Vrouwen, 'Z W' De aardappel is 'n I belangrijk voedings middel Het oog wil oók wat die een voorbeeld zijn otten en pannen Zoo zegt de Voedingsraad Een goed recept tegen rheumatiek- en spierpijnen Vleesch van het schaap i Vj Hulp aan de huisvrouw De winter met weinig wol In den nacht na Maria Hemelvaart overleed te Heemstede in den ouderdom van 67 jaar mejuffrouw Marie Bonnike, pionierster onder de katholieke vrouwen, die openbare functies bekleeden. Het Werk voor den Vrouwen bond Een katholieke vakschool voor meisjes is haar ideaal De stuwende kracht Om thuis klaar te maken 1 1 1 1 „Het been legt z'n gewicht in de schaal We kijken af bij „vroeger" Hoest- bonbons 'imn.'fci J DE VROUW EN HAAR TIJD De aardappel is in ons land terecht een bij uitstek populair voedingsmiddel. Door zijn neutralen smaak leent hij zich bijzonder om bij zeer uiteenloopende soorten groenten, vleesch en visch te worden genuttigd en dat wel in allerlei verschillende vormen: gekookt, ge smoord. gebakken als puree, enz. Wat dit betreft bestaat dan ook nauwelijks behoefte aan voorlichting over het gebruik van den aardappel. Wel ontbreekt het echter bij velen aan de Juiste kennis omtrent de voedingswaarde en daardoor laat de bereidingswijze van dit in alle kringen gebruikte voedingsmiddel nogal eens te wenschen over. Dat het ons zetmeel levert, is algemeen bekend, al was het alleen door het bestaan van aardappelmeel. Dat de aardappel daarenboven voor ons de leverancier is van een uitnemende soort eiwit is minder bekend, evenmin geeft men zich er in den regel rekenschap van, dat we er een belangrijke bron van vitamines en van mineralen in hebben te Zien. In percenten uitgedrukt Is het eiwitgehalte v^n den aardappel zeker niet hoog: het be draagt slecht twee procent, maar wie bij zijn middagmaal een pond aardappelen nuttigt, krijgt daarmede dan toch evenveel eiwit naar binnen als bij het gebruiken van een half ons vleesch. Wat de mineralen betreft, waardeeren we de niet onbelangrijke hoeveelheden kalk. phos phor, ijzer en ook de sporen jodium, terwijl van de vitamines die van de b-groep en het in den winter zoo waardevolle vitamine c recht heb ben op onze bijzondere aandacht. De tot dusver gebruikelijke kookmethode (schillen en 's nachts in het' water laten staan, dan opzetten in ruim water) berust echter op een miskenning van al deze waardevolle voe dingsfactoren. Bij het schillen gaan vitamines, mineralen en eiwit in bijzondere mate verloren en vanzelf sprekend ook zetmeel. Men kan veilig zeggen, dat met de schil twintig procent van het in de aardappelen aanwezige vitamine c wordt weggeworpen. Laat men de geschilde aardap pels vervolgens in water staan en zet men ze dan in ruim water op, dan stijgt het verlies tot zestig procent terwijl bij koken in de schil ten hoogste twintig procent verloren gaat. Een soortgelijk verlies lijden wij op het gehalte aan b-vitamines en aan mineralen. Bovendien staat de geschilde aardappel nog tijdens het koken zetmeel en eiwit aan het kookwater af, zoodat men een in elk opzicht belangrijke in waarde verminderd product op tafel brengt. Waarom stellen wij den aardappel aan dit waardeverlies bloot? Eigenlijk valt hiervoor geen andere reden aan te voeren, dan dat de sleur het nu eenmaal zoo wil. Wie de proef heeft genomen met het koken van den aard appel in de schil, prijst den pittigen smaak van het op deze wijze verkregen gerecht en hij wil" niet meer terug naar de oude en „flauwe" be reidingswijze. Wie wel de voordeelen wenscht van de schil, maar de schil zelf niet wil nut tigen, kan natuurlijk een tusschenweg bewan delen, door de gekookte aardappelen op het bord te pellen. De praktijk leert echter, dat men ook den smaak van de schil al spoedig leert waardeeren. Ondernemende huisvrouwen zullen dan ook niet nalaten een proef met deze bereidings wijze te nemen en een mogelijk op vooroordeel berustenden tegenstand der huisgenooten met tact weten te overwinnen, door zelf het goede voorbeeld te geven. Men kieze hierbij aardap pelen van ongeveer gelijke grootte, deze worden goed afgeborsteld, gewasschen en zoo noodig gepit. Daarna worden ze opgezet met een bo dempje kokend water en een half uur in een goed gesloten pan gekookt. De aardappelen zijn dan gaar en het water is verkookt. Na even te zijn omgeschud, komen de aardappelen ln hun gebarsten schil smakelijk op tafel. Het gebruik van zout is bij deze kookmethode over bodig: de ziltige smaak van den aardappel zelf, die niet door afkoken is verloren gegaan, doet niemand naar keukenzout verlangen. Ook in stamppot laten de ongeschilde aardappelen zich uitstekend gebruiken. De huisvrouw, die er in slaagt haar gezins leden te winnen voor het toepassen van deze grondregels, bewijst daarmede een niette onderschatten dienst aan de gezondheid van haar huisgezin. Bovendien bereikt ze voor haar huishoud beurs een zeer belangrijk voordeel. Veronder stel, dat haar gezin uit zes personen bestaat en dat ze daarvoor een wintervoorraad van zeven mud pleegt op te doen; door de aard appels in de schil te gebruiken, kan ze thans ruimschoots volstaan met zes mud. We zouden het voordeel ook zoo kunnen uitdrukken, dat de ongeschilde aardappel het gezin in staat stelt iedere week een dag gratis aardappelen te eten. Eigenlijk symboliseeren de vier teekeningen, die u hier ziet, twee gevleugelde woorden, na melijk: het hart van den man gaat door z'n maag (onromantisch maar waar) en: het oog wil óók wat. In nadere toelichting, de huisvrouw moet een gedeelte van den dag tusschen potten en pannen doorbrengen om manlief aan den maaltijd tevreden te stellen, maar bij deze huishoudelijke bezigheden moet ze er toch aantrekkelijk uitzien. Nu we in een moeilijken tijd leven het wordt bijna een gemeenplaats laten we lie ver zeggen, nu we in een tijd leven, die ge schiedenis maakt, komt dit voor menige huis vrouw in directe consequentie hierop neer, nat ze mèèr uren van den dag dan ze gewend was, in de keuken en met huishoudelijke bezigheden moet slijten. De omstandigheden hebben het meegebracht, dat de luxueuze kant van het leven slijt en de werkende kant wint, met het gevolg, dat de werkkleeding grootere belang stelling krijgt en die ook verdient. Want het oog wil ook wat, niet alleen andermans oog, maar ook ons eigen oog. Werken in huis is prettig maar dan moeten we ook op werken gekleed zijn zonder dat we ons als een sloof voelen toegetakeld. De „keuken"-mode is er trouwens al jaren lang op uit om de moderne huisvrouw, die tusschen de bedrijven door veel zelf doet, coquette en tegelijkertijd vlotte schortmodellen voor te leggen, welke haar mid- dagjürkje of rok en blouse geheel beschermen. Vlot en practisch gaan zeer wel samen, dat hebben we al veel eerder dan vandaag ontdekt. Er zijn huisvrouwen, die hardnekkig vast houden aan de witte jas, óók voor het werk in huis. Nu doet de onberispelijke gesteven jasschort het uitmuntend in een apotheek, een laboratorium of in den kruidenierswinkel, maar de ietwat smoezelige, gekreukelde jas in huis doet, op z'n zachtst gesproken, hoogst ongezellig aan. Heeft u echter uw hart ver pand aan dit model, maak het aan van ge bloemd materiaal zooals de derde figuur (van links naar rechts) op de teekening draagt. De korte mouwen doen ook heel wat vlotter aan dan de lange, witte kachelpijp, en de zakken ontbreken niet. De sluiting met groote knoopen maakt een ceintuur overbodig: enkele figuur naadjes in den rug zorgen voor de aangesloten lijn. Wie met haar lengte geen raad weet, ziet er op haar best uit in het swagger-model (tweede van links naar rechts), met drie knoopen gesloten en voorzien van den onmisbaren zak, waar stofdoek, huishoudbeurs, kleine gevonden voorwerpen enz. in geborgen en vergeten kun nen worden. Zijn de jas en de swagger echte werkschor- ten, het rechter modelletje, dat bovenaan met twee speldjes op de japon wordt vastgezet is bedoeld voor de huisvrouw, die het zonder dienstbode moet stellen en zelf gedurende den maaltqd de spijzen moet af- en aandragen, Van links naar rechts: het rubber- schort is puntenvrij, de swagger kan gemaakt worden van Brabantsch bont, dat niet besmettelijk is; voor de jas nemen we gebloemd materiaal met een donker fond, waarop vlekken ook nau welijks zichtbaar zijn en voor 't rech- tcrschortje, dat voorgespeld wordt en met een band om het middel sluit, kan elk materiaal gekozen worden, dat tegen een spatje kan waarbij o zoo gemakkelijk vlekken worden op- geloopen. Dit coquette voorschootje misstaat niet; aan tafel zittend kan het bovenstukje zelfs naar beneden worden geslagen. Hoe het, voor de eventueele aanschaffing van materiaal met uw puntenkaart staat en wat er van een aanwezige schort of oude zomer jurk in een van deze modellen kan omgetoo- verd, dat moet u zelf uitmaken. Puntenvrij is het geheel linksche schortje van doorzichtig afwaschbaar materiaal, ook van rubber een practisch bezit, met het oog op de dagelijksche omwasch. Het is wel een hard gelag, dat: poetsdoeken, vaatkwasten. panschuurders, zwabbers, poets katoen, asbestkleeding, mijnwerkerskleeding, beroepskleeding, beschermende kleeding tegen teer en mest enz. puntenvrij zijn en dat de huisvrouw, die poetst, schuurt, zwabbert en haar kleeding tegen stof en spatten beschermen moet, voor een halfschort tien en voor een mouwschort dertig punten moet offeren. Maar als de keuken ons domein is, dan verdient de keuken-garderobe onze volle aandacht plus een stukje van de puntenkaart. A. Bgl De hulp, die de huisvrouw bij haar moeilijke taak van de gezinsvoeding thans geboden wordt in den vorm van de gedrukte publicaties, welke voor en na verschijnen en haar voor lichten, moet niet over het hoofd gezien wor den. Ditmaal is het een geïllustreerd hand boekje met recepten „Ons Dagelijksch Brood" ondertitel: Goede Maaltijden in Oorlogstijd (Drukkerij La Rivière Voorhoeve, Zwolle) waarop wij de aandacht der huisvrouw willen vestigen. In dit aardige boekje, dat door het lang werpig formaat, de vroolijke illustraties en den gekleurden omslag, welke in beeld brengt, wat de eigen bodem aan zuivel en tuinbouwproduc ten biedt, even doet denken aan een prettig prentenboek, geeft mevrouw C. J. OomsVln- ckers een korte uiteenzetting over de waarde van en den omgang met de voedingsproducten (over vleesch wordt gezwegen) van eigen land. In tabellen zijn aangegeven de hoeveelheden levensmiddelen noodig voor een gezin van vier personen, alsmede de soorten groenten en fruit, welke de eigen bodem ons elk der twaalf maanden van het jaar schenkt. Bij het tachtigtal recepten, dat volgt, samen gesteld door A. J. Reiding, leerares koken en voedingsleer, spelen uit den aard der zaak de zuivelproducten, met name de kaas, een be langrijke rol. Van de vijf en twintig restver- werkingen nemen wij er hier een over: Heete rest met kaas. Rest gekookte aardappelen, rest groente, half pond tomaten, twee afgestreken eetlepels boter, een ha*f ons jonge kaas. Laat de boter in een emaille of ijzeren schaaltje (waarin men straks het hapje op tafel zal brengen) smelten. Leg er een laagje aardappelen op en vervolgens afwisselend groente, plakjes tomaat, plakjes kaas, aardap pelen enz. Zorg dat de bovenste laag uit aard appelen bestaat. Laat het op een zacht vuur warm worden. Overgiet het geheel met wat melk of wat verdunde jus. Hebt ge al bedacht, dat echt zijden des sous warmer zijn dan katoenen of kunst zijden weefsels omdat echte zijde een slechte warmtegeleider is? Wanneer uw beurs het lijden kan, wacht dan niet met het aanschaffen van toile de sbie of shan tung, dat vrij verkocht wordt, zoolang de voorraad strekt) om er camisoles of on derjurken van te maken. Is echte zijde u te duur en laat uw pun tenkaart het koopen van wollen ondergoed niet toe, wees dan zoo vernuftig om te be denken, dat ge twee lagen dun katoenen of kunstzijden ondergoed over elkaar kunt dragen. De twee paar zijden kousen, die ge den vorigen winter over elkaar droeg, heb ben roei geleerd, hoe verrassend het resul taat van „dubbele" kleeren (al zijn ze nog zoo dun) is. Onthoud ook, dat een trui, een jumper of een vest, in een woord, alle gebreid en jersey goed aanmerkelijk warmer zit, wan neer men er een zijden blouse of een voe ringlijfje onder draagt; dit verhindert, dat de buitenlucht door de mazen dringt. Kunt ge tot het koopen van wollen dekens niet overgaan, vergeet dan niet, dat van twee oude. dunne dekens een heel warme dekking te maken is, door ze tegen elkander te rijgen met tusschenin een voering van kranten. Om de nog goede wollen dekens voor slij tage en vuil worden te behoeden, kan van twee lakens een deken-overtrek gestikt worden. Deze zak, die de deken (s) geheet omsluit doet tegelijkertijd als bovenlaken dienst. Het gaat den mensch zoo gemakkelijk af, te accepteeren, klakkeloos, zonder nadenken de geschilde vrucht aan te nemen, zonder er zich in te verdiepen, wie het werk van planten, plukken en pellen deed. En de. stille werkers, die voor het algemeen welzijn hun krachten gaven, bezitten meesttijds naast hun stuw kracht een te groote bescheidenheid om zich te willen doen opmerken. Hoe weinig beseffen de jongeren, wat zü den ouderen pioniersters ver schuldigd zijn en hoe is wellicht in de oudere generatie een ieder te zeer vervuld van eigen levensbelangen om zich er genoegzaam in te verdiepen, wat er aan verdienstelijken arbeid verzet is door één, die niet de zorg voor een eigen gezin had en haar krachten gaf aan 't groote gezin van het openbare leven. Is de naam van mejuffrouw Marie Bonnike niet vergroeid met het opkomende katholieke sociale en charitatieve leven in Amsterdam? En mag die naam thans, nu haar werken waar velen van ons op verder bouwen gestaakt is, niet nogmaals genoemd worden om haar ge dachtenis levend te houden, om kracht te doen uitgaan van haar voorbeeld, om de moede- loozen te bezielen. Want het was een schuchtere en van haar eigen krachten allerminst overtuigde jonge vrouw, die, gesteund door een van haar groote' Ook voor toespijzen komt de aardappel heeft men noodig: 350 gram gekookte kan, zooals de foto laat zien, met een gr. suiker, 1 d.L. melk, 5 gr. zout, 75 gr. dooier, jam voor de garneering. De ingre werkt. Dit wordt op een beboterd bakblik 135 gr. lichtbruin gebakken. De gebakken in aanmerking. Voor een aardappeltaart fijngemaakte aardappel (het fijnmaken rasp gebeuren)150 gr. tarwebloem, 60 boter of vet, wat bakpoeder, een eier- diënten worden tot een stevig deeg ver- ongeveer 2 c.M. dik uitgespreid en bij taart wordt met jam gegarneerd familieleden, Mgr. Ariëns, de eerste stappen op den moeilijken en dikwijls ondankbaren weg van het sociale leven zette. In die jaren dacht een jonge vrouw van goeden huize voor wie het huwelijk niet weggelegd was, nog niet aan een eigen gekozen loopbaan, ook al pochten haar vrouwelijke gaven en capaciteiten voor hun uitingen een bevredigend doel. Hadde mejuf frouw Bonnike in lateren, meer geëmancipeer- den tijd geleefd, op velerlei gebied had zij, in dien het haar streven ware geweest, „carrière" kunnen maken met haar voortreffelijk verstand, haar helder inzicht en goed begrip van zaken, men zou willen zeggen omdat het slechts in den goeden zin doelt met de mannelijke eigenschappen, die zij bezat in harmonie met de onmisbare tendenzen van de ware vrouw, het huishoudelijke en het moederlijke. Want kan het moederlijke zich niet evenzeer uiten in een geestelijke bezorgdheid en bekommernis als in tastbare demonstraties? Zij stelt zichzelf in dienst van het algemeen welzijn, zooals dat past in het kade# van den tijd, waarin zij begon haar ac tiviteit naar buiten te ontplooien, en bezield door den vurigen Ariëns krijgt ze moed, naar mate ze ongeweten krachten in zichzelf ontdekt. Haar eerste streven is mede te werken aan de oprichting van den Katholieken Vrouwenbond in de hoofdstad, welke in November 1912 tot stand komt. Mejuffrouw Bonnike heeft daar aanvankelijk de functie van secretaresse en al spoedig wordt ze voorzitster. Worden er dan plannen gemaakt voor oprichting van een fede ratie, het is mejuffrouw Bonnike, die gevraagd wordt zitting te nemen in de commissie. Bij ac clamatie wordt ze, als de tijd van aftreden als presidente daar is, tot voorzitster gekozen] Bij het lustrum van den Diocesanen Vrouwen bond in het bisdom Haarlem wordt de ijveraar ster door Z. H. den Paus het Eerekruis „Pro Ec clesia et Pontifice" geschonken. In het Federatiebestuur heeft ze dan, als dit wordt samengesteld, de functie van penning- meesteresse. Wanneer ze na vier jaar uittreedt om haar intrede te doen in de Provinciale Sta ten van Noord-Holland, wordt haar voor haar pionierswerk het gouden Bondsinsigne overhan digd. Het vermelden van deze feiten beslaat slechts weinige regels druk, u heeft ze in een oogwenk gelezen. Maar hoeveel werk, dat verzet werd, ligt daar niet achter, wat een denk-energie, welk onafgebroken streven, wat een ver moeienissen en opofferingen van eigen gemak. In het openbaar heeft ze moeten spreken, tal- looze malen; het kostte haar in den aanvang veel moeite, ze voelde zich beschroomd, onge schikt, vooral ook, voor openbare functies, on geschoold. Maar haar ijver en doorzettingsver mogen overwonnen eiken innerlijken tegenstand Toen het begin eenmaal gemaakt was. kende haar actieve natuur geen, maar dan ook hee- lemaal geen rust meer. Zichzelf telde ze nooit. Omstreeks 1920 is er een nieuw groot werk, dat haar wacht. Door haar charitatieven arbeid aan welke katholieke vereeniging is haar naam in den loop der jaren niet verbonden ge weest was zij in aanraking gekomen met het volksgezin en had zij gezien, hoeveel misstanden er in de gezinnen voorkomen zouden kunnen worden, indien de vrouw over wat meer huis houdelijke kennis beschikte. Haar hart voelt mee met de ellende, die een gevolg is van deze on kunde, maar haar bezige geest is al aan 't or- ganiseeren, aan het bijeenroepen, aan 't oprich ten van een leergang, die aan volksmeisjes de allernoodzakelijkste beginselen van naaien en koken bijbrengt. De opkomende generatie zal, voor zoover het in haar macht ligt, betere huis moeders leveren. Ideeën bleven bij juffrouw Bonnike geen ideeën, het werden daden. En niet lang duurt 't, of de eerste katholieke huis- houdcursus wordt gegeven in het voormalige Agnestehuis voor alleenwonende vrouwen en meisjes (ook door haar toedoen opgericht) Al heel spoedig blijkt de behoefte aan een katholieke huishoudschool, ook voor meisjes uit andere kringen, zóó dringend, dat tot de op richting van een katholieke vakschool voor meis jes wordt overgegaan. En het is niet teveel ge zegd, dat mejuffrouw Bonnike, met haar groote kennis van zaken, haar helder inzicht en haar uitgebreide relaties, hierin het leeuwenaandeel heeft gehad. Zij wordt bestuurslid en al spoedig groeit de school uit, er komen twee nevenafdee- lingen. Door de voortreffelijke wijze, waarop zij als lid van het bestuur haar functie verricht in de moeilijke jaren, dat men met het Rijk tot ïegeling van de definitieve subsidie moet ko men, vallen haar juiste adviezen en acute op stellingen van rekening en verantwoording in goede aarde bij het Ministerie van Onderwijs Men benoemt haar tot lid van den Onderwijs raad. Tot den zomer van het vorig jaar (toen moest ze om gezondheidsredenen ontslag nemen) heeft de vorming van de vrouwelijke jeugd tot flinke en kundige huismoeders al haar liefde en on vermoeid streven gehad. Als zy in 1935 de hoofdstad verlaat om zich in het rustige Heemstede te gaan vestigen, zet dat allerminst een punt achter haar actief be staan. Ook hier weet zij zich met velerlei werk zaamheden te vereenzelvigen. Het bezig-zijn is zoo met haar heele persoon vergroeid, dat zij in haar zestiger jaren aan rust nog niet denkt en een zeldzaam actief leven leidt. De R. K. Vakschool blijft ze met haar rijke ondervin ding, als bestuurslid, bijstaan. Daarnaast gaat ze op ziekenbezoek, geeft ze onderricht aan kin deren en volwassenen, die gedoopt wenschen te worden, En bij dat alles kent ze geen rust, wat betreft het bijzetten van luister aan Gods Huis Elke week verzorgt ze eigenhandig de bloemen in haar parochiekerk en wie zal het aantal meters liturgisch borduurwerk schatten, dat er in den loop der jaren uit haar altijd-bezige handen is gekomen? Welke was toch de pushing" power, de stu wende kracht, zouden we willen zeggen, van dit uitzonderlijk werkzaam leven, waarin eigen belang nooit een rol heeft gespeeld. Ongetwij feld was het 't harmonisch geheel van haar voortreffelijke eigenschappen, het samengaan van een zuiver oordeel en een warm hart, met organisatievermogen en doortastendheid ze wist altyd een uitweg uit moeilijkheden en was Mejuffrouw Bonnike, naar eèn teeke ning van Marijke Povel snel in haar besluiten en daarbij het typisch vrouwelijke vermogen om ten.gunste van een of ander, van al haar relaties partij te trekken. Maar naast deze combinatie van eigenschap pen, was er een andere en gróótere kracht, die haar droeg en die op haar bidprentje zqó staat omschreven: zij heeft God gediend zonder een ander loon te verwachten dan het bewustzijn Diens heiligen wil volbracht te hebben. In haar eigen oogen was het doodeenvoudig wat ze nimmer voor zichzelf maar altijd voor anderen deed. Dat was haar aandeel om aan het rijk Gods op aarde mee te werken, zooals een ander dat naar vermogen doet in gezin of gekozen werkkring. De sterke vrouw was zij, die haar hand sloeg aan groote dingen, maar ook was ze de wijze vrouw, die met bovenna tuurlijke wijsheid ziet, dat een werkzaam leven geschraagd moet worden door het gebed. In haar zou men de- verwezenlijking kunnen zien van wat een kloosterzuster eens zeide: och, het streven naar de volmaaktheid is heel eenvoudig, het is in drie woorden gezegd: bidden, werken, lijden. Zij, die Marie Bonnike kennen uit het open bare leven, kunnen van haar gestaag werken getuigen, wie haar intiemer kenden, weten van haar dagelijkschen ochtendgang naar de kerk, en het eiken dag terugkeerende oogenblik, dat ze zich afzonderde om de kleine getyden der heilige Maagd te bidden. En al is ze voor een uiterlijk lqden gespaard gebleven het ziekbed voor haar dood was kort wie van ons kan oordeelen over, het lijden, dat de ander, diep in zijn hart, ongeweten voor zijn omgeving draagt. Naarmate men verder gevorderd is in de deugd, gaat men voor zichzelf minder eischen. waar geen eischen zqn, is geen be klag. Maar het inneriyk lqden is ieders eigen geheim, waar een ander niet aan raakt. zy stond dicht by God. Mag dat niet gezegd worden? Dat was het gehefm van haar geiyk- matige opgewektheid, van de bezieling, die er onwillekeurig van haar uitging, van heel haar ijverig leven, waarin elke dag een belangeloos zichzelf wegschenken voor anderen is geweest. A. BGL. Hier is een uitstekend recept voor een rheuma- tiek-olie, die snelle verlichting geeft in alle ge vallen van rheumatiek. lumbago en spierpynen. U heeft hiervoor noodig een schoone flesch, 85 gram terpentyn en 15 gram Rheumagic-olie (geconcentreerd). Schud de twee bestanddee- )en goed door elkaar. Het geheim Jigt in de ge concentreerde RheumagiCrOlie, die vqf krach tige," pijnstillende bestanddeelen bevat. Een 15 grams-fleschje Rheumagic-olie kost bü Uw apotheker of drogist 65 cent, dus met de 85 gram ter pentijn bent U voor ongeveer drie kwartjes klaar. Als U afl lang last heeft var. rheumatiekkwalen. is dit recept wel een proef waard Knip dit receptje uit en maak het vandaag nog klaar. Indien de benoodigde terpentijn niet ver krijgbaar is, kunt U eenzelfde hoeveelheid brandspiritus gebruiken. Van de vijf en dertig kilogram vleesch, die de Hollander gemiddeld per jaar tot zich neemt, is naar de statistieken uitgerekend hebben acht ons vleesch van het schaap. Waaruit blijkt, dat we dit dier meer apprecieeren om z'n vacht dan om wat daaronder zit. Schapenvleesch heeft ontegenzeglijk een zeer geprononceerden smaak, waar men van kan houden of niet, maar die ook wel eenigs- zins te camoufleeren is, door den schapenrug of den schapenbout vóór hij op tafel komt te be handelen met andere sterke smaken, die ten doel hebben, 't „schaapachtige" te overtroeven. De liefhebber van lamsvleesch echter ziet den lamsbout 't liefst onbewerkt op tafel verschqnen gebraden met wat stukjes knoflook, die hier en daar tusschen het vleesch gestoken werden. Waar we ons thans aan vleesch (wat de ge rantsoeneerde soorten betreft) met het been zullen moeten wennen, raden wij aan, ook den schapenbout bij voorkeur mét been te nemen. Deze noodzakelijk geworden bijkomstigheid, waar de Hollandsche huisvrouw, in tegenstel ling met de buitenlandsche, wat onwennig tegenover staat, verhoogt echter den smaak van alle vleesch. Hieronder volgen eenige recepten, waarbij de stérke smaak wat verdoezeld is. Lamsbout: Twee K.G. lamsbout, twee ons rundvet, wat zout en peper, twee d.L. azijn, een gesnipperde ui, wat kruidnagelen en laurierbladen. Leg 't vleesch daags te voren in den azijn, die met evenveel water is verdund en waarby het zout en de kruiden gevoegd zijn. Braad het vleesch op de gewone wijze en reken op een braadtijd van een half uur per pond. Ge bruik bij het afmaken van de jus het nat, waar in het vleesch bewaard is, L a m s r u g: Een lamsrug van anderhalf a twee K.G., twee ons boter, indien te krijgen een ons lar- deerspek, zout, wat slaolie. Wasch en zout het vleesch, lardeer het des- gewenscht en braad den rug als ander groot vleesch onder herhaaldelijk bedruipen met de heete boter. Voeg voor het afmaken wat slaolie bij de heete boter, laat die mee heet worden en maak dan de jus af. De slaolie voorkomt het te vlug stollen van de jus. Den rug kan men ook vier en twintig uur van tevoren in de marinade of in de karnemelk zetten. Lamscotelette. Wrijf deze in met zout en peper en braad ze in het heete vet of de boter aan weerszoden bruin. Laat ze op 'n klein vuur gedurende tien minuten goed gaar worden en maak de jus op de gewone wijze af. Lamscote- letten kunnen ook gepaneerd worden. In een smal en sierlijk Amsterdamsch huisje heb ik voor het eerst dien typisch oud-Hol- landschen drank, de kandeel, gedronken. Zoet en geurig in een klein, hoog glas en wonderwel passend bij het duistere cafézaaltje met de geheimzinnig-rustige sfeer van een paar eeuwen terug. Er was een speeldoos, die een vriendeiyk wijsje deed hooren, er waren kellners in oud- Hollandsch costuum, er waren balken en klein# bankjes, een trekbel, een hooge stoep en Iets verder heel die Amsterdamsche schilderachtig heid van oude gevels en boomen, spiegelend grachtwater en bruggen en booten en meeu wen. Niet iedereen is in de gelegenheid kandeel te drinken in zulk een passende omgeving, waar alles Is als op een schilderq van een onzer groote meesters, maar velen zullen het niettemin alleraardigst vinden eens in den huiselijken kring den Camera Obscura-tyd te doen herleven en geurige kandeel te laten rondgaan om een feestavond bijzonderen luister te geven, of op oud-vaderlandsehe wijze de komst van een nieuwen wereldburger te vieren. Oorspronkelijk was deze drank vol zoet aroma immers bestemd voor de jonge moeder en de kraamvisite. Nu zult ge vragen: Wat is dan eigenlqk kan deel? Wel: voor kandeel bestaan vele recepten, doch hoofdzakelijk komen alle daarop neer, dat er een mengsel gemaakt dient te worden van een zwak alcoholhoudenden drank, melk, sui ker, eieren en kaneel, dat meestal warm, doch ook wel koud, gedronken wordt. Er bestaan zelfs recepten, die gewagen van kaneel, foelie, notemuskaat, nagelen en boter of van de toe voeging van room. Een gemakkelijk na te vol gen recept is evenwel het volgende: Heete citroenmelk, waarin een kruidnageltje getrokken is, wordt aangedikt met een opge klopte eierdooier. Hierdoor gaat een scheutje gembernat en om geheel ln stijl te blijven, roert men vervolgens den drank met een kaneelstok en serveert hem met een wafeltje of een soes. Het resultaat is verrassend, zóó verrassend zelfs, dat men zich verwonderd mag afvragen, waarom die andere oud-Hollandsche drank, de advocaat, de eeuwen zoo glorierijk getrotseerd heeft en nog steeds in ons land hoogst popu lair is, terwijl de kandeel met haar geurig, zoet en streelend aroma volkomen op den achtergrond raakte. EEN HUISVROUW VAN NU. par door verkrijgbaar 'mp.:RotterA Prod. Mij. WITTE HUIS - Rotterdam VAN RUN'S MOSTER

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 6