Scheepvaartbeweging in Nederland
Betalingsverkeer met Zwitserland
Interessante cijfers
over 1939
Nieuwe Wadden-polder?
Hoeveel kippen of eenden mag men houden?
Beleediging van Hitier
rouw die in het
donker kwam
NAAR ENGELSCHE RADIO
GELUISTERD
ZATERDAG 12 OCTOBER 1940
Regeling voor oude en voor
nieuwe verplichtingen
Regeling van de pluimvee
centrale
Drukke vaarwegen
Kustvaarders
Wat vervoerd werd
Echtpaar voor het Duitsche
Landgerecht
Met indijking zou spoedig
worden begonnen
Bommen bij Zaandam
en Smilde
Oude verplichtingen
Nieuwe verplichtingen
Invalide meubelmaker gevonnist
HAAKSBERGEN HEEFT
10.000 INWONERS
WOLHANDKRABBEN
Oude vrouw van een trap gevallen
en overleden
UIT DE STAATSCOURANT
Ontslag militaire dienst
P.T.T.
Belastingen
DOOR SYDNEY BORLER
ii^
de Rijksuitgeverij verscheen dezer dagen
atistiek van de scheepvaartbeweging in
Eeeftr'ant* 0ver het jaar ^939." Deze statistiek
Verk een overzicht van de intensiteit van het
l&n ",ew °P de rivieren en kanalen in Neder-
!iJk Teneinde hiervan een zoo volledig moge-
357 beeld te verkrijgen zijn op niet minder dan
re ,PUnten waarnemingen verricht. Het mee-
en .eel dezer punten is gelegen aan bruggen
Ctn~'Ulzen. terwijl de overige (47 stuks) dienen
henh 1 verkeer in 6611 aantal belangrijke bin-
oe davens te registreeren. Bij de eerstgenoemr
de ,elpunten zijn de gepasseerde schepen, bij
k0 :)atstgenoemde de in de haven binnenge-
en en vertrokken schepen geteld.
uit de statistiek blijkt, dat in 1939 het
^Sterdam-Rijnkanaal de drukste vaarweg
^as; door de sluizen te Vreeswijk passeer-
den bijna 86 duizend schepen met een laad-
Verrn°gen van meer dan 20 millioen ton.
tweede en derde plaats worden in-
Benomen door de Rijnvaart en de vaart
°°r het Kanaal door Zuid-Beveland; zoo
vel langs Lobith als langs Hansweert pas-
Seerüen ruim 77 duizend schepen.
moet niet uit het oog verloren wor-
ru8«la de RÜnvaart Ip sterke mate den te-
Setrpri8 ondervond van den in September in-
'ean n oorlogstoestand. Niettemin staat,
0,a'1fleer het laadvermogen der schepen als
ftïilr wordt aangenomen, Lobith met 60
Ij l0en ton nog veruit bovenaan, terwijl dan
tWeMVeert met bijna 25 millioen ton. op de
6juj e Plaats komt. Verder passeerden door de
tIlpt2en te Zaandam ruim 73 duizend schepen
ton 6611 ^aadverm°Sen van meer dan 5 millioen
Nederland tal van drukke vaarwegen be-
hiine k wel duidelUk uit de volgende opsom-
g(,, 8 van de aantallen gepasseerde schepen:
556'"kel (Overtoomsche Sluis, Amsterdam)
G0 TJ (Oranjesluizen, Amsterdam) 48920;
<Gouda> 47998; Oude Rijn (Alphensche
Zen "n 47446; Delfshavensche Schie (Parkslui-
z Rotterdam) 44958; Maas (Sambeek) 40325;
Wa (®PanJ'aardsbrug, Leiden) 37936; Maas-
aa'kanaal (Weurt) 36024.
floo6rder voeren meer dan 30 duizend schepen
ka/ Öen IJsel doesburg), het Rijn-Schie-
(JVraal (Leidschendam), het Julianakanaal
(jUtaSbracht)- het Noord-Hollandsch Kanaal
dn en den TVmstel, terwijl meer dan 20
Te/end schepen geteld werden aan het kanaal
(K deuzen-Gent (Terneuzen), de Willemsvaart
terveer), het kanaal Nieuwe Zijlen-Har-
ïiopt/- <Harlinservaartsbrug, Leeuwarden), het
b0;a"eP (Gaarkeuken), het vaarwater Stroo-
(t, emmer (Bergumerdam), het Zwartewater
sselt) en de Dieze (Engelen).
vP 'J e telpunten is niet alleen gelet op laad-
o,-rfn0gln.en aantal der schepen, doch is ook
™eid gemaakt tusschen geladen en ledige
tiiizpPen' ',erwiJ' aandacht is besteed aan de
bewo'T,aaI0P.de getelde schepen werden voort-
geaevp/' ieder telpunt worden afzonderlijke
stoor *S vel'strekt betreffende de gepasseerde
«i. motor-, sleep- en zeilschepen met me-
I oh tuC hulpkracht. Bij de Rijnvaart langs
J°Dith blijken de sleepschepen, op het Amster-
,arnRijnkanaal daarentegen de motorschepen
c overheerschen; zoo werden bij Lobith geteld
<07i sleep-, 19697 motor-, 1439 stoom- en 583
eilschepen en 3572 schepen met mechanische
Pipkracht en bij Vreeswijk 44302 motor-,
545a6 8leeP"> 4730 stoom- en 293 zeilschepen en
schepen met mechanische hulpkracht.
P
vaai-d afzonderlÜke groep vormen nog de kust-
W0lcj s' die °P vele waterwegen in ons land
Lohitg Waargenomen. Zoo passeerden er langs
zar«) 3109 kustvaarders, langs Kornwerder-
ter ijv. (WaddenzeeIJselmeer) 2278, Deven-
(het IJmuiden 1569, door de Oranjesluizen
'Betnsu 969door de zeesluis te Farmsum
^alch aal) 910, Vlissingen (Kanaal door
ep fineren) 699, Terneuzen 687, Vreeswijk 656
et8Umerdam 645.
Tepein
4e ör^nde tevens een inzicht te verkrijgen in
tep erenstroomen> die aan het waterverkeer
euptf°ndslag liggen, zijn verder aan 25 tel-
t'evpp gelegen aan drukke vaarwegen, nog ge
hokt ferzameld betreffende den aard en de
Vree eelheid der vervoerde goederen. Langs
clpfp^'jk passeerden bijna 11 millioen ton goe-
Isp Waarvan ruim 2 millioen ton steenko-
1.7(L 3 millioen ton beurt- en stukgoederen,
'dh bc°6. ton zand en grind, en bi
bciiwmateriaal en ruim 600.000 ton granen.
J^lotte is voor een aantal der belangrijk-
telppnten nog een vergelijkend overzicht
700.000
Sen vijftal jaren gemaakt. Hieruit blijkt,
VrÜwel over het geheele land met uit-
°Ver
dat
^hdering van Groningen en Friesland de
öapeePVaart in 1939 minder druk 18 geweest
lh voorafgaande jaren.
?*e vermindering is vermoedelijk voor een
^grijk deel het gevolg van den achteruit
gas in den aan- en afvoer ter zee, waardoor
bet daarbij aansluitende vervoer door de
henvaart terug moest loopen.
Vooral de Rijnvaart ondervond in sterke
mate den terugslag van het wegvallen van het
kolen- en ertstransito van en naar Duitsch-
land.
Het Duitsche Landgerecht gevormd
door een alleensprekend rechter behan
delde Vrijdagochtend in het nieuwe zitting
gebouw aan den Langen Vijverberg te Den
Haag enkele zaken tegen Nederlandsche
staatsburgers, die zich aan de voorschrif
ten der bezettingsautoriteiten hadden ver
grepen.
Het echtpaar T. uit Utrecht was ten laste
gelegd, dat het tot 23 Augustus van dit jaar
opzettelijk naar een verboden zender had ge
luisterd en het gehoorde had verbreid en op
23 Augustus bij zijn arrestatie verzet te hebben
gepleegd jegens de Duitsche politiemannen, die
in burger waren.
Man en vrouw, die geen kinderen hebben en
een sigarenwinkel aan het Sint Janskerkhof
drijven de man is bovendien sigarenmaker
waren nimmer gestraft.
Verd. T. vertelde, dat hij nimmer het ge
hoorde had verder verteld en dat hij nooit
iemand de gelegenheid had gegeven te luis
teren, hetgeen ook ten laste was gelegd. Wel
was op den dag van zijn arrestatie familie
van hem over, die in de kamer, waar de radio
aanstond zonder echter, naar verd. ver
klaarde, geluid te geven aanwezig was. Op
een vraag van den rechter verklaarde verd.
dat hij ook niet met een apothekersjongen, die
altijd sigaretten bij hem kocht, over het ge
hoorde had gesproken.. De andere verdachte,
mevrouw T. O., verklaarde, dat genoemde jon
gen wel eens had meegeluisterd in Mei, toen
het' luisteren naar de Engelsche radio nog
niet verboden was. Hij zou het later wel dikwijls
gevraagd hebben, doch zij had dit nimmer
toegestaan. Op 23 Augustus, omstreeks 7 uur
des avonds, kwam de jongen weer binnen en
vroeg, of de man de radio wilde aanzetten om
naar den Engelschen zender te luisteren. Hij
deed dit en dadelijk daarop kwamen de Duit
sche politie-beambten binnen, die hun ver
zochten mede te gaan. Op een opmerking van
den president dat zijn daad gevaarlijk geweest
was, antwoordde de heer T., dat hij er geen
kwaad in gezien had.
Verd. -T. is gedwee metde Duitsche politie
beambten, die in burger waren, meegegaan naar
den auto, die honderd meter verder stond.
Toen hij echter moest Instappen, vertrouwde
hij de zaak niet, daar hü twijfelde met echte
politie-agenten te doen te hebben. Hij verzette
zich en sloeg de beambten ook. Hij zeide wel
te willen instappen, als er een politieagent of
een Duitsche soldaat bij kwam. Een der be
ambten is toen een Duitschen militair gaan
halen en verdachte is toen kalm gebleven en
meegegaan. Ter zitting verklaarde hij zeker te
weten, dat de beambten der veiligheidspolitie
geen bewijs getoond hadden. Mevrouw T. over
het verzet gehoord, verklaarde reeds in den
auto gezeten te hebben, toen haar man zich
verzette. Zij is toen tusschenbeide gekomen.
Ook zij had geen bewijs van de politiemannen
gezien.
Als getuige werd een der beide politieman
nen gehoord. Deze verklaarde van andere zijde
de mededeeling te hebben ontvangen, dat in
den sigarenwinkel van T. naar den Engelschen
zender werd geluisterd. Daar het betrappen
zeer moeilijk is, moest hij de luisteraars min
Of meer overvallen. Daartoe moest degene,
die de melding had gedaan en meer geluisterd
had, naar binnen gaan om den Engelschen
zender te doen aanzetten. Daarna ging getuige
naar binnen, kocht een sigaar en hoorde, dat
de radio aangezet was. Hij kon echter niet
hooren, of dit de Engelsche zender was. Ge
tuige maakte zich in het Duitsch als politie
beambte bekend en liep om de toonbank heen.
Toen werd de radio afgezet. Getuige beval
toen den echtelieden met hem mee te gaan
naar de wacht, hoewel zij ontkenden naar der.
Engelschen zender te hebben geluisterd. Bij den
auto gekomen verzette verd. T. zich, nadat de
vrouw in den wagen had plaats genomen. T.
riep om een Nederlandschen agent en zijn
vrouw kwam tusschenbeide. Getuige is toen
gegaan naar eenige Duitsche officieren en
kreeg assistentie van een Feldwebel. Daarop
zijn de verdachten zonder verzet meegegaan.
Later heeft T. zich bij getuige verontschuldigd.
De Staatsanwalt was ven oordeel, dat vast
stond, dat de verdachten naar den Engelschen
zender geluisterd hebben, ondanks het verbod
en dus strafbaar zijn. Hij achtte niet bewezen,
dat het beluisteren als regel geschied was.
Tegen T. eischté hij wegens het afluisteren
een gevangenisstraf van één jaar en driehon
derd gulden boete en tegen mevrouw T. een
half jaar gevangenisstraf en honderd gulden
boete.
Wat de wederspannigheid betreft, was de
Staatsanwalt van oordeel, dat er geen twijfel
bestond, dat de verdachten wisten met politie
ambtenaren te doen te hebben. Tegen T. luidde
de eisch te dezer zake acht maanden gevange
nisstraf en tegen zijn echtgenoote drie maan
den, met de bepaling, dat de straffen voor de
beide delicten kunnen worden samengevoegd
en dat het voorarrest kan worden afgetrokken.
Na raadkamer veroordeelde de landrech
ter T. tot een gevangenisstraf van één jaar
en drie maanden en geldboete van 20Ö
gulden of veertig dagen .gevangenisstraf
voor beide delicten en mevrouw T. tot zes
maanden gevangenisstraf voor beide delic
ten, met aftrek van zes weken voorloopige
hechtenis, verbeurdverklaring van het
radiotoestel en veroordeeling in de kosten
van het proces.
Bij de overwegingen had de landrechter in
aanmerking genomen, dat niet vastgesteld is,
dat de berichten door verdachten verbreid zijn
en dat zij waarschijnlijk niet met boos opzet
naar den Engelschen zender had geluisterd.
Van bevoegde zijde vernam de N. Rott. Crt.,
dat de inpoldering van een complex kwelder-
grond ter grootte van duizend hectare, gelegen
aan de waddenkust ten Noorden van Uithuizen,
vermoedelijk niet lang meer op zich zal laten
wachten. De besprekingen hebben het stadium
bereikt, dat binnenkort een beslissing verwacht
mag worden. Het betreft hier een werk, dat
vier millioen gulden zal kosten, en bij de uit
voering waarvan 1000 a 1500 arbeiders naar
schatting gedurende vier Jaar betrokken zullen
zijn.
De pas tot stand gekomen inpoldering De
Slikken heeft onlangs haar doopnaam ontvangen.
Voortaan zal dit kustgebied, op voorstel van de
ingelanden en met goedkeuring van den com
missaris der provincie, mr. J. Linthorst Homan-
polder heeten.
In Zaandam is in den nacht van Donderdag
op Vrijdag een Engelsche bom neergekomen, die
aan het gemeentelijk bieten- en boonenveld
aan de Heijermansstraat eenige schade heeft
aangericht. De woningen in de omgeving liepen
aan ramen en muren door de scherven schade
op. Deze was evenmin van ernstigen aard. Per
soonlijke ongelukken kwamen niet voor.
In den vorigen nacht zijn ook bommen uitge
worpen in de gemeente Smilde. Drie bommen
zijn terecht gekomen in een bouwland en ver
oorzaakten daar groote trechters. Schade werd
niet aangericht.
In aansluitingen op de bekendmaking van 12
Augustus ,j.l. brengt het Nederlandsch Clearing
instituut het volgende ter kennis:
Wederzijdsche betalingsverplichtingen, voort
spruitende uit levering van goederen van wel
ken oorsprong ook, ingevoerd in Nederland,
respectievelijk in Zwitserland, vóór 10 Mei 1940
op grond van transacties vóór dien datum af
gesloten, zullen worden afgerekend tusschen het
Nederlandsche Clearinginstituut en de Schwei-
zerische Verrechnungsstelle te Ziirich. Voorts
zullen op vorenbedoelde wijze worden verrekend
betalingen wegens de hieronder onder B op
gesomde verplichtingen, alle voorzoover zij vóór
10 Mei 1940 zijn ontstaan, of bij periodiek we-
derkeerende verplichtingen, voorzoover de ver
valdag ligt vóór dien datum.
Stortingen hier te lande op grond van deze
oude verplichtingen dienen ook verder, overeen
komstig de publicatie van 12 Augustus jl., te
geschieden op postrekening no. 2048 (Neder
landsch Clearinginstituut „Bijzondere reke
ning") of op de „Bijzondere Rekening" bij de
Nederlandsche Bank N.V. te Amsterdam. Voor
zoover reeds stortingen tegen vorenbedoelde
oude schulden hebben plaats gevonden, zal door
het Nederlandsche Clearinginstituut voor door
zending van advies van storting aan de Schwei
zerische Verrechnungsstelle te Zürich worden
zorggedragen
Voor verdere stortingen tegen oude verplich
tingen is voortaan een vergunning van het De-
viezeninstituut te 's Gravenhage vereischt, aan
te vragen per formulier B/1, met vermelding
bovenaan het formulier „ZwitserlandOude
verplichtingen".
Deze stortingen hebben geen bevrijdende wer
king.
Nieuwe wederzijdsche verplichtingen wegens:
A. Invoer van Nederlandsche goederen in
Zwitserland en van Zwitsersche goederen in Ne
derland na 9 Mei 1940;
B. De hieronder vermelde kosten, voorzoover
de betalingsverplichting na 9 Mei 1940 is ont
staan of, bij periodiek wederkeerende verplich
tingen, voorzoover de vervaldag ligt na 9 Mei
1940.
1. Nevenkosten van het Nederlandsch-Zwit-
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in
Oorlogstijd maakt bekend, dat bij de bepaling
van het aantal kippen en/of eenden, hetwelk
elke houder van kippen of eenden ten hoogste
mag aanhouden, de Nederlandsche Centrale voor
Eieren en Pluimvee, hierna te noemen: de Cen
trale, de navolgende regelen in acht neemt:
Het bepalen geschiedt op de basis „van het
aantal in September "1939 geïnventariseerde die
ren, met dien verstande, dat voor de in hier-
neven staande kolom 1 onderscheiden bedrijven
het maximum aantal aan te houden kippen, resp.
eenden, overeenkomt met de in kolom 2 telkens
daarachter aangegeven percentages van het
aantal in September 1939 geïnventariseerde kip
pen, resp. eenden.
Aantal kippen per be-
van het aantal bij
Aantal eenden per be-
van het aantal bü
dryf naar den toestand
de inventarisatie Sep
drüf naar den toestand
de inventarisatie Sep
by de inventarisatie
tember 1939 aanwezige
bij de inventarisatie
tember 1939 aanwezige
September 1939
kippen, dat ten hoogste
September 1939
eenden, dat ten hoogste
mag worden aan
mag worden aan
gehouden
gehouden
1
2
1
2
1— 15
100 met een max.
'1— 30
100 met een max.
van 10 dieren
van 10 dieren
15— 30
55
30— 750
20
30— 75
3V/S
750—2500
15
75— 150
30
2500—4000
10
150— 300
26
4000 en meer
8
300— 450
22
450— 600
18
600— 750
15
750—1500
11
1500 en meer
8
In afwijking van dit bepaalde worden de hier
genoemde percentages ten aanzien van degenen,
die zijn toegelaten tot de groepen „fokkers van
kippen", resp. „fokkers van eenden", en tot de
groep „houders van vermeerderingsbedrijven",
resp. van kippen en van eenden, vastgesteld door
de Centrale, met inachtneming van de hoe
danigheid van het betrokken bedrijf, met dien
verstande, dat de fokkers van kippen gemiddeld
ten hoogste 43 pet., de fokkers van eenden ge
middeld ten 'hoogste 20 pet., de houders van
vermeerderingsbedrijven van kippen gemiddeld
ten hoogste 36 pet. en de houders van vermeer
deringsbedrijven van eenden gemiddeld ten hoog
ste 16 pet. van het totaal aantal der in Septem
ber 1939 geïnventariseerde dieren voor elke groep
zullen mogen aanhouden.
Het in eenige grootteklasse door toepassing
van bovenstaande percentages verkregen maxi
mum aantal dieren wordt door de Centrale te
vens als minimum voor de bepaling van het
aantal dieren in de onmiddellijk daarop volgende
grootteklasse aangenomen.
In afwijking van bovengestelde regelen kan
het aantal -ten hoogste aan te houden dieren
door de Centrale of de door deze aan te wijzen
instantie worden verlaagd ten aanzien van de
genen, die ter beoordeeling van de Centrale of
de door deze aan te wijzen instantie uit anderen
hoofde dan de pluimveehouderij een voldoende
bestaansbron hebben.
Indien ten genoege van de Centrale of de
door deze aan te wijzen instantie is aangetoond,
dat de cijfers van de September-inventarisatie
ten aanzien van een bepaald bedrijf door bijzon
dere omstandigheden geacht moeten worden
lager te zijn dan overeenkomt met den nor
malen omvang van den stapel van het desbe
treffende bedrijf, is de Centrale of de door deze
aan te wijzen instantie bevoegd het basis-aantal
te verhoogen.
In bijzondere gevallen, ter beoordeeling van de
Centrale of de door deze aan te wijzen instantie,
zullen die maatregelen worden getroffen, welke
met het oog op het desbetreffende geval noodig
mochten blijken, en wel in het bijzonder ten be
hoeve van diegenen, wier inkomstenj ten gevolge
van de uit deze bekendmaking voortvloeiende
maatregelen, naast de bestrijding van de kosten
van levensonderhoud niet toereiken voor de be
taling van renten en publieke lasten.
sersche goederenverkeer zooals transportkosten,
binnensoheepvaartkosten, transportverzekering,
invoerrechten, arbeidsloonen en salarissen, pro
visies, -reclamekosten, kosten voor zakenreizen,
incassokosten, prijsvergoedingen, schadeloosstel
lingen en tusschenhandelskosten;
2. Honoraria voor journalisten, leeraren,
kunstenaars, schrijvers enz.;
3. Veredelingskosten;
4. Patentkosten;
5. Pensioenen, kosten van levensonderhoud,
ziekenverpleging, studie etc.;
6. Transitovrachtkosten;
7. Koersverliezen en interest, voortspruitende
uit verrekeningen over de clearing;
8. Belastingen,
zullen voortaan worden afgewikkeld binnen het
kader der Nederlandsch-Duitsche en Duitsch-
Zwitsersche clearing.
Voorzoover de invoer van Zwitsersche goede
ren in Nederland na 9 Mei 1940 heeft plaats
gevonden of nog zal plaats vinden, op grond van
transacties, afgesloten vóór '20 September 1940,
zal slechts tot verrekeniijg op laatstbedoelde
wijze kunnen worden overgegaan, indien een
schriftelijke vergunning van de Schweizerische
Verrechnungsstelle kan worden overgelegd. Is
dit niet het geval, dan dient de verrekening
dezer invoeren te geschieden op de wijze, als
voor oude verplichtingen voorgeschreven.
Hetzelfde geldt voor uit consignatievoorraden
in de periode na 9 Mei tot vóór 20 September
verkochte goederen, onverschillig op welk tijd
stip die goederen zijn ingevoerd. Overigens geldt
bij consigpatievoorraden als tijdstip van hét
afsluiten der transactie het tijdstip van den
verkoop uit voorraad.
Voorzoover Nederlandsche debiteuren onder
de 12 Augustus J.l. gepubliceerde regeling reeds
van het Deviezeninstituut een vergunning dan
wel een bindende toezegging hebben ontvangen
om voor nieuwen goedereninvoer uit Zwitser
land of andere nieuwe schuldverplichtingen tot
storting op de „Bijzondere rekening" van het
Nederlandsch Clearinginstituut over te gaan,
zullen deze debiteuren nader bericht ontvangen
van het Clearinginstituut, of de reeds plaats
gevonden dan wel toegestane storting krachtens
vorenbedoelde regeling voor verrekening over
de Nederlandsch-Duitsche en Duitsch-Zwitser-
xsche clearing in aanmerking komt.
Nieuwe aanvragen om vergunningen of bin
dende toezeggingen om op vorenbedoelde wijze
tot storting in de Nederlandsch-Duitsche en
Duitsch-Zwitsersche clearing te mogen over
gaan, dienen als tot dusverre te worden gericht
tote het Deviezeninstituut te 's Gravenhage,
door middel van formulier B/1, met vermelding
bovenaan het formulier „Zwitserland-Nieuwe
verplichtingen". Het Deviezen-instituut zal deze
aanvragen behandelen aan de hand van de voor
den invoer yan Zwitsersche goederen voorziene,
mogelijkheden.
Deze stortingen hebben geen bevrijdende wer
king.
De uitbetaling aan crediteuren zal zoowel in
Zwitserland als in Nederland zonder wachtter
mijn plaats vinden.
Nederlandsche crediteuren moeten hun vor
deringen, na ontvangst van het bericht, van
storting van 't Clearinginstituut, indienen door
middel van het in de Duitsche clearing gebrui
kelijke formulier B, in te zenden aan de afdee-
ling „Zwitserland" van het Nederlandsch Clea
ringinstituut.
Voor den expert na 9 Mei 1940 is een ver
effeningscertificaat vereischt. Verwezen wordt
naar onderstaande mededeeling van het Crisis
Uitvoer Bureau. Hiermede vervalt voor den
export naar Zwitserland de Exportdeviezenver-
klaring.
Formulieren zijn verkrijgbaar bij de Kamers
van Koophandel, de banken en het Clearing
instituut.
Het Crisis Uitvoer Bureau makkt in aanslui
ting aan het bovenstaande bekend:
Het vereffeningscertificaat kan bij het Crisis
Uitvoer Bureau worden aangevraagd op de voor
Duitschland gebruikelijke wijze, d.i. door middel
van het gele aanvraagformulier, hetwelk bij den
Economischen Voorlichtingdienst en de Kamers
van Koophandel en fabrieken verkrijgbaar is.
Bij deze instellingen zal binnen enkele dagen
een handleiding voor de invulling van het ge
noemde aanvraagformulier beschikbaar zijn.
Voor producten, welke onder een Uitvoermo-
nopolie uit hoofde van de Landbouw Crisiswet
vallen, is de afgifte van het Vereffenings-certl-
ficaat door het Crisis Uitvoer Bureau gedele
geerd aan de desbetreffende centrale-monopolie
houdsters. Bovenstaande regeling brengt geen
wijziging in de verplichting tot het indienen van
een verzoek om dispensatie, respectievelijk uit-
voermachtiging ingevolge de Uitvoerverbodenwet
en het Crisis Landbouw Uitvoermonopolie-be-
slult 1939.
Het Duitsche Landgerecht behandelde
Vrijdagochtend een zaak tegen den 42-
jarigen invaliden meubelmaker P. C. T. uit
Breda ter zake van beleediging van het
Duitsche rijk, den Führer en de Duitsche
regeering.
T.^ die bij zijn 80-jarige moeder inwoont en
een pensioentje heeft van twee gulden in de
week, is nog nimmer gestraft. Op 28 Juli van
dit jaar zou hij zich op het plein voor een kerk
in Breda tegenover den bakker B. B. beleedi-
gend over het Duitsche rijk, den Führer en de
Duitsche regeering hebben uitgelaten. Op 13
Augustus werd T. gearresteerd.
Verd. verklaarde veel ziek te zijn geweest: h(j
was vele malen geopereerd én onder behande
ling van een zenuwspecialist geweest. Na de
evacuatie van Breda was hij met zijn moeder
naar Brugge gevlucht en had onderweg veel ge
leden. Hij gaf het ten laste gelegde toe, doch
verklaarde niet te weten, hoe hij er toe geko
men was. B. vertelde hem, dat hij door de
Franschen was verjaagd en dat de Duitschers
gelukkig zoo spoedig gekomen waren. Toen heeft
verd. gezegd, dat hij over den heelen oorlog
niets meer hooren wilde en daarbij beleedigende
uitdrukkingen gebruikt. Voor de kerk waren geen
andere menschen, die het gesprek gehoord had
den.
B„ als getuige gehoord, verklaarde, dat hij T.
voor de kerk tegen kwam. „Hoe gaat het met
den arbeid?" had get. gevraagd, waarop T. had
geantwoord: „Ga maar weg met je arbeid",
waarop verschillende beleedigingen tegen rijks
kanselier Hitier volgden. Get. verklaarde voorts,
nimmer ruzie met verd. gehad te hebben en
dat niemand anders de beleediging kan heb
ben gehoord. Hij had zich deze beleedigingen
aangetrokken, daar zijn vrouw een Duitsche is.
De Staatsanwalt achtte het ten laste gelégde
bewezen; slechts had de beleediging niet in
het openbaar plaats gehad. Dit is een zeer zwaar
vegrüp: verd. heeft den Fürer uitdrukkelijk
genoemd. Een zware straf is onder alle om
standigheden gerechtvaardigd. Aan den anderen
kant nam spr. enkele verzachtende omstandig
heden in aanmerking: Verd. heeft vele moeilijk
heden ondervonden van de zijde van de Fran
schen en de beleedigingen heeft hij geuit in een
gesprek, dus niet bij wijze van propaganda.
Spr. noemde het tragisch, dat een invalide ar
beider, die slechts twee gulden in de week ont
vangt na zijn geheele leven te hebben gewerkt,
jyist dezen grooten Duitscher beschimpt, die de
beschermer is van alle arbeiders en nooit zou
dulden, dat een arbeider met f 2 per week naar
huis gestuurd wordt.
Spr. eischte een gevangenisstraf van één jaar
met aftrek van voorarrest.
Na raadkamer veroordeelde de landrechter
T. tot gevangenisstraf van tien maanden
met aftrek van acht weken voorarrest en
betaling van de kosten van het geding.
In zijn overwegingen deed de rechter uitko
men, dat bij de bepaling van de strafmaat re
kening was gehouden met het feit, dat het
gesprek, niet door verd. was uitgelokt, dat zijn
zenuwen niet sterk waren en dat hij kort tevo
ren veel geleden had.
Te Haaksbergen is Vrijdag in de familie On
landHalsbergen een zoon geboren, die als
10.000ste inwoner is ingeschreven. Namens B.
en W. werd den vader een spaarbankboekje
overhandigd.
Een Leidsche visscher vond in zijn palingfui
ken, uitgezet in de Haarlemmertrekvaart, twee
wolhandkrabben. In rüim één maand heeft men
op dezelfde plaats reeds zes van deze zeer scha
delijke dieren gevonden.
De bejaarde vrouw A. Panbakker meende, des
avonds een kelderdeur openend, de keuken bin
nen te gaan. Zij viel van een trap in den diepen
kelder. Toen men haar vond, bleek de vrouw
zich zoodanig bezeerd te hebben, dat zij na
eenigen tijd den geest gaf.
Met ingang van 1 November 1940 is aan den
officier van administratie der le klasse F. C.
H. Schlahmilch, wegens opheffing van zijn be
trekking, eervol ontslag uit den zeedienst
verleend.
Aan de officieren van administratie der le
klasse N, B. Spoor en J. C. W. Jobse is eervol
ontslag uit den zeedienst verleend wegens
opheffing van hun betrekking.
Op het daartoe door hen gedaan verzoek is
eerVol ontslag verleend.uit den militairen dienst
aan den reserve-majoor-titulair M. A E.
Seeuwen, den reserve-kapitein J. Wieringa en
de reserve-eerste-luitenants J. M. Schouten,
F. M. A. Buijs, dr. R van der Wijk, en ir. P.
C. van Steenwijk, allen van het wapen der in
fanterie. aan den reserve-kapitein mr. C. J. B.
du Croo, van het wapen der artillerie, zoo
mede aan de reserve-kapiteins voor speciale
diensten W. Olthof, van het wapen der infan
terie en dr. ir. J. D. van Roon, van het wapen
der artillerie, aan den reserve-eerste-luitenant
W. P. Kramer, van het wapen der artillerie.
Met ingang van 16 October 1940 is aange
wezen als beheerder van het bijpost-, tele
graaf- en telefbonkantoor te Amsterdam-Waal
straat, de commies bij den P.T.T.rdienst R. R.
Prenger, thans beheerder van het bijpost-,
telegraaf- en telefbonkantoor te Amsterdam-
Koninginneweg.
De verplaatsing van den inspecteur der di
recte belastingen, enz. H. W. Colmjon, toege
voegd aan het hoofd van de inspectie der
directe belastingen te Leiden, le afdeeling,
naar Eindhoven is ingetrokken.
t
trit*
ft vi4
:.o—aö
Nadruk verboden
vraag is gauw beantwoord," zei Bishop
baad- ,tIk werd met een geheime opdracht
Vt,r.r parijs gestuurd, zoodat ik niemand kon
hij elleh waarheen ik ging. Zonder twijfel," gaf
BCk toe' „had ik jou een paar regels kunnen
de toen ik naar Parijs trok, maar om je
.heid te bekennen, wilde ik ineens met
Va„ Verrassing voor den dag komen. Na den dood
d dien armen Peter, achtte ik het niet meer
bakl/en staaltje van mijn plicht Stadenfield te
chefen te krijgen. Ik wist toen nog niet wie de
trlQpVan dien kerel was, ofschoon ik wel ver-
de e> dat er een achter zat die zich achter
jennen hield."
e drukt je nog steeds zeer geheimzinnig uit."
twftat is het resultaat van mijn loopbaan, ver-
bi p Maar ik zal duidelijker wezen: toen ik
bgj aT~ys was, kwam iemand me in mijn hotel
v'du Het was een ongunstig uitziend indi-
h6e Tongue geheeten. Hij was een brutaal
ilc Hij gaf me te kennen, te weten dat
t)je Verband stond met den Britschen Geheimen
licht/' en bij beweerde eenige waardevolle in-
L ^ngen te kunnen verkoopen.... tot een ze-
prys,*
„Ga verder," drong Holiday aan.
„Na hem aangehoord te hebben, besloot ik tot
den koop over te gaan. Het bleek me nu dat de
man vroeger in betrekking was geweest bij een
zekeren Hector Pandervell in Surrey. Ik kende
Pandervell van verschillende clubs en wist ook
uit de couranten dat hij in de zoogenaamde
hooge gezelschapskringen verscheen. Het ver
haal dat hij me deed, leek me dan ook ongeloofe-
ljjk toe en zeer melodramatisch. Zooals ik echter
al gezegd heb, was de kerel verduiveld sluw. en
hij vertelde verder dat Pandervell niet alleen
chantage pleegde, maar dat hij ook in verbin
ding stond met Stadenfield en Benelli. Het
spreekt vanzelf, dat ik daarna minder cynisch
werd."
„Wist je toen nog niet, dat Valerie door dat
zwijn ontvoerd was?"
„Nee. Nadat ik Tongue echter een zekere som
had gegeven, deelde hij. me verder mede, dat
haar leven door Pandervell bedreigd werd, die
van de eerste de beste gelegenheid gebruik zou
maken om haar uit den weg te ruimen. Daarna
gaf hij me bijzonderheden omtrent Pandervell's
huis in Wykeham, vertelde me dat er een ze
kere geheime, ondergrondsche kelder in een
tuinhuis van zijn landgoed bestond, en hij ver-
aadde me ook op welke manier men daar binnen
kon komen. Ik keerde haastig naar Engeland
terug, las in de couranten over den zoogenaam-
den „zelfmoord" van Velerie in de buurt van
Leicester, waar ik in „De Blauwe Beer" je be
diende Somers en dien stevig gebouwden George
Grainger aantrof. Ik makte dadelijk van hun
diensten gebruik en de rest is je bekend. Nog
iets te vragen?'»
„Waarom vermomde Stadenfield zich als een
Falstaff van het jaar 1929?"
„Stadenfield was vroeger acteur. Ik veronder
stel dat die maskerade een groote attractie vooi
hem had. Hü zal nu in de gevangenis de bewa
kers als schouwburgpubliek kunnen beschou
wen."
„Nog een enkele vraag: Waarom haalde je er
dien avond in Taviton Street de politie bij?"
„Het voornaamste was Stadenfield achter slot
en grendel te krijgen. Ik was van plan Leycester
later zooveel van de waarheid te vertel en, als
Valerie wilde' toestaanOver Valerie gespro
ken, daar is ze juist."
HOOFDSTUK XXXV
De weg naar huis
Valerie zag er verrukkelijk mooi en frisch uit,
en 't was haar allerminst aan te zien dat ze nog
slechts kort geleden aan de klauwen van den
dood ontsnapte. Zy glimlachte tegen de twee
mannén.
.iStoor ik?" vroeg ze. „Als dat zoo is, dan ver-
dwyn ik dadelijk weer om wat boodschappen in
de stad te doen."
Terwül Holiday opsprong om haar tegen te
houden, greep Bishop naar zün hoed, welken hü
op de tafel had gelegd.
„Winkelen," zei hij verwü'tend, „je durft te
bekennen zulk een oppervlakkig wezentje te zün,
dat je over winkelen kimt praten terwijl ik het
laatste half uur niets anders heb gedaan dan
jcuw lof te zingen. En nu," vervolgde hü grin-
nekend, „moet ik maken dat ik weg kom. A's je
zin hebt Holiday, eet dan vanavond by me
oh, nee, ik bedoel morgenavond, want vanavond
zul je wel wat anders te doen hebben. Adieu,
Valerie, veel geluk hoor."
Hij glimlachte nog steeds, terwül hü op het
jonge meisje toeliep. Zü van haar kant legde
haar handen op zijn schouders, trok zün gezicht
naar zich toe en kuste hem op het voorhoofd.
„God zegene je, oude jongen," zei ze, waarna
Bishop zich als een verlegen jongen heen-
spoedde.
Het duurde eenige minuten, voordat de twee
jonge menschen die alleen waren achtergeble
ven, spraken.
Valerie was de eerste, die de stilte verbrak.
„En hoe moet ik jou bedanken?" vroeg ze
zacht.
„Ik heb al een grootere belooning gekregen
dan ik verdien.''
Ze keek hem aan alsof ze hem niet begreep.
„Jou gezond en wel voor me te zien," vervolg--
de Holiday haastig met een heeschen klank m
zijn stem, dien hü met alle geweld wilde ver-
dryven. „Oh, Valerie, als Bishop niet bütüds was
gekomen
Er voer een rilling door haar leden.
.Praat er.niet over, jongen.... ik kAn er niet
aan denken."
„Doch dat is nu allemaal achter den rug." Hü
kwam heel dicht bü haar staan en keek haar in
de oogen.
Ze zag hem op haar beurt aan en ofschoon
haar volle lippen trilden, lag het geluk toch in
die diepbruine diepten weerspiegeld, en geener
lei blik van twijfel.
Eensklaps werd de betoovering verbroken.
„Ik veronderstel dat Bishop al die geheim
zinnigheid verkalard heeft," vroeg ze, terwyl ze
op den divan plaats nam.
„Gedeeltelijk," antwoordde hy.
„Het hinderde me zoo ontzettend dat alles
voor je verborgen te moeten houden, doch' ik
was er wel toe gedwongen," vervolgde ze. „Niet
omdat ik je wantrouwde, maar ik had zulk een
diep medeiyden met mün broer, dat ik er niet
over kon spreken. Ik was vast besloten a les ge
heim te houden, totdat ik een en ander had
ontdekt." Ze wendde zich met een impulsief geJ
baar tot hem. „Kun je dat begrüpen?"
„Volkomen."
„De eenige menschen, die ik in het vertrou
wen' durfde nemen waren Peter Traill arme,
oude Peter, die door mijn schuld moest sterven
en zün vriend, Stanley Bishop. Zelfs jy...."
„Maar ik was 'een vreemde," viel Holiday haar
in de rede. „Er bestond geenerlei motief waar
om je mij Je vertrouwen zou schenken."
„Ik denk dat weinig mannen er zoo over ge
dacht zouden hebben," zei ze. Daarna zuchtte ze
en leunde met haar hoofdje tegen den rug van
den divan.
„Ik heb nog aldoor het gevoel alsof ik een
afschuwelijken droom had," zei ze. „Het is büna
onmogelijk aan te nemen, dat alles werkeiyk
gebeurde." Voor een kort oogenblik leek het
alsof ze bü die herinnering in tranen zou los
barsten; maar ze wist zich te beheerschen met
haar karakteristieke dapperheid.
„Indien het verhaal ooit gedrukt werd
welk een sensatie zou het dan verwekken," ging
ze voort. „Natuurlijk zal dit nooit gebeuren.
Hector Pandervell krijgt een plaatsje in de ge
vangenis en zal gauw genoeg vergeten zyn.
Heeft Bishop je verteld dat hü het Engelsche
hoofd was van een Internationale chantage-
bende?"
„Hü zei dat hü een fortuin verzamelde door
leden van de Engelsche aristoeratie geld af te
persen, omdat hem de noodige geheimen van
hen bekend waren."
„Ja, dat deed hij, maar de vertakkingen van
de organisatie strekten zich verder dan Londen
uit. En te moeten bedenken, dat die man me
door zijn keurig, innemend optreden heelemaal
om den tuin leidde toen ik hem by mevrouw
Laidley Craig ontmoette. Doch hoe kon ik ook
weten wie en wat hy' inderdaad was? Geduren
de mijn verblijf in de villa in Beauva Ion heb
ik door de menschen, die Prins Kuropatin be
zochten, nooit zün naam hooren noemen."
Holiday boog zich over haar heen.
„Het is afschuwelijk je over die dingen te moe
ten hooren praten," zei hij ernstig.
„Dat is nu allemaal achter den rug," ant
woordde ze. „Ik voel me als een kind dat veilig
in moeders armen ligt en nadenkt over de ge
varen die het op den weg naar huis ontmoette."
„Op den weg naar huis," herhaalde Holiday
zachtjes. „Ken je den weg, Valerie, of zal ik Je
dien wüzen?"
Ze keek hem aan en daarna strekte ze met 'n
teeder gebaar haar armen uit. „Ik geloof dat ik
hem ken," zei ze. „Maar' tochzal Ik het
heerlijk vinden als je me hem wüst."
„De vrouw die in 't donker kwam," mompel
de hij schor en hierop kuste hü haar zooals hü
zoo vaak in zyn droomen had gedaan.
EINDE.