MEDITATIE Vrouwenarbeid in Duitschland LEKO VENTILATOREN REESINK otten en pannen MOSSELEN He 11/ m SANITAIR Vraagt Uwen winkelier Die psychologische zijde van onze voedin gsgewoonten Voor onze Lezeressen Een recept voor een hoestsiroop Een kwart liter komt E slechts op 76 cent lOcent Om mosselen te bakken worden ze uit de schelp genomen met peper en zout be strooid en door paneermeel gewenteld. DE VROUW EN HAAR TIJD Er zijn dingen die niet zoo moeilijk en inge wikkeld zijn als sommige schrijvers, die zich daarmee bezighouden, ons willen doen gelooven. En dat is maar gelukkig ook! Zoo zijn er dikke boeken volgeschreven over allerlei opvoedkun dige vraagstukken, die door vele moeders als spelenderwijs worden opgelost. Die boeken heb ben in verschillende gevallen zeker hun nut, maar in de gelukkigste gevallen zijn ze vrijwel overbodig. Zelfs zou men kunnen zeggen, dat een „geboren opvoedster" er vaak beter aan doet, maar niet te veel over paedagogie te lezen en liever haar heerlijke gezdnde ver stand en warme hart te laten spreken bui ten alle letterwijsheid om. Want opvoeden is iets heel natuurlijks en wie de richtlij nen hiervoor zelf heeft- leeren vinden, heeft deze als een levend bezit, als iets wat men zelf ontdekte en tot ontwikkeling heeft ge bracht. En dat is altijd véél waardevoller dan alle aangeleerde kennis bij elkaar 1 Hetzelfde nu laat zich ook zeggen over het onderwerp, dat in den titel wordt aangeduid. Het woord klinkt heel plechtig, en daardoor wellicht voor menigeen zelfs afschrikwekkend. Zeker als men ooit een blik heeft kunnen slaan in een handleiding voor het mediteeren over godsdienstige onderwerpen, waardoor men den indruk kreeg dat het ging om een soort dril- methode voor den geest, die nu niet bepaald aanlokkelijk er uit zag. Er zijn inderdaad schrijvers geweest die het voorstelden of meditatie alleen maar mogelijk is met behulp van een reeks ingewikkelde voor schriften, die pijnlijk nauwkeurig moeten wor den opgevolgd. Maar mediteeren of overwegen is eigenlijk iets heel natuurlijks, iets wat we allen uit eigen ziele-ervaring heel goed ken nen. Het is niets anders dan: met al onze geesteskrachten intens bezig zijn, om in een be paald onderwerp zoo diep mogelijk door te dringen. En wat dat beteekent weet ieder, die een goed ontwikkeld verstand, en vooral: een warm hart heeft, dat wel eens door den machtigen adem der liefde werd bewogen. Dat weet reeds ieder, die deze liefde vóór of in het huwelijk heeft doorleefd, en ook iedere moeder, die dezen naam werkelijk verdient te dragen. Want waar heen onze gedachten zich ook richten mogen: als echte liefde in het spel is, worden alle zielsvermogens gemakkelijk mobiel gemaakt om zich zoo sterk en innig mogelijk bezig te houden met wat ons hart m bezit heeft genomen. Dan werkt alles harmonisch samen: gedach ten wekken verlangens op, en verlangens weer nieuwe gedachten. Het geheugen doet allerlei schoone herinneringen oprijzen, de verbeelding stelt ons deze levendig voor oogen, of tracht in de toekomst door te dringen. En zoo zal zij, die werkelijk liefheeft, lang bezig kunnen zijn r et dat wat het hart heeft ontvlamd. Ook is dan niets natuurlijker dan dat men tenslotte een besluit vormt om iets te doen waardoor onze liefde nog beter tot uiting kan komen. En zoo wordt ook de wil ingeschaKeld. Is dit alles slechts dor systeem? Zeker niet: dit is zieleleven in een hoog-ontwik- kelden vorm. Maar niet anders ook moet men de echte meditatie noemen. Beter zelfs: dan gaat het om den hoogsten vorm van zieleleven, om die werkingen van verstand en hart, geheugen, verbeelding en wil waar door wij dichter naderen tot God zelf. En wij weten toch ook, als ons geestelijk le ven zich al eenigszins verder heeft ontplooid, dat zooiets heel goed mogelijk Is. Wie heeft niet ooit, bij het vieren^ van een der groote kerkelijke feesten, of tijdens een stil bezoek aan het Tabernakel tusschen dringende bezighe den door, een schoonen vrede gevonden, waarin wij met graagte al onze zielekrachten richtten op God, Dien wij dan waarlijk als eindpunt van alle denken en verlangen erkennen mochten? Dan straalden oude geloofswaarheden in een nieuw licht, dan voelden wij ons opgewekt tot een beter leven, zooveel vruchtbaarder dan het gewone bestaan-van-allen-dag. Wél moet het betreurd worden, dat zulke uren al te zeldzaam zijn Maar ook kunnen wij ons afvragen, of het niet mogelijk is onze ziel va ker te doen opleven door zulk een overgave van al haar krachten aan het hoogste Doel. Het is om op deze vraag een goed antwoord te geven, dat vele geestelijke schrijvers en schrijfsters hun meditatie-methoden hebben ontwikkeld. Wij kunnen daarover in dit bestek niet verder spreken, en dit is ook niet zoo erg, omdat de meest spontane methode zooals wij reeds zagen ook de beste mag worden ge noemd. Slechts willen wij er nog op wijzen, dat het toch ook zeker zijn nut heeft geregeld onzen geest en ons hart bewust op de zaken van God te richten ock al zou dat eenige moeite kos ten. Ieder zal Immers erkennen, dat een musi cus goed doet met geregeld zijn vingers en zijn gehoor te blijven oefenen. Ook al is dat niet altijd even aantrekkelijk werk, toch is het noodig juist ook om hoogere prestaties mogelijk te maken. Zoo ook kunnen' wij onze ziel door oefening afstemmen op de bewegingen der ge nade, die hierin op- gezegende oogenblikken de schoonste accoorden zal doen opklinken. Wie dit alles goed heeft overwogen, zal allicht er toe komen eens vaker de heilige Mis of het Lof bij te wonen, of op een stil oogenblik een bezoek aan de kerk te bren gen. Want de echte meditatie wekt een sieie- leven op, dat de héérlijkste vruchten draagt tot in eeuwigheid. M B. DE VOLKSVENTILATOR ZONDER CONCURRENTIE PRIJS VOOR ELKE BEURS VRAAGT UW WINKELIER OF DROGIST 11 CT. P. ZAKJEGELIJK AAN 1 POND SUIKER VOOR ALLE Geheel linies: jurk van wollen angora in zwart, grijs en don kerlila streep. De donkere streep accentueert het raglan model; schuine sluiting met knoopen. ook de afknoopbare zak is schuin opgezet. Daarnaast bo ven: het wollen streepmateriaal in licht en donker staalblauw is zoo aangewend, dat het een brengt voor den aanstaanden winter japonnen met jasjes en deux pieces, alle berekend op een matig warm interieur. Van de Weensche collectie geven wij hier enkele modellen, welke zeer geschikt zijn als namiddag complet. Coupe en materiaal zijn zoodanig, dat men ze zonder bezwaar ander wintermantel of bontjas kan dragen. Het bij de Weensche modescheppers geliefkoosde angora jersey bezit dan ook uitstekende kwaliteiten, het is warm en uiterst soepel. Zwart blijft een op den oorgrond tredende kleur, daarnaast bruin en wijnrood; graag worden ook contrasteerende kleuren samen verwerkt. De zakken blijven hun groote rol als garneering spelen, soms zijn ze gemaakt van gevlochten zijden koord, soms geborduurd met gouddraad en velvet. Vlot is bij bet sportieve geheel de combinatie van geweven stof met gebreid. Het ge breide is dan van dikke wol in groven steek. A. BGL. strenge gameering vormt. Het gedeelte hoven de nauwsluitende taille is blousend, knoopsluiting midden voor. Rechts bo ven: van de zwarte wol len apon zijn korte mouw en schouderstuk pauw blauw, passend hij het pauw-blauwe manteltje van 't zelfde materiaal. De rok is geplisseerd, op elke vouw is over ongeveer tien centimeter een wollenrijg- steek gelegd in de blauwe tint van het jasje. De zakken zijn aan de cein tuur aangeknipt. Het gedistingueerde mid dagjurkje (midden) is van zwarte Jersey angora: midden voor aan de taille zijn kruiswijs plooitjes ge stikt, die in den zak ein digen. Op de zakjes, witte applicfué figuurtjes. Aan den hals een centimeter smal rond kraagje van witte crêpe de chine. Onder: deux pièces van wit, grijs en zwarte blok met geel lederen tasch. Onder rechts: deux pièces in roest en grasgroen; klok- rok, schouders en rug zijn van stevige, geweven roest bruine wollen stof. Voorstuk en mouwen ge breid van dikke groene wol: knoopsluiting mid denvoor, smal bruin cein tuurtje. Ook grijs en marineblauw leent zich als combinatie uitstekend voor dit sportieve complet. ZUTPHEN - ROTTERDAM AMSTERDAM"XX,^ndel) (Van onzen Berlijnschen correspondent) Onze oostelijke buren hebben steeds een op vallend groote belangstelling voor getallen en statistieken aan den dag gelegd. Op nagenoeg ieder levensterrein trachtte men de mensche- lijke prestaties met cijfers en statistische over zichten saam te vatten en hoe grooter deze getallen dan uitvielen, des te trotscher was men op het bereikte resultaat. Zoo controleerde men om maar een enkel voorbeeld te geven het verkeer in de Rijkshoofdstad per onder- grondsche, per tram of per omnibus, zoo ging men na, hoeveel huizen er in een bepaalde wijk van de wereldstad bijgekomen waren, zoo stelde men vast, hoeveel vaten bier er per maand werden verteerden kwam men daarbij dan tot cijfers, die nauwelijks meer uit te spreken waren, dan vroeg men met kinderlijke voldoe ning: „Nou, wat zegt u daarvan?" Ook de Eïigelschen kennen hun spreuk „Sa fety in Number", en nu de oorlog tusschen Engeland en Duitschland in een kritiek stadium gekomen is, zal men ook daar waarschijnlijk wel aan het tellen gegaan zijn. Want dit is het merkwaardige: deze eigenschap schijnt in tijd van oorlog internationaal te worden. Nog nooit hebben de kranten zoo vol met cijfers gestaan en luistert men zoo nu en dan naar de radio, dan blijkt het daar al niet veel anders te zijn. De leuze schijnt te luiden: „Kun je nog tellen, tel dan mee!" En merkwaardigerwijze gaat men daarop in, ook al voelt men van huis uit niets voor groote getallen en uitvoerige statistieken. Men wordt als het ware In den stroom des tijds meegesleurd tegen wil en dank en men zit te tellen, voor men het weet. Zoo ging het ons dezer dagen, toen we een gesprek voerden over de plaats, welke de vrouw in tijd van oorlog in de burgerlijke samenleving bekleedt. Het was ons al eeni- gen tijd opgevallen, dat men overal vrou wen ontmoet in een functie, welke een half jaar geleden vrijwel uitsluitend nog door de mannen werd ingenomen. Dat was voor ons een aanleiding, ter bevoegder plaat se eens onze voelhorens te gaan uitsteken en het spreekt als het ware vanzelf, dat we bij deze gelegenheid ook alweer midden in de getallen zaten, voor we het wilden of wisten. Alleen In het „Altreich" telt men volgens de officieele controle van de vorige maand 22.050.000 werkende mannen en vrouwen, en rond een derde deel daarvan strekt zich uit over het zoogenaamde „zwakkere geslacht". Hoewel het steeds moeilijker geworden is om geschikte werkkrachten op te sporen, stelde man voor deze maand een stijging van 175.C90 arbeidskrachten vast, en toen we dat eens nader bekeken bleek, dat dit getal naast 80.000 man nen 'n meerderheid van 95.000 vrouwen omvatte. Men deelde ons mede, dat deze stijging van het aantal buitenshuis werkende vrouwen niet enkel en uitsluitend een gevolg van den huldi gen oorlog is, want in de laatste twee jaar blijkt het aantal vrouwen, dat een beroep uit oefent, met 18 percent gestegen te zijn. terwijl dat der mannen slechts met 10 percent is ver hoogd. Een soortgelijken gang van zaken heeft men ook in de „Ostmark" en in het Sudelen- land vastgesteld. Hoorde men voor den oorlog dikwijls de vraag stellen: „Wat is een typisch vrouwen werk?", zoo kan men thans herhaaldelijk hoo- ren vragen: „Wat is géén typisch mannen werk?" En voor de beroepsopleiding vormen deze vragen als het ware de aanvang eener geheel nieuwe oriëntatie. Zonder overdrijving kan gezegd worden, dat de vrouwen in nagenoeg alle bedrijven „haar man staan". Zelfs voor de metaalgieterij en het zware werk in de mijnen schrikken zij niet terug. Het talrijkst zijn ze bij de textielindustrie te vinden, in de electro- technische bedrijven, in de ijzer- en metaal- warenindustrie, in de tabaksindustrie, op de handelskantonen, in het winkelbedrijf en in de café's en restaurants, waarbij we dan natuur lijk de- in Duitschland zoo talrijke „Kondito- leien" meetellen. Als een logisch gevolg van den oorlog is dit arbeidsveld nog belangrijk grooter gewor den. Pas dezer dagen zagen wij In het bios coopjournaal vrouwen ijverig aan het werk bij beambten zijn niet slechts heel wat voorkomen der dan haar mannelijke collega's, maar- ze bedienen opmerkelijk vlotter en accurater. Al net eender is het in de weinige omnibussen, waarover Berlijn thans nog beschikt, in de tal- looze trams en in de ondergrondsche, die van uit het centrum naar alle buitenwijken der stad vervoert. De dames, die hier dienst ver richten, zijn weliswaar wat meer kortaf dan die op het postkantoor, maar dat ligt in den aard van haar werkzaamheid: ze moeten in veel sneller tempo haar klanten bedienen en de con trol e, al loopende, stelt hoogere eischen dan die bij een vrouw, die haar dienst zittend ver vult. De B. V. G., dat wil zeggen, de Berlijn- sche-Verkeers-Maatschappij heeft hier als het ware den stoot gegeven tot een verdere uitbrei ding van het vrouwelijk beroep, want sedert kort volgen vrouwen een cursus om als chauf feur bij de posterijen dienst te kunnen deen. Weldra zullen wy dus waarschijnlijk de roode postauto's op den bok met geüniformeerde vrou wen bezet zien! Wei nimmer beeft men zich bi zoo sterke mate geïnteresseerd voor psychologische pro blemen als in onzen tijd. Over dit inderdaad zeer eigenaardige ver schijnsel gaf dr. J. Groen in het tijdschrift „Voeding" een buitengewoon interessante uit eenzetting, waarbij schrijver van het stand punt uitgaat, dat grillen van den eetlust bijna altijd afkomstig zijn uit de jeugd en soms zelfs uit de prille jeugd. Ouders en opvoeders dienen dus, vooral ook wat de voeding van 't kind betreft, steeds met overleg en tact te hande len, daar een verkeerde invloed dikwijls ook van buitenaf op dit gebied, een te veel toe geven of te streng dwingen ten gevolge kan hebben, dat er bij het kind voor heel het ver dere leven een afkeer ontstaat voor bepaalde spijzen, die voor de gezondheid van het lichaam zeer belangrijk kunnen «iin. Ouders met een kind, dat om schijnbaar on verklaarbare redenen bijvoorbeeld een zoo uitermate belangrijk en waardevol voedsel ais melk, pap of karnemelk niet gaarne gebruikt, kunnen wellicht aan de hand van de volgende door dr. Groen aangehaalde voorbeelden de oorzaak hiervan opsporen en zoodoende den afkeer genezen. Dr. Groen verhaalt van een jongen van zes tien jaar. die in groei was achtergebleven en van hem den raad kreeg, flink melk te drin ken, waarvan hij groot zou worden. Dit ge loofde deze jongen evenwel niet, daar hij als klein kind van een ouder vriendje gehoord had, dat men door melk te drinken blijk geeft een verwend moederskindje te zijn. Hij wilde graag groot en sterk worden en dronk dus van dien dag afslechts water en thee zonder melk of suiker, terwijl hij ook pap om dezelfde reden minachtte. Een ander voorbeeld is dat van een dame van vijftig jaar met galsteenen, die men - een tijdlang een vetarm dieet wilde geven, waartoe men haar karnemelk wilde la ten gebruiken. Dit was haar evenwel niet mo gelijk, want toen zij drie jaar was had haar vader haar onverwachts, inplaats van de ge bruikelijke zoetemelk, karnemelk laten drinken met het gevolg, dat zij dezen gezonden, ver- frisschenden drank heel haar leven „niet kon zien." Deze twee gevallen uit de praktijk kunnen ouders en opvoeders dus leeren, dat de invloed van vriendjes en mogelijk ook van volwassenen op de voedingsgewoonten van het kind zeer groot kan zijn en dat men bovendien nieuwe spijzen met een voor het kind vreemd smaakje op tactvolle wijze „aan den man" dient te brengen Mogelijk zullen sommige lezers ook eens trachten na te gaan. door welken invloed in hun eigen jeugd zij sommige waardevolle spijzen of dranken niet gaarne gebruikenen waar immers zelfkennis de eerste stap is op den weg naar verbetering, mogen wij hopen, dat zij hierdoor zullen komen tot het gebruik van een juiste en volwaardige voeding, waarbij de ge zondheid in zoo sterke mate is gebaat. de fabricatie van vliegmachines. In nagenoeg alle bedrijven, die thans als „kriegswichtig" staan aangegeven, kan men vrouwelijk perso neel gebruiken en men behoeft ter nadere in formatie slechts de advertentierubriek in de dagbladen na te gaan om met toenemende be wondering vast te stellen, welk een enorm ar beidsterrein deze vrouwelijke werkkrachten om vatten. Overal worden cursussen gegeven, om ze als vaklieden op te leiden voor een be paald deel van de oorlogsindustrie. Men Kaf ons hierbij duidelijk te kennen, dat de leer gierigheid, de accuratesse en het uithoudings vermogen der vrouwelijke arbeidskrachten voor dat der mannen in geen enkel opzicht onder doet. Op onze vraag, of het in den nationaal- socialistischen staat allang- ingevoerde „plichtjaar" der zoogenaamde „Arbeits- madel" een zekeren invloed heeft geoefend, kregen we ten antwoord, dat het vrouwe lijk plichtjaar in den beginne slechts enkele speciaal vrouwelijke werkzaamheden om vatte, maar dat in het huidige stadium iedere jonge vrouw, onverschillig welk be roep zy in de samenleving uitoefent, haar krachten in dienst van het algemeen be lang heeft te stellen. De staat oefent hierbij dus tot op een zekere hoogte invloed uit op den „Werdegang" der jonge vrouwen en deze kan zelfs zoover gaan, dat zy het aanvankeiyk gekozen beroep prijs geeft voor geheel ander werk. Vooral in tyd van oorlog kan in zulke ge vallen het verschil in werkzaamheid zeer groot zijn. Dat wordt men op straat dadeiyk gewaar als men zijn oogen niet in den zak steekt. Herhaaldelijk kan het voorkomen, dat men een brievenbesteller ontmoet, die weliswaar zyn breede pet op het hoofd en zyn zware tasch onder den arm draagt, maarhet overige ziet er heel anders uit en aan den lichten gang en de sierlijke haarlokken kan men vaststellen dat het om een brievenbestelster gaat! Trouwens bij de posterijen zyn vele vrouwe lijke arbeidskrachten, want niet slechts op de telefoon- en de telegraafafdeeling, maar ook achter de loketten kan men thans figuur- lyk gesproken een vrouw tegen het lijf 100- pen. Dat beteekent voor het postbedrijf een stap in de goede richting, want de vrouwelijke (Op verzoek) Hoewel de vleeschdistributie ons voor een huishoudelijk probleem te meer stelt, kunnen wy toch met wat goeden wil en practisch in zicht onze maaltijden voedzaam en smakelijk maken. Mosselen kunnen het vleesch van onze slachtdieren, vooral wat de voedingswaarde be treft, heel goed vervangen. Zij bevatten o.m. het onmisbare eiwit, waarvan het vleesch ons in normale tyden in ruime mate voorziet. Per persoon: een kilo mosselen Wy koopen de mosselen gewoonlyk per ge wicht en vanwege de zwaarte van de schelp natuurlyk niet in grammen, maar in kilo's. Een kilo mosselen per persoon is een goede maat staf, wanneer men rekening houdt met nor male eters, natuurlyk niet met echte liefheb bers! V oorbereidingen Een goede raad is de mosselen „geknipt" te koopen, waardoor ze ontdaan zyn van alle aan hangsels. Is dat niet mogelyk dan moet de baard verwyderd worden. Met een hard bor steltje moet schelp na schelp dan schoongebor- Hier volgt een receptje, dat zyn doeltreffendheid bewezen heeft. Kook een kwart liter water, los er een eetlepel suiker in op en voeg hierby 30 grai® Vervus (dubbel geconcen treerd) die U bij elke» apotheker of drogist kunt verkrygen (vastgestelde prijs: 76 cent). Alle' goed doorroeren en Uw hoestsiroop is gereed. Dosis; volwassenen: een eetlepel; kinderen van 8 tot 12 jaar: een dessertlepel; 3 tot 8 jaar: een theelepel, te nemen na de voornaamste maaltijden en voor het naar bed gaan. Knip dit uitstekende receptje uit en bewaar het: het komt U goed van pas. steld worden, waarna men de mosselen in koud stroomend water naspoelt. Elke mossel moet on derhanden genomen worden, ook reeds daarom, om openstaande zoogenaamde gapende mosselen, die dood zyn, zorgvuldig uit te zoeken en te ver- wyderen. Een uur of vier blyven de mosselen in schoon koud water weeken, waarby men het water om 't uur ververscht. Het koken De mosselen zyn nu voldoende voorbereid om met zeer weinig water en verschillende kruiden, byvoorbeeld gesneden peterselie, ui, peper en zout opgezet te worden, Na ongeveer tien mi nuten koken de mosselen in het uitgeloopen water en de schelp gaat langzaam open. Ze zjjn nu voor het gebruik gereed en de mossel kan in de geopende schelp opgediend worden. Tot zoover de voorbereiding noodzakelyk voor elk mosselgerecht. Het opdienen van de mossel tn de schelp De eenvoudigste manier van opdienen is dé gekookte mosselen in de schelp op een ver warmden schotel over te doen. Hierbij kan dan een mosterdsaus, een eiersaus, een kaassaus en azyn of mayonnaise gegeven worden of een of ander aardappelgerecht en sla of worteltjes, zoodat een volledig en voedzaam middagmaal ontstaat. Mosselen bakken Vooral in een gezin met kinderen is het doel matiger de mosselen in de keuken uit de schelp te nemen, even na te wasschen en op een ver giet goed uit te laten lekken. Heel 'smakelyk ié het de mosselen nu te bakken en wel op de volgende manier; de mosselen met een weinig zout en peper bestrooien en door paneermeel halen, ze daarna vlug in de heete boter, waarbij zoo mogelijk een weinig slaolie gevoegd wordt, goudbruin bakken. Geeft men hierby aardappelpuree, sla, wortel tjes of bloemkooi dan vormen deze bestand- deelen een compleet middagmaal. Mosselen met een kaassaus De combinatie mosselen en kaas smaakt uit stekend, zoodat daarvan ook herhaaldelijk ge bruik gemaakt wordt. De kaassaus kan natuurlijk op verschillende manieren klaargemaakt wor den. Twee verschillende methoden laten wij volgen en wel een met de gebruikelyke hoeveel heid boter en een wijze van klaarmaken, waar by de boter naar willekeur, dus afhangend van onzen voorraad toegevoegd wordt. Voor een halven liter saus hebben wy noodig: 2 eetlepels (40 gr.) boter en 4 eetlepels (40 gr.) bloem. De boter laten smelten, bloem toavoe- gen en by dit mengsel langzaam by gedeelten een halven liter melk of bouillon, byvoorbeeld kooknat van de mosselen, gieten. De saus vyf minuten door laten koken, afmaken met peper en zout naar smaak en er vlak voor net op dienen ongeveer 50 gr. geraspte kaas door mengen. Dikwijls heeft de kruidenier geraspte kaas in voorraad, ook kan men zelf niet al te jonge kaa' op een rasp fyn maken of in een kmandel- molentje malen. En nu dezelfde saus met zoo weinig mogelijk boter.... Hiervoor maken wij eerst een glad papje van de bloem met een gedeelte van dé vloeistof. In plaats van bloem kan ook maizen» genomen worden, hiervan gebruiken wy echter minder (25 gr. 3 eetlepels), omdat maizen» sterker bindt. De rest van de vloeistof brengen wy aan dé kook. Het aangemaakte papje wordt er bij ge goten en als deze saus eveneens vyf minuten doorgekookt heeft, maken wy ze op dezelfdé wijze, als in het voorgaande recept beschreven is, af met peper, zout, geraspte kaas e.d. Wij kunnen deze kaassaus nu afzonderiyk bi) de mosselen en het aardappelgerecht opdienen- Een kleine variatie is echter ook mogeiyk in den volgenden vorm: de mosselen, eventueel nog bygekruid, in een vuurvasten schotel over doen, overgieten met de kaassaus en de mass» in een matig warmen oven lichtbruin bakken. In dezen vorm kan de mossel ook uitstekend als koffietafelgerecht dienen. Een volgenden keer nog enkele andere mos sel-recepten. UW KOKHUI, Hoest- bonbons p«r does ovorol v*rlcriioboof I Imp. Rotterd. Prod. Mif. WITTE HUIS-Rotterdam VAN RIIN'S MOSTERD - UTRECHT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 6