IVERSI Het betreden van Zeeland vijand eheimzinnige VLEESCHWAREN VOOR DETAILLISTEN Mengelberg op tournée HYPOTHECAIRE SCHULDEN IN DEN LANDBOUW VRIJDAG 1 NOVEMBER 1940 Wegens indroging en afvalover- schot wordt 10 procent extra toegewezen TERPENTIJN EN LIJNOLIE Hoeveel kunnen schilders per bon krijgen? Gemeentebegrootingen 1941 Belangrijke wijziging in de samenstelling RIJWIELDIEVEN VOOR HET GERECHT Gevangenisstraffen geëischt „HERBOUW MIDDELBURG" Stichting in het leven geroepen Audiëntie Diefstal in de Meidagen Puinruimer en zijn vrouw voor de rechtbank MOTORBRANDSTOF Vijfde distributieperiode van 1 tot en met 30 November Duitsche vermogens in vijandelijk buitenland De verplichting van aangifte VAN 1880 TOT 1937 MET 65.65 pCt. GESTEGEN Gift van de politie voor „Winterhulp" Voorbereiding van een actie Bethlehemkliniek te Den Haag Zij zal worden herbouwd op dezelfde plaats Brand door kinderspel met lucifers? Boerderij te Naarden afgebrand Vervanging van aardolieproducten voor licht- en krachtdoeleinden Nederlandsche Vereeniging van Genealogen Expeditiebedrijf bestolen Het verstrekken van uitzonde' ringsver gunningen EEN BEZOLDIGINGS KWESTIE UIT DE STAATSCOURANT Belastingen Dep. van Waterstaat De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van Landbouw en Visscherij, deelt mede, dat, aangezien vleeschwaren aan een zeker gewichtsverlies door indroging onderhevig zijn en bij het verkoopen door den détaillist het overhouden van een zeker percentage afval onvermijdelijk is, met in gang van 31 October is bepaald, dat de toe wijzingen voor vleeschwaren recht geven op het koopen van een hoeveelheid vleesch waren, welke het totaal der op de toewijzing vermelde hoeveelheid met een zeker per centage overtreft. Dit percentage is voor alle stadia van den handel te zamen vastgesteld op 10 pet. Dit houdt dus in, dat de handelaar, die toewijzingen heeft ontvangen voor een to tale hoeveelheid vleeschwaren van bijvoor beeld 100 rantsoenen, hierop een hoeveel heid van ten hoogste 110 rantsoenen kan be trekken. De producent, grosser en détaillist zullen on derling moeten uitmaken, welk percentage (mits Uiteraard kleiner dan 10 pet.) bij een bepaalde aflevering extra mag worden geleverd. Hierbij dient echtér in het oog te worden gehouden, dat de détaillist in staat moet zijn, aan zijn afnemers steeds het volle gewicht aan vleesch waren, waarop de consumentbonnen recht geven, af te leveren. Aangezien de plaatselijke toewijzingscom missies bij de toewijzing van vleesch reeds rekening houden met de verschillende fac toren als indroging en afval, geldt het vo renstaande slechts voor vleeschwaren en niet voor vleesch. Voorts wordt er nog de aandacht op geves tigd, dat détaillisten, die uitsluitend gedurende de wintermaanden vleeschwaren (voornamelijk Worstsoorten) verkoopen, in aanmerking komen foor een extra voorschot-toewijzing, mits zij deze artikelen in vorige jaren eveneens verkocht hebben. De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van Handel, Nijverheid en Scheep vaart, deelt in aansluiting op hetgeen is ge publiceerd betreffende de distributie van ter pentijn en lijnolie voor schilders mede, dat de hoeveelheden terpentijn en iijnolie, welke op de door de plaatselijke distributiediensten uit te reiken bonnen kunnen worden betrokken, voor de periode van 1 November tot 1 Decem ber 1940 als volgt zijn vastgesteld: 2 liter ter pentijn per bon voor terpentijn en 4 liter lijn- °lie per bon vOor lijnolie. De samenstelling der gemeentebegrooting Voor 1941 zal, naar ons van bevoegde zijde Wordt medegedeeld, voor het overwegend groot ste aantal gemeenten, in belangrijke mate af- Wijken van die van de laatste jaren. Sinds de instelling van het Werkloosheids- subsidiefonds werden jaarlijks aan de gemeen ten, welke daarvoor, in verband met haar fi- «aneieele positie, in aanmerking wenschten te komen, uit dat fonds een extra bijdrage ver strekt tot dekking van de kosten, voortvloeiende Uit de werkloozenzorg. Behalve het percentage, dat volgens een bepaalde schaal aan de ge meenten, welke met het werkloozenvraagstuk te kampen hadden, jaarlijks C"v het Rijk werd Uitgekeerd, bestond voor sommige gemeenten de mogelijkheid, voor een hoogere uitkeering in aanmerking te komen, welke zelfs gaan kon tot 99 pet. van het totaalbedrag, dat de betrokken gemeenten aan werkloozenzorg uitgaven. Maar behalve de vorenvermelde extra-uitkeering kon den tal van gemeenten ook rekenen op een be- lastingbijdrage uit het genoemde fonds, dat o.a. gevormd werd door storting van een deel der belastingelden, welke tevoren ten bate der ge meentekas kwamen, in dat fonds. Teneinde de ge.meente-financiën niet al te zeer te ontwrich- 'fn werd door het Rijk aan de gemeenten, welke rrpp aanspraak wilden maken, een deel der belastinggelden uitgekeerd, welke uitkeering als belastingbijdrage bekend staat. lloewel de extra-bijdrage voor de werkloozen- 'Airg zoowel als de belastingbijdrage dienen oosten om de begrootingen in zéér vele ge- oenten sluitend te maken, stempelde de uit voering dier beide bijdragen door het Rijk de trokken gemeenten nog niet tot de categorie 'er „noodlijdende" gemeenten. Als noodlijdend J werden alleen die gemeenten aangemerkt, telke behalve de reeds genoemde uitkeeringen ■nog een bijdrage in de gemeentelijk huishou- ng uit de rijkskas ontvingen. By de samenstelling der gemcente-begrootin- gen voor 1941 zullen, naar Gedeputeerde Sta ten aan de betrokken gemeentebesturen hebben doen weten, voorloopig géén bedragen geraamd mogen worden voor extra-bijdrage in de kosten voor de werkloozenzorg noch voor de belasting- bijdrage. Een onmiddellijk gevolg hiervan zal dus zijn, dat in het overwegend grootste aantal gemeen ten van ons land onze deskundige zegsman taxeerde het op circa drie-vierden van het aan tal Nederlandsche gemeenten de begrooting voor 1941 een belangrijk tekort zal aanwijzen. Hoe daarin van rijkswege zal worden voorzien, staat nog niet vast. De officier van justitie bij de Rotterdamsche rechtbank, mr. Meischke, eischte tegen den 37- jarigen voerman L. J. W. wegens diefstal van rijwielen, zestien maal gepleegd, een gevange nisstraf van een jaar en zes maanden. De man bleek bovendien nog zes maanden gevangenis straf tegoed te hebben en reeds achtmaal te zijn veroordeeld. Mej. mr. N. E. Lissauer pleitte clementie. De 28-jarige reiziger M. J. A. te Rotterdam hoorde eveneens een jaar en zes maanden ge vangenisstraf tegen zich eischen. De man was op 19 September uit de gevangenis te Haarlem ontslagen en den volgenden dag was hij te Rot terdam weer begonnen met stelen. Binnen een paar dagen stal hij vier fietsen. Ook hij had reeds acht veroordeelin°en achter den rug. Uitspraken 14 Novemoer. B. en W. van Middelburg hebben by den ge meenteraad een voorstel ingediend, zulks in overleg met den Algemeen-Gemachtigde voor den Wederopbouw, om over te gaan tot het in het leven roepen van de Stichting „Herbouw Middelburg". Deze stichting zal beoogen de be vordering van den harmonischen herbouw van de stad Middelburg. De burgemeester zal. ambtshalve voorzitter van het bestuur zijn. B. en W. zullen zijn plaatsvervanger en ook vier leden van het be stuur benoemen, van wie één in overleg met de „Stichting Oorlogsgeweld Zeeland", terwijl de drie andere leden bij voorkeur benoemd zul len worden uit personen, die zich bewegen op sociaal, financieel of architectuur-gebied. Onder dit bestuur is een directeur belast met dc algemeene leiding. Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht zal de volgende wéék alleen Maandag'en Dinsdag audiëntie verleenen. Prof. dr. Willem Mengelberg zal in de vol gende maand een viertal concerten der Kon; zertoefeningen in Stockholm dirigeeren en wel op 20, 22, 24 en 27 November a.s. Oorspronke lijk was het aantal dezer concerten op drie gesteld, doch gezien de groote belangstelling moest op de dringende aanvrage van Konzert- foereningen nog een extra avond worden toe gevoegd. Op 14 November zal Mengelberg naar Ber lijn vertrekken en vandaar per vliegtuig naar Stockholm. Op 1 en 2 December a.s. volgen dan twee concerten met de Berliner Philharmonie, waar op o.a. zal worden uitgevoerd een werk voor bariton en orkest van Rudolf Mengelberg, met medewerking v!an Karl Schmitt-Walter. Na deze concerten zal Mengelberg in Decem ber weer in Nederland dirigeeren. In Januari, na de Kerstvacantie, begeeft Mengelberg zich naar Boedapest, alwaar hij een Beethoven-cyclus van zes concerten zal leiden. In dezelfde pjeriode vinden vier concerten met de Wiener Philharmoniker in Weenen plaats. In de programma's hiervan is o.a. een eerste uitvoering van de Variaties van Henk Badings opgenomen. Daarna volgt een tournée met de Berliner Philharmonie, waarin o.a. twee concerten in Berlijn, Potsdam, Hamburg, Maagdenburg, Braunschweig, Hannover zijn opgenomen. Ver volgens maakt de dirigent een concertreis in Italië, waar hij een aantal concerten in Rome, Florence, Turijn en Triëst zal leiden. Van Italië keert Mengelberg naar Nederland terug om hier zijn zeventigsten verjaardag te vie ren, ter gelegenheid waarvan twee feestcon- certen van het Concertgebouworkest op het programma staan, waarop hij de Negende Sym- phonie van Beethoven zal dirigeeren en voor de pauze Nederlandsche composities. In de maand April zal Mengelberg eenige concerten in Kopenhagen dirigeeren. De 49-jarige puinruimer D. R. en zijn 45- jarige echtgenoote L. P. te Rotterdam hadden zich voor de Rotterdamsche rechtbank te ver antwoorden wegens diefstal, subs, heling van een zilvervospellerine ter waarde van f 295. twee mantels van te zamen f 120.en sen sportjasje, toebehoorende aan de firma Gerzon te Rotterdam. De diefstal was gepleegd in der, nacht van 14 op 15 Mei. De vrouw zeide de goederen 's nachts in een schuilkelder van een onbekenden man voor f 20 te hebben gekocht. Zij gaf toe, geweten te hebben, dat de kleedingstukken van diefstal afkomstig waren. De man zeide, niet te heb ben geweten, hoe de vrouw aan de mantels was gekomen. De officier meende, dat het ten laste gelegde was bewezen en eischte tegen beiden zes maan den gevangenisstraf met drie maanden aftrek der preventieve hechtenis. Mr. Belzer pleitte clementie. Uitspraak 14 Nbvember. iivMrtrtV Het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart deelt n overleg met het Departe ment van Waterstaat mede, dat als vyfde dis- tributieperibde voor motorbrandstof wordt aan gewezen het tijdvak van 1 tot en met 30 No vember 1940. Als gevolg hiervan zullen wederverkoopers de voor November ontworpen coupons met paar- sen opdruk op grijzen ondergrond, bevestigd aan een op lichtgrijzen ondergrond gedrukte vergunning, waarop o.m. in paarse kleur het cijfer 5 voorkomt, gedurende deze periode mogen accepteeren. Van bevoegde zijde wordt er op gewezen, dat op grond van de in het Duitsche rijk uitge vaardigde verordening betreffende de aangifte van Duitsche vermogens in landen, waarmede Duitschland zich in oorlog bevindt, van 7 Aug. 1940, onder meer alle peisonen, uie de Duit sche nationaliteit of de nationaliteit van de pro tectoraten Bohemen en Moravië bezitten of ver werven en alle Duitsche ondernemingen in de bezette Nederlandsche gebieden hun in vijan delijk buitenland bevindende vermogen hebben aan te geven. Als vijandelyk, buitenland gelden de volgende staten: Groot-Brittannië en Noord. Ierland met de overzeesche bezittingen, kolo niën, protectoraten en mandaatgebieden, als- (Van onzen Brabantschen redacteur) Eenige jaren geleden is de landbouw-econo mische voorlichtingsdienst van de Directie van den Landbouw aangevangen met een onderzoek naar de hypotheekschulden in den landbouw. Van de bevindingen, die dit onderzoek heeft opgeleverd, doet de Directie van den Landbouw verslag in de beschrijving van den economischen toestand van den landbouw, welke als deel 2 jaargang 1940 in de serie „Verslagen en mede- deelingen" is verschenen. Dit onderzoek was zeer omvangrijk en daar om was het noodzakelijk zich eenige beperking op te leggen. Reeds in 1886 had de Landbouw- commissie zich met een dergelijk onderzoek be zig gehouden; zij had zich daarbij bepaald tot die gemeenten, welke als typeerend voor de ver schillende landbouwgebieden kunnen gelden. Het nieuwe onderzoek heeft zich eveneens be perkt tot deze gemeenten, doch het werd uit gebreid, als bleek, dat in een bepaalde streek in den loop van den tijd een andere gemeente een meer representatief karakter had verkre gen. Het voordeel van deze methode van onder zoek, waarbij over het algemeen dezelfde ge meenten werden gekozen als in 1886. was, dat een vergelijking met vroegere toestanden op dit gebied mogelijk was. Een algemeen over zicht echter van hypothecaire schulden kon de Directie van den Landbouw nog niet geven, om dat het onderzoek in de provincie Limburg nog gaande is. De Landbouwcommissie 1886 heeft een aan tal gevallen onderzocht voor de jaren 1880 en 1889. Het eerste onderzoek heeft de meeste waarde, omdat in 1879 alle hypotheekschulden opnieuw waren ingeschreven, waardoor men 'n overzicht kon krijgen van de netto-schulden. In het jaar 1937 zijn in de typegemeenten alle hy. pothecaire schulden nagegaan, terwijl voor on geveer 25 pet. der gevallen tevens is onderzocht hoeveel is afgelost. Het gevonden aflossings percentage is gebruikt om in deze gemeenten de netto-schuld te schatten. In totaal zijn 59 gemeenten onderzocht; in negen gemeenten bedroeg de aflossing meer dan 10 pet.; in de an dere bleef het beneden dit getal. In de tabellen, welke in het genoemde verslag zyn opgenomen, komt tot uiting, dat het per centage bezwaarde grond uiteenloopt van 8 tot 86. De frequentie blijkt, uit de volgende tabel: pet. bezwaarde grond 1— 9 10—19 20—29 30—39 40—49 50—59 60—69 70—79 80—89 aantal gemeenten 1 8 13 15 11 5 4 1 1 De gemiddelde schuld per bezwaarde HA. varieert van f 423.tot f 1893.en vertoont de volgende frequentieverdeeling gem. schuld per bezw. H.A. f 400— 599 600—799 800—999 1000—1199 1200—1399 1400—1599 160G—1799 1800—1999 aantal gemeenten 8 13 13 14 4 3 1 Uit de tabellen blijkt tevens, dat de gemid delde schuld per bezwaarde H.A. op de zand gronden vaak geringer is dan op de betere gronden. Vooral de rivierklei vertoont hcoge be dragen. waarvan de oorzaak waarschijnlijk ge legen is in de kostbare boomgaarden die op deze grondsoort voorkomt. Uitdrukkelijk zij hier vermeld, dat de tuinbouwgemeenten niet in het onderzoek betrokken zijn geweest. De cijfers zouden dan heel anders zijn geweest, omdat de tuingronden uiteraard zwaarder belast zijn dan de eigenlijke landbouwgronden. Het onderzoek omvatte voor de zeeklei met akker'bouw in gemengd bedrijf f74.683 H.A., voor de weidestreken 57.624 H.A., voor de zand gronden 61.551 H.A., voor de rivierk'lei 18.549 HA. en voor de Veenkoloniën 8862 H.A. cul tuurgrond. zynde de totale oppervlakte cultuur grond der onderzochte gemeenten. Slaat men de by dit onderzoek gevonden re sultaten om over het totaal van den Neder- landschen cultuurgrond zonder den tuinbouw dan komt men tot de bevinding, dat op den landbouw de volgende hypotheekschulden drukken: I. Zeeklei met akkerbouw in gemengd bedrijf f 173.791.680 II. Weidestreken f 196.275.627 III. Zandgronden f257.480.632 IV. Rivierklei met gemengd bedrijf f 96.310.962 V. Veenkoloniën f 40.337.935 Totaal voor den Ned. landbouw Per H.A. cultuurgrond f 764.196.836 f 333 Voor 49 gemeenten was het mogeiyk een ver gelijking te maken tusschen den toestand van 1880 en 1937. In eerstgenoemd jaar bedroeg de netto-schuld voor deze gebieden f 38.354.822, in 1937 f63.535.729; in 57 jaren is deze schuld dus opgeloopen met 65.65 pet. De bevindingen van het jaar 1937 heeft men nog kunnen toetsen aan de opgaven van de landbouwboekhoudbureaux in 1932 en 1933 over 955 bedrijven. Hierbij is gebleken, dat de bevin dingen van den landbouweconomischen voor lichtingsdienst van 1937 over het algemeen vrij goed kloppen met de gegevens van de boekhoud- bureaux, behalve voor de weidestreken, waar de afwijking nogal aanzienlijk is. Zet men de gemiddelde schuld per bezwaarde H.A. in dè groepen voor de verschillende jaren naast el kaar, dan krijgt men het volgende beeld: Landbouw gebied I. II. III. IV. V Gemiddelde schuld oer bezwaarde H.A in guldens 1932 1933 1937 1.159 1.335 661 1.155 711 1.142 1.328 663 1.168 745 960 974.50 671.50 1.254 848 Het blijkt dus, dat de schatting van de Di rectie van Landbouw niet zoo erg veel ver schilt van de gegevens van de landbouwboek houdbureaux, zoodat men de eerstgenoemde cij fers als een reëele basis voor den toestand in Nederland mag beschouwen. Met nadruk moet er echter op gewezen worden, dat deze gegevens geen volledig inzicht verstrekken in het agra risch schuldenvraagstuk. daar de hypotheken slechts een deel van de totale schuld van den landbouw uitmaken. mede de dominions Canada, Australe, Nieuw- Zeeand en Zuid-Afrika en verder Frankrijk met zijn bezittingen, koloniën, protectoraats- en mandaatsgebieden, behalve Egypte, de Soe dan. Irak en Monaco. De aangifte kan tot 15 November a.s. bij de „Wirtschaftspruefttelle", Korte Vijverberg 5, Den Haag, geschieden. De vermelde verordening is in het „Reichsgesetzblatt", deel I nr. 140 af gedrukt en kan bij het „Reichsverlagamt" te Berlijn N.W. 40, Scharnhorststrasse 4, verkregen worden. Naar het A.NP. uit goede bron verneemt, zal de Inspecteur-Generaal der Nederlandsche Politie een oproep richten, tot de geheele politie met het doel, gemeenschappelijk een spontane gift te doen toekomen aan de Stichting „Win terhulp Nederland". De voorbereidende besprekingen hebben na mens den Inspecteur-Generaal reeds met den Directeur-Generaal der Winterhulp plaats ge had. Naar wij vernemen, zal eerstdaags worden aanbesteed de nieuwbouw van de Bethlehem kliniek te Den Haag, welke op 10 Mei door een bominslag zeer ernstig werd beschadigd Er zal eeil geheel nieuw pand worden opge trokken op de plaats waar het oude stond De kosten zullen ongeveer f 300.000 bearagen Donderdagmiddag te vyf uur brak brand uit in huis en boerdery van den heer A. Keijzer aan den Westwal te Naarden. Vermoedelijk doordat kinderen met vuur hadden gespeeld bij een voorraad van duizenden K.G. hooi. De brandweer bestreed het vuur krachtig, doch kon niet verhinderen dat de woning geheel uitbrandde. Het vee kon worden gered en de inboedel, dank zij hulpvaardige buren, ook. De toenemende schaarschte aan aardolie producten (petroleum, benzine, gasolie) doet ernstig vreezen, dat in den komenden .vmter op de land- en tuinbouwbedrijven niet vol doende petroleum, benzine of gasolie beschik baar zal zijn als brandstof voor de noodige krachtinstallaties. Belanghebbenden worden derhalve herinnerd aan de wenschelijkheid, zich zoo mogelijk tyd'g van andere licht- en krachtbronnen te voor zien. Indien daartoe gelegenheid bestaat, ver dient het aanbeveling, te overwegen, zich te laten aansluiten op het electrische net. Waar dit niet mogelijk, is, wordt het gebruik var carbid, welk artikel in ons land in voldoende mate aanwezig is, aangeraden. Reeds lang werd in ons land behoefte gevoeld aan een organisatie, die in staat zou zön, de belangen te behartigen der Nederland sche genealogen. Om tydig verder doorwoekeren van mistoe standen te voorkomen is te 's-Gravenhage op initiatief van den heer C. Pama uit Voorburg besloten tot oprichting van de „Nederlandsche Vereeniging van Genealogen". Als bestuursleden werden benoemd mej. Th. van Aif en de heeren jrtr. P. Beelaerts van Blokland en C. Pama, de laatste als voorzitter. Aan drie personen van aanzien op het ge bied der geslacht- en wapenkunde zal worden verzocht, in een eere-comité zitting te willen nemen. Het correspondentie-adres der „Nederlandsche Vereeniging van Genealogen" is voorloopig Roo- delaan 32 te Voorburg. De Rotterdamsche rechtbank heeft een aantal lieden, die zendingen, welke aan een expeditie bedrijf voor vervoer waren toevertrouwd, te eigenbate verkochten, veroordeeld tot de vol gende gevangenisstraffen: den 40-jarigen chauffeur J. van der V. tot een jaar met af trek, den 30-jarigen D. van der H., expeditie knecht, tot een jaar met aftrek, den 67-jari- gen D. van der H. sr, pakhuisknecht, tot drie maanden met aftrek, den 24-jarigen chauffeur W. A. L. P. tot negen maanden met aftrek. Deze veroordeelden, die allen te Rotterdam wonen, hebben in den afgeloopen winter een belang rijke hoeveelheid goederen gestolen. Wegens he ling werden in deze zaak veroordeeld de 30-ja- lige gehuwde vrouw J. A. B. tot zes maanden met aftrek van voorarrest; de 40-jarige reizi ger A. E. H. uit Nieuwerkerk aan den IJssel tot acht maanden en de 38-jarige kleermaker F. van B. te Rotterdam tot f 25 boete of tien dagen hechtenis Officieel wordt medegedeeld: Het is den laatsten tyd herhaaldelijk voor gekomen, dat ingezetenen van de meer Noor delijk gelegen provinciën, die door Zeeland willen reizen, in Roozendaal aankomen zonder in het bezit te zijn van de uitzpnderingsver- gunning voor het betreden eer Zeeuwsche eilanden. Om in de provincie Zeeland te mogen komen, dient men een verzoek tot het ont vangen van een vergunning te richten tot de burgemeesters van die gemeenten, in welke men moet lijn. Deze verzoeken worden na toetsing op de noodzakelijkheid van het bezoek en nadat de burgemeesters hun standpunt te dien opzichte hebben bepaald, gezonden naar den bevoegden stafofficier, gedetacheerd bij den vertegen woordiger van den Rijkscommissaris, die op nieuw het verzoek zal tbetsen en de vergun ning uitreikt. In het verzoek, dat men tot de ourge- meesters richt, moeten zijn vermeld: voor- en familienaam van den verzoeker beroep, woonplaats en woonadres, datum en plaats van geboorte, bovendien de reden, waarom men naar Zeeland wil en de duut van het verblijf aldaar Personen, die den voorgesertteven weg niet bewandelen en zich desondanks in het ont ruimde gebied bewegen, worder zonder nader onderzoek onmiddellijk gedwongen, de eilanden te-verlaten en moeten naar auis terugreizen Aanvragen voor het verkrygen van een uit zonderingsvergunning, welke aan andere takken van dienst gericht worden kunnen niet in be handeling worden genomen Donderdag diende voor aen Centralen Raad te Utrecht het beroep van een voormalig ambtenaar bij de Rotterdamsche Tramwegmij. (R.E.T.). Deze was op 16 Sept. 1939 in voor arrest gezet, omdat hij zijn vrouw, van wie hij gescheiden leefde, met een mes had gestoken, daar zij verhoudingen met andere mannen had. Het gedrag van de vrouw in aanmerking ne mende, had de rechtbank een vrü mi'.de straf opgelegd, n.l. een jaar gevangenisstraf waar van vier maanden voorwaardelijk met aftrek van de preventieve hecttenis De R.E.T. ontsloeg den man op giond var. dit vonnis den 23sten Februari 1940 zonder het praedicaat „eervol" en betaalde hem vanaf oen dag. dat hij in voorarrest was gekomen geen loon meer uit. Voor den Centralen Raad werd hy ve tegen- woordigd door den wagenbestuurder v. R. ter- wyi voor de R.E.T een lid van de directie was verschenen. De heer v. R. bracht eerst de kwestie der bezoldiging naar voren. Hij betoogde dat klager tot 23 Februari in dienst was geweest en cus tot dien datum recht op bezoldiging nad Ook op het praedicaat „eervol" stelde de ontslagene prijs, daar het hem dan mogelijk zou zijn. een nieuwe plaats in de maatschappij te veroveren. Het lid der R.E.T.-direetie zeide. dat de R.E.T. geheel volgens de voorschriften van het reglement voor het personeel had gehandeld. Dat den wagenbestuurder van den dag. dat hy was gearresteerd, geen loon meer was uitbetaald, geschiedde op grond van het artikel uit het reglement, dat wanneer iemand geen dienst meer doet, hij ook geen recht heeft op uitbe taling van het salaris. Alleen indien een amb tenaar ziek is of op andere redelijke wijze v r- hinderd is, zijn werk te verrichten, kan hij recht op uitbetaling laten gelden. Wat het „eervol" ontslag betreft, wees spr. er op, dat niet het praedicaat „oneervol' in den ontslagbrief was gezet. De directie der R.E.T. was van meening, dat nu de rechtbank, die ook op de hoogte was van het onbehoorlijk optreden van 's mans vrouw, hem toch veroor deeld had, zij hem niet het praedicaat „eervol* by een ontslag, gegeven wegens deze veroor deeling, kon geven. Uitspraak 21 November. De inspecteur der directe belastingen, enz., H. van Tongeren, toegevoegd aan het hoofd van de inspectie der invoerrechten en accijnzen te Roo sendaal, is verplaatst naar Eindhoven, en toe gevoegd aan het hoofd van de insp?ctie der directe belastingen, aldaar. Opgeheven is de commissie van advies voor de uitvoering van de wet op de evenredige vracht- verdeeling in de binnenscheepvaart en san den voorzitter en de leden dier commissie is eervol ontslag verleend, onder dankbetuiging voor de door hen beween diensten. door A. Hruschka 17 (Nadruk verboden) De moordenaar kwam niet terug. Viel daaruit JP te maken, dat hij bij zijn laatste bezoek aan de loods gevonden had, wat hy zocht? Of had hij de onderneming als te gevaarlijk opgegeven? ^as hij nog in de stad, of had hij elders een 8oed heenkomen gezocht? Met deze vragen pijnigde Silas Hempel voort durend zijn hersens, zonder een antwoord te vinden. Ook zijn opsporingen in de hotels, pen sions, enz. waren volslagen vruchteloos gebleven. Bergens had op het bewuste tijdstip een ele- ant gekleede jongeman die een kostbaren bril jant droeg en vermoedelijk uit het buitenland kwam, zijn intrek genomem Nu, een eigenlijke persoonsbeschrijving kon Hempel niet geven en misschien was het daar aan te wijten, dat zyn navorschingen geen re sultaat opleverden. Silas werd koortsig van ongeduld. Waarom gebeurde er niets, dat hem nieuwe aanknoo- Pingspunten verschafte, hem een kijk op nieuwe Purelykheden gaf? Was hy dan zelf zoo kort zichtig en dom, dat hij als een blinde den weg had verloren en nu in het duister rondtastte? Hij dacht aan zijn collega's, die sinds lang naar Weenen waren teruggekeerd, dacht be schaamd aan zijn gesprekken met commissaris Heidinger, wien hij niet meer onder de oogen zou durven komen, als het hem werkelijk niet gelukte de zaak-Holzmann op te helderen. Door zulke gedachten gekweld, lag hij op een nacht slapeloos te bed en overpeinsde nog eens punt voor punt al de door hem vastgestelde fei ten en de daaruit gemaakte gevolgtrekkingen. Was er 'n leemte in? Had hij zich verrekend? Telkens kwam hij weer tot dezelfde conclusies. En toch moest er iets zijn, dat niet klopte! Want op grond van die conclusies had hij als zeker aangenomen, dat de moordenaar nog eens zou komen, om datgene te halen, waarnaar hij reeds vruchteloos had gezocht en om wille waarvan hij waarschijnlijk den moord had gepleegd. Maar de moordenaar was niet teruggekomen dus moest heel de combinatie fout zijn Plotseling stokten Hempel's gedachten. Een heel zacht, nauwelijks hoorbaar geluid van buiten had ze onderbroken. Hij verroerde zich niet. Zijn gehoor was tot het uiterste gespannen. Had hij zich vergist? Er was niets meer te hooren. Buiten diepe stilte in den donkeren nacht. Binnen niets dan het getik van de staande klok en de regelmatige ademhaling van Rosner; deze sliep in de be lendende kamer, waarvan de deur zooals ge woonlijk, openstond. Wat kon het geweest zijn? „Niets anders dan je opgewonden zenuwen," zei Silas by zich zelf; maar strak hield hij den blik gevestigd op de plaats, waar het lichtsignaal was aangebracht. Doch er kwam geen licht, geen signaal, geen geluid Hé! daar was het weer. Ditmaal duidelijker. Een zacht geknars, alsof er voorzichtig een sleu tel in het slot werd omgedraaid. Buiten? Bin nen? Dat kon Silas niet onderscheiden. Weder om stilte. Wederom een geluid. Ditmaal alsof er een deur behoedzaam werd geopend en nu was de detective er zeker van, dat het binnenshuis was. Daar hij voorzichtigheidshalve steeds alleen maar zijn bovenkleeren uittrok, teneinde a.tijd onmiddellyk bij de hand te zijn, was hij in een oogwenk gereed. Hij schoof zijn revolver in zijn zak, greep naar de dievenlantaarn, die altijd op tafel stond, en ging op zyn sokken naar de kamer van den concierge om hem te wekken. „Gauw, Rosner, er is iemand in huis! Volg mij maar zonder schoenen en vooral onhoorbaar. Vergeet je revolver niet!" De concierge was onmiddellijk klaarwakker. Hij sprong uit zijn bed en trok gauw een paar kleedingstukken aan. Intusschen had de detective reeds onhoorbaar de deur geopend, die op de gang uitkwam. Hij voelde een scherpen, kouden tocht, die van achter scheen te komen. Van boven, waar de trap op de gang van de eerste verdieping uit kwam, viel een lichtschijnsel. Silas wist, dat zich in die gang de deur van het privé-appartament van het echtpaar Holzmann bevond. Terwyl hy voorzichtig de trap opging, hoorde hy wederom een deur open- of toegaan. Tegely- kertijd verdween het lichtschijnsel. De nachte lijke bezoeker moest zich dus toegang tot de ap partementen boven hebben verschaft. Deze wa ren afgesloten door een bijzondere dv.ur. zy had twee sloten, het ééne gewoon, het andere zeer gecompliceerd een uitvinding van Holzmann met een sleutel van bijzonder model. De deur was, zooals Hempel wist, gesloten en het slot, door Holzmann voor zijn privé-appar- tementen gemaakt, kon in geen geval zonder den speciaal daarvoor bestemden sleutel in werking worden gebracht. Hij wist ook van Rosner, dat er slechts twee exemplaren van dien sleutel ver vaardigd waren. Een daarvan was in 't bezit van mevrouw Holzmann, de andere vastgemaakt aan Rosner's sleutelring, welken hij steeds bij zich droeg. Hoe kon nu de inbreker de deur geopend heb ben? De concierge was intusschen den detective na geslopen en beiden stonden nu boven aan de trap. Silas opende heel even de klep van zyn dievenlantaarn en zoo konden zij 't trapportaal van het appartement waarnemen. De deur stond wijd open! In de daarachlir lig gende hal was 't donker, maar van rechts kwam uit de eveneens wijd openstaande deur van een kamer, waarschijnlijk aan de achterzyde van de villa gelegen, een zwak lichtschijnsel. Hempel en Rosner gingen af op dat schijnsel. Zoo kwamen zij in de huiskamer. Van daar kwam men door een deur in de voormalige slaapkamer van het echtpaar. Ook deze deur stond open en wat de twee mannen nu te zien kregen, was zóó vreemd en verbazingwek kend, dat zy nauwelijks een kreet konden weer houden. Want de „inbreker" was geen man, doch een vrouw mevrouw Lydia Holzmann!In een hoek van de nogal ruime kamer stond 'n hoog, smal, zeer ouderwetsch meubel, met laden. Vóór dat meubel stond mevrouw Lydia in haar rouw japon en met haar weduwsluier en woelde in de laden, die alle zes uitgetrokken waren. Het elec trische licht in de kamer was aangedraaid en bovendien stond er op een zijtafeltje een bran dende kaars, eenvoudig in de opening van een vaasje gestoken. Maar wat Hempel bij den eersten aanblik het meest trof, dat was het gedrag der jonge we duwe. Haar bewegingen ,eken die van een auto maat; en haar blik was star, wezenloos, heele- maal niet passend bij 't werk, dat zij deed. Zij scheen vruchteloos naar 'n bepaald voor werp te zoeken, want nu en dan slaakte zij een diepen zucht, en men zag dat zij aldoor onge ruster werd. Eidelijk leunde zij als uitgeput te gen het kastje en bleef zoo staan. Een paar minuten later scnoot zij de iaden toe, deed ze op slot, stak den sleutel in haav tasehje en greep toen naar de kaars. De twee mannen hadden haar aan den drempe. met verwondering gadegeslagen. Thans, nu zij op 't punt stond, zich te verwijderen, wilde Rosnei op haar toegaan, om haar te groeten. Maar een gebiedende blik van Hempel legde hem 't zwij gen op, terwijl de detective hem tegelijkertyd snel terugtrok in de gang, waar zy in de scha duw van een meubel bleven staan. Met de kaars in de hand kwam Lydia naar de deur. Zij liep langzaam, met afgemeten tred, de oogen wijd open, doch met starren wezenloo- zen blik. Bij de deur bleef zy staan en draaide het licht uit. Van dat oogenblik maakte Hempel gebruik om met Rosner het appartement te veriaten en snel de trap af te gaan. Beneden in de vestibule ver scholen zij zich achter 'n groep hooge sierplan ten, die rechts van de trap stonden Van daar hadden zij uitzicht op de trap, zonder veel ge vaar te loopen, zelf te worden gezien. „Waarom zijn we niet boven gebleven?" fluis terde Rosner den detective in het oor. Wij had den haar verder in het oog kunnen houden.' „Verdere waarneming had geen nut meer. Bo vendien zouden we, als wij lager waren gebleven, opgesloten zijn." Als om Hempel's woorden te bevestigen, ver- schen nu boven aan de deur van het apparte ment mevrouw Holzmann met de kaars in de hand, en deed de deur op slot. Zy ging daarbij heel voorzichtig te werk, blykbaar om alle ge- druisch te vermijden. Hempel bracht zijn mond heel dicht by het oor van den concierge en vroeg: „Hebt je ooit bemerkt, dat mevrouw Holzmann an slaapwandelen lydt?" „Neen, nooit.'' (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3