Brabants rijke geschiedenis
|^j eheimzinnige
Het eigen karakter van
Zeeland
DINSDAG 29 OCTOBER 1940
Oproep tot üergrooting en verdieping der kennis en
tot betere waardeering der traditie
DEUTSCHE LEERFILMS
Steun aan verminkten en
nabestaanden
Kerkelijk Leven
DE SNOEKHENGELAAR
EN ZIJN AAS
INAUGURATIE SANCTUS
VIRGILIUS
Scheidsrechter op het veld
overleden
Met geld van zijn baas op stap
Bij duisternis verdronken
Machinist van tender gevallen
Vertooning in Den Haag
Instituut voor arbeiders
ontwikkeling opgeheven
Middelburgs beteekenis voor de
cultureele ontwikkeling der
provincie
Geschenk voor het Rijksprenten
kabinet
Geen audiëntie commissaris
van Zuid-Holland
Hulp van het fonds voor
oud-militairen
Nederlandsche vakbond van
pensionhouders
Broederschapsjubileum te
Maastricht
Luisterrijke viering
Eeuwfeest Broeders van
Maastricht
Benoemingti
KöLNER KAMMER-SINFO-
NIE ORGHESTER
Toumée door Nederland
Akademie van Wetenschappen
Aan verwondingen bezweken
(Van onzen Brabantschen redacteur)
In eenige plaatselijke en gewestelijke
bladen van Brabant heeft pastoor W.
Btnck, wiens standplaats Alphen is, tus-
schen Tilburg en Turnhout, een oproep ge
plaatst, waarin hij zich wendt tot de des
kundige historici in Brabant. Hij vraagt
hun medewerking en aller samenwerking,
opdat niets verloren zal gaan, wat zou
kunnen leiden tot betere kennis en grooter
begrip van de oudste historie en de prae-
histone van Brabant. De aanleiding tot
dezen oproep is geweest het vooruitzicht,
dat binnen niet al te langen tijd in Bra
bant groote ontginningswerken zullen
worden uitgevoerd, waarbij het niet onmo
gelijk is. dat waardevolle voorwerpen wor
den opgegraven of dat andere vondsten
worden gedaan, die een beter licht zullen
werpen op de oudste historie van dit. ge-
west
Deze oproep komt zeer goed op tijd. Het is
reeds herhaalde malen gebleken, dat in het
land bij het uitvoeren van ontginningswerken,
voorwerpen gevonden zijn van allerlei aard, die
zeer veel waarde hadden. Niet alleen waarde
als museumstuk, maar ook als factor, die een
betere kennis gaf van het verleden. Meestal
werden hier dan de deskundigen bij geroepen,
die het vinden van deze voorwerpen ais aan
leiding beschouwden om op deze plaatsen op
wetenschappelijke wijze te gaan zoeken. Er
zijn rijke vondsten gedaan. In dit verband be
hoeven we slechts te herinneren aan Best en
aan Oss, die algemeen bekend zijn. Maar ook
op andere plaatsen loonde de rijkdom van de
vondsten de moeite, die er voor gedaan was.
De standplaats van pastoor Binck is zeker
niet de onbelangrijkste, terwijl ook andere
plaatsen van belang waren; de hei tusschen
Eersel en Postel, Deurne, verschillende gedeel
ten van de Peel en eveneens verschillende ge
deelten van de Kempen.' Langzamerhand be
gint het verder door te dringen dan alieen in
vakkringen, dat de praehistorie en de oudste
historie van Brabant van zeer veel gewicht is;
dat zij zeer rijk is en dat een noemenswaardig
aantal landschappen van het Brabantsche ge
west met fierheid kunnen terug zien op een
eeuwenoud cultureel verleden, hetwelk de basis
vormde voor de latere cultureele hoogte. De
tijd, waarin de Brabantsche cultuur schitterde
over een groot gedeelte van Europa, is on
denkbaar zonder het rijke verleden van de oud
ste Brabantsche historie.
Het volk van dit gewest heeft niet alleen
de vroegere grootheid verloren grooten-
deels door historische factoren, waaraan
het zelf geen schuld had maar het heeft
ook de vroegere grootheid vergeten. Het
kende zijn vroegere grootheid niet meer en
verloor daardoor de fierheid en trots, die
door dit verleden gerechtvaardigd zouden
zijn. Gok hieraan wil Pastoor Binck een
einde maken. Hij doet niet alleen een be
roep op de deskundigen, maar ook op allen,
die voor deze historie belangstelling heb
ben. Hij zou een samenwerking wensclien
van alle deskundigen, opdat onder hun lei
ding en op hun initiatief plaatselijke his-
tbrische kringen tot stand zullen komen,
die in een bond vereenigd zullen worden
onder hun leiding. Diverse subcommissies
van gegradueerde deskundigen kunnen het
bondsbestuur van voorlichting dienen, ter
wijl in alle dorpen voldoende belangstel
lenden aanwezig zullen zijn, die de plaat
selijke afdcelingen kunnen vormen.
De belangstelling van het gewone, eenvou
dige volk op de dorpen zal men zeker Kunnen
winnen door aan- te knoopen aan de herinne
ringen aan het verleden, die nog bestaan in
den vorm van legenden of van andere merk
waardige vertellingen, waarbij zelfs spookver
halen of vertelsels over geestverschijningen niet
zijn uitgesloten. Het komt immers vaak vo >r,
dat deze verhalen een kern van historische
waarheid bevatten, doch dan door de volks
fantasie in den loop van vaak meer dan tien
of twintig eeuwen zoodanig vervormd zijn, dat
zij allen grond van waarschijnlijkheid schijnen
De Hooge Raad heeft arrest gewezen m een
zaak, aanhangig gemaakt door het Centraal
Ned. Hengelaarsverbond en waarin een oeslis-
sing viel in twee vooral voor snoekvlsschers be
langrijke rechtsvragen. De Hooge Raad besliste
namelijk, dat de hengelaar, in het bezit van een
kleine vischakte, in den zin der wet! bevoegd is
om te visschen met een hengel, geaasd met
visch. Ten tweede werd beslist, dat een dus
danig bevoegde krachtens het algemeen vls-
scherijreglement voor de binnenwateren zelf
met den hengel zijn aasvischjes mag vangen.
Hieruit volgt, dat het vervoer en zelf vangen
van aasvischjes gedekt is door de kleine visch
akte en voor deze handelingen dus niet het too-
nen van een vergunning van eenigen vischrecht-
hebbende kan worden gevorderd.
14
(Nadruk verboden)
Den volgenden dag bracht Silas Hempel. daar
bij geholpen door Rosner, een lichtseininrichting
aan tusschen de loods en zijn slaapkamer; het
toestel was zeer eenvoudig en werkte onberispe
lijk.
Wanneer iemand de loods binnendrong door
't venster in den linkerwand, moest hij in iedei
geval den voet zetten op een van de platte, m
de vloertegels aangebrachte knoppen, die onder
de bevloering met leidingdraden in verbinding
stonden. Daardoor begon in Hempel's tijdelijke
slaapkamer de electrische lamp, daar tegen een
plaat van gepolijst zink aangebracht, te branden.
Door den ref ector versterkt, was het licht zoo
scherp, dat het een slapende zeker wakker moest
maken. Zekerheidshalve bracht het toestel, wan
neer de lamp begon te branden, cok een metalen
klepel tegen de zinken plaat in beweging.
De klepel gaf maar één slag die wel ln de
kamer, maar niet daarbuiten kon worden ge
hoord.
te missen. Bekend is in dit verband de ge
beurtenis, die zich enkele jaren geleden heeft
voorgedaan in de omgeving van Hooge en Lage
Mierde, gelegen in een streek in de Brabant
sche Kempen, die onnoemelijk rijk is aan le
genden en overleveringen. Ook in déze plaats
siin reeds opgravingen verricht en toen men
daarmede bezig was, had men een opvallende
belangstelling van de zijde der dorpsbewoners.
Soms was deze belangstelling niet overdreven
vriendelijk, doch het kostte eenige moeite om
de oorzaak hiervan te vinden. Eindelijk liet
een der dorpsbewoners zich er over uit. In de
streek, waar men aan het graven was, iag een
gouden koning begraven. Nu mochten ae od-
gravers alles hebben, wat ze zouden vinder,
doch de gouden koning zou eigendom zijn van
het dorp en zij zouden niet moeten probeeren
dezen mee te nemen. Het spreekt vanzelf, dat
een gouden koning niet gevonden werd, doch
het is wel merkwaardig, dat op dezelfde plaats
een harnas gevonden is, die waarschijnlijk af
komstig is uit het Romeinsche tijdperk. Hier
heeft men een sprekend voorbeeld, hoe een
dorpslegende of een dorpsoverlevering inder
daad op eèn historische basis berust. Op deze
wijze zal men ongetwijfeld nog tal van histo
rische gegevens kunnen verzamelen als men xn
de gelegenheid zou zijn al deze verhalen tot
den grond na te speuren. Knoopt men aan deze
overleveringen en gaat men niet a priori scep
tisch er tegenover staan, dan kan men er zeker
van zijn belangstelling te krijgen van de be
woners en daardoor waardevolle aanwijzingen
kunnen krijgen.
Ook pastoor Binck haalt enkele voorbeelden
aan. In Alphen bestaat de overlevering, dat
Sint Lambertus hier gewerkt zou hebben. De
Jonge Boeren daar ter plaatse hebben het ini
tiatief genomen tot registratie der oudste na
men van wegen, beken, akkers, vennen, e.d. Bij
dit werk bleek, dat een akkercomplex genoemd
wordt; de Lamen-akker; een ander gedeelte
heet; de Bartjes, terwijl iets verderop de naam:
de Bartels voorkomt. Een linguist was van mee
ning, dat deze namen afkomstig moesten zijn
van Lambertus. Op dezelfde wijze herinneren
in deze streek de namen; Ulekasteel, Uiedonk,
Uleeoten aan Sint Willibrordus, dien Brabant
meer dan eenig ander gewest als zijn apostel
mag beschouwen, omdat het Brabantsche ge
west en het Brabantsche volk aan hem hun
eenheid danken. In het dorp van pastoor Binck
vindt men den Droesdijk, waarvan het woord
Droes in verband kan worden gebracht met
de Droesensteenen in West-Phalen en de Droe-
senbergen in Beritheim. Hierin zouden misschien
bij nader onderzoek gegevens te vinden zijn
over de bewoners van genoemde streken en
plaatsen. Dit zijn enkele voorbeelden hoe in
oorspronkelijke benamingen en in overleverin
gen de basis gevonden kan worden, waarop men
een onderzoek naar de historie kan opbouwen.
Het zou een onherstelbaar verlies zijn, als ge
gevens, van welken aard dan ook, verloren
zouden gaan. De oproep van pastoor Binck
komt dus wel op tijd.
Hij komt op tijd, omdat by het uitvoe
ren van ontginningswerken materiaal ge
vonden kan worden, dat by niet deskundige
behandeling van zyn waarde verliest. Hij
komt ook op tijd, omdat in dezen tijd de
beslotenheid van de dorpsgemeenschap ver-
broken wordt, waardoor oude legenden,
overleveringen en namen verloren kunnen
gaan. Maar hy komt vooral op tyd, omdat
men in deze periode der geschiedenis
waarin zooveel, dat allen onwankel
baar scheen, aan het wankelen sloeg, het
platteland een factor wordt van onschat
bare waarde voor het behoud en de ver
nieuwing der volkskracht. Daarom moet
een der eerste zorgen zün dit platteland
erop te wi—en, dat het zijn groote taak al
leen kan vervullen, indien het de erfenis
van het verleden ongerept en ongeschon
den bewaart; indien het verbonden biyft
met zyn grond en met zijn ryke historie.
Alleen als het zich bewust is van dezen
rykdom der historie zal het de kracht vin
den noodig voor zyn taak. Daarom vooral
komt de oproep van pastoor Binck tot ver
grooting en verdieping der historische ken
nis en tot betere waardeering der traditie
op zulk een juist moment en daarom alleen
al verdient zyn initiatief, dat het ten volle
zal slagen.
In tegenwoordigheid van de professoren J. A.
Mekel, Dorgelo, prof. dr. G. van Swaay, jhr.
Strick van Linschoten, secretaris van het Col
lege van Curatoren der Technische Hoogeschool,
pater dr. v. d. Kooy, moderator van Sanctus
Virgllius en afgevaardigden van het D.S.C.,
den D.S.B., de D.V.S.V. en den Vrijz. Chr. Stud.
Bond, zyn Zaterdagmiddag in de Aula der Tech
nische Hoogeschool te Delft de nieuwe Candi
da al-leden der R. K. Studentenvereeniging
„Sanctus Virgiüus" geïnaugureerd.
Door den praeses, H. V. Heukensfeldt Jansen,
van „Sanctus Virgilius", werd de inauguratie
rede uitgesproken. Hy wees hierby op de ver-
antwoordelyke taak van den katholieken stu
dent.
Hierna sprak jhr. Pieter v. d. Meer de Wal
cheren een feestrede uit met als onderwerp„De
cultureele waarden van St. Benedictus en het
Benedictynsche leven."
Zondagmiddag is de 49-jarige heer G. Nijen-
fcuis, leeraar aan de Ambachtsschool te Em-
men, die een voetbal wedstryd leidde in liet
Oosterpark te Groningen, plotseling onwel ge
worden en eenige oogenblikken later overleden.
De wedstryd werd onmiddeliyk gestaakt.
Een 33-jarige vertegenwoordiger van een fir
ma te Den Haag was eenige dagen geleden
naar Rotterdam gezonden om daar 5 kwitanties
te incasseeren. De man inde er 275. Maar hy
keerde niet terug en maakte het geld grooten-
deels op. Evenwel kreeg hy spijt en meldde zich
by de politie; hij had toen nog 85 op zak. De
man is in arrest gesteld.
In de duisternis is aan de Waalkade by
het ryksveer te Nijmegen een man van middel
baren leeftyd te water geraakt en verdronken.
Op het spoorwegemplacement aan de Twee
de Rosestraat en den Breeden Hilledyk te
Rotterdam is de 49-jarige machinist P. J. Ver-
zett, die by het kolen laden bovenop een ten
der stond, achterover van den ongeveer twee
meter hoogen tender gevallen, met het ach
terhoofd op een stapeltje tegels. De man kreeg
tengevolge daarvan een schedelfractuur.
Hy is in het ziekenhuis opgenomen.
Voor Zaterdag j.l. had de Commissaris-Gene
raal voor Bestuur en Justitie by het Rykseom-
missariaat, staatssecretaris dr. Wimmer, uitnoo-
digingen verzonden tot bijwoning te 's Graven-
hage van een vertooning van Duitsche schooi
en hoogeschool-films met een inleidende voor
dracht van den leider van het ryksbureau voor
de Duitsche onderwysfüm, Ministerialrat dr.
Zierold. Aan de uitnoodiging was gevolg gegeven1
door prominente persoonlijkheden van het Ne-
derlandsche school- en hoogeschoolleven. O.m.
merkte men op het meerendeel van de afdee-
lingsleiders van het ministerie voor Onderwys,
Kunsten en Wetenschappen, de inspecteurs van
het onderwys uit de omgeving, een groot aantal
schoolhoofden en bekende persoonlykheden uit
de naburige scholen van allerlei aard de recto
ren magnifici der Nederlandsche universiteiten
en vele professoren. Ook de Duitsche weermacht
had vertegenwoordigers afgevaardigd.
De Commisaris-generaai, dr. Wimmer, be
groette den spreker en de gasten. Ministerialrat
dr. Zierold, wien hy vervolgens het woord ver
leende, gaf een uitvoerige uiteenzetting van de
paedagogische problemen der onderwysfilm,
haar organisatie en verbreidheid in het Duit
sche rijk en het buitenland en vertoonde daarop
een bonte reeks school-, unlversiteits- en studie
films. De indruk der films was voortreffelyk,
het werd allen aanwezigen terstond duidelyk
wat een onvervangbaar middel voor het onder
wys en de verwerving van kennis gelegen is in
films van de getoonde soort. De biologische
schoolfilms, die o.m. het leven van den denne-
spinner vertoonen, het bouwen van nesten, broe
den en groeien van boerenzwaluwen, brengen
niet alleen kennis by, die de normale waarnemer
anders nooit zou kunnen verwerven, maar geven
tevens gevoel voor de wijze wetmatigheden in de
geheele natuur. Studiefilms over bevruchtings
processen, de geheimen van het vliegen der
kolibri's, e.a. verdiepten dezen indruk nog. Juist
deze beide films, die naar de spreker verklaarde,
op wetenschappelijke congressen reeds een in
ternationale beroemdheid hebben verworven,
vormen byna een wonder van cinematografisch
kunnen, van scherpe waarneming en aanschou-
weiykheid. Hier worden natuurgeheimen open
baar, die zonder deze films nog nooit door men-
schenoogen waren aanschouwd en die studie
resultaten mogelyk maken, welke anders niet
verwezenlijkt hadden kunnen worden, ook niet
door het voortreffelykste verstand. Een buiten
gewoon diepgaande operatiefilm en een artistiek
alleraardigste sprookjesfilm over een wedstryd
tusschen een egel en een haas besloten den leer
rijken middag.
Naar wy vernemen, heeft het instituut voor
arbeidersontwikkeling, dat de laatste maanden
onder leiding stond van Daan van der Zee, op
gehouden te bestaan. De bestuursleden hebben
hun functie neergelegd en het bestuur ontbon
den verklaard. Van dit besluit is Zondag 27
dezer mededeeling gedaan aan een groot aantal
vertegenwoordigers, die te Amsterdam byeen
kwamen.
Het Instituut voor arbeidersontwikkeling werd
16 jaar geleden opgericht door de SDAP in ver-
eeniging met het NVV. zyn taak wordt over
genomen door de onlangs gestichte organisatie
Vreugde en Arbeid.
In een onderhoud met een medewerker van
de N. Rott. Crt. heeft de gevolmachtigde voor
Zeeland van den Rijkscommissaris, dr. W.
Münzer, over eenige urgente kwesties zyn oor
deel gegeven.
Dr. Münzer achtte het Zeeuwsche costuum-
vraagstuk, dat in Zeeland reeds vele zorgen
heeft gebaard, van zeer groot belang. Vooral
in de distributie-moeilijkheden voor kleeding
trachten velen aanleiding te vinden de aloude
dracht te verwisselen voor confectie. Dit
streven kunnen we niet alleen niet waar-
deeren; we zullen ook alles in het werk stellen
om door tegemoetkoming in de kleeding-
distributie het verlangen naar de Zeeuwsche
dracht te bevorderen, aldus dr. Münzer. Wy
stellen ons voor in de toekomst door het 'orga-
niseeren van kleederdracht feesten, die niet be
doeld zijn als attracties voor vreemdelingen,
maar als feesten voor de Zeeuwsche gemeen
schap, er de liefde voor en de vreugde in de ge-
westelyke dracht aan te wakkeren.
Alles wat typisch Zeeuwsch is, heeft onze be
wondering en kan op onze hulp rekenen, ging
dr. Münzer voort. Dit is reeds tot uitdrukking
gekomen jegens de kantklosters in Westkapelle,
die hun materiaal, dat in Rotterdam geëxpo
seerd was toen de' oorlog uitbrak, hebben ver
loren. De Rykscommissaris heeft een belangryk
bedrag beschikbaar gesteld om de Westkapel-
sche vrouwen en meisjes, die de kantkloskunst
beoefenen, in de gelegenheid te stellen, zich ver
der aan haar taak te wyden.
Dr. Münzer, die zijn werkkamer heeft ver
fraaid met doeken van'de Zeeuwsche schilders
Van Dyk en Kimpe, bleek vol bewondering voor
het oeuvre uit de provincie, dat tot nu toe on
der zijn oogen is gekomen. Wij zullen trachten,
zei hy, den drang tot schilderen in Zeeland aan
te wakkeren. Ik stel my voor, alle in Zeeland
werkende schilders aaneen te sluiten. Er be
staan al plannen om hen gezamenlijk te doen
exposeeren en daarna hun werken in de groote
steden van het land ten toon te stellen.
Sprekende over de cultureele waarden van
Zeeland, hoorde de interviewer dr. Münzer zeg
gen, dat het de provincie tot nu toe ontbroken
heeft aan een cultureel centrum en dat het
daarom zaak is by den wederopbouw van Zee-
lands hoofdstad in deze behoefte te voorzien.
Z.i. zal het opbouwplan een groote concertzaal
en een goed geoutilleerden schouwburg moeten
bevatten. Van de wyze waarop Middelburg wordt
opgebouwd, hangt volgens dr. Münzer voor een
groot gedeelte de cultureele ontwikkeling van
de geheele provincie af. Hoewel hy den tijd nog
niet gekomen achtte af te dalen in de byzon-
derheden van het opbouwplan, deelde hy zyn
opvatting omtrent het Abdij-plein mede. Vol
gens dr. Münzer zal het Abdy-plein niet meer de
verdroomde plaats van weleer mogen worden.
Het plein zal het kernpunt moeten zyn, dat het
geheele provincie leven tot zich trekt en weer
uitstraald. De oude Abdij zal inplaats van het
kwynende het levende-hart van Zeeland moeten
worden. Volgens dr. Münzer is dit bouwtechnisch
te bereiken door het, meer dan vóór de ver
woesting, toegankelyk te maken met behulp van
poorten en zuilengaanderyen.
Het gerestaureerde plein dacht dr. Münzer als
het centrum van folkloristische feesten als ring-
ryderyen, zang- en dansmtvoeringen.
De gevolmachtigde acntte Middelburg ook
in de toekomst het middelpunt van geheel Zee
land, een middelpunt, dat niet vervangen zal
kunnen worden door andere gemeenten, die wel
licht ryker aan inwoner3 zullen zyn.
Ook als marktplaats zag hy Middelburg eer
lang aan beteekenis winnen en hij zegde alle
medewerking toe om Middelburg als bindmiddel
tusschen stad en platteland te versterken.
Ook het vraagstuk van het samenvoegen van
gemeenten heeft de volle aandacht der autori
teiten. Het wordt zorgvuldig overwogen, maar
vast staat al, dat Zeeland met een bevolking
van 250.000 zielen geen behoefte heeft aan 106
gemeenten. Dr. Münzer veronderstelde, dat de
bevolking binnen afzienbaren tyd over ongeveer
60 gemeenten zal zijn verdeeld.
Mevrouw D. S. J. F. van Gybland. Ooster-
hoff-Neys, te 's-Gravenhage, heeft aan den
ïtaat oer nedeuanoen ter plaaisiiag m het.
Rijksprentenkabinet te Amsterdam, ten ge
schenke aangeboden twee Engelsche zwarte-
.uns.portretten door James McArdell l723-'_c
tot 1765), ni twee portretten uit het jaar 1756.
leze steilen voor Cnarlotte Meic-er, dochter van
den schilder Ph. Mercier, staande met beker-
vangspei in de rechterhand en den jongen Ph.
Mercier, zoon van den schilder, staande met
een rol in de rechterhand.
De waarnemend secretaris-generaal van het
departement van Onderwys, Kunsten en We
tenschappen heeft deze portretten gaarne aan
vaard en de schenkster, die reeds vroeger door
schenking van haar belangstelling voor de
kunstverzamelingen van het Ryk biyk gege
ven heelt, zyn byzonderen dank betuigd.
De Minister van Staat, Commissaris van de
provincie Zuid-Holland, is verhinderd Donder
dag 31 dezer audiëntie te verleenen.
De arm van aan
fletser Is geen too-
verstaf: vóór het
veranderen van
richting moet hij
zich ervan over
tuigen of de ma
noeuvre VEILIG
volvoerd zal kun
nen worden!
Aangezien de mogelykheid bestaat, dat
de van Rykswege verstrekte ultkeering aan
verminkten en nagelaten betrekkingen van
gesneuvelden in den stryd van Mei 1940
niet voor alle betrokkenen, in verband met
hun verschillende levensomstandigheden,
toereikend is, heeft het fonds voor oud
militairen, opgericht te Amsterdam op 9
November 1815, daarin bygestaan door vrij
wel alle organisaties van en voor militai
ren en oud-militairen van land- en zee
macht, zich tot taak gesteld daaraan zoo
veel mogeiyk tegemoet te komen door net
verleenen van moreelen en materieelen
steun.
Deze steun kan byv. bestaan uit het geven
van hulp by het zoeken van betrekkingen, het
betalen van opleidingskosten voor eenig beroep,
het geven van een renteloos voorschot tot het
beginnen of voortzetten van eenige nering of
beroep, het geven van periodieken geldelyken
steun enz.
Bystand of raad zal ook verstrekt worden
aan die verminkten of nagelaten betrekkingen,
die niet uitsluitend of hoofdzakelijk geldelyke
ondersteuning behoeven, doch die door omstan
digheden in moeilykheden verkeeren van by
zonderen aard opvoeding der kinderen, huur-
en verzekeringskwesties enz.
Zy, die woonachtig zijn in de gemeenten Am
sterdam, Aalsmeer, Blaricum, Bussum, Diemen
's-Graveland, Haarlemmermeer, Hilversum,
Huieen, Kortenhoef, Laren (N.H.) Muiden.
Naarden, Nederhorst den Berg, Nieuwer Amstel,
Ouder Amstel, Texel, Uithoorn, Weesp en Wees-
perkarspel, kunnen voor eventueele steunver
lening by de districtscommissie Amsterdam
van het fonds voor oud militairen. Enge Lom-
bardsteeg 4, aanvraagformulieren, zoowel schrif
telijk als in persoon, halen of doen halen. Het
ingevulde formulier moet aan hetzelfde adres
worden teruggezonden, liefst voor 15 November
1940.
Van de districts-commissie Amsterdam is
voorzitter de oud garnizoens-commandant i an
Amsterdam, luit.-kol. der infanterie b.d. W. A.
Boswyk, en D. G. J. baron van Heemstra, se
cretaris.
Dezer dagen heeft onder leiding van den Ne-
derlandschen Middenstandsbond een tweede be
spreking plaats gehad met vertegenwoordigers
van de Nederlandsche vereeniging van beroeps-
Rensionhouders te Hilversum, den Nederland-
schen neutralen bond van hotel-, café-, restau
rant-, pension- en lunchroomhouders in het ver-
lofbedrijf „Hocares", den Nederlandschen bond
van beroepspensionhouders te Amsterdam en
van den Bond van Utrechtsche pensionhouders
alsmede van enkele niet georganiseerden.
Deze vergadering werd, evenals de eerste bü-
eenkomst in September j.l., bygewoond door den
directeur van het Ryksbureau voor het hotel-
café-, restaurant- en pensionbedryf „Rijksho-
reca", terwyl ook aanwezig was de heer M. C
Westerman, onderdirecteur van de Algemeene
Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingen
verkeer.
Besloten is tot oprichting van den algemee-
nen landelyken vakbond van pensionhouders,
in welken nieuwen bond gelijk reeds in Sep
tember was overeengekomen de reeds voordien
bestaande organisaties van pensionhouders zich
in het belang van de goede zaak zullen oplos
sen.
De statuten van den nieuw opgerichten vak
bond werden vastgesteld, terwyl in het voor-
loopig bestuur zyn benoemd; mej. C. A. S. Lint
hout, Arnhem, en de heeren M. Bruggenwii til,
Amsterdam, O. van Riet, Utrecht, v. d. Straten
Hilversum, en B. L. Quist, Den Haag.
De nieuwe vakbond van pensionhouders zal
op zoo kort mogeiyken termyn zijn werkzaam
heden beginnen.
Gelijk reeds vroeger is medegedeeld, is de
oprichting van dezen nieuwen bond sterk be
vorderd door de noodzakelyk, dat het ryksbu
reau voor het hotel-, café-, restaurant- en pen
sionbedryf voor zijn voorlichting voor het ne
men van maatregelen, de beroepspenstonhou-
ders rakende, de beschikking heeft over een
landelyke organisatie der pensionhouders, wel
ke tot nog toe hier te lande ontbrak.
Rykshoreca heeff zich in deze vergadering
van Vrydag j.l. bereid verklaard, zich van nu
af aan te dezer zake met het voorloopig bestuur
van den nieuwen vakbond te willen verstaan.
De Algemeene Nederlandsche Vereeniging
voor Vreemdelingenverkeer heeft eveneens haar
vollen steun aan den nieuwen bond toegezegd
(Van onzen correspondent.)
Zondag werd in de St. Mathiaskerk, in de
Maastrichtsche volksbuurt by uitnemendheid,
een wel merkwaardig jubileum gevierd. Fees
telijk herdacht is n.l. de oprichtng van de
Broederschap der Geloovige Zielen. Deze op
richting geschiedde in 1690 en haar doel was,
haar leden ertoe te brengen door gebed en
offer de zielen in het Vagevuur te hulp te ko
men.
Een zoo oude Broederschap heeft natuurlyk
ook historie. Zoo vermelden de kronieken ervan
het een en ander omtrent de viering van het
150-jarig bestaan .een eeuw geleden. Dat moet
een zeer luisterryke plechtigheid zyn geweest.
De vermaarde kanselredenaar Pater Berwarol
C.s.s.R„ wiens faam hier nog steeds voortleeft,
heeft toen met acht zyner ordesgenooten „ser
moenen" gehouden, niet minder dan drie per
dag. Het moet dus iets als een missie zyn ge
weest. De toeloop van geloovigen was zóó groot,
dat men 's nachts zich al voor de St. Mathias
kerk opstelde om toch maar zeker een plaats t«
hebben voor de vroegpreek. Twintig biecht
vaders hoorden heel den dag door biecht. Niet
minder dan 20.000 H. Communies werden uit
gereikt.
Duurde de viering toen van 1 tot 15 Novem
ber, nu loopt ze van 27 October tot 3 Novem
ber. Ze bestaat in een octaaf van Allerzielen.
Dit is Zondag jJ. begonnen met een plechtig
Lof in de St. Mathiaskerk. De opkomst der
geloovigen, leden en familie vooral, was zeer
groot. Het Lof werd gecelebreerd door den
zeereerw. heer Terstappen, pastoor der parochie.
De zeereerw. pater Randag C.S.S.R. hield een
toepasselijke feestrede.
Zondag a.s. komt Z. H. Exc. de Bisschop van
Roermond, Mgr. dr. J. H. G. Lemmens tot luis
terrijk besluit der viering en van het octaaf
van Allerzielen het sluitingslof celebreeren.
De Congregatie der Broeders van de Onbe
vlekte Ontvangenis van Maria, welke haar moe
derhuis te Maastricht heeft, hoopt op 21 No
vember as. haar eeuwfeest te vieren.
Deze Congregatie is in tal van plaats, n aan
ht onderwys werkzaam, o.m. ook aan het Insti
tuut voor Doofstommen te St. Michielsgestel.
Z. H. Exc. de bisschop van Haarlem heeft be
noemd tot pastoor te Rotterdam (H. Ant van
Padua), als opvolger van pastoor Hase OF.M.,
den zeereerw. pater F. J. Zantvoort O.F.M., pas
toor van de parochie van de H. Rosalia t Leeu
wenstraat)
De weleerw. heer H. de Gruyter O.S.Cr, ka
pelaan der Kruisvindingparochie in Vreewijk
(Rotterdam-Zuid), is benoemd tot prior van
het generaal-moederhuis der Kruisheeren ,.St.
Agatha" by Cuyk.
Het „Kölner Kammer-Sinfonie Orchester",
een ensemble, dat uit zestien solisten is samen
gesteld, maakt thans onder leiding van Erich
Kraak, die studeerde by Bram Eldering en Her
mann Abendroth, maakt thans een concertreis
door Nederland. Dezer dagen heeft het reeds
concerten gegeven te Heerlen, Roermond, Eind
hoven en Venlo. Dinsdag 29 October wordt een
concert gegeven te Arnhem in den Stadsschouw
burg, 30 October in het Grand-Théatre Gooi
land,' 31 October in Diligentia te Den Haag. Op
de vyf eerste dagen van November worden dan
achtereenvolgens nog concerten gegeven in
Casino te Den Bosch, in het Luxor-theater te
Rotterdam, twee op 3 Nov namelyk des mid
dags in Concordia te Bussum en 's avonds te
Haarlem in den Stadsschouwburg en de twee
.volgende dagen respectievelyk een concert in
het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te
Utrecht en te Hengelo ir. het Concertgebouw.
Als solisten treden op deze concerten op: Gisela
Derpsch, sopraan; Beatrice Reichert, cello en
Lotte Hellwig Posten, viool. Het orkest zal
werken uitvoeren van Monteverdi, Joh. Seb.
Bach, Vivaldi, Haydn, Brahms, Mozart en
Tschaikowsky.
Op de gewone vergadering van de afdeeling
Natuurkunde der Nederlandsche Akademie van
Wetenschappen. Zaterdag in het Trippenhuis te
Amsterdam gehouden, sprak prof. dr. A. de
Kleyn te Amsterdam over „Omschakelingen in
het centrale zenuwstelsel by het opwekken van
verschillende vormen van nystagmus".
Voorts sprak prof. dr. C. B. Biezeno over „Kri
tieke hoeksnelheden van sneldraaiende assen."
Een 26-jarige soldaat van den Opbouwdienst
die by een aanryding onder Hazerswoude ern
stig gewond werd, is in het Academisch Zie
kenhuis te Leiden overleden.
door A. Hruschka
Men nam verscheidene proeven, die uitnemend
slaagden en Rosner zei vergenoegd:
„Zoo kunnen wy gerust slapen; wil die me
neer nog eens inbreken, dan hooren wy hem
zeker komen."
X.
Hartwig Henter was den heelen dag in zijn
werk verdiept en verliet niet meer dan noodig
was zyn kamer. De gedachte, dat hij geen voet
op straat kon zetten zonder heimeiyk door een
spion te worden gevolgd, was hem onverdraag
lijk. Dus ging hy liever niet uit.
Maar op den duur was dat niet vol te houden.
Hemer was gezond en sterk; hy had behoefte
aan beweging en het aanhoudend zitten benam
hem s aap en eetlust. Hij werd al spoedig door
hoofdpyn gekweld en kon niet meer zooveel
werken als voorheen.
Zijn ontwerp voor den aanleg van een buurt
spoorweg was intusschen voltooid en an de be
voegde overheid toegezonden. Alvorens een nieuw
werk aan te vatten wilde hij nu, om de de
pressie, waaronder hy leed, te overwinnen, eens
flink loopen.
Hy koos daartoe de late avonduren, wanneer
overal s echts wein'g menschen op de been wa
ren en wandelde de stad uit, steeds üen straat
weg volgend. Hartwig bekreunde zich er weinig
om, of hij al dan niet werd nageslopen maar
hij wilde het toch liever niet weten.
Er lag een vry dikke laag sneeuw. Hartwig's
gedachten waren by Serena, die hy s nds de laat
ste samenkomst in het Ybbenburgerpark niet
meer had gezien. Hoe zou t met haar gesteld
zyn? Zou zy aan hem denken? En zou ze nog
met Lydia Holzmann omgaan? Hy had heele-
maal vergeten, haar dat te vragen.
Verdiept in gedachten, was hy tot aan de
tweede tramhalte buiten de stad gekomen, want
de straatweg liep aldoor langs de tramlijn.
Besluiteloos bleef hij staan, juist toen het ach
ter hem op den kerktoren middernacht sloeg.
Dat was voor Hartwig een waarschuwing om don
terugweg naar de stad te aanvaarden. Nauwe
lijks was hij vijf minuten in die richting voort
gestapt, toen dicht vóór hem een auto uit een
zyweg de groote baan opschoot. Zy scheen van
een zywaarts gelegen vil a te komen, waar, trots
het late uur, de vensters van de gelijkvloers ge
legen vertrekken nog verlicht waren.
Hartwig zou er niet verder op gelet hebben,
als de auto niet zoo snel en zoo dicht voor hem
den straatweg was opgereden, dat alleen 'n
sprong achterwaarts hem 't leven kon redden.
Boos keek hy den auto na, waarin enkel een
dame was gesseten, en die in volle vaart voort-
suisde. Hij versnelde nu zyn stap in de richting
van de stad.
Een half uur later, toen hy juist aan een
bocht kwam, zag hy denzeifden auto midden op
de straat staan. Hy scheen 'n panne te hebben
gehad, want de chauffeur had allerlei werktui
gen te voorschijn gehaald en knutselde aan het
rechtervoorwiel.
De dame was uitgestapt en liep aan den rech
terkant van den weg in de schaduw van de boo-
men op en neer, blijkbaar om zich te verwar
men, want de nacht was kil.
Zonder op haar te letten, wendde Hartwig zich
tot den chauffeur en zeide:
„Kan ik u helpen? Ik kan goed met machines
omgaan."
„Dank u. Met den motor is alles in orde; er is
enkel een band gesprongen; en dat ongelukje is
gauw hersteld."
Hartwig wilde nog iets zeggen, toen achter
hem een bekende stem verrast en blij uitriep:
„Hartwig, jij? Ik heb je onmiddellijk herkend
aan je stem. Wat een onverwachte ontmoeting!"
„Lydia!"
Henter was een en al verbazing.
Maar was dat' werkelijk Lydia Holzmann? Die
ziekelijke vermagerde vrouw met de veel te
groote oogen en den zenuwachtig trekkenden
mond?
Jeugd en schoonheid schenen van haar gewe
ken te zijn, sinds hij haar voor de laatste maal,
kort na den dood van haar man, gezien had.
„Lydiahoe kom je hier in dit nachtelyk
uur?En ben'je ziek geweest?"
„Waarom? Omdat ik er slecht uitzie?" ant
woordde zy met een smartelyk lachje. „Dat is
toch niet meer dan natuurlijk, "Hartwig!
Waar ik geweest ben. By de Alwingens. zy wo
nen op villa Lotos en Justa Alwingen is. zooals
je je zult herinneren, een vriendin van mij."
Dit alles zeide Lydia snel en werktulgeiyk.
als een van buiten geleerde les.
„Justa Alwingen? O ja, nu herinner ik 't my.
De jonge dame met de saamgegroeide wenk
brauwen en den vreemden blik. Zij is, geloof ik,
spiritiste of iets van dien aard. jy noemde haar
vroeger een beetje getikt en ging niet gaarne
met haar om. Is zy veranderd in haar voor
deel?"
„Heelemaal. Ik bezoek iedere week verschei
dene malen villa Lotos en zet byna nergens an
ders meer een voet."
„Maar Lydia, je neemt toch, naar ik hoop
geen deel aan dien spiritistischen onzin?"
,,'t Is geen onzin: a'leen oningewyden denken
er zoo over.Maar daarover mag ik niet
spreken."
Nog meer verwonderd en nog ongeruster dan
eerst, keek Hartwig haar aan. Haar blik was
strak en joeg hem een huivering door de leden.
„Beste Lydia, 't verwondert my, dat je ]e
thans ophoudt met dingen, die je vroeger be-
lacheiyk vond. Ik ben overtuigd, dat je cl erbare
doode zulke dingen ten strengste afgekeurd zou
hebben. Ik kan my ook niet voorstellen, dat zy
je gelukkig maken. Je voorkomen bewyst eer
der het tegendeel."
,Dat ïykt maar zooOok leven wy niet om
gelukkig te zyn''
Zy sprak, zeer eentonig, als zeide ze een les
op.
„Lydia.... om 'shemels wil, ik begryp je wer-
keiyk niet! Is 't mogelijk, dat zulke dingen
macht over je vroeger zoo gezond verstand heb
ben gekregen? Lydia, waarom geef je je over
aan die dwaasheden?"
Er kwam leven in haar starren blik, een hui
vering doortrilde haar. zy bracht haar mond
dicht bij het oor van Hartwig en Luisterde:
„Ik heb daarmee een doel. Gerdy is my een
maal verschenenhy zal terugkomen.,., en
mii dan zeggen wie de moordenaar is."
Hartwig was zoo smartelyk getroffen, dat hy
een oogenblik geen woord over de lippen kon
brengen. Helaas het ongeluk had dus ook het
verstand der jonge vrouw niet gespaard.
„Arme Lydia" mompe'de hy onwillekeurig.
„Ja, arm.... zoo arm!" fluisterde zy.
En plotseling krampachtig zyn- hand drukken
de, ging zij voort:
„Ik ben zoo vreeseiyk bang.... altyd.... bi]
dag en by nachtSoms sterf ik byna van
angst!"
„Waarom ben je bang, Lydia?"
Zy keek schuw om zich heen.
„Voor de macht der duisternis, die mij om
ringt! Dichter, steeds dichterik wil niet!
Neen, ik wil nietmaar ik kan ze niet van my
afschuddenzij is zoo sterk, zoo zwaar....
Zy zal my verstikken....''
Zy wist dus, dat waanzin haar besloop. Zij ver
weerde zich ertegen en voelde toch, dat liet ge
vaar lederen dag grooter werd.
„Weten je ouders," vroeg Hartwig, „dat je te
genwoordig zoo'n omgang met Justa Alwingen
hebt?"
Lydia schrok.
„Justa Alwingen?" mompelde zy peinzend.
Toen ging zy rad voort:
„Neen, niemand mag het weten.... O, myn
hemel en nu heb ik jou.... Hartwig, ik smeek
het je, verraad my niet! Beloof my, dat je nie
mand zult vertellen wat je vandaag van m'i hebt
gehoord! Beloof het!"
(Woedt vervolgd)