Cultureele samenwerking tusschen
Nederland en Duitschland
Londen, Bristol en Liverpool
zwaar gebombardeerd
Vleeschdistributie
ALTIJD DANKZEGGENDE....
Eet U een broodje in een hotel?
Velerlei commentaar te Washington
op driemogendhedenpact
Londen Zaterdag
weer bestookt
Belangrijke rede van den
Rijks
commissaris
Meer dan duizend ton
bommen in 36 uur
Bonnen meebrengen
s.v.p.
Verklaring van Huil
VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS
Twintigste Zondag na Pinksteren
GIANO BIJ HITLER
NAAR EEN VERDRAG
TOKIO—MOSKO U?
ZOMDAG 29 SEPTEMBER 1940 - OCHTENDBLAD
BUR. VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE:
NASSAULAAN 51 TEL. 13866 - GIRO 22884
Abonnementsprijs (bij vooruitbetaling)voor
Haarlem 25 cent per week; per kwartaal
i 3.25. Bij onze Agenten 27^ ct. per week,
per kwartaal f 3.58
DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE, UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM
VIER EN ZESTIGSTE JAARGANG No. 22624
Rede Rijkscommissaris
(Zie ook vagina 2)
'n TIP VAN BOOTZ
Duitsch weermachtsbericht
De bonnen, gemerkt met 02, zijn
geldig in de heden beginnende
periode
„Wij blijven Engeland helpen"
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN
Groote schade aangericht; talrijke
luchtgevechten
Een ondergrondsche krant
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Advertentieprijzen: Per lossen regel 50 ct., Ingez.
mededeelingen 50 cent; Idem op pag één 65 cent
per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen Voor
prijzen der .Omroepers" zie de rubriek
Te 's Gravenhage kwam Zaterdagmiddag
in Pulchri Studio de Nederlandsche Cultuur
kring bijeen, bestaande uit de heeren prof.
dr. G. A. S. Snijder, voorzitter, J. c.
Nachenius, secretaris, dr. T. Goedewaa-
gen, dr. D. Hannema, dr. J. Smit, dr. F. Ver
meulen en prof. dr. J. de Vries. De Rijks-
commissarig Rijksminister Seyss Inquart, de
commissarissen-generaal en tal van andere
Duitsche autoriteiten woonden als gasten de
vergadering' bij. De zaal was zeer goed be
zet. Wij merkten o.a. op: den waarnemenden
secretaris-generaal van het departement van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr.
*1. Reinink, - rectores-magnifici onzer uni
versiteiten, een zeer groot aantal hoogleer-
aren enz.
De voorzitter, prof. dr. Snijder, begroette in
een kort openingswoord de aanwezigen, in het
bijzondei den Rijkscommissaris dr. Seiss Inquart
en diens medewerkers. Hij stelde in het licht,
hoezeer hij de aanwezigheid van den Rijkscom
missaris op prijs stelde, niet in de laatste plaats
omdat de Cultuurkring daardoor de gelegenheid
had een begin te maken met de verwerkelijking
van een der belangrijkste punten, waarover alle
medewerkers van den Cultuurkring het reeds
eens geworden zijn: de samenwerking met de
Duitsche overheid op het gebied der vernieuwing
Van de Nederlandsche cultuur.
Zijn rede in 't Duitsch voortzettend, begon hij
met een kort overzicht van de wordingsgeschie
denis van den kring. Velen van ons,'die het
nieuwe Duitschland, den nieuwen geest in
Duitschland hadden leeren kennen, wisten reeds
sinds jaren, dat deze ontwikkeling in Europa
moest komen. Wij waren geen „politici" in
den zin, dien men met dit woord pleegt te ver
binden. Maar wij hadden ook niet „weltfremd
naast het gebeuren gestaan.
Spreker betreurde het, dat hij deze „Welt'
fremdheit" echter wel bij een groot deel van het
Nederlandsche voik heeft aangetroffen, temeer
omdat daaruit een miskenning van de Duitsche
houding tegenover ons spreekt.
Want gij, aldus spreker, zich tot den
Rijkscommissaris persoonlijk wendend, gij
hebt ons herhaaldelijk en eerlijk als vriend
<ie hand geboden. Gij hebt sleeds weer on
derstreept, dat overwegingen en noodzaken,
die veel verder reiken dan de directe ver
houding tusschen onze landen, er helaas toe
hebben geleid, dat onze volken met elkaar in
oorlog zijn geraakt. Gij hebt telkens weer uw
wil tot vriendschap en gemeenschappelijken
arbeid geuit. Hier past geen halfheid of
misleiding. Men dient de uitgestoken hand
van een vriend te aanvaarden of deze on
voorwaardelijk af te wijzen. Wij willen uw
hand aanvaarden, wij reiken u de onze in
volle overtuiging. Wij weten, waarom wij dit
doen en wij zijn ons bewust van onze be
weeggronden.
Spreker zette vervolgens uiteen, hoe de Cul
tuurkring langzaam en in stilte gegroeid is. Het
k om uw eigen woorden te gebruiken aldus
spreker, zich tot den Rijkscommissaris wendend
de wensch van het Duitsche volk, „dat wij
aan den opbouw ais gelijkgerechtigde en tot zeer
hooge prestaties in staat zijnde partner mede
werken."
De „gelijkgerechtigdheid" sluit echter in, dat
yij als twee volken elkaar begrijpen, waardee-
ren en respecteeren.
Veeleer dan de kunstmatig aangelegde kloof
tusschen Nederland en Duitschland te verbree-
den, wenscht de Cultuurkring den nadruk te
leggen op dat, wat onze volken verbindt, en we-
(serzijdsch begrip daarvoor te wekken.
Wanneer wij nu aldus spreker u, mijn
heer de Rijkscommissaris, verzoeken ons bij dit
werk te willen steunen, dan weten wij heel goed,
dat bepaalde kringen ons het verwijt van een
„heulen met den vijand", zoo niet van „land
verraad" voor de voeten zullen werpen. Wij
moeten desnoods dezen smaad op ons nemen, in
de vaste overtuiging, dat hij ons ten onrechte
wordt toegevoegd en in het onwankelbare geloof,
dat wij een werk ter hand nemen, dat voor ons
Nederlandsche volk noodzakelijk is en zegenrijk
zal zijn. Dit werk zou even noodzakelijk zijn,
wanneer u, mijnheer de Rijkscommissaris, wan
neer de Duitsche bezetting' zich niet in Neder
land bevond. Want ook dan zou ons land zijn
plaats in het nieuwe Europa moeten bevechten
en verdienen. Ook dan zou ik echter den blik
naar Duitschland wenden en voor hulp van
daar dankbaar zijn. Men moet dit niet verkeerd
begrijpen. Evenmin als u er aan denkt, ons een
Duitsche opdracht te verstrekken, evenmin zou
den wij er aan kunnen denken, een Duitsche op
dracht te aanvaarden. Wij willen samenwerken,
maar wij kunnen ons de verhouding tusschen
u, als drager van de regeeringsmacht, en den
Nederlandschen Cultuurkring niet anders voor
stellen, dan als een samenwerking van vrije
mannen.
Wij Nederlanders zijn geenszins Duitschers,
ook geen „halve Duitschers", en wij willen dat
ook niet worden. Wü willen Nederlanders blij
ven, want wij hebben door de eeuwen heen een
eigen haard ontwikkeld en onderscheiden ons
van onze buren. Onze eigen aard komt in onze
cultuur, die geenszins een gewestelijke variant,
maar een zelfstandige hoogstaande prestatie is,
zij het ook op Germaansehen grondslag, tot
uiting en wij meenen juist aan onze eigen cul
tuur het recht op een zelfstandig volksbestaan
te mogen ontleenen. Daarom hechten wij zoo
zeer aan de instandhouding en hernieuwing van
het Nederlandsche cultuurleven; juist daarom
ligt ons de moedertaal zoo na aan het hart.
Wij zouden in de toekomst naast en met het
Duitsche volk willen werken, ook op cultureel
gebied en wij zien in deze samenwerking groote
mogelijkheden voor een harmonische cultureele
ontwikkeling. Wij meenen, dat het belangrijk eii
wenschelijk is ook in het nieuwe Europa een
gegroeide verscheidenheid in stand te houden en
zelfs met zorg te omgeven.
Na deze principieele beschouwingen lichtte
spreker het doel van den cultuurkring op enkele
punten nader toe. Hij begon met er op te wij -
Ben, dattie cultuurkring godsdienstige overtui-,
gingen .en kerkelijke richtingen volkomen
wenscht te eerbiedigen, maar ook verwacht, dat
religieuze waarden niet voor politieke doeleinden
misbruikt worden. Verder is beperking tot kunst
en wetenschap, volksopvoeding en volksvoorlich
ting' geboden. Daarbij is het van belang, da
kunst en wetenschap niet een voorrecht van een
dunne bovenlaag, zijn, maar wortelen in den
volksaard en dat wat in het volk leeft, tot uit
drukking brengen. De volksvoorlichting moet
hier aanvullend werken. Volkshoogescholen en
-boekerijen kunnen hier goede diensten bewij
zen, pers, radio en film dienen hen te bereiken
en in volkschen geest op te voeden, die uit
eigenbeweging niet reeds voorlichting zoeken.
Spreker stelt dan de vraag, waarop de Cul
tuurkring zijn recht baseert om zich een oordeel
te vormen over het vele en veelsoortige streven,
dat thans overal te bemerken valt. Hij begrijpt,
dat velen, die zich nog op het standpunt der
vroegere Nederlandsche regeering plaatsen, on
danks het feit, dat deze door haar handelwijze
onwettig geworden is, dit oordeel als een aan
matiging beschouwen. Wij, aldus spreker, be
schouwen het echter als een aanmatiging, wan
neer deze heeren, wier oordeel den gang der
geschiedenis zoo bloedig veroordeeld is, thans
nog meenen, dat ons volk naar dezelfde, ver
keerd gebleken gezichtspunten verder geleid
moet worden. (Applaus.)
Zoolang het inzicht ontbreekt, dat slechts een
geestelijke wedergeboorte van ons volk dit volk
redden kan, is het beter, dat deze heeren zwij
gen.
Tenslotte behandelde spreker nog de vraag,
op welke wijze de Nederlandsche Cultuurkring
zich voorstelt te worden. De grondslagen van den
cultuurkring veronderstellen in de eerste plaats
een nauwlettende verzorging van de moedertaal.
In de tweede plaats is het duidelijk, dat wij in
de toekomst in veel nauwer aanraking met het
Duitsche volk zullen komen dan voorheen. Om
een behoorlijk verkeer mogelijk te maken, dient
ons volk dus Duitsch te leeren. Met nadruk zij
gezegd: niet om ons volk te „verduitschen",
maar omdat zóó, en alleen maar zóó, wij ons
eigen cultuurleven kunnen redden en behouden.
Wij veroorloven ons nu, aldus spreker, zich
wederom tot den rijkscommissaris persoonlijk
wendend, het verzoek, u onze plannen te mogen
voorleggen en u te vragen ons uw raad niet te
onthouden en, wanneer onze plannen uw in
stemming hebben, ons den weg tot hun ver
wezenlijking te wijzen en te vergemakkelijken.
Voor ons zou dit een hoogst waardevolle vorm
van samenwerking zijn. Anderzijdshopenwij.dat
de Nederlandsche Cultuurkring ook u van dienst
kan zijn als bemiddelaar tusschen u en het Ne
derlandsche volk.
Op de met veel applaus onderstreepte rede
van den voorzitter volgde een uitermate belang
wekkend woord van den rijkscommissaris rijks
minister Seyss-Inquart.
In de eerste plaats dank ik u, aldus richtte de
rijkscommissaris zich tot den voorzitter, dat u
uw voordracht in de Duitsche taal gehouden
hebt. Ik vat het als een vriendelijke tegemoet
koming tegenover mij en mijn medewerkers op.
Maar- ik heb ook de beteekenis van uw Neder
landsche woorden goed begrepen. Wanneer u
sprak over samenwerking met ons, dan beschouw
ik dat piet zoo zeer als een samenwerking met
ons in onze hoedanigheid van Duitsch geza:
als wel veeleer een samenwerking met ons als
hier aanwezige vertegenwoordigers en dragers
der Duitsche cultuur, opdat het tot een juiste
harmonie van het Nederlandsche volk en het
Duitsche cultureele leven moge komen. En juist
daarom is deze bijeenkomst voor mij niet een
bijeenkomst van politici, maar van menschen,
die naar de geestelijke en daardoor moreele be
teekenis van het leven streven en daarmee dan
tevens ook op weg zijn den dieperen zin van
het politiek gebeuren te beseffen.
Met ware voldoening hoorde ik u con-
stateeren, dat u de door mij uitgestoken
vriendenhand wilt zien en wilt grijpen, en
daarmee heeft u tevens de voor u belangrijk
ste vraag beantwoord. Vriendschap kan
slechts tusschen zelfstandige, vrije, volkomen
verantwoordelijke menschen bestaan.
Nu alles vrijwel op den bon is,
Of het vleesoh, brood
of een japon is,
Ma,akt één ding ons blij,
TIP VAN BOOTZ is nog vri).
Zoodat er ondanks de
wolken toch zon is
Inz Mevr., de M. te R'dam
ontving een flesch TIP.
BERLIJN, 28 Sept. (DNB) Het opperbevel
van de weermacht maakt bekend:
De gisteren weer met sterke strijdkrach
ten gedane aanvallen van het luchtwapen,
richtten zich in hoofdzaak op haveninstal
laties te Londen en Bristol gebombardeerd.
Zeer uitgestrekte branden en ontploffingen
maakten het succes overal waarneembaar.
In Midden-Engeland slaagde men er in
een wapenfabriek door bommen van het
zwaarste -kaliber vernietigend te treffen.
Verdragende batterijen namen Dover op
nieuw onder vuur en beschadigden drie be
wapende koopvaardijschepen in de haven
zwaar. Volgens de latere waarnemingen zijn
twee schepen gezonken.
Op zee ten Noorden van Ierland, vielen ge
vechtsvliegers een sterk convooi aan en brach
ten door voltreffers een koopvaardijschip van
5000 b.r.t. tot zinken.
Enkele vijandelijke vliegtuigen, weinig in ge
tal, lieten des nachts in het West-Duitscne
grensgebied lukraak bommen in het open veld
vallen. Schade werd niet aangericht.
Krachtige nachtelijke vergeldingsaanval-
len troffen doelen te Londen en Liverpool,
die voor den oorlog belangrijk zijn. In den
loop van den 27sten September irwam het
tot talrijke hevige luchtgevechten. In het
verloop daarvan werden 101 Britsche vlieg
tuigen neergeschoten; 38 eigen vliegtuigen
keerden niet terug.
Mijnenvegers hebben 'n Britschen onderzeeër
met dieptebommen aangevallen. Zijn vernie
tiging is waarschijnlijk.
Bij den aanval op Midden-Engeland onder
scheidde zich een vliagtuigbemanning onder
leiding van eersten luitenant Leonhard in bij
zondere mate. Ondanks krachtigen afweer
schoot zij in een fermen duikaanval op een
wapenfabriek af en liet van zeer geringe hoogte
haar bommen midden op het doel vallen.
Naar verder uit Berlijn wordt ge
meld hebben de Duitsche bommen
werpers de laatste 36 uur meer dan
een millioen kg. bommen van ieder
kaliber boven Zuid- en Midden-
Engeland laten vallen.
Het Zaterdag uitgegeven frontbencht van
het DNB luidt als volgt:
De actie van het Duitsche luchtwapen tegen
Engeland is in de laatste dagen bij gunstiger
weersomstandigheden aanmerkelijk inten
siever géwordén. De omvang en de hartlheffi
van deze gevechtshandelingen blijken uit de
verliescijfers van het weermachtsbericht- van
vandaag.
Bij den aanval op een belangrijke wapen
fabriek in Midden-Engeland heeft zich opnieuw
de bemanning van een gevechtsvliegtuig door
bijzondere dapperheid en beleid onderscheiden.
2ij begon, ondanks het hevig vuren der lucht
doelartillerie, haar actie in duikvlucht en kon
bp een hoogte van honderd meter de bommen
zoo goed gericht neerwerpen, dat de gebom
bardeerde montagehallen als kaartennuisjes in
eenstortten.
De op 27 September en in den nacht van 27
op 28 September alleen op Londen neergewor
pen bommen hadden in totaal een gewicht van
meer dan 500.000 K.G.
Hoezeer het Kanaal thans door Duitschland
wordt beheerscht blijkt uit de meaedeeling,
dat de eergisteren hervatte beschieting van
Dover door het verdragend geschut van de
marine ook gisteren met groot succes werd
voortgezet. Met deze beschieting werd in de
haven van Dover hef grootste resultaat be
haald. Hier werden n.l. twee bewapende koop
vaardijschepen door voltreffers tot zinken ge
bracht en een derde schip zwaar beschadigd.
De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het
departement van Landbouw en Visscherij, deelt
mede,
Gedurende het tijdvak van Maandag 30
September tot en met Zondag 6 October a.s.
geeft elke der vier met „02. vleesch" ge
merkte bonnen van de vleeschkaart recht op
het koopen van 100 gram vleesch, beenen
inbegrepen, of een rantsoen vleeschwaren.
De met ..02. worst, vleeschwaren" gemerkte
bon geeft uitsluitend recht op het koopen
van een rantsoen vleeschwaren. De bonnen,
welke op 6 October a.s. nog niet gebruikt
zijn, blijven nog geldig' tot en met Zondag
13 October a.s. met dien verstande, dat zij
gedurende de week van 7 tot en met 13
October a.s. ntet gebruikt zullen mogen
worden voor het betrekken van vleesch of
vleeschwaren in hotels, restaurants e.d.
Het rantsoen vleeschwaren, dat per bon kan
worden gekocht, bedraagt 75 gram voor gerookt
of gekookt varkens-, rund-, of kalfsvleesch en
voor gerookte worstsoorten, 100 gram voor ge
kookte worstsoorten, rolpens en knakworst, 125
gram voor leverartikelen, tongenworst en nier
brood en 150 gram voor bloedworst.
BERLIJN, 28 Sept. (D.N.B.) Het volgende
officieele communiqué is uitgegeven:
De Führer heeft hedenmiddag in de nieuwe
Rijkskanselarij den Italiaanschen minister van
Buitenlandsche Zaken, graaf Ciano, in tegen
woordigheid van den rijksminister van Buiten
landsche Zaken, Von Ribbentrop, voor een
langdurige gedachtenwisseling ontvangen.
„Benut den tijd, want de dagen zijn
slecht."
Zoo ooit, dan zijn deze w-oorden van Paulus
in het Epistel van toepassing op1 onze dagen,
waarin liefdeloosheid en haat, hardheid en
geweld den gevoelstoon van het huidge Europa
beheerschen en de wereld twist en onrust heeft
gesteld boven vrede en rust.
Deze tijd is een tijd van zonde en het blijft
de paradox der zonde of zij nu wordt be
dreven door den enkeling, door een volk of
door de gemeenschap der volkeren dat zij
bevrediging zoekt en slechts onvrede vindt, dat
zij alles naar eigen zelfzucht wil ordenen en
daarom slechts wanorde brengt. Wie echter
heerschen wil moet dienaar zijn en zijn leven
ondergeschikt weten te maken aan het welzijn
van anderen.
De zonde draagt de straf in zich, omdat
iedere zonde een verstoring is van de juiste
orde. Het is daarom, dat Sint Paulus ons waar
schuwt; „We est niet onverstandig,
maar tracht den wil van God te
v e r s t a a n." En dit is Gods wil bij de beproe
vingen, die Hij ons overzendt; niet dat wij zou
den lijden, maar dat wij, door het lijden ge
zuiverd, tot een meer vergeestelijkt leven zon
den komen en zouden erkennen, dat alles wat
God ons ontneemt, Hij slechts neemt, opdat
wij het zouden terugvinden in Zijn armen.
Alles wat Gij gedaan hebt aan ons, hebt
Gij naar recht en billijkheid ge
daan: want wij hebben gezondigd tegen U
en naar Uw geboden hebben wij niet geluis
terd. Maar geef eer aan Uw naam. o Heer,
en handel met ons volgens de vol
heid Uwer ontferming." (Introitus).
In dezen geest van ootmoedig schuldbesef
ons overgevende aan Gods ontferming, zullen
wij uit deze donkere dagen de les trekken, die
God daarin voor ons heeft neergelegd en zul
len wij ervaren, dat ondanks de droeve succes
sen, die de duivel en de wereld thans boeken,
zij voor den waren Christen slechts middel zijn
tot grootere glorie en tot inniger vereeniging
met den blijmakenden Geest der liefde.
Indien wij zoo de beproevingen beschouwen,
kunnen wij ook begrijpen, hoe Sint Paulus aan
zijn woorden: „De tijden zijn slecht" kon
toevoegen: .zingt en juicht in uw hart voor
den Heer, te allen tijde God dan
kende voor alles."
Voor den Christen immers is er steeds re
den tot dankzegging aan God, tot blijde vreug
de over alles, wat God ons geeft. Zoozeer
heeft dan ook de H. Kerk, dien plicht van
dankbaarheid jegens God begrepen, dat Zij
geen dag voorbij laat gaan, zonder bij de
H. Mis in de Praefatie te herhalen; „Waarlijk
het is passend en rechtvaardig, dat wij U al
tijd en overal danken, Heilige Heer, Al
machtige Vader, Eeuwige God." Zelfs in de
H. Mis der overledenen tempert de H. Kerk
haar vreugdevollen dankjubel niet, maar voegt
Zij er dit heerlijke troostwoord aan toe: ,Want
voor wie in U gelooven, Heer, wordt het leven
vernieuwd, niet weggenomen.. En als het huis
van hunnen aardschen pelgrimstocht tot stof
vervalt, wordt hun een eeuwig Thuis in het
Vaderland bereid."
Daarom kan de warê Christen nooit een re
den zien voor ontmoediging, voor défaitisme,
omdat hij zich steeds geleid weet door Gods
hand, zooals Vondel het David nazong:
dAlmachtige is mijn herder en geleide.
Wat is er dat mij schort?
Al zworf ik om in nare en donk're dalen,
Beschaduwd van den dood,
Nog vreest mijn harrt geen ongeluk, noch
kwalen:
Hij staat me bij in nood.
Ik mag mij vast op Zijnen staf verlaten
En trouwen herdersstok.
Dit onbegrensde vertrouwen op God is geen
vermetelheid of gebrek aan werkelijkheidszin.
Integendeel, de hoogste en heerlijkste realiteit
is de bovennatuurlijke realiteit. Hoe klein de
mensch ook moge zijn ten aanzien van Gods
onvergelijkelijke schepping ep hoe gering hij
zich ook moge voelen te midden van zijn mil-
lioenen medemenschen, boch behoudt iedere
mensch zijn volle waarde, omdat n(j Gods lief
de waard is. En omdat hij Gods liefde waard
is, is hij ook een loon waard, dat hem in staat
stelt zich didi welstand te verschaffen, dien
St. Thomas noodzakelijk oordeelt voor het lei
den van een deugdzaam leven.
Wie in hebzucht en egoïsme deze door God
gewilde orde schendt, zondigt en de soldij der
zonde is de dood, niet slechts voor het boven
natuurlijk, maar ook voor het sociale en eco
nomische leven, hetwelk den mensch dienstbaar
moet zijn in zijn opgang naar God. Omdat de
wereld de waarde van den mensch. wiens eind
doel God is, vergat en zijn persoonlijxheid mis
kende, is de chaos over de landen losgebroken.
Omdat de handel de winst stelde boven den
mensch en omdat waar de doode stof veredeld
de fabrieken verlaat, de menscheiijke waardig
heid daarin ontaardt, en bederft, heeft de stof
heerschappij gekregen over den mensch en
houdt de oorlogsmachine de wereld in haar
greep gevangen, totdat de mensch zijn waaide
weer zal erkennen en de juiste orde herstellen.
Gelukkig degenen, die te midden van ont
reddering en chaos hun oog gericht blijven hou
den op Goo want zij zullen ook te midden der
beproevingen de rust hunner ziel en den in-
wendigen vrede bewaren.
„Gelukkig zij, die onberispelijk
zijn op den weg, die wandelen in de
Wet des Heeren". (Introitus).
K-
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van
het departement van Landbouw en Visscherij,
deelt het volgende mede:
Sedert den aanvang van de distributie van
WASHINGTON, 28 Sept. (D.N.B.). In de
heden gehouden persconferentie heeft de
Amerikaansche minister van Buitenland
sche Zaken, Huil, de volgende formecle ver
klaring afgelegd:
„Het finemoge ncmeae n pac t uwscncn
Duitschland, Italië en Japan brengt, naar
de meening der Amerikaansche regeering,
niet veel verandering in een toestand, die
reeds sedert verscheidene jaren heeft be
staan.
De aankondiging van het bondgenootschap
maakt alleen de geheele wereld een betrekking
duidelijk, die dd facto, sedert vrij langen tijd
bestond. Dat een dergelijke overeenkomst in
voorbereiding was, was hier sedert eenigen tijd
zeer goed bekend. De Amerikaansche regeering
heeft bij het bepalen van haar buitenlandsche
politiek met dit feit ten volle rekening gehou
den."
Huil weigerde verdere mededeelingen te doen
en verklaarde, dat hij zich over dit soort vragen
niet aan een kruisverhoor wilde onderwerpers.
De weerklank van het pact van Berlijn
uit zich in Congreskringen deels in eischen
tot versnelde bewaveningi deels in nadruk
kelijke onverschilligheid, ten deele echter
ook in de aansporing, dat de Vereenigde Sta
ten er goed aan doen voor de eigen aan
gelegenheden te zorgen en zich van alle in
menging te onthouden.
Volgens het oordeel van den democratischen
fractieleider, senator Barkley, is het reeds
eenigen tijd bekend, dat de verdragsluitende
partijen trachten het wereldgebeuren te beheer
schen. Het verdrag moet dienen als waar
schuwing aan de Vereenigde Staten.
De leidende democratische senator Austin
verklaarde, dat het bondgenootschap aan de
Vereenigde Staten de verplichting oplegt zich
voor een tegerrrevolutie te versterken of andere
afweermiddelen te zoeken, die toegepast moes
ten worden, voor het geval de Vereenigde Sta
ten het tegenwoordige regeeringssteisel wilden
redden.
De democratische senator Minton gaf als
commentaar, dat de Vereenigde Staten als de
mocratie in het nauw gedreven schijnen te zijn.
Des te meer reden is er voor bespoediging der
bewapening'.
De isolationistische senator Clark ziet in het
pact niet de geringste reden voor een wijziging
van de buitenlandsche politiek, want deze po
litiek moet daarin bestaan, dat de Vereenigde
Staten verre van den oorlog gehouden worden.
De mede-ontwerper van de dienstplichtwet,
de republikeinsche afgevaardigde Wads worth,
gelooft niet dat het pact voor de Vereenigde
Staten een nieuwe situatie schept, daar onge
twijfeld sedert geruimen tijd een overeenkomst
van dezen' aard tusschen de deelnemers aan het
pact bestaat.
Het Berlijnsche pact, aldus de democratische
senator Wheeler, beteekent voor de Vereenigde
Staten, dat zij ingeval van een deelneming aan
den oorlog een strijd op twee fronten moeten
uitvechten. Het eenige, wat. wij moeten doen,
is de natie brengen in een staat van verdedi
ging zonder de geringste lacune.
De joodsche voorzitter van de commissie voor
Buitenlandsche Zaken van het Huis van Afge-
vaardige^n, Bloom, maakte de opmerking, dat
de Vereenigde Staten voorzichtig moeten op
treden en zich met de eigen zaken moeten be
moeien.
De Amerikaansche ochtendbladen maken van
het driemogendhedenpact melding met op
schriften ais „De Vereenigde Staten zullen net
hoofd bieden aan dit bondgenootschap door een
bespoedigde bewapening en door een versterkte
hulpverleening aan Engeland en China." „Ame
rika zal ondanks, eten driehoek, Engeland blij
ven helpen."
De „New York Times" meldt uit Was
hington, dat Roosevelt onmiddellijk een
grondige bestudeering van alle mogelijk
heden van het nieuwe bondgenootschap
heeft bevolen.
brood en van vleesch en vleeschwaren was het
koopen van deze goederen bij hotels, restaurants,
café's, broodjeswinkels e.d. toegestaan, zonder
dat hiervoor een bon afgegeven behoefde te
worden.
Het is noodzakelijk gebleken, met ingang
van 1 October a.s. hieraan een einde te ma
ken. Van dien dag af zullen voor maaltijden,
welke van genoemde instellingen worden
betrokken en waarbij brood dan wel vleesch
of vleeschwaren worden verstrekt, bonnen
dienen te worden afgegeven.
De instellingen moeten deze bonnen op hun
beurt bij hun leveranciers inleveren ter verkrij
ging van brood, vleesch of vleeschwaren.
Zooals bekend, zijn in het algemeen de voor
een bepaalde week aangewezen broodbonnen ook
nog op den Maandag en Dinsdag van de daarop
volgende week geldig, terwijl de voor een be-
paalde*week aangewezen vleeschbonnen ook ribg
gedurende de geheele daarop volgende week gel
dig zijn.
Deze verlenging van den geldigheidsduur
geldt echter niet voor zoover de bonnen bij
de hotels, restaurants, café's e.d. worden in
geleverd, aangezien deze instellingen de bon
nen nog moeten gebruiken om zelf brood en
vleesch te koopen.
De distributiediensten zullen op aanvraag aan
de hotels, restaurants, café's, broodjeswinkels
e.d., welke hiervoor in aanmerking komen, met
„een half rantsoen brood" en „een kwart rant,
soen vleesch" gemerkte wisselbonnen uitreiken.
De met *„een half rantsoen brood" gemerkte bon
nen geven recht op ongeveer 50 gram brood, de
met „een kwart rantsoen vleesch" gemerkte
bonnen op ongeveer 25 gram vleesch (rauw ge
wogen) of vleeschwaren;
Deze wisselbonnen dienen aan bezoekers,
die hun bonnen inleveren, te worden afge
geven voor het geval de aan hen verstrekte
hoeveelheid brood of vleesch niet overeen
komt met het op de bonnen van de brood
kaart of de vleeschkaart verkrijgbare rant
soen. Zoo zal b.v. aan een bezoeker, die een
broodje van ongeveer 50 gram bestelt en
daarvoor één broodbon inlevert, een bon
voor „een half rantsoen brood" moeten wor
den teruggegeven.
De bezoekers kunnen de door hen ont
vangen bonnen voor „een half rantsoen
brood" of „een kwart rantsoen vleesch" bij
een volgend bezoek aan een hotel, restaurant
of dergelijke instelling inleveren. In verband
hiermede hebben deze bonnen een/onbeperk-
ten geldigheidsduur.
Met nadruk wordt er echter de aandacht op
gevestigd, dat bonnen voor „een half rantsoen
brood" of „een kwart rantsoen vleesch" niet
mogen worden gebruikt voor het koopen van
brood of vleesch en vleeschwaren bij bakkers of
slagers en andere leveranciers.
Dit geldt zoowel voor de bezoekers van meer
genoemde instellingen als voor die instellingen
zelf. De instellingen kunnen zoo noodig de door
hen ontvangen wisselbonnen bij den distributie-
dienst omruilen voor „heele" bonnen. Omgekeerd
bestaat te allen tijde voor de instellingen de
mogelijkheid, de van de bezoekers ontvangen
„heele" bonnen om te ruilen voor wisselbonnen.
De wisselbonnen zijn voor de bakkers, slagers en
andere leveranciers waardeloos, aangezien zij
deze niet bfj den distributiedienst mogen in
leveren.
BERLIJN, 28 Sept. (D.N.B.)Vrij sterke af-
deelingen van het Duitsche luchtwapen hebben
hedenochtend voor den oorlog belangrijke doe
len in Londen aangevallen. Ondanks sterken
vijandelijken afweer door jachtvliegtuigen en
luchtdoelartillerie konden alle opdrachten zon
der verliezen worden uitgevoerd. In de buurt
van de East India docks werden opnieuw tal
rijke branden en ontploffingen veroorzaakt.
De electrische centrale van Londen, Westham,
ten noorden van de Theems, is vanmiddag door
verscheidene gevechtsvliegtuigen met succes
aangevallen. De laatste Duitsche vliegtuigen
konden de uitwerking van de talrijke neergewor
pen bommen waarnemen. De centrale werd
zwaar beschadigd.
Verder bestookten eenheden van gevechts-
afdeelingen in het havèngebied van de Britsche
hoofdstad verschillende belangrijke doelen, on
danks het hevig vuren van het luchtdoelgeschut
en het optreden van jagers, doeltreffend met
bommen van zwaar kaliber. In de omgeving van
de East India docks ontstonden zware ontplof
fingen en groote branden. Tijdens deze actie
kwam het opnieuw tot verschillende luchtge
vechten, die voor onze vliegers zeer succesvol
verliepen. Volgens de tot dusverre ontvangen
berichten werden 23 vijandelijke vliegtuigen
neergeschoten. Van de Duitsche vliegtuigen
keerde er een niet terug.
„Svenska Dagbladet" meldt uit Londen, dat
daar de eerste ondergrondsche krant is versche
nen onder den naam „The Swiss Cottage". Als
plaats, waar het blad wordt uitgegeven, wordt
Swiss Cottage Station 3 genoemd, een' Lon-
densch ondergrondsch station, waar thans dui
zenden inwoners voortdurend overnachten. In
het eerste nummer van het blad wordt het blad
genoemd: „Een groet aan onze westeliike kame
raden, toevallige holbewoners, slapende kamera
den. slaapwandelaars, snurkers, zwetsers en al
len. die op de ondergrondsche stations van de
avond- tot de ochtendschemering wonen".
TOKIO, 28 Sept. Naar uit betrouwbare bron
verluidt, geeft Japan zich op het oogenblik
moeite met Rusland tot een overeenkomst te
geraken. Men hoopt te Tokio, met de Sovjet-
Unie eenzelfde overeenkomst te kunnen sluiten
als het pact tusschen Rusland en Duitschland
Japan heeft hiertoe van Tokio uit voeling ge
nomen en ook reeds via Berlijn contact ge
zocht. Aldus meldt United Press aan haar
bladen.
Naar te Tokio verluidt is het daar niet erg
duidelijk welk standpunt Rusland ten opzichte
van het nieuwe drie-mogendhedenpact zal in
nemen.