en met het Duitsche volk willen werken, ook op cultureel gebied en wij zien in deze samenwerking groote mogelijkheden voor een harmonische cultureele ontwikkeling. Wij meenen, dat het belangrijk eii wenschelijk is ook in het nieuwe Europa een gegroeide verscheidenheid in stand te houden en zelfs met zorg te omgeven. Na deze principieele beschouwingen lichtte spreker het doel van den cultuurkring op enkele punten nader toe. Hij begon met er op te wij - Ben, dattie cultuurkring godsdienstige overtui-, gingen .en kerkelijke richtingen volkomen wenscht te eerbiedigen, maar ook verwacht, dat religieuze waarden niet voor politieke doeleinden misbruikt worden. Verder is beperking tot kunst en wetenschap, volksopvoeding en volksvoorlich ting' geboden. Daarbij is het van belang, da kunst en wetenschap niet een voorrecht van een dunne bovenlaag, zijn, maar wortelen in den volksaard en dat wat in het volk leeft, tot uit drukking brengen. De volksvoorlichting moet hier aanvullend werken. Volkshoogescholen en -boekerijen kunnen hier goede diensten bewij zen, pers, radio en film dienen hen te bereiken en in volkschen geest op te voeden, die uit eigenbeweging niet reeds voorlichting zoeken. Spreker stelt dan de vraag, waarop de Cul tuurkring zijn recht baseert om zich een oordeel te vormen over het vele en veelsoortige streven, dat thans overal te bemerken valt. Hij begrijpt, dat velen, die zich nog op het standpunt der vroegere Nederlandsche regeering plaatsen, on danks het feit, dat deze door haar handelwijze onwettig geworden is, dit oordeel als een aan matiging beschouwen. Wij, aldus spreker, be schouwen het echter als een aanmatiging, wan neer deze heeren, wier oordeel den gang der geschiedenis zoo bloedig veroordeeld is, thans nog meenen, dat ons volk naar dezelfde, ver keerd gebleken gezichtspunten verder geleid moet worden. (Applaus.) Zoolang het inzicht ontbreekt, dat slechts een geestelijke wedergeboorte van ons volk dit volk redden kan, is het beter, dat deze heeren zwij gen. Tenslotte behandelde spreker nog de vraag, op welke wijze de Nederlandsche Cultuurkring zich voorstelt te worden. De grondslagen van den cultuurkring veronderstellen in de eerste plaats een nauwlettende verzorging van de moedertaal. In de tweede plaats is het duidelijk, dat wij in de toekomst in veel nauwer aanraking met het Duitsche volk zullen komen dan voorheen. Om een behoorlijk verkeer mogelijk te maken, dient ons volk dus Duitsch te leeren. Met nadruk zij gezegd: niet om ons volk te „verduitschen", maar omdat zóó, en alleen maar zóó, wij ons eigen cultuurleven kunnen redden en behouden. Wij veroorloven ons nu, aldus spreker, zich wederom tot den rijkscommissaris persoonlijk wendend, het verzoek, u onze plannen te mogen voorleggen en u te vragen ons uw raad niet te onthouden en, wanneer onze plannen uw in stemming hebben, ons den weg tot hun ver wezenlijking te wijzen en te vergemakkelijken. Voor ons zou dit een hoogst waardevolle vorm van samenwerking zijn. Anderzijdshopenwij.dat de Nederlandsche Cultuurkring ook u van dienst kan zijn als bemiddelaar tusschen u en het Ne derlandsche volk. Op de met veel applaus onderstreepte rede van den voorzitter volgde een uitermate belang wekkend woord van den rijkscommissaris rijks minister Seyss-Inquart. In de eerste plaats dank ik u, aldus richtte de rijkscommissaris zich tot den voorzitter, dat u uw voordracht in de Duitsche taal gehouden hebt. Ik vat het als een vriendelijke tegemoet koming tegenover mij en mijn medewerkers op. Maar- ik heb ook de beteekenis van uw Neder landsche woorden goed begrepen. Wanneer u sprak over samenwerking met ons, dan beschouw ik dat piet zoo zeer als een samenwerking met ons in onze hoedanigheid van Duitsch geza: als wel veeleer een samenwerking met ons als hier aanwezige vertegenwoordigers en dragers der Duitsche cultuur, opdat het tot een juiste harmonie van het Nederlandsche volk en het Duitsche cultureele leven moge komen. En juist daarom is deze bijeenkomst voor mij niet een bijeenkomst van politici, maar van menschen, die naar de geestelijke en daardoor moreele be teekenis van het leven streven en daarmee dan tevens ook op weg zijn den dieperen zin van het politiek gebeuren te beseffen. Met ware voldoening hoorde ik u con- stateeren, dat u de door mij uitgestoken vriendenhand wilt zien en wilt grijpen, en daarmee heeft u tevens de voor u belangrijk ste vraag beantwoord. Vriendschap kan slechts tusschen zelfstandige, vrije, volkomen verantwoordelijke menschen bestaan. Nu alles vrijwel op den bon is, Of het vleesoh, brood of een japon is, Ma,akt één ding ons blij, TIP VAN BOOTZ is nog vri). Zoodat er ondanks de wolken toch zon is Inz Mevr., de M. te R'dam ontving een flesch TIP. BERLIJN, 28 Sept. (DNB) Het opperbevel van de weermacht maakt bekend: De gisteren weer met sterke strijdkrach ten gedane aanvallen van het luchtwapen, richtten zich in hoofdzaak op haveninstal laties te Londen en Bristol gebombardeerd. Zeer uitgestrekte branden en ontploffingen maakten het succes overal waarneembaar. In Midden-Engeland slaagde men er in een wapenfabriek door bommen van het zwaarste -kaliber vernietigend te treffen. Verdragende batterijen namen Dover op nieuw onder vuur en beschadigden drie be wapende koopvaardijschepen in de haven zwaar. Volgens de latere waarnemingen zijn twee schepen gezonken. Op zee ten Noorden van Ierland, vielen ge vechtsvliegers een sterk convooi aan en brach ten door voltreffers een koopvaardijschip van 5000 b.r.t. tot zinken. Enkele vijandelijke vliegtuigen, weinig in ge tal, lieten des nachts in het West-Duitscne grensgebied lukraak bommen in het open veld vallen. Schade werd niet aangericht. Krachtige nachtelijke vergeldingsaanval- len troffen doelen te Londen en Liverpool, die voor den oorlog belangrijk zijn. In den loop van den 27sten September irwam het tot talrijke hevige luchtgevechten. In het verloop daarvan werden 101 Britsche vlieg tuigen neergeschoten; 38 eigen vliegtuigen keerden niet terug. Mijnenvegers hebben 'n Britschen onderzeeër met dieptebommen aangevallen. Zijn vernie tiging is waarschijnlijk. Bij den aanval op Midden-Engeland onder scheidde zich een vliagtuigbemanning onder leiding van eersten luitenant Leonhard in bij zondere mate. Ondanks krachtigen afweer schoot zij in een fermen duikaanval op een wapenfabriek af en liet van zeer geringe hoogte haar bommen midden op het doel vallen. Naar verder uit Berlijn wordt ge meld hebben de Duitsche bommen werpers de laatste 36 uur meer dan een millioen kg. bommen van ieder kaliber boven Zuid- en Midden- Engeland laten vallen. Het Zaterdag uitgegeven frontbencht van het DNB luidt als volgt: De actie van het Duitsche luchtwapen tegen Engeland is in de laatste dagen bij gunstiger weersomstandigheden aanmerkelijk inten siever géwordén. De omvang en de hartlheffi van deze gevechtshandelingen blijken uit de verliescijfers van het weermachtsbericht- van vandaag. Bij den aanval op een belangrijke wapen fabriek in Midden-Engeland heeft zich opnieuw de bemanning van een gevechtsvliegtuig door bijzondere dapperheid en beleid onderscheiden. 2ij begon, ondanks het hevig vuren der lucht doelartillerie, haar actie in duikvlucht en kon bp een hoogte van honderd meter de bommen zoo goed gericht neerwerpen, dat de gebom bardeerde montagehallen als kaartennuisjes in eenstortten. De op 27 September en in den nacht van 27 op 28 September alleen op Londen neergewor pen bommen hadden in totaal een gewicht van meer dan 500.000 K.G. Hoezeer het Kanaal thans door Duitschland wordt beheerscht blijkt uit de meaedeeling, dat de eergisteren hervatte beschieting van Dover door het verdragend geschut van de marine ook gisteren met groot succes werd voortgezet. Met deze beschieting werd in de haven van Dover hef grootste resultaat be haald. Hier werden n.l. twee bewapende koop vaardijschepen door voltreffers tot zinken ge bracht en een derde schip zwaar beschadigd. De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van Landbouw en Visscherij, deelt mede, Gedurende het tijdvak van Maandag 30 September tot en met Zondag 6 October a.s. geeft elke der vier met „02. vleesch" ge merkte bonnen van de vleeschkaart recht op het koopen van 100 gram vleesch, beenen inbegrepen, of een rantsoen vleeschwaren. De met ..02. worst, vleeschwaren" gemerkte bon geeft uitsluitend recht op het koopen van een rantsoen vleeschwaren. De bonnen, welke op 6 October a.s. nog niet gebruikt zijn, blijven nog geldig' tot en met Zondag 13 October a.s. met dien verstande, dat zij gedurende de week van 7 tot en met 13 October a.s. ntet gebruikt zullen mogen worden voor het betrekken van vleesch of vleeschwaren in hotels, restaurants e.d. Het rantsoen vleeschwaren, dat per bon kan worden gekocht, bedraagt 75 gram voor gerookt of gekookt varkens-, rund-, of kalfsvleesch en voor gerookte worstsoorten, 100 gram voor ge kookte worstsoorten, rolpens en knakworst, 125 gram voor leverartikelen, tongenworst en nier brood en 150 gram voor bloedworst. BERLIJN, 28 Sept. (D.N.B.) Het volgende officieele communiqué is uitgegeven: De Führer heeft hedenmiddag in de nieuwe Rijkskanselarij den Italiaanschen minister van Buitenlandsche Zaken, graaf Ciano, in tegen woordigheid van den rijksminister van Buiten landsche Zaken, Von Ribbentrop, voor een langdurige gedachtenwisseling ontvangen. „Benut den tijd, want de dagen zijn slecht." Zoo ooit, dan zijn deze w-oorden van Paulus in het Epistel van toepassing op1 onze dagen, waarin liefdeloosheid en haat, hardheid en geweld den gevoelstoon van het huidge Europa beheerschen en de wereld twist en onrust heeft gesteld boven vrede en rust. Deze tijd is een tijd van zonde en het blijft de paradox der zonde of zij nu wordt be dreven door den enkeling, door een volk of door de gemeenschap der volkeren dat zij bevrediging zoekt en slechts onvrede vindt, dat zij alles naar eigen zelfzucht wil ordenen en daarom slechts wanorde brengt. Wie echter heerschen wil moet dienaar zijn en zijn leven ondergeschikt weten te maken aan het welzijn van anderen. De zonde draagt de straf in zich, omdat iedere zonde een verstoring is van de juiste orde. Het is daarom, dat Sint Paulus ons waar schuwt; „We est niet onverstandig, maar tracht den wil van God te v e r s t a a n." En dit is Gods wil bij de beproe vingen, die Hij ons overzendt; niet dat wij zou den lijden, maar dat wij, door het lijden ge zuiverd, tot een meer vergeestelijkt leven zon den komen en zouden erkennen, dat alles wat God ons ontneemt, Hij slechts neemt, opdat wij het zouden terugvinden in Zijn armen. Alles wat Gij gedaan hebt aan ons, hebt Gij naar recht en billijkheid ge daan: want wij hebben gezondigd tegen U en naar Uw geboden hebben wij niet geluis terd. Maar geef eer aan Uw naam. o Heer, en handel met ons volgens de vol heid Uwer ontferming." (Introitus). In dezen geest van ootmoedig schuldbesef ons overgevende aan Gods ontferming, zullen wij uit deze donkere dagen de les trekken, die God daarin voor ons heeft neergelegd en zul len wij ervaren, dat ondanks de droeve succes sen, die de duivel en de wereld thans boeken, zij voor den waren Christen slechts middel zijn tot grootere glorie en tot inniger vereeniging met den blijmakenden Geest der liefde. Indien wij zoo de beproevingen beschouwen, kunnen wij ook begrijpen, hoe Sint Paulus aan zijn woorden: „De tijden zijn slecht" kon toevoegen: .zingt en juicht in uw hart voor den Heer, te allen tijde God dan kende voor alles." Voor den Christen immers is er steeds re den tot dankzegging aan God, tot blijde vreug de over alles, wat God ons geeft. Zoozeer heeft dan ook de H. Kerk, dien plicht van dankbaarheid jegens God begrepen, dat Zij geen dag voorbij laat gaan, zonder bij de H. Mis in de Praefatie te herhalen; „Waarlijk het is passend en rechtvaardig, dat wij U al tijd en overal danken, Heilige Heer, Al machtige Vader, Eeuwige God." Zelfs in de H. Mis der overledenen tempert de H. Kerk haar vreugdevollen dankjubel niet, maar voegt Zij er dit heerlijke troostwoord aan toe: ,Want voor wie in U gelooven, Heer, wordt het leven vernieuwd, niet weggenomen.. En als het huis van hunnen aardschen pelgrimstocht tot stof vervalt, wordt hun een eeuwig Thuis in het Vaderland bereid." Daarom kan de warê Christen nooit een re den zien voor ontmoediging, voor défaitisme, omdat hij zich steeds geleid weet door Gods hand, zooals Vondel het David nazong: dAlmachtige is mijn herder en geleide. Wat is er dat mij schort? Al zworf ik om in nare en donk're dalen, Beschaduwd van den dood, Nog vreest mijn harrt geen ongeluk, noch kwalen: Hij staat me bij in nood. Ik mag mij vast op Zijnen staf verlaten En trouwen herdersstok. Dit onbegrensde vertrouwen op God is geen vermetelheid of gebrek aan werkelijkheidszin. Integendeel, de hoogste en heerlijkste realiteit is de bovennatuurlijke realiteit. Hoe klein de mensch ook moge zijn ten aanzien van Gods onvergelijkelijke schepping ep hoe gering hij zich ook moge voelen te midden van zijn mil- lioenen medemenschen, boch behoudt iedere mensch zijn volle waarde, omdat n(j Gods lief de waard is. En omdat hij Gods liefde waard is, is hij ook een loon waard, dat hem in staat stelt zich didi welstand te verschaffen, dien St. Thomas noodzakelijk oordeelt voor het lei den van een deugdzaam leven. Wie in hebzucht en egoïsme deze door God gewilde orde schendt, zondigt en de soldij der zonde is de dood, niet slechts voor het boven natuurlijk, maar ook voor het sociale en eco nomische leven, hetwelk den mensch dienstbaar moet zijn in zijn opgang naar God. Omdat de wereld de waarde van den mensch. wiens eind doel God is, vergat en zijn persoonlijxheid mis kende, is de chaos over de landen losgebroken. Omdat de handel de winst stelde boven den mensch en omdat waar de doode stof veredeld de fabrieken verlaat, de menscheiijke waardig heid daarin ontaardt, en bederft, heeft de stof heerschappij gekregen over den mensch en houdt de oorlogsmachine de wereld in haar greep gevangen, totdat de mensch zijn waaide weer zal erkennen en de juiste orde herstellen. Gelukkig degenen, die te midden van ont reddering en chaos hun oog gericht blijven hou den op Goo want zij zullen ook te midden der beproevingen de rust hunner ziel en den in- wendigen vrede bewaren. „Gelukkig zij, die onberispelijk zijn op den weg, die wandelen in de Wet des Heeren". (Introitus). K- De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Landbouw en Visscherij, deelt het volgende mede: Sedert den aanvang van de distributie van WASHINGTON, 28 Sept. (D.N.B.). In de heden gehouden persconferentie heeft de Amerikaansche minister van Buitenland sche Zaken, Huil, de volgende formecle ver klaring afgelegd: „Het finemoge ncmeae n pac t uwscncn Duitschland, Italië en Japan brengt, naar de meening der Amerikaansche regeering, niet veel verandering in een toestand, die reeds sedert verscheidene jaren heeft be staan. De aankondiging van het bondgenootschap maakt alleen de geheele wereld een betrekking duidelijk, die dd facto, sedert vrij langen tijd bestond. Dat een dergelijke overeenkomst in voorbereiding was, was hier sedert eenigen tijd zeer goed bekend. De Amerikaansche regeering heeft bij het bepalen van haar buitenlandsche politiek met dit feit ten volle rekening gehou den." Huil weigerde verdere mededeelingen te doen en verklaarde, dat hij zich over dit soort vragen niet aan een kruisverhoor wilde onderwerpers. De weerklank van het pact van Berlijn uit zich in Congreskringen deels in eischen tot versnelde bewaveningi deels in nadruk kelijke onverschilligheid, ten deele echter ook in de aansporing, dat de Vereenigde Sta ten er goed aan doen voor de eigen aan gelegenheden te zorgen en zich van alle in menging te onthouden. Volgens het oordeel van den democratischen fractieleider, senator Barkley, is het reeds eenigen tijd bekend, dat de verdragsluitende partijen trachten het wereldgebeuren te beheer schen. Het verdrag moet dienen als waar schuwing aan de Vereenigde Staten. De leidende democratische senator Austin verklaarde, dat het bondgenootschap aan de Vereenigde Staten de verplichting oplegt zich voor een tegerrrevolutie te versterken of andere afweermiddelen te zoeken, die toegepast moes ten worden, voor het geval de Vereenigde Sta ten het tegenwoordige regeeringssteisel wilden redden. De democratische senator Minton gaf als commentaar, dat de Vereenigde Staten als de mocratie in het nauw gedreven schijnen te zijn. Des te meer reden is er voor bespoediging der bewapening'. De isolationistische senator Clark ziet in het pact niet de geringste reden voor een wijziging van de buitenlandsche politiek, want deze po litiek moet daarin bestaan, dat de Vereenigde Staten verre van den oorlog gehouden worden. De mede-ontwerper van de dienstplichtwet, de republikeinsche afgevaardigde Wads worth, gelooft niet dat het pact voor de Vereenigde Staten een nieuwe situatie schept, daar onge twijfeld sedert geruimen tijd een overeenkomst van dezen' aard tusschen de deelnemers aan het pact bestaat. Het Berlijnsche pact, aldus de democratische senator Wheeler, beteekent voor de Vereenigde Staten, dat zij ingeval van een deelneming aan den oorlog een strijd op twee fronten moeten uitvechten. Het eenige, wat. wij moeten doen, is de natie brengen in een staat van verdedi ging zonder de geringste lacune. De joodsche voorzitter van de commissie voor Buitenlandsche Zaken van het Huis van Afge- vaardige^n, Bloom, maakte de opmerking, dat de Vereenigde Staten voorzichtig moeten op treden en zich met de eigen zaken moeten be moeien. De Amerikaansche ochtendbladen maken van het driemogendhedenpact melding met op schriften ais „De Vereenigde Staten zullen net hoofd bieden aan dit bondgenootschap door een bespoedigde bewapening en door een versterkte hulpverleening aan Engeland en China." „Ame rika zal ondanks, eten driehoek, Engeland blij ven helpen." De „New York Times" meldt uit Was hington, dat Roosevelt onmiddellijk een grondige bestudeering van alle mogelijk heden van het nieuwe bondgenootschap heeft bevolen. brood en van vleesch en vleeschwaren was het koopen van deze goederen bij hotels, restaurants, café's, broodjeswinkels e.d. toegestaan, zonder dat hiervoor een bon afgegeven behoefde te worden. Het is noodzakelijk gebleken, met ingang van 1 October a.s. hieraan een einde te ma ken. Van dien dag af zullen voor maaltijden, welke van genoemde instellingen worden betrokken en waarbij brood dan wel vleesch of vleeschwaren worden verstrekt, bonnen dienen te worden afgegeven. De instellingen moeten deze bonnen op hun beurt bij hun leveranciers inleveren ter verkrij ging van brood, vleesch of vleeschwaren. Zooals bekend, zijn in het algemeen de voor een bepaalde week aangewezen broodbonnen ook nog op den Maandag en Dinsdag van de daarop volgende week geldig, terwijl de voor een be- paalde*week aangewezen vleeschbonnen ook ribg gedurende de geheele daarop volgende week gel dig zijn. Deze verlenging van den geldigheidsduur geldt echter niet voor zoover de bonnen bij de hotels, restaurants, café's e.d. worden in geleverd, aangezien deze instellingen de bon nen nog moeten gebruiken om zelf brood en vleesch te koopen. De distributiediensten zullen op aanvraag aan de hotels, restaurants, café's, broodjeswinkels e.d., welke hiervoor in aanmerking komen, met „een half rantsoen brood" en „een kwart rant, soen vleesch" gemerkte wisselbonnen uitreiken. De met *„een half rantsoen brood" gemerkte bon nen geven recht op ongeveer 50 gram brood, de met „een kwart rantsoen vleesch" gemerkte bonnen op ongeveer 25 gram vleesch (rauw ge wogen) of vleeschwaren; Deze wisselbonnen dienen aan bezoekers, die hun bonnen inleveren, te worden afge geven voor het geval de aan hen verstrekte hoeveelheid brood of vleesch niet overeen komt met het op de bonnen van de brood kaart of de vleeschkaart verkrijgbare rant soen. Zoo zal b.v. aan een bezoeker, die een broodje van ongeveer 50 gram bestelt en daarvoor één broodbon inlevert, een bon voor „een half rantsoen brood" moeten wor den teruggegeven. De bezoekers kunnen de door hen ont vangen bonnen voor „een half rantsoen brood" of „een kwart rantsoen vleesch" bij een volgend bezoek aan een hotel, restaurant of dergelijke instelling inleveren. In verband hiermede hebben deze bonnen een/onbeperk- ten geldigheidsduur. Met nadruk wordt er echter de aandacht op gevestigd, dat bonnen voor „een half rantsoen brood" of „een kwart rantsoen vleesch" niet mogen worden gebruikt voor het koopen van brood of vleesch en vleeschwaren bij bakkers of slagers en andere leveranciers. Dit geldt zoowel voor de bezoekers van meer genoemde instellingen als voor die instellingen zelf. De instellingen kunnen zoo noodig de door hen ontvangen wisselbonnen bij den distributie- dienst omruilen voor „heele" bonnen. Omgekeerd bestaat te allen tijde voor de instellingen de mogelijkheid, de van de bezoekers ontvangen „heele" bonnen om te ruilen voor wisselbonnen. De wisselbonnen zijn voor de bakkers, slagers en andere leveranciers waardeloos, aangezien zij deze niet bfj den distributiedienst mogen in leveren. BERLIJN, 28 Sept. (D.N.B.)Vrij sterke af- deelingen van het Duitsche luchtwapen hebben hedenochtend voor den oorlog belangrijke doe len in Londen aangevallen. Ondanks sterken vijandelijken afweer door jachtvliegtuigen en luchtdoelartillerie konden alle opdrachten zon der verliezen worden uitgevoerd. In de buurt van de East India docks werden opnieuw tal rijke branden en ontploffingen veroorzaakt. De electrische centrale van Londen, Westham, ten noorden van de Theems, is vanmiddag door verscheidene gevechtsvliegtuigen met succes aangevallen. De laatste Duitsche vliegtuigen konden de uitwerking van de talrijke neergewor pen bommen waarnemen. De centrale werd zwaar beschadigd. Verder bestookten eenheden van gevechts- afdeelingen in het havèngebied van de Britsche hoofdstad verschillende belangrijke doelen, on danks het hevig vuren van het luchtdoelgeschut en het optreden van jagers, doeltreffend met bommen van zwaar kaliber. In de omgeving van de East India docks ontstonden zware ontplof fingen en groote branden. Tijdens deze actie kwam het opnieuw tot verschillende luchtge vechten, die voor onze vliegers zeer succesvol verliepen. Volgens de tot dusverre ontvangen berichten werden 23 vijandelijke vliegtuigen neergeschoten. Van de Duitsche vliegtuigen keerde er een niet terug. „Svenska Dagbladet" meldt uit Londen, dat daar de eerste ondergrondsche krant is versche nen onder den naam „The Swiss Cottage". Als plaats, waar het blad wordt uitgegeven, wordt Swiss Cottage Station 3 genoemd, een' Lon- densch ondergrondsch station, waar thans dui zenden inwoners voortdurend overnachten. In het eerste nummer van het blad wordt het blad genoemd: „Een groet aan onze westeliike kame raden, toevallige holbewoners, slapende kamera den. slaapwandelaars, snurkers, zwetsers en al len. die op de ondergrondsche stations van de avond- tot de ochtendschemering wonen". TOKIO, 28 Sept. Naar uit betrouwbare bron verluidt, geeft Japan zich op het oogenblik moeite met Rusland tot een overeenkomst te geraken. Men hoopt te Tokio, met de Sovjet- Unie eenzelfde overeenkomst te kunnen sluiten als het pact tusschen Rusland en Duitschland Japan heeft hiertoe van Tokio uit voeling ge nomen en ook reeds via Berlijn contact ge zocht. Aldus meldt United Press aan haar bladen. Naar te Tokio verluidt is het daar niet erg duidelijk welk standpunt Rusland ten opzichte van het nieuwe drie-mogendhedenpact zal in nemen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 1