Allerzielen op den Grebbeberg
Verscheidene Grieksche plaatsen
werden gebombardeerd
Britsche vliegvelden, havens en
fabrieken bestookt
VAN REQUIEM EN ALLELUJA
24 dooden in
Amsterdam
Groote aanval op
Malta
EIERENBON No. 65
Rome spreekt vredes-
geruchten tegen
Arsenaal van Salamis
getroffen
VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS
KAARSLICHT EN BLOEMEN
OP DE GRAVEN
Duitsch weermachtsbericht
Verscheidene conüooien
aangevallen
Zondag van den storm op het meer
Engelsche bomaanval op
Wilhelmina-gasthuis
Belangrijkste Italiaansche
luchtactie in dezen oorlog
ZONDAG 3 NOVEMBER 1940 - OCHTENDBLAD
BUR. VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE:
NASSAULAAN 51 - TEL 13866 - GIRO 22884
Abonnementsprijs (bij vooruitbetaling) voor
Haarlem 25 cent per week; per kwartaal
I 3.25. Bij onze Agenten 27% ct. per week.
per kwartaal f 3.58
DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE, UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM
VIER EN ZESTIGSTE -JAARGANG No. 22683
Razzia in Toulouse
Geldigheidsduur veertien dagen
DE GRIEKSCH-ITALIAANSCHE OORLOG
In den loop van den dag kwam het tot ver
(<Zie vervolg pagina 21
Ital. weermachtsbericht
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN
Zware storm teistert Zweden
Van een bioscoop werd het
geheele dak afgerukt
Giano wordt luitenant-kolonel
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Advertentieprijzen: Per lossen regel SO et.. Ingez.
mededeelingen SO cent; Idem op pag één 65 cent
per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen Voor
prijzen der .Omroepers" zie de rubriek
éVan onzen speciafen verslaggever)
Het vlammetje op de witte kaars, die in de
Wöe, zwarte aarde is gestoken, krimpt en
walmt in den wind, die maar rusteloos door
de ai wintersche boomen jaagt. En telkens
ais de kleine vlam krampachtig neerslaat,
lekken droppels van het kaarslijf neer als
tranen langs een wang. Dit trage druppen
van de was, het onrustig lichtje daarboven,
de wind, die boldert door het bosch en de
laatste blaren doet stuiven over het groote
graf, het zijn ook de gedachten en gevoelens
van de zwijgende mensohen op dezen eersten
gedenkdag onzer oorlogsdoodenAllerzielen
op den Grebbeberg.
De kaars brandt op het graf van een jongen
Uit Haaksbergen, ergens in het gelid der dooden,
die hier schouder aan schouder sluimeren in den
grond. Er zijn ook frissche bloemen neergelegd,
felle tinten, in al het herfstig grauw en bruin
rondom als de kleur van versch bloed uit een
hauw gedichte wonde. Familieleden hebben er
gestaan, zoo juist, met vochtige oogen en ge
sloten mond. Zij hebben de bloemen op het
smalle graf geschikt en de kaars ontstoken.
Er gaan menschen langs de graven, dezen
Allerzielendag; levenden, die de stille parade
der dooden afnemen. Zij komen met den bus
Uit Arnhem, met de tram tot Rhenen. Zij
loopen den weg onder ruischende boomen,
waar de witte letters op het blauwe verkeers
bord het korte woord vormen, dat tot een
begrip is geworden: Grebbe. Veel bloemen,
witte, roode en gele bloemen worden aange
dragen: mannen, het hoofd ontbloot, leggen
ze op een graf, vrouwen en meisjes buigen
zich over zoo'n smalle strook grond en schik
ken er zorgzaam de asters en chrysanthen.
Een kleine jongen staat aan moeders hand,
hij heeft zijn tuiltje bloemen dicht bij vaders
helm gelegd, dien mooien helm, welken hij bij
Papa's laatste verlof nog heel den middag
op mocht hebben en waarvan het wel jam
mer is, dat hjj hier maar zoo moet blijven
hggen: „Zal ik 'm nou niet meenemen, ma-
mie?"
Velen zijn hun dooden komen bezoeken, die in
den bloei van het leven in bloeimaand vielen:
het groen en de bloesems, die zij nog ontluiken
zagen zijn nu gestorven en vergaan als zij. Maar
terwijl de natuur een nieuw voorjaar wacht als
straks de winterstormen zijn geweken, heeft zich
Voor hen de eeuwige lente geopend. Het leed is
aan deze zijde van het graf, bij hen, die achter
bleven in den herfst.
Aan tal van Nederlandsche graven op den
Grebbeberg hebben verwanten, soms ook de ka
meraden der gesneuvelden alles gedaan, wat men
in wereldschen zin vermocht te doen. Er zijn
3*rken geplaatst en steenen kruisen, vaak met
het portret van den gevallene. Jonge gezichten,
lachend, soms weemoedig geteekend, kijken van
die portretten den bezoeker aan. die als hij zelf
jong is, maar kort daarnaar kan zien en iets
Van schaamrood voelt omdat de wind nog om
Sjn slapen speelt en hij de kleuren der bloemen
hog mag zien. Omdat hij naar huis kan gaan,
haar moeder of verloofde, naar vrouw en kind,
terwijl daar ergens het portret van zoo'n jon
ken kerel in uniform ligt, met zijn dochtertje
op den arm, terwijl op den rand „Liefe pappi"
staat gekrabbeld.
Alle stammen van Nederland zijn hier in
dit groote soldatengraf vereenigd: van Noord
en Zuid, van Oost en West liggen zij naast
elkander. „In Pace Christi" staat op het graf
van een Brabander, een aanroeping tot Ma
ria, Sterre der Zee van Maastricht, is elders
in een zerk gebeiteld. Ginds leest men „Hij is
opgenomen in de heerlijkheid bij Jezus, zijn
Heiland", de moedertaal wijst de rustplaats
van een jongen Fries: „Rêstplad fen us
Heave man, soan en broer". Vele inschriften
getuigen daarbij van het offer in den strijd
voor het vaderland.
Er zijn ook graven tusschen, sober gebleven
sta den dag, dat zij werden gedolven. Er zijn ook
Braven, waar het opschrift de laatste rustplaats
Vermeldt van een onbekenden soldaat. Er slui
meren vele onbekende soldaten hier op den
prebbeberg, toch is er een hand, die ook naam-
teoze graven van bloemen voorziet.
Sober en uniform zijn ook de vele Duitsche
®°ldatengravén met kruisen van ruw hout op
"erketakken. De graven der S.S., die aan den
grebbeberg tal van gesneuvelden telde, zijn her
kenbaar aan de houten runenteekens, eender ge-
Want, als vormen zij nog in den dood een strak
Selid van wijdbeens geposte wachten. De op
schriften dragen de eendere vermelding: „Seine
®hre hiesz Treue".
Ook de Duitsche doodengelederen tellen vele
®hbekenden, soms nog een nummer, dat van de
®rkennungsmarke, het identiteitsplaatje van den
GesneuveldeIn het algemeen leest men er slechts
namen, één enkele maal een geboorteplaats:
(Foto Pax-Holland)
in Godesberg am Rhein werd een jongen ge
boren, niet ver van dienzelfden Rijn vind hij
stroomafwaarts zijn soldatengraf. Er is ook
een gemeenschappelijke rustplaats van 13 Duit
sche soldaten, 13 kameraden, die met hetzelfde
vliegtuig omkwamen. Deertien kruisen staan
op een rij, de namen zijn wij vergeten, maar de
geboortedata getuigen van een generatie: 1914,
1915, 1917.
De herfstwind waait door de boomen van
den Grebbeberg in de hooge gewelven der
kruinen klinkt zijn stem als een ononderbro
ken doodenzang. Over de graven beneden
rutselen de blaren, een bloemkelk beeft, een
lint wappert en ergens flakkert de branden
de kaars. Nederlandsche en Duitsche soldaten
rusten er bijeen, bekende en onbekende.
Dierbare en eerbiedige herinnering, hier en
ginds, aan hen allen, spreidt zich als een
groote, teere wade over de graven. Zij heb
ben hun offer gebracht en hun onsterfelijke
eer is hun trouw aan het vaderland tot den
dood.
Vergeten worden zp nooit, hier niet en ginds
niet, deze dooden. De schoonste verbondenheid,
die over het graf reikt, manifesteert zich op
Allerzielendag heel in het bijzonder. Op de laat
ste rustplaats van dien Haaksberger jongen, waar
de kaars brandt, ligt ook een versche bos bloe
men, waaraan kleine witte strooken zijn gehecht.
Daarop heeft de Vrouwelijke Jeugdbeweging
voor Katholieke Actie van Haaksbergen de H.H.
Missen en H.H. Communies vermeld, opgedra
gen voor zijn zielerust: „Wij vergeten niet".
GENèVE, 2 Nov. (D. N. B.). Uit Toulouse
wordt gemeld, dat de politie een grootsch op
gezette razzia heeft uitgevoerd, waarbij onge
veer 6000 personen op straat, in auto's en
winkels werden gecontroleerd. 30 Personen
werden, aangezien zij zich niet voldoende Kon
den legitimeeren, naar het commissariaat van
politie gebracht. 28 vreemdelingen werden naar
een concentratiekamp overgebracht. 15 Vreem
delingen werden uitgenoodigd naar hun vader
land terug te keeren.
In aansluiting op hetgeen reeds met betrek
king tot de distributie van eieren is gepubli
ceerd, wordt medegedeeld, dat gedurende het
tijdvak van 4 tot en met 10 November a.s. de
met „65" genummerde bon van het algemeen
distributiebonboekje recht geeft op het koopen
van één ei. De bonnen, welke 10 November a.s.
nog niet gebruikt zijn, blijven voorts nog tot en
met 17 November a.s. geldig.
Een heel leelijke jongen
uit Alkmaar
Was verliefd, maar hij
zuchtte: „Beval 'k haar?"
Hij kreeg plots een idee,
Een flesch TIP nam hij mee.
En toen riep ze spontaan
„Nou. dan zal 'k maar!"
Inz. W v d, W, te Caatri-
eum ontving een flesch TIP
ROME, 2 Nov. (D.N.B.) Terwijl de
Italiaansche opmarsch in Griekenland over
een breed front steeds zwaarder druk begint
uit te oefenen op de Grieksche stellingen en
aan den anderen kant de Grieksche ravitail
leering van het front reeds, volgens verkla
ringen van gevangenen, op bedenkelijke
wijze faalt, wordt volgens berichten uit
Sofia in de Romeinsche dagbladen, ook de
stemming in het land om politieke en sociale
redenen zienderoogen minder.
Het uitblijven van iedere Engelsche hulp en
de van officieele zijde begonnen voorbereiding
van de openbare meêning op de bekende „stra
tegische terugtochten" wekken niet alleen in de
Grieksche hoofdstad, maar ook in de Griek
sche provincies de sterkste ongerustheid en doen
een terneergeslagen stemming komen in de
plaats van den eersten roes van geestdrift. In
de grensprovincies begroet de bevolking de
Italianen als bevrijders. De Grieksche propa
ganda wil den succesvollen Italiaanschen op
marsch, waarbij thans tegen de 100 plaatsjes
met in totaal omstreeks 400.000 inwoners be
zet zijn, uitsluitend wijten aan deze houding der
grensprovincies. Daarmede geeft Griekenland,
naar men te Rome verklaart, toe, dat deze pro
vincies in het geheel niet tot Griekenland wil
len béhooren.
Uit Athene meldt het D.N.B.( dat in de
nabijheid van het eiland Leukos Engelsche oor
logsschepen zouden zijn gezien. In Grieksche
havens zijn echter, voorzoover in Athene be
kend is, nog geen Britsche oorlogsschepen aan
gekomen. In Phaleron is Vrijdagmiddag weer
een Britsch militair vliegtuig gedaald.
Italiaansche vliegtuigen hebben Vrijdag,
BERLIJN, 2 NOV. (D.N.B.) Het opper
commando der weermacht deelt mede:
Het luchtwapen zette zijn vergeldings-
aan vallen op Londen voort. In den vroegen
morgen en in den avond vielen afzonder
lijke gevechtsvliegtuigen wederom Britsche
vlieghavens aan. Daarbij ontstonden bran
den in hangars en opslagplaatsen voor
brandstof en werden op den grond ver
schillende vliegtuigen vernield. Verdere aan
vallen werden gedaan op havenwerken en
fabrieken in het Zuiden van Engeland,
waarbij men er in de eerste plaats in Ports
mouth in slaagde een electrische centrale
zwaar te treffen.
Duikbommenwerpers ondernamen in den loop
van den dag aanvallen op drie convooien voor
de Engelsche Zuidoostkust. Hierbij werden der
tien schepen van in totaal 47.000 ton tot sin-
ken gebracht. Nog eenige andere schepen wer
den beschadigd. Nabij Great Yarmouth bracht
de bemanning van een Heinkel 111 bij een moe
digen aanval van geringe hoogte een torpedo-
bootjager en drie vrachtschepen van een sterk
beveiligd convooi tot zinken.
Voor Dover nam het verdragend geschut van
het leger en de marine een vijandelijk convooi
onder doeltreffend vuur en joeg het uiteen,
waarbij voltreffers werden opgemerkt. De sche
pen vluchtten in de ^aven van Dover, waar zij
verder werden beschoten.
Vijandelijke kustbatterijen beantwoordden
met enkele schoten het vuur van onze kust-
versterkingen, die echter hun doel misten. Van
onze zijde werd geschoten totdat de tegenstan
der zweeg.
scheidene luchtgevechten, die voor ons met
succes verliepen.
De vergeldingsvluchten naar Londen namen
gedurende den nacht wederom een grooteren
omvang aan. Hier en in de industrie-installa
ties van Birmingham en Coventry en in de
haven van Liverpool ontstonden tal van nieuwe
branden. Hevige aanvallen richtte zich ook te
gen een aantal Schotsche industrie- en haven
steden.
Voor de Britsche havens werden opnieuw
mijnen gelegd.
Bij hun vluchten naar Nederland en het
Duitsche gebied hebben Britsche vliegers
weer als gewoonlijk in de eerste plaats niet-
militaire doelen aangevallen, in Amsterdam
werd een hospitaal getroffen, waarbij ne
gentien soldaten werden gedood en twintig
ernstig gewond. Elders werden zeven Neder
landers gedood.
Bij de poging de Duitsche hoofdstad aan te
vallen werden de meeste vijandelijke vliegtui
gen door den sterken luchtafweer naar het
Noorden en het Zuiden verdreven. Afzonderlijke
vliegtuigen, die er in slaagden op groote hoogte
boven de stad te komen, wierpen brisant- en
brandbommen op woonhuizen en villawijken,
waarbij verschillende huizen werden beschadigd
en een zagerij in brand geraakte.
Op het Virchow-ziekenhuis vielen opnieuw
brandbommen. Door het daadkrachtig optreden
van de veiligheids- en hulpdiensten en van de
civiele luchtverdediging slaagde men er in ont
stane branden snel te blusschen. Er zijn ver
schillende dooden en gewonden te betreuren.
De tegenstander verloor gisteren bij luchtge
vechten tien vliegtuigen; twee Duitsche toestel
len worden vermist. Majoor Galland schoot zijn
vijftigsten tegenstander neer.
Het D.N.B. meldt verder, dat majoor Gal
land, die gisteren zijn vijftigsten tegenstander
in dezen oorlog neergeschoten heeft, door den
Führer en opperbevelhebber van de Duitsche
weermacht tot luitenant-kolonel is benoemd.
naar Reuter uit Athene meldt, aanvallen
ondernomen in de streek van Athene, Sa-
loniki, Korfoe en Larissa. Athene zelf werd
niet gebombardeerd. De Italiaansche toe
stellen kwamen uit de richting van den
Dodekanesos en wierpen bommen in de om
geving van Phaleron en van de Baai van St.
George, ten Oosten van Intraeus. Het bom-
bardeament op Korfoe en Saloniki was
zwaar. In de laatste plaats braken 20 bran
den uit. Larissa, een belangrijk verkeers-
centrum, werd om 12 uur door 9 Italiaansche
vliegtuigen gebombardeerd. Zij wierpou 32
bommen neer. De Italianen hebben ook ge
tracht een belangrijke brug in den weg van
Metzovo naar Kalambaka in de lucht te
laten vliegen.
Volgens een bericht van United Press uit
Athene maakt het Grieksche ministerie van
Openbare Veiligheid bekend, dat ten gevolge
van 24 Italiaansche luchtaanvallen, Vrijdag on
dernomen, in Griekenland in totaal 92 personen
gedood en 149 gewond werden.
De Atheensche correspondent van het Joego
slavische blad „Politika" meldt, dat Vrijdagmor
gen ook te Athene luchtalarm is gemaakt. Men
hoorde het afweergeschut doch er werd geen
Italiaansch vliegtuig waargenomen. Te Saloniki
is Vrijdag zesmaal luchtalarm gegeven.
Geruchten, die in omloop zijn gebracht, vol
gens welke er een mogelijkheid zou bestaan van
een oplossing van het ItaliaanschGrieksche
conflict door middel van onderhandelingen,
worden duidelijk tegengesproken in Romeinsche
gezaghebbende kringen. Men verklaart integen
deel, dat Italië geen enkel voornemen heeft om
besprekingen te openen met het oog op vrede.
De oorlogsmachine is in werking gesteld en kan
niet worden stopgezet, zoolang zij niet het con
flict radicaal heeft opgelost.
De steeds weer opduikende berichten over
het uitbreken van opstanden in Albanië worden
van bevoegde Italiaansche zijde nogmaals cata-
gorisch gedementeerd. Tegelijkertijd wordt er
opnieuw de nadruk op gelegd, dat het geheele
Albaneesche volk met Italië optrekt om het
oeroude conflict tusschen Griekenland en Al
banië, dat sedert 1912 stelselmatig bij iedere
gelegenheid door Engeland met een anti-Ita-
liaansch tendentie, verscherpt werd, uit de we
reld te helpen en de Albaneesche minderheid,
die onder Grieksch juk leeft, te bevrijden.
Het Italiaansche opperbevel publiceert weer-
machtbericht nr. 148. Het luidt als volgt:
In Griekenland gaan de acties van onze
troepen voort in het dal van de Kalamas
in de richting van Janina en op de hoogten
van den Pindus.
Onze luchtmacht heeft gisteren overdag
het militaire arsenaal in Salamis gebom
bardeerd en schepen, die in deze haven voor
anker lagen, alsmede militaire doelen op
Korfoe, waarbij zware ontploffingen en
branden werden veroorzaakt. Verder werden
gebombardeerd: troepenbarakken in Ski-
pero, met aanzienlijke resultaten, het
station van Larissa, waar een trein werd
getroffen, het kanaal van Korinthe, de
spoorweg KorintheAthene, die op ver
scheidene plaatsen verbroken werd, en Sa
loniki in twee opeenvolgende golven.
Tijdens een gevecht met vijandelijke jagers
werd waarschijnlijk een vliegtuig neergeschoten.
Al onze toestellen keerden terug.
In het midden van de Middellandsche Zee
hebben twee zeeverkenningstoestellen een ge
vecht geleverd tegen drie vijandelijke jagers,
waarvan er twee werden neergeschoten. Een
van onze toestellen keerde niet terug. Onze ja
gers schoten een viermotorig Engelsch toestel,
van het Sunderland-type, brandend neer. Een
tweede Sunderland werd ernstig getroffen in
de omgeving van Malta.
In Oost-Afrika hebben vijandelijke pa
trouilles, met steun van pantserauto's, een
aanval gedaan op een van onze grensposten
in de zone van Tessenei, zij werden bij
onze onmiddellijke reactie teruggeslagen.
Een van onze colonnes heeft, met overwin
ning van den vijandelijken tegenstand, de
hoogten en bergen van Sciusceib bij Kas-
sala bezet, die de Soedaneesche vlakte be-
heerschen.
Tijdens een aanval van onze luchtmacht op
het vliegveld Roseires werden twee Engelsche
jachtvliegtuigen van het Gloster-type neer
geschoten. De vijand bombardeerde uit de lucht
eenige plaatsjes langs den spoorweg Adele
Aiscia, waar zeer lichte schade werd veroor
zaakt.
In de Egeïsche Zee bombardeerden onze lucht-
formaties met duidelijke resultaten troepen, die
bezig waren op Kreta aan land te gaan. Zij
richtten hun mitrailleurvuur op deze troepen.
Eenige stoomschepen werden ook getroffen
en havenwerken werden beschadigd al
onze vliegtuigen keerden terug.
De trouw en de liefde der Kerk reiken tot
over het graf. Zij heeft den scheidsmuur afge
broken tusschen eeuwigheid en tijd, tusschen
het hier en hiernamaals. Zooals Christus' harte-
bloed door Zijn heilig lichaam stroomt naar alle
ledematen, zoo gaat er ook een stroom van
liefde door de Kerk, het Mystieke Lichaam van
Christus, waardoor de ledematen der Kerk hier
op aarde worden verbonden met de lijdende
Kerk in het Vagevuur en de zegepralende Kerk
in den Hemel.
In den harden nood van een tijd, waarin men
zoo licht het vreugdevol vertrouwen en de blij-
makende hoop verliest, hebben wij er behoefte
aan ons te bezinnen op de meer geestelijke
waarden. November met zijn feesten van Aller
heiligen en Allerzielen is er om ons te herin
neren aan het troostrijke geloofsartikel van de
Gemeenschap der Heiligen.
Waar alle menschelijke pogingen om tot een
meer gelukkige en betere wereld te komen, er
niet in geslaagd zijn om de eensgezindheid der
volkeren en den broederzin onder de zonen van
één volk te brengen, noch om ons voor 't kwaad
van den oorlog te vrijwaren, daar wijst ons dit
geloofsartikel op dat machtige leger van voor
sprekers in den Hemel bij Hem, die de wereld
houdt in de palm van Zijn hand; daar herin
nert het ons temidden van het rumoer en de on
rust van een chaotischen tijd aan de stilten en
vrede der eeuwigheid.
Behalve dat het geloof in de Gemeenschap
der Heiligen ons herinnert aan de voorspraak
der heiligen, herinnert het ons ook aan onze
plichten tegenover de dooden. „Het is juist en
passend de broeders te gedenken." (1 Mac. 12.
11) Den dooden onze liefde niet te weigeren is
een goddelijk gebod en een plicht van edele
menschelijkheid. Maar de herinnering der men
schen is kort en de gebeurtenissen van iederen
nieuwen dag doen ons onzen plicht van dank
baarheid vergeten.
De Kerk echter is een zorgzame moeder en
zij, die in de armen der Moederkerk zijn gestor
ven, worden ook door het hart der moeden niet
vergeten. En daarom richt zij op den dag van
Allerzielen onze gedachten op den liefdeplicht,
dien wij hebben tegenover onze afgestorvenen,
onze dierbaren, maar vooral ook op den plicht,
dien wij als volk juist in deze dagen hebben,
tegenover de slachtoffers van den oorlog.
Met vele anderen hebben ook wij misschien
gestaan voor de graven op den Grebbeberg en
daar met ontroering gestaard naar een stukge
schoten rozenkrans op een graf, symbool van
het geloof van een, die zijn leven gaf voor ons.
AI mogen wij hen, die daar liggen, geen marte
laren noemen, toch weten wij, dat zij de uiterste
consequentie van het gebod der naastenliefde
hebben aanvaard: „Grooter liefde geen
mensch heeft dan wie zijn leven
geeft voor zijnvriende n."
Daarom hebben zö recht op ons gebed, recht
op een blijvend gedenkteeken in de ziel van ons
volk. Zij hebben er recht op dat wij om hun
nentwille de levenden helpen, dat hun nabe
staanden voldoende verzorgd achterblijven. Dat
is geen aalmoes, maar een eereschuld voor ons
volk.
Willen wij hun een trassend gedenkteeken
bouwen, dat wij dit dan doen door er blijk van
te geven op hoe hoogen prijs wij hun offer
liefde schatten en daarom aan hun kameraden,
aan de oorlogsverminkten, die met hen in een
zelfde offerbereidheid het gelijke gevaar deel
den, de mogelijkheid schenken, de hun toeko
mende plaats in de maatschappij weder in te
nemen.
Zij zijn voor het vaderland gestorven: dat
hun kameraden thans voor het vaderland mo
gen leven.
In het Epistel van dezen Zondag schrijft
St. Paulus: „Blijft niemand iets schul
dig, tenzij wederkeerige liefde." Ook
als wij aan dezen plicht tegenover de gesneu
velden hebben voldaan, dan nog blijven wij hun
dankbaarheid en liefde schuldig.
Het voorbeeld van gemeenschapszin, dat zij
gaven in hun strijd en in hun dood, moet ook
in ons een geest van sociale liefde en verzoe
ning wakker roepen.
Aan hun nagedachtenis zijn wij verschuldigd,
de onderlinge liefde en eensgezindheid te be
waren. Immers zij stierven niet omdat zij ver
langden naar den oorlog, maar ter verdediging
van het hooge goed van den vrede. Dat wij onze
gesneuvelden navolgen door te trachten den
vrede te winnen.
Toen hun levenszon onderging, is ook de zon
van ons volk ondergegaan. Doch zooals hun
dood geen einde was, maar een begin, een heen
gaan naar het Vaderland, zoo is ook de avond,
die kwam over dit land, slechts een wachten op
den komenden dageraad. De tijden mogen ons
somber toeschijnen en soms kan het ons, als den
Apostelen tijdens den storm op het meer,
toeschijnen, dat de Meester slaapt, dat
Hij doof blijft voor onze zorgen en nooden. Dat
dan onze hartekreet zij het „De profundis" van
Graduale en Offertorium: „Uit de diepten
roep ik tot U, o Heer!"
Ook nu staat de gestalte van den Christus in
den storm en het onweer der tijden. Maar als
Hij Zijn hand opheft, zullen de wateren stil
vallen. „En er ontstond een groote
ka imte."
Dit moge ons vervullen met een groot en on
wrikbaar vertrouwen op Zijn liefde en almacht,
met een vasten wil óm alle moeilijkheden moe
dig te overwinnen. Zooals het Requiem voor de
afgestorvenen in het Vagevuur ons voert tot het
Alleluja der Zaligen in den Hemel, zoo zullen
ook wij, strijders hier op aarde, door de ver
nedering moeten komen tot de verheffing
Door de Gemeenschap der Heiligen vereenigd
met Christus' Mystieke Lichaam kunnen wij dan
ook vertrouwvol de Oratie van dezen Zondag
herhalen: „God, die weet, dat wij, in zoo
groote gevaren levend, in onze
menschel ij ke zwakheid geen stand
kunnen houden, geef ons heilzame kracht
naar ziel en lichaam, opdat wij, hetgeen wij
om onze zonden moeten lijden, door
Uw hulp mogen overwinnen."
Zaterdagnacht zijn weer Engelche bom
aanvallen op de hoofdstad gericht. Het Wil
helmina-gasthuis was een der voornaamste
doelen. Hier en in de omliggende straten vonden
24 personen den dood, 28 werdén zwaar en 38
licht gewond. Ook overige deelen van het land
hebben zware aanvallen te verduren gehad,
waarbij zeven personen om het leven kwamen,
8 zwaar en 30 minder ernstig gewond werden.
Buiten Amsterdam werden tien woningen ver
nield. Ook het Gasthuis werd zwaar beschadigd.
STOCKHOLM, 2 Nov. (D. N. B.) Naar het
Zweedsche telegraafagentschap meldt, heeft de
geweldige storm, die Vrijdag heeft gewoed,
groote verwoestingen aangericht in de bosscnen
in Noordwest-Skonen. Een groot aantal boomen
werd ontworteld.
De landwegen zijn op sommige plaatsen ge
heel geblokkeerd door omgevallen boomen en
een deel der electriciteiisieiding is vernield. Op
Hallands en Vaedero is een windsterkte van
24 meter pier seconde gemeten. Met uitzonde
ring van slechts enkele schepen is de scheep
vaart den geheelen dag stopgezet. Als curiosi
teit wordt bij dezen storm nog opgemerkt, dat
in Billesholm de storm het dak van een Bios
coop heeft weggeblazen. Het dak is 20 meter
van het gebouw verwijderd op den grond neer
gekomen. Het had een oppervlakte van 3W)
vierkante meter.
ROME, 2 Nov. (Stefani). In het commu
niqué van het Italiaansch ministerie van Lucht
vaart wordt bekend gemaakt, dat graaf Ga-
leazzo Ciano bevorderd is tot luitenant-kolonel
bij het luchtwapen.
ERGENS IN ITALIë, 2 Nov. (Stefani).
De belangrijkste Italiaansche luchtactie se
dert het begin van den oorlog is Zaterdag
in het begin van den middag tegen Malta
uitgevoerd, zoo meldt een speciale verslag
gever van het agentschap Stefani aan het
lochtfront.
-mstreeks 100 jagers en bommenwerpers
met bommen van zeer groot kaliber en
brandbommen namen aan dezen groot-
scheepschen aanval op de installaties van
het vliegveld van Micabba en de viootbasis
van Malta deel.
Verwoestingen, brand- en zware schade ia
aangericht en geconstateerd bjj de luchthaven
van Micabba, waar de Engelschen sedert eenj-
gen tijd de verwoestingen trachtten te herstel
len, die door vroegere bombardementen teweeg
gebracht waren, alsmede bij de haveninstalla
ties.
Een patrouille jachtvliegtuigen, die de hoofd
macht van de formatie voorafgegaan was, le
verde strijd met twee patrouilles vijandelijke
jagers, waarvan er een brandend en een ander
waarschijnlijk neergeschoten werd.
De bijzondere correspondent van Stefani
geeft verder nog bijzonderheden over de ge
vechten, die zich afgespeeld hebben tusschen
Italiaansche jagers en Sunderland-pantser-
vliegtuigen, wier taak het is jacht te maken
op de Italiaansche duikbooten. Gisteren Za.een
twee van onze jagers, die buiten onze kusten
aan de Middellandsche Zee vlogen, een van
deze watervliegtuigen en deden er een duik
vlucht op, waarop zij het mitrailleurvuur open
den. De vijand antwoordde met al zijn wapens
en een verbitterd gevecht ontspon zich. Een
licht rookspoor vormde het eerste teeken dat
de Sunderland was getroffen, vervolgens gaf
een geweldige rookpluim het sein, dat het toe
stel verloren was. Brandend stortte net ;n
zee. Hulpvliegtuigen, die terstond door de
Italiaansche vliegers waren uitgezonden, von
den geen enkelen inattenden van het Engejscne
toestel meer aan de oppervlakte
Vervolgens vielen onze jagers in dezelfde
zone een tweede Sinderland aan. Deze was
wellicht uitgezonden om de eerste op te sporen.
Een nieuw gevecht ontstond en de Sunderland
slaagde erin te vluchten, doch niet zonder m
een der motoren te zijn getroffen. Het verlies
van de eerste Sunderland is ernstig voor de
luchtbasis van Malta, aangezien de talrijke be
manning moeilijk te vervangen is.