IVERSI
Het betreden van
Zeeland
vijand
eheimzinnige
VLEESCHWAREN VOOR
DETAILLISTEN
Mengelberg op tournée
HYPOTHECAIRE SCHULDEN IN DEN LANDBOUW
VRIJDAG 1 NOVEMBER 1940
Wegens indroging en afvalover-
schot wordt 10 procent
extra toegewezen
TERPENTIJN EN LIJNOLIE
Hoeveel kunnen schilders
per bon krijgen?
Gemeentebegrootingen 1941
Belangrijke wijziging in de
samenstelling
RIJWIELDIEVEN VOOR
HET GERECHT
Gevangenisstraffen geëischt
„HERBOUW MIDDELBURG"
Stichting in het leven geroepen
Audiëntie
Diefstal in de Meidagen
Puinruimer en zijn vrouw
voor de rechtbank
MOTORBRANDSTOF
Vijfde distributieperiode van
1 tot en met 30 November
Duitsche vermogens in
vijandelijk buitenland
De verplichting van aangifte
VAN 1880 TOT 1937 MET
65.65 pCt. GESTEGEN
Gift van de politie voor
„Winterhulp"
Voorbereiding van een actie
Bethlehemkliniek
te Den Haag
Zij zal worden herbouwd
op dezelfde plaats
Brand door kinderspel
met lucifers?
Boerderij te Naarden afgebrand
Vervanging van aardolieproducten
voor licht- en krachtdoeleinden
Nederlandsche Vereeniging
van Genealogen
Expeditiebedrijf bestolen
Het verstrekken van uitzonde'
ringsver gunningen
EEN BEZOLDIGINGS
KWESTIE
UIT DE STAATSCOURANT
Belastingen
Dep. van Waterstaat
De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het
departement van Landbouw en Visscherij,
deelt mede, dat, aangezien vleeschwaren
aan een zeker gewichtsverlies door indroging
onderhevig zijn en bij het verkoopen door
den détaillist het overhouden van een zeker
percentage afval onvermijdelijk is, met in
gang van 31 October is bepaald, dat de toe
wijzingen voor vleeschwaren recht geven op
het koopen van een hoeveelheid vleesch
waren, welke het totaal der op de toewijzing
vermelde hoeveelheid met een zeker per
centage overtreft.
Dit percentage is voor alle stadia van den
handel te zamen vastgesteld op 10 pet.
Dit houdt dus in, dat de handelaar, die
toewijzingen heeft ontvangen voor een to
tale hoeveelheid vleeschwaren van bijvoor
beeld 100 rantsoenen, hierop een hoeveel
heid van ten hoogste 110 rantsoenen kan be
trekken.
De producent, grosser en détaillist zullen on
derling moeten uitmaken, welk percentage (mits
Uiteraard kleiner dan 10 pet.) bij een bepaalde
aflevering extra mag worden geleverd. Hierbij
dient echtér in het oog te worden gehouden,
dat de détaillist in staat moet zijn, aan zijn
afnemers steeds het volle gewicht aan vleesch
waren, waarop de consumentbonnen recht geven,
af te leveren.
Aangezien de plaatselijke toewijzingscom
missies bij de toewijzing van vleesch reeds
rekening houden met de verschillende fac
toren als indroging en afval, geldt het vo
renstaande slechts voor vleeschwaren en niet
voor vleesch.
Voorts wordt er nog de aandacht op geves
tigd, dat détaillisten, die uitsluitend gedurende
de wintermaanden vleeschwaren (voornamelijk
Worstsoorten) verkoopen, in aanmerking komen
foor een extra voorschot-toewijzing, mits zij
deze artikelen in vorige jaren eveneens verkocht
hebben.
De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het
departement van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart, deelt in aansluiting op hetgeen is ge
publiceerd betreffende de distributie van ter
pentijn en lijnolie voor schilders mede, dat de
hoeveelheden terpentijn en iijnolie, welke op
de door de plaatselijke distributiediensten uit
te reiken bonnen kunnen worden betrokken,
voor de periode van 1 November tot 1 Decem
ber 1940 als volgt zijn vastgesteld: 2 liter ter
pentijn per bon voor terpentijn en 4 liter lijn-
°lie per bon vOor lijnolie.
De samenstelling der gemeentebegrooting
Voor 1941 zal, naar ons van bevoegde zijde
Wordt medegedeeld, voor het overwegend groot
ste aantal gemeenten, in belangrijke mate af-
Wijken van die van de laatste jaren.
Sinds de instelling van het Werkloosheids-
subsidiefonds werden jaarlijks aan de gemeen
ten, welke daarvoor, in verband met haar fi-
«aneieele positie, in aanmerking wenschten te
komen, uit dat fonds een extra bijdrage ver
strekt tot dekking van de kosten, voortvloeiende
Uit de werkloozenzorg. Behalve het percentage,
dat volgens een bepaalde schaal aan de ge
meenten, welke met het werkloozenvraagstuk
te kampen hadden, jaarlijks C"v het Rijk werd
Uitgekeerd, bestond voor sommige gemeenten
de mogelijkheid, voor een hoogere uitkeering in
aanmerking te komen, welke zelfs gaan kon tot
99 pet. van het totaalbedrag, dat de betrokken
gemeenten aan werkloozenzorg uitgaven. Maar
behalve de vorenvermelde extra-uitkeering kon
den tal van gemeenten ook rekenen op een be-
lastingbijdrage uit het genoemde fonds, dat o.a.
gevormd werd door storting van een deel der
belastingelden, welke tevoren ten bate der ge
meentekas kwamen, in dat fonds. Teneinde de
ge.meente-financiën niet al te zeer te ontwrich-
'fn werd door het Rijk aan de gemeenten, welke
rrpp aanspraak wilden maken, een deel der
belastinggelden uitgekeerd, welke uitkeering als
belastingbijdrage bekend staat.
lloewel de extra-bijdrage voor de werkloozen-
'Airg zoowel als de belastingbijdrage dienen
oosten om de begrootingen in zéér vele ge-
oenten sluitend te maken, stempelde de uit
voering dier beide bijdragen door het Rijk de
trokken gemeenten nog niet tot de categorie
'er „noodlijdende" gemeenten. Als noodlijdend
J werden alleen die gemeenten aangemerkt,
telke behalve de reeds genoemde uitkeeringen
■nog een bijdrage in de gemeentelijk huishou-
ng uit de rijkskas ontvingen.
By de samenstelling der gemcente-begrootin-
gen voor 1941 zullen, naar Gedeputeerde Sta
ten aan de betrokken gemeentebesturen hebben
doen weten, voorloopig géén bedragen geraamd
mogen worden voor extra-bijdrage in de kosten
voor de werkloozenzorg noch voor de belasting-
bijdrage.
Een onmiddellijk gevolg hiervan zal dus zijn,
dat in het overwegend grootste aantal gemeen
ten van ons land onze deskundige zegsman
taxeerde het op circa drie-vierden van het aan
tal Nederlandsche gemeenten de begrooting
voor 1941 een belangrijk tekort zal aanwijzen.
Hoe daarin van rijkswege zal worden voorzien,
staat nog niet vast.
De officier van justitie bij de Rotterdamsche
rechtbank, mr. Meischke, eischte tegen den 37-
jarigen voerman L. J. W. wegens diefstal van
rijwielen, zestien maal gepleegd, een gevange
nisstraf van een jaar en zes maanden. De man
bleek bovendien nog zes maanden gevangenis
straf tegoed te hebben en reeds achtmaal te
zijn veroordeeld.
Mej. mr. N. E. Lissauer pleitte clementie.
De 28-jarige reiziger M. J. A. te Rotterdam
hoorde eveneens een jaar en zes maanden ge
vangenisstraf tegen zich eischen. De man was
op 19 September uit de gevangenis te Haarlem
ontslagen en den volgenden dag was hij te Rot
terdam weer begonnen met stelen. Binnen een
paar dagen stal hij vier fietsen. Ook hij had
reeds acht veroordeelin°en achter den rug.
Uitspraken 14 Novemoer.
B. en W. van Middelburg hebben by den ge
meenteraad een voorstel ingediend, zulks in
overleg met den Algemeen-Gemachtigde voor
den Wederopbouw, om over te gaan tot het in
het leven roepen van de Stichting „Herbouw
Middelburg". Deze stichting zal beoogen de be
vordering van den harmonischen herbouw van
de stad Middelburg.
De burgemeester zal. ambtshalve voorzitter
van het bestuur zijn. B. en W. zullen zijn
plaatsvervanger en ook vier leden van het be
stuur benoemen, van wie één in overleg met
de „Stichting Oorlogsgeweld Zeeland", terwijl
de drie andere leden bij voorkeur benoemd zul
len worden uit personen, die zich bewegen op
sociaal, financieel of architectuur-gebied.
Onder dit bestuur is een directeur belast met
dc algemeene leiding.
Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht zal
de volgende wéék alleen Maandag'en Dinsdag
audiëntie verleenen.
Prof. dr. Willem Mengelberg zal in de vol
gende maand een viertal concerten der Kon;
zertoefeningen in Stockholm dirigeeren en wel
op 20, 22, 24 en 27 November a.s. Oorspronke
lijk was het aantal dezer concerten op drie
gesteld, doch gezien de groote belangstelling
moest op de dringende aanvrage van Konzert-
foereningen nog een extra avond worden toe
gevoegd.
Op 14 November zal Mengelberg naar Ber
lijn vertrekken en vandaar per vliegtuig naar
Stockholm.
Op 1 en 2 December a.s. volgen dan twee
concerten met de Berliner Philharmonie, waar
op o.a. zal worden uitgevoerd een werk voor
bariton en orkest van Rudolf Mengelberg, met
medewerking v!an Karl Schmitt-Walter.
Na deze concerten zal Mengelberg in Decem
ber weer in Nederland dirigeeren.
In Januari, na de Kerstvacantie, begeeft
Mengelberg zich naar Boedapest, alwaar hij een
Beethoven-cyclus van zes concerten zal leiden.
In dezelfde pjeriode vinden vier concerten met
de Wiener Philharmoniker in Weenen plaats.
In de programma's hiervan is o.a. een eerste
uitvoering van de Variaties van Henk Badings
opgenomen.
Daarna volgt een tournée met de Berliner
Philharmonie, waarin o.a. twee concerten in
Berlijn, Potsdam, Hamburg, Maagdenburg,
Braunschweig, Hannover zijn opgenomen. Ver
volgens maakt de dirigent een concertreis in
Italië, waar hij een aantal concerten in Rome,
Florence, Turijn en Triëst zal leiden. Van
Italië keert Mengelberg naar Nederland terug
om hier zijn zeventigsten verjaardag te vie
ren, ter gelegenheid waarvan twee feestcon-
certen van het Concertgebouworkest op het
programma staan, waarop hij de Negende Sym-
phonie van Beethoven zal dirigeeren en voor
de pauze Nederlandsche composities.
In de maand April zal Mengelberg eenige
concerten in Kopenhagen dirigeeren.
De 49-jarige puinruimer D. R. en zijn 45-
jarige echtgenoote L. P. te Rotterdam hadden
zich voor de Rotterdamsche rechtbank te ver
antwoorden wegens diefstal, subs, heling van
een zilvervospellerine ter waarde van f 295.
twee mantels van te zamen f 120.en sen
sportjasje, toebehoorende aan de firma Gerzon
te Rotterdam. De diefstal was gepleegd in der,
nacht van 14 op 15 Mei.
De vrouw zeide de goederen 's nachts in een
schuilkelder van een onbekenden man voor f 20
te hebben gekocht. Zij gaf toe, geweten te
hebben, dat de kleedingstukken van diefstal
afkomstig waren. De man zeide, niet te heb
ben geweten, hoe de vrouw aan de mantels
was gekomen.
De officier meende, dat het ten laste gelegde
was bewezen en eischte tegen beiden zes maan
den gevangenisstraf met drie maanden aftrek
der preventieve hechtenis.
Mr. Belzer pleitte clementie.
Uitspraak 14 Nbvember.
iivMrtrtV
Het departement van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart deelt n overleg met het Departe
ment van Waterstaat mede, dat als vyfde dis-
tributieperibde voor motorbrandstof wordt aan
gewezen het tijdvak van 1 tot en met 30 No
vember 1940.
Als gevolg hiervan zullen wederverkoopers de
voor November ontworpen coupons met paar-
sen opdruk op grijzen ondergrond, bevestigd
aan een op lichtgrijzen ondergrond gedrukte
vergunning, waarop o.m. in paarse kleur het
cijfer 5 voorkomt, gedurende deze periode
mogen accepteeren.
Van bevoegde zijde wordt er op gewezen, dat
op grond van de in het Duitsche rijk uitge
vaardigde verordening betreffende de aangifte
van Duitsche vermogens in landen, waarmede
Duitschland zich in oorlog bevindt, van 7 Aug.
1940, onder meer alle peisonen, uie de Duit
sche nationaliteit of de nationaliteit van de pro
tectoraten Bohemen en Moravië bezitten of ver
werven en alle Duitsche ondernemingen in de
bezette Nederlandsche gebieden hun in vijan
delijk buitenland bevindende vermogen hebben
aan te geven. Als vijandelyk, buitenland gelden
de volgende staten: Groot-Brittannië en Noord.
Ierland met de overzeesche bezittingen, kolo
niën, protectoraten en mandaatgebieden, als-
(Van onzen Brabantschen redacteur)
Eenige jaren geleden is de landbouw-econo
mische voorlichtingsdienst van de Directie van
den Landbouw aangevangen met een onderzoek
naar de hypotheekschulden in den landbouw.
Van de bevindingen, die dit onderzoek heeft
opgeleverd, doet de Directie van den Landbouw
verslag in de beschrijving van den economischen
toestand van den landbouw, welke als deel 2
jaargang 1940 in de serie „Verslagen en mede-
deelingen" is verschenen.
Dit onderzoek was zeer omvangrijk en daar
om was het noodzakelijk zich eenige beperking
op te leggen. Reeds in 1886 had de Landbouw-
commissie zich met een dergelijk onderzoek be
zig gehouden; zij had zich daarbij bepaald tot
die gemeenten, welke als typeerend voor de ver
schillende landbouwgebieden kunnen gelden.
Het nieuwe onderzoek heeft zich eveneens be
perkt tot deze gemeenten, doch het werd uit
gebreid, als bleek, dat in een bepaalde streek
in den loop van den tijd een andere gemeente
een meer representatief karakter had verkre
gen. Het voordeel van deze methode van onder
zoek, waarbij over het algemeen dezelfde ge
meenten werden gekozen als in 1886. was,
dat een vergelijking met vroegere toestanden
op dit gebied mogelijk was. Een algemeen over
zicht echter van hypothecaire schulden kon de
Directie van den Landbouw nog niet geven, om
dat het onderzoek in de provincie Limburg nog
gaande is.
De Landbouwcommissie 1886 heeft een aan
tal gevallen onderzocht voor de jaren 1880 en
1889. Het eerste onderzoek heeft de meeste
waarde, omdat in 1879 alle hypotheekschulden
opnieuw waren ingeschreven, waardoor men 'n
overzicht kon krijgen van de netto-schulden. In
het jaar 1937 zijn in de typegemeenten alle hy.
pothecaire schulden nagegaan, terwijl voor on
geveer 25 pet. der gevallen tevens is onderzocht
hoeveel is afgelost. Het gevonden aflossings
percentage is gebruikt om in deze gemeenten
de netto-schuld te schatten. In totaal zijn 59
gemeenten onderzocht; in negen gemeenten
bedroeg de aflossing meer dan 10 pet.; in de an
dere bleef het beneden dit getal.
In de tabellen, welke in het genoemde verslag
zyn opgenomen, komt tot uiting, dat het per
centage bezwaarde grond uiteenloopt van 8 tot
86. De frequentie blijkt, uit de volgende tabel:
pet. bezwaarde
grond
1— 9
10—19
20—29
30—39
40—49
50—59
60—69
70—79
80—89
aantal
gemeenten
1
8
13
15
11
5
4
1
1
De gemiddelde schuld per bezwaarde HA.
varieert van f 423.tot f 1893.en vertoont
de volgende frequentieverdeeling
gem. schuld per
bezw. H.A.
f 400— 599
600—799
800—999
1000—1199
1200—1399
1400—1599
160G—1799
1800—1999
aantal
gemeenten
8
13
13
14
4
3
1
Uit de tabellen blijkt tevens, dat de gemid
delde schuld per bezwaarde H.A. op de zand
gronden vaak geringer is dan op de betere
gronden. Vooral de rivierklei vertoont hcoge be
dragen. waarvan de oorzaak waarschijnlijk ge
legen is in de kostbare boomgaarden die op
deze grondsoort voorkomt. Uitdrukkelijk zij hier
vermeld, dat de tuinbouwgemeenten niet in het
onderzoek betrokken zijn geweest. De cijfers
zouden dan heel anders zijn geweest, omdat de
tuingronden uiteraard zwaarder belast zijn dan
de eigenlijke landbouwgronden.
Het onderzoek omvatte voor de zeeklei met
akker'bouw in gemengd bedrijf f74.683 H.A.,
voor de weidestreken 57.624 H.A., voor de zand
gronden 61.551 H.A., voor de rivierk'lei 18.549
HA. en voor de Veenkoloniën 8862 H.A. cul
tuurgrond. zynde de totale oppervlakte cultuur
grond der onderzochte gemeenten.
Slaat men de by dit onderzoek gevonden re
sultaten om over het totaal van den Neder-
landschen cultuurgrond zonder den tuinbouw
dan komt men tot de bevinding, dat op den
landbouw de volgende hypotheekschulden
drukken:
I. Zeeklei met akkerbouw
in gemengd bedrijf f 173.791.680
II. Weidestreken f 196.275.627
III. Zandgronden f257.480.632
IV. Rivierklei met gemengd bedrijf f 96.310.962
V. Veenkoloniën f 40.337.935
Totaal voor den Ned. landbouw
Per H.A. cultuurgrond
f 764.196.836
f 333
Voor 49 gemeenten was het mogeiyk een ver
gelijking te maken tusschen den toestand van
1880 en 1937. In eerstgenoemd jaar bedroeg de
netto-schuld voor deze gebieden f 38.354.822, in
1937 f63.535.729; in 57 jaren is deze schuld
dus opgeloopen met 65.65 pet.
De bevindingen van het jaar 1937 heeft men
nog kunnen toetsen aan de opgaven van de
landbouwboekhoudbureaux in 1932 en 1933 over
955 bedrijven. Hierbij is gebleken, dat de bevin
dingen van den landbouweconomischen voor
lichtingsdienst van 1937 over het algemeen vrij
goed kloppen met de gegevens van de boekhoud-
bureaux, behalve voor de weidestreken, waar
de afwijking nogal aanzienlijk is. Zet men de
gemiddelde schuld per bezwaarde H.A. in dè
groepen voor de verschillende jaren naast el
kaar, dan krijgt men het volgende beeld:
Landbouw
gebied
I.
II.
III.
IV.
V
Gemiddelde schuld oer
bezwaarde H.A in guldens
1932 1933 1937
1.159
1.335
661
1.155
711
1.142
1.328
663
1.168
745
960
974.50
671.50
1.254
848
Het blijkt dus, dat de schatting van de Di
rectie van Landbouw niet zoo erg veel ver
schilt van de gegevens van de landbouwboek
houdbureaux, zoodat men de eerstgenoemde cij
fers als een reëele basis voor den toestand in
Nederland mag beschouwen. Met nadruk moet
er echter op gewezen worden, dat deze gegevens
geen volledig inzicht verstrekken in het agra
risch schuldenvraagstuk. daar de hypotheken
slechts een deel van de totale schuld van den
landbouw uitmaken.
mede de dominions Canada, Australe, Nieuw-
Zeeand en Zuid-Afrika en verder Frankrijk
met zijn bezittingen, koloniën, protectoraats-
en mandaatsgebieden, behalve Egypte, de Soe
dan. Irak en Monaco.
De aangifte kan tot 15 November a.s. bij de
„Wirtschaftspruefttelle", Korte Vijverberg 5,
Den Haag, geschieden. De vermelde verordening
is in het „Reichsgesetzblatt", deel I nr. 140 af
gedrukt en kan bij het „Reichsverlagamt" te
Berlijn N.W. 40, Scharnhorststrasse 4, verkregen
worden.
Naar het A.NP. uit goede bron verneemt,
zal de Inspecteur-Generaal der Nederlandsche
Politie een oproep richten, tot de geheele politie
met het doel, gemeenschappelijk een spontane
gift te doen toekomen aan de Stichting „Win
terhulp Nederland".
De voorbereidende besprekingen hebben na
mens den Inspecteur-Generaal reeds met den
Directeur-Generaal der Winterhulp plaats ge
had.
Naar wij vernemen, zal eerstdaags worden
aanbesteed de nieuwbouw van de Bethlehem
kliniek te Den Haag, welke op 10 Mei door
een bominslag zeer ernstig werd beschadigd
Er zal eeil geheel nieuw pand worden opge
trokken op de plaats waar het oude stond
De kosten zullen ongeveer f 300.000 bearagen
Donderdagmiddag te vyf uur brak brand uit
in huis en boerdery van den heer A. Keijzer
aan den Westwal te Naarden. Vermoedelijk
doordat kinderen met vuur hadden gespeeld bij
een voorraad van duizenden K.G. hooi. De
brandweer bestreed het vuur krachtig, doch
kon niet verhinderen dat de woning geheel
uitbrandde.
Het vee kon worden gered en de inboedel,
dank zij hulpvaardige buren, ook.
De toenemende schaarschte aan aardolie
producten (petroleum, benzine, gasolie) doet
ernstig vreezen, dat in den komenden .vmter
op de land- en tuinbouwbedrijven niet vol
doende petroleum, benzine of gasolie beschik
baar zal zijn als brandstof voor de noodige
krachtinstallaties.
Belanghebbenden worden derhalve herinnerd
aan de wenschelijkheid, zich zoo mogelijk tyd'g
van andere licht- en krachtbronnen te voor
zien. Indien daartoe gelegenheid bestaat, ver
dient het aanbeveling, te overwegen, zich te
laten aansluiten op het electrische net. Waar
dit niet mogelijk, is, wordt het gebruik var
carbid, welk artikel in ons land in voldoende
mate aanwezig is, aangeraden.
Reeds lang werd in ons land behoefte gevoeld
aan een organisatie, die in staat zou
zön, de belangen te behartigen der Nederland
sche genealogen.
Om tydig verder doorwoekeren van mistoe
standen te voorkomen is te 's-Gravenhage op
initiatief van den heer C. Pama uit Voorburg
besloten tot oprichting van de „Nederlandsche
Vereeniging van Genealogen". Als bestuursleden
werden benoemd mej. Th. van Aif en de heeren
jrtr. P. Beelaerts van Blokland en C. Pama, de
laatste als voorzitter.
Aan drie personen van aanzien op het ge
bied der geslacht- en wapenkunde zal worden
verzocht, in een eere-comité zitting te willen
nemen.
Het correspondentie-adres der „Nederlandsche
Vereeniging van Genealogen" is voorloopig Roo-
delaan 32 te Voorburg.
De Rotterdamsche rechtbank heeft een aantal
lieden, die zendingen, welke aan een expeditie
bedrijf voor vervoer waren toevertrouwd, te
eigenbate verkochten, veroordeeld tot de vol
gende gevangenisstraffen: den 40-jarigen
chauffeur J. van der V. tot een jaar met af
trek, den 30-jarigen D. van der H., expeditie
knecht, tot een jaar met aftrek, den 67-jari-
gen D. van der H. sr, pakhuisknecht, tot drie
maanden met aftrek, den 24-jarigen chauffeur
W. A. L. P. tot negen maanden met aftrek. Deze
veroordeelden, die allen te Rotterdam wonen,
hebben in den afgeloopen winter een belang
rijke hoeveelheid goederen gestolen. Wegens he
ling werden in deze zaak veroordeeld de 30-ja-
lige gehuwde vrouw J. A. B. tot zes maanden
met aftrek van voorarrest; de 40-jarige reizi
ger A. E. H. uit Nieuwerkerk aan den IJssel tot
acht maanden en de 38-jarige kleermaker F. van
B. te Rotterdam tot f 25 boete of tien dagen
hechtenis
Officieel wordt medegedeeld:
Het is den laatsten tyd herhaaldelijk voor
gekomen, dat ingezetenen van de meer Noor
delijk gelegen provinciën, die door Zeeland
willen reizen, in Roozendaal aankomen zonder
in het bezit te zijn van de uitzpnderingsver-
gunning voor het betreden eer Zeeuwsche
eilanden.
Om in de provincie Zeeland te mogen
komen, dient men een verzoek tot het ont
vangen van een vergunning te richten tot
de burgemeesters van die gemeenten, in
welke men moet lijn.
Deze verzoeken worden na toetsing op de
noodzakelijkheid van het bezoek en nadat de
burgemeesters hun standpunt te dien opzichte
hebben bepaald, gezonden naar den bevoegden
stafofficier, gedetacheerd bij den vertegen
woordiger van den Rijkscommissaris, die op
nieuw het verzoek zal tbetsen en de vergun
ning uitreikt.
In het verzoek, dat men tot de ourge-
meesters richt, moeten zijn vermeld: voor-
en familienaam van den verzoeker beroep,
woonplaats en woonadres, datum en plaats
van geboorte, bovendien de reden, waarom
men naar Zeeland wil en de duut van het
verblijf aldaar
Personen, die den voorgesertteven weg niet
bewandelen en zich desondanks in het ont
ruimde gebied bewegen, worder zonder nader
onderzoek onmiddellijk gedwongen, de eilanden
te-verlaten en moeten naar auis terugreizen
Aanvragen voor het verkrygen van een uit
zonderingsvergunning, welke aan andere takken
van dienst gericht worden kunnen niet in be
handeling worden genomen
Donderdag diende voor aen Centralen Raad
te Utrecht het beroep van een voormalig
ambtenaar bij de Rotterdamsche Tramwegmij.
(R.E.T.). Deze was op 16 Sept. 1939 in voor
arrest gezet, omdat hij zijn vrouw, van wie hij
gescheiden leefde, met een mes had gestoken,
daar zij verhoudingen met andere mannen had.
Het gedrag van de vrouw in aanmerking ne
mende, had de rechtbank een vrü mi'.de straf
opgelegd, n.l. een jaar gevangenisstraf waar
van vier maanden voorwaardelijk met aftrek
van de preventieve hecttenis
De R.E.T. ontsloeg den man op giond var. dit
vonnis den 23sten Februari 1940 zonder het
praedicaat „eervol" en betaalde hem vanaf oen
dag. dat hij in voorarrest was gekomen geen
loon meer uit.
Voor den Centralen Raad werd hy ve tegen-
woordigd door den wagenbestuurder v. R. ter-
wyi voor de R.E.T een lid van de directie was
verschenen.
De heer v. R. bracht eerst de kwestie der
bezoldiging naar voren. Hij betoogde dat klager
tot 23 Februari in dienst was geweest en cus
tot dien datum recht op bezoldiging nad Ook
op het praedicaat „eervol" stelde de ontslagene
prijs, daar het hem dan mogelijk zou zijn. een
nieuwe plaats in de maatschappij te veroveren.
Het lid der R.E.T.-direetie zeide. dat de
R.E.T. geheel volgens de voorschriften van het
reglement voor het personeel had gehandeld.
Dat den wagenbestuurder van den dag. dat hy
was gearresteerd, geen loon meer was uitbetaald,
geschiedde op grond van het artikel uit het
reglement, dat wanneer iemand geen dienst
meer doet, hij ook geen recht heeft op uitbe
taling van het salaris. Alleen indien een amb
tenaar ziek is of op andere redelijke wijze v r-
hinderd is, zijn werk te verrichten, kan hij recht
op uitbetaling laten gelden.
Wat het „eervol" ontslag betreft, wees spr.
er op, dat niet het praedicaat „oneervol' in
den ontslagbrief was gezet. De directie der
R.E.T. was van meening, dat nu de rechtbank,
die ook op de hoogte was van het onbehoorlijk
optreden van 's mans vrouw, hem toch veroor
deeld had, zij hem niet het praedicaat „eervol*
by een ontslag, gegeven wegens deze veroor
deeling, kon geven.
Uitspraak 21 November.
De inspecteur der directe belastingen, enz., H.
van Tongeren, toegevoegd aan het hoofd van de
inspectie der invoerrechten en accijnzen te Roo
sendaal, is verplaatst naar Eindhoven, en toe
gevoegd aan het hoofd van de insp?ctie der
directe belastingen, aldaar.
Opgeheven is de commissie van advies voor de
uitvoering van de wet op de evenredige vracht-
verdeeling in de binnenscheepvaart en san den
voorzitter en de leden dier commissie is eervol
ontslag verleend, onder dankbetuiging voor de
door hen beween diensten.
door A. Hruschka
17
(Nadruk verboden)
De moordenaar kwam niet terug. Viel daaruit
JP te maken, dat hij bij zijn laatste bezoek aan
de loods gevonden had, wat hy zocht? Of had
hij de onderneming als te gevaarlijk opgegeven?
^as hij nog in de stad, of had hij elders een
8oed heenkomen gezocht?
Met deze vragen pijnigde Silas Hempel voort
durend zijn hersens, zonder een antwoord te
vinden. Ook zijn opsporingen in de hotels, pen
sions, enz. waren volslagen vruchteloos gebleven.
Bergens had op het bewuste tijdstip een ele-
ant gekleede jongeman die een kostbaren bril
jant droeg en vermoedelijk uit het buitenland
kwam, zijn intrek genomem
Nu, een eigenlijke persoonsbeschrijving kon
Hempel niet geven en misschien was het daar
aan te wijten, dat zyn navorschingen geen re
sultaat opleverden.
Silas werd koortsig van ongeduld. Waarom
gebeurde er niets, dat hem nieuwe aanknoo-
Pingspunten verschafte, hem een kijk op nieuwe
Purelykheden gaf? Was hy dan zelf zoo kort
zichtig en dom, dat hij als een blinde den weg
had verloren en nu in het duister rondtastte?
Hij dacht aan zijn collega's, die sinds lang
naar Weenen waren teruggekeerd, dacht be
schaamd aan zijn gesprekken met commissaris
Heidinger, wien hij niet meer onder de oogen
zou durven komen, als het hem werkelijk niet
gelukte de zaak-Holzmann op te helderen.
Door zulke gedachten gekweld, lag hij op een
nacht slapeloos te bed en overpeinsde nog eens
punt voor punt al de door hem vastgestelde fei
ten en de daaruit gemaakte gevolgtrekkingen.
Was er 'n leemte in? Had hij zich verrekend?
Telkens kwam hij weer tot dezelfde conclusies.
En toch moest er iets zijn, dat niet klopte! Want
op grond van die conclusies had hij als zeker
aangenomen, dat de moordenaar nog eens zou
komen, om datgene te halen, waarnaar hij reeds
vruchteloos had gezocht en om wille waarvan
hij waarschijnlijk den moord had gepleegd.
Maar de moordenaar was niet teruggekomen
dus moest heel de combinatie fout zijn
Plotseling stokten Hempel's gedachten. Een
heel zacht, nauwelijks hoorbaar geluid van buiten
had ze onderbroken.
Hij verroerde zich niet. Zijn gehoor was tot
het uiterste gespannen. Had hij zich vergist? Er
was niets meer te hooren. Buiten diepe stilte
in den donkeren nacht. Binnen niets dan het
getik van de staande klok en de regelmatige
ademhaling van Rosner; deze sliep in de be
lendende kamer, waarvan de deur zooals ge
woonlijk, openstond.
Wat kon het geweest zijn?
„Niets anders dan je opgewonden zenuwen," zei
Silas by zich zelf; maar strak hield hij den blik
gevestigd op de plaats, waar het lichtsignaal was
aangebracht.
Doch er kwam geen licht, geen signaal, geen
geluid
Hé! daar was het weer. Ditmaal duidelijker.
Een zacht geknars, alsof er voorzichtig een sleu
tel in het slot werd omgedraaid. Buiten? Bin
nen? Dat kon Silas niet onderscheiden. Weder
om stilte. Wederom een geluid. Ditmaal alsof er
een deur behoedzaam werd geopend en nu was
de detective er zeker van, dat het binnenshuis
was.
Daar hij voorzichtigheidshalve steeds alleen
maar zijn bovenkleeren uittrok, teneinde a.tijd
onmiddellyk bij de hand te zijn, was hij in een
oogwenk gereed. Hij schoof zijn revolver in zijn
zak, greep naar de dievenlantaarn, die altijd
op tafel stond, en ging op zyn sokken naar de
kamer van den concierge om hem te wekken.
„Gauw, Rosner, er is iemand in huis! Volg mij
maar zonder schoenen en vooral onhoorbaar.
Vergeet je revolver niet!"
De concierge was onmiddellijk klaarwakker.
Hij sprong uit zijn bed en trok gauw een paar
kleedingstukken aan.
Intusschen had de detective reeds onhoorbaar
de deur geopend, die op de gang uitkwam.
Hij voelde een scherpen, kouden tocht, die van
achter scheen te komen. Van boven, waar de
trap op de gang van de eerste verdieping uit
kwam, viel een lichtschijnsel. Silas wist, dat zich
in die gang de deur van het privé-appartament
van het echtpaar Holzmann bevond.
Terwyl hy voorzichtig de trap opging, hoorde
hy wederom een deur open- of toegaan. Tegely-
kertijd verdween het lichtschijnsel. De nachte
lijke bezoeker moest zich dus toegang tot de ap
partementen boven hebben verschaft. Deze wa
ren afgesloten door een bijzondere dv.ur. zy had
twee sloten, het ééne gewoon, het andere zeer
gecompliceerd een uitvinding van Holzmann
met een sleutel van bijzonder model.
De deur was, zooals Hempel wist, gesloten en
het slot, door Holzmann voor zijn privé-appar-
tementen gemaakt, kon in geen geval zonder den
speciaal daarvoor bestemden sleutel in werking
worden gebracht. Hij wist ook van Rosner, dat
er slechts twee exemplaren van dien sleutel ver
vaardigd waren. Een daarvan was in 't bezit van
mevrouw Holzmann, de andere vastgemaakt aan
Rosner's sleutelring, welken hij steeds bij zich
droeg.
Hoe kon nu de inbreker de deur geopend heb
ben?
De concierge was intusschen den detective na
geslopen en beiden stonden nu boven aan de
trap. Silas opende heel even de klep van zyn
dievenlantaarn en zoo konden zij 't trapportaal
van het appartement waarnemen.
De deur stond wijd open! In de daarachlir lig
gende hal was 't donker, maar van rechts kwam
uit de eveneens wijd openstaande deur van een
kamer, waarschijnlijk aan de achterzyde van de
villa gelegen, een zwak lichtschijnsel.
Hempel en Rosner gingen af op dat schijnsel.
Zoo kwamen zij in de huiskamer.
Van daar kwam men door een deur in de
voormalige slaapkamer van het echtpaar. Ook
deze deur stond open en wat de twee mannen nu
te zien kregen, was zóó vreemd en verbazingwek
kend, dat zy nauwelijks een kreet konden weer
houden.
Want de „inbreker" was geen man, doch een
vrouw mevrouw Lydia Holzmann!In een
hoek van de nogal ruime kamer stond 'n hoog,
smal, zeer ouderwetsch meubel, met laden. Vóór
dat meubel stond mevrouw Lydia in haar rouw
japon en met haar weduwsluier en woelde in de
laden, die alle zes uitgetrokken waren. Het elec
trische licht in de kamer was aangedraaid en
bovendien stond er op een zijtafeltje een bran
dende kaars, eenvoudig in de opening van een
vaasje gestoken.
Maar wat Hempel bij den eersten aanblik het
meest trof, dat was het gedrag der jonge we
duwe. Haar bewegingen ,eken die van een auto
maat; en haar blik was star, wezenloos, heele-
maal niet passend bij 't werk, dat zij deed.
Zij scheen vruchteloos naar 'n bepaald voor
werp te zoeken, want nu en dan slaakte zij een
diepen zucht, en men zag dat zij aldoor onge
ruster werd. Eidelijk leunde zij als uitgeput te
gen het kastje en bleef zoo staan.
Een paar minuten later scnoot zij de iaden
toe, deed ze op slot, stak den sleutel in haav
tasehje en greep toen naar de kaars.
De twee mannen hadden haar aan den drempe.
met verwondering gadegeslagen. Thans, nu zij op
't punt stond, zich te verwijderen, wilde Rosnei
op haar toegaan, om haar te groeten. Maar een
gebiedende blik van Hempel legde hem 't zwij
gen op, terwijl de detective hem tegelijkertyd
snel terugtrok in de gang, waar zy in de scha
duw van een meubel bleven staan.
Met de kaars in de hand kwam Lydia naar
de deur. Zij liep langzaam, met afgemeten tred,
de oogen wijd open, doch met starren wezenloo-
zen blik. Bij de deur bleef zy staan en draaide
het licht uit.
Van dat oogenblik maakte Hempel gebruik om
met Rosner het appartement te veriaten en snel
de trap af te gaan. Beneden in de vestibule ver
scholen zij zich achter 'n groep hooge sierplan
ten, die rechts van de trap stonden Van daar
hadden zij uitzicht op de trap, zonder veel ge
vaar te loopen, zelf te worden gezien.
„Waarom zijn we niet boven gebleven?" fluis
terde Rosner den detective in het oor. Wij had
den haar verder in het oog kunnen houden.'
„Verdere waarneming had geen nut meer. Bo
vendien zouden we, als wij lager waren gebleven,
opgesloten zijn."
Als om Hempel's woorden te bevestigen, ver-
schen nu boven aan de deur van het apparte
ment mevrouw Holzmann met de kaars in de
hand, en deed de deur op slot. Zy ging daarbij
heel voorzichtig te werk, blykbaar om alle ge-
druisch te vermijden.
Hempel bracht zijn mond heel dicht by het
oor van den concierge en vroeg:
„Hebt je ooit bemerkt, dat mevrouw Holzmann
an slaapwandelen lydt?"
„Neen, nooit.''
(Wordt vervolgd)