Ijsselmeerwater geschikt te maken voor consumptie? eheimzinnige KRACHTVOER VOOR VEE DONDERDAG 24 OCTOBER 1940 Vraagstuk wetenschappelijk beoordeeld Het lot der schepen van de Holland-Amerika Lijn Kerkelijk leven Fonds voor oud-militairen Reinigend, vermogen KATHOLIEKE ILLUSTRATIE 75e jaargang no. 4 Nieuw Amsterdam vaart weer Dr. Völckers bezoekt R. K. Wees huis te Rotterdam Zijn buurvrouw bestolen Pastoor G. van Leeuwen Uitvaart en begrafenis te Hazerswoude Hulpverleening aan de militaire slachtoffers van den strijd 1940 ZIEKENGELD VERZEKERING Federatie van Bedrijfsvereni gingen bijeen OVERTREDING VAN DE TABAKSWET? Bestuur van de Rotterdamsche Vacantieschool staat terecht SCHIP OP DEN RIJN LEK GESTOOTEN Lading zette uit Mr. Rost van Tonningen lid der Prov. Staten van Zuid-Holland Nieuwe plannen bij de overheid? Mijneed in echtscheidings procedure Tot acht maanden veroordeeld In de duisternis van de trap gevallen Slachtoffer later aan de gevolgen overleden Te veel kolen afgeleverd f 300 boete voor koopman te Leeuwarden Oldebroek heeft 10.000 inwoners Ook te Naarden Benzine voor tractoren en station- naire motoren UIT DE STAATSCOURANT Eervol ontslag De Afdeeling voor Gezondheidstechniek van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs heeft te Amsterdam een druK bezochte vergadering Behouden over het onderwerp: vraagstukken op het gebied der Gezondheidstechniek, die aan het lOsselmeer verbonden zijn. De afdeelingsvoorzitter, de heer W. P. J. M. Rlrul, gaf in zijn hoedanigheid van voorzitter Üer sub-commissie „TJsseimeer" van de commis sie Drinkwatervoorziening „Westen des Lands" 'wier rapport dezer dagen verschenen is) een Bigemeene inleiding, waarbij hij er op wees, dat de motieven, die tot de afsluiting en gedeeltelijke drooglegging van de Zuiderzee hebben geleid, Vooral op agrarisch gebied liggen; daarnaast ondergaan echter vele andere onderdeeien van de volkswelvaart den invloed van dit machtige Ingrijpen in een natuurlijk gegroeiden toestand. Verschillende aspecten zijn reeds bij andere Belegenheden behandeld, os. de malariabestrij ding in Noordholland door het inlaten van zoet Ijsselmeerwater, de hygiënische verzorging van tien Wieringermeerpolder, en de voordeelen Voor den landbouw en de veeteelt van de ver- Zoeting van de boezem- en polderwateren in friesland en Noordholland. Voor deze vergadering was het uitgangs punt de mogelijkheid om het Ijsselmeer water als grondstof voor de centrale drink watervoorziening te gebruiken. Na diepgaand onderzoek is de Commissie drinkwatervoorziening „Westen des lands" tot de conclusie gekomen, dat het water van het ÏJsselmeer zeer goed bruikbaar zal zijn als grondstof voor het bereiden van leidingwater, blits de noodige maatregelen worden genomen om het chloorgehalte zoo laag mogelijk te doen Worden en te doen blijven Deze conclusie wordt bestreden in het onlangs Verschenen rapport van aen directeur der Ge- bieentewaterleidingen van Amsterdam, waarin het IJsselmeer als bron voor de drinkwatervoor ziening van de hoofdstad worth afgekeurd. Vervolgens wees spr. op het belang van het gebruik van het IJsselmeer voor de loozing van afvalwater, waaraan met het oog op de belan gen der drinkwatervoorziening een zekere grens Zal moeten worden gesteid. Hiermede hangen Weer samen de visscherij en de recreatie (zwem en zeilsport en strandleven). Tenslotte is de verzoeting van het polder- Water van groote beteekenis voor den modernen tuinbouw, die steeds grootere eischen aan de kwaliteiten van het sproei- en gietwater, met betrekking tot het chloorgehalte, gaat stellen. Daarna hield prof. ir. J. Th. Thqsse, hoofd ingenieur der Zuiderzeewerken, een voordracht ever „Het water van het JJsselmeer; hoeveelheid en samenstelling." Spr. gaf een inzicht in de berekeningen van het zoutgehalte van het meerwater in de toe komst, in normale en abnormale jaren, waartoe een waterbalans en een zoutbalans zijn opge steld. De berekeningen, die door de Commissie drinkwatervoorziening „Westen des lands" zijn aanvaard, leiden tot een gemiddeld chloorge halte van het IJselmeerwater van 175 mg/1, dat onder zeer ongunstige omstandigheden, wat Zeer zelden voorkomt, oot 250 a 300 mg/1 kan stijgen. Er zfjn na het afsluiten van de berekeningen geregeld waarnemingen verricht om de juist heid aan de werkelijkheid te toetsen. Het resul taat was in zulke mate bevredigend, dat het Reen zin kan hebben, verder nog een veiligheids- factor voor onvoorziene tegenvallers toe te voe gen. Vervolgens besprak mevrouw dr. N. L. Wibaut- Isebree Moens, biologe bij den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezondheidsdienst van Am sterdam, de biologische gesteldheid van het IJsselmeer, vooral onder invloed van de loozing Van het Amsterdamsche afvalwater. De door deze loozing veroorzaakte vervuiling Wordt vrij snel d0or de natuurlijke reinigende Werking van het meer geabsorbeerd en hierin is aóor de afsluiting van de Zuiderzee geen on gunstige verandering gebracht. Spr. stelde in het licht, dat dit groote water- Oppervlak een belangrijk gunstiger reinigend ver- biogen heeft dan een kanaal of rivier. Wanneer ook de twee Zuidelijke polders gereed Zullen zijn, zal een zgn. „IJ-meer" worden ge vormd, waarin de loozing van het Amsterdam sche rioolwater zal kunnen plaats vinden, zon- tier dat het dan sterk verkleinde IJsselmeer een dadeeligen invloed zal ondergaan. Dr. ir. C. A. H. von Wolzogen Kühr, hoofd van de scheikundig-bacteriologische afdeeling Van het Provinciaal Waterleidingbedrijf van Noordholland, deelde daarna de ervaringen me de, verkregen met een proefinstallatie op groote schaal te Enkhuizen t.a.v. de zuivering van het Water van het IJsselmeer voor waterleidingdoel einden. In het bijzonder ging spr. in op den troebe- llngsraad van het water vanwege het slibgehalte, dp het chloorgehalte en op den zuurgraad. Spr. oefende critiek uit op de in het rapport der Gemeentewaterleidingen van Amsterdam gestelde eischen betreffende den smaak van het water en concludeerde, dat het water van het IJsselmeer zeer goed ge schikt is om als grondstof voor de drink watervoorziening te dienen. Tenslotte gaf ir. J. M. Riemens, Rijkstuin- bouwconsulent, ervaringen op het geoied van den modernen tuinbouw t.a.v. het toelaatbare zoutgehalte van het giet- en slootwater. Bij de glascultuur is niet alleen gieten maar ook irrigeeren noodig. Spr. gaf een overzicht van de proeven, die genomen zijn ter bepaling van het maximaal toelaatbare zoutgehalte, dat op 300 mg/1 chloor kan worden gesteld. In dit opzicht kan zoet Ijsselmeerwater van groote beteekenis zijn. Spr. bepleitte het in ruime mate beschikbaar stellen van Ijsselmeer water voor de watervoorziening aan de nabij gelegen land- en tuinbouwgebieden. Op deze inleidingen volgt een levendig debat. Ir. C. Biemond, directeur der Gemeentewater leidingen van Amsterdam, bestreed de meening van prof. Thijsse betreffende de toekomstige samenstelling van het ijsselmeerwater, waarbij spr. een ruime veiligheidsmarge noodzakelijk achtte, vooral omdat men er zeker van moet zijn, dat een nieuwe waterwinpiaats, waarin groote kapitalen moeten worden gestoken, ge durende langen tijd aan de verwachtingen zal beantwoorden. Aan dezen eisch kan volgens spr. het IJssel meer niet voldoen, omdat -men hierbij omtrent het zoutgehalte te onzekei is. In dit verband wees spr. op de toenemende verontreiniging van den Rijn, het door den Wieringermeerpolder uitgeslagen zoute water en het ontbreken van ervaringen met den N.O.- polder en de toekomstige Zuidelijke polders. Voorts betoogde spr., dat de plaatselijke af wijkingen van de gemiddelde samenstelling van het Ijsselmeerwater zeer groot zijn, terwijl ook op een gunstige plaats groote wisselingen in de samenstelling voorkomen. Spr. achtte uit hoofde hiervan een toeslag van 100 mg/1 op de door prof. Thijsse berekende maxima noodzakelijk en verdedigde tenslotte tegenover dr. von Wolzogen Kühr zijn opvatting, oat men den smaak der „fijnproevers" als norm moet stellen, welke bij plm. 100 mg/1 is gelegen. Na ir. Biemond voerden nog verschillende des kundigen het woord. Het nummer opent met een interessante bdj- drage van B. Marsua over het wajangspel in onze Oost. Hij behandelt eersit in het kort de geschiedenis van het spel en vertelt daarna een en ander over de verschillende manleren, waarop het vertoond wordt. De schrijver illus treerde zijn artikel zelf met een groot aantal goed geslaagde teekeningen. Menschen van allerlei slag vinden hun plaats in het geweldig groote apparaat, dat door de moderne oorlogvoering in beweging gezet wordt. Dat laat cms de foto-reportage hl de K. I. van deze week zien, welke ons een kijkje laat nemen in een Duitsche school voor vrou welijke hulpkrachten 'hij den militairen berich tendienst. De beide middenpagina's prijken met een prachtige serie opnamen van het bekende Am sterdamsche Maagdenhuls, dat van omstreeks 1560 dateert. In een kort begeleidend artikel worden bijzonderheden en historische feiten, die op deze mooie instelling betrekking hebben, verteld. Voor de noodige afwisseling zorgen de beide boeiende vervolgromans en de vertellingen, waarvan wij noemen: De groote kans, door C. R. Roberts en: De overwintering, een verhaal uit het ruige leven der Zweedsehe houthakkers, door Kmud Hanson. Ook de beide kleurplaten zijn het vermelden ten volle waard. De beide bijbladen van de K. I.: de Narren kap voor de ouderen en Okki voor de jeugd, zullen velen weer menig aangenaam uurtje van ontspanning bezorgen. Over de Holland-Amerika Lijn meldt het „Am- sterdamsch Effectenblad": „Wij ontleenden kortelings aan een brief uit Amerika, dat de vloot van de H.Aii. nogal actief is tusschen Engeland en de- V. S. en dat het vlaggeschip de „Nieuw Amsterdam", geen plaats in de New Yorksche dokken gekregen hebbende, naast de vlaggeschepen van andere nationali teiten geregeld heen en weer vaart op dezelfde route, waarop de „Volendam" eenige weken ge leden gebleven is. Gebleven ls ook, aldus een particulier schrijven, waarvan wij kennis moch ten nemen, de „Westernland", de 16.479 R.T. groote schuit, die de H.A.L. van de Red Star Line overkreeg. En zoo zal er, naar te vreezen valt, wel meer zijn, waarover de Nederlandsche reeder nu niet bepaald In de wolken is." De speciale gevolmachtigde te Rotterdam van den Rijkscommissaris, dr. Völckers, heeft Woensdagmorgen, vergezeld van zijn secretaris, een bezoek gebracht aan het R.K. Weeshuis aan de Westkruiskade aldaar, dat Zondagavond door Engelsche bommen zwaar getroffen is. De heeren W. J. M. Marcelis en W. C. A. van Eijck, bestuursleden van het R.K, Parochieel Armbestuur, de rector van het weeshuis, de zeereerw heer J. P. Verhaar, pater Kleve, die te Rotterdam de zielzorg had voor de Duitsche kinderen en thans hulpaalmoezenier is, en de priorin zuster Hermenegildis ontvingen dr. Völckers. Na ontvangst in de bestuurskamer, waar dr. Völckers namens den Rijkscommissaris zijn deelneming met het gebeurde betuigde, heeft het gezelschap een rondwandeling gemaakt door het gebouw en de aangerichte schade in oogenschouw genomen. Dr. Völckers heeft na afloop aan de kinderen versnaperingen uitge deeld. Door een inklimming via een dakvenster ver schafte de 24-jarige arbeider J. L. te Leeuwar den zich in den avond van 31 Augustus toegang tot de woning van zijn buurvrouw. Hij bemach tigde daar een aantal bankbiljetten voor een bedrag van 6000 en 17 gouden tientjes. Na drie dagen wist de politie den arbeider te arres teeren. De officier van Justitie had een jaar en zee maanden gevangenisstraf geeischt. De rechtbank veroordeelde L. Woensdagmorgen tot een gevangenisstraf van twee jaar met aftrek van het preventief. De vrouw van L„ die op den bewusten avond op de uitkijk had gestaan, kreeg zes maanden voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaar. De officier van justitie had 3 maanden onvoorwaardelijk tegen haar gerequi- reerd. Onder groote deelnemende belangstelling hebben de parochianen van St. Michael te Ha- zerswoude-Rijndijk hun overleden zieleherder, pastoor G. C. J. van Leeuwen, grafwaarts ge dragen Dinsdagnamiddag werden de plechtige Metten gezangen, waarbij agens was de zeereerw. heer O. M. Jonckbloedt, deken te Zoeterwoude, met assistentie van de weleerw. heeren Th. L. West geest, rector van ..De Goede Herder" te Zoeter woude en pater H. Broersen O.S.Cr. Als can- tores fungeerden de weleerw. heeren A. H. Duyvestijn, kapelaan te Zoeterwoude en pater J. Stringa, O.S.Cr uit het Kruisheerenklooster aldaar. Tal van geestelijken hadden in het pries terkoor plaats genomen. Woensdagmorgen te half tien begonnen de plechtige Lauden. Daarbij was agens de hoog- eerw. heer Mgr. Th. M. Bekkers, rector te Voor schoten, met assistentie van den zeereerw. pa ter J. Keulers O. Carm., pastoor van Hazers- woude-Groenendijk en den zeaTberw. pater G. Klaverweyden O .S.Cr., pastoor te Zoeterwoude, reps, als diaken en subdiaken. Kapelaan Duy vestijn en pater Stringa fungeerden wederom als cantores. De plechtige H. Requiem-mis werd opgedra gen door deken Jonckbloedt met dezelfoe as sistentie als bij de Lauden. In het priesterkQor hadden wederom tal van geestelijken, uit het geheele bisdom afkomstig, plaats genomen, terwijl ook de burgemeesters van Koudekerk en Hazerswoude blijk van be langstelling gaven. De lijkrede werd gehouden door deken Jonck bloedt, zulks naar aanleiding van de tekst woorden: „Dat de H. Aartsengel Michael hem in zijn hoede neme." Na de lijkrede werd door de schoolkinderen een afscheidslied tot den overleden herder hun ner zielen gezongen, waarna de begrafenis van het stoffelijk overschot op het kerkhof bij de kerk plaats had. Het is te weinig bekend, dat er in Nederland een fonds bestaat, dat reeds sinds 125 jaar aan oud-militairen en in het bijzonder aan ver minkte strijders en nagelaten betrekkingen van gesneuvelden een aanvullenden steun geeft op hetgeen dezen in den vorm van pensioen of anderszins van den Staat ontvangen. Deze on bekendheid is misschien de reden ervan geweest, dat er zich in den laatsten tijd in den lande hier en daar comité's voor hetzelfde doel heb ben gevormd. 'Bedoeld fonds werd bij besluit van 9 Novem ber 1815 opgericht en droeg den voor dien tijd niet ongebruikelijk langen naam van „Het fonds ter aanmoediging en ondersteuning van den ge- wapenden dienst in de Nederlanden". In het begin heeft het fonds vooral de oud strijders van Waterloo en van den tiendaagschen veldtocht gesteund. In de laatste vijftig jaren waren het voornamelijk de oud-militairen van het Indische leger, die een aanvullenden steun op hun pensioen kregen. Het fonds keerde aan dezen gemiddeld ca. f 55.000 per jaar uit. Deze middelen werden gevonden uit de rente van een kapitaal, zoomede uit de opbrengst van de jaailijksche collecten, welke „met in achtneming van plaatselijke omstandigheden en gebruiken zooveel mogelijk aan de huizen der 'ingezetenen gehouden dienden te worden". De collecten worden bij voorkeur gehouden op den z.g. Waterloo-dag (18 Juni). Bovendien heeft het fonds vele oud-militairen geholpen, doordat in zijn invalidenhuis te Lei den steeds een honderdtal verpleging en wo ning kon vinden. Toen in de laatste jaren er minder belangstelling voor deze inrichting be stond in het algemeen wordt gestichtsverple- ging in den laatsten tijd minder gewaardeerd werd het invalidenhuis gesloten, nadat geble ken was, dat de aldaar verpleegden konden wor den ondergebracht ln het invalidenhuis „Bron beek". Het gebouw te Leiden werd voorloopig verhuurd en de huuropbrengst weder aangewend voor steun aan behoeftige oud-militairen. Uit het bovenstaande blijkt wel, dat het fonds alleen al aan zijn traditie verplicht is, thans in de eerste plaats zijn steun aan de verminkten en de nagelaten betrekkingen van den strijd 1940 te geven. Daartoe werd bovendien samenwerking verkregen o.a. met de navolgende vereenigingen en Instellingen: Vaderlandsch fonds ter aan moediging van 's Lands zeedienst, Marine ram penfonds, Nationale vereeniging steun aan mi liciens, Nationaal fonds voor ondersteuning van nagelaten betrekkingen der in Nederlandsch- Indië gevallen militairen, Nederl. vereeniging „Ons Leger", Nationalen bond „Het Mobilisatie- kruis", Stichting „Strijdersoffer Mei 1940". De organisatie van het fonds stelt ln staat om de steunverleening op doeltreffende wijze over geheel Nederland te doen geschieden. Wat nu betreft de steunverleening aan de militaire slachtoffers 1940, ligt het ln de bedoeling van het fonds, deze zoodanig te doen geschieden, dat de verminkten c.q. de nagelaten betrekkingen van de gesneuvelden, zoo spoedig mogelijk uit den toestand van afhankelijkheid geraken. De verzoeken om steun kunnen gericht worden tot de dis trictscommissies in de groote steden, en, wanneer daarvan het adres niet bekend zou zijn, tot de burgemeesters der gemeenten, met verzoek om doorzending. Het fonds vertrouwt, dat zijn jaarlijksche col lecten ln de toekomst belangrijk meer belang stelling zullen ondervinden, dan de laatste jaren het geval was, en dat het fonds daaruit zoo mede uit de extra-giften, den aanvullenden steun op hetgeen de Staat doet, zal kunnen blijven geven. Regelmatige versterking van de In een der zalen van den Dierentuin te 's Gravenhage is Woensdag de jaarlijksche al- gemeene ledenvergadering der Federatie van bedrljfsvereenigingen voor ziekengeldverzekering gehouden. De voorzitter, de heer F. L. van der Bom, wees er op, dat de federatie in 1939 op gelijke wijze als voorheen heeft voortgewerkt en vestig de de aandacht op enkeie punten van het jaar verslag, welke van bijzonder belang moesten worden geacht. Hij memoreerde hierbij de voor bereiding van de algemeene maatregelen van bestuur ter uitvoering van de Kinderbijslagwet, waartoe de minister van Sociale Zaken een commissie van advies had ingesteld, in welke can missie de federatie is vertegenwoordigd door hare bestuursleden de heeren B. C..Slotemaker en A. C. de Bruyn en door het lid harer directie, mr. B. A. van Schaik. In dit verband vestigde spr. tevens de aandacht od het door het federa tiebestuur aan de aangesloten bedrljfsvereeni gingen uitgebrachte advies omtrent de wijzigin gen, welke in hare statuten zouden moeten wor den aangebracht ingeval haar de uitvoering van genoemde wet zou worden opgedragen, Spr. deelde verder mede, dat ln het afgeloo- pen jaar een begin werd gemaakt met de sa menstelling van een ziektestatistiek, waarin o.m. ook de ziekteoorzaken zijn verweTkt. Voorts deelde hij mede, dat het werk der commissie, ingesteld dodr het bestuur der Ver eeniging van Raden van Arbeid en het federa tiebestuur tot voorbereiding van een proef met Röntgen-doorlichting van ongeveer 10.000 inge volge de Ziektewet verzekerde personen, regel matig voortgang vond. Het aantal te doorlich ten personen werd met toestemming van het bestuur van het Prophylaxefonds, dat een sub sidie van f 30.000 voor deze massa-doorlichting beschikbaar had gesteld, tot 12.000 personen uitgebreid. Tenslotte wijdde spreker eenige woorden aan de wijzigingen, welke tengevolge van de politieke gebeurtenissen zijn gekomen in de bezetting van eenige bestuursplaatsen in de leiding der fede ratie en van verschillende bedrljfsvereenigingen. Hij dankte degenen, die hun functies moesten neerleggen, voor hun aan de federatie bewezen diensten, met name aan den heer E. Kupers mede-oprichter der federatie en afwisselend voorzitter en plaatsvervangend voorzitter var haar bestuur. Degenen, die de opengevallen plaatsen heb ben bezet, heette spreker welkom, onder het uitspreken van het vertrouwen, dat zij zich zul len beijveren om die plaatsen op waardige wijze te bezetten. Tot lid der balans-commissie werd hierna bij acclamatie benoemd de heer G. Hordijk en tot plaatsvervangend lid de heer J. Andriessen. Het voorstel van het bestuur Inzake de vast stelling van het bedrag, dat leder der leden van de federatie als zijn aandeel ln de kosten der federatie heeft te betalen, werd aangenomen. Eveneens werden het verslag, de balans en de rekening en verantwoording over het boekjaar 1939 ongewijzigd vastgesteld. Tenslotte vereenigde de vergadering zich met een voorstel tot wijziging der statuten van Cen traal Beheer. By de rondvraag werden van directiewege op merkingen gemaakt omtrent de uitvoering van de' Kinderbijslagwet en enkele vragen omtrent dit onderwerp beantwoord. ftnanciën van het fonds zal noodig zijn. Wy vermelden in verband daarmede het gironum mer 75597 en het adres Nes 57, Amsterdam. Het Haagsche gerechtshof heeft zich bezig gehouden met een door het departement van Financiën ingesteld beroep tegen het vonnis van den politierechter te Rotterdam, waarbij de voorzitter en twee medeleden van het da- gelijksch bestuur der Rotterdamsche Vacantie school waren vrijgesproken van de hun ten laste gelegde overtreding van de Tabakswet, n.L den verkoop van ongebanderolleerde sigaren en sigaretten in de cantine van het kamp te Wes- terbork, welk kamp eigendom is van genoemde vacantieschool, doch dat een paar jaren ge leden was afgestaan voor de JOodsche vluchte lingen. De Rotterdamsche Vacantieschool financierde deze cantine ook nog toen het kampteheer reeds was overgegaan op den militairen com mandant en daarom werd vanwege het depar tement van Financiën de cantine ten aanzien van de Tabakswet belastingplichtig geacht. Eerst later ls, om formeele redenen, het beheer der cantine eveneens aan den kampcomman dant overgedragen. Mr. wyckerheld Bisdom, rijksadvocaat, zeioe, dat de Rott. Vacantieschool hier verantwoor- deiyk was voor het cantinebedryf op het tijd stip, waarop de belastingambtenaren consta teerden, dat tabaksproducten zonder banderolle werden verkocht, al geschiedde die verkoop dan ook uitsluitend aan degenen, die in het kamp verblijf hielden en dit niet mochten verlaten. De voeding en de cantineverkoop gingen buiten den kampcommandant om- Zoo betaalde de Rotterdamsche Vacantieschool ook het loon van den cantinebediende. De Tabakswet stelt als minimumstraf f 100 boete voor elke overtreding van de bepalingen betreffende het uitoefenen van het tabaksbe- drqf zonder vergunning, het in voorraad heb ben, het te koop aanbieden, het verkoopen en het afleveren van ongebanderolleerde sigaren en sigaretten. Derhalve kon spr. niet anders aan tegen elk der drie bestuursleden vijf boe ten elk van f 100 eischen, ofschoon hy toegaf, dat deze zaak een storm in een glas water is gebleken. Cassatieberoep staat eventueel nog open en overigens zou een gratieverzoek kunnen worden ingediend met redelijke kans op succes. De advocaat-generaal, mr. Vermeulen, hierna het woord verkrijgend voor het requisitoir var, de vervangende straf, achtte het juister, indien het vrqsprekend vonnis zou worden bevestigd, waartoe spreker's conclusie dan ook leidde. Mr. I. Labzowski uit Rotterdam, als verde diger optredend, vergeleek het kamp met een klooster, waaruit de broeders zich niet mogen verwijderen. Bovendien was alleen de voorzit ter verantwoordelijk en niet het dagelijksch bestuur der vacantieschool in zijn geheel, want het was de voorzitter, die op het desbetreffend verzoek van de regeering, toen het kamp voor de vluchtelingen werd ingericht, de zorg voor de cantine op zich had genomen en die slechts gemakshalve de kas van de vacantieschool voor de financiering had Ingeschakeld. Eenig winst-oogmerk is hierbij niet aanwezig geweest Overigens sloot spr. zich aan by het oordeel van den advocaat-generaal, dat het vrijsprekend vonnis dient te worden bevestigd. Het hof zal 6 November uitspraak doen. Het motorkustvaartuig „Immanuel", af komstig uit Appingedam, ls op den Rqn ter hoogte van het Looveer by Hulssen op een wrak in de rivier gevaren en lek gestooten. Fersooniyke ongelukken deden zich niet voor, doch het schip kreeg zware avery. De 200-ton groote kustvaarder, schipper kapi tein De Boer, was volgeladen met balen stroo- carton ter waarde van ongeveer 26.000 gulden. Door de aanvaring met het wrak, waarvan de aanwezigheid by Rykswaterstaat niet bekend was en derhalve niet voorzien van' bakens, zonk de „Immanuel". Het schip werd gelicht en voor reparatie naar de werf van de Arnhemsche Stoomsleephelling Maatschappy overgebracht, waar bleek, dat behalve een lek in de kiel, de geheele romp van het schip was gaan uit zetten. De balen stroocarton hadden het bin- nenstroomende water opgenomen en zetten met zooveel kracht uit, dat het dek ongeveer 12 c.m. omhoog ging en de wanden uiteengebogen wer den. Ook andere deelen van het schip werden ontzet. Het stroocarton zit thans zóó in het ruim geperst, dat men op de werf met behulp van luchtdrukwerktuigen als snijyzers en houweelen evenals bq beton, moet trachten deze massa te verwqderen. Het stroocarton is niet verloren, daar het opnieuw verwerkt zal kunnen worden. Nietemin bedraagt de schade enkele duizenden guldens. In de vacature-dr. F. O. Bruyning heeft de voorzitter van het centraal stembureau benoemd verklaard tot lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland mr. M. M. Rost van Tonningen. Naar het „Handelsblad" meldt, heeft de over heid afgezien ven het aanvankelqke plan. om vóór 1 Februari geen krachtvoeder beschikbaar te stellen voor vee. De nieuwe regeling zal waarschijnlijk begin November bekend worden gemaakt en zal gelden van 11 November tot 26 Mei, verdeeld in vier toewijzingen. De hoeveel heid van het voeder dat een hooger eiwitge halte zal hebben dan thans het geval is zal van allerlei factoren afhangen, o.a. van het be- drqfstype (weidebedryf, gemengd bedrqf e.d.). Een echtpaar in Den Helder voerde 'n echt scheidingsprocedure. Als kroongetuige was een loswerkman opgetreden, die onder eede valsche, bezwarende verklaringen ten aanzien van de vrouw had afgelegd. De rechtbank te Alkmaar veroordeelde hem hem wegens meineed tot acht maanden gevangenisstraf. De procureur- generaal vroeg bij de behandeling voor het Amsterdamsche Gerechtshof bevestiging van dit vonnis en het Hof wees conform den eisch arrest. Dinsdagavond is de 56-jarige J. A. de K. in het donker van de trap van zijn woning in de Magdalena Moomstraat te Leiden gevallen, waardoor hy een schedelbasisfractüur bekwam. De eerste hulpdienst vervoerde het slacntoffer naar het Academische Ziekenhuis, waar hy in den loop van den nacht aan de bekomen ver wondingen is overleden. Een 39-jarige koopman te Leeuwarden had in Juli en Augustus zonder toestemming van den directeur van het rilkskolenbureau, aan ver scheidene inwoners van de Friesche hoofdstad meer kolen afgeleverd, dan waar zy recht op hadden. Bovendien had hy anthraciet verkocht voor een hoogeren prys, dan 9 Mei gold. De eisch van den officier van Justitie was drie maanden hechtenis. Het vonnis luidde f 300 boete of 60 dagen hechtenis, wegens overtreding der brandstoffenbeschikking en ontslag van rechtsvervolging ter zake van prysopdrijving. Woensdag werd ten gemeentehuize te Ol debroek aangifte gedaan van de geboorte van den lO.OOOsten inwoner der gemeente Oldebroek. Aan den gelukkigen vader, den rietdekker W. van Dieren, werd by afwezigheid van den burge meester, bij monde van den loco-burgemeester, namens het gemeentebestuur een spaarbank boekje met f 50.— ten name van het kind aan geboden. Hierby ging de bepaling, dat het kind daarover op het 21ste Jaar beschikken kan. Te Naarden is Woensdag eveneens aangifte gedaan van de geboorte van den lO.OOOsten in woner. De gelukkige vader, de heer G. R. van den Bosch, chauffeur van beroep, werd door den waarnemend burgemeester toegesproken. Dezer dagen zal een spaarbankboekje met een geldsbedrag ten namè van den pasgeborene wor den aangeboden. In de officieele publicatie Inzake benzine voor tractoren en stationnaire motoren, welke dezer dagen in de bladen ls opgenomen, komt de vol gende zinsnede voor; „Voorzoover voor de maand November nog geen benzine verstrekt kan worden, komen al leen in aanmerking de volgende werkzaamhe den: dorschen, waterpompen ter voorziening van het bedrijf, en in zeer bijzondere omstan digheden grondbewerking". In dezen zin moet het woordje „geen" vêr- vallen. Aan J. K. Zeehuizen, commies by het agent schap van het Ministerie van tinanciën en de directie van de grootboeken der Nationale Schuld te Amsterdam, is op ziin verzoek met ingang van 1 December 1940 eervol ontslag uit zqn betrekking verleend. door A. Hruschka 10 Nadruk verboden HU sloot haar den mond met een kus. Hoe on rechtvaardig had hy haar beoordeeld. Hoe dwaas kwam hem nu alle twijfel aan haar voor! Maar Serena maakte zich plotseling los Uit *Un omarming: Niet daarvoor, liefste ben ik gekomen; dat 'k Je bemin, weet Je reeds langiets anders, 'ets verschrikkelqks, bracht my hierheen, en ik heb weinig tyd. Papa denkt, dat ik bij kennissen ben. O, Hartwig, toen ik bij onze thuiskomst ver ham, wat er met den heer Holzmann is gebeurd, Werd ik zoo ongerust. Hy was immers je vriend. *n ik kan my voorstellen, hoe verschrikkeiyk dat Mies voor Je moet zyn geweest. En toen papa ftiy vertelde, dat.... dat...." zy kon geen woord meer over de lippen bren- Ken, maar Hartwig zag verbaasd, dat zq van t hoofd tot de voeten beefde, terwijl haar gezich tje, dat juist door de opgaande maan helder be schenen werd een uitdrukking van angst en Wanhoop had aangenomen. Werktuigeiyk sloeg hy den arm om haar mid del, om haar te ondersteunen. „Wat is er liefste? Waarom zwijg je plotseling? Ja, Gerhard's treurig einde heeft my zwaar ge schokt, en t zal lang duren voordat ik van die versclirikkeiyke aandoening eenigermate ben be komen. Maar wat maakt je in die zaak zoo ge weldig van streek?" Zij verzamelde haar krachten en antwoordde: „Ik zal je zeggen, waarvoor ik gekomen ben. De menschen zeggenje naam wordt overal genoemdmen gelooft niet aan de waarheid van Holzmann's verklaring, dat een onbekende op hem heeft geschoten.... men beweert.... o, Hartwig, de menschen zqn zoo slecht.... ik.... ik weet wel, dat het niets dan praatjes zqn.... maar ik ben zoo bang voor je! Vanmiddag kwam papa, die den rechter van instructie Wasmut kent, met het nieuws, dat.... dat ook de over heid op de hoogte is van die praatjes, en dat zij je Wederom beletten smart en angst haar voort te gaan. Hartwig bleef haar aanstaren: nog begreep hq niet „Men gelooft Gerhard niet?" zeide hy. „En mijn naam wordt genoemd? Waarom? Met be trekking waartoe? Ik begrijp dit alles niet, Se rena. Verklaar Je nader." zy nam zijn handen in de hare, keek hem diep, angstig, smeekend aan: „Ja, ik moet het je zeggenwie anders zou het durven? Zij zeggen, dat je met Lydia in te vertrouwelijke re1 a tie hebt gestaan; dat Gerhard jullie samen verrastte en dat.... dat je hem toen neergeschoten hebt! Alles, wat er toen volgde, was comedie, een edelmoedige poging van Gerhard om zijn vrouw te sparen Nu was het er uit. Hartwig Henter, die bleek was geworden, stond daar onbeweeglqk, als had hij een slag op het hoofd gekregen, een slag, die hem alle denkver mogen ontnam. En toch stormde het in zijn brein. Het was de eerste maal, dat hy iets van die praatjes hoorde, en toch werkte dat woord als een hand, die een sluier verscheurde. Dat zeide men. En daarom schenen zoo vele zijner kennissen in da laatste weken zijn groet niet op te merken. Daarom ook groetten hem zijn ondergeschikten met uiterst koe'.e beleefd heid en verwqderden zy zich wanneer het kan toor werd gesloten zoo snel, als namen zy de vlucht. Daarom had de typiste zonder eanne- melijke reden haar betrekking opgezegd. Daar om had de werkvrouw dien morgen met schu wen blik gezegd, dat zij de eerste dagen niet kon komen, omdat haar dochter ziek wasDaar om wendde de concierge van het gebouw, waar hy zqn kantoor had, hem reeds een paar dagen zonder te groeten den rug toe, wanneer hy haar in de vestibule ontmoette. Die allen wisten, welke praatjes er liepen en hechtten er geloof aan. Terwyi hy aan dit alles dacht, werd zijn bleek gezicht donkerrood; hy kneep de lippen opeen; zqn oogen fonkelden; zijn vuisten balden zich. als wilde hij allen, die zulke verschrikkelijke dingen van hem dacnten tegen den groid slaen. i En plotseling be vlag hem nieuwe schrik. Hij nam Serena's hoofd tusschen zyn handen tn keek haar diep in de oogen. Geloofde misschien ook zq Maar niets dan innige liefde en vertrouwen straalde hem tegen uit die oogen: zq schudde het hoofdje en zeide heel zacht: „Neen, Hartwig, neen! Hoe kun je zooiets in ernst van my denken. Maar zeggen moest ik het je, opdat je het niet onvoorbereid van an deren zoudt hoorer. „Ja, natuurlqk.... Ik dank je. Maar het is vreeseiyk! Zulk een verdenking en hoe zal ik er mij tegen verdedigen? Ik kan toch niet op straat gaan staan en mqn onschuld uitschreeu wen! Ik kan ook niet den een of ander, die mq scheel aankqkt, tegen den grond slaan. Als iemand mq voor een moordenaar houdt, kan ik hem geen verwijt daarvan maken.... want hij doet het te goeder trouw.... Immers, de men schen vertellen het overal Hij was buiten zichzelven. „Zóó zwaar moet je het niet opnemen, liefste," zei Serena. „Aan die praatjes komt wel een eind.... Laat ons liever over eggen, wat er ge daan moet worden. Pap zei, dat men Je waar- schqnlqk een tyd lang in het oog zal houden; dat is hlnderiyk voor je. Zou Je niet goed doen, voor een poosje op reis te gaan, totdat hier de gemoederen tot rust zijn gekomen? Liefst van daag nog. HartwigMen kan nooit weten Als je byvoorbeeld naar Ital ging?Neen, dat gaat niet, want dan zou je een pas moeten aanvragen. Misschien naar Tyro', in een kleine stille badplaats, waar je rustig kunt werken? Ik heb geld meegebracht; dat kun je me later wel eens teruggevenHartwig, liefste, doe het om mynentwille!" Hy had zich in zijn volle lengte opgericht. „Onmogeiykü Vluchten voor dwaze praatjes? Hoe kun je my daartoe in staat achten!" „Niet voor praatjes, maar voor een verden king, welker gevolgen zeer ernstig kunnen wor den...." „Neen, nooit! Ben ik niet een man, die zich kan en zal verweren en daartoe slechts het be sef van zyn onschuld noodig heeft? Bovendien, Serena, vergeet dit niet: vluchten zou in dit ge val bijna gelqk staan met schuld bekennen. Neen, neen, maak je niet ongerust over my. Het heeft me in het eerste oogenblik sterk aange grepen. Je begrijpt.... zulk een verdenking.... Hoe is men in vredesnaam er op gekomeni Maar nu lach ik er om en wacht alles kalm af. Morgen, overmorgen, lacht iedereen erom! Dat zul je zien." „En als 't eens niet zoo was?" „Dan kan het hoogstens een paar dagen lan ger duren en dat kan ik wel uithouden. Geloof mq, liefste, er is waarlqk geen reden tot be zorgdheid...." Zij schrokken beiden. Ergens in hun naby- heid, in de donkere schaduw van een beuken laan, had het kiezel geknarst, als onder voor zichtige stappen. Een der Invaliden van 't kasteel, die hier een avondwandeling maakte? „Natuuriyk wie zou het anders kunnen zqn?" dacht Hartwig. Maar ziin hart klopte ge weldig en een inwendige stem fluisterde hem toe: „Iemand, die Serena is gevolgd? Haar va der misschien?...." ,,'t Is laat, myn lieveling," zei hij, u'.terlqk ka'm. En je zei, dat Je niet veel tyd hebt.' „Ja ik moet weg. 't Is hoog tijd. Laat ons gaan." „Hoe ben je hier gekomen? Met de tram? „Neen, ik heb in de stad 'n auto genomen. Die wacht by den ingang van het park." Langs den koristen weg gingen zy daarheen. Ongemerkt, om Serena niet ongerust te maken, keek Hartwig om zich heen. Een paar maal meende hy inderdaad, een schaduw te zien die zich ln dezelfde richting als zij bewoog. Maar toen zy by den uitgang van 't park kwamen, waar geen boomen stonden en 't kiezelplein door de maan helder was verlicht, kon hij nergens meer een schaduw ontdekken. Ook droeg Serena een wijden, zwartzqden stofmantel, we ke het onmogelijk maakte, haar gestalte te onderschei den. Zóó kon haar geen vreemde herkennen. Doch haa vader?.... Maar zoo iets zou d trot- sche kolonel toch niet doen: zijn eigen dochter bespionneeren Deze gedachte stelde Hartwig een germate ge rust. Nog 'n paar teedere, gefluisterde woorden toen hielp hy haar ln den auto, dien hy nog een wijle bleef nastaren, voordat hy op zyn beurt huiswaarts keerde. De terugweg leidde eerst door een lange kas tanjelaan en daarna over een straatweg 'tot aan de halte van de tram. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3