Kaas zonder bon ECAAS DISTRIBUTIt, Stichting „Winterhulp Nederland" Sint Epiphanius Het gewijzigde uitgaansverbod eze K^Sbon dis,ributie von koas lislributie* Decreet tot oprichting verschenen Vereenvoudiging van de strafrechtpleging Distributie Distnl\p^ Distributie Distributie.» uw en Viftcherü ook kaas op den bon Schapen doodgedrukt Sluitingstijd Van café's, schouwburgen enz.elf uur ONTSLAGENEN UIT DEN OPBOUWDIENST Van twee trappen gevallen LUCHTAANVALLEN OP ONS LAND NEDERLANDSCHE UNIE ZONDAG 27 OCTOBER 1940 ~per week VAN WEEK TOT WEEK Bij een ongeval met een veetrein Speciale vergunningen Straffen A. M. A. van den Wall Bake overleden Plaatsing bij gemeentelijke luchtbeschermingsdiensten GYMNASTIEK VERPLICHT LEERVAK Op alle lagere scholen dient zij in gaande 1 Jan. 1941 te worden onderwezen Rioleeringswerk te Delft Samenstelling bestuur ONTEIGENING VOOR WEGENAANLEG In Rotterdams binnenstad Vee gedood en belangrijke schade aan huizen en gebouwen aangericht Gewestelijke raad voor de pro vincie Limburg gereed n aanvang sal word van hun normal* varbruik van net Jaar aan u koopen, komen uiteraard te wmien. Voor de» «n reicellna getroffen v» IroQcKATl de plaatselijke dletr JVddMivll rt. ties van alek* derhalve tot genoemde diensten te da door de Zulvelcentraie •nde vergunningen te t buitenlandse he veeche. gelten- T«sellng val- p-.oducenten oorten kaas entrale om HAUS DtJOMC 'H* dat h»t Hoewel zijn levensgeschiedenis niet t>p ge heel betrouwbare wijze schijnt overgeleverd te zijn, en wellicht gekleurd is door den smaak van latere geslachten, die er dan in legden, wat zij er gaarne in lazen, kunnen wij toch Sint Epiphanius huldigen als den heilige van het wijze beleid. Hij staat niet voor ons als de barre radicalist, ofschoon hij nog bijzonder jong geweest moet zijn, toen hij de wereld zijn rug toekeerde, maar als de aandachtige leerling, die een aanzienlijk leermeester werd. Onder de heiligen komen zeer uiteenloopende menschentypen voor. Sint Epiphanius is mis schien bij eerste kennismaking geen bijzonder boeiend type. Men zou hem voor zoover zijn gestalte in de berichten omtrent zijn leven een duidelijken vorm krijgt het veiligst kunnen vergelijken bij de gemakkelijk studeerende jon gens, die zich voor het priesterschap geroepen voelen, vroegtijdig naar een klooster of een se minarie gaan, daar gemakkelijk „mee" kun nen, omdat hun gelukkige aanleg voor de studie hen als vanzelf afhoudt van de overtreding der huisregels (zij blijven braai, omdat zij op die manier het best aan hun drang naar ken nis kunnen voldoen) en die dan later wegens hun verstandelijke begaafdheid op goede posten worden geplaatst, waar zij met hun gezond verstand, hun gematigd inzicht, hun natuur lijk organisatievermogen en hun ingeboren ge richtheid op de regelmaat des levens veel goeds veroorzaken zonder te schitteren. Slechts onder buitengewone omstandigheden schijnen zulke menschen beproefd te worden; gaat alles ge woon, dan is er ook aan hen niet veel onge woons te bespeuren. Waarnemers, die het eerst getroffen worden door hetgeen uit den band springt, hebben de neiging, dit soort figuren te onderschatten. Het zijn geen extremisten of felle partijkiezers, het zijn gewoonlijk opval lend rustige menschen, bij wie de booze nei gingen van de natuur onder hypnose schijnen van een krachtig gezond verstand, dat hen doet sluimeren, ja, volledig inslapen. Van grootsehe zedelijke worstelingen vertoont hun tempera ment althans naar buiten geen spoor. Het zelf bedwang is met hen opgegroeid en men krijgt wel eens den indruk, dat het hun uitsluitend een geestelijk levensgemak heeft opgeleverd, waaraan de heroïsche deugd even vreemd blijft als de verbijsterende begeerte. Menschen, die een zeker evenwicht van geest en hart meekre gen, houdt men in onzen tijd vooral nog al gaarne voor middelmatige menschen, terwijl daarentegen de disharmonieuzen, de figuren met de innerlijke tweespalt, spoedig worden bewonderd, wanneer zij in hetgeen zij tot stand brengen ook de „gebrokenheid" van hun wezen uitdrukken. Sint Epiphanius doet dit niet. Hij behoort tot de categorie, waaruit in alle eeuwen van de kerkgeschiedenis veel bruikbare kerkvorsten en kloosteroversten voortkwamen, men zou haar zelfs de categorie van de „altijd bruikbaren" kunnen noemen. Dit woord klinkt een beetje ironisch, maar bij de beoordeeling bedenke men, dat dit ook de categorie van de principieel „be schikbaren" is. Zij aanvaarden de taak, die hun wordt opgedragen, zonder morren en volvoe ren haar zonder mislukking. Ze hadden ook iets anders kunnen doen. Hun zelf schijnt dat on verschillig te zijn. Als ze dood gaan, en ieder een hun leven welgeslaagd noemt, zou niemand precies kunnen mededeelen, of zij zelf over dit welgeslaagde leven nu zoo tevreden zijn ge weest. Iets afwezigs, dat hen nochtans ken merkt, schijnt temidden van het succes op hun gemoed te drukken en belet hun, in voorspoed overmoedig te worden. Maar in tegenspoed zijn ze rustig volhardend en wanneer ieder ver wacht, dat zij diep „in den put" zullen zijn, vindt men hen als gewoonlijk aan den arbeid. Juist dan voltooien zij wellicht nun beste werk. Heel raadselachtig zijn deze menschen niet; ie zijn ook niet bijzonder scherp geteekend van karakter, maar in moeilijkheden zijn zij moe diger dan naturen, die sterker schenen, en in voorspoed zijn- ze bescheidener dan de lieden, wien het welslagen slechts als een buitenkansje te beurt valt. Zij zijn er, om zoo te zeggen, aan gewoon, dat het hun geestelijk gt>ed gaat, maar juist daarom zijn zij hier niet bijzonder aan gehecht. Zoo'n man was Epiphanius, toen hij in Pa lestina en later in Egypte zich onder leiding van ervaren woestijnvaders stelde. Zoo'n man bleef hij, nadat hij zelf een klooster had ge sticht in het bisdom Eleutheropiis in Palestina. En het veranderde niets aan zijn karakter of gedrag, dat hij benoemd werd tot bisschop van Salamis. Hi? schreef een verhandeling tegen de ketterijen van zijn tijd, omdat hij vond, da', die bestreden moesten worden. Op verzoek var woestjjnheiligen stichtte hij twee kloosters in Syrië, omdat hij iemand was, die dit werk ver stond. Terwijl de radicalen alle boeken uit den booze achtten, beweerde hij, dat het lezen van een vroom boek een verstandige bezigheid is en dat ook een heilig mensch er niet slechter van wordt, wanneer hij op tijd verstandige dingen onderneemt. Toen een monnik van zijn orde hem berichtte, dat in het klooster de ge beden werden gezegd op de uren van het ker kelijk officie antwoordde hij, dat dit vooral geen reden moest zijn om op andere uren niet te bidden. In een goed klooster bidt men altijd. Dat de monniken hun haar lieten groeien, vond hy overbodig; het was in ieder geval beter, dat ze hun deugd lieten groeien. Wilden zy een boetekleed dragen, dan moesten ze dit, vol gens hem, bedekken met hun kloostergewaad Een boetekleed is een goed poenitentiemiddel, maar een slecht kleedingstuk. Voorts had hy een zeer hoogen dunk van het priesterschap en een zeer lagen dunk van het huweiyk, zoo als veel vooraanstaande asceten uit den gees- teiyken stand, maar hij vond brave getrouwde menschen nuttiger dan ergernis-gevende pries ters Voor de geschiedenis van het kluizenaarswe- Een heeft Sint Epiphanius zich verdienstehjk gemaakt door het leveren van een stelselma tige en gedetailleerde beschryving van de ver schillende manieren, waarop men zich uit de wereld terugtrekken kan; als „recluus" of een- zaam-ingeslotene, die zijn cel niet verlaat, als kluizenaar of eremiet, die geen omgang zoekt, doch wel een zekere bewegingsvrijheid nam, als hesychast, die levenslang een volstrekt stil zwijgen bewaarde; als anachoreet, d.w.z. een zaam wonend lid eener gemeenschap van klui zenaars, die in tijd van nood elkaar weten te vinden; als coenobiet, dat Is als kluizenaar van een gemeenschap, die haar cellen dicht bij elkaar heeft in den vorm van een kluizenaars dorp, met een overste, aan wien gehoorzaam heid verplicht is, en eindelijk als „monazon" of monnik, in kloostergemeenschap. De laatste levenswijze had zyn persoon- lyke voorkeur, maar hij had ook geleefd als anachoreet en als coenobiet; hij was bereid, te gaan leven als bisschop van Salamis. Hij vond het noodig, al die levenswijzen helder te onderscheiden, omdat dit ordelijk is en omdat het misverstanden en wantoestanden voor komt. Maar hij vond het niet noodig, aan al die onderscheidingen groote waarde toe te kennen, want het is voornamer, dat iemand heilig wordt dan dat hij anachoreet of hesy chast wordt. De onderscheiding van de wegen .blijft ondergeschikt aan het doel: er zijn veel wegen, doch er is één doel. De principieel „beschikbare" veracht het on derscheid' van de wegen geenszins, maar stelt het doel boven alles en voelt zich daarom op eiken weg veilig, wanneer hy het doel maar naderen mag. Epiphanius stierf in 403. Door dezen ver- standigen man als heilige te vereeren, geeft de Kerk te kennen, dat de hemel, die veroverd wordt door de geweldigen, zich ook laat inne men door de bekoorlijkheid van karakters, waarin het geweld een evenwichtstoestand be reikte, zoodat het meer op rustige volharding begon te lijken. A. T. D. Zaterdagmorgen vroeg is op het stationsem placement te Amersfoort een wagen van een veetrein ontspoord. Eenige schapen geraakten in de verdrukking en kwamen door verstikking om het. leven. Eenige andere schapen kwamen op de rails neer. Zij werden met gebroken pooter. opgenomen. Een veearts heeft deze dieren af gemaakt. Er werd geen materieele schade aangericht. Het Verordeningenblad bevat de volgende op Donderdag 31 October in werking tredende verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied betreffende vaststelling van den tijd van sluiting en be treffende verkeersbepalingen. Met gelijktijdige intrekking van de vororde- ningen 128/1940 (waarbü voor een gedeelte des lands het uitgaansverbod tusschen 22 en 4 uur werd afgekondigd), wordt in deze verordening het volgende bepaald: Artikel I. 1) Het begin van den tijd van sluiting in bedreven tot het verschaffen van nachtverblijf of inwoning alsmede in herbergen, tapperijen en andere voor het publiek toegankelijke huizen, waar men ge lagen zet (zooals restaurants, koffiehuizen, hotels en dergeiyke, schouwburgen, cabarets, bioscopen, bedrijven, die gelegenheid tot het beoefenen der sport bieden, en alle andere gelegenheden van openbare vermakelijkheid, wordt tot nader order op 23 uur vastgesteld. Het einde van den tyd van sluiting wordt tot nader order op 4 uur vastgesteld. 2) Het bepaalde in lid 1 geldt ook voor bij eenkomsten van al dan niet rechtspersoonlijk heid bezittende vereenigingen van personen (ver- eenigingen, bonden, organisaties en soortgelijke instellingent en stichtingen, voor zoover deze de beschikking hebben over localiteiten, welke voortdurend door deze kunnen worden gebruikt. 3) Onder tijd van sluiting wordt de tijd ver staan, gedurende welken de in lid 1 bedoelde bedrijven voor het publiek, en de in lid 2 be doelde localiteiten voor de leden der vereeni- ging en'voor eventueele gasten gesloten moeten z«n Artikel II. Tot nader order Is het verbo den, zich tusschen 24 uur en 4 uur in de open lucht op te houden. Artikel III. 1) Van de bepaling van artikel 2 zijn uitgezonderd: 1. Ambtenaren en andere personen, die werkzaam zijn op de bureaux van den Ryks- commissaris voor het bezette Nederlandsche ge bied, wanneer zij in het bezit zijn van een door den Rijkscommissaris uitgegeven dienstlegitima- tiekaart, alsmede leden van de Duitsche weer macht, van de Duitsche politie en van de SS. en andere personen, die tot de Duitsche weer macht behooren; 2. Zij die de Duitsche nationaliteit bezitten en in dienst staan van een andere dan de ondei 1 genoemde Duitsche overheidsinstantie, voor zoover hun verblijf in de open lucht ook tus schen 24 uur en 4 uur ter vervulling van van overheidswege gegeven opdrachten of van plich ten, welke uit hun dienst voortvloeien, nood zakelijk is; 3. Personen, die behooren tot de Nederland sche politie, brandweer, grensbewaking of open baren luchtbeschermingsdienst, alsmede perso nen, die in ambulancediensten of diensten voor eerste hulp werkzaam zijn, en artsen en vroed vrouwen, voor zoover het verblijf der voor noemde personen in'de open lucht ook tusschen 24 uur en 4 uur noodzakelijk is ter uitvoering van van overheidswege gegeven opdrachten of ter vervulling van plichten, welke uit dienst of beroep voortvloeien, een en ander voor het geval het naleven van het in art. 2 genoemde verbod gevaar zou kunnen opleveren; 4. zy die in geval van ziekte of ongeval, waar van het ernstig karakter kan worden aange toond, hulp trachten te vinden; 5. Diegenen, die zoowel in het bezit zyn van het in art. 4 bedoelde speciale bewijs als van een officieel bewijs, waarop een photo van den betrokkene voorkomt. 2) Personen, die motorry tuigen besturen, welke op den voet van artikel 2, lid 1, onder 3 tot en met 6, van de verordening no. 113/1940 van den Rijkscommissaris voor het bezette Ne derlandsche gebied tusschen 22 uur en 4 uur in het openbaar verkeer mogen worden gebruikt, moeten behalve van de in lid 2 van hetzelfde artikel bedoelde schriftelijke vergunning even eens van een speciaal bewijs voorzien zijn, wanneer zij zich tusschen 24 en 4 uur in de open lucht ophouden. Artikel IV. 1) Aanvragen tot afgifte van een speciaal bewijs moeten schriftelijk wor den ingediend by den bevoegden districts commandant der Rykspolitie van het dis trict, waarin de woonplaats van den aan vrager is gelegen, in de gemeenten Amster dam, Rotterdam, 's-Gravenhage, Utrecht en Groningen bij den hoofdcommissaris van politie. Deze aanvragen dienen vergezeld te gaan van twee (pas-) photo's. 2) De districtscommandanten der rykspoli tie en de hoofdcommissarissen van politie zen den de aanvragen, die voor inwilliging vatbaar lijken, aan den „Stabsoffizier der Deutsche Ordnungspolizei" bü den bevoegden Gevolmach tigde van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied. Aanvragen, die niet voor inwilliging vatbaar ïyken, worden zonder meer geweigerd. 3) Tegen de beslissing door den in lid 2 be doelden „Staboffizier" op de aanvraag staat geen hooger beroep of eenig ander rechtsmiddel open. 4t Het speciale bewijs moet voorzien zyn van diens handteekening en dlenststempel 5) Geldige speciale bewijzen, die inge volge de verordening no. 128/1940 en no. 151/1940 van den Rykscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied by het in werking treden dezer verordening waren uitgereikt, behouden hun geldigheid Artikel V. 1) Met hechtenis van ten hoogste zes maanden en met geldboete van ten hoogste duizend gulden of met een dezer straffen wordt, voor zoover op grond van andere bepalingen geen zwaardere straf is verbeurd, gestraft: 1. Hy, die als eigenaar van een in het eerste lid van art. 1 bedoeld bedrijf of als diens plaats vervanger of gemachtigde of als gast in zoodanig bedryf opzettelijk of door zyn schuld in strijd handelt met het bepaalde omtrent den tyd van sluiting; 2. Hij, die als Ud van het bestuur van een in het tweede lid van art. 1 bedoelde veréeniglng of stichting, als diens plaatsvervanger of ge machtigde, als lid of als gast van zoodanige vereeniging of stichting in de het tweede lid van art. 1 bedoelde localiteiten opzettelijk of door zijn schuld in strijd handelt met het bepaalde omtrent den tyd van sluiting; 3. Hy die zich tusschen 24 uur en 4 uur, zon der daartoe gerechtigd te zijn, in de open lucht ophoudt: 4. Hij die een speciaal bewijs, uitgereikt op den voet van art. 4, misbruikt of ter verkrijging van een speciaal bewijs onjuiste opgaven doet. 2) Feiten, als bedoeld in lid 1, zyn overtre dingen (übertretungen). Artikel VI. Deze verordening treedt op 31 October 1940 in werking. In den ouderdom van 88 jaar is te Velp over leden de heer A. M. A. van den Wall Bake, gepensionneerd luitenant-kolonel van de artil lerie. De heer Van den Wall Bake begon zyn mili taire loopbaan als tweede luitenant bij het corps rijdende artillerie te Arnhem, werd daarna ka- nitein by de vesting-artillerie te Gorkum en kwam vervolgens weer bij het corps rijdende artillerie tot hy in 1903 als majoor werd ge pensionneerd. De commandatn van den Opbouwdienst brengt ter kennis van belanghebbenden, dat hem dage- lyks zeer groote aantallen verzoeken bereiken van uit den Opbouwdienst ontslagenen, strek kende te worden ingedeeld by een der gemeente lijke luchtbeschermingsdiensten. De Opbouwdienst beschikt over voldoende ge gevens omtrent de voor de plaatsing bij de lucht beschermingsdiensten in aanmerking komenden. Schrifteiyke verzoeken kunnen derhalve achterwege blijven en worden niet meer in behandeling genomen. Ook persoonlyke ver zoeken en telefonische aanvragen kunnen niet meer worden ontvangen. Een ieder, die by den luchtbeschermings dienst wordt te werk gesteld, ontvangt hier omtrent bericht. Voor de gemeenten Amsterdam, Arnhem, Bergambacht, Blerik, Boskoop, Boxmeer, Budel, Capelle a. d. IJsel, Ginneken, 's Gravenzande, Groningen, Haarlem, Heemskerk, Heiloo, Hen- drik-Ido-Ambacht, Hoogeveen, Krimpen a. d. Lek, Koudekerk, Lekkerkerk. Lisse, Maasbree, Maastricht, Marum, Naaldwyk, Neede, Nieuwer- kerk a. d. IJsel, Nuenen, Reeuwijk, Roosendaal (N.-Br.), Rotterdam, Rijnsburg. Schiedam, Utrecht, Veghel, Velsen, Vlierhngsbeek, Vlaar- dinger-Ambacht, Wateringen, Winschoten en Zwammerdam zijn deze berichten reeds eenige dagen geleden verzonden. Omtrent andere gemeenten zal in den loop van deze week een nadere publicatie verschynen. Ter toelichting diene nog, dat de indeeling in de andere gemeenten slechts in zeer beperkten mat» zal kunnen plaats vinden. Naar Het Vaderland verneemt, is thans definitief vastgesteld, dat per 1 Januari 1941 gymnastiek moet worden onderwezen aan alle lagere scholen. De vraag, welke maatregelen zullen moeten wbrden genomen, wat betreft stichting van lokalen en inrichting van terreinen, om een doelmatig onderwijs in lichamelyke oefening te verzekeren, plaatst de gemeentebesturen nog voor tal van moeilykheden. Hieromtrent is echter volgens het blad weldra een oesluit van den secretaris-generaal van het departement van Onderwys te verwachten, dat voor die moeilykheden een oplossing zal geven Tot nog toe was de situatie zoo, dat Gede puteerde Staten de bevoegdheid hadden om tot 1 Januari 1941 van de verplichting tot het geven van onderwijs in lichamelijke oefening voor een bepaalde openbare school telkens voor ten hoogste twee jaren vrijstelling te vei- leenen onder voorwaarde, dat aan de school althans onderwys wordt gegeven in de in art. 2 onder j der wet van 1878 Vermelde vrye en ordeoefeningen der gymnastiek. Onlangs nu hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland aan den wnd. secretaris-generaal van het departement van Onderwys de vraag voorgelegd, of de mogelijkheid bestaat, dat de ex art. 195 der wet voor invoering van het vak lichamelijke oefening geldende bevoegdheid als nog wordt verlengd. De secretaris-generaal heeft hierop aan Ge- Te 's Gravenhage is Vrijdagavond omstreeks half twaalf de 56-jarige mevrouw P. C. R. in haar woning aan de Van Ostadestraat op een matje uitgegleden. Zij viel van twee trappen en kreeg een schedelfractuur, waaraan zy onmid dellijk is overleden. Het gemeentebestuur van Delft heeft aan besteed het maken van rioleerir.gen in een groot gedeelte van de binnenstad. Van de 28 inschrijvers werd het laagst inge schreven door M. Romers te Rozenburg met f 71.437; hoogste inschryvcr Kampsteeg te IJs- selmonde, met f 98.600. Het 26 October verschenen Verordeningenblad bevat het volgende decreet van den Rykscom missaris voor het bezette Nederlandsche gebied, houdende oprichting van de Stichting „Winter hulp Nederland": Ik richt hierbij op de Stichting „Winter hulp Nederland". Het is dc taak der stichting, den in het bezette Nederlandsche gebied levenden be- hoeftigen Nederlandschen staatsburgers zon der aanzien des persoons hulp en ondersteu ning te verschaffen. De hiervoor noodige middelen worden ongeacht de gitten, welke ik de stichting zal doen toekomen door vrijwillige bijdragen in geld en goe deren van de in het bezette Nederlandsche gebied levende Nederlandsche staatsburgers verkregen. De stichting bezit rechtspersoonlijkheid. De paragrafen 1 en 2 der verordening no 24/1940 van de secretarissen-generaal van de departementen van Justitie en van Binnenland- sche Zaken ter verzekering van de openbare orde in Nederland vinden te haren aanzien geen toepassing. Het bepaalde in mijn verordening 109/1940 be treffende het houden van openbare geld- en goedereninzamelingen is niet van toepassing op geld- of goedereninzamelingen, welke door de stichting worden gehouden. De stichting is vrijgesteld van alle belastingen en publiekrechtelijke lasten. Op schenkingen, welke der stichting worden gedaan, vinden de bepalingen van de Successie wet geen toepassing. Het bestuur der stichting berust bij: 1. den Directeur-Generaal. 2. De financiecle commissie, welke toezicht houdt op het financieel beleid van de stich ting en in het bijzonder er voor zorg draagt, dat de opgebrachte middelen niet dan voor het doel der stichting worden besteed en dat het beheer der stichting zoo zuinig mogelijk gevoerd wordt. Er is een eereraad. di» den Directeur Generaal in de verruiling van zyn taak van raad dient en bijstaat. De leden der financieele commissie zyn: 1. De secretaris-generaal van het departe ment van Financiën, die tevens voorzitter is; 2. vier of meer, doch ten hoogste acht voor aanstaande Nederlanders. Leden van den Eereraad zijn: 1. de secretaris-generaal van het departement van Algemeene Zaken, die tevens voorzitter is. en de secretarissen-generaal der departementen van Binnenlandsche Zaken en van Sociale Za- ken, alsmede de Commissarissen der provincie' 2. twintig of meer, doch ten hoogste veertig vooraanstaande Nederlanders. De benoeming van den Directeur-Generaal, alsmede de aanwijzing van de leden van den Eereraad en van de financieele commissie, ge schiedt door mij. De secretaris-generaal van het departement van Binnenlandsche Zaken stelt de statuten der stichting samen. In beginsel zyn in het bestuur der stich ting slechts onbetaalde medewerkers werk zaam, het inzetten van betaalde arbeids- deputeerde Staten geantwoord, dat dit niet in de bedoeling ligt. Hoewel de destijds met goedkeuring van het departement door het Rijkscollege voor de lichamelyke oefening uitgegeven nchtiynen voor het onderwys in lichamelijke oefening reeds in die richting wezen, is hiermede een kwestie, waaromtrent langen tyd onzekerheid. althans geen definitieve zekerheid heeft be staan, voorgoed Opgelost. In verband met de door den Algemeen Ge machtigde voor den Wederopbouw voergenomen onteigening van perceelen, noodig voor den aan leg van weg no. 54 (tusschen de Hoogstraat, de Nieuwehaven en .het Oostplein) (onteigening Rotterdam F) ten name van de gemeente Rot terdam en ten behoeve van haar wederopbouw liggen van 28 October tot 11 November 1940 ter Secretarie der gemeente Rotterdam in het Stadhuis (kamer 101) kosteloos voor een ieder ter inzage een lyst van de te onteigenen per ceelen, een kaart waarop deze zijn aangeduid een situatieteekening en een toelichting. Eén of meer vertegenwoordigers van den Al gemeen Gemachtigde voor den Wederopbouw zullen ten Stadhuize te Rotterdam (Kamer 102) op Maandag li November 1940, des vnormid- dags 10 uur zitting houden tenemde eventueele bezwaren tegen deze onteigening aan te hoorer; belanghebbenden kunnen uiterlyic twee dagen vóór dezen zittingsdag ook schriftelijk bezwa ren indienen by den Algemeen Gemachtigde voor den Wederopbouw, Carel van Byiandtlaan 30, te 's Gravenhage. Almachtige, eeuwige God, Gij hebi in Uw geliefden Zoon, die de Koning van hel heelal is, alles willen vernieuwen. Verleen nu genadig, dal alle volksgemeenschappen, die door de wonde der zonde van elkaar gescheiden worden, zich aan Zijn milde heer schappij onderwerpen. Oratie. krachten moet tot het volstrekt noodzakeiyke worden beperkt. De statuten behoeven myn goedkeuring. Zij worden in de Nederlandsche Staatscourant bekend gemaakt. De bepalingen van dit decreet hebben kracht van wet in den zin van den tweeden volzin van het tweede lid van par 1 van myn verordening no. 3/1940 tot uitoefening van de regeerings- bevoegdheden in Nederland. In het Zaterdag verschenen Verordeningen blad is opgenomen de eerste verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Neder landsche gebied, houdende bepalingen ter ver eenvoudiging van de strafrechtpleging. Hierin wordt bepaald, dat de artikelen 12 en 13 van het Nederlandsche Wetboek van Strafvordering tot nader order niet worden toegepast. (Artikel 12 van dit wetboek bepaalt o.m., dal. wanneer een strafbaar feit niet wordt vervolgd of de vervolging niet wordt voortgezet, de be langhebbende daarover beklag kan doen bij het gerechtshof, binnen welks rechtsgebied de vervolging zou behooren plaats te vinden Het gerechtshof kan den procureur-generaal op dragen te dien aanzien verslag te doen en kan voorts bevelen, dat de vervolging zai werden ingesteld of voortgezet. Het gerechtshof kan het geven van zoodanig bevel ook weigeren op gronden, aan het algemeen belang ontleend. De rest van artikel 12 en artikel 13 bevat bepalingen van technischen aard). Voorts bepaalt de verordening, dat. wanneer ten tijde van haar in werking treden het welk is vastgesteld op 26 October een be klag, gegrond op de artikelen 12 of 13. aan hangig is, doch daarop uitspraak nog niet is gevolgd, de behandeling wordt gestaakt Reeds ontstane kosten of rechten worden niet ge beurd. In Ter Apel (Groningen) hebben, zoo meldt het A.N.P.. Engelsche vliegtuigen op weiden en akkervelden 30 a 40 brandbommen geworpen. De bedoeling hiervan was ongetwijfeld zoo mogeiyk door brand de grooftt mogelijke schade aan eigendommen te veroorzaken. Succes is uitge bleven omdat de brandbommen niet op Ter Apel zelf neerkwamen. In Noord-Beemster werden op verscheidene plaatsen brandplaatjes gevonden, welke de poli tie echter onschadelijk heeft gemaakt. In Olde- broek is een bom vlak voor de kerk terecht ge komen. Menschenlevens zijn niet te betreuren, maar er werd belangryxe schadei toegebracht aan de kerk en omliggende gebouwen. In IJsselmuiden (Overyssel) werd een zware bom in de nabijheid van een schoolgebouw ge worpen. Daar de bom slecht gemikt was, is de school niet getroffen, maar sprongen alleen de ruiten. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag is Den Helder weder door Engelsche vliegers bezocht. De uitgeworpen bommen kwamen terecht in een weide in de omgeving van de stad. Twee paar den, twee koeien en eenige schapen werden ge dood. Bovendien werd aanmerkelijke schade ver oorzaakt aan daken en vensters van boeren woningen. Te Anna Paulowna zyn Zaterdagmorgen op het weiland van den heer Pluister aan den Balg- weg twee bommen geworpen, waardoor dertien koeien werden gedood en twee zoodanig werden gewond, dat zy afgemaakt moesten worden. Een knecht, die juist de koeien byeen dreef, kreeg, doordat hy zich plat op den grond liet vallen, geen letsel. De boerderij werd licht beschadigd. Zooals bekend, heeft De Nederlandsche Unie voor haar organisatie ons land in vyftien „ge westen" verdeeld: de elf provincies, de drie groote steden (Amsterdam, Rotterdam en Den Haag) en de Zuid-Hollandsche eilanden. Aan het hoofd van elk gewest staat een secretaris, die een gewestelyken raad naast zich krijgt. Onlangs is deze raad reeds voor Amsterdam geïnstalleerd. Thans is dit instituut ook in Lim burg gereed gekomen. De navolgende personen namen er zitting in: F. Reveveur, koopman, Venlo; Ir. W. J. Dewez, Rijkslandbouwconsulent, Roermond; J. de Wever, mijnwerker, Heerlen; Ir. A. Paulen, myninge- nleur, Hoensbroek; mej. M. Berden, arbeids- inspectrice, Maastricht, en Jan Maenen. be stuurder Werkliedenbond, Heerlen. Leider van het gewest Limburg is Ir. F. Wijf fels, myningenieur te Rumpen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 5