Deskundigen ontwerpen stedekemen
Inkwartiering van
arbeiders
.r
eheimzinnige
J v.
DE KAASDISTRIBUTIE
DONDERDAG 7 NOVEMBER 1940
Rotterdam eischt bijzondere
aandacht
"Y.
Herbouw begonnen
Financieele regeling
Groote brand te Rosmalen
Negentien personen dakloos
HARMONISCHE OPBOUW
VAN MIDDELBURG
N.S.N.A.P.-leden bij de N.S.B.
Gemeenschapsschade
«oor A. Hruschka
Nadruk verboden
Arbeidsbemiddeling naar
Duitschland
Proef op de Veluwe uitstekend
geslaagd
RIJKSVERZEKERINGSBANK
De voorzitterswisseling
OPSPORING VERZOCHT
MUSEUM BOIJMANS
Jaarverslag 1939
PROV. FRIESCHE BOND
HET WIT-GELE KRUIS
G. W. Kampschoër ridder
in de Gregoriusorde
Predikanten voor Neder
landers in Duitschland
Langere geldigheid der
bons bepleit
Ir. B. J. M. Reuser t
UIT DE STAATSCOURANT
Ontslag uit militairen dienst
Onderwijs
Staatsloterij
P.T.T.
Rijksverzekeringsbank
(Van onzen Haagschen redacteur)
Het ontwerpen van nieuwe plannen voor
die plaatsen in ons land, welke groote
schade hadden geleden, was een werk, dat
niet alleen veel kunde en inzicht vorderde,
maar ook veel overleg en dus veel tijd.
Onze stedekemen in het algemeen waren
verouderd en aesthetisch zeer ongelukkig.
Daaraan kon nu prachtig verbetering wor
den gebracht.
De eerste zorgen werden dus besteed aan de
stedebouwkundige vragen, waartoe de mede
werking van de beste deskundigen in ons land
Werd ingeroepen.
v
De algemeen-gemachtigde voor den herbouw,
Ir. Ringers, omringde zich door de lieeren
Bakker-Schut uit Den Haag, den directeur van
Stadsuitbreiding en Volkshuisvesting, ir. Schaf
eer, den directeur van Publieke Werken te
Amsterdam en jhr. de Jonge van Ellemeet, oud
directeur van Bouw- en Woningtoezicht te Rot
terdam. Men moet dit echter goed begrijpen,
Want de gemeentelijke architecten genieten bij
het ontwerpen van hun plannen een zoo groot
diogelijke vrijheid. In die plaatsen waar meer
Architecten werken is een supervisor aange
steld, die voorkomt, dat de heeren langs elkaar
heenwerken.
Men ziet, dat de individueele vrijheid der ont
werpers met zoo groot mogelijke maat is uitge
beten, opdat daardoor de vruchtbaarheid des
te rijker zal zijn. Het nadeel is dat meer over
leg moet worden gepleegd, dat met passen en
beten iets langere tijd gemoeid is, doch de
vindingrijkheid wint daarbij in hooge mate.
Een groote factor, waarmede rekening dient
te worden gehouden, is deze, dat de herbouw
van een bepaalde kern met zich brengt ver
anderingen in alle omliggende wijken. Er zijn
hoeken, die moeten worden afgesneden, die
boeten worden verlegd, pleinen en blokken; die
een nieuw aanzien moeten verwerven. Om een
togisch geheel op te bouwen moet men som
tijds in het geheel ernstig ingrijpen. Als voor
beeld dient Rotterdam. In het verwoeste cen
trum vond men voorheen 25.000 huizen, in net
hie uwe plan- zullen er slechts 10.000 komen.
Doch zij, die dit stadsdeel voorheen bewoonden,
zullen er niet allen kunnen terugkeeren. in an
dere deelen van Rotterdam zal dus voor de
iS.000 woningen moeten worden zorg gedragen,
Hetzelfde geldt vt>or de industrieën, die in het
centrum van Rotterdam waren gevestigd; deze
zullen daar niet terugkeeren,"doch worden on
dergebracht in den Spaanschen polder, waar
reeds op groote schaal onteigeningen zijn ge
daan.
Bij dit alles moet men niet uit het oog ver
liezen, dat ook de Duitsche autoriteiten zich
bijzonder voor den herbouw interesseeren en
dat alle plannen aan hun goedkeuring zijn on
derworpen. In dit verband mogen wij er aan
herinneren, dat wij eenigen tjjd geleden reeds
Schreven, welke grootsche gedachte men aan
Duitsche zijde koesterde omtrent de toekomst
v&n de havenstad Rotterdam.
Wij meenen speciaal te weten, dat zelfs
de allerhoogste Duitsche instanties nog op
dit oogenblik een uitzonderlijke belangstel
ling voor de plannen toonen en dat de uit
werking van den herbouw terdege rekening
moet houden met de reeds langer bestaan
de plannen eener transcontinentale verbin
ding.
Men zou zich ernstig vergissen, indien men
beende, dat alleen met Rotterdam groote
5Pöed werd gemaakt. In de afgeloopen maan
den toch zijn plannen gemaakt voor verschil
lende andere gemeenten, waarvan er enkele
ö°g niet haar beslag hebben gekregen. Het
ziin o.m. Alblasserdam, Amersfoort, Bleskens-
|raaf, Boxtel, Middelburg, Mill en Sjjt. Hubert,
st- Oedenrode, Rhenen en Wageningen, Vee-
hendaal, Wijchen en Zevenbergen.
Den Helder en Vlissingen verkeeren beide in
een bijzondere positie, want ten aanzien van
deze gemeenten zijn de plannen nog in een sta
dium van voorbereiding.
Een probleem, dat met den herbouw nauw
Verwant is en ook uitvoerige overweging noodig
heeft, is de onteigening en het heruitgeven van
Stonden. Dit vindt in hoofdzaak hierin zijn oor
aak, dat niet alle huizen op dezelfde plaats
berden herbouwd, doch er komen ook gevallen
v°or, dat stukken grond buiten het plan moeten
w«den onteigend in het belang van den wo-
dihgbouw. Onteigening is reeds geschied te Bles-
hensgraaf, Mierlo, St. Oedenrode, gedeeltelijk te
Ehenen, Sas van Gent, Mill en St. Hubert, Roo-
Eehdaal, Nispen en Rotterdam.
Onmiddellijk sluit hierbij aan de herverkave-
Uhg, welke in de meeste gemeenten op het
°°genblik in vollen gang is. In Bleskensgraaf is
ben reeds gereed, in Alblasserdam reeds zeer
Vfir, terwijl in Middelburg nog een begin moet
borden gemaakt. Te Rotterdam werd, vanwege
het zeer ingewikkelde karakter der herverkave-
hhg, een commissie van deskundigen ingesteld,
daarin zitting hebben mannen, die met de plaat-
Seliike toestanden in alle opzichten bekend zijn.
Dm daar tot een redelijke waardebepaling te
*°men, heeft men een kern in het centrum der
stad als uitgangspunt genomen en daarvan de
In ons vorig artikel behandelden
wij in hoofdzaak welle moeilijkhe
den bij de voorbereiding van den
herbouw waren te overwinnen. Nu
laten wij een overzicht volgen van
de groote plannen, die ia de laatste
maanden werden ontworpen.
waarde getaxeerd. Het taxeeren is een zeer
moeilijke en delicate zaak.
Nu al deze voorbereidende maatregelen voor
een gedeelte reeds tot uitvoering zijn gekomen,
kan het eigenlijke werk van den herbouw wor
den aangevat. Tegen het eind van het jaar, zoo
kan men gevoeglijk verwachten, zal de activi
teit zich rijkelijk ontplooien, doch eerst in het
voorjaar, wanneer de bouwnijverheid weer op
volle toeren gaat draaien, zal het werk bijna
overal in zijn vollen omvang worden aangevat.
Vanzelfsprekend kan men deze richtlijnen niet
al te streng doorvoeren. Immers, talrijke gezin
nen waren dakloos geworden en hadden drin
gend hulp noodig.
In Rotterdam bouwde men als noodoplossing
1000 semi-permanente woningen, in Overschie
200, in Vlaardingen 400 en in IJsselmonde 500.
Daarmede nog niet tevreden heeft de Algemeen
Gevolmachtigde besloten zoo spoedig mogelijk te
Rotterdam 8000 woningen té doen bouwen, om
niet in de fout van 1920 te hervallen, toen de
woningnood zoo hoog was gestegen, dat men
aan geen huis kon komen.
De financiën van den herbouw zijn nog maar
zeer gedeeltelijk geregeld: het wachten is nog
op de verordening inzake de schadeloosstelling.
In het algemeen heeft de Nederlandsche over
heid toegezegd schadeloosstelling uit te keeren,
maar zij heeft de grootte nog niet bepaald.
Slechts voor bedragen, die liggen beneden de
10.000, is toegezegd, dat belanghebbenden op 100
procent kunnen rekenen. In verband hiermede
kunnen dan ook reeds bedragen tot 80 procent
worden uitgekeerd. Met zooveel succes werd deze
regeling bekroond, dat Roosendaal, Veenendaal,
Bleskensgraaf en Nispen reeds aan het bouwen
zijn geslagen. Afzonderlijke huizen enz. moet
men hieronder niet rekenen, want daarmede is
reeds lang begonnen.
Met deze bouwactiviteit houdt nauw verband
de materiaal-positie. De grootste zuinigheid
moet worden betracht bij alle bouwnijverheid,
reden, waarom alle bouwwerken aan een ver
gunning van den Algemeen Gevolmachtigde zijn
gebonden. Bovendien moeten talrijke materialen
worden vervangen, reden waarom een research
bureau bij het commissariaat is opgericht.
Woensdagmiddag omstreeks half twee brak
brand uit in een woningencomplex, gelegen in
den Kerkenboek te Rosmalen en bewoond door
drie gezinnen. Zoo spoedig mogelijk was de
brandweer ter plaatse onder persoonlijke lei
ding van den heer Linnenbank. Met twee slan
gen werd het vuur bestreden. De inboedel van
den heer W. Voets ging nagenoeg geheel in de
vlammen op. Die van den daarnaast wonenden
Ch. Voets kon gedeeltelijk worden behouden.
Tijdens het bergingswerk droeg men den bed-
legerigen A. Heymans uit de naastgelegen wo
ning. Door een raam in te slaan gelukte het den
man naar buiten te brengen.
Van de derde woning kon de inboedel bijna
geheel in veiligheid worden gebracht. De bur
gemeester jhr. H. C. P. C. von Heijden, was spoe
dig ter plaatse en nam persoonlijk de leiding
van het blusschingswerk op zich.
Ook de gemeenteveldwacht verleende hierbij
goede hulp. Het geheele complex woningen ging
in de vlammen op. De oorzaak van den brand
is onbekend. Van de bewoners was W. Voets niet
verzekerd, terwijl Ch. Voets en A. Heyman»
slechts laag verzekerd waren. De omliggende
woningen, die alle strooien daken hadden, kon--
den door krachtige bespuiting behouden blijven.
Omstreeks vier uur was men den brand meester.
De gemeenteraad van Middelburg heeft zich
Woensdagmiddag met algemeene stemmen ver-
eenigd met het voorstel van B. en W. om mede
te werken aan de oprichting van de stichting
„Herbouw Middelburg".
Deze oprichting geschiedt in overleg met den
algemeen gemachtigde voor den wederopbouw,
dr. ir. J. A. Ringers. De stichting beoogt een
harmonischen herbouw van de stad. Zij zal
staan onder voorzitterschap van den burgemees
ter.
De persdienst van de N. S. B. meldt:
In tegenspraak met een andersluidend bericht
kan officieel worden gemeld, dat de geheele lei
ding van de groep Duitschland der z.g. Kruyt-
partij, bestaande uit de heeren Mullerij, Wou
ters, Vincken en Blokker, zich bij de N. S. B.
heeft aangesloten.
Overeengekomen is, dat de leden der N.S.
N.A.P. (Kruyt) in Duitschland zich eveneens bij
de N. S. B. zullen aansluiten.
De N. S. B. is thans door de autoriteiten in
Duitschland als de eenige nationaal-socialisti-
sche organisatie van Nederlanders erkend.
Ëllllllllll
Toen 't vaderland den tienden Mei s
Zich tot den strijd moest gorden, |j
Is Nederland ach, voor hoe kort! E
Een eenheid weer geworden. s
Al 't leed, dat over Neerland kwam, j|
In die zoo wreede dagen,
Wij hebben het als land, als volk,
Gezamenlijk gedragen.
Het was niet slechts ons eigen leed,
Neen, alles werd plots anders: §1
Het leed, dat ons getroffen heeft,
Trof ons als Nederlanders. §j
Zoo lang het redelijk kon en mocht j§
Bleef die gemeenschap strijden
En daarom mag de enkeling s
Ook niet de schade lijden. |j
Wie schade kreeg aan have en goed §j
Is tóch al te beklagen, §f
Maar de gemeenschap moet geheel ff
Gemeenschapsschade dragen!
En vallen er nóg bommen steeds
Op Nederlandsche doelen,
Dan moeten wij die schade als
Gemeens chaps schade voelen.
Wanneer het offer, dat men vraagt,
Ook nóg zoo zwaar moog' vallen, j§
't Geldt hier een gemeenschapsplicht,
Een plicht, een taak voor allenI j|
HERMAN KRAMER 1
••Wei, als u de noodige vragen stelt, en ik my
^hvoudig als een kennis van u voordoe, krijgt
bet bezoek bij uw kennissen een geheel ander
karakter. 't Lijkt dan geen bemoeiing van de
®°Utie, maar enkel een stap van een bezorgden
Vader."
>.Daar had ik niet aan gedacht, maar ik vind
zeer goed."
»'t Verwondert mij, om u de waarheid te zeg-
®eh, 'n beetje, mijnheer von Marchstatten, dat
b mee wilt gaan; want u gelooft immers niet,
®at uw dochter 's nachts by de familie Alwin-
8eb is geweest?"
De majoor zweeg.
Maar Silas ging voort:
»'t Is misschien beter, u alles ronduit te zeg
den. Wat u mij verteld hebt over de nachtelijke
jbitmoeting van uw dochter met een kennis van
J?' 'Ükt me van zeer hoog belang en ik ben reeds
r.u overtuigd, dat er toen evenmin een vergis-
in 't spel was als...» dezen nacht. Mijn
De wnd. directeur-generaal van het Rijks
arbeidsbureau heeft aan de directeuren van de
Districts-arbeidsbeurzen het volgende schrijven
gericht:
„Van de zijde der Duitsche gezagsdragers
wordt mijn aandacht er bij herhaling op ge
vestigd, dat nog voor zeer veel Nederlandsche
arbeiders in Duitschland werkgelegenheid be
staat.
Weliswaar heeft reeds 'n groot aantal Neder
landsche arbeiders in Duitschland werk aan
vaard, doch de werkloosheid hier te lande, waar-
by ik het oog heb zoowel op de geregistreerde
als op de niet geregistreerde werkloosheid,
heeft toch nog steeds een. zoo grooten omvang,,
dat ik het niet verantwoord acht eenige poging
na te laten, om degenen die daarvoor in aan
merking komen niet met klem en grooten aan
drang op de werkgelegenheid in Duitschland te
wijzen. Zoolang in Duitschland nog vraag naar
Nederlandsche arbeiders is dient met iederen
daarvoor geschikten arbeider de werkgelegenheid
in Duitschland te worden besproken.
Het is de taak van de organen der arbeids
bemiddeling de schakel te vormen tussehen deze
werkgelegenheid en de arbeiders. Deze toch
moet in positieven zin worden opgevat. De ar
beidsbemiddelaar is niet de passieve wachtende
ambtenaar, die vanzelf kennis krijgt van de
werkgelegenheid en bij wién de werkzoekenden
komen om zich voor die werkgelegenheid aan te
bieden doch hij is, althans moet zijn, de actieve
werker, die aan de arbeiders het werk aanbiedt,
die de arbeiders oproept en aanspoort die le-
ten uiterst nauwkeurig zijn, daar u verklaart,
den persoon van den moordenaar niet te ken
nen, zoodat ik elders naar hem moet zoeken.
U hebt gezegd, dat u in den laatsten tijd geen
omgang met de familie hebt gehad...."
„En dat is zoo! Iedereen hier in huis kan
het u bevestigen."
„Ik twijfel niet aan uw woorden, mijnheer
von Marchstatten. Maar als uw dochter buiten
uw weten naar de villa Lotos ging, zou de
mogelijkheid bestaan, dat zij daar den moorde
naar, die een zoo verderfelijkeh invloed op haar
verkreeg, heeft leeren kennen en hem daar nog
ontmoet;"
„Als! Dat „als" beschouw ik voorloopig als
onmogelijk. Juist daarom, wil ik u vergezellen,
teneinde mij volkomen zekerheid te verschaf
fen."
„U twijfelt dus reeds?"
De majoor maakte een beweging van on
geduld.
„Neen," antwoordde hij stug. „Neen, ik twij
fel niet aan de waarheidsliefde van mijn dochter
en daarom geloof ik nog altijd, dat er een per
soonsverwisseling in het spel is. Maar ik ben een
oud soldaat, «Jje nooit kromme wegen heeft ge
volgd. En ik ontken niet, dat de hardnekkigheid,
waarmede gy uw conclusies handhaaft, in
weerwil van alles, wat ik gezegd heb indruk
op my maakt. Ik voel mij ongerust, en die
ongerustheid zal geen einde nemen, vóórdat de
Alwingens mij beslist hebben verklaard, dat
mijn dochter in den laatsten tijd geen voet-in
de villa Lotos heeft gezet. U ziet, dat ik van myn
venshouding aan te nemen, die voor hen, doch
tevens voor het algemeen welzijn het meeste
profijt afwerpt. Dat dit profijt het beste ver
kregen wordt door het verrichten van normalen
beroepsarbeid spreekt voor zichzelf. In het bij
zonder zijn het de organen der openbare arbeids
bemiddeling die hierby een belangrijke taak te
vervullen hebben. Ik acht het daarom noodza-
keiyk, dat de leiders der organen der arbeids
beurzen hun volle medewerking verleenen aan
de bevordering van de arbeidsbemiddeling naar
Duitschland en hiertoe meer nog dan tot nu toe
het geval was de werkloozeh oproepen en door
met hen te spreken hen er toe te bewegen deze
arbeidsmogelijkheid aan te pakken.
Er zijn zoo talrijke voordeelen voor de arbei
ders in het aanvaarden van werk in Duitsch
land te noemen, dat naar mijn meening de be
reidheid om dit werk te aanvaarden zal biyken
als maar met de werkloozen gesproken wordt.
Ik ben er vanzelfsprekend mede bekend, dat zeer
velen onder u al veel arbeid in dit opzicht heb
ben verricht en ook goede resultaten hebben be
reikt, doch er moet nog meer gedaan worden.
Wanneer zulks bij de bestaande personeelsbezet
ting of de beschikbare lokaliteiten niet mogelijk
wordt geacht ben ik. gaarne bereid de noodige
medewerking tot uitbreiding te verleenen. Voor
al in de gemeenten met een nog groote werk
loosheid ik heb hier wel bijzonder het oog
op de groote gemeenten in Noord- en Zuid-Hol
land zal deze vraag ernstiger dan voorheen
onder het oog moeten worden gezien.
Gaarne zal ik de desbetreffende voorstellen
tegemoet zien, terwijl ik er op reken, met uw
aller krachtige medewerking de plaatsingscüfers
in Duitschland binnen zeer korten tyd aanmer
kelijk te zien sty gen".
„Goed, dan zullen wij morgenavond samen
erheen rijden. Ik zal u afhalen, mynheer von
Marchstatten."
„Waarom pas s avonds?"
„Iets in mijn binnenste zegt my, dat het de
beste tijd is om ons plan uit te voeren. Ook
hebbén we dan de meeste kans, de menschen
thuis te treffen. Uit hoeveel leden bestaat het
gezin?"
„Uit slechts drie: oe ouders en een dochter.
Otto Alwingen is een gepensionneerd officier.
Zij verkeeren in goeden doen en de dochter,
Justa, was vroeger zeer' bevriend met Lydia.
Maar de Alwingens zijn te geëxalteerd voor
mij, en niet heel kieskeurig wat hun omgang
betreft. Wij hebben het dan ook oeter gevonden,
hen links te laten liggen."
„Goed't Blijft dus afgesproken, dat ik u
morgenavond kom halen. Tegen zes uur als 't
u schikt."
„Best. Ik zal klaar staan."
Den avond van dienzelfden dag nam von
Marchstatten zijn dochter ter zijde en vroeg
haar onder vier oogen of zy 's nachts te voren
misschien was uitgegaan en naar haar villa was
geweest. Hij drukte haar op het hart goed na
te denken en de volle waarheid te zeggen.
Maar Lydia schudde verwonderd het hoofd.
Hoe kon papa op zoo'n gedachte komen?! Zij
was natuurlijk niet uitgegaan, maar te bed
gebleven en had geslapen.
„Wilde ik "naar de villa gaan, dan zou ik 't
natuurlijk bij dag doen en in geen geval des
nachts. U weet. toch, heelgoed, papa, hoe bang
Sinds korten tijd is, nu mede door het
tekort aan materiaal de bouw van kampen
moeilijker wordt, door den Rijksdienst voor
de Werkverruiming eefi begin gemaakt met
de huisvesting van tewerkgestelden bij par
ticulieren, schrijft de heer Meyer de Vries
in het orgaan van den Werkloosheidsraad.
Een proef werd genomen met de inkwartie
ring van ongeveer 130 Rotterdammers bij
particulieren in Nunspeet.
Om tot deze huisvesting op behooriyke voor
waarden, ook wat het financieele gedeelte be
treft. te komen, werden door de Inspectie Gel
derland van den Ryksdienst advertentiën ge
plaatst in plaatseiyke en buurtbladen, waarin
kosthuizen werden gevraagd tegen den prüs van
f 1.25 per man en per dag, alles inbegrepen.
Deze prijs is gebaseerd op twaalf achtereenvol
gende pensiondagen omdat deze ingekwartierde
arbeiders, evenals de kamparbeiders om de
veertien dagen van Vrijdagmiddag tot Maan
dagmorgen naar huis gaan.
Bij de aanwijzing van de kosthuizen wordt
door de Inspectie nauw contact gehouden met
het gemeentebestuur, waardoor een betere se
lectie kan worden toegepast bij de keuze der
gezinnen, waar inkwartiering zal plaats vinden.
De hierbedoelde arbeiders reizen evenals
de kamparbeiders per trein naar de plaats
van inkwartiering; zij nemen hun rijwiel mede,
opdat zij zich dageiyks van de verspreid gele
gen kosthuizen naar hun werk kunnen bege
ven
De proef in Nunspeet is in alle opzichten
geslaagd, zoodat deze methode van huis
vesting met kracht wordt uitgebreid.
Thans vindt deze hoofdzakelijk plaats op
de Veluwe en in den Achterhoek van Gelder
land, alsmede op sommige plaatsen in de Be
tuwe en in Noord-Brabant. Het aantal bij par
ticulieren ingekwartierde arbeiders bedraagt
thans ongeveer 1300.
Als bijzonderheid valt Bier nog te vermel
den, dat de gemeentelijke steuncontroleurs bij
deze inkwartiering zijn ingeschakeld, waarbij
zij in zekeren zin administratief de plaats in
nemen van de kokbeheerders der kampen. Zij
zorgen n.l. voor het contact tussehen de inge-
kwartierden en de betrokken uitzendende ge
meenten en de Inspectie van den Rijks
dienst; voor het uitreiken van spoorkaartjes,
enz.; in het algemeen zijn zy dus de admini
stratieve schakel tussehen de arbeiders en de
overheidsinstanties.
Zooals reeds medegedeeld, is met ingang van
1 December aan mr. dr. H. L. van Duyl op
zijn verzoek eervol ontslag verleend als lid en
voorzitter van het bestuur der Rijksverzeke
ringsbank.
Mr. Van Duyl werd den 9den October 1875
te Kampen geboren, hij studeerde aan de
Rijksuniversiteit te Groningen, waar hij in 1899
promoveerde. In 1901 werd hij benoemd tot
adjunct-commies by het departement van
Waterstaat. In 1912 volgde zijn benoeming tot
referendaris bij het departement van Land
bouw, Handel en Nijverheid, in 1915 werd hij
lid van het bestuur der Rijksverzekeringsbank,
waarvan hij od 1 October 1929 voorzitter werd.
Verschillende artikelen van de sociale verzeke
ring verschenen in vaktydschriften van de
hand van mr. dr. Van Duyl.
Tot nieuwen voorzitter van het bestuur is
benoemd mr. H. Bijleveld, oud-minister van
Marine. Mr. H. Bijleveld werd den 31sten Juli
1885 te Amsterdam geboren, waar hy 15 Decem
ber 1908 aan de Vrije Universiteit promoveerde
op het proefschrift „Coöperatie en socialisme".
Tot 1918 was hij advocaat en procureur te Am
sterdam, in April 1919 werd hij benoemd tot
minister van Marine in het eerste ministerie-
Ruys de Beerenbrouck. Toen in 1920 zyn be
grooting werd verworpen, ging de heer Bijleveld
heen. Een maand later volgde zijn benoeming
tot leider van het bureau van beroep in crisis
zaken van het dep. van Landbouw, Nijverheid
en Handel, op 1 Augustus 1922 werd hij voor
zitter van den Octrociraad en directeur van
het bureau van den Industrieelen Eigendom.
Korten tijd was de heer Bijleveld nog lid van
de Twëede Kamer der Staten-Generaal. Op 1
October 1929 werd hij benoemd tot lid van het
bestuur der Rijksverzekeringsbank.
Dinsdagavond te kwart voor zeven werd de
18-jarige D. Combee, terwijl hy naast een bak
fiets liep, op den Burgemeester van Sonweg te
Nieuwer-Amstel aangereden door een auto. In
emstigen toestand werd C. naar een der zie
kenhuizen te Amsterdam vervoerd.
In verband hiermede verzoekt de burgemees
ter van Nieuwer-Amstel opsporing van den be
stuurder van een donkergekleurden vermoede-
ïyk zespersoonsauto, model Chevrolet of Ford
V 8, die in den avond van 5 November 1940 om
kwart voor zeven op den provincialen weg, ko-
van aard ik ben! En sinds het ongeluk ben ik
zelfs bij dag bang in de villa."
Een verlichting voor den majoor! 't Scheen
hem onmogelijk toe, dat zijn dochter zoo bru
taal kon liegen.
Maar daar viel hem nog iets in. Hij vroeg
Lydia, of er tussehen haar kennissen niet een
heer was, die er zóó en zóó uitzag. En hij
beschreef den moordenaar volgens de hem door
Silas Hempel verstrekte gegevens.
Deze vraag maakte een onverwachten indruk
op de jonge weduwe. Zij begon te beven, sperde
wijd de oogen open, werd bleek. Haar gezicht
had plotseling een uitdrukking van schrik en
angst aangenomen. En zij hief werktuiglijk de
handen op, als om een naderend gevaar te
bezweren.
„Neenneenstotterde zij.
De majoor, die van zijn kant hevig ontstelde,
vroeg toen:
„Je kent dus zulk een man, Lydia?"
Zij scheen tot zichzelf te komen en antwoord
de, ditmaal zonder aarzelen:
„Neenneenneen!"
Hij herhaalde zijn vraag, drong aan; maar
Lydia, die nu zeer kalm scheen te zyn, bleef
by haar „neen".
Marchstatten wist niet, wat hij er van den
ken moest; wederom poogde hij tevergeefs de
ongerustheid, die hem beving, te overwinnen.
Een half uur later bracht een bode een pakje
voor den fnajoor. Hij opende het en vond een
boek met den titel: „Het hypnotisme en de
daarmede verband houdende toestanden, be
schouwd van het standpunt der geneeskunde.
mende uit de richting Amstelveen en gaande
in de richting Ouderkerk a.d. Amstel, een op den
weg naast een driewielige bakfiets loopenden
man heeft aangereden, tengevolge waarvan deze
ernstig letsel heeft bekomen.
De bestuurder van den auto is na het ongeval
doorgereden. De auto is venr.oedeiyk aan de
rechtervoorzijde beschadigd.
Verschenen is het verslag van het Museum
Boymans over het jaar 1939, versierd met vijf
tien afbeeldingen naar de belangrijkste aan
winsten.
De directeur, dr. D. Hannema, brengt als be
langrijkste feit in herinnering de oprichting van
de stichting „Museum Boymans", welke op 19
Juli plaats vond. Als eerste groote daad van de
nieuwe stichting moet vermeld worden de ver
werving van de „Emmaüsgangers" van Johannes
Vermeer. Talrijke andere schenkingen zullen
beschreven worden in een door de stichting uit
te geven jaarverslag.
De afdeeling beeldhouwwerken van het mu
seum werd verrijkt met een viertal stukken:
een St. Jan, Vlaamsch werk uit de dertiende
eeuw, een Petrus, Rijnsche school van omstreeks
1400 en twee groepen uit de Haarlemsche en
Utrechtsche school van omstreeks 1500. Bij de
moderne beeldhouwwerken treffen de levens-
groote figuur van Pierre de Wiessant, een der
burgers van Calais, door A. Rodin, de „Pudde-
ler", van Constantin Meunier, en een uil in
brons van John Raedecker.
Voor de afdeeling schilderkunst werden o.a.
verkregen: een meesterwerk van Cornelis Troost
„Het Blindemanspel", verworven met :teun van
de vereeniging Rembrandt, een landschap van
P. G. van Os, twee interieurs van David Bles
en een stilleven van Jan Toorop.
Talryk zijn de aanwinsten op het gebied van
de teekeningen en prenten. Van de teekeningen
vermelden wij werken van Jacob de Gheyn,
Daniël Marot, Jacob de Wit (een aquarel uit
1725, studie voor een plafond in een Rotter-
damsehe woning), Reinier Vinkeles (zelfportret
uit 1765), J. F. Delafosse, Albert Hahn (portret
ten voor de „De Ware Jacob"), Jozef ïsraëls
(een voorstudie voor de „Wetschrijver") en reis-
teekeningen van Theo Goedvriend. Het prenten
kabinet werd vooral uitgebreid door schenkin
gen van dr. J. C. J. Bierens de Haan; daarbij
bevinden zich 1250 gravures van Reinier Vin
keles in elf lederen portefeuilles en plm. drie
honderd etsen, gravures en litho's van oude, en
moderne meesters, waaronder 57 van Felicien
Rops en 76 van Grondhout.
Aan de bibliotheek werden ruim tweehonderd
werken toegevoegd, waarvan de helft door
schenkingen.
Vervolgens worden behandeld de lezingen,
ontvangsten en tentoonstellingen, w.o. de expo
sitie van teekeningen door P. P. Rubens, de
beide Kersttentoonstellingen en de retrospectieve
van A. C. Willink. Tenslotte wordt een overzicht
gegeven van de maatregelen, die bij het uit
breken van den oorlog genomen werden ter
beveiliging van de kunstwerken.
Het Museum Boymans werd in 1939 door 34.404
betalende belangstellenden bezocht.
In een vergadering, waarin de besturen van
vier plaatselijke afdeelingen van het Wit-Gele-
Kruis vertegenwoordigd waren, zijn de statuten
en het huishoudelijk reglement van den ter ver
gadering opgerichten Provincialen Frieschen
Bond van het Wit-Gele-Kruis vastgesteld en
werd besloten daarop de goedkeuring van de
Kerkelijke en burgerlijke Overheid te vragen.
De heeren, die het voorloopig bestuur vorm
den, n.l. A. E. Rohling te Leeuwarden, voorzitter
mr. J. B. J. Heymeijer te Leeuwarden, secre
taris, notaris J. A. Maseland te Sneek, pen
ningmeester en J. Mulder te Wolvega, werden
in het definitief bestuur verkozen, terwijl de
heer O. Popma, secretaris van de afdeeling
Blauwhuis, als vijfde bestuurslid werd benoemd.
De heer G. W. Kampschoar algemeen voorzit
ter van den R. K. Diocesanen Land- en Tuin-
bouwbond in het bisdom Haarlem en vice-voor-
zitter van den K. R. O. is door Paus Pius XH
benoemd tot ridder in de Orde van den H. Gre.
gorius den Grooten.
Naar „De Standaard" mededeelt zijn ds. A.
C. G. den Hertog, Ned. Herv. predikant te Rot
terdam, en ds. J. de Waard, Geref. predikant te
Kampen, door de Chr. Vakverbonden aange
zocht de geestelijke zorg voor de in Duitschland
werkende Nederlandsche arbeiders op zich te
nemen, en hebben zy van hun kerkeraden reeds
verlof ontvangen, om deze opdracht aan te ne
men.
Verwacht wordt, dat de Duitsche autoriteiten
hen spoedig in de gelegenheid zullen stellen
met hun arbeid te beginnen. Naar de mededee-
ling van den waarnemenden secretaris-generaal
van het departement van Sociale Zaken, waren
er buiten de twintigduizend „grensloopers" reeds
50.000 arbeiders sinds Juni van dit jaar in
Duitschland geplaatst, en dit aantal wordt nog
grooter.
Door Dr. Gilles de la Tourette, met een voor
woord van Prof. Charcot. Aan het pakje waren
een paar regels van Silas Hempel toegevoegd.
Dien avond las de majoor, tegen zijn gewoon
te, zeer laat. En toen hij t was over mid
dernacht het licht uitdraaide, scheen zich
voor hem een nieuwe wereld ontsloten te heb
ben, waarvan hij 't bestaan zelfs niet had
vermoed.
Toen Silas Hempel den volgenden avond von
Marchstatten kwam afhalen om met hem naai
de villa Lotos te rijden, vond hy den bejaarden
heer zeer opgewonden. De majoor legde hem een
verfrommeld en weer met zorg gladgestreken
briefje voor.
„Datdat vond ik vandaag bij een grondig
onderzoek van Lydia's kamer, achter in een
kastje. Het papier was verfrommeld en blijk
baar achteloos weggeworpen, 't Is zoozoo
vreemd. Lees zelf
Silas las den met de schryfmachine getikten
inhoud:
„Wilt u weten, wie uw man heeft vermoord,
kom dan naar de villa Lotos van de familie
Alwingen. Men wacht u daar om 9 uur in den
avond. Deze regels en uw bezoek moeten ten
strengste geheim worden gehouden, wilt u zich
niet een teleurstelling bereiden.
Een onbekende vriend."
„Wel, wat zegt u daarvan?" vroeg de majoor,
die tevergeefg ggogde zyn ongerustheid te ver
bergen^
By de invoering der boterdistributie heeft
men de bonnen een zeer langen geldigheidsduur
(acht weken) gegeven. Hiervan heeft men in
den kleinhandel nogal wat bezwaren ondervon
den, daar dit den consumenten gelegenheid gaf
deze bonnen op te sparen en eerst de nog in
voorraad zijnde boter op te gebruiken, hetgeen
vooral in het begin een zeer ongelijkmatigen
verkoop tengevolge had. Men heeft dit euvel
ingezien en den looptijd .bij de tweede distri
butieperiode aanmerkeiyk ingekort.
Bij de kaas heeft men het juist andersom
gedaan en aldus het officieel orgaan van den
Algetneenen Nederlandschen Zuivelbond de
geldigheidsduur van de bonnen te kort geno
men. Het bezwaar van velen tegen den tus-
schentijdschen maatregel van het uitsluitend
kcopen van kaas per pond was. dat men nu
geen heel kaasje meer kon koopen. zooals dit
in de kaasstreken van ons land de gewoonte
was. Bij de distributie op den bon hoopte men
van dit euvel verlost te zijn, omdat men dan
de bonnen zou kunnen opsparen totdat een
heel kaasje gekocht kon worden. De korte gel
digheidsduur der bonnen heeft dat althans
voor de kleine gezinnen onmogelijk gemaakt.
Er is ons geen enkel motief bekend zoo
zegt het blad waarom de looptijd dezer bon
nen zoo kort moet zijn en wij meenen dan
ook dat het geen enkel bezwaar kan ontmoeten,
deze b.v. van twee op vijf weken te brengen.
Zelfs in kleine gezinnen van vier personen
b.v. kan men tenminste met zijn bonnen een
kaasje van twee K G. koopen, hetgeen bij den
verkoop geen enkel bezwaar, maar wel getr.ak
kan opleveren. Vooral bij de levering van kaas
door de fabrieken aan leden en leveranciers zou
dit van belang zyn, daar deze kaas als regel met
de melkrijders wordt medegegeven, hetgeen m
stukken kaas niet wel doenlijk is.
Te Nijmegen is op 63-jarigen leeftijd over
leden ir. B. J. M. Reuser, die langen tyd
leeraar in de wis- en natuurkunde aan de
H.B.S. was en een der oprichters van den Ned.
R.K. Bond voor groote gezinnen.
De begrafenis geschiedt Zaterdag te Nij
megen.
Op het daartoe door hem gedaan verzoek is
eervol ontslag verleend uit den militairen dienst
aan den reserVe-eerste-luitenant F. J A. T. M.
Vos de Wael, van het wapen der artillerie.
Eervol ontslag is verleend uit den militairen
dienst aan de re serve-eerste-luitenants S. Mak-
kinga, W. P. J. Breijer en M. C. F. Beukers,
allen van het wapen der infanterie, aan den
reserve-tweede-luitenant K. B. Huizinga en den
reserve-tweede-luitenant voor speciale diensten
T. H. Huizinga, beiden van het wapen der ar
tillerie, aan den reserve-officier van gezond
heid der eerste klasse dr. A. Hoedemaker en den
reserve-officier van gezondheid der tweede
klasse S. J. de Jongh, beiden van den genees
kundigen dienst der landmacht, alsmede aan
den reserve-paardenarts der tweede klasse
A. J. van Amerongen, van den militairen vete-
rinairen dienst
Aan de Rüks H.B.S. te Enkhuizen zijn weder
tydelijk benoemd tot leeraar: J. J. Hoogbergh,
en tot tyd. leeraar D. Reiding, wonende te
Hoorn, en ir. G. A. Bolkestein, wonende te
Drachten.
Aan de Rijks HB.S. te Zwolle zijn weder ty-
deiyk benoemd tot leeraar: W. J. Tuin, tot
leerares: mej. N. L. van Zanten en tijdeiyk tot
leerares mej. J. S. van Hasselt, wonende te
Zwolle, en tot leeraar M. L. Gouweloos, wonen
de te Rotterdam.
Wederom zijn tyd. benoemd tot leeraar aan
de Rijks HBS. te Tilburg: C. C. Naninck en
tijdelijk tot leeraar 3. L. Dijkhuis, wonende te
Tilburg.
Wederom is tyd. benoemd tot leeraar aan de
Rijks H.B.S. te Sneek: dr. J. P. Otto.
Wederom is tydelijk benoemd tot leeraar aan
de Rüks HBS. te Alkmaar: K. P. Fostma.
Aan de Rijks HBS. te Coevcrden zijn weder
tydelijk benoemd:
Tot leeraar J. F. Heybroek, H. van den Berg
en I. A. S. Fischer, en tot leerares: mej. R. F.
de Vries, en tijdelijk tot leerares mej. N L.
van Zanten, en tot leeraar: E. Th. ten Voorde,
beiden wonende te Zwolle.
Met het einde der 485e Staatsloterij is op
haar verzoek eervol ontslag verleend aan mej.
R. J. van Amerongen te Den Helder uit hare
betrekking van collectrice der Staatslotery al
daar.
Met ingang van 16 November 1940 is aange
wezen als beheerder van het bypost-, telegraaf-
en telefoonkantoor te Amsterdam-Bloemgracht
de commies by den P.T.T.-dienst D. A J.
Anemaet te Amsterdam (postkantoor).
Te rekenen van 15 Juli 1940 is benoemd tot
tydelijk assistent controleerend geneeskundige
by de Ryksverzekeringsbank dr. Ai. Hiddema,
arts te Helium.
,Dat we zoo spoedig mogelijk kennis moeten
maken met dien vriend. Nu twijfelt u er zeker
niet meer aan, dat uw dochter naar de villa
Lotos is geweest?"
„Neen nu mag ik niet meer hopen dat er een
vergissing in t spel is geweest, hoewel ik my
niet verklaren kan
„Die-verklaring zullen wy, naar ik vertrouw,
in de villa zelf vinden. Mijn taxi wacht buiten.
Bent u gereed, mijnheer von Marchstatten?"
„Ja, laten wij gaan."
Zij namen plaats in de taxi, die snel
wegreed.
Onderweg spraken de heeren over het door
Silas aan den majoor gezonden boek. March
statten moest bekennen, dat hy nu Hempel's
vermoeden aangaande het bestaan vat een
hypnotisch element in de baak niet meer als
dwaas en buitensporig beschouwde.
Eindelijk kwamen zij aan de villa.
Deze lag een eind van den straatweg, onder
hooge, oude boomen, die haar by dag een nog
al somber voorkomen moesten geven. Ook nu,
in t halfdonker, zag zy er, met haar grauwen
gevel en de zware, met yzer beslagen voor
deur, niet aanlokkelijk uit. Slechts twee ven
sters waren verlicht.
De heeren hadden den auto met den chauf
feur op den straatweg laten wachten en volgden
te voet het zijpad naar de villa.
(Wordt vervolgd.)