IN DEN HERFST
begint
MET WEINIG PUNTEN
VEEL SMAAK
DE KLOKKEN VAN ASSISIE
zuurkool
EN
Wenken
voor de zuinige huisvrouw
THEE OPT
oiten en
pannen
LEKO STOFZUIGERS
de tijd van de
De Voedingsraad zegt ons, hoe
we er mee om moeten gaan
Selderij
soep:
„WHO" - MELKPOEDER
hoeft de
garderobe
niet achteruit
te gaan
Wasschen met
weinig zeep
G. SCHOORL
Onze gevulde provisiekast
.Helly
GEEN MELK?
mits „WHO" in de kast.
„WHO" in de kop
SEGER Co.
INKOOP OUD ZILVER
legen de hoogste waarde
Bij menigeen heeft de inmaak
nadeelige gevolgen ondervonden
van het vochtige weer
MET DIT MERK - MINDER WERK
DE VROUW EN HAAR TIJD
Onder de vatgroenten, welke in het Ne-
derlandsche huisgezin nog altijd een groote
populariteit genieten, neemt de zuurkool
een afzonderlijke plaats in. Tegen vatgroen
ten in het algemeen kan uit voedingsoog
punt het bezwaar worden aangevoerd, dat
het zoutingsproces en de omzouting bij het
koken er toe leiden, dat de voedingswaarde
van het gerecht in belangrijke mate ver
mindert. Anders is het evenwel gesteld met
de zuurkool. Deze levert ons niet alleen een
smakelijk, maar ook een aanbevelenswaar
dig gerecht.
Bij het inleggen van zuurkool wordt
namelijk verhoudingsgewijs zeer weinig zout
gebezigd. De hoeveelheid bedraagt niet meer
dan hoogstens een vijftiende van de bij
andere vatgroenten gebruikelijke; bescher
ming tegen bacteriewerking geeft deze
kleine hoeveelheid zout uiteraard niet. In
het vat ontstaat melkzure gisting, welke
juist als een welkome gast wordt beschouwd,
daar zij aan de kool haar aangenamen
smaak verleent Mineralen en vitamines
blijven grootenaeels behouden. Het gehalte
aan vitamine c loopt weliswaar wat terug
naar mate de winter vordert en de kool
ouder wordt, maar ook na zeven maanden,
dus bij het einde van het winterseizoen
werd in zuurkool een niet te verwaarloozen
hoeveelheid vitamine c aangetroffen.
Men kan zuurkool ingemaakt koopen, dan
wel haar zelf in het vat leggen. Wie dit laatste
wil doen, neme witte én savoye kool, gewoonlijk
in de verhouding van twee kilo witte kool op één
kilo savoye kool. Hoewel minder gebruikelijk,
kan men met voordeel ook uitsluitend witte
kool nemen. De kool wordt in fijne snippers
geschaafd. Pèr kilogram kool kunnen 1 k 2
afgestreken eetlepels (10 a 20 gram) zout wor
den genomen. Met dit zout wordt de kool zoo
lang gekneed totdat vocht vrij komt. Dan wordt
de kool in den pot of het vat (men koope het;
vat hiertoe met zorg bij een vertrouwd adres)
flink aangestampt, met hier en daar wat
peperkorrels en misschien wat jeneverbessen er
tusschen. Op de zuurkool wordt een schoon
doekje gelegd met een daarop passend plankje
en een zwaren steen, zóó dat de kool onder het
vocht komt te staan. De pot wordt op een
frissche. maar vorstvrije plaats weggezet en
aanvankelijk eenige malen per week, later kan
dit wekelijks geschieden, nagezien. De kim
wordt dan verwijderd en doekje, plankje, steen
en rand van den pot worden met heet water
schoongemaakt. Soms voegt men wel tijdens het
kneden een kleine hoeveelheid karnemelk toe
om het zuur worden te bevorderen. Wanneer
men niet over een frissche vorstvrije bewaar
plaats beschikt, kan men zich beter van het
zelf inmaken onthouden, teneinde teleurstelling
te voorkomen.
Deze zelf ingemaakte zuurkool heeft het
voordeel, dat men haar voor de bereiding
van het middagmaal niet behoeft te was-
schen. Zoodoende gaan dan geen voedings
stoffen verloren en ook de smaak blijft
voller. Uiteraard is het van belang, dat men
een niet te groote hoeveelheid inlegt, ten
einde te voorkomen, dat tegen het einde
van den winter een minder gewaardeerd
restant overblijft. Daar na het inleggen 6
êi 8 weken moeten verloopen voor aleer de
zuurkool den goeden smaak heeft om te
worden genuttigd, komt voor het verbruik
van thans ingelegde zuurkool 'n tijdvak van
ongeveer vijf maanden in aanmerking.
Brengt men de zuurkool eenmaal per 14 da
gen op tafel, dan heeft men dus een hoe
veelheid noodig, welke toereikend is voor
12 maaltijden. Voor den inleg is dan een
hoeveelheid van plm. 16 K.G. kool (rauw
gewicht) toereikend voor een gezin van vier
personen.
Bij de bereiding wordt nogal eens gezondigd
door een veel te langen kooktijd te nemen. Som
mige huisvrouwen laten de kool uren lang smo
ren in de meening, dat het gerecht daardoor
bijzonder smakelijk wordt. Zuurkool mag echter
gerust nog wat „knappen" en een kooktijd van
ongeveer een half uur is zeker voldoende. Dit
bespaart brandstof en voorkomt noodelooze ver
nietiging van vitamines.
Men moet echter op enkele kleinigheden let
ten. Gesmoorde zuurkool vordert wel de een
voudigste bereidingswijze. De kool wordt met
een bodempje water en de helft van de hoe
veelheid vet, welke wij er voor bestemd hebben,
opgezet; na een half uur koken wordt de rest
van het vet er door geroerd en het gerecht is
klaar om te worden opgediend.
Wie een stuk spek wil laten meekoken, heeft
geen vet van noode. Het spek gaat in het bo
dempje water en de zuurkool wordt er omheen
en erop gelegd, af en toe opletten, dat de
bodem van de pan niet droogkookt.
Bii stamppot van zuurkool moet men
er aan denken, dat het zuur een remmenden
invloed heeft op het gaar worden van de aard
appelen; nu staan er twee wegen open: men
kan de aardappelen en de zuurkool afzonderlijk
bereiden en voor het opdienen dooreen mengen.
In dit geval kan de gebruikelijke korte kooktijd
(van belang voor het vitamine-behoud) worden
aangehouden, geeft men echter de voorkeur
aan de eenpansbereiding, dan is een langere
kooktijd noodig.
Wij doen dan de zuurkool onder in de pan
met de in vieren of achten gesneden aardappe
len er boven op, zij komen aldus minder in
aanraking met het zuurkoolwater. Zuurkool en
aardappelen worden tenslotte met het vet door
elkaar gestampt. Bij een bereiding met spek
wordt het spek aanstonds op de zuurkool en
onder de aardappelen gelegd, het spek kookt
dan in ongeveer denzelfden tijd gaar als de
overige bestanddeelen.
Minder bekend, maar niet minder aanbeve
lenswaardig is een stamppot met rauwe
zuurkool, waarvoor men de hoeveelheid
zuurkool per persoon kan verminderen van
een half pond tot 1a 2 ons. De aardappelen
worden in vieren of in achten gesneden. Op
zetten met een bodempje water. Als zij gaar
zijn, wordt er zooveel melk over gegoten, dat
de aardappelen half onder staan. Nadat de
melk is opgekomen, worden de aardappelen
fijngestampt, waarbij het vet er doorheen wordt
geroerd. Nu gaat inmiddels de fijn gesneden
rauwe zuurkool er doorheen, men laat alles
goed heet worden en het gerecht, dat naar veler
oordeel bijzonder smakelijke stamppot mag
heeten, is gereed om te worden opgediend.
Er zijn nog altijd huisvrouwen,
die meenen, dat er zonder vleesch
of beenen geen voedzame, smake
lijke soep kan worden Iclaar ge
maakt. Wij vragen in de eerste
plaats de aandacht van déze da
mes voor onderstaand recept van
selderijsoep.
Dan zijn er nog enkelen, die een
aardappelsoep niet weten te waar-
deeren. Ook zij zouden de selderij
soep eens kunnen probeeren.
Het recept zal vanzelf de aan
dacht trekken van de vele liefheb
sters van een vleeschlooze aardap
pelsoep. Zij zullen niet teleurge
steld worden als de soep op tafel
komt!
Voor vier personen:
1 middelmatig groote selderijknol.
1 K.G. aardappelen.
250 gram iy2 ponduien.
)/2 liter melk.
1 liter water.
30 gr. (iy2 afgestr. eetlepel) boter.
I eetlepel zout.
enkele takjes selderij.
i/j ons belegen kaas.
Snipper de uien en smoor ze 5
a 10 minuten met de boter. Voeg
het water toe, de fijngesneden sel
derijknol, de in blokjes (van 1 a 2
c.M.) gesneden aardappelen en het
zout. Laat alles ongeveer 20 min.
koken, tot de aardappelen gaar
zijn. Wrijf deze dan desgewenscht
fijn. Voeg de melk toe en laat deze
mee aan de kook komen. Maak de
soep af door toevoeging van de
fijngesneden takjes selderij en de
geraspte kaas. Dien de soep hierna
meteen op en doe er in de soep
terrine enkele druppels aroma bij.
Geen last
VRAAGT UW WINKELIER NAAR 1ste SOORT
en alle andere ,WHO"-Producten. Onbeperkt houdbaar.
SEGER A CO., Afd. „WHO"-productent Amsterdam, Keizersgracht 639 - Tel. 35160<36193
Zij, die in huis bedrijvig bezig is zal in ee
koude hebben dan hij, die in kantoor of
bont bezit (het behoeft geen lammetjesb
manliefs vest er aan wil wagen, die kan
dan wat jaloersch is op het heerlijk, war
werkje wel een belooning mag hebben, die
kennen, van leer en boht voor zichzelf ee
in een kamer zonder kachel
n matig gestookte woning minder last van
huis stil achter zijn schrijftafel zit. Wie
ont te zijn, hoewel dit zeer geschikt is) en
het voeren, zooals de foto laat zien. Wie
me product en meent, dat ze voor dit
kan, zonder er haar textielkaart in te
n vest maken als het rechter model. Ook
is het dan uit te houden
Gameeringsmateri-
aal is vrij van rant
soeneering en een
goed gekozen garnee
ring kan aan een
oude jurk véél doen.
Ook de nog immer
zeer moderne zakken
kunnen een cache-
misère zijn; we mo
gen ze immers van
geheel van de jurk
verschillend mate
riaal kiezen. Boven
dien valt geperst vilt
buiten de punten-
kaart en daarmee is
meer te bereiken dan
een enkel appliqué
of een aardige cein
tuur, men maakt er thans bolero's van
en zelfs geheele ochtendjaponnen en wie
weet wat er nog volgt!
Misschien heeft u zes en dertig punten laten
knippen van uw textielkaart en daarbij gedacht
aan een van Shakespeare's groote drama's, (is
het niet, of de schaar in onszelf gezet wordt?)
misschien ook waren er zooveel dessous en kou
sen noodig dat er na passen en meten en re
kenen en cijferen een lap gekocht werd, waar
van ge zelf of de huisnaaister een warme jurk
maakte. Maar het kan ook zijn, dat er geen
punten meer overschoten en dat ge toen tus
schen u zelf en uw kleerenkast een intieme
mode-show hebt belegd, waarvan het slot was,
dat bij u de conclusie rijpte, dat eenige van uw
reeds gedragen jurkjes met enkele veranderin
gen het nieuwe seizoen wel weer in kunnen
gaan.
Laten de hier geschetste modellen u een aan
wijzing geven. De jurk met de losse zakken is
een eenvoudig, recht model, waarvan het at
tractieve, de zakken en de schouderstukken, óók
toegepast kan worden op een jurk met een
glad rokje en een minder blousend lijfje. Heeft
u nu een jurk van het vorig jaar, die niet ver
sleten is. alleen maar wat saai is of eerlijk ge
zegd, verveelt, tornt u dan de oude garneering
er af en zoekt u, wanneer het een in huis ge
maakte janon betreft, de resteerende lappen op.
Daarvan kunnen de schouderstukken en de
zakken gemaakt worden, zooals hier bedoeld,
door rondloopende oprijgjes dicht bij elkaar in
te stikken. Dit geldt natuurlijk alleen voor ef
fen stof en het kan alleen gebeuren, wanneer
de restlap groot genoeg is. Zoo niet, dan is er
nog een andere oplossing: van materiaal, dat
harmonieert met de japon kunnen de zakken
geknipt worden, waarop, in de hier aangegeven
formatie, soutache wordt genaaid.
Zakken vormen ook dezen winter het hoofd-
motief van de japonversiering, ze zijn meestal
bewerkt, soms, wanneer het een namiddagjurk
betreft, zelfs met gouddraad, loovertjes en tres.
Soms bestaan ze enkel uit gevlochten tres of
zijden koord, ze zijn dan van een afstekende
kleur.
Echte zakken heeft het rechter modelletje
niet: het gestreepte materiaal is echter zooda
nig verwerkt, dat het effect van zakken verkre
gen is, hoewel de hier aangegeven lijn een flat
teuzer silhouet geeft aan een figuur met eenigs-
zins geprononceerde heupen. De wijze, waarop
het materiaal is verwerkt bij den inzet van de
mouw geeft de breede schouderlijn, die een niet-
smalle heun weer kan maskeeren. Een gestreep
te jurk, die in uw bezit is en waarvan nog
lappen stof over zijn, kan een geheel ander
aanzien krijgen door bijvoorbeeld schouder
stukjes als hier gegeven, in te zetten en door
de quasi-zakken op den rok aan te brengen.
Geperst vilt valt buiten de distributie van
textiel en een ingenieus fabrikant is op het
idee gekomen van dit stevige en vrij warme
materiaal korte manteltjes en bolero's te ma
ken in gedekte kleuren (marine en bruin), zoo
dat ze op vrijwel elk jurkje in huis gedragen
kunnen worden. Vanzelfsprekend is vilt minder
soepel dan een geweven wollen stof, het voegt
zich niet zoo wiilig en kreukt wat eerder, maar
het zit warm en dat zal ons dezen winter al veel
waard zijn.
Het model van het korte rechte manteltje,
dat u hier ziet. leent zich uitstekend om in vilt
nagemaakt te worden, de halflange mouw geeft,
speciaal aan het huismanteltje, iets vlots.
Van dun vilt zagen wij ook peignoirs, welke
ongetwijfeld warm zijn in net dragen. Pijn goud-
draadbestiksel deed het eenigszins stugge ef
fect van het materiaal geheel verdwijnen. Een
warme peignoir zonder punten het is onge
twijfeld een bezit, dat elke vrouw ambieert met
het vooruitzicht van een koude slaapkamer.
A. Bgl.
(Van onze Romeinsche correspondente)
Nog vóór de zon den toren van het heiligdom
van Sint Franciscus gaat belichten en haar
eerste stralen werpt op het dak van de eeuwen
oude San Rufino heeft een der klokken van
Assisië haar eerste tonen doen hooren: bim-
bam-bim-bam, word wakker „Zuster van ons,
moeder aarde, prijs onzen Heer, met al uw
schepselen, prijs Hem vooral samen met zuster
zon."
Van verre, misschien van San Damiano of
van de Santa Maria degli Angeli antwoordt
een blij geklingel en een andere bronzen stem,
donker en ernstig als van den grijzen bisschop
zelf, verheft zich uit de richting van San Ru
fino. Meteen klept vlug en licht als de stap van
een meisje, dat naar haar liefste gaat, het
kloosterklokje van de Clarissen: een huppelend
staccato, een zang, jeugdig en onweerstaanbaar,
waarop alle klokken van Assisië: die van de
basiliek en van de Chiesa Nuova, van de Sant.
Andrea en de San Lorenzo, van de San Pietro
en van alle monniken- en nonnenkloosters in
koor antwoorden. Het wordt een bovenaardsch
orkest. Bassen en contrabassen, harpen en pau
ken, violen en fluiten. Assisië is opgestaan!
Boeren brengen vijgen en tomaten naar. de
markt, anderen drijven moeizaam hun kleurige
wagentjes, bespannen met blanke ossen, de
helling op. Boerinnen dragen korven met kippen
en eenden naar het stadje. Een paar Capucijnen
in hun bruine pij en een paar ingetogen Fran
ciscanessen doen hun eersten gang naar de kerk.
Zij hooren bij Assisië, zij zijn als vergroeid met
't land van Umbrië, want Assisië is als Brugge,
als Siena. Het is een mystiek stadje, dat leeft
in den droom van een schoon verleden. Elk ru
moer van groote stadsleven zou hier storen. Er
zijn weinig auto's, er is misschien één cinema,
er zijn geen jazz-bands of dancings. Het leven
van het kleine stadje concentreert zich op de
Piazza, die gebouwd is over de ruïnes van een
Romeinsch forum en waar, als de zware klok
ken uit den middeleeuwschen stadstoren 12 uur
luiden, een zwerm duiven over losbreekt als
een sneeuwstorm. Dicht opeengedrongen pik
ken zij in het graan, dat er iederen dag op het
zelfde uur voor hen gestrooid wordt en gaan
dan een voor een hun dorst lesschen in de kla
terende fontein. Na deze gebeurtenis daalt ab
solute rust over de Franciscusstad. Zelfs de
klokken, die het zuivere leven binnen de rotsige
stadsmuren afmeten, zwijgen tot aan het uur
van de vespers. Dan klepelt het belleke van de
Clarissen haar kinderen weer voor het gebed.
Dan antwoordt de San Francesco luid en plech
tig, en langzaam aan komt er weer beweging
in de bochtige straatjes en op de verlaten
pleinen. De vróuwen zetten zich voor de deur
van hun huisjes met hun handwerk in ..de
steek van Assisië". Zij versieren er tafelkleeden
loopers, kleedjes, blousen en jurkjes mee. Moe
ders brengen hun kindertjes in de schaduw
van de Santa Chiara, oude menschen zetten
zich tegen den kerkmuur en blijven daar tot de
zon verdwijnt achter de torens van de San
Francesco. De klokken blijven galmen en da
veren boven uw hoofd, één uur, twee uur lang,
naar gelang de grootte van het feest, dat op
handen is en zijn er in Assisië, waar alles
draait binnen den Jaarkring der Kerk, niet
altijd feesten?
De lichtjes, die in andere tijden tegen de
donkere helling gaan flonkeren, blijven nu
gedoofd en als de maan van achter de wolken
te voorschijn komt, ligt daar Assisië als een
sprookjesstad. Onder de donkere lage bogen
vallen zware schaduwen; op den achtergrond
liggen de middeleeuwsche huizenblokken te
baden in de zilveren manestralen. Is er hier in
zeven eeuwen niets veranderd? Kan daar de
jonge Franciscus Bernardone nog met zijn
vrooli.jke gezellen van onder de „Arco nero" uit
komen? Kan Sinte Clara in 'n donkeren mantel
gehuld nog met haar dienstmaagd uit dat ver
borgen antieke poortje vluchten, om den langen
weg te gaan afleggen naar Port.iuncula om er
haar blonde lokken door Franciscus te laten
afknippen? Kan er nog een nachtwacht in de
intense stilte van den komenden nacht zijn een
tonig: „De klok heeft twaalf. Twaalf heeft de
klok" laten hooren?
Het wonder van deze droomende stad onder
de besterde hemel houdt u gevangen, geen her
innering aan een wereld vol oorlogslawaai ver
stoort uw fantasie, zooals geen geluid de har
monie verstoort van deze gewijde stilte. Ja
tochde laatste tonen van de bronzen klok
ken zingen:
„Laat de Heer geprezen zijn door zuster
Maan en door de sterren, die aan den
hemel zoo schitterend en kostbaar en
schoon te prijken staan."
C. P.—D.
Nu ook het verbruik van kaas aan
banden is gelegd, is zuinigheid met
dit dagelijksch voedsel geboden.
Denkt u er aan, dat geraspte kaas
meer uitdeelt dan plakjes kaas?
Wordt de buitenkant van het stuk
kaas met een doekje goed schoon
geveegd, dan kunnen ook de kaas
korstjes dienst doen bij de etens-
bereiding. In een speciaal kaas
molentje worden ze dan fijngema
len.
Nu de boter in prijs is'■gestegen,
zal menige huismoeder er toe over
gaan de boter met melk te verlen
gen. Een ons boter wordt daartoe
in een verwarmde kom geroerd
met driekwart liter melk, welke
druppelsgewijze wordt toegevoegd,
en een halven lepel zout. Is de
massa roomachtig, dan kan de bo
ter voor het smeren van de boter
hammen gewoon gebruikt worden.
Met al de dagelijksche benoodigdheden moe
ten we het nu zoo zuinig mogelijk aanleggen.
Nadenken en overleg is voor de huisvrouw
onder de tegenwoordige omstandigheden meer
dan ooit noodig.
Voor menige huisvrouw zal het wellicht een
heele kunst zijn, om met de toegewezen hoe
veelheid zeep rond te komen. Het komt er nu
des te meer op aan om de juiste manier van
wasschen toe te passen. En bij een goede waseh-
behandeling zal het goed ook veel minder vlug
slijten.
Het vooraf laten weeken van het goed maakt
het vuil los, waardoor het goed met veel minder
moeite schoongewasschen kan worden. Men
moet het waschgoed vooral in ruim water in
de week zetten. Het is aan te bevelen om
het goed dan af en toe goed door te roeren
of flink door te stampen.
De meest gebruikelijke manier is het witgoed
te laten weeken in lauw sodawater. Per emmer
water moeten dan 1 a 2 lepels soda opgelost
worden. Hierin laten we het waschgoed een
nacht staan. Bij het uitspoelen van het week-
water moet het goed stevig uitgewrongen wor
den, zoodat er zoo weinig mogelijk vuil water
in blijft zitten. Dit zou het sop weer spoedig
vuil maken. Het verdient zelfs aanbeveling, nu
we zoo zuinig mogelijk met de zeep om moeten
gaan, het goed uit het weekwater nog een keer
na te spoelen in schoon water. Veel vuil zal
uitgespoeld worden, dat anders in het sop zou
komen.
Met minder zeep en zoo weinig mogelijk slii-
tage zal de wasch schoon te krijgen zijn, als
gebruik gemaakt wordt van een speciaal week-
middel, dat in den handel gebracht wordt.
Hierin kunnen alle soorten stoffen geweckt
worden, dus katoen, linnen, wol, zijde en kunst
zijde.
Bij het weeken hierin verdient het ook weer
aanbeveling, om voordat het goed in het sop
komt. het eerst in schoen water na te spoelen.
Nu kan het goed op de gebruikelijke manier
gewasschen .worden. Niet al te vuil goed kan
in één sop reeds schoongemaakt worden.
Bij het uitkoken van de wasch moet er aan
gedacht worden, de wasch niet langer dan een
kwartier te laten koken. Langer koken is' on-
noodig en schadelijk.
Bij het wasschen van het witgoed in een sop
van harde huishoudzeep moet ook altijd soda
gebruikt worden, daar soda de reinigende wer
king van de zeep nog aanzet. Een goed sop is
al te krijgen door op een emmer water stuk
huishoudzeep te nemen en twee eetlepels soda.
Als zeeppoeder gebruikt wordt voor het was
schen, dan is het het verstandigst om precies
de gebruiksaanwijzing te volgen, die op het pak
aangegeven staat. Wordt voor het sop zeep
poeder met een bleekmiddel gebruikt (een zgn.
zelfwerkend waschmiddel), dan moet de wasch
niet daarna nog gebleekt worden, daar zij dan
dubbel te lijden heeft.
Op een gemakkelijke manier wordt een groot
deel van het vuil uit het goed gehaald door met
een waschstamper flink te stampen of door een
waschklok te gebruiken.
Spaar ook het wollen goed door het op de
goede manier te wasschen. Eerst goed laten
weeken, wasschen in een lauwwarm sop, dan
spoelen in lauw water, daarna in koud water.
Wollen goed kan zeer goed door den wringer
gehaald worden.
Wollen bovengoed, dat een opknapbeurt moet
hebben, kunnen we wasschen in een aftreksel
van kastanjes of klimopbladeren. Het kastanje-
sop maken we door ongeveer dertig droge paar-
denkastanjes in vieren te snijden en met drie
liter koud water on te zetten. Daarna een half
uur laten koken. Voor het sop van klimopbla
deren knippen we ongeveer veertig klimopbla
deren in stukjes, zetten die op met drie liter
water en laten dit een kwartier koken, In beide
gevallen gebruikt men het gezeefde aftreksel
lauw en spoelt goed na. Het klimopvocht is
groen van kleur en kan dus alleen voor donker
goed gebruikt worden.
Bij het drogen buiten aan de lijn moeten we
het waschgoed zoodra het droog is binnen ha
len. Vooral bij sterken wind heeft het goed er
van te lijden, als het zoolang hangt te wappe
ren.
Aan het eind van den waschdag mogen we
geen pijnlijken rug hebben van het krom staan
boven de tobbe. Dit is met zoo weinig moeite
te voorkomen. We zetten de teil of de tobbe
op een bankje, zoodat we er niet met een
gebogen rug bij hoeven te staan. We zullen zoo
veel gemakkelijker werken. Ook zijn er prac-
tische waschbokken in den handel, waar ook
de wringer op gezet kan worden. De aanschaf
van den waschbok zal het geld zeker ten volle
waard zijn.
HUISHOUDELIJKE VOORLICHTING.
GEEN VERSCHIL
MET DE BESTE THEE.
Waar niet. verkrijgbaar, vrage men:
KEIZERSGRACHT 639 TELEF 35160—36198
AMSTERDAM
RÖKIN 42
OPGERICHT
1868
VOORHEEN KALVERSTRAAT 51
De taak van de huisvrouw in deze dagen is
verre van gemakkelijk. Haar huishouden, groot
of klein, vergt werkelijk haar geheele persoon
lijkheid, al haar zorg en haar toezicht.
Het distributiestelsel noodzaakt haar de toe
gewezen porties zoo over ieder tijdvak te ver-
deelen, dat zij het eind daarvan ook werkelijk
kan overzien. En dat voor óns, Nederlandsche
huisvrouwen, die tot een jaar geleden^ over
stelpt werden met ,,méér eet"-campagnes. Wat
moesten wij toen al niet meer eten! Visch,
vleesch, kaas, boter, melk, eieren enz., enz te
veel om op te noemen.
Menige huisvrouw heeft zeer zeker dit jaar
op verstandige wijze ingemaakt. En ook die
inmaak moet regelmatig gecontroleerd worden.
De weersomstandigheden waren niet gunstig
voor onze inmaak, daarentegen heel pleizierig
voor de schimmel. Regens en nog eens regens
maakten, dat onze huizen vochtig werden, ook
al waren zij dat van nature niet. En juist
in zoo'n atmosfeer voelen de schimmels zich
op haar best.
In het hier volgende zullen wij dan ook
enkele maatregelen bespreken, die voor een
goede contróle van onze inmaak noodzakelijk
zijn.
SNIJBOONEN IN HET ZOUT
Alle inmaak in het zout kijken wij regelmatig
om de twee of drie weken na. Plankje en steen
worden In heët sodawater goed schoongebor-
steld. het doekje ultgewasschen en nagespoeld.
Eventueel bovenop de inmaak gevormd kim
wordt er zorgvuldig afgeschept en verwijderd.
De randen van de pot worden goed afgenomen.
Een nieuwe laag zout wordt bovenop gelegd en
daarop komen weer doekje, plank en steen. Het
geheel dekken wij met een doek of gedeelte van
een oud (schoon) laken af.
DE „WECK"
Bij gesteriliseerde groenten en gepasteuri
seerde vruchten (onze weck) kunnen wij vol
staan met een onderzoek in te stellen of de
glazen nog goed gesloten zijn. Dit moet na
tuurlijk voorzichtig gebeuren.
Is er een glas los gegaan, dan hoeft de inhoud
heusch niet altijd weggegooid te worden. De
fout kan liggen bij den ring of bij het glas; een
klein scherfje van den rand afgestooten kan
reeds voldoende zijn. Ook kunnen er en dat
behoeven er slechts enkele te zijn overrijpe
vruchten tusschen gezeten hebben. Kersen en
pruimen zijn wat dat betreft zeer gevoelig.
Ruikt de inhoud van het glas frisch en niet
gegist, dan kunnen wij dezen ten overvloede
even verwarmen en daarna direct in het mid
dagmaal verwerken. Mocht er een plekje schim
mel opgekomen zijn. dan moeten wij dit ver
wijderen en weggooien. De inhoud zal daarna
goed .bruikbaar zijn. Wanneer glazen met
groenten opengaan, dan is de inhoud meestal
bedorven. Onze neus vertelt ons direct of de
groente nog bruikbaar is. Dit risico loonen wij
ieder jaar, omdat oncontroleerbare oorzaken als
bemesting, verschheid, soort e.d. een groote rol
spelen. Deze groenten moeten, hoe jammer
ook, weggedaan worden.
HET OPKNAPPEN VAN JAMS
Daar wij allen zuinig met suiker om moesten
gaan en misschien voor de inmaak van de jams
niet de in de kookboeken voorgeschreven hoe
veelheid suiker daarvoor gebruikt hebben, is de
kans op schimmelvorming ook hier veel groo-
ter.
Is deze voorraad nu op eens onbruikbaar
geworden? In het geheel niet, hij vraagt echter
extra zorg van ons.
Het beste is de potten radicaal onderhanden
te nemen. Het bovenste laagje beschimmelde
jam wordt er voorzichtig afgeschept en wegge
gooid. De randen van de potten worden met
heet sodawater goed afgewreven.
Er zijn in den handel pakjes cellophaanpa-
pier, waarhij antischimmelviiesjes ingesloten
zijn. Kunnen wij tot den aanschaf daarvan over
gaan, dan leggen wij zoo'n vlies je bovenop de
jam en sluiten de potjes weer af met het in
kokend water uitgeknepen cellophaan papiertje
en een elastiekje. Is het niet de moeite waard
voor het opknappen zulk een pakje te koopen,
dan knippen wij van vetvrij papier rondjes,
dompelen die onder in een weinig brandewijn
of jenever en leggen deze in plaats van de
schimmelvliesjes boven op de jams. De potten
moeten aan den buitenkant ook zorgvuldig
schoongemaakt worden.
UITJES EN AUGURKEN
Ook deze inmaak vraagt even onze aandacht.
Mocht de azijn te veel verdampt zijn, dan vul
len wij de potjes weer zoover bij tot èn uitjes
én augurken geheel onderstaan.
FLESSCHEN MET RABARBER
EN POSTELEIN
Hebben wij rabarber of postelein iri gezwa
velde flesschen ingemaakt, dan houden wij deze
tegen het licht en controleeren of er zich geen
laagje schimmel gevormd heeft. In dat geval
verdient het aanbeveling ons menu zoo op te
stellen, dat deze groenten daarin een plaatsje
krijgen. Het lak wordt er afgeslagen, de flesch
ontkurkt en het laagje schimmel zorgvuldig
verwijderd. Even opkoken en op de juiste wijze
afmaken volgt dan noodzakelijkerwijs.
En nu is het zaak, de inmaak op de juiste
wijze te gebruiken en een goede indeeling van
onzen voorraad te maken over die maanden,
waarin geen versche vruchten en weinig ver-
sche groenten te krijgen zijn. Eind Mei, begin
Juni komen toch weer onze heerlijke versche
aardbeien en dan moet onze inmaak opgewerkt
zijn.
Misschien is het mogelijk, in deze winter
maanden eenige suiker over te sparen door heel
zuinig en met overleg te werk te gaan. Zulk een
voorraad waarborgt ons den volgenden winter
een aanlokkelijke rij met gevulde inmaak-
glazen!
UW KOKIN.
Van de oudste en meest bekende
fabriek in Nederland
Prima fabrikaat voor elke beurs
VRAAGT UWEN WINKELIER
VAN RUN'S MOSTERD - UTRECHT
Hoest-
bonbons
lOcent
per doos
overat
verkrijgbaar
Imp;Rotterd. Prod. Mij.
WITTE MUIS -Rotterdam