Table d'Hóte van oorlogsperikelen
BfcV
VE
Onderwijs aan primitieve volkeren
Het kasteel van
Hernen
De ontmoeting tusschen
Hitier en Laval
Britsche aanvallen bij
Solloem
Nieuwe branden op de
Theemsoevers
Botsingen na slechten
oogst in Portugal
DONDERDAG 24 OCTOBER 1940
SANTPOORT
Uit Oost en West
Samenhang met eigen maat
schappelijke ordening
KAMER VAN KOOPHANDEL
Winkelsluiting, gebrek a an materiaal, verzending
van telegrammen, vervoer etc.
T ele gramver keet
Het vervoersvraagstuk
De winkelsluiting
Industrieterreinen
Gebrek aan materiaal
Wat de Radiocentrale
heden geeft
HOLL. MIJ. VAN LAND
BOUW
Gasgeneratoren bij de gemeente
Tal van straten afgesloten
Van zonsondergang tot
zonsopgang
NOORDWIJK
IJMUIDEN
Openstelling P.T.T.-
agentsehappen
Ital. weermachtsbericht
Duitsch weermachtsbericht
Vroeger een geweldig oorlogsslol,
thans een der rustigste plaat
sen van ons land
STAD
LUWS
De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Haarlem en Omstreken vergaderde gisteren
middag in het eigen gebouw aan het Nassau -
plein onder voorzitterschap van den heer J. J.
Swens.
De voorzitter wijdde enkele gevoelvolle woor
den aan het verscheiden van ir. F. C. Dufour,
die in de vorige vergadering als lid der Kamer
altrad.
Hy hoopte, aldus de voorzitter, nog rustig van
het leven te kunnen genieten, al had de dokter
hem maar 75 pet. toegemeten. Verscheidene
leden onzer Kamer hebben hem op het kerkhof
de laatste eer bewezen. Spr. noemde ir. Dufour
een sieraad van de Kamer, waarin hij zitting
had van 19121920 en van 1932 tot aan zijr.
dood. In de commissie voor Nijverheid en die
van steun aan gemobiliseerden heeft hij o.a. uit
stekend werk verricht. Zyn nagedachtenis zal
Dij ons in hooge .eere blijven.
De Kamer heeft een onderzoek ingesteld naar
de wenschen van het bedrijfsleven, betreffende
aen treinenloop in den winter, in verband met
de verduisteringsmaatregeien. De directie der
Ned. Spoorwegen, die om deze wenschen vroeg,
is van het resultaat in kennis gesteld.
Verschillende punten werden in besloten zit
ting behandeld, o.a. betreflende commissie steun
Middenstand, tewerkstelling werklooze hoofd
arbeiders, begrooting en subsidie 1941.
Besloten werd aan net wnd. hoofd van
het departement van Handel en Nijverheid
een schrijven te zenden betreffende het bin-
neniandsch telegramverkeer. Door de voor
schriften kan niet van een telegrafeerver-
bod gesproken worden, maar de practische
waarde van het binneniandsche telegram
verkeer is feitelijk tot nul gereduceerd, het
welk te meer klemt, nu de verkeersmoeilijk
heden op ander gebied zoo groot zijn. Hoewel
de moeilijkheden voor de ingeschrevenen in
het district der Kamer minder zwaar wegen
dan ten aanzien van hen, die verder van de
grootsteden hun bedrijf uitoefenen, zijn toch
de nadeelen voor hen niet van belang ont
bloot. In het schrijven wordt dan ook aan
gedrongen op een dusdanige wijziging, dat
het bedrijfsleven practisch weer gebruik kan
maken van het binnenlandsch telegramver
keer.
De Kamer keurde dezen brief onvoorwaar
delijk goed
De rondvraag leverde tal van belangrijke
vraagscukKen op. De heer Barendse uit Aalsmeer
zou gaarne een grooteren invloed der Kamer
zien op het z.g. centraal vervoer. Bloemen moe
ten snel vervoerd worden en spr. voorzag
aaarom bepaalde moeilijkheden.
De voorzitter wees er op, dat er een com
missie bestaat, waarin namens de Kamer van
Koopnanael in Nooraholland de heer Fabius
zitting heeft. Het zou inderdaad prettig geweest
zijn, ais de invloed der Kamer in de commissie
grooter ware. Veel succes is tot nu toe met ge-
Doekt.
De heer Hooy besprak den chaotischen toestand
'ten aanzien der winkelsluiting te Haarlem, nu
richtlijnen uit Den Haag achterwege blijven.
Het publiek, dat om 5 uur of 5.30 de stad in
gaat, kan bij den eenen winkelier terecht en bij
den anderen niet. De klant blijft koning en de
winkelier heeft in het distributiesysteem een die
nende taak. Ook al is er weinig aan te bicden,
dan moeten toch alle soorten publiek gelegen
heid krijgen om inkoopen te doen. De Midden
standscentrale heeft ten aanzien van de win
kelsluiting niet alleen het heft in handen. Er
zijn ook nog de warenhuizen en de filiaalzaken.
Daarom zou spr. gaarne zien, dat de voorzitter
der Kamer een vergadering belegde met de be
trokkenen om tot een eensluidend advies te
komen.
De voorzitter: „Ik wil die leiding wel op me
nemen, maar de Middenstandscentrale zal het
besprokene moeten uitwerken."
De heer de Breuk meende, dat het goed zou
zijn, dat ook voor werkplaatsen en fabrieken ge
lijke begin- en sluitingsuren werden vastgesteld.
Na eenig debat achtte de Kamer het beter zich
met de werktijden van de bedrijven niet te be
moeien, wel met de winkelsluiting.
De heer Brinkman besprak de rede van wet
houder Reinalda over de Haarlemsche industrie
terreinen voor de Ned. Maatschappij voor Nij
verheid en Handel. Vroeger speelde de Kamer in
deze materie een groote rol, maar heeft zij nu
wel kennis van deze voordracht gekregen? Het
is van belang, dat de Kamer een nadere toe
lichting krijgt, wanneer de plannen vastere vor
men hebben aangenomen, omdat bouwrijp in
dustrieterrein voor Haarlem meer dan noodig
is.
Na eenige discussie stelde de voorzitter vast,
dat een nadere bespreking van de plannen, die
niet veel gewijzigd zijn, door de huidige om-
standighedefa weinig practische waarde heeft.
Het bureau zal echter op haar qui vive blijven
en den heer Reinalda te zijner tijd uitnoodigen.
De heer Alders liet een droevige stem hooren
uit de wereld van de kieinindustrie. Het gaat
niet goed, omdat er geen materiaal is. Als er
geen verbetering komt, voorziet spr. over enkele
maanden groote werkloosheid. Er is werk, maai
er is geen materiaal, waardoor de industrie
practisch lam geslagen wordt.
De voorzitter verwees den heer Alders naar
het Nationaal Comité voor Economische Samen
werking.
De heer Klein Schiphorst vertelde uit erva
ring, hoe de directeuren van het ijzer- en hout
bureau doen wat ze kunnen. De Duitsche over
heid werkt mee uit alle macht, maar er schij
nen veel strubbelingen te zijn.
De heer Alders zou gaarne zien, dat rekening
werd gehouden met de menschen, die verleden
jaar o.a. wegens de mobilisatie geen materiaal
gehad hebben en dus formeel buiten de percen-
r.age-toewijzing vallen.
De heer Klein Schiphorst deelde mede, dat
voor deze menschen al iets bereikt is.
De Kamer ging daarna in geheime zitting.
Het programma van het gramofoonplaten-
concert der Haarlemsche Radio Centrale, 78
uur, op Donderdag 24 October, luidt;
1. Maar jou heb ik niet, Louis Davids; 2.
Tyrolerdalen, Duo Ja; 3. Masquerade is over,
Denny Dennis; 4. Boum, Charles Trenet; 5. Das
alte Spinnrad, Meistersextet; 6. O go for that,
Dorothy Lamour; 7. Nur eine Stunde, Tatjar.a
Birkigt; 8. Wat een weer, wat een weer, Johnny
and Jones; 9. Paradis du réve, Tino Rossi; 10.
Rock Rock Rock a Bye Baby, Andrew Sisters;
11. Slaap zacht, LOuis Davids; 12. Var I Al-
pema, Duo Ja; 13. While a cigarette was bur
ning, Denny Dennis; 14. Parle moi, Lucienne
Boyer; 15. Komm im Traum, Meistersextet; 16.
Let's dream in the moonlight, Dorothy Lamour;
17. Zwischen heute und morgen, Tatjana Bir
kigt; 18. Joseph Joseph, Johnny and Jones; 19.
Si tu le voulais, Tino Rossi.
Woensdagavond hield de afdeeling van de
Holl. Mij. van Landbouw een ledenvergadering
in hotel Terburg.
De voorzitter, de heer A. J. van Splunter,
bracht dank aan het bestuurslid, den heer J.
C. Vessies, die de afdeeling gaat verlaten.
Medegedeeld werd dat door de afdeeling een
cursus is georganiseerd in opvoering van de bo-
aomproductie. Het aantal deelnemers, dat zich
arngemeld heeft, is zeer bevredigend. In dezen
4jd is een dergelijke cursus van zeer groot be
lang. Leeraar is de heer van Leeuwen, uit Sant
poort.
Besloten werd ir. IJ. de Boer uit te noodigen
om in den komenden winter voor deze afdeeling
de film „Agrarische Jaarbeurs 1940" te komen
vertoonen. In verband met de verduistering zal
de bijeenkomst op een middag worden gehouden.
Voorts zal een lezing over grondonderzoek wor
den georganiseerd
Blijkens de jaarrekening van den penning
meester, den heer Vessies, bedraagt het bezit
vrn de vereeniging thans f 570.
rij de bestuursverkiezing werden de aftreden
de ieden, de heeren J. H. v. d. Sluis en A. C.
Schaap herkozen. De voorziening in de vacature
:sies werd aangehouden tot de volgende ver
gadering.
Als afgevaardigden naar de op 6 November te
Arr-terdam te houden algemeene vergadering
werden benoemd de heeren C. Schoo en A. Ba-
rendregt (plaatsvervangers J. v. d. Sluis en A.
van Splunter).
Besloten werd om voor de verkiezing van een
hoofdbestuurslid de candidatuur van den heer
tnx. van Galen, te Haarlemmermeer, te steunen.
Bij den gemeentelijken dienst van Openbare
Werken is men voornemens, de vrachtauto's,
waaronder die van de gemeentereiniging, met
gasgeneratoren uit te rusten. Het benoodigde
gas zal door het Hoogovenbedrijf, dat zich met
proeven op dit gebied bezig houdt, worden ge
leverd.
In totaal zullen 8 auto's aldus worden uitge
rust. Of de vuilnisophaaldienst daarna de zoo
zeer gewenschte uitbreiding zal krijger, staat
nog niet vast.
De burgemeester der gemeente Velsen brengt
ter openbare kennis dat door hem op grond
van artikel 12 der Wet betreffende bescherming
tegen luchtaanvallen het volgende is bepaald
Het is ingaande heden verboden zich tusschen
zonsondergang en zonsopgang als bestuurder
van een rijwiel, motorrijtuig of ander voertuig
te bevinden op de navolgende in de gemeente
Velsen gelegen wegen of gedeelten van wegen:
1. Rijwielpad langs Kanaaldijk tusschen Zee
weg en de Wetstraat.
2. Kanaaldijk tusschen de Wetstraat en
Oranjestraat.
3 Steigerweg.
4. Sluisplein.
5. Ericssonstraat langs de Vischhallen tot en
ni'Kop Visschei shaven.
6. Weg langs Oude F.E.N. Centrale tusschen
Kabaalstraat en K -naaicijk
8. De Wetstraat tusschen Kanaalstraat en
Kanaaldijk.
9. Kon. Emmastraat tusschen Kanaalstraat
en Kanaaldijk.
10. Oranjestraat tusschen Kanaalstraat en
Kanaaldijk.
11. Amstelstraat tusschen Kanaalstraat en
Kanaaldijk.
12. Visseringstraat, tusschen Kanaalstraat en
Kanaaldijk.
13. Kanaalstraat vanaf perceel no. 17 tot
Sluisplein.
14 Ericssonstraat tusschen Kanaalstraat en
Sluisplein.
Niet naleving van vorenstaanden gedrags
regel wordt als misdrijf streng gestraft.
Burgerlijke Stand Geboren: Jacob, z. van
G. v. d. Niet en E. Smit; Agatha J., d. van J.
Verhoeven en B. Slippers; Nicolaas M., z. van
L. v. d. Berg en A. Wijnands; Gerrit, z. van J.
Plug en J. Slagtveld; Hugo, z. van A. Leijten en
C. v. d. Voort; Angemetje, d. van K. Passchier
en A. v. d. Niet.
Ondertrouwd: W. Spaanderman en A. van der
Luijk; P. v. Eeden en J. Kooimans.
Getrouwd: J. v. Schie en B. v. d. Holst; H.
Oliemans en K. Plug; G. Timmers en L. v. Til
burg; R. v. d. Haak en E. Becker; M. Marijnis
en P. v. Venetien.
Overleden: A. M. v. d. Raad, 94 j„ wed. J.
Merkade; G. C. Romijn, 37 j„ echtg. van A.
Smit.
Van wie kan dit zijn? Gevondenmonsters
touw, Gladiolenstraat 3; sleutel, Hoofdstraat
216; jongensmuts en sjaal. Narcissenstraat 36;
lederen ceintuur, Kerkw. 24; zeepbonnen, Burg.
Enschedelaan 29 donkerblauwe dameshandsch
Tulpenstraat 27; rozenkrans in étui, Hageveld-
straat 7; belastingmerk, Wüstelaan 24; tiental
textielpunten, Wüstelaan 11; ceintuur, Wüste
laan 30; regenkapje, Schuytstraat 15; belasting-
merk, Bloemendaalschestr.w. 26.
Verloren: zilveren rozenkrans in étui, Hard
draverslaan 47; bruin damestaschje met inhoud,
Hageveldstaat 7; bril, donker hoorn garnituur,
Merwedestraat 1, Haarl. N.; bruin grijs kinder-
vest, Hagelingerweg 149; vulpen, zw.-bruin,
Hagelingerweg 211; belastingmerk, Anemonen-
straat 9; portemonnaie met inhoud, Brockber-
gerlaan 17; bonds-insigne, Frans Netscherlaan
1; heerenhandschoen, Broekbergenlaan 16; los
belastingmerk, Terbergstraat 39; boterkaart,
Bloemendaalschest.w. 106. t
De Directeur van het Post- en Telegraafkan
toor te IJmuiden deelt mede, dat waar de
zomertijd tot nader order wordt gehandhaafd,
de openstelling der agentschappen Kennemer-
laan, Driehuis en Zeeweg als volgt is bepaald:
van 28 October t.'m 9 November as. 917
uur (des Zaterdags tot 15 uur)
van 11 November t/m 30 November a.s. 9.30—
17 uur (des Zaterdags tot 15 uur)
en vervolgens tot nader order van 1017 uur
(des Zaterdags tot 15 uur).
De agentschappen Kennemerlaan en Zeeweg
zijn des middags van 12.30 tot 13.30 gesloten en
Driehuis van 13 tot 14 uur.
Het FAILLISSEMENT van H. L.
BOERS, gewoond hebbende te
Haarlem, thans wonende te Am
sterdam, is geëindigd door het
verbindend worden der eenige
uitdeelingslijst.
De curator,
Mr. H. J. M. TONINO
(Berichten reeds, geplaatst in een
deel van onze vorige oplaag)
GENEVE, 23 Oct. (D.N.B.). De Fransche
dagbladen hebben vanochtend nog geen bericht
gepubliceerd omtrent de ontmoeting tusschen
den Führer en Laval. In den loop van den och
tend hebben bevoegde Fransche instanties in
Vichy den volgenden eersten commentaar uit
gegeven:
„Van Fransche zijde behoeft men het karak
ter van het bericht omtrent de bijeenkomst niet
meer te bestrijden. Alle Franschen zullen be
grijpen, dat het om de toekomst van het land
gaat en dat dit de belangrijkste gebeurtenis is,
die sedert den wapenstilstand is voorgekomen."
BERLIJN, 23 Oct. (D.N.B.). Uit politieke
kringen te Berlijn zijn in het geheel geen uit
latingen ontvangen over de ontmoeting tusschen
Laval en den Führer, welke opheldering kunnen
geven over inhoud en karakter van het onder
houd. Ook de Duitsche pers beperkt zich tot het
weergeven van het feit als zoodanig, waarop
deels door een grooten opmaak de aandacht
gevestigd wordt.
ERGENS IN ITALIË, 23 Oct. (Stefani). In
communiqué n. 138 maakt het Italiaansche
hoofdkwartier het volgende bekend:
In Noord-Afrika dedn vijandelijke vliegtuigen
aanvallen op onze troepen tusschen Solloem en
Sidi el Barrani. Een persoon werd gedood. Eenige
personen werden gewond. In de streek van Boeg
heeft een van onze jagers na een aanval twee
vijandelijke bommenwerpers van het type Wel
lington op de vlucht gejaagd. Een ander vlieg
tuig werd ernstig getroffen en is waarschijnlijk
omlaag gestort. Onze luchtmacht bombardeerde
de vlootbasis van Port Said. Het bombardement
op de vlootbasis van Alexandrië waarvan
melding is gemaakt in het communiqué van gis
teren duurde twee uren en veroorzaakte he
vige ontploffingen en zware branden in de haven-
opslagplaatsn. Al onze vliegtuigen zijn terugge
keerd.
In Oost-Afrika deden onze vliegtuigen een
aanval op het vliegveld van Boera aan de Tana-
rivier. Zij bombardeerden en beschoten de ben
zine-reservoirs en ht afweergeschut. De vijande
lijke luchtmacht ondernam zonder eenig succes
aanvallen op Boergavo en op het vliegveld van
Asmara en Goera.
BERLIJN, 23 Oct. (DN.B.). Het opperbevel
van de Duitsche weermacht maakt bekend:
Lichte formaties gevechtsvliegtuigen hebben
overdag Londen en andere voor de oorlogvoe
ring belangrijke doelen succesvol met bommen
bestookt. Bij het invallen van de duisternis zet
ten zware formaties de vergeldingsaanvallen op
de Britsche hoofdstad en op de centra der En-
gelsche wapenindustrie voort. Aan beide zijden
van de Theems ontstonden nieuwe branden. In
Coventry en Birmingham kregen voor de oor
logvoering belangrijke bedrijven zware treffers.
Vijandelijke vluchten naar Duitschland von
den gisteren niet plaats. Majoor Mölders schoot
zooals reeds gemeld, in een luchtgevecht tegen
vijandelijke jagers, die grooter in aantal waren
zijn 49en, 50en en 51en tegenstander neer. Twee
Duitsche toestellen worden vermist.
Het onderwijsstelsel in Nederlandsch-Indië
wordt in het algemeen als gezond en gaaf ge
prezen en gaarne wordt er op gewezen, dat he:
den toets der vergelijking met dat in andere
landen rondom den Pacific met succes kan
doorstaan. Wel komt het niet aan alle wen
schen van Inheemsche zijde tegemoet, maar
deze verlangens zijn gewoonlijk sterk met de
eischen van de practük in strijd. Bij inwilli
ging zouden deze verlangens een gevaar voor
de inlanders zeif worden, wijl zij een overvloed
van inlandsche intellectueelen zouden schep
pen, waarvoor in de Indische samenleving mei-
geen mogelijkheid een voldoende en waardig
emplooi zou kunnen worden gevonden.
Ons onderwijsstelsel in Oost-Indië is het
resultaat van een wel overwogen, op eeuwen
lange ervaring berustende, bedachtzame koloni
satiepolitiek, die rekening wil houden met mo
derne koloniseeringswenschen,-maar daarbij de
geleidelijkheid in de cultureele ontwikkeling
van primitieve volkeren niet uit het oog wil
verliezen. Ook met deze restricties is het on
derwijs in Indië nog wel niet geheel volmaakt
en zou het bijvoorbeeld veel minder Westersch
georiënteerd kunnen zijn en meer ingesteld op
de behoefte van een Oostersche samenleving
(met name zou aan het agrarisch onderwijs
meer aandacht kunnen worden besteed dar.
thans het geval is), maar als Nederlanders
laten wij de inrichting van het onderwijs in
Indië toch gaarne gelden als een staaltje van
knappe, deugdelijke koloniale wetgeving.
Eenige jaren geleden heeft de heer B.
Schrieke in het tijdschrift Pacific Affairs eens
een vergelijking gemaakt tusschen het onder
wijs, dat w'ij aan de inheemschen van onzen
Oost-Indischen Archipel verschaffen en het
onderwijs, dat de negers in de Zuidelijke Sta
ten van de Vereenigde Staten krijgen. Hij kwam
daarbij tot de conclusie, dat dit ver achterstaat
bij ons onderwijs, hoewel de heele wetgeving
van de U.S.A. doordrongen is van gelijkheid en
vrijheid van mededinging voor iedereen. Hij
trok daaruit de zeer juiste conclusie, dat het
meer de sociale en economische omstandighe
den van een land zijn, die de natuur en de
quantiteit van het onderwijs bepalen dan wel
de legale status. Verschillen in de sociale struc
tuur van een samenleving kunnen in hooge
mate van invloed zijn op den aard van het
onderwijs.
In Nederlandsch-Indië legt het onderwijs
er zich op toe de inheemschen, die er van
profiteeren, geschikt te maken alle ambten
en betrekkingen, welke momenteel door de
Europeanen voor zich gereserveerd worden,
te vervullen en hen op denzelfden voët als de
Europeanen aan de economische en cultu
reele ontwikkeling van hun land te doen
medewerken. Die doelstelling heeft tot on
middellijk gevolg, dat het onderwijs aan de
Inheemschen in Indië aan hooge nonnen
moet voldoen en ook inderdaad voldoet. Het
staat met het onderwijs aan Europeanen
gelijk. In de Zuidelijke streken van de Ver
eenigde Staten van de U.S.A. trachten ech-
LISSABON, 23 Oct. (DNB) Tengevolge van
de toenemende werkloosheid, die door den
slechten oogst is veroorzaakt, is het in ver
schillende Portugeesche provinciën tot botsin
gen tusschen de bevolking en de politie ge
komen.
Het blad „O Seculo" dringt naar aanleiding
daarvan aan op aanzienlijke versterking dei-
gendarmerie ten plattelande, omdat de nood
onder de bevolking in schrikbarende mate heeft
geleid tot diefstal van veldvruchten en oogst-
voorraden.
(Van onzen Brabantschen redacteur)
Aan den Gelderschen oever van de Maas,
niet ver van Wijchen, ligt het kaasteel Her
nen, dat in den afgeloopen zomer in het
bezit is gekomen van de stichting tot be
houd van Geldersche kasteelen, welke stich
ting ten doel heeft deze kasteelen te be
waren voor verval en voor verminking, waar
aan zij vaak zijn blootgesteld, als zij aan
hun oorspronkelijke bestemming worden
onttrokken. Ook het kasteel van Hernen
heeft veel van zulk een verminking te lijden
gehad; de ridderzaal is een groote boeren-
keuken geworden voor den slotbewaarder en
zijn gezin; de kapel is een rommelschuur,
waar alleen aan enkele overblijfselen van
muurbeschilderingen nog iets te zien is van
de oorspronkelijke bestemming. Een ander
deel van het slot is in gebruik geweest als
postkantoor; het had een afzonderlijken in
gang en de gracht op die plaats is bijna ge
heel verdwenen. Tusschendeuren zijn dicht
gemetseld, vensters zijn veranderd en ver
groot, waardoor de oorspronkelijke schoon
heid van het gebouw veel geleden heeft.
Toch ligt er, niettegenstaande dit alles, nog
iets van dewaardigheid over het kasteel, dat
het vroeger gekenmerkt moet hebben. Het is ge
legen vlak bij de kerk van Hernen, die wel het
middelpunt van dit dorp zal zijn. Een eigen
lijke dorpskern is er niet, de kerk staat niet
eens aan een plein, maar gewoon aan een groo
ten weg als is deze dan ook maar van ter
tiaire beteekenis. Tegenover de kerk is de oprij
laan naar bet slot, die zeker niet langer dan
honderd meter zal zijn. Gaat men deze eenigs-
zins bochtige laan door, dan staat men voor de
poort van het kasteel, waar de rust nog meer
volkomen en de stilte nog oneindiger is dan in
het toch al zeer stille dorp, dat aan het wereld
gebeuren weinig deel heeft gehad. Het kasteel
heeft de groote oorlogsgebeurtenis in de verte
droomend aan zich voorbij zien trekken; het
heeft van het strijdgewoel niet anders gehoord
dan ver gerucht. Het staat thans ter zijde van
de geschiedenis; het is als een oud-gediende, die
al te zeer verouderd en afgeleefd is om deel te
kunnen nemen aan den nieuwen strijd.
Hoezeer verschilt dit van vroeger tijden, toen
om Hernen gevecht na gevecht is geleverd; toen
het herhaaldelijk werd aangevallen en belegerd;
toen er voortdurend strijd was tusschen Baten
burg en Hernen. Zoo zelfs, dat de achterzijde
van dit slot; die naar het Westen gekeerd is,
bijzonder zwaar versterkt moest worden, omdat
van dien kant de Batenburgsche aanvallen te
duchten waren. Ook de slotgracht is aan deze
Westzijde nog breeder dan rond die gevels, waar
zy ook nu nog aanwezig is. Het is thans een
vijver, omgeven door kastanjeboomen en hout
gewas, die stil ligt in de ijle najaarszon en
waarin de contouren van het kasteel zich weer
spiegelen, zonder dat deze ook maar door een
rimpel worden verbroken of vervaagd.
Het is niet zonder reden geweest, dat de toe
gangspoort naar het kasteel juist aan den an
deren kant is, aan het Oosten, en dat de kant,
naar Batenburg gewend, geen enkele zwakke
plek vertoont. En welk een barmhartige tijd
lijkt het ons en welk een milde wijze van oor
logvoeren, toen het voldoende was één muur te
versterken om veilig te zijn, al zal hun de drei
ging van hun oorlog wel evenzeer verschrikke
lijk hebben geleken als ons de dreiging van den
onzen.
1555 staat in den steen boven de poort en bo
ven dit jaartal staan sierlijk en zwierig in zand
steen de blazoenen gehouwen van Reinier van
Wijhe en Maria van Egeren, die dit kasteel heb
ben bewoond. In 1555 moet deze vleugel ge
bouwd zijn. Boven den ingang zijn aan weerszij
den nog de katrollen te zien, waarmede vroe
ger, toen ook hier nog de gracht liep, de toe
gangspoort kon worden opgehaald. Veel ouder
dan deze yleugel moet bet overige deel van bet
slot zijn. Het oudste gedeelte dateert uit de
elfde eeuw. Het is de zwaar versterkte vleugel,
waarop Batenburg zijn aanvallen deed. De ver-
nekken hier zijn ongeveer vier en een halven
meter diep en liggen alle naast elkaar. In dit
gedeelte van het gebouw bestaan de plinten
bijna allemaal uit antieke tegels. Veel heeft het
slot geleden door de verbouwing. Niet in dien
zin, dat de hechtheid ondermijnd is of dat het
uiterlijke teekenen van verval vertoont, maar
het karakter is door al de veranderingen, welke
er zijn aangebracht, geheel gewijzigd. De weer
gang met kanteelen, die vroeger rond het ge-
heele slot heeft geloopen, is overkapt. Hij is ge
worden tot een gang van het huis, welke er toe
dient, verschillende vertrekken te bereiken.
Hier en daar kan men niet verder, want de
vloer is omhooggebracht, omdat in het on
dergelegen vertrek plaats moest zijn voor
groote, hooge ramen, welke wel meer licht toe
laten, maar die niet hebben bijgedragen tot de
verfraaiing van het gebouw, noch uitwendig
noch inwendig. Alleen bevatten vele van deze
ramen nog het oude, waarschijnlijk oorspron
kelijke vensterglas.
De voorzijde van het gebouw is tot voor kort
bewoond geweest. Er staat daar nog huisraad, er
staan nog meubels onder hoezen; de keuken zou
zoo in gebruik genomen kunnen worden. Ergens
in een van deze vertrekken staat nog een por
tret van jhr. mr. dr. J. C. den Tex, den voor-
maligen burgemeester van Amsterdam. De laat
ste eigenares van Hernen was vrouwe Meteler-
kamp van Bronkhorst, geb. Den Tex.
Thans zijn van het kasteel nog drie torens
intact; een gevangenistoren en twee hang-
torens. Aan den vierden hoek vertoont het ge
bouw een hiaat, hier heeft een zware donjon
gestaan, een vierkante vestingtoren, met op elk
der vier hoeken een hangtoren.
De binnenplaats van dit kasteel is zoo vredig
als een zuidelijke kloosterhof in den laten
herfst. Er heerscht hier een rust en een ver
trouwelijkheid, die geheel in tegenstelling is
met het oude vechtkarakter van het slot. Om
deze binnenplai^s rijzen de oude gevels om
hoog. Trappen gaan van hier naar de ingangen
en naar de kelders; het gras groeit hier tus
schen de keien, die misschien in geen tientallen
van jaren door menschelijke voetstappen zijn
beroerdL Alleen de katten, die dit geheele slot tot
haar jachtterrein hebben gemaakt, hebben ook
de binnenplaats in bezit genomen om daar te
rusten en te verpoozen tusschen twee avontuur
lijke tochten over de zolders of door de kelders,
gewelven van Limburgsche mergel, waarin groo
te, ijzeren ringen zijn bevestigd, die herinne
ringen oproepen aan gevangenen en de folte
ringen, welke dezen moesten ondergaan.
Als bewoners van het kasteel van Hernen
worden in de geschiedenis verschillende ridder
geslachten genoemd: Van Herne, Van Wisch,
Van Apeltern, Van Wijhe en vele anderen. Over
een van deze geslachten loopt een tragische
legende, waarin echter noch naam noch jaartal
wordt genoemd. Een der slotheeren, die zijn
gade reeds lang voor zijn eigen dood ten grave
had gedragen, bleef daar wonen met zijn drie
schoone dochters. Hü kon de armoede niet we
ren van zijn poort en toen ook hij stierf, liet hij
de drie meisjes achter, zoo arm als weinig rid
dervrouwen zijn geweest. Haar eenige bezit was
het slot.' De twee oudste dochters huwden, de
eene met den heer van Zutphen, de tweede
met een der heeren van het Utrechtsche. Over
de derde, die nochtans niet minder schoon was
dan haar zusters, voltrok zich het noodlot der
bittere armoede en diepe vernedering. Haar was
het kasteel als eigendom geworden en van haar
moeder had zij een diamanten kruis geërfd. Zij
sloot de poorten van het kasteel, waar haar de
eenzaamheid en het gebrek wel erg zwaar druk
ten. Zij zwierf door Gelderland en Brabant en
trok langs den IJssel tot zij in Zutphen kwam,
waar de pest heerschte. In het kleed der nede
rige kloosterzusters heeft zij dagen lang de pest
lijders verpleegd. Maar de dood spaarde haar en
in dienstbaarheid moest de jongste dochter van
den graaf van Hernen haar brood verdienen.
Zeven jaren diende zy de gravin van Zutphen,
zonder dat zij wisten, dat de gravin en de
dienstbare zusters waren. Maar toen zij ziek
werd en de kasteelvrouwe bij haar aan het
ziekbed zat, heeft zij verraden, dat haar laat
ste wensch was: nog eenmaal voor haar dood
het slot van Hernen zien, waar zij geboren
was. Toen herkenden de zusters elkaar, doch de
legende verhaalt niet, of zij toen nog samen op
het kasteel van Zutphen hebben gewoond, dan
wel of de jongste zuster toen gestorven is. Het
is een van de legenden, die hier leven en wier
oorsprong, evenals die van het kasteel zelf, zich
verliest in de oude geschiedenis van dit gewest.
ter de blanken zooveel mogelijk de negers
buiten de baantjes te houden, wat voor een
goed functionneerend onderwijssysteem een
onoverkomelijken hinderpaal vormt. Ken
merkend voor de mentaliteit in Nederl.-
Indië en die in de Vereenigde Staten is het,
dat bij ons het onderwijs aan inheemschen
in hoofdzaak overheidszorg is en het on
derwijs aan de negers van de Vereenigde
Staten hoofdzakelijk door philantropische
instellingen Wordt behartigd.
Een blik in de geschiedenis van de Vereenig
de Staten maakt het ook voor den vluchtige®
beschouwer reeds duidelijk hoezeer het sociale
en economische omstandigheden van een land
zijn, die op het onderwijs van invloed zijn.
De oorlog tusschen het Zuiden en het Noor
den van de Vereenigde Staten van Noord-Ame-
rika, in de zestiger jaren van de vorige eeuw.
was feitelijk niets anders dan de losbarsting
van een sinds jaren bestaande tegenstelling
tusschen Noord en Zuid. De sociale revolutie
was ontbrand lang voordat er één kanonschot
tusschen Noordelijken en Zuidelijken was ge
lost. Van omstreeks 1845 af reeds was de struc
tuur der Zuidelijke Staten aan het veranderen.
Voor het meerendeel bestonden de Zuidelijke
Staten uit vroegere Fransche en Spaansche
koloniën. Het voornaamste middel van bestaan
vormden de plantages, als grootbedrijven ge
ëxploiteerd. De leiding ervan berustte bij een
aristocratie van grootgrondbezitters, die nog
behept waren met bijna feodale begrippen om
trent eigendom en macht. Buitenlandsche con
currentie werd door deze rijke en machtige
plantage-bezitters niet gevreesd, gezien de so
bere economische inrichting van hun samen
leving. Om die reden was men daar dan ook
hevig den vrijhandelsopvattingen toegedaan, in
politiek opzicht stelde men federale regeering
en decentralisatie en gewestelijke zelfstandig
heid boven een sterk centraal beheer. In de
Noordelijke Staten was het geheel anders en
bestond de bevolking hoofdzakelijk uit Engel-
sche, Iersche, Duitsche en Scandinavische ele
menten. Men leefde er hoofdzakelijk van in
dustrie en handel. Hooge beschermende tolrech
ten werden er verlangd en men streefde er naaf
een wijdstrekkende Bondsregeering met ruime
bevoegdheden. Doch geen kwestie werd er fel
ler bestreden dan de slavernij, die in de Zui
delijke Staten nog welig tierde. In het Zuiden
beschouwde men het houden van negerslaven
als een noodzakelijkheid, zelfs in het belang
der slaven zelf, omdat deze zeker nog niet in
staat Waren in eigen onderhoud te voorzien.
Toen na een verwoeden strijd het leger der
Zuidelijken, onder bevel van den bekwamen en
dapperen Robert Lee, eindelijk had moeten ca-
pituleeren bleek het effect van den Burgeroor
log te bestaan in de totale vernietiging van de
predomineerende positie der Planters in het
Zuiden. De bloem der Geconfedereerden waS
op het slagveld gebleven; heele staten waren
verwoest; slaven en vcrt>rraden en rijkdommen
waren verdwenen; kapitaal was er in het Zui
den niet meer en wie wat wilde beginnen wa®
aan de willekeur van geldschieters overgele
verd. De oude plantages waren finaal weg, de
grond was verkaveld. Maar Wat vooral van belang
was, de «vrijgekomen slaven trachtten zich een
boterham te verschaffen en, zich aan de ver
anderde omstandigheden aanpassend, waren zü
spoedig op weg om op alle baantjes en ambach
ten, welke tot dan toe het monopolie van blan
ken waren geweest, beslag te leggen. De blanke
bevolking voelde zich daardoor bedreigd en de
reactie, welke volgde, was verschrikkelijk. Alle
blanken sloten zich aaneen om met alle mo
gelijke middelen de sociale orde van vroeger te
herstellen en de gelijkstelling van blank en-
zwart ongedaan te maken.
Voor het onderwijs had dit tot gevolg, dat de
blanken, om zich tegen overheersching der ne
gers te vrijwaren en de suprematie door de
superioriteit van het blanke ras te behouder»,
op het onderwijs aan de negers een stempel
van minderwaardigheid wenschten te drukken*
Het oprichten en instandhouden van neger-
scholen werd in hoofdzaak overgelaten aan de
welwillendheid van bonden en instellingen-
Afgevaardigden en vertegenwoordigers in open
bare lichamen waagden het niet tegen de heer-
schende opvattingen te dezen opzichte in
gaan. Zij liepen anders de kans niet meer her
kozen te worden. Negerscholen hadden daaron»
gewoonlijk korte schooltijden, slecht betaald®
onderwijskrachten en treurige accommodatie»
zoodat zelfs niet zelden leerboeken ontbraken.
Het doceeren van sommige vakken was zelf®
geheel verboden, omdat men kleurlingen voof
bepaalde baantjes ongeschikt en ongewensch*
achtte en deze werkgelegenheden voor de blan
ken bewaard dienden te blijven. De negerscho
len waren in alle opzichten maar een flau^
aftreksel van de scholen der blanken. De Zui
derling beschouwde het als zijn levenskwestie-
zijn prestige tegenover de negers te verdedig®®*
De deprimeering van het onderwijs aan de
Amerikaansche negers, waar de heer Schrieke z°°
terecht op heeft gewezen als op een bewijs, da*
niet allereerst de wetgeving, maar meer de g®'
heele maatschappelijke structuur van een land-
van een streek of van een volk voor den aar®
en den vorm van het onderwijs verantwoordelijk
is, zet anderzijds de koloniale mentaliteit va®
de Nederlanders in een helder licht. Deze ge'
tuigt immers van een zeer tegemoetkomende hou
ding tegenover de Inheemschen. Zij schijnt d?
opvoedbaarheid der verschillende rassen in indi®
vanzelfsprekend te vinden en van oordeel 40
zijn, dat het opnemingsvermogen van de ver
schillende rassen in het algemeen niet geringe"
is dan dat van de bevolkingen der Westersch®
landen. Het aanbod aan de Inheemschen, °P
voet van gelijkheid met de Nederlanders aa®
de cultureele ontwikkeling van het volk med®
te werken, is meer dan royaal. Het onderwij®
Wordt zooveel mogelijk met de behoeften va®
de betrokken bevolkingsgroepen in overeen
stemming gebracht.
Er is van den kant der Inheemschen echte*
één wensch geuit, waaraan het Nederlands®41
gezag niet voldoet en moeilijk voldoen kan, na
melijk: aan het onderwijs in de breedte en d®
diepte een bijna ongelimiteerde uitbreiding te
geven. Van inheemsche zijde wordt daarbij
wezen op den grooten drang naar onderwij®'
welke bij de geheele bevolking valt waar te ne
men. Zonder de geheele maatschappelijke ord®
in Indië in gevaar te brengen, kan de Neder-
landsche Regeering aan dien wensch geen ëe"
volg geven. De ondervinding heeft ook dat 8e"
leerd. Er is in de laatste jaren een teveel a®4*
intellectueele krachten gekweekt. Zy konde®
allen geen plaats vinden in de maatschappij el]
zakten af naar de kampongs, waar zij, ontevre
den met eigen lot, dat inderdaad geenszins
overeenstemming was met hun genoten opvoe
ding, een volgens hen zelf mislukt leven leidde®»
en niet zelden onrust en opstandigheid strooide®
in de harten van hun landgenooten.
Het onderwijs moet gelijken tred houden J®®'
de algeheel© ontwikkeling eener primitieve s®"
menleving en rekening houden met de vera®"
deringen, welke zich in de wereld voltrekke®-