MEDITATIE
Vrouwenarbeid in Duitschland
LEKO VENTILATOREN
REESINK
otten en
pannen
MOSSELEN
He 11/
m
SANITAIR
Vraagt Uwen winkelier
Die psychologische zijde van onze
voedin gsgewoonten
Voor onze Lezeressen
Een recept voor een hoestsiroop
Een kwart liter komt E slechts
op 76 cent
lOcent
Om mosselen te bakken worden ze uit de schelp genomen met peper en zout be
strooid en door paneermeel gewenteld.
DE VROUW EN HAAR TIJD
Er zijn dingen die niet zoo moeilijk en inge
wikkeld zijn als sommige schrijvers, die zich
daarmee bezighouden, ons willen doen gelooven.
En dat is maar gelukkig ook! Zoo zijn er dikke
boeken volgeschreven over allerlei opvoedkun
dige vraagstukken, die door vele moeders als
spelenderwijs worden opgelost. Die boeken heb
ben in verschillende gevallen zeker hun nut,
maar in de gelukkigste gevallen zijn ze vrijwel
overbodig.
Zelfs zou men kunnen zeggen, dat een
„geboren opvoedster" er vaak beter aan
doet, maar niet te veel over paedagogie te
lezen en liever haar heerlijke gezdnde ver
stand en warme hart te laten spreken bui
ten alle letterwijsheid om. Want opvoeden
is iets heel natuurlijks en wie de richtlij
nen hiervoor zelf heeft- leeren vinden, heeft
deze als een levend bezit, als iets wat men
zelf ontdekte en tot ontwikkeling heeft ge
bracht. En dat is altijd véél waardevoller
dan alle aangeleerde kennis bij elkaar 1
Hetzelfde nu laat zich ook zeggen over het
onderwerp, dat in den titel wordt aangeduid.
Het woord klinkt heel plechtig, en daardoor
wellicht voor menigeen zelfs afschrikwekkend.
Zeker als men ooit een blik heeft kunnen slaan
in een handleiding voor het mediteeren over
godsdienstige onderwerpen, waardoor men den
indruk kreeg dat het ging om een soort dril-
methode voor den geest, die nu niet bepaald
aanlokkelijk er uit zag.
Er zijn inderdaad schrijvers geweest die het
voorstelden of meditatie alleen maar mogelijk
is met behulp van een reeks ingewikkelde voor
schriften, die pijnlijk nauwkeurig moeten wor
den opgevolgd. Maar mediteeren of overwegen
is eigenlijk iets heel natuurlijks, iets wat we
allen uit eigen ziele-ervaring heel goed ken
nen. Het is niets anders dan: met al onze
geesteskrachten intens bezig zijn, om in een be
paald onderwerp zoo diep mogelijk door te
dringen.
En wat dat beteekent weet ieder, die een
goed ontwikkeld verstand, en vooral: een warm
hart heeft, dat wel eens door den machtigen
adem der liefde werd bewogen. Dat weet reeds
ieder, die deze liefde vóór of in het huwelijk
heeft doorleefd, en ook iedere moeder, die dezen
naam werkelijk verdient te dragen. Want waar
heen onze gedachten zich ook richten mogen:
als echte liefde in het spel is, worden alle
zielsvermogens gemakkelijk mobiel gemaakt om
zich zoo sterk en innig mogelijk bezig te houden
met wat ons hart m bezit heeft genomen.
Dan werkt alles harmonisch samen: gedach
ten wekken verlangens op, en verlangens weer
nieuwe gedachten. Het geheugen doet allerlei
schoone herinneringen oprijzen, de verbeelding
stelt ons deze levendig voor oogen, of tracht in
de toekomst door te dringen. En zoo zal zij, die
werkelijk liefheeft, lang bezig kunnen zijn r et
dat wat het hart heeft ontvlamd. Ook is dan
niets natuurlijker dan dat men tenslotte een
besluit vormt om iets te doen waardoor onze
liefde nog beter tot uiting kan komen. En zoo
wordt ook de wil ingeschaKeld.
Is dit alles slechts dor systeem? Zeker
niet: dit is zieleleven in een hoog-ontwik-
kelden vorm. Maar niet anders ook moet
men de echte meditatie noemen. Beter zelfs:
dan gaat het om den hoogsten vorm van
zieleleven, om die werkingen van verstand
en hart, geheugen, verbeelding en wil waar
door wij dichter naderen tot God zelf.
En wij weten toch ook, als ons geestelijk le
ven zich al eenigszins verder heeft ontplooid,
dat zooiets heel goed mogelijk Is. Wie heeft
niet ooit, bij het vieren^ van een der groote
kerkelijke feesten, of tijdens een stil bezoek aan
het Tabernakel tusschen dringende bezighe
den door, een schoonen vrede gevonden, waarin
wij met graagte al onze zielekrachten richtten
op God, Dien wij dan waarlijk als eindpunt van
alle denken en verlangen erkennen mochten?
Dan straalden oude geloofswaarheden in een
nieuw licht, dan voelden wij ons opgewekt tot
een beter leven, zooveel vruchtbaarder dan het
gewone bestaan-van-allen-dag.
Wél moet het betreurd worden, dat zulke uren
al te zeldzaam zijn Maar ook kunnen wij ons
afvragen, of het niet mogelijk is onze ziel va
ker te doen opleven door zulk een overgave van
al haar krachten aan het hoogste Doel.
Het is om op deze vraag een goed antwoord
te geven, dat vele geestelijke schrijvers en
schrijfsters hun meditatie-methoden hebben
ontwikkeld. Wij kunnen daarover in dit bestek
niet verder spreken, en dit is ook niet zoo erg,
omdat de meest spontane methode zooals wij
reeds zagen ook de beste mag worden ge
noemd.
Slechts willen wij er nog op wijzen, dat het
toch ook zeker zijn nut heeft geregeld onzen
geest en ons hart bewust op de zaken van God
te richten ock al zou dat eenige moeite kos
ten. Ieder zal Immers erkennen, dat een musi
cus goed doet met geregeld zijn vingers en zijn
gehoor te blijven oefenen. Ook al is dat niet
altijd even aantrekkelijk werk, toch is het
noodig juist ook om hoogere prestaties mogelijk
te maken. Zoo ook kunnen' wij onze ziel door
oefening afstemmen op de bewegingen der ge
nade, die hierin op- gezegende oogenblikken de
schoonste accoorden zal doen opklinken.
Wie dit alles goed heeft overwogen, zal
allicht er toe komen eens vaker de heilige
Mis of het Lof bij te wonen, of op een stil
oogenblik een bezoek aan de kerk te bren
gen. Want de echte meditatie wekt een sieie-
leven op, dat de héérlijkste vruchten draagt
tot in eeuwigheid.
M B.
DE VOLKSVENTILATOR
ZONDER CONCURRENTIE
PRIJS VOOR ELKE BEURS
VRAAGT
UW WINKELIER OF DROGIST
11 CT. P. ZAKJEGELIJK AAN 1 POND SUIKER
VOOR ALLE
Geheel linies: jurk van wollen
angora in zwart, grijs en don
kerlila streep. De donkere streep
accentueert het raglan model;
schuine sluiting met knoopen.
ook de afknoopbare zak is
schuin opgezet. Daarnaast bo
ven: het wollen streepmateriaal
in licht en donker staalblauw is
zoo aangewend, dat het een
brengt voor den aanstaanden winter japonnen
met jasjes en deux pieces, alle berekend op
een matig warm interieur. Van de Weensche collectie geven wij hier
enkele modellen, welke zeer geschikt zijn als namiddag complet. Coupe en
materiaal zijn zoodanig, dat men ze zonder bezwaar ander wintermantel
of bontjas kan dragen.
Het bij de Weensche modescheppers geliefkoosde angora jersey bezit dan
ook uitstekende kwaliteiten, het is warm en uiterst soepel. Zwart blijft een
op den oorgrond tredende kleur, daarnaast bruin en wijnrood; graag
worden ook contrasteerende kleuren samen verwerkt. De zakken blijven hun
groote rol als garneering spelen, soms zijn ze gemaakt van gevlochten
zijden koord, soms geborduurd met gouddraad en velvet. Vlot is bij bet
sportieve geheel de combinatie van geweven stof met gebreid. Het ge
breide is dan van dikke wol in groven steek.
A. BGL.
strenge gameering vormt.
Het gedeelte hoven de
nauwsluitende taille is
blousend, knoopsluiting
midden voor. Rechts bo
ven: van de zwarte wol
len apon zijn korte mouw
en schouderstuk pauw
blauw, passend hij het
pauw-blauwe manteltje
van 't zelfde materiaal. De
rok is geplisseerd, op elke
vouw is over ongeveer tien
centimeter een wollenrijg-
steek gelegd in de blauwe
tint van het jasje. De
zakken zijn aan de cein
tuur aangeknipt.
Het gedistingueerde mid
dagjurkje (midden) is van
zwarte Jersey angora:
midden voor aan de taille
zijn kruiswijs plooitjes ge
stikt, die in den zak ein
digen. Op de zakjes, witte
applicfué figuurtjes. Aan
den hals een centimeter
smal rond kraagje van
witte crêpe de chine.
Onder: deux pièces van
wit, grijs en zwarte blok
met geel lederen tasch.
Onder rechts: deux pièces
in roest en grasgroen; klok-
rok, schouders en rug zijn
van stevige, geweven roest
bruine wollen stof.
Voorstuk en mouwen ge
breid van dikke groene
wol: knoopsluiting mid
denvoor, smal bruin cein
tuurtje. Ook grijs en
marineblauw leent zich als
combinatie uitstekend voor
dit sportieve complet.
ZUTPHEN - ROTTERDAM
AMSTERDAM"XX,^ndel)
(Van onzen Berlijnschen correspondent)
Onze oostelijke buren hebben steeds een op
vallend groote belangstelling voor getallen en
statistieken aan den dag gelegd. Op nagenoeg
ieder levensterrein trachtte men de mensche-
lijke prestaties met cijfers en statistische over
zichten saam te vatten en hoe grooter deze
getallen dan uitvielen, des te trotscher was men
op het bereikte resultaat. Zoo controleerde men
om maar een enkel voorbeeld te geven
het verkeer in de Rijkshoofdstad per onder-
grondsche, per tram of per omnibus, zoo ging
men na, hoeveel huizen er in een bepaalde wijk
van de wereldstad bijgekomen waren, zoo stelde
men vast, hoeveel vaten bier er per maand
werden verteerden kwam men daarbij dan
tot cijfers, die nauwelijks meer uit te spreken
waren, dan vroeg men met kinderlijke voldoe
ning: „Nou, wat zegt u daarvan?"
Ook de Eïigelschen kennen hun spreuk „Sa
fety in Number", en nu de oorlog tusschen
Engeland en Duitschland in een kritiek stadium
gekomen is, zal men ook daar waarschijnlijk
wel aan het tellen gegaan zijn. Want dit is het
merkwaardige: deze eigenschap schijnt in tijd
van oorlog internationaal te worden. Nog nooit
hebben de kranten zoo vol met cijfers gestaan
en luistert men zoo nu en dan naar de radio,
dan blijkt het daar al niet veel anders te zijn.
De leuze schijnt te luiden: „Kun je nog tellen,
tel dan mee!" En merkwaardigerwijze gaat men
daarop in, ook al voelt men van huis uit niets
voor groote getallen en uitvoerige statistieken.
Men wordt als het ware In den stroom des tijds
meegesleurd tegen wil en dank en men zit te
tellen, voor men het weet.
Zoo ging het ons dezer dagen, toen we
een gesprek voerden over de plaats, welke
de vrouw in tijd van oorlog in de burgerlijke
samenleving bekleedt. Het was ons al eeni-
gen tijd opgevallen, dat men overal vrou
wen ontmoet in een functie, welke een half
jaar geleden vrijwel uitsluitend nog door
de mannen werd ingenomen. Dat was voor
ons een aanleiding, ter bevoegder plaat
se eens onze voelhorens te gaan uitsteken
en het spreekt als het ware vanzelf, dat we
bij deze gelegenheid ook alweer midden in
de getallen zaten, voor we het wilden of
wisten.
Alleen In het „Altreich" telt men volgens de
officieele controle van de vorige maand
22.050.000 werkende mannen en vrouwen, en
rond een derde deel daarvan strekt zich uit
over het zoogenaamde „zwakkere geslacht".
Hoewel het steeds moeilijker geworden is om
geschikte werkkrachten op te sporen, stelde man
voor deze maand een stijging van 175.C90
arbeidskrachten vast, en toen we dat eens nader
bekeken bleek, dat dit getal naast 80.000 man
nen 'n meerderheid van 95.000 vrouwen omvatte.
Men deelde ons mede, dat deze stijging van het
aantal buitenshuis werkende vrouwen niet
enkel en uitsluitend een gevolg van den huldi
gen oorlog is, want in de laatste twee jaar
blijkt het aantal vrouwen, dat een beroep uit
oefent, met 18 percent gestegen te zijn. terwijl
dat der mannen slechts met 10 percent is ver
hoogd. Een soortgelijken gang van zaken heeft
men ook in de „Ostmark" en in het Sudelen-
land vastgesteld.
Hoorde men voor den oorlog dikwijls de
vraag stellen: „Wat is een typisch vrouwen
werk?", zoo kan men thans herhaaldelijk hoo-
ren vragen: „Wat is géén typisch mannen
werk?" En voor de beroepsopleiding vormen
deze vragen als het ware de aanvang eener
geheel nieuwe oriëntatie. Zonder overdrijving
kan gezegd worden, dat de vrouwen in nagenoeg
alle bedrijven „haar man staan". Zelfs voor de
metaalgieterij en het zware werk in de mijnen
schrikken zij niet terug. Het talrijkst zijn ze
bij de textielindustrie te vinden, in de electro-
technische bedrijven, in de ijzer- en metaal-
warenindustrie, in de tabaksindustrie, op de
handelskantonen, in het winkelbedrijf en in de
café's en restaurants, waarbij we dan natuur
lijk de- in Duitschland zoo talrijke „Kondito-
leien" meetellen.
Als een logisch gevolg van den oorlog is
dit arbeidsveld nog belangrijk grooter gewor
den. Pas dezer dagen zagen wij In het bios
coopjournaal vrouwen ijverig aan het werk bij
beambten zijn niet slechts heel wat voorkomen
der dan haar mannelijke collega's, maar- ze
bedienen opmerkelijk vlotter en accurater. Al
net eender is het in de weinige omnibussen,
waarover Berlijn thans nog beschikt, in de tal-
looze trams en in de ondergrondsche, die van
uit het centrum naar alle buitenwijken der
stad vervoert. De dames, die hier dienst ver
richten, zijn weliswaar wat meer kortaf dan die
op het postkantoor, maar dat ligt in den aard
van haar werkzaamheid: ze moeten in veel
sneller tempo haar klanten bedienen en de con
trol e, al loopende, stelt hoogere eischen dan
die bij een vrouw, die haar dienst zittend ver
vult. De B. V. G., dat wil zeggen, de Berlijn-
sche-Verkeers-Maatschappij heeft hier als het
ware den stoot gegeven tot een verdere uitbrei
ding van het vrouwelijk beroep, want sedert
kort volgen vrouwen een cursus om als chauf
feur bij de posterijen dienst te kunnen deen.
Weldra zullen wy dus waarschijnlijk de roode
postauto's op den bok met geüniformeerde vrou
wen bezet zien!
Wei nimmer beeft men zich bi zoo sterke
mate geïnteresseerd voor psychologische pro
blemen als in onzen tijd.
Over dit inderdaad zeer eigenaardige ver
schijnsel gaf dr. J. Groen in het tijdschrift
„Voeding" een buitengewoon interessante uit
eenzetting, waarbij schrijver van het stand
punt uitgaat, dat grillen van den eetlust bijna
altijd afkomstig zijn uit de jeugd en soms zelfs
uit de prille jeugd. Ouders en opvoeders dienen
dus, vooral ook wat de voeding van 't kind
betreft, steeds met overleg en tact te hande
len, daar een verkeerde invloed dikwijls ook
van buitenaf op dit gebied, een te veel toe
geven of te streng dwingen ten gevolge kan
hebben, dat er bij het kind voor heel het ver
dere leven een afkeer ontstaat voor bepaalde
spijzen, die voor de gezondheid van het lichaam
zeer belangrijk kunnen «iin.
Ouders met een kind, dat om schijnbaar on
verklaarbare redenen bijvoorbeeld een zoo
uitermate belangrijk en waardevol voedsel ais
melk, pap of karnemelk niet gaarne gebruikt,
kunnen wellicht aan de hand van de volgende
door dr. Groen aangehaalde voorbeelden de
oorzaak hiervan opsporen en zoodoende den
afkeer genezen.
Dr. Groen verhaalt van een jongen van zes
tien jaar. die in groei was achtergebleven en
van hem den raad kreeg, flink melk te drin
ken, waarvan hij groot zou worden. Dit ge
loofde deze jongen evenwel niet, daar hij als
klein kind van een ouder vriendje gehoord
had, dat men door melk te drinken blijk geeft
een verwend moederskindje te zijn. Hij wilde
graag groot en sterk worden en dronk dus van
dien dag afslechts water en thee zonder
melk of suiker, terwijl hij ook pap om dezelfde
reden minachtte. Een ander voorbeeld is dat
van een dame van vijftig jaar met galsteenen,
die men - een tijdlang een vetarm dieet wilde
geven, waartoe men haar karnemelk wilde la
ten gebruiken. Dit was haar evenwel niet mo
gelijk, want toen zij drie jaar was had haar
vader haar onverwachts, inplaats van de ge
bruikelijke zoetemelk, karnemelk laten drinken
met het gevolg, dat zij dezen gezonden, ver-
frisschenden drank heel haar leven „niet kon
zien."
Deze twee gevallen uit de praktijk kunnen
ouders en opvoeders dus leeren, dat de invloed
van vriendjes en mogelijk ook van volwassenen
op de voedingsgewoonten van het kind zeer
groot kan zijn en dat men bovendien nieuwe
spijzen met een voor het kind vreemd smaakje
op tactvolle wijze „aan den man" dient te
brengen
Mogelijk zullen sommige lezers ook eens
trachten na te gaan. door welken invloed in hun
eigen jeugd zij sommige waardevolle spijzen of
dranken niet gaarne gebruikenen waar
immers zelfkennis de eerste stap is op den weg
naar verbetering, mogen wij hopen, dat zij
hierdoor zullen komen tot het gebruik van een
juiste en volwaardige voeding, waarbij de ge
zondheid in zoo sterke mate is gebaat.
de fabricatie van vliegmachines. In nagenoeg
alle bedrijven, die thans als „kriegswichtig"
staan aangegeven, kan men vrouwelijk perso
neel gebruiken en men behoeft ter nadere in
formatie slechts de advertentierubriek in de
dagbladen na te gaan om met toenemende be
wondering vast te stellen, welk een enorm ar
beidsterrein deze vrouwelijke werkkrachten om
vatten. Overal worden cursussen gegeven, om
ze als vaklieden op te leiden voor een be
paald deel van de oorlogsindustrie. Men Kaf
ons hierbij duidelijk te kennen, dat de leer
gierigheid, de accuratesse en het uithoudings
vermogen der vrouwelijke arbeidskrachten voor
dat der mannen in geen enkel opzicht onder
doet.
Op onze vraag, of het in den nationaal-
socialistischen staat allang- ingevoerde
„plichtjaar" der zoogenaamde „Arbeits-
madel" een zekeren invloed heeft geoefend,
kregen we ten antwoord, dat het vrouwe
lijk plichtjaar in den beginne slechts enkele
speciaal vrouwelijke werkzaamheden om
vatte, maar dat in het huidige stadium
iedere jonge vrouw, onverschillig welk be
roep zy in de samenleving uitoefent, haar
krachten in dienst van het algemeen be
lang heeft te stellen. De staat oefent hierbij
dus tot op een zekere hoogte invloed uit op
den „Werdegang" der jonge vrouwen en
deze kan zelfs zoover gaan, dat zy het
aanvankeiyk gekozen beroep prijs geeft
voor geheel ander werk.
Vooral in tyd van oorlog kan in zulke ge
vallen het verschil in werkzaamheid zeer groot
zijn. Dat wordt men op straat dadeiyk gewaar
als men zijn oogen niet in den zak steekt.
Herhaaldelijk kan het voorkomen, dat men een
brievenbesteller ontmoet, die weliswaar zyn
breede pet op het hoofd en zyn zware tasch
onder den arm draagt, maarhet overige
ziet er heel anders uit en aan den lichten gang
en de sierlijke haarlokken kan men vaststellen
dat het om een brievenbestelster gaat!
Trouwens bij de posterijen zyn vele vrouwe
lijke arbeidskrachten, want niet slechts op de
telefoon- en de telegraafafdeeling, maar ook
achter de loketten kan men thans figuur-
lyk gesproken een vrouw tegen het lijf 100-
pen. Dat beteekent voor het postbedrijf een
stap in de goede richting, want de vrouwelijke
(Op verzoek)
Hoewel de vleeschdistributie ons voor een
huishoudelijk probleem te meer stelt, kunnen
wy toch met wat goeden wil en practisch in
zicht onze maaltijden voedzaam en smakelijk
maken. Mosselen kunnen het vleesch van onze
slachtdieren, vooral wat de voedingswaarde be
treft, heel goed vervangen. Zij bevatten o.m.
het onmisbare eiwit, waarvan het vleesch ons in
normale tyden in ruime mate voorziet.
Per persoon: een kilo mosselen
Wy koopen de mosselen gewoonlyk per ge
wicht en vanwege de zwaarte van de schelp
natuurlyk niet in grammen, maar in kilo's. Een
kilo mosselen per persoon is een goede maat
staf, wanneer men rekening houdt met nor
male eters, natuurlyk niet met echte liefheb
bers!
V oorbereidingen
Een goede raad is de mosselen „geknipt" te
koopen, waardoor ze ontdaan zyn van alle aan
hangsels. Is dat niet mogelyk dan moet de
baard verwyderd worden. Met een hard bor
steltje moet schelp na schelp dan schoongebor-
Hier volgt een receptje,
dat zyn doeltreffendheid
bewezen heeft. Kook een
kwart liter water, los er
een eetlepel suiker in op
en voeg hierby 30 grai®
Vervus (dubbel geconcen
treerd) die U bij elke»
apotheker of drogist kunt
verkrygen (vastgestelde prijs: 76 cent). Alle'
goed doorroeren en Uw hoestsiroop is gereed.
Dosis; volwassenen: een eetlepel; kinderen van
8 tot 12 jaar: een dessertlepel; 3 tot 8 jaar:
een theelepel, te nemen na de voornaamste
maaltijden en voor het naar bed gaan. Knip
dit uitstekende receptje uit en bewaar het:
het komt U goed van pas.
steld worden, waarna men de mosselen in koud
stroomend water naspoelt. Elke mossel moet on
derhanden genomen worden, ook reeds daarom,
om openstaande zoogenaamde gapende mosselen,
die dood zyn, zorgvuldig uit te zoeken en te ver-
wyderen. Een uur of vier blyven de mosselen
in schoon koud water weeken, waarby men het
water om 't uur ververscht.
Het koken
De mosselen zyn nu voldoende voorbereid om
met zeer weinig water en verschillende kruiden,
byvoorbeeld gesneden peterselie, ui, peper en
zout opgezet te worden, Na ongeveer tien mi
nuten koken de mosselen in het uitgeloopen
water en de schelp gaat langzaam open. Ze zjjn
nu voor het gebruik gereed en de mossel kan
in de geopende schelp opgediend worden.
Tot zoover de voorbereiding noodzakelyk voor
elk mosselgerecht.
Het opdienen van de mossel tn de schelp
De eenvoudigste manier van opdienen is dé
gekookte mosselen in de schelp op een ver
warmden schotel over te doen. Hierbij kan dan
een mosterdsaus, een eiersaus, een kaassaus en
azyn of mayonnaise gegeven worden of een of
ander aardappelgerecht en sla of worteltjes,
zoodat een volledig en voedzaam middagmaal
ontstaat.
Mosselen bakken
Vooral in een gezin met kinderen is het doel
matiger de mosselen in de keuken uit de schelp
te nemen, even na te wasschen en op een ver
giet goed uit te laten lekken. Heel 'smakelyk ié
het de mosselen nu te bakken en wel op de
volgende manier; de mosselen met een weinig
zout en peper bestrooien en door paneermeel
halen, ze daarna vlug in de heete boter, waarbij
zoo mogelijk een weinig slaolie gevoegd wordt,
goudbruin bakken.
Geeft men hierby aardappelpuree, sla, wortel
tjes of bloemkooi dan vormen deze bestand-
deelen een compleet middagmaal.
Mosselen met een kaassaus
De combinatie mosselen en kaas smaakt uit
stekend, zoodat daarvan ook herhaaldelijk ge
bruik gemaakt wordt. De kaassaus kan natuurlijk
op verschillende manieren klaargemaakt wor
den. Twee verschillende methoden laten wij
volgen en wel een met de gebruikelyke hoeveel
heid boter en een wijze van klaarmaken, waar
by de boter naar willekeur, dus afhangend van
onzen voorraad toegevoegd wordt.
Voor een halven liter saus hebben wy noodig:
2 eetlepels (40 gr.) boter en 4 eetlepels (40 gr.)
bloem. De boter laten smelten, bloem toavoe-
gen en by dit mengsel langzaam by gedeelten
een halven liter melk of bouillon, byvoorbeeld
kooknat van de mosselen, gieten. De saus vyf
minuten door laten koken, afmaken met peper
en zout naar smaak en er vlak voor net op
dienen ongeveer 50 gr. geraspte kaas door
mengen.
Dikwijls heeft de kruidenier geraspte kaas in
voorraad, ook kan men zelf niet al te jonge kaa'
op een rasp fyn maken of in een kmandel-
molentje malen.
En nu dezelfde saus met zoo weinig mogelijk
boter.... Hiervoor maken wij eerst een glad
papje van de bloem met een gedeelte van dé
vloeistof. In plaats van bloem kan ook maizen»
genomen worden, hiervan gebruiken wy echter
minder (25 gr. 3 eetlepels), omdat maizen»
sterker bindt.
De rest van de vloeistof brengen wy aan dé
kook. Het aangemaakte papje wordt er bij ge
goten en als deze saus eveneens vyf minuten
doorgekookt heeft, maken wy ze op dezelfdé
wijze, als in het voorgaande recept beschreven
is, af met peper, zout, geraspte kaas e.d.
Wij kunnen deze kaassaus nu afzonderiyk bi)
de mosselen en het aardappelgerecht opdienen-
Een kleine variatie is echter ook mogeiyk in
den volgenden vorm: de mosselen, eventueel
nog bygekruid, in een vuurvasten schotel over
doen, overgieten met de kaassaus en de mass»
in een matig warmen oven lichtbruin bakken.
In dezen vorm kan de mossel ook uitstekend
als koffietafelgerecht dienen.
Een volgenden keer nog enkele andere mos
sel-recepten.
UW KOKHUI,
Hoest-
bonbons
p«r does
ovorol
v*rlcriioboof I
Imp. Rotterd. Prod. Mif.
WITTE HUIS-Rotterdam
VAN RIIN'S MOSTERD - UTRECHT