Allerzielen op den Grebbeberg Verscheidene Grieksche plaatsen werden gebombardeerd Britsche vliegvelden, havens en fabrieken bestookt VAN REQUIEM EN ALLELUJA 24 dooden in Amsterdam Groote aanval op Malta EIERENBON No. 65 Rome spreekt vredes- geruchten tegen Arsenaal van Salamis getroffen VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS KAARSLICHT EN BLOEMEN OP DE GRAVEN Duitsch weermachtsbericht Verscheidene conüooien aangevallen Zondag van den storm op het meer Engelsche bomaanval op Wilhelmina-gasthuis Belangrijkste Italiaansche luchtactie in dezen oorlog ZONDAG 3 NOVEMBER 1940 - OCHTENDBLAD BUR. VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE: NASSAULAAN 51 - TEL 13866 - GIRO 22884 Abonnementsprijs (bij vooruitbetaling) voor Haarlem 25 cent per week; per kwartaal I 3.25. Bij onze Agenten 27% ct. per week. per kwartaal f 3.58 DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE, UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM VIER EN ZESTIGSTE -JAARGANG No. 22683 Razzia in Toulouse Geldigheidsduur veertien dagen DE GRIEKSCH-ITALIAANSCHE OORLOG In den loop van den dag kwam het tot ver (<Zie vervolg pagina 21 Ital. weermachtsbericht DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADZIJDEN Zware storm teistert Zweden Van een bioscoop werd het geheele dak afgerukt Giano wordt luitenant-kolonel NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Advertentieprijzen: Per lossen regel SO et.. Ingez. mededeelingen SO cent; Idem op pag één 65 cent per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen Voor prijzen der .Omroepers" zie de rubriek éVan onzen speciafen verslaggever) Het vlammetje op de witte kaars, die in de Wöe, zwarte aarde is gestoken, krimpt en walmt in den wind, die maar rusteloos door de ai wintersche boomen jaagt. En telkens ais de kleine vlam krampachtig neerslaat, lekken droppels van het kaarslijf neer als tranen langs een wang. Dit trage druppen van de was, het onrustig lichtje daarboven, de wind, die boldert door het bosch en de laatste blaren doet stuiven over het groote graf, het zijn ook de gedachten en gevoelens van de zwijgende mensohen op dezen eersten gedenkdag onzer oorlogsdoodenAllerzielen op den Grebbeberg. De kaars brandt op het graf van een jongen Uit Haaksbergen, ergens in het gelid der dooden, die hier schouder aan schouder sluimeren in den grond. Er zijn ook frissche bloemen neergelegd, felle tinten, in al het herfstig grauw en bruin rondom als de kleur van versch bloed uit een hauw gedichte wonde. Familieleden hebben er gestaan, zoo juist, met vochtige oogen en ge sloten mond. Zij hebben de bloemen op het smalle graf geschikt en de kaars ontstoken. Er gaan menschen langs de graven, dezen Allerzielendag; levenden, die de stille parade der dooden afnemen. Zij komen met den bus Uit Arnhem, met de tram tot Rhenen. Zij loopen den weg onder ruischende boomen, waar de witte letters op het blauwe verkeers bord het korte woord vormen, dat tot een begrip is geworden: Grebbe. Veel bloemen, witte, roode en gele bloemen worden aange dragen: mannen, het hoofd ontbloot, leggen ze op een graf, vrouwen en meisjes buigen zich over zoo'n smalle strook grond en schik ken er zorgzaam de asters en chrysanthen. Een kleine jongen staat aan moeders hand, hij heeft zijn tuiltje bloemen dicht bij vaders helm gelegd, dien mooien helm, welken hij bij Papa's laatste verlof nog heel den middag op mocht hebben en waarvan het wel jam mer is, dat hjj hier maar zoo moet blijven hggen: „Zal ik 'm nou niet meenemen, ma- mie?" Velen zijn hun dooden komen bezoeken, die in den bloei van het leven in bloeimaand vielen: het groen en de bloesems, die zij nog ontluiken zagen zijn nu gestorven en vergaan als zij. Maar terwijl de natuur een nieuw voorjaar wacht als straks de winterstormen zijn geweken, heeft zich Voor hen de eeuwige lente geopend. Het leed is aan deze zijde van het graf, bij hen, die achter bleven in den herfst. Aan tal van Nederlandsche graven op den Grebbeberg hebben verwanten, soms ook de ka meraden der gesneuvelden alles gedaan, wat men in wereldschen zin vermocht te doen. Er zijn 3*rken geplaatst en steenen kruisen, vaak met het portret van den gevallene. Jonge gezichten, lachend, soms weemoedig geteekend, kijken van die portretten den bezoeker aan. die als hij zelf jong is, maar kort daarnaar kan zien en iets Van schaamrood voelt omdat de wind nog om Sjn slapen speelt en hij de kleuren der bloemen hog mag zien. Omdat hij naar huis kan gaan, haar moeder of verloofde, naar vrouw en kind, terwijl daar ergens het portret van zoo'n jon ken kerel in uniform ligt, met zijn dochtertje op den arm, terwijl op den rand „Liefe pappi" staat gekrabbeld. Alle stammen van Nederland zijn hier in dit groote soldatengraf vereenigd: van Noord en Zuid, van Oost en West liggen zij naast elkander. „In Pace Christi" staat op het graf van een Brabander, een aanroeping tot Ma ria, Sterre der Zee van Maastricht, is elders in een zerk gebeiteld. Ginds leest men „Hij is opgenomen in de heerlijkheid bij Jezus, zijn Heiland", de moedertaal wijst de rustplaats van een jongen Fries: „Rêstplad fen us Heave man, soan en broer". Vele inschriften getuigen daarbij van het offer in den strijd voor het vaderland. Er zijn ook graven tusschen, sober gebleven sta den dag, dat zij werden gedolven. Er zijn ook Braven, waar het opschrift de laatste rustplaats Vermeldt van een onbekenden soldaat. Er slui meren vele onbekende soldaten hier op den prebbeberg, toch is er een hand, die ook naam- teoze graven van bloemen voorziet. Sober en uniform zijn ook de vele Duitsche ®°ldatengravén met kruisen van ruw hout op "erketakken. De graven der S.S., die aan den grebbeberg tal van gesneuvelden telde, zijn her kenbaar aan de houten runenteekens, eender ge- Want, als vormen zij nog in den dood een strak Selid van wijdbeens geposte wachten. De op schriften dragen de eendere vermelding: „Seine ®hre hiesz Treue". Ook de Duitsche doodengelederen tellen vele ®hbekenden, soms nog een nummer, dat van de ®rkennungsmarke, het identiteitsplaatje van den GesneuveldeIn het algemeen leest men er slechts namen, één enkele maal een geboorteplaats: (Foto Pax-Holland) in Godesberg am Rhein werd een jongen ge boren, niet ver van dienzelfden Rijn vind hij stroomafwaarts zijn soldatengraf. Er is ook een gemeenschappelijke rustplaats van 13 Duit sche soldaten, 13 kameraden, die met hetzelfde vliegtuig omkwamen. Deertien kruisen staan op een rij, de namen zijn wij vergeten, maar de geboortedata getuigen van een generatie: 1914, 1915, 1917. De herfstwind waait door de boomen van den Grebbeberg in de hooge gewelven der kruinen klinkt zijn stem als een ononderbro ken doodenzang. Over de graven beneden rutselen de blaren, een bloemkelk beeft, een lint wappert en ergens flakkert de branden de kaars. Nederlandsche en Duitsche soldaten rusten er bijeen, bekende en onbekende. Dierbare en eerbiedige herinnering, hier en ginds, aan hen allen, spreidt zich als een groote, teere wade over de graven. Zij heb ben hun offer gebracht en hun onsterfelijke eer is hun trouw aan het vaderland tot den dood. Vergeten worden zp nooit, hier niet en ginds niet, deze dooden. De schoonste verbondenheid, die over het graf reikt, manifesteert zich op Allerzielendag heel in het bijzonder. Op de laat ste rustplaats van dien Haaksberger jongen, waar de kaars brandt, ligt ook een versche bos bloe men, waaraan kleine witte strooken zijn gehecht. Daarop heeft de Vrouwelijke Jeugdbeweging voor Katholieke Actie van Haaksbergen de H.H. Missen en H.H. Communies vermeld, opgedra gen voor zijn zielerust: „Wij vergeten niet". GENèVE, 2 Nov. (D. N. B.). Uit Toulouse wordt gemeld, dat de politie een grootsch op gezette razzia heeft uitgevoerd, waarbij onge veer 6000 personen op straat, in auto's en winkels werden gecontroleerd. 30 Personen werden, aangezien zij zich niet voldoende Kon den legitimeeren, naar het commissariaat van politie gebracht. 28 vreemdelingen werden naar een concentratiekamp overgebracht. 15 Vreem delingen werden uitgenoodigd naar hun vader land terug te keeren. In aansluiting op hetgeen reeds met betrek king tot de distributie van eieren is gepubli ceerd, wordt medegedeeld, dat gedurende het tijdvak van 4 tot en met 10 November a.s. de met „65" genummerde bon van het algemeen distributiebonboekje recht geeft op het koopen van één ei. De bonnen, welke 10 November a.s. nog niet gebruikt zijn, blijven voorts nog tot en met 17 November a.s. geldig. Een heel leelijke jongen uit Alkmaar Was verliefd, maar hij zuchtte: „Beval 'k haar?" Hij kreeg plots een idee, Een flesch TIP nam hij mee. En toen riep ze spontaan „Nou. dan zal 'k maar!" Inz. W v d, W, te Caatri- eum ontving een flesch TIP ROME, 2 Nov. (D.N.B.) Terwijl de Italiaansche opmarsch in Griekenland over een breed front steeds zwaarder druk begint uit te oefenen op de Grieksche stellingen en aan den anderen kant de Grieksche ravitail leering van het front reeds, volgens verkla ringen van gevangenen, op bedenkelijke wijze faalt, wordt volgens berichten uit Sofia in de Romeinsche dagbladen, ook de stemming in het land om politieke en sociale redenen zienderoogen minder. Het uitblijven van iedere Engelsche hulp en de van officieele zijde begonnen voorbereiding van de openbare meêning op de bekende „stra tegische terugtochten" wekken niet alleen in de Grieksche hoofdstad, maar ook in de Griek sche provincies de sterkste ongerustheid en doen een terneergeslagen stemming komen in de plaats van den eersten roes van geestdrift. In de grensprovincies begroet de bevolking de Italianen als bevrijders. De Grieksche propa ganda wil den succesvollen Italiaanschen op marsch, waarbij thans tegen de 100 plaatsjes met in totaal omstreeks 400.000 inwoners be zet zijn, uitsluitend wijten aan deze houding der grensprovincies. Daarmede geeft Griekenland, naar men te Rome verklaart, toe, dat deze pro vincies in het geheel niet tot Griekenland wil len béhooren. Uit Athene meldt het D.N.B.( dat in de nabijheid van het eiland Leukos Engelsche oor logsschepen zouden zijn gezien. In Grieksche havens zijn echter, voorzoover in Athene be kend is, nog geen Britsche oorlogsschepen aan gekomen. In Phaleron is Vrijdagmiddag weer een Britsch militair vliegtuig gedaald. Italiaansche vliegtuigen hebben Vrijdag, BERLIJN, 2 NOV. (D.N.B.) Het opper commando der weermacht deelt mede: Het luchtwapen zette zijn vergeldings- aan vallen op Londen voort. In den vroegen morgen en in den avond vielen afzonder lijke gevechtsvliegtuigen wederom Britsche vlieghavens aan. Daarbij ontstonden bran den in hangars en opslagplaatsen voor brandstof en werden op den grond ver schillende vliegtuigen vernield. Verdere aan vallen werden gedaan op havenwerken en fabrieken in het Zuiden van Engeland, waarbij men er in de eerste plaats in Ports mouth in slaagde een electrische centrale zwaar te treffen. Duikbommenwerpers ondernamen in den loop van den dag aanvallen op drie convooien voor de Engelsche Zuidoostkust. Hierbij werden der tien schepen van in totaal 47.000 ton tot sin- ken gebracht. Nog eenige andere schepen wer den beschadigd. Nabij Great Yarmouth bracht de bemanning van een Heinkel 111 bij een moe digen aanval van geringe hoogte een torpedo- bootjager en drie vrachtschepen van een sterk beveiligd convooi tot zinken. Voor Dover nam het verdragend geschut van het leger en de marine een vijandelijk convooi onder doeltreffend vuur en joeg het uiteen, waarbij voltreffers werden opgemerkt. De sche pen vluchtten in de ^aven van Dover, waar zij verder werden beschoten. Vijandelijke kustbatterijen beantwoordden met enkele schoten het vuur van onze kust- versterkingen, die echter hun doel misten. Van onze zijde werd geschoten totdat de tegenstan der zweeg. scheidene luchtgevechten, die voor ons met succes verliepen. De vergeldingsvluchten naar Londen namen gedurende den nacht wederom een grooteren omvang aan. Hier en in de industrie-installa ties van Birmingham en Coventry en in de haven van Liverpool ontstonden tal van nieuwe branden. Hevige aanvallen richtte zich ook te gen een aantal Schotsche industrie- en haven steden. Voor de Britsche havens werden opnieuw mijnen gelegd. Bij hun vluchten naar Nederland en het Duitsche gebied hebben Britsche vliegers weer als gewoonlijk in de eerste plaats niet- militaire doelen aangevallen, in Amsterdam werd een hospitaal getroffen, waarbij ne gentien soldaten werden gedood en twintig ernstig gewond. Elders werden zeven Neder landers gedood. Bij de poging de Duitsche hoofdstad aan te vallen werden de meeste vijandelijke vliegtui gen door den sterken luchtafweer naar het Noorden en het Zuiden verdreven. Afzonderlijke vliegtuigen, die er in slaagden op groote hoogte boven de stad te komen, wierpen brisant- en brandbommen op woonhuizen en villawijken, waarbij verschillende huizen werden beschadigd en een zagerij in brand geraakte. Op het Virchow-ziekenhuis vielen opnieuw brandbommen. Door het daadkrachtig optreden van de veiligheids- en hulpdiensten en van de civiele luchtverdediging slaagde men er in ont stane branden snel te blusschen. Er zijn ver schillende dooden en gewonden te betreuren. De tegenstander verloor gisteren bij luchtge vechten tien vliegtuigen; twee Duitsche toestel len worden vermist. Majoor Galland schoot zijn vijftigsten tegenstander neer. Het D.N.B. meldt verder, dat majoor Gal land, die gisteren zijn vijftigsten tegenstander in dezen oorlog neergeschoten heeft, door den Führer en opperbevelhebber van de Duitsche weermacht tot luitenant-kolonel is benoemd. naar Reuter uit Athene meldt, aanvallen ondernomen in de streek van Athene, Sa- loniki, Korfoe en Larissa. Athene zelf werd niet gebombardeerd. De Italiaansche toe stellen kwamen uit de richting van den Dodekanesos en wierpen bommen in de om geving van Phaleron en van de Baai van St. George, ten Oosten van Intraeus. Het bom- bardeament op Korfoe en Saloniki was zwaar. In de laatste plaats braken 20 bran den uit. Larissa, een belangrijk verkeers- centrum, werd om 12 uur door 9 Italiaansche vliegtuigen gebombardeerd. Zij wierpou 32 bommen neer. De Italianen hebben ook ge tracht een belangrijke brug in den weg van Metzovo naar Kalambaka in de lucht te laten vliegen. Volgens een bericht van United Press uit Athene maakt het Grieksche ministerie van Openbare Veiligheid bekend, dat ten gevolge van 24 Italiaansche luchtaanvallen, Vrijdag on dernomen, in Griekenland in totaal 92 personen gedood en 149 gewond werden. De Atheensche correspondent van het Joego slavische blad „Politika" meldt, dat Vrijdagmor gen ook te Athene luchtalarm is gemaakt. Men hoorde het afweergeschut doch er werd geen Italiaansch vliegtuig waargenomen. Te Saloniki is Vrijdag zesmaal luchtalarm gegeven. Geruchten, die in omloop zijn gebracht, vol gens welke er een mogelijkheid zou bestaan van een oplossing van het ItaliaanschGrieksche conflict door middel van onderhandelingen, worden duidelijk tegengesproken in Romeinsche gezaghebbende kringen. Men verklaart integen deel, dat Italië geen enkel voornemen heeft om besprekingen te openen met het oog op vrede. De oorlogsmachine is in werking gesteld en kan niet worden stopgezet, zoolang zij niet het con flict radicaal heeft opgelost. De steeds weer opduikende berichten over het uitbreken van opstanden in Albanië worden van bevoegde Italiaansche zijde nogmaals cata- gorisch gedementeerd. Tegelijkertijd wordt er opnieuw de nadruk op gelegd, dat het geheele Albaneesche volk met Italië optrekt om het oeroude conflict tusschen Griekenland en Al banië, dat sedert 1912 stelselmatig bij iedere gelegenheid door Engeland met een anti-Ita- liaansch tendentie, verscherpt werd, uit de we reld te helpen en de Albaneesche minderheid, die onder Grieksch juk leeft, te bevrijden. Het Italiaansche opperbevel publiceert weer- machtbericht nr. 148. Het luidt als volgt: In Griekenland gaan de acties van onze troepen voort in het dal van de Kalamas in de richting van Janina en op de hoogten van den Pindus. Onze luchtmacht heeft gisteren overdag het militaire arsenaal in Salamis gebom bardeerd en schepen, die in deze haven voor anker lagen, alsmede militaire doelen op Korfoe, waarbij zware ontploffingen en branden werden veroorzaakt. Verder werden gebombardeerd: troepenbarakken in Ski- pero, met aanzienlijke resultaten, het station van Larissa, waar een trein werd getroffen, het kanaal van Korinthe, de spoorweg KorintheAthene, die op ver scheidene plaatsen verbroken werd, en Sa loniki in twee opeenvolgende golven. Tijdens een gevecht met vijandelijke jagers werd waarschijnlijk een vliegtuig neergeschoten. Al onze toestellen keerden terug. In het midden van de Middellandsche Zee hebben twee zeeverkenningstoestellen een ge vecht geleverd tegen drie vijandelijke jagers, waarvan er twee werden neergeschoten. Een van onze toestellen keerde niet terug. Onze ja gers schoten een viermotorig Engelsch toestel, van het Sunderland-type, brandend neer. Een tweede Sunderland werd ernstig getroffen in de omgeving van Malta. In Oost-Afrika hebben vijandelijke pa trouilles, met steun van pantserauto's, een aanval gedaan op een van onze grensposten in de zone van Tessenei, zij werden bij onze onmiddellijke reactie teruggeslagen. Een van onze colonnes heeft, met overwin ning van den vijandelijken tegenstand, de hoogten en bergen van Sciusceib bij Kas- sala bezet, die de Soedaneesche vlakte be- heerschen. Tijdens een aanval van onze luchtmacht op het vliegveld Roseires werden twee Engelsche jachtvliegtuigen van het Gloster-type neer geschoten. De vijand bombardeerde uit de lucht eenige plaatsjes langs den spoorweg Adele Aiscia, waar zeer lichte schade werd veroor zaakt. In de Egeïsche Zee bombardeerden onze lucht- formaties met duidelijke resultaten troepen, die bezig waren op Kreta aan land te gaan. Zij richtten hun mitrailleurvuur op deze troepen. Eenige stoomschepen werden ook getroffen en havenwerken werden beschadigd al onze vliegtuigen keerden terug. De trouw en de liefde der Kerk reiken tot over het graf. Zij heeft den scheidsmuur afge broken tusschen eeuwigheid en tijd, tusschen het hier en hiernamaals. Zooals Christus' harte- bloed door Zijn heilig lichaam stroomt naar alle ledematen, zoo gaat er ook een stroom van liefde door de Kerk, het Mystieke Lichaam van Christus, waardoor de ledematen der Kerk hier op aarde worden verbonden met de lijdende Kerk in het Vagevuur en de zegepralende Kerk in den Hemel. In den harden nood van een tijd, waarin men zoo licht het vreugdevol vertrouwen en de blij- makende hoop verliest, hebben wij er behoefte aan ons te bezinnen op de meer geestelijke waarden. November met zijn feesten van Aller heiligen en Allerzielen is er om ons te herin neren aan het troostrijke geloofsartikel van de Gemeenschap der Heiligen. Waar alle menschelijke pogingen om tot een meer gelukkige en betere wereld te komen, er niet in geslaagd zijn om de eensgezindheid der volkeren en den broederzin onder de zonen van één volk te brengen, noch om ons voor 't kwaad van den oorlog te vrijwaren, daar wijst ons dit geloofsartikel op dat machtige leger van voor sprekers in den Hemel bij Hem, die de wereld houdt in de palm van Zijn hand; daar herin nert het ons temidden van het rumoer en de on rust van een chaotischen tijd aan de stilten en vrede der eeuwigheid. Behalve dat het geloof in de Gemeenschap der Heiligen ons herinnert aan de voorspraak der heiligen, herinnert het ons ook aan onze plichten tegenover de dooden. „Het is juist en passend de broeders te gedenken." (1 Mac. 12. 11) Den dooden onze liefde niet te weigeren is een goddelijk gebod en een plicht van edele menschelijkheid. Maar de herinnering der men schen is kort en de gebeurtenissen van iederen nieuwen dag doen ons onzen plicht van dank baarheid vergeten. De Kerk echter is een zorgzame moeder en zij, die in de armen der Moederkerk zijn gestor ven, worden ook door het hart der moeden niet vergeten. En daarom richt zij op den dag van Allerzielen onze gedachten op den liefdeplicht, dien wij hebben tegenover onze afgestorvenen, onze dierbaren, maar vooral ook op den plicht, dien wij als volk juist in deze dagen hebben, tegenover de slachtoffers van den oorlog. Met vele anderen hebben ook wij misschien gestaan voor de graven op den Grebbeberg en daar met ontroering gestaard naar een stukge schoten rozenkrans op een graf, symbool van het geloof van een, die zijn leven gaf voor ons. AI mogen wij hen, die daar liggen, geen marte laren noemen, toch weten wij, dat zij de uiterste consequentie van het gebod der naastenliefde hebben aanvaard: „Grooter liefde geen mensch heeft dan wie zijn leven geeft voor zijnvriende n." Daarom hebben zö recht op ons gebed, recht op een blijvend gedenkteeken in de ziel van ons volk. Zij hebben er recht op dat wij om hun nentwille de levenden helpen, dat hun nabe staanden voldoende verzorgd achterblijven. Dat is geen aalmoes, maar een eereschuld voor ons volk. Willen wij hun een trassend gedenkteeken bouwen, dat wij dit dan doen door er blijk van te geven op hoe hoogen prijs wij hun offer liefde schatten en daarom aan hun kameraden, aan de oorlogsverminkten, die met hen in een zelfde offerbereidheid het gelijke gevaar deel den, de mogelijkheid schenken, de hun toeko mende plaats in de maatschappij weder in te nemen. Zij zijn voor het vaderland gestorven: dat hun kameraden thans voor het vaderland mo gen leven. In het Epistel van dezen Zondag schrijft St. Paulus: „Blijft niemand iets schul dig, tenzij wederkeerige liefde." Ook als wij aan dezen plicht tegenover de gesneu velden hebben voldaan, dan nog blijven wij hun dankbaarheid en liefde schuldig. Het voorbeeld van gemeenschapszin, dat zij gaven in hun strijd en in hun dood, moet ook in ons een geest van sociale liefde en verzoe ning wakker roepen. Aan hun nagedachtenis zijn wij verschuldigd, de onderlinge liefde en eensgezindheid te be waren. Immers zij stierven niet omdat zij ver langden naar den oorlog, maar ter verdediging van het hooge goed van den vrede. Dat wij onze gesneuvelden navolgen door te trachten den vrede te winnen. Toen hun levenszon onderging, is ook de zon van ons volk ondergegaan. Doch zooals hun dood geen einde was, maar een begin, een heen gaan naar het Vaderland, zoo is ook de avond, die kwam over dit land, slechts een wachten op den komenden dageraad. De tijden mogen ons somber toeschijnen en soms kan het ons, als den Apostelen tijdens den storm op het meer, toeschijnen, dat de Meester slaapt, dat Hij doof blijft voor onze zorgen en nooden. Dat dan onze hartekreet zij het „De profundis" van Graduale en Offertorium: „Uit de diepten roep ik tot U, o Heer!" Ook nu staat de gestalte van den Christus in den storm en het onweer der tijden. Maar als Hij Zijn hand opheft, zullen de wateren stil vallen. „En er ontstond een groote ka imte." Dit moge ons vervullen met een groot en on wrikbaar vertrouwen op Zijn liefde en almacht, met een vasten wil óm alle moeilijkheden moe dig te overwinnen. Zooals het Requiem voor de afgestorvenen in het Vagevuur ons voert tot het Alleluja der Zaligen in den Hemel, zoo zullen ook wij, strijders hier op aarde, door de ver nedering moeten komen tot de verheffing Door de Gemeenschap der Heiligen vereenigd met Christus' Mystieke Lichaam kunnen wij dan ook vertrouwvol de Oratie van dezen Zondag herhalen: „God, die weet, dat wij, in zoo groote gevaren levend, in onze menschel ij ke zwakheid geen stand kunnen houden, geef ons heilzame kracht naar ziel en lichaam, opdat wij, hetgeen wij om onze zonden moeten lijden, door Uw hulp mogen overwinnen." Zaterdagnacht zijn weer Engelche bom aanvallen op de hoofdstad gericht. Het Wil helmina-gasthuis was een der voornaamste doelen. Hier en in de omliggende straten vonden 24 personen den dood, 28 werdén zwaar en 38 licht gewond. Ook overige deelen van het land hebben zware aanvallen te verduren gehad, waarbij zeven personen om het leven kwamen, 8 zwaar en 30 minder ernstig gewond werden. Buiten Amsterdam werden tien woningen ver nield. Ook het Gasthuis werd zwaar beschadigd. STOCKHOLM, 2 Nov. (D. N. B.) Naar het Zweedsche telegraafagentschap meldt, heeft de geweldige storm, die Vrijdag heeft gewoed, groote verwoestingen aangericht in de bosscnen in Noordwest-Skonen. Een groot aantal boomen werd ontworteld. De landwegen zijn op sommige plaatsen ge heel geblokkeerd door omgevallen boomen en een deel der electriciteiisieiding is vernield. Op Hallands en Vaedero is een windsterkte van 24 meter pier seconde gemeten. Met uitzonde ring van slechts enkele schepen is de scheep vaart den geheelen dag stopgezet. Als curiosi teit wordt bij dezen storm nog opgemerkt, dat in Billesholm de storm het dak van een Bios coop heeft weggeblazen. Het dak is 20 meter van het gebouw verwijderd op den grond neer gekomen. Het had een oppervlakte van 3W) vierkante meter. ROME, 2 Nov. (Stefani). In het commu niqué van het Italiaansch ministerie van Lucht vaart wordt bekend gemaakt, dat graaf Ga- leazzo Ciano bevorderd is tot luitenant-kolonel bij het luchtwapen. ERGENS IN ITALIë, 2 Nov. (Stefani). De belangrijkste Italiaansche luchtactie se dert het begin van den oorlog is Zaterdag in het begin van den middag tegen Malta uitgevoerd, zoo meldt een speciale verslag gever van het agentschap Stefani aan het lochtfront. -mstreeks 100 jagers en bommenwerpers met bommen van zeer groot kaliber en brandbommen namen aan dezen groot- scheepschen aanval op de installaties van het vliegveld van Micabba en de viootbasis van Malta deel. Verwoestingen, brand- en zware schade ia aangericht en geconstateerd bjj de luchthaven van Micabba, waar de Engelschen sedert eenj- gen tijd de verwoestingen trachtten te herstel len, die door vroegere bombardementen teweeg gebracht waren, alsmede bij de haveninstalla ties. Een patrouille jachtvliegtuigen, die de hoofd macht van de formatie voorafgegaan was, le verde strijd met twee patrouilles vijandelijke jagers, waarvan er een brandend en een ander waarschijnlijk neergeschoten werd. De bijzondere correspondent van Stefani geeft verder nog bijzonderheden over de ge vechten, die zich afgespeeld hebben tusschen Italiaansche jagers en Sunderland-pantser- vliegtuigen, wier taak het is jacht te maken op de Italiaansche duikbooten. Gisteren Za.een twee van onze jagers, die buiten onze kusten aan de Middellandsche Zee vlogen, een van deze watervliegtuigen en deden er een duik vlucht op, waarop zij het mitrailleurvuur open den. De vijand antwoordde met al zijn wapens en een verbitterd gevecht ontspon zich. Een licht rookspoor vormde het eerste teeken dat de Sunderland was getroffen, vervolgens gaf een geweldige rookpluim het sein, dat het toe stel verloren was. Brandend stortte net ;n zee. Hulpvliegtuigen, die terstond door de Italiaansche vliegers waren uitgezonden, von den geen enkelen inattenden van het Engejscne toestel meer aan de oppervlakte Vervolgens vielen onze jagers in dezelfde zone een tweede Sinderland aan. Deze was wellicht uitgezonden om de eerste op te sporen. Een nieuw gevecht ontstond en de Sunderland slaagde erin te vluchten, doch niet zonder m een der motoren te zijn getroffen. Het verlies van de eerste Sunderland is ernstig voor de luchtbasis van Malta, aangezien de talrijke be manning moeilijk te vervangen is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 1