Van suikerbiet tot bietsuiker eheimzinnige vijand Plan tot uitkeering van oorlogsschade Tijdens de campagne produceert Nederland ruim vier millioen kilo suiker per dag NEDERLANDSCHE UNIE Kerkelijk leven Houterig Het dragen van insignes of ordeteekenen WOENSDAG 16 OCTOBER 1940 Brood voor graanverbouwers Het dansverbod voor Rotterdam Strenge straffen bij overtreding REINIGINGSDIRECTEUREN BIJEEN TE BUSSUM Een half millioen leden geboekt TE WATER LATING PONZA Mgr. dr. G. J. Vesters Hij vertoeft thans te Melbourne Benoemingen In het bisdom Roermond Instructies van overheidswege Aardappeldïeven voor Arnhemsche rechtbank Zware straffen geëischt Berooving in een café 300 werd, in een gang verstopt, terug gevonden „VERDUISTERAARS" VOOR DE UTR. RECHTBANK Twee stroomingen ten aanzien t van de financiering SLACHTOFFER VAN DE DUISTERNIS Van walmuur gevallen VERMALEN EN BEWERKEN VAN HOOI EN STROO Het verbod, bij Veevoederbesluit 1939 uitgevaardigd, geldt nog MEISJE VERMIS! Jongetjes verdronken UIT DE STAATSCOURANT Belastingen Dep. van Financiën I (Van onzen Brabantschen redacteur) e Twee maanden per jaar werkt de suiker fabriek; tien maanden ligt zij stil. Maar in die twee maanden weet men dan ook van geen ophouden. Karren en schepen vol bie ten komen er per dag aan en karren en schepen vol bieten worden er per dag weg- Êewerkt. Steeds komt weer nieuwe voor raad, steeds worden aan de eene zijde de bieten opgestapeld en worden zij aan de andere zijde weggespoten, om door goten in de fabriek te verdwijnen. Ze worden gewas- schen, met Jacobsladdrfs" omhoog gebracht, ze worden gesneden, uitgeloogd; pulp blijft over en suikersap. Dit wordt gezuiverd, ge kookt, nog eens gekookt en weer eens ge kookt en eindelijk blijft de suiker over. Dag on nacht werkt men door; dag en nacht draaien de machines, spuwen de schoör- steenen hun rookwolken naar buiten, loo- ben ketels vol en leeg, weer vol en weer leeg; Zondag en door de week, bij zonlicht en bij kunstlicht, buiten en binnen, werken aan één stuk door, zonder ophouden tot de laatste biet gesneden en uitgeloogd is. Dan Valt er een vreemde stilte: de fabriek gaat dood om over een maand of tien weer op dezelfde wijze te'beginnen. Set leven, dat er heerscht in deze twee maan den lijkt koortsachtig haastig en het is van een ^"•tstellende regelmaat. Als men in een suiker- abriek komt wordt men overweldigd door hitte 6d lawaai; het is een chaos, waaruit men geen weet, en eerst langzaam en onder goed kleide ziet men de regelmaat van dit alles; °htdekt men, dat de schijnbare willekeur, waar mede de bieten, de halfproducten en het eind product hun weg door de fabriek maken, een v°lkomen in elkaar passend geheel is, waarin «Hes verloopt volgens de beste regels en dat de weg zóó en niet anders moet zijn, omdat op dpze wijze de minste kracht en de minste hid verloren gaat. En hoe minder tijd er ver leren gaat hoe beter, want iederen dag, dat de bleten langer blijven liggen, verliezen zij van bun suikergehalte, vermindert het resultaat van den arbeid der boeren, die de bieten hebben ge pelt en die de coöperatieve fabriek hebben kebouwd. Set geheele gebouwencomplex wordt al van de *erte beheerscht door de enorme schoorsteenen, hoog, dat we twee maal moeten kijken voor *e. aan den voet staande, den top kunnen zien. "eze schoorsteenen voeren de rookgassen af van de ketels, die de kracht moeten leveren mor dit geweldige bedrijf en waar rndom een biüur van ondoordringbare hitte staat. Als de Rookgassen de ketels verlaten, hebben ze een -fnperatuur van 480 gr. C.; hun warmte wordt kobruikt om de pulp te drogen; driekwart van "On warmte staan ze af, want als ze door de "ohoorsteenen het gebouw verlaten, hebben ze J" toch altijd nog respectabele temperatuur van '20 gr. om deze ketels twee maanden te voe len heeft de fabriek 14000 ton kolen noodig; Jat zijn 1400 spoorwegwagons. Het hart van de "abriek is de electrische centrale, die een capa citeit heeft van 2000 pk. Als de bieten aankomen, worden ze van de ^hepen gelost met kranen; de spoorwagons borden leeggespoten met een waterkanon, waar mede een man per uur honderd ton lossen kan; tien wagons spuit hü per uur leeg. Met ditzelfde kanon spuit hij de bieten van de gorren de Cementen, ietwat hellende terreinen, waar de tortelen liggen opgestapeld in de goten, R'aarlangs ze naar binnen verdwijnen. Ze wor sen met de mammouthpomp opgehaald en in wssehrr"">,<,l">s «Tostort; d° aarde wordt ervan Rerwijderd; de steenen eruit gehaald; ze wor- "sn met groote schoepen gekeerd en gewend Rb stroomen dan weer met het water door go- b naar de Jacobsladder, die ze naar het hoog de deel van de fabriek vervoert. Het water, ;at veel aarde bevat, gaat door groote buizen Raar de bezinkputten, welke een oppervlakte hebben van negen ha.; hier komt het tot rust, Je zwaardere deelen bezinken en schoon komt bet weer terecht in de Roosendaalsche en peenbergsche Vliet. De aarde, die bezonken is, de beste teelaarde, die men zich, wenschen *an. De bieten gaan met de Jacobsladder naar bo- ®h; ze vallen daar door een houten goot in ?c snijmolens; groote ketels met draaienden bodem, voorzien van een aantal scherpe mes- Reh, die de bieten in dunne reepjes snijden. R'bngs een loopenden band en door ijzeren go- !_eh komen de snippers terecht in de diffusie ketels, waar ze uitgeloogd worden. Het ziet er Roor een leek een beetje uit, of een onafgebro ken stroom zuurkool in een groote pan ver- J^Ünt, die een inhoud heeft van 75 hl. Is de Ren vol, dan wordt ze bijgestampt, en ook de hythmische dans, welken de arbeider hier boven de snippers uitvoert, herinnert aan de RUurkoolinmakerij. De man heeft, als een hulp- büivel uit de onderwereld, een grooten, houten bkietand bij zich, waarmee hij, als een duivel iJn slachtoffers, de snippers uit de goot en in Jen ketel dirigeert. De ketel gaat dicht, het Jeksel wordt bijgeschroefd en het loogproces Cgint. Na afloop hiervan komen de snippers ^eer voor den dag als natte pulp, die na ge boogd te zijn, opgeslagen wordt in een loods,, "lelke 6000 ton kan bevatten. Het sap gaat naar een ketel met kalk, waar be kleurstof eaiit gehaald wordt, benevens de Qtganische niet-suiker stoffen. Een proces, dat zeer eenvoudig moet zijn, als men thuis is in allerlei ingewikkelde scheikundige formules, doch dat op een eerzaam leek zonder deze ken nis een beetje den indruk maakt van gooche larij. Het sap wprdt gefiltreerd en nogmaals ge zuiverd'met behulp van koolstof en wat dan overblijftis zuiver suikersap, dat slechts be hoeft te worden, ingedampt om suiker te leve ren. In theorie althans, want in de practijk komt het toch nog neer op een ingewikkeld technisch proces, dat zich afspeelt in vier ke tels, waarbij élke volgende 'n lageren druk heeft dan de vorige en waarbij de warmte van den eenen ketel gebruikt wordt om het ver dampingsproces in den volgenden te bewerken. Van hier gaat de suiker, die dan ongeveer een uiterlijk heeft als honing, welke te lang heeft gestaan en versuikerd is, naar de turbines, waar door de middelpuntvliedende kracht suiker en stroop gescheiden worden. Een dikkere stroom korrelige stroop valt in de turbine, die begint te draaien. Plotseling komt er ergens op den zijwand een klein wit plekje voor den dag, dat zich steeds verder uitbreidt: de witte suiker is er. Wat overblijft kookt men nog een keer op en het ondergaat dezelfde bewerking nog een maal, en ook het overblijfsel van. dit tweede kooksel gaat nog eenmaal naar de kookpannen. Wat dan overblijft is de melasse, die nog ver werkt kan worden tot spiritus. Er gaat van de biet wel heel weinig verloren. De witte suiker ondergaat nu nog een aantal 'technische bewerkingen. Het product gaat weer naar boven, valt op een zeef, die afgesteld is op de verschillende korrelgrootten, wordt weer met een loopenden band verder getransporteerd. Het valt in de silo's en komt vandaar in balen van vijftig of van honderd""kilo, die opgestapeld worden in het magazijn, waar aan het einde van de campagne een paar honderd duizend van deze balen kunnen liggen. Tijdens de campagne zijn er zoo in Neder land dertien fabrieken aan het werk. Er zijn zes coöperatieve en zeven fabrieken, die toebehoo- ren aan de Centrale Suikermaatschappij, doch de coöperatieve verwerken ongeveer 60 pet. van alle bieten. Voor het eerst sedert enkele jaren werken zij weer op volle capaciteit, want tij dens de inzinking van de suikerprijzen had de regeering de bietenteelt in Nederland beperkt om Java gelegenheid te geven aan het moeder land te leveren. Bij het uitbreken van den oor log echter in September 1939 is zij onmiddellijk van deze politiek teruggekomen, zoodat ons land thans in zijn eigen behoeften aan suiker kan voorzien. De coöperatieve fabrieken te Putters- hoek, Dinteloord en Groningen behooren tot de grootste en best ingerichte van de wereld. Ze kunnen per dag. vier tot vijf duizend ton bie ten verwerken, hetgeen neerkomt op een suiker productie van zes tot zevenhonderd ton per dag. De dagelijksche capaciteit van de gezamenlijke Nederlandsche fabrieken zal ruim vierduizend ton suiker bedragen. Van bevoegde zijde wordt er de aandacht op gevestigd, dat landbouwers, die een gedeelte van het door hen verbouwde graan willen gebruiken om daarvan brood te bakken of te laten bakken, bij de plaatselijke bureauhouders van de voedsel voorziening een maalvergunning kunnen aan vragen. De plaatselijke bureauhouders zullen deze maalvergunning uitsluitend verleenen tegen over" legging van een verklaring van den plaatselijken distributiedienst, waaruit blijkt, dat de betrokken landbouwer afstand heeft gedaan van de dezer dagen aan hem en zijn gezinsleden uitgereikte of uit te reiken broodbonboekjes, althans van een gedeelte daarvan. Nadere bijzonderheden betreffende deze rege ling zijn te verkrijgen bij de plaatselijke distri butiediensten. mi Daar gebleken is, dat het dansverbod, dat eenigen tijd geleden de burgemeester van Rot terdam heeft uitgevaardigd, ontdoken wordt, hetzij door heffing van een kleine entree en in schrijving als lid van een club, heeft de hoofd commissaris van politie in de Maasstad én de houders van inrichtingen én het publiek ge waarschuwd zich niet aan overtreding van het dansverbod schuldig te maken, daar strenge straffen zullen worden opgelegd. De reinigingsdirecteuren congresseerden Dins dag in hotel de Rozenboom te Bussum. Nadat men Dinsdagochtend omstreeks elf uur elkaar begroet had, volgde om 12 uur een ont vangst ten gemeentehuize, waar burgemeester M. Femhout het gezelschap heeft toegesproken. In de middagvergadering sprak ir. J. Gerber, directeur van openbare werken, een welkomst woord, waarna spr. het feit toelichtte dat ge meentewerken en reiniging onder één directie staan. Dit gaat uitstekend samen en was voor Bussum als snelwordende forensengemeente ook noodzakelijk om alle krachten te coördineeren om den groei der gemeente bij te houden. Vervolgens hield de heer J. v. d. Hoek, chef opzichter der gemeentereiniging te Bussum eer. niet minder interesante inleiding over de ont wikkeling van dit reinigingsbedrijf sinds 1918. Spr. eindigde met zijn voldoening uit te spre ken over de werking van den nieuwen ophaal dienst, welke door het publiek eerst niet met instemming was begroet. In de practijk hebben de moeilijkheden zich echter opgelost. Hierna hield de directeur van de Amsterdam- sche stadsreiniging, de heer Westrate, nog een inleiding over de vervanging van benzine bij autotractie, speciaal bij reinigingsbedrijven. In een te Alphen aan den Rijn gehouden ver gadering van de plaatselijke afdeeling van De Nederlandsche Unie, welke door honderden en thousiaste leden werd bijgewoond en waar mr. L. Einthoven een rede gehouden heeft, heeft de heer H. Kemp, gewestelijk secretaris voor Zuid- Holland. medegedeeld, dat dezer dagen het 500.000ste lid bij De Nederlandsche Unie is in geschreven. Dezer dagen is van de scheepswerf Czaar Pe ter van de Zaanlandsche Scheepsbouwmij. aan het Kalf te Zaandam de kustvaarder „Ponza", die voor rekening van de N.V. Houthandel voor heen William Ponta is gebouwd, speciaal voor houttransport, vlot van stapel geloopen. Het vaartuig meet 700 ton en heeft een laad vermogen van plm. 250 standaards gezaagd hout. De „Ponza" is uiterst modern uitgerust en is voorzien van centrale verwarming, stroomend koud en warm water en electrisch licht. Een 450 p.k. Bolnes-dieselmotor zorgt voor de voort beweging. De afmetingen bedragen: lengte 52.85 m., breedte 8.65 m. en holte 3.70 m. Via het Roode Kruis is van Z. H. Exc. Mgr. dr. G. J. Vesters, óud-Apostolisch-Vicaris van Rabaul, bij zijn familie hier te lande bericht ontvangen, dat hy thans te Melbourne (Austra lië) vertoeft. Z. H. Exc. Mgr. Dr. J. H. G. Lemmens, bis schop van Roermond, heeft op zijn verzoek eer vol ontslag verleend als pastoor te Asselt aan den weleerw. heer J. H. Pinckers, en heeft benoemd tot pastoor te Asselt den weleerw. heer A. J. N. Müller, en tot kapelaan te Beesel den weleerw. heer F. J. van der Haghen. CD I CD I CD S CD CD B CD E CD CD CD CD Konden eerst de fotografen Wekenlang hun werk niét dn, Nu is dan de tijd gekomen Voor den braven timmerman. Lange etalagestraten Schieten plotseling „in 't hout", Heele houten gevels bouwt men, Timmerlui verdienen goud! Naar het algemeen gevoelen Sla ik heusch de plank niet mis Als ik zeg daf tegenwoordig Er een hausse in planken is. Loop je 's avonds door de straten Planken zie j'aan allen kant, Plankenkoorts zou j'er van krijgen. Want je bent in Plankenland! Menig winkelier vindt blijkbaar Zóóveel glas niet meer vertrouwd. En hij heeft op eigen houtje Thans een houten huis gebouwd. Al dat glas, dat steeds de trots was Van den goeden zakenman, Wórdt nu plots'ling dl te breekbaar, En nu maakt hij hout ervan. Onze fraaie winkelstraten Luiken nu hun oogen toe, 't Kan wel goed zijn, maar ik vind het Toch een ho.uterig gedoe HERMAN KRAMER C3IC3BC3I OIOIC3BOIOB De waarnemende secretaris-generaal, hoofd van het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, heeft den volgenden brief ge zonden aan de besturen van gemeenten, gesub sidieerde en niet gesubsidieerde lagere scholen, cursussen voor vervolgonderwijs en van voorbe reidend onderwijs: „Ik deel u mee, dat door mijn ambtgenoot van Binnenlandsche Zaken bij beschikking van 13 Sep tember 1940 is ingetrokken de lijst van insignes en onderscheidingsteekenen, welke tot dusver door ambtenaren in dienst mochten worden ge dragen (vastgesteld bij beschikking van den voorzitter van den raad van Ministers van 16 April 1940). Ter toelichting van dezen maatregel die- ne, dat de ambtenaar in dienst voortaan geen enkel ander insigne of onderscheidings- teeken meer mag dragen dan die, welke van regeeringswege verstrekt worden. Dit verbod geldt evenzeer ten aanzien van vreemde ordeteekenen, afkomstig van mogendheden, waarmee het Duitsche rijk in oorlog is. Het verbod geldt niet voor Nederlandsche orde teekenen. Aangezien het bovenstaande verbod van toe passing dient te worden geacht niet alleen op ambtenaren en daarmee gelijkgestelden, maar ook op allen, die op eenigerlei wijze werkzaam zjjn aan eenige instelling van onderwijs, zonder dat zij te dezer zake met ambtenaren zijn ge lijk gesteld, gelieve u dit verbod ten spoedigste ter kennis te brengen van hen, die aan de onder We hebben nog aardappelen genoeg! Al zoo vaak hebben we dat in de kranten kunnen le zen en niets wijst er ook maar eenigszihs op, dat het tegendeel waar zou zijn. Toch zijn er twee snoode mannen geweest, die aan hun da gelijksche portie niet genoeg meenden te heb ben en daarom maar een vrachtje piepers van eens anders akkerland kaapten. De politie was echter paraat en op den 6en September werden beide dieven in alle vroegte, tegen half zes des morgens, gesnapt, en wel op weg naar huis. Dinsdagmorgen stonden beide mannen voor de Arnhemsche Rechtbank terecht en het eerst werd gehoord de 24-jarige D. W. B., fabrieks arbeider te Arnhem. Deze verdachte bekende het hem ten laste gelegde. Als getuige werd gehoord de 46-jarige smid L. Th. B.. die verklaarde aan de dr. Schaep- manlaan een stukje land te bezitten, waarop hij aardappelen en groenten verbouwde. Er stond ook een schuur waarin aardappelen waren opgeslagen en uit deze schuur miste hij op den morgen van den 6en September onge veer 100 kilo. welke hoeveelheid hij later op het politie-bureau terugvond in de zakken die meergenoemde aardappelroovers gevuld hadden. De officier van Justitie achtte verdachte's schuld wettig en overtuigend bewezen en eischte zes maanden gevangenisstraf. De raadsman van verdachte wees op de moeilijke omstandigheden, waarin de jongeman verkeerde, hij was n.l. van huis weggelooper, en vroeg clementie. Verdachte beloofde beterschap en vertelde nog nooit gezeten te hebben. Maar je bent toch wel 'ns veroordeeld, aldus de president. De officier vorderde vervolgens de onmiddel lijke gevangenneming van verdachte om her haling te voorkomen. Na raadkamer voldeed de Rechtbank aan dit verzoek en verdachte had er geen bezwaar te gen onmiddellijk opgeborgen te worden. Uitspraak over veertien dagen. Vervolgens stond nog terecht de 29-jarige Opperman L. J. W., die voor hetzelfde feit te recht' stond als de vorige verdachte. Deze verdachte vertelde wel meegeholpen te hebben de aardappelen te halen, doch niet met de bedoeling om te stelen. Hij ontkende dus het hem ten laste gelegde. Maar je kameraad heeft toch anders ver klaard, merkte de president op, hetgeen ver dachte zich echter niet kon indenken. Je hebt toch ook geholpen bij het wegbre ken van een stuk triplex om in de schuur te komen? vroeg de president, en toen de politie jullie snapte, ging je aan den haal! Is het niet beter om maar te bekennen? M'neer, 'k kan niet anders zeggen, verklaar de verdachte plechtstatig. Getuige L. Th. B., de eigenaar van het stuk land, legde eenzelfde verklaring af als in de zaak tegen den vorigen verdachte. De verdachte D. W. B., nu als getuige ge hoord, vertelde, dat W. 's avonds voor den diefstal bij hem thuis gekomen was en om onderda/; gevraagd had voor den nacht. Dat ging wél, -maar dan moest hij meehelpen bij het vervoer van een party aardappelen van het and van zijn „oom" naar de markt! Verdachte W. zei nog eens, dat hij absoluut niet wist, dat de aardappelen gestolen moesten worden. Doch de officier van Justitie hechtte geen geloof aan dat verhaal en eischte 8 maanden gevangenisstraf. Verdachte's raadsman noemde zijn cliënt een zwakkeling, die aan de verleiding geen weer stand had kunnen bieden. Spreker vroeg cle mentie. Verdachte vertelde, dat hij bezig was zijn leven radicaal te beteren en dat zijn vrouw hem hierbij zou helpen. Je hebt anders al 12 veroordeelingen achter den rug, dat maakt deze zaak niet mooier! ant woordde de president. Uitspraak over veertien dagen. uw leiding gestelde inrichtingen van onderwijs werkzaam zijn. Ik wijs er op, dat een stipte naleving van gle in deze gegeven voorschriften, welke van de Duitsche autoriteiten zijn uitgegaan, noodzake lijk is en dat gij verantwoordelijk zijt voor de be hoorlijke uitvoering daarvan voor wat betreft de onder uw leiding gestelde inrichtingen van onderwijs." In een café in de binnenstad van Rotter dam werd 3 Augustus een bezoeker beroofd van een portefeuille,' inhoudende 300. De man bad kennis gemaakt met een juffrouw, die, toen hy aan een tafeltje in slaap was gevallen, in zijn zakken zocht, blijkbaar op instructie van baar vriend A., die ook in het café aanwezig was. Eenigen tijd later miste de bezoeker zijn por tefeuille, die leeg onder den stoel van A. werd terug gevonden. De politie werd gewaarschuwd, die het café sloot. Den volgenden morgen werd het geld los in een spüeet in de gang van het café aangetroffen. De juffrouw had zich Dinsdag voor de Rot- terdamsche rechtbank te verantwoorden wegens diefstal en de vriend als verdacht van heling. Nadat een aantal getuigen was gehoord, eisch te de officier van Justitie, mr. Hoefelman, te gen beiden een gevangenisstraf van een jaar. De verdedigers, mr. Schildhuis en mt. Belger, achtten het bewijs niet geleverd en drongen aan op vrijspraak. Uitspraak 29 dezer. Het valt lang niet altijd mee, de wet geen geweld aan te doen, hetgeen Dinsdag op de zit ting van de arrondissements-rechtbank te Utrecht wel duidelijk bleek, toen een der ver dachten 8 m&anden gevangenisstraf tegen zich hoorde eischen, omdat hij wel en tegen een ander een geldboete van 5 werd gerequireerd. omdat hfj niet verduisterd had. De man die wel verduisterd had was de 22-jarige reiziger W., die in dienst van de N.V. Unilever vlak na den oorlog een party goederen had verkocht, doch de opbrengst in eigen zak had gestoken, inplaats van het geld daar te deponeeren, waar het thuis hoorde. Het bedrag was niet mis en de reiziger had er waarschyniyk eenige vrooiyke avonden voor gehad tenminste voor 340 kan men wel eeni ge malen behoorlijk uitgaan. Het rapport over den verdachte luidde niet gunstig en sprak van diefachtige neigingen en dergelijke. De eisch van den officier van 8 maanden met aftrek van de preventieve hechtenis was dan ook voornameiyk een gevolg van dit rapport. De verdediger, mr. v. Heust, pleitte clemen tie op grond van de nette familiebetrekkingen van verdachte. De man die niet verduisterd had was de 50- jarige advocaat en procureur dr. J. F. uit Amers foort, wiens schemerlamp in Juli in zyn studeer vertrek had gebrand, terwijl de ramen open stonden. Hierover waren de heeren van den Luchtbeschermingsdienst niet te spreken en zy maakten proces-verbaal op. De officier eischte een geldboete van 5 subs. 2 dagen hechtenis en de verdachte hield voor zichzelf een uitvoerig pleidooi, hetgeen hierop neerkwam, dat het licht niet naar buiten had gestraald, want als men opzy van de ramen stond zag men geen lichtschijnsel. Verdachte concludeerde tot vry'spraak. In beide gevallen zal de rechtbank 29 October vonnis wijzen. Prof. mr. P. Lieftinck, secretaris der Oorlogs schadecommissie, heeft in een onderhoud over eventueele uitkeering van schadepenningen aan ,,De Telegraaf" medegedeeld, dat de ontwerp verordening het departement van Financiën reeds heeft verlaten en nu nog slechts door de Duitsche instanties moet worden goedgekeurd. Zoodra deze is afgekomen, kan de regeling in het Verordeningenblad worden opgenomen. Aangezien de definitieve vorm der ver ordening nog niet vaststaat, achtte prof. Lieftinck het voorbarig, reeds thans te zeg gen, welk voorstel in dezen de commissie heeft gedaan. Gezien echter de mogelijkheid een voorschot ad 80 procent te verkrijgen, zal het, volgens hem, duideiyk zijn, dat het uitkeeringspercentage tusschen de 80 en 100 procent van de getaxeerde schade zal moe ten liggen. Het ligt niet. in de bedoeling ten aanzien van huisraad, winkelinventarissen enz. tot een uit keering in geld over te gaan. Gedacht wordt veeleer aan bons, waarvoor goederen kunnen worden aangekocht. Zoovéél mogelijk zullen de rechthebbenden vrü worden gelaten in de keus dezer, goederen, mits waarborgen bestaan, dat de schadebon zijn bestemming volgt. Met het uit reiken dezer bons zal zoo sppedig mogeluk na publicatie der verordening begonnen worden. Wat ten slotte de financiering van het uit- keeringsplan aan gaat, hieromtrent bestaan twee stroomingen. Een voorstel is, deze in den vorm van een bepaalde vermogensheffing in de verordening zelve op te nemen, het andere denk beeld is, de uitbetaling eenvouding „uit den groo ten pot" te doen geschieden, waarna de belas tingbetaler wel op zijn aanslagbiljet zal mer ken, in hoeverre hy moet by dragen. Maar ook dit, besloot professor Lieftinck, zal eerst bekend worden wanneer de verordening in het openbaar verschynt." Maandagavond is de 56-jarige L. J, M. Evers, gewoond hebbende aan het Kerkepad te Rot terdam, door de duisternis misleid in het water aan de Aelbrechtskolk aldaar geloopen. Enkele agenten van politie schoten te hulp en slaagden erin den drenkeling naar den wal te brengen. De levensgeesten bleken echter reeds te zün geweken De 48-jarige metselaar J. G. H. uit Den Haag is Maandagmiddag van een hoogen walmuur in het Kronenburgerpark te Nijmegen gevallen en liep daarby een ernstige halswervelfractuur op. Op last van den geneesheer, dokter Van Ewück, werd hy per ziekenauto naar het St. Canisius- ziekenhuis vervoerd. De toestand van den man is levensgevaariyk. Het Rüksbureau voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd vestigt de aandacht op het vol gende: Op grond van het Veevoederbesluit 1939 is het vermalen of op andere wyze bewerken van alle soorten hooi en stroo, zoowel graanstroo als stroo van peulvruchten en andere land- of tuinbouwproducten, alsmede van kaf en andere dorschafvallen zoowel als van riet, tot voeder voor eenige diersoort verboden. Dit verbod zal met groote gestrengheid worden gehandhaafd. Het komt voor, dat deze producten, mogelijk ook heide, biezen en boombladeren, m gemalen toestand tegen onevenredig hooge prijzen als veevoeder in den handel worden gebracht. Vee houders wordt aangeraden, slechts gemalen pro ducten te koopen, waarvan het vervoer wordt gedekt door een geldig geleidebiljet. De commissaris van politie, afdeeling kinder politie, te Rotterdam, verzoekt namens de moe der inlichtingen omtrent de minderjarige Maria Adriana van Elven, geboren te Hellevoet- sliiis, 16 April 1922, inwonende by de familie j Lecker, Engelschestraat 29b te Rotterdam, die sinds Zondag 6 October j.l. spoorloos verdwe- i nen is. Haar signalement luidt: lang 1.65 M., donker blond haar, blauwe oogen, draagt soms een bril, gekleed in lichten grijzen mantel, draagt gry'zen hoed, beige kousen, zwarte lage schoe nen, roode handtasch, licht groenen gummi regenmantel. Te Capelle a.d. IJssel is het 3-jarige zoontje van den heer G. A. van Middelkoop in een on bewaakt oogenblik in het kanaal van den Prins Alexanderpolder geraakt en verdronken. Sinds Zondagavond werd te Aarle-Rixtel het 8-jarige zoontje van den heer Fr. V. vermist. Men is gaan dreggen in de Zuid-Willemsvaart naby sluis 7, waar het kind het laatst was ge zien. Dinsdagmiddag heeft men het lijkje op gehaald. De ontvanger der directe belastingen, enz. J. Lammers is verplaatst van het kantoor Win schoten naar het kantoor Emmen, de ontvan ger der directe belastingen, enz. C. P. Beth, van het kantoor der invoerrechten en accijn zen te 's-Hertogenbosch naar het kantoor dier middelen te Tilburg en de ontvanger der di recte belastingen enz. D. van Dijk van net kantoor IJsselmonde naar het kantoor Mid delburg. Bfl het departement van Financiën is op hun verzoek eervol ontslag uit 's Rijks dienst ver leend aan: C. A. van der Lit, ontvanger der directe be- lastingen, invoerrechten en accijnzen ter in- Te Water geraakt en verdronken l spectie der directe belastingen te Hengelo, met ingang van 1 December 1940; L. M. Verjaal, verificateur der invoerrechten en accijnzen te Rotterdam, met ingang van 1 December 1940; F. Bulthuis, verificateur der invoerrechten en accynzen te Haarlem, met ingang van 1 Fe bruari 1941. Uit de Heerengracht te Leiden is het hjk op gehaald van den 42-jarigen G. Ph., wonende in de Parkstraat aldaar, die sinds 8 October werd vermist. Vermoedeiyk is Ph. in de duisternis te water geloopen en daarbij om het leven ge komen. door A. Hruschka S (Nadruk verboden) •Ja, zóó moet het geweest zyn." "Welke beteekenis heeft de loods voor de la mbiek? Trouwens, het lokaal ïykt meer op een *st gebouw dan op een loodst -.Ja, sinds ruim een half jaar. Vroeger was j®t een eenvoudige houten remise, waar rom- ?'el werd geborgen. Toen de werkplaatsen in de abriek te klein werden voor den toenemenden bivang van 't bedryf, liet mynheer Hozmann f7 loods metselen en van electrisch licht voor- 'eh, om er een paar byzonder gecompliceerde ^ohines voor de afwerking van enkele fyne ^lkelen te plaatsen. '•De ruimte staat door een deur in verbinding "et de fabriek?" ;.Ja, maar die deur is altyd gesloten: enkel mijnheer Holzmann, die alléén den sleutel er- ah heeft, maakt er soms gebruik van. Ik moet l 2eggen, dat dit een maatregel van voorzichtig- e'd is, want hy zelf heeft het nieuwe procédé b de daarvoor benoodigde kleine machines uit monden, en de nieuwe uitvinding is nog niet gepatenteerd. Slechts een vyftal arbeiders, die alle vertrouwen verdienen, worden voor dat werk gebruikt. Gisteren is er een nieuwe machine aangekomen, die vandaag in gebruik moest wor- dengenomen. Ik denk, dat mynheer Holzmann, die met zyn vrouw laat thuis kwam, nog eens wilde gaan zien, of de nieuwe machine behoor- lyk was gemonteerd." „Mogelijk dat dit de aanleiding tot zyn laat bezoek aan de loods was, maar dat is bijzaak. Het voornaamste is, dat in de loods nog sporen van den man, die op den ingenieur heeft ge schoten, te zien moeten zyn. Ik zal dus de loods voorloopig afsluiten en later terugkomen. Wat ik u nog Wilde vragen is er geen hond in huis?" „Jawel; mijnheer Holzmann heeft onlangs een herdershond gekocht, omdat hü het raadzaam oordeelde, de fabrieg 's nachts door een hond te laten bewaken tegen inbrekers." „En die hond? Laat men hem losloopen?" „Ja, hij heeft zijn hok ginds in den hoek, tus schen de loods en de fabriek. U kunt hem van hier af zien." De concierge riep den hond, die onmidüeliyk kwam aangeloopen en met den staart kwispelde, 't Was een Jong, mooi dier. „En de hond heeft 'snachts niet geblaft? Er was toch 'n vreemde de loods binnengedrongen?" „Neen, ik heb hem niet gehoord; ik vond hem rustig slapend in zijn hok." „Vreemd!" „Ja, het verwonderde mij ook; maar ik dacht eraan, dat Robby nog heel jong is en niet ge dresseerd." „Toch moest het natuurlijk instinct, m" De detective zei niets meer, maar verzonk in diep nadenken. Zwijgend deed hy, na het licht te hebben uitgedraaid, de deur van de loods op slot en stak den sleutel in zijn zak. Na even gedraald te hebben, verzocht hij den concierge, de poort van de fabriek voor hem te openen: hij wilde zich ervan overtuigen, of de binnendeur van de loods dien nacht werkelyk gesloten was geweest. Ja, de deur was gesloten en vertoonde geen spoor van geweld. Dus kon de moordenaar niet door die deur in de loods zijn gekomen. Intusschen had commissaris Heidinger, nadat de bewustelooze Lydia naar haar slaapkamer was overgebracht, waar dr. Wille en de kame nier zich met haar bezighielden, de bedienden van het huis bijeengeroepen in de eetzaal en ieder afzonderiyk aan 'n verhoor te onderwerpen. Buiten de kamenier Rosa, en den concierge waren er zes personen, allen reeds twee jaar in dienst op de villa. Sinds twee jaar, dat wil zeg gen: sinds 't huwelijk van den heer en mevrouw Holzmann. .Aangaande de misdaad wist geen hunner ook maar de minste opheldering te geven. Want allen hadden in diepen slaap gelegen totdat Rosner op de gong sloeg. Doch met betrekking tot de omstandigheden en gewoonten in huis vertelden zy bereidwillig een en ander en 't bleek, dat zy van de aan gelegenheden hunner meesters vry goed op de hoogte waren. Wat commissaris Heidinger uit die verhoeren te weten kwam, kan als volgt samengevat worden; Lydia, de éénige dochter van een voormalig officier, majoor von Marchstatten, had drie jaar geleden op een feest in het militair casino kennis gemaakt met ingenieur Holzmann, en de jongelui waren onmiddellijk verliefd op elkaar geraakt. Maar ofschoon Hoizmann zeer bekwaam was en een niet onaanzienlyk fórtuin bezat hy was mede-eigenaar van de door zijn vader gestichte aardewerkfabriek waren March statten en zyn vrouw onmiddellyk tegen de keuze hunner dochter in verzet gekomen. Daar zij zelf rijk waren en beiden van ouden adel, vonden zy een eenvoudig ingenieur, mede- eigenaar van een niet zeer groote fabriek, een man, die eigenlyk niet tot hun kringen behoor de, te min voor Lydia. Bovendien gaven zy als hun meening te kennen, dat de ingenieur, die zeer ernstig van aard was en geheel in zijn beroej) opging, geen wenschelijke partij voor hun levenslustige, alom gevierde dochter kon zyn. Zoo kwam het tot menige schermutseling tusschen de ouders en de verliefde dochter en tallooze pogingen werden aangewend om Lydia van dat huwelü'k af te brengen. Maar Lydia's liefde zwichtte niet; een jaar later had zij den tegenstand hartr ouders overwonnen en was zy met Gerhard Holzmann in 't huweiyk getre den. Kort daarna stierf Gerhard's vader en de jonge ingenieur was toen alléén eigenaar van de fabriek, aan welker uitbreiding hy met groot succes arbeidde. Het jonge huwelijk was in den beginne zeer gelukkig. In den beginne, dat wil zeggen: zoo lang Holzmann zich gereedelyk en ten volle naar .den smaak en de neigingen zijner vrouw. schikte. De huishouding werd op grooten voet ingericht en had men niet ze.f gasten, dan werd elders verstrooiing gezocht. Zooals reeds gezegd, was Lydia in het ouderlyk huis altyd zeer ver wend geweest Maar al spoedig vond Holzmann geen behagen meer in dat mondaine leven, hetwelk hem al te zeer van zyn werk aftrok. Hy sprak daarover met zyn vrouw, maar Lydia kon nu eenmaal niet leven zonder verstrooi ingen, zonder veel menschen om zich heen.... En zoo kwam zy met dit voorstel voor den dag: hy moest zich dan in vredesnaam maar geheel aan zijn fabriek wijden en zij zou weer uit gaan met haar ouders,' gelijk vroeger. Maar van zooiets wi de hij niet hooren. Hij beminde Lydia vurig, om niet by zoo'n voorstel verschrikkelijk jaloerseh te worden. En daar zij niet toegaf en hy haar voorstellen beslist ver wierp, was het in den laats1 en tijd dikwyls tot vry onaangename toonee en gekomen. Al de bedienden, van het keukenmeisje af tot Wanko, den chauffeur, waren menigmaal getuige van dergeiyke scènes geweest, maar allen moesten ook bekennen dat een verzoening tusschen myn heer en mevrouw nooit lang uitbleef en dat ze elkaar feiteiyk nog steeds hartelijk liefhadden. Gebeurde het soms, dat de twist te hoog liep, dan kwam Hartwig Henter tusschenbeide en die had niet veel tyd noodig om de eendracht schitterend te herstellen. Hartwig Henter was, van beider jeugd af, Holzmann's vriend geweest. Henter had geen ouders meer en was arm. Ingenieur, gelijk zijn vriend, had hy eenige vermaardheid verworven door een technische uitvinding op het gebied van de luchtvaart. Maar insiede van zich. zoo als men verwachtte, aan de nieuwe industrie te wyden, opende hy in de stad een bureau voor bouwtechniek. Men beschouwde hem als bui tengewoon bekwaam en spoedig kreeg hy zóó veel te doen, dat hij de handen vol had en aardig geld verdiende. Henter's bureau lag in de nabyheid der fa briek van Holzmann, en tot d ens huwelijk had den de twee vrienden byna al hun vryen tyd samen doorgebracht. Later werd hun omgang beperkt tot de avonden en de rustdagen. Henter stond ook op zeer goeden voet met Lydia en zoo was 't niet meer dan natuurlijk, dat beider vriend het jonge paar altyd vergezelde op zyn uitstapjes. Toen de commissaris van politie plotseling en brutaalweg de vraag stelde, of Henter mis schien mevrouw Ho zmann op in 't oog loopende wyze het hof maakte, antwoordden allen beslist ontkennend. „O, neen! Daar kon geen sprake van zyn. Hij en mevrouw Holzmann noemden elkaar oy den naam en mevrouw was gewoon den vriend van den huize in allerlei aangelegenheden te raadplegen; maar in weerwil van de byzondere positie, welke hy bij de Holzmann's innam, had men nooit d'e minste vertrouweiykheid tusschen hem en de vrouw van zyn vriend opgemerkt. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3