Deskundigen ontwerpen stedekemen Inkwartiering van arbeiders .r eheimzinnige J v. DE KAASDISTRIBUTIE DONDERDAG 7 NOVEMBER 1940 Rotterdam eischt bijzondere aandacht "Y. Herbouw begonnen Financieele regeling Groote brand te Rosmalen Negentien personen dakloos HARMONISCHE OPBOUW VAN MIDDELBURG N.S.N.A.P.-leden bij de N.S.B. Gemeenschapsschade «oor A. Hruschka Nadruk verboden Arbeidsbemiddeling naar Duitschland Proef op de Veluwe uitstekend geslaagd RIJKSVERZEKERINGSBANK De voorzitterswisseling OPSPORING VERZOCHT MUSEUM BOIJMANS Jaarverslag 1939 PROV. FRIESCHE BOND HET WIT-GELE KRUIS G. W. Kampschoër ridder in de Gregoriusorde Predikanten voor Neder landers in Duitschland Langere geldigheid der bons bepleit Ir. B. J. M. Reuser t UIT DE STAATSCOURANT Ontslag uit militairen dienst Onderwijs Staatsloterij P.T.T. Rijksverzekeringsbank (Van onzen Haagschen redacteur) Het ontwerpen van nieuwe plannen voor die plaatsen in ons land, welke groote schade hadden geleden, was een werk, dat niet alleen veel kunde en inzicht vorderde, maar ook veel overleg en dus veel tijd. Onze stedekemen in het algemeen waren verouderd en aesthetisch zeer ongelukkig. Daaraan kon nu prachtig verbetering wor den gebracht. De eerste zorgen werden dus besteed aan de stedebouwkundige vragen, waartoe de mede werking van de beste deskundigen in ons land Werd ingeroepen. v De algemeen-gemachtigde voor den herbouw, Ir. Ringers, omringde zich door de lieeren Bakker-Schut uit Den Haag, den directeur van Stadsuitbreiding en Volkshuisvesting, ir. Schaf eer, den directeur van Publieke Werken te Amsterdam en jhr. de Jonge van Ellemeet, oud directeur van Bouw- en Woningtoezicht te Rot terdam. Men moet dit echter goed begrijpen, Want de gemeentelijke architecten genieten bij het ontwerpen van hun plannen een zoo groot diogelijke vrijheid. In die plaatsen waar meer Architecten werken is een supervisor aange steld, die voorkomt, dat de heeren langs elkaar heenwerken. Men ziet, dat de individueele vrijheid der ont werpers met zoo groot mogelijke maat is uitge beten, opdat daardoor de vruchtbaarheid des te rijker zal zijn. Het nadeel is dat meer over leg moet worden gepleegd, dat met passen en beten iets langere tijd gemoeid is, doch de vindingrijkheid wint daarbij in hooge mate. Een groote factor, waarmede rekening dient te worden gehouden, is deze, dat de herbouw van een bepaalde kern met zich brengt ver anderingen in alle omliggende wijken. Er zijn hoeken, die moeten worden afgesneden, die boeten worden verlegd, pleinen en blokken; die een nieuw aanzien moeten verwerven. Om een togisch geheel op te bouwen moet men som tijds in het geheel ernstig ingrijpen. Als voor beeld dient Rotterdam. In het verwoeste cen trum vond men voorheen 25.000 huizen, in net hie uwe plan- zullen er slechts 10.000 komen. Doch zij, die dit stadsdeel voorheen bewoonden, zullen er niet allen kunnen terugkeeren. in an dere deelen van Rotterdam zal dus voor de iS.000 woningen moeten worden zorg gedragen, Hetzelfde geldt vt>or de industrieën, die in het centrum van Rotterdam waren gevestigd; deze zullen daar niet terugkeeren,"doch worden on dergebracht in den Spaanschen polder, waar reeds op groote schaal onteigeningen zijn ge daan. Bij dit alles moet men niet uit het oog ver liezen, dat ook de Duitsche autoriteiten zich bijzonder voor den herbouw interesseeren en dat alle plannen aan hun goedkeuring zijn on derworpen. In dit verband mogen wij er aan herinneren, dat wij eenigen tjjd geleden reeds Schreven, welke grootsche gedachte men aan Duitsche zijde koesterde omtrent de toekomst v&n de havenstad Rotterdam. Wij meenen speciaal te weten, dat zelfs de allerhoogste Duitsche instanties nog op dit oogenblik een uitzonderlijke belangstel ling voor de plannen toonen en dat de uit werking van den herbouw terdege rekening moet houden met de reeds langer bestaan de plannen eener transcontinentale verbin ding. Men zou zich ernstig vergissen, indien men beende, dat alleen met Rotterdam groote 5Pöed werd gemaakt. In de afgeloopen maan den toch zijn plannen gemaakt voor verschil lende andere gemeenten, waarvan er enkele ö°g niet haar beslag hebben gekregen. Het ziin o.m. Alblasserdam, Amersfoort, Bleskens- |raaf, Boxtel, Middelburg, Mill en Sjjt. Hubert, st- Oedenrode, Rhenen en Wageningen, Vee- hendaal, Wijchen en Zevenbergen. Den Helder en Vlissingen verkeeren beide in een bijzondere positie, want ten aanzien van deze gemeenten zijn de plannen nog in een sta dium van voorbereiding. Een probleem, dat met den herbouw nauw Verwant is en ook uitvoerige overweging noodig heeft, is de onteigening en het heruitgeven van Stonden. Dit vindt in hoofdzaak hierin zijn oor aak, dat niet alle huizen op dezelfde plaats berden herbouwd, doch er komen ook gevallen v°or, dat stukken grond buiten het plan moeten w«den onteigend in het belang van den wo- dihgbouw. Onteigening is reeds geschied te Bles- hensgraaf, Mierlo, St. Oedenrode, gedeeltelijk te Ehenen, Sas van Gent, Mill en St. Hubert, Roo- Eehdaal, Nispen en Rotterdam. Onmiddellijk sluit hierbij aan de herverkave- Uhg, welke in de meeste gemeenten op het °°genblik in vollen gang is. In Bleskensgraaf is ben reeds gereed, in Alblasserdam reeds zeer Vfir, terwijl in Middelburg nog een begin moet borden gemaakt. Te Rotterdam werd, vanwege het zeer ingewikkelde karakter der herverkave- hhg, een commissie van deskundigen ingesteld, daarin zitting hebben mannen, die met de plaat- Seliike toestanden in alle opzichten bekend zijn. Dm daar tot een redelijke waardebepaling te *°men, heeft men een kern in het centrum der stad als uitgangspunt genomen en daarvan de In ons vorig artikel behandelden wij in hoofdzaak welle moeilijkhe den bij de voorbereiding van den herbouw waren te overwinnen. Nu laten wij een overzicht volgen van de groote plannen, die ia de laatste maanden werden ontworpen. waarde getaxeerd. Het taxeeren is een zeer moeilijke en delicate zaak. Nu al deze voorbereidende maatregelen voor een gedeelte reeds tot uitvoering zijn gekomen, kan het eigenlijke werk van den herbouw wor den aangevat. Tegen het eind van het jaar, zoo kan men gevoeglijk verwachten, zal de activi teit zich rijkelijk ontplooien, doch eerst in het voorjaar, wanneer de bouwnijverheid weer op volle toeren gaat draaien, zal het werk bijna overal in zijn vollen omvang worden aangevat. Vanzelfsprekend kan men deze richtlijnen niet al te streng doorvoeren. Immers, talrijke gezin nen waren dakloos geworden en hadden drin gend hulp noodig. In Rotterdam bouwde men als noodoplossing 1000 semi-permanente woningen, in Overschie 200, in Vlaardingen 400 en in IJsselmonde 500. Daarmede nog niet tevreden heeft de Algemeen Gevolmachtigde besloten zoo spoedig mogelijk te Rotterdam 8000 woningen té doen bouwen, om niet in de fout van 1920 te hervallen, toen de woningnood zoo hoog was gestegen, dat men aan geen huis kon komen. De financiën van den herbouw zijn nog maar zeer gedeeltelijk geregeld: het wachten is nog op de verordening inzake de schadeloosstelling. In het algemeen heeft de Nederlandsche over heid toegezegd schadeloosstelling uit te keeren, maar zij heeft de grootte nog niet bepaald. Slechts voor bedragen, die liggen beneden de 10.000, is toegezegd, dat belanghebbenden op 100 procent kunnen rekenen. In verband hiermede kunnen dan ook reeds bedragen tot 80 procent worden uitgekeerd. Met zooveel succes werd deze regeling bekroond, dat Roosendaal, Veenendaal, Bleskensgraaf en Nispen reeds aan het bouwen zijn geslagen. Afzonderlijke huizen enz. moet men hieronder niet rekenen, want daarmede is reeds lang begonnen. Met deze bouwactiviteit houdt nauw verband de materiaal-positie. De grootste zuinigheid moet worden betracht bij alle bouwnijverheid, reden, waarom alle bouwwerken aan een ver gunning van den Algemeen Gevolmachtigde zijn gebonden. Bovendien moeten talrijke materialen worden vervangen, reden waarom een research bureau bij het commissariaat is opgericht. Woensdagmiddag omstreeks half twee brak brand uit in een woningencomplex, gelegen in den Kerkenboek te Rosmalen en bewoond door drie gezinnen. Zoo spoedig mogelijk was de brandweer ter plaatse onder persoonlijke lei ding van den heer Linnenbank. Met twee slan gen werd het vuur bestreden. De inboedel van den heer W. Voets ging nagenoeg geheel in de vlammen op. Die van den daarnaast wonenden Ch. Voets kon gedeeltelijk worden behouden. Tijdens het bergingswerk droeg men den bed- legerigen A. Heymans uit de naastgelegen wo ning. Door een raam in te slaan gelukte het den man naar buiten te brengen. Van de derde woning kon de inboedel bijna geheel in veiligheid worden gebracht. De bur gemeester jhr. H. C. P. C. von Heijden, was spoe dig ter plaatse en nam persoonlijk de leiding van het blusschingswerk op zich. Ook de gemeenteveldwacht verleende hierbij goede hulp. Het geheele complex woningen ging in de vlammen op. De oorzaak van den brand is onbekend. Van de bewoners was W. Voets niet verzekerd, terwijl Ch. Voets en A. Heyman» slechts laag verzekerd waren. De omliggende woningen, die alle strooien daken hadden, kon-- den door krachtige bespuiting behouden blijven. Omstreeks vier uur was men den brand meester. De gemeenteraad van Middelburg heeft zich Woensdagmiddag met algemeene stemmen ver- eenigd met het voorstel van B. en W. om mede te werken aan de oprichting van de stichting „Herbouw Middelburg". Deze oprichting geschiedt in overleg met den algemeen gemachtigde voor den wederopbouw, dr. ir. J. A. Ringers. De stichting beoogt een harmonischen herbouw van de stad. Zij zal staan onder voorzitterschap van den burgemees ter. De persdienst van de N. S. B. meldt: In tegenspraak met een andersluidend bericht kan officieel worden gemeld, dat de geheele lei ding van de groep Duitschland der z.g. Kruyt- partij, bestaande uit de heeren Mullerij, Wou ters, Vincken en Blokker, zich bij de N. S. B. heeft aangesloten. Overeengekomen is, dat de leden der N.S. N.A.P. (Kruyt) in Duitschland zich eveneens bij de N. S. B. zullen aansluiten. De N. S. B. is thans door de autoriteiten in Duitschland als de eenige nationaal-socialisti- sche organisatie van Nederlanders erkend. Ëllllllllll Toen 't vaderland den tienden Mei s Zich tot den strijd moest gorden, |j Is Nederland ach, voor hoe kort! E Een eenheid weer geworden. s Al 't leed, dat over Neerland kwam, j| In die zoo wreede dagen, Wij hebben het als land, als volk, Gezamenlijk gedragen. Het was niet slechts ons eigen leed, Neen, alles werd plots anders: §1 Het leed, dat ons getroffen heeft, Trof ons als Nederlanders. §j Zoo lang het redelijk kon en mocht j§ Bleef die gemeenschap strijden En daarom mag de enkeling s Ook niet de schade lijden. |j Wie schade kreeg aan have en goed §j Is tóch al te beklagen, §f Maar de gemeenschap moet geheel ff Gemeenschapsschade dragen! En vallen er nóg bommen steeds Op Nederlandsche doelen, Dan moeten wij die schade als Gemeens chaps schade voelen. Wanneer het offer, dat men vraagt, Ook nóg zoo zwaar moog' vallen, j§ 't Geldt hier een gemeenschapsplicht, Een plicht, een taak voor allenI j| HERMAN KRAMER 1 ••Wei, als u de noodige vragen stelt, en ik my ^hvoudig als een kennis van u voordoe, krijgt bet bezoek bij uw kennissen een geheel ander karakter. 't Lijkt dan geen bemoeiing van de ®°Utie, maar enkel een stap van een bezorgden Vader." >.Daar had ik niet aan gedacht, maar ik vind zeer goed." »'t Verwondert mij, om u de waarheid te zeg- ®eh, 'n beetje, mijnheer von Marchstatten, dat b mee wilt gaan; want u gelooft immers niet, ®at uw dochter 's nachts by de familie Alwin- 8eb is geweest?" De majoor zweeg. Maar Silas ging voort: »'t Is misschien beter, u alles ronduit te zeg den. Wat u mij verteld hebt over de nachtelijke jbitmoeting van uw dochter met een kennis van J?' 'Ükt me van zeer hoog belang en ik ben reeds r.u overtuigd, dat er toen evenmin een vergis- in 't spel was als...» dezen nacht. Mijn De wnd. directeur-generaal van het Rijks arbeidsbureau heeft aan de directeuren van de Districts-arbeidsbeurzen het volgende schrijven gericht: „Van de zijde der Duitsche gezagsdragers wordt mijn aandacht er bij herhaling op ge vestigd, dat nog voor zeer veel Nederlandsche arbeiders in Duitschland werkgelegenheid be staat. Weliswaar heeft reeds 'n groot aantal Neder landsche arbeiders in Duitschland werk aan vaard, doch de werkloosheid hier te lande, waar- by ik het oog heb zoowel op de geregistreerde als op de niet geregistreerde werkloosheid, heeft toch nog steeds een. zoo grooten omvang,, dat ik het niet verantwoord acht eenige poging na te laten, om degenen die daarvoor in aan merking komen niet met klem en grooten aan drang op de werkgelegenheid in Duitschland te wijzen. Zoolang in Duitschland nog vraag naar Nederlandsche arbeiders is dient met iederen daarvoor geschikten arbeider de werkgelegenheid in Duitschland te worden besproken. Het is de taak van de organen der arbeids bemiddeling de schakel te vormen tussehen deze werkgelegenheid en de arbeiders. Deze toch moet in positieven zin worden opgevat. De ar beidsbemiddelaar is niet de passieve wachtende ambtenaar, die vanzelf kennis krijgt van de werkgelegenheid en bij wién de werkzoekenden komen om zich voor die werkgelegenheid aan te bieden doch hij is, althans moet zijn, de actieve werker, die aan de arbeiders het werk aanbiedt, die de arbeiders oproept en aanspoort die le- ten uiterst nauwkeurig zijn, daar u verklaart, den persoon van den moordenaar niet te ken nen, zoodat ik elders naar hem moet zoeken. U hebt gezegd, dat u in den laatsten tijd geen omgang met de familie hebt gehad...." „En dat is zoo! Iedereen hier in huis kan het u bevestigen." „Ik twijfel niet aan uw woorden, mijnheer von Marchstatten. Maar als uw dochter buiten uw weten naar de villa Lotos ging, zou de mogelijkheid bestaan, dat zij daar den moorde naar, die een zoo verderfelijkeh invloed op haar verkreeg, heeft leeren kennen en hem daar nog ontmoet;" „Als! Dat „als" beschouw ik voorloopig als onmogelijk. Juist daarom, wil ik u vergezellen, teneinde mij volkomen zekerheid te verschaf fen." „U twijfelt dus reeds?" De majoor maakte een beweging van on geduld. „Neen," antwoordde hij stug. „Neen, ik twij fel niet aan de waarheidsliefde van mijn dochter en daarom geloof ik nog altijd, dat er een per soonsverwisseling in het spel is. Maar ik ben een oud soldaat, «Jje nooit kromme wegen heeft ge volgd. En ik ontken niet, dat de hardnekkigheid, waarmede gy uw conclusies handhaaft, in weerwil van alles, wat ik gezegd heb indruk op my maakt. Ik voel mij ongerust, en die ongerustheid zal geen einde nemen, vóórdat de Alwingens mij beslist hebben verklaard, dat mijn dochter in den laatsten tijd geen voet-in de villa Lotos heeft gezet. U ziet, dat ik van myn venshouding aan te nemen, die voor hen, doch tevens voor het algemeen welzijn het meeste profijt afwerpt. Dat dit profijt het beste ver kregen wordt door het verrichten van normalen beroepsarbeid spreekt voor zichzelf. In het bij zonder zijn het de organen der openbare arbeids bemiddeling die hierby een belangrijke taak te vervullen hebben. Ik acht het daarom noodza- keiyk, dat de leiders der organen der arbeids beurzen hun volle medewerking verleenen aan de bevordering van de arbeidsbemiddeling naar Duitschland en hiertoe meer nog dan tot nu toe het geval was de werkloozeh oproepen en door met hen te spreken hen er toe te bewegen deze arbeidsmogelijkheid aan te pakken. Er zijn zoo talrijke voordeelen voor de arbei ders in het aanvaarden van werk in Duitsch land te noemen, dat naar mijn meening de be reidheid om dit werk te aanvaarden zal biyken als maar met de werkloozen gesproken wordt. Ik ben er vanzelfsprekend mede bekend, dat zeer velen onder u al veel arbeid in dit opzicht heb ben verricht en ook goede resultaten hebben be reikt, doch er moet nog meer gedaan worden. Wanneer zulks bij de bestaande personeelsbezet ting of de beschikbare lokaliteiten niet mogelijk wordt geacht ben ik. gaarne bereid de noodige medewerking tot uitbreiding te verleenen. Voor al in de gemeenten met een nog groote werk loosheid ik heb hier wel bijzonder het oog op de groote gemeenten in Noord- en Zuid-Hol land zal deze vraag ernstiger dan voorheen onder het oog moeten worden gezien. Gaarne zal ik de desbetreffende voorstellen tegemoet zien, terwijl ik er op reken, met uw aller krachtige medewerking de plaatsingscüfers in Duitschland binnen zeer korten tyd aanmer kelijk te zien sty gen". „Goed, dan zullen wij morgenavond samen erheen rijden. Ik zal u afhalen, mynheer von Marchstatten." „Waarom pas s avonds?" „Iets in mijn binnenste zegt my, dat het de beste tijd is om ons plan uit te voeren. Ook hebbén we dan de meeste kans, de menschen thuis te treffen. Uit hoeveel leden bestaat het gezin?" „Uit slechts drie: oe ouders en een dochter. Otto Alwingen is een gepensionneerd officier. Zij verkeeren in goeden doen en de dochter, Justa, was vroeger zeer' bevriend met Lydia. Maar de Alwingens zijn te geëxalteerd voor mij, en niet heel kieskeurig wat hun omgang betreft. Wij hebben het dan ook oeter gevonden, hen links te laten liggen." „Goed't Blijft dus afgesproken, dat ik u morgenavond kom halen. Tegen zes uur als 't u schikt." „Best. Ik zal klaar staan." Den avond van dienzelfden dag nam von Marchstatten zijn dochter ter zijde en vroeg haar onder vier oogen of zy 's nachts te voren misschien was uitgegaan en naar haar villa was geweest. Hij drukte haar op het hart goed na te denken en de volle waarheid te zeggen. Maar Lydia schudde verwonderd het hoofd. Hoe kon papa op zoo'n gedachte komen?! Zij was natuurlijk niet uitgegaan, maar te bed gebleven en had geslapen. „Wilde ik "naar de villa gaan, dan zou ik 't natuurlijk bij dag doen en in geen geval des nachts. U weet. toch, heelgoed, papa, hoe bang Sinds korten tijd is, nu mede door het tekort aan materiaal de bouw van kampen moeilijker wordt, door den Rijksdienst voor de Werkverruiming eefi begin gemaakt met de huisvesting van tewerkgestelden bij par ticulieren, schrijft de heer Meyer de Vries in het orgaan van den Werkloosheidsraad. Een proef werd genomen met de inkwartie ring van ongeveer 130 Rotterdammers bij particulieren in Nunspeet. Om tot deze huisvesting op behooriyke voor waarden, ook wat het financieele gedeelte be treft. te komen, werden door de Inspectie Gel derland van den Ryksdienst advertentiën ge plaatst in plaatseiyke en buurtbladen, waarin kosthuizen werden gevraagd tegen den prüs van f 1.25 per man en per dag, alles inbegrepen. Deze prijs is gebaseerd op twaalf achtereenvol gende pensiondagen omdat deze ingekwartierde arbeiders, evenals de kamparbeiders om de veertien dagen van Vrijdagmiddag tot Maan dagmorgen naar huis gaan. Bij de aanwijzing van de kosthuizen wordt door de Inspectie nauw contact gehouden met het gemeentebestuur, waardoor een betere se lectie kan worden toegepast bij de keuze der gezinnen, waar inkwartiering zal plaats vinden. De hierbedoelde arbeiders reizen evenals de kamparbeiders per trein naar de plaats van inkwartiering; zij nemen hun rijwiel mede, opdat zij zich dageiyks van de verspreid gele gen kosthuizen naar hun werk kunnen bege ven De proef in Nunspeet is in alle opzichten geslaagd, zoodat deze methode van huis vesting met kracht wordt uitgebreid. Thans vindt deze hoofdzakelijk plaats op de Veluwe en in den Achterhoek van Gelder land, alsmede op sommige plaatsen in de Be tuwe en in Noord-Brabant. Het aantal bij par ticulieren ingekwartierde arbeiders bedraagt thans ongeveer 1300. Als bijzonderheid valt Bier nog te vermel den, dat de gemeentelijke steuncontroleurs bij deze inkwartiering zijn ingeschakeld, waarbij zij in zekeren zin administratief de plaats in nemen van de kokbeheerders der kampen. Zij zorgen n.l. voor het contact tussehen de inge- kwartierden en de betrokken uitzendende ge meenten en de Inspectie van den Rijks dienst; voor het uitreiken van spoorkaartjes, enz.; in het algemeen zijn zy dus de admini stratieve schakel tussehen de arbeiders en de overheidsinstanties. Zooals reeds medegedeeld, is met ingang van 1 December aan mr. dr. H. L. van Duyl op zijn verzoek eervol ontslag verleend als lid en voorzitter van het bestuur der Rijksverzeke ringsbank. Mr. Van Duyl werd den 9den October 1875 te Kampen geboren, hij studeerde aan de Rijksuniversiteit te Groningen, waar hij in 1899 promoveerde. In 1901 werd hij benoemd tot adjunct-commies by het departement van Waterstaat. In 1912 volgde zijn benoeming tot referendaris bij het departement van Land bouw, Handel en Nijverheid, in 1915 werd hij lid van het bestuur der Rijksverzekeringsbank, waarvan hij od 1 October 1929 voorzitter werd. Verschillende artikelen van de sociale verzeke ring verschenen in vaktydschriften van de hand van mr. dr. Van Duyl. Tot nieuwen voorzitter van het bestuur is benoemd mr. H. Bijleveld, oud-minister van Marine. Mr. H. Bijleveld werd den 31sten Juli 1885 te Amsterdam geboren, waar hy 15 Decem ber 1908 aan de Vrije Universiteit promoveerde op het proefschrift „Coöperatie en socialisme". Tot 1918 was hij advocaat en procureur te Am sterdam, in April 1919 werd hij benoemd tot minister van Marine in het eerste ministerie- Ruys de Beerenbrouck. Toen in 1920 zyn be grooting werd verworpen, ging de heer Bijleveld heen. Een maand later volgde zijn benoeming tot leider van het bureau van beroep in crisis zaken van het dep. van Landbouw, Nijverheid en Handel, op 1 Augustus 1922 werd hij voor zitter van den Octrociraad en directeur van het bureau van den Industrieelen Eigendom. Korten tijd was de heer Bijleveld nog lid van de Twëede Kamer der Staten-Generaal. Op 1 October 1929 werd hij benoemd tot lid van het bestuur der Rijksverzekeringsbank. Dinsdagavond te kwart voor zeven werd de 18-jarige D. Combee, terwijl hy naast een bak fiets liep, op den Burgemeester van Sonweg te Nieuwer-Amstel aangereden door een auto. In emstigen toestand werd C. naar een der zie kenhuizen te Amsterdam vervoerd. In verband hiermede verzoekt de burgemees ter van Nieuwer-Amstel opsporing van den be stuurder van een donkergekleurden vermoede- ïyk zespersoonsauto, model Chevrolet of Ford V 8, die in den avond van 5 November 1940 om kwart voor zeven op den provincialen weg, ko- van aard ik ben! En sinds het ongeluk ben ik zelfs bij dag bang in de villa." Een verlichting voor den majoor! 't Scheen hem onmogelijk toe, dat zijn dochter zoo bru taal kon liegen. Maar daar viel hem nog iets in. Hij vroeg Lydia, of er tussehen haar kennissen niet een heer was, die er zóó en zóó uitzag. En hij beschreef den moordenaar volgens de hem door Silas Hempel verstrekte gegevens. Deze vraag maakte een onverwachten indruk op de jonge weduwe. Zij begon te beven, sperde wijd de oogen open, werd bleek. Haar gezicht had plotseling een uitdrukking van schrik en angst aangenomen. En zij hief werktuiglijk de handen op, als om een naderend gevaar te bezweren. „Neenneenstotterde zij. De majoor, die van zijn kant hevig ontstelde, vroeg toen: „Je kent dus zulk een man, Lydia?" Zij scheen tot zichzelf te komen en antwoord de, ditmaal zonder aarzelen: „Neenneenneen!" Hij herhaalde zijn vraag, drong aan; maar Lydia, die nu zeer kalm scheen te zyn, bleef by haar „neen". Marchstatten wist niet, wat hij er van den ken moest; wederom poogde hij tevergeefs de ongerustheid, die hem beving, te overwinnen. Een half uur later bracht een bode een pakje voor den fnajoor. Hij opende het en vond een boek met den titel: „Het hypnotisme en de daarmede verband houdende toestanden, be schouwd van het standpunt der geneeskunde. mende uit de richting Amstelveen en gaande in de richting Ouderkerk a.d. Amstel, een op den weg naast een driewielige bakfiets loopenden man heeft aangereden, tengevolge waarvan deze ernstig letsel heeft bekomen. De bestuurder van den auto is na het ongeval doorgereden. De auto is venr.oedeiyk aan de rechtervoorzijde beschadigd. Verschenen is het verslag van het Museum Boymans over het jaar 1939, versierd met vijf tien afbeeldingen naar de belangrijkste aan winsten. De directeur, dr. D. Hannema, brengt als be langrijkste feit in herinnering de oprichting van de stichting „Museum Boymans", welke op 19 Juli plaats vond. Als eerste groote daad van de nieuwe stichting moet vermeld worden de ver werving van de „Emmaüsgangers" van Johannes Vermeer. Talrijke andere schenkingen zullen beschreven worden in een door de stichting uit te geven jaarverslag. De afdeeling beeldhouwwerken van het mu seum werd verrijkt met een viertal stukken: een St. Jan, Vlaamsch werk uit de dertiende eeuw, een Petrus, Rijnsche school van omstreeks 1400 en twee groepen uit de Haarlemsche en Utrechtsche school van omstreeks 1500. Bij de moderne beeldhouwwerken treffen de levens- groote figuur van Pierre de Wiessant, een der burgers van Calais, door A. Rodin, de „Pudde- ler", van Constantin Meunier, en een uil in brons van John Raedecker. Voor de afdeeling schilderkunst werden o.a. verkregen: een meesterwerk van Cornelis Troost „Het Blindemanspel", verworven met :teun van de vereeniging Rembrandt, een landschap van P. G. van Os, twee interieurs van David Bles en een stilleven van Jan Toorop. Talryk zijn de aanwinsten op het gebied van de teekeningen en prenten. Van de teekeningen vermelden wij werken van Jacob de Gheyn, Daniël Marot, Jacob de Wit (een aquarel uit 1725, studie voor een plafond in een Rotter- damsehe woning), Reinier Vinkeles (zelfportret uit 1765), J. F. Delafosse, Albert Hahn (portret ten voor de „De Ware Jacob"), Jozef ïsraëls (een voorstudie voor de „Wetschrijver") en reis- teekeningen van Theo Goedvriend. Het prenten kabinet werd vooral uitgebreid door schenkin gen van dr. J. C. J. Bierens de Haan; daarbij bevinden zich 1250 gravures van Reinier Vin keles in elf lederen portefeuilles en plm. drie honderd etsen, gravures en litho's van oude, en moderne meesters, waaronder 57 van Felicien Rops en 76 van Grondhout. Aan de bibliotheek werden ruim tweehonderd werken toegevoegd, waarvan de helft door schenkingen. Vervolgens worden behandeld de lezingen, ontvangsten en tentoonstellingen, w.o. de expo sitie van teekeningen door P. P. Rubens, de beide Kersttentoonstellingen en de retrospectieve van A. C. Willink. Tenslotte wordt een overzicht gegeven van de maatregelen, die bij het uit breken van den oorlog genomen werden ter beveiliging van de kunstwerken. Het Museum Boymans werd in 1939 door 34.404 betalende belangstellenden bezocht. In een vergadering, waarin de besturen van vier plaatselijke afdeelingen van het Wit-Gele- Kruis vertegenwoordigd waren, zijn de statuten en het huishoudelijk reglement van den ter ver gadering opgerichten Provincialen Frieschen Bond van het Wit-Gele-Kruis vastgesteld en werd besloten daarop de goedkeuring van de Kerkelijke en burgerlijke Overheid te vragen. De heeren, die het voorloopig bestuur vorm den, n.l. A. E. Rohling te Leeuwarden, voorzitter mr. J. B. J. Heymeijer te Leeuwarden, secre taris, notaris J. A. Maseland te Sneek, pen ningmeester en J. Mulder te Wolvega, werden in het definitief bestuur verkozen, terwijl de heer O. Popma, secretaris van de afdeeling Blauwhuis, als vijfde bestuurslid werd benoemd. De heer G. W. Kampschoar algemeen voorzit ter van den R. K. Diocesanen Land- en Tuin- bouwbond in het bisdom Haarlem en vice-voor- zitter van den K. R. O. is door Paus Pius XH benoemd tot ridder in de Orde van den H. Gre. gorius den Grooten. Naar „De Standaard" mededeelt zijn ds. A. C. G. den Hertog, Ned. Herv. predikant te Rot terdam, en ds. J. de Waard, Geref. predikant te Kampen, door de Chr. Vakverbonden aange zocht de geestelijke zorg voor de in Duitschland werkende Nederlandsche arbeiders op zich te nemen, en hebben zy van hun kerkeraden reeds verlof ontvangen, om deze opdracht aan te ne men. Verwacht wordt, dat de Duitsche autoriteiten hen spoedig in de gelegenheid zullen stellen met hun arbeid te beginnen. Naar de mededee- ling van den waarnemenden secretaris-generaal van het departement van Sociale Zaken, waren er buiten de twintigduizend „grensloopers" reeds 50.000 arbeiders sinds Juni van dit jaar in Duitschland geplaatst, en dit aantal wordt nog grooter. Door Dr. Gilles de la Tourette, met een voor woord van Prof. Charcot. Aan het pakje waren een paar regels van Silas Hempel toegevoegd. Dien avond las de majoor, tegen zijn gewoon te, zeer laat. En toen hij t was over mid dernacht het licht uitdraaide, scheen zich voor hem een nieuwe wereld ontsloten te heb ben, waarvan hij 't bestaan zelfs niet had vermoed. Toen Silas Hempel den volgenden avond von Marchstatten kwam afhalen om met hem naai de villa Lotos te rijden, vond hy den bejaarden heer zeer opgewonden. De majoor legde hem een verfrommeld en weer met zorg gladgestreken briefje voor. „Datdat vond ik vandaag bij een grondig onderzoek van Lydia's kamer, achter in een kastje. Het papier was verfrommeld en blijk baar achteloos weggeworpen, 't Is zoozoo vreemd. Lees zelf Silas las den met de schryfmachine getikten inhoud: „Wilt u weten, wie uw man heeft vermoord, kom dan naar de villa Lotos van de familie Alwingen. Men wacht u daar om 9 uur in den avond. Deze regels en uw bezoek moeten ten strengste geheim worden gehouden, wilt u zich niet een teleurstelling bereiden. Een onbekende vriend." „Wel, wat zegt u daarvan?" vroeg de majoor, die tevergeefg ggogde zyn ongerustheid te ver bergen^ By de invoering der boterdistributie heeft men de bonnen een zeer langen geldigheidsduur (acht weken) gegeven. Hiervan heeft men in den kleinhandel nogal wat bezwaren ondervon den, daar dit den consumenten gelegenheid gaf deze bonnen op te sparen en eerst de nog in voorraad zijnde boter op te gebruiken, hetgeen vooral in het begin een zeer ongelijkmatigen verkoop tengevolge had. Men heeft dit euvel ingezien en den looptijd .bij de tweede distri butieperiode aanmerkeiyk ingekort. Bij de kaas heeft men het juist andersom gedaan en aldus het officieel orgaan van den Algetneenen Nederlandschen Zuivelbond de geldigheidsduur van de bonnen te kort geno men. Het bezwaar van velen tegen den tus- schentijdschen maatregel van het uitsluitend kcopen van kaas per pond was. dat men nu geen heel kaasje meer kon koopen. zooals dit in de kaasstreken van ons land de gewoonte was. Bij de distributie op den bon hoopte men van dit euvel verlost te zijn, omdat men dan de bonnen zou kunnen opsparen totdat een heel kaasje gekocht kon worden. De korte gel digheidsduur der bonnen heeft dat althans voor de kleine gezinnen onmogelijk gemaakt. Er is ons geen enkel motief bekend zoo zegt het blad waarom de looptijd dezer bon nen zoo kort moet zijn en wij meenen dan ook dat het geen enkel bezwaar kan ontmoeten, deze b.v. van twee op vijf weken te brengen. Zelfs in kleine gezinnen van vier personen b.v. kan men tenminste met zijn bonnen een kaasje van twee K G. koopen, hetgeen bij den verkoop geen enkel bezwaar, maar wel getr.ak kan opleveren. Vooral bij de levering van kaas door de fabrieken aan leden en leveranciers zou dit van belang zyn, daar deze kaas als regel met de melkrijders wordt medegegeven, hetgeen m stukken kaas niet wel doenlijk is. Te Nijmegen is op 63-jarigen leeftijd over leden ir. B. J. M. Reuser, die langen tyd leeraar in de wis- en natuurkunde aan de H.B.S. was en een der oprichters van den Ned. R.K. Bond voor groote gezinnen. De begrafenis geschiedt Zaterdag te Nij megen. Op het daartoe door hem gedaan verzoek is eervol ontslag verleend uit den militairen dienst aan den reserVe-eerste-luitenant F. J A. T. M. Vos de Wael, van het wapen der artillerie. Eervol ontslag is verleend uit den militairen dienst aan de re serve-eerste-luitenants S. Mak- kinga, W. P. J. Breijer en M. C. F. Beukers, allen van het wapen der infanterie, aan den reserve-tweede-luitenant K. B. Huizinga en den reserve-tweede-luitenant voor speciale diensten T. H. Huizinga, beiden van het wapen der ar tillerie, aan den reserve-officier van gezond heid der eerste klasse dr. A. Hoedemaker en den reserve-officier van gezondheid der tweede klasse S. J. de Jongh, beiden van den genees kundigen dienst der landmacht, alsmede aan den reserve-paardenarts der tweede klasse A. J. van Amerongen, van den militairen vete- rinairen dienst Aan de Rüks H.B.S. te Enkhuizen zijn weder tydelijk benoemd tot leeraar: J. J. Hoogbergh, en tot tyd. leeraar D. Reiding, wonende te Hoorn, en ir. G. A. Bolkestein, wonende te Drachten. Aan de Rijks HB.S. te Zwolle zijn weder ty- deiyk benoemd tot leeraar: W. J. Tuin, tot leerares: mej. N. L. van Zanten en tijdeiyk tot leerares mej. J. S. van Hasselt, wonende te Zwolle, en tot leeraar M. L. Gouweloos, wonen de te Rotterdam. Wederom zijn tyd. benoemd tot leeraar aan de Rijks HBS. te Tilburg: C. C. Naninck en tijdelijk tot leeraar 3. L. Dijkhuis, wonende te Tilburg. Wederom is tyd. benoemd tot leeraar aan de Rijks H.B.S. te Sneek: dr. J. P. Otto. Wederom is tydelijk benoemd tot leeraar aan de Rüks HBS. te Alkmaar: K. P. Fostma. Aan de Rijks HBS. te Coevcrden zijn weder tydelijk benoemd: Tot leeraar J. F. Heybroek, H. van den Berg en I. A. S. Fischer, en tot leerares: mej. R. F. de Vries, en tijdelijk tot leerares mej. N L. van Zanten, en tot leeraar: E. Th. ten Voorde, beiden wonende te Zwolle. Met het einde der 485e Staatsloterij is op haar verzoek eervol ontslag verleend aan mej. R. J. van Amerongen te Den Helder uit hare betrekking van collectrice der Staatslotery al daar. Met ingang van 16 November 1940 is aange wezen als beheerder van het bypost-, telegraaf- en telefoonkantoor te Amsterdam-Bloemgracht de commies by den P.T.T.-dienst D. A J. Anemaet te Amsterdam (postkantoor). Te rekenen van 15 Juli 1940 is benoemd tot tydelijk assistent controleerend geneeskundige by de Ryksverzekeringsbank dr. Ai. Hiddema, arts te Helium. ,Dat we zoo spoedig mogelijk kennis moeten maken met dien vriend. Nu twijfelt u er zeker niet meer aan, dat uw dochter naar de villa Lotos is geweest?" „Neen nu mag ik niet meer hopen dat er een vergissing in t spel is geweest, hoewel ik my niet verklaren kan „Die-verklaring zullen wy, naar ik vertrouw, in de villa zelf vinden. Mijn taxi wacht buiten. Bent u gereed, mijnheer von Marchstatten?" „Ja, laten wij gaan." Zij namen plaats in de taxi, die snel wegreed. Onderweg spraken de heeren over het door Silas aan den majoor gezonden boek. March statten moest bekennen, dat hy nu Hempel's vermoeden aangaande het bestaan vat een hypnotisch element in de baak niet meer als dwaas en buitensporig beschouwde. Eindelijk kwamen zij aan de villa. Deze lag een eind van den straatweg, onder hooge, oude boomen, die haar by dag een nog al somber voorkomen moesten geven. Ook nu, in t halfdonker, zag zy er, met haar grauwen gevel en de zware, met yzer beslagen voor deur, niet aanlokkelijk uit. Slechts twee ven sters waren verlicht. De heeren hadden den auto met den chauf feur op den straatweg laten wachten en volgden te voet het zijpad naar de villa. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3