Venlo in het water GEERT GROOTE eheimzinnige r (ie TREINREIZIGERS, LET OP! OUDE MATERIALEN EN AFVALSTOFFEN Levensmiddelen gestolen LEVENSSCHETS Grootspraak van een zwendelaar VRIJDAG 8 NOVEMBER 1940 Broeikassen en landerijen overstroomd Ook in Noord-Brabant DE LOODGLANSZWAM Handelskennis voor brood- bedrijven HAASTIGE SPOED "N Terwijl de tabak schaarscher is, wordt het rookverbod vaker overtreden Reparatie octrooischendend radiotoestel Geen inbreuk op het octrooi Ziekenhuizen en klinieken vallen biiiten het vernietigingsverbod Uitspraak aangehouden Zes mannen te Rotterdam gearresteerd Nederlandsche arbeiders in Duitschland Hulp bij ziekte aan echtgenoote en kinderen Het autorijden zonder benzine door Prof. Dr. R. R. Post Deze brochure (GGG No. 600) verschijnt eerstdaag. Prijs 30ct. Internationale oplichter voor de Rotterdamsche rechtbank WET HO U DERSBENOEMING IN CASTRICUM GOED GEKEURD NEDERLANDSCHE KAAS NAAR BELGIë R.D.V. voor spoorwegpersoneel Oude man verdronken Toonbanklade gelicht UIT DE STAATSCOURANT Onderwijs J<x>r A. Hruschka VÏjfllld Sjk ï>e te Abnormale regenval en daarmee gepaard gaande snelle was der Maas en der vele beken in en om Venlo hebben in de stad veel ongerief en schade' veroorzaakt. Daar de beken het vele water niet konden verwerken zijn tal van landerijen rondom de kom over stroomd. De ligging van Venlo in een oude bedding van de rivier de Maas en tegen den heuvelrand van het plateau, dat de stad naar de oostzijde af sluit, heeft dezen abnormalen toestand nog in de hand gewerkt. De beken, die in den plateau- rand ontspringen en haar weg nemen dc ,r de Vruchtbare landerijen en tuingronden, zijn alle huiten haar oevers getreden. Verscheidene broei kassen staan in het water, terwijl andere be dreigd worden. Op tal van plaatsen is daardoor schade aan de gewassen toegebracht. In enkele boerderijen in den z.g. Bantuin heeft men zelfs ihaatregelen moeten nemen om de stallen op te hoogen om-het vee een droge plaats te verzeke ren. Ook de ingekuilde knolvruchten en aard- aPpelen loopen gevaar. Reeds is men met man en macht bezig geweest, de ingekuilde vruchten kit te graven. Op enkele hooger gelegen plaatsen heeft men door het graven van greppels door öe tuingronden groot onheil nog kunnen voor komen. Ook het plotseling stuwende water van de Waas heeft aan de rivierzijde der stad heel wat last en schade, veroorzaakt. Het verkeer tusschen beide Maasoevers onder- Vindt ernstige stagnatie. De .dubbele veerponten kunnen niet anders dan met groote moeite aan he oevers aanleggen. Op hooger gelegen gedeel ten improviseert men aanlegsteigers, die men van tijd tot tijd moeet verplaatsen. Door het Khei wassende water was men wel verplicht de schipbrug uit de vaart te nemen. De veerponten ^aren dus vrijwel het eenige verbindingsmiddel. Om nog ernstiger stagnatie te voorkomen hebben de gemeente en de spoorwegen bespre- kjngen gevoerd teneinde een geregelde treinver binding via de spoorbrug tusschen beide oevers 'et stand te brengen. Woensdagmorgen hebben ®xtra-treinen de arbeiders van het eéne stads- ■eel naar het andere gebracht. Meer van deze extra-verbindingen zullen, zoolang als deze toe stand het noodzakelijk maakt, worden ingelegd. Ook de Mark is weer buiten haar oevers ge reden. Over onafzienbaren afstand zijn ten zui- en van Breda de weilanden blank gezet, terwijl b>en ook in de bebouwde kom van de gemeente 'Uneken reeds overlast ondervindt. Overstroomingen van de Mark zijn in dit jaar getijde geen verrassing, zij plegen zich jaar op ,aar te herhalen. Maar dit jaar is de waterover- v-jed, die vooral uit de Antwerpsche Kempen Afkomstig is, wel zeer vroeg gekomen. Vele slag pens van de laatste dagen hebben het anders f'° kalme riviertje tot een breeden, snellen troom gemaakt, die nochtans onmogelijk al "et bovenwater kan verzwelgen. Van boomen, die in den zomer bleken te lijden kan de loodglansziekte, sterven in den herfst vaak takken af. Op de afgestorven takken ont wikkelen zich dan de korstvormige, aanvanke- Üjk paarsroode, later meer grijs wordende pad denstoelen van de zwam Stereum purpureum, Welke de loodglansziekte veroorzaakt. Op deze paddenstoelen Vbrmen zich de spo ren, die door den wind verspreid worden. Ko rden deze nu op wondplekken aan boomen of '"^ruiken terecht, dan kunnen zij tot een zwam- Weefsel uitgroeien, dat in het hout binnendringt 6tl dat dit ziek maakt. Daarom moet de ver spreiding van sporen worden tegengegaan en tü*; kan alleen door het doode hout met de bsarse zwamkorsten te verbranden. Wen doet goed boomen, die in den zomer ®Histig ziek waren en toch niet te redden zijn, seheel op te ruimen en te verbranden, schrijft e Plantenziektenkundige Dienst. 1)8 vruchtlichamen van de loodglanszwam ,°rnen ook vaak voor op hout (stammen en ölkke takken), dat in hoopen is gezet, op palen J_atl hekwerken enz. Ook dit materiaal levert besmettingsgevaar op en dient dus ook on schadelijk gemaakt te worden. Alleen door een Srondige opruiming van de besmettingsbronnen verbreiding Van de loodglansziekte worden ^en gegaan. He loodglansziekte is beschreven in Mededee- "bg lo van den Plantenziektenkundigen Dienst, Welke by dezen dienst te Wageningen verkrijg baar is. Ook verstrekken de Plantenziektenkundige Hienst te Wageningen en de in verschillende kaatsen gevestigde ambtenaren Van dezen dienst zoomede de Rijkstuinbouwconsulenten in- kchtingen daarover. He secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van Handel, Nijverheid en Scheep- ^aart, heeft als diploma, uit het bezit waarvan bet voldoen aan de in het Vestigingsbesluit ®roodbedrijven 1938 bedoelde minimum-eischen *ah handelskennis voor het broodbakkers- en "et broodverkoopersbedrijf kan blijken, aange wezen het einddiploma eener Handelsavond school met 5-jarigen cursus. Eischt het water in den zomer vele slachtoffers, nu de avonden en nachten in 'deze regenperiode, waarin wij tevens ook nog zoo goed als van maanlicht verstoken zijn, in volslagen duisternis gehuld zijn, is het verdrinkingsgevaar zeer groot. Dagelijks lezen en hooren wij, dat er menschen „misleid door de duis ternis" te water zijn geraakt en verdronken. Zeg niet: „Dat zal mij niet gebeuren, ik kijk wel uit." Ook zij hebben dat misschien gezegd en ofschoon zij ook wel goed opgelet zullen hebben, werd het toch hun laatste wandeling. Men kan niet voorzichtig genoeg zijn; het zaklantaarntje schijnt nu eenmaal geen voldoende veiligheid te waarborgenéén misstap kan voor u en de uwen de ergste gevol gen hebben. Blijft derhalve des avonds thuis, tenzij gij u uit hoofde van uw beroep of anderszins nood zakelijk op straat moet begeven; neemt in dit laatste geval geen risico en kijkt niet op 'n kwartier tje, want vooral nu is haastige spoed zelden goed. Ook het gevaar op den beganen grond is groot. De verlichte eeuw tast letterlijk in het duister, met alle gevolgen van dien. Ondanks alle gemopper over schaarschte aan het bij de mannen nu eenmaal zoo geliefde rookgerei ziet men- over het algemeen nog velen rooken. Sigaar, sigaret en pijp zijn nu eenmaal vrien den, van wie men blijkbaar moeilijk afstand kan doen. Op zichzelf zal een ieder daar zeker vrede mee kunnen hebben, ware het niet, dat er velen zijn, die er ook daar geen afstand van kunnen doen, waar het rooken verboden is. Zoo hebben de Nederlandsche Spoorwegen, die waarlijk niet gauw over hun klanten kla gen, dezer dagen hun hart eens tegenover ons uitgestort over het euvel, dat er zoo ontzaglijk veel gerookt wordt in de coupe's, die bestemd zijn voor die reizigers, die geen behoefte aan „een sigaretje" voelen en al evenmin aan ta baksrook. Die menschen zijn er en zij hebben recht op „een rookvrije schuilplaats".... Den- Spoorwegen zelf kan het rooken onver schillig zijn en zij zouden met genoegen in eiken coupé een asebbakje aanbrengen als er niet die talrijke reizigers en reizigsters waren, die op rook noch rookgerei prijs stellen. Het euvel van het rooken in de coupé*s WStar dit verboden is, heeft den laalsten tijd weer dergelijke afmetingen aangenomen, dat de spoorwegen ons verzocht hebben, er bij het pu bliek op aan te dringen, zich ook in dit opzicht toch vooral aan de regels te houden, omdat men anders zijn mede-reizigers ernstig hindert en men den last van het contröiepersoneel onnoo- dig. verzwaart. Het personeel is nog eens door middel van een dienstorder met nadruk onder het oog ge bracht, dat het op een juiste naleving der be palingen krachtig moet toezien. Het gerechtshof te 's Gravenhage heeft arrest gewezen in een civiele procedure tusschen het magazijn „Record" te 's Gravenhage en de N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoveh. Philips stelde, dat zij houdster is van be doelde octrooien en dat „Record" radiotoestel len, waarin deze octrooien zijn toegepast, re pareert. Philips eischte stopzetting van die handelin gen en betaling van een dwangsom van f 500 voor iederen keer, dat Record daaraan niet zou voldoen. De Haagsche rechtbank heeft deze vordering toegewezen. Het onrechtmatige van „Record"'s daad zag Philips voornamelijk hierin, dat de re parateur weet, door het verleenen van zijn diensten, mede te werken aan verlenging van den levensduur van een toestel, dat met in- breukmaking op de rechten van een octrooi houder is vervaardigd en in het verkeer ge bracht, daarmede gebruik makende van die rechtschennis en het voortzetten daarvan in de hand werkende. De rechtbank zag in dit laatste het meest klemmende argument voor haar oor deel, dat deze reparateur handelt op een wijze, welke indruischt tegen de zorgvuldigheid, die hij tegenover de belangen van den octrooihou der in acht moet nemen. Van dit vonnis kwam „Record" in hooger be roep. Het Hof heeft nu overwogen, dat de daad van appellante niet is een handeling, welke indruischt tegen de zorgvuldigheid in het maat schappelijk verkeer, welke betaamt ten aanzien van eens anders goed, hetgeen reeds hieruit blijkt, dat Philips betoogd heeft, dat voor het bereiken van een effectieve octrooibescherming aparte repressie der reparatie zeer noodig zou zijn. Waar de wetgever zich in de Oetrooiwet heeft uitgesproken in hoever hij octrooibescherming wil en daarbij kennelijk niet de reparatie van octrooischendende toestellen heeft willen onder drukken aldus het Hof spreekt het van zelf, dat die reparatie ook al weet de repa rateur, dat het toestel octrooischendend is als zoodanig niet een handeling is, welke in druischt tegen de bovenbedoelde zorgvuldigheid en art. 1401 B. W. niet kan dienen oen een meer effectieve octrooibescherming te bereiken dan de octrooiwetgever gewild heeft. Alleen één der handelingen van artikel 30 der Oetrooiwet, verricht zonder daartoe gerech tigd te zijn, levert inbreuk op op het betrokken octrooi, zoodat reparatie van een octrooischen dend toestel in geen geval als een inbreuk op het octrooi mag worden beschouwd. Hét Hof heeft op dezen grond het vonnis der rechtbank vernietigd. Ingevolge het bepaalde in het Oude materia len- en afvalstoffenbesluit no. 1 is het een ieder verboden, oude materialen en afvalstoffen te vernietigen, weg te werpen of zoo te bewaren, dat hierdoor hun waarde als grondstoffen voor industrieele bewerking wordt verminderd of te niet gedaan. Zooals bekend is, zullen de afvallen worden verzameld en voor zoover mogelijk als grondstof voor de industrie bruikbaar gemaakt. Daar het verbod voor iedereen geldt, zoo dat ziekenhuizen, klinieken en alle andere inrichtingen, waar patiënten een genees kundige behandeling ondergaan, daaronder zijn begrepen, heeft de directeur van het Rijksbureau voor Oude materialen en af valstoffen, met het oog op het besmettings gevaar, dat aan het bewaren van gebruikt verbandmateriaal is verbonden, bepaald, dat ten aanzien van deze afvallen het verbod niet zal worden toegepast. De uitspraak in dé zaak tegen twee ver dachten, die in het blad „De Doodsklok" be- leedigende artikelen zouden hebben geschreven, heeft de Amsterdamsche rechtbank voor on- bepaalden tijd aangehouden. Het O.M. had tegen ieder twee maanden voor waardelijk en f 200.boete geëischt. De Rotterdamsche politie heeft na een uitgebreid onderzoek zes mannen gearres teerd wegens inbraak, heling en diefstal van veertien vaten roomboter en zes kisten ge condenseerde melk. In den nacht van 31 October op 1 November werd ingebroken in een boterverpakkerij in de Adrianastraat te Rotterdam. Uit het onderzoek bleek spoedig, dat -de buit, die ongeveer 1000 k.g. zwaar was, in twee vrachten vervoerd was. Terwijl het onderzoek werd voortgezet, deelde een zobn van den benadeelde mede, dat een on bekende hem de gestolen roomboter had aan geboden. De bestolene kon dus zijn eigen waar terugkoopen. De politie besloot op den koop in te gaan. Een inspecteur begaf zich op het overeenge komen tijdstip naar een bepaalde straat, waar hij den verkooper van de boter trof. Nadat de politieman had meegedeeld, wel zin te hebben in de party, werden de onderhandelingen in een café voortgezet. Na rijpelijk overleg werd afge sproken, dat de adspirant-kooper de partij met zijn eigen vrachtauto zou komen halen; omdat men hem echter niet geheel vertrouwde, mocht hij de bergplaats van het gestolene niet weten, maar werd overeengekomen dat men een pak huis zou huren, waar de auto geladen zou wor den. Natuurlijk was de auto, bemand met een re chercheur, er prompt op den aangewezen tijd, en terwijl de inspecteur met den verkooper in een café bleef, gingen de rechercheur en een andere inspecteur het pakhuis binnen, om den auto te laden. Het bleek, dat tien vaten boter en zes kisten, ieder inhoudende 48 busjes gecondenseerde melk, aanwezig waren. In het pakhuis waren toen de twee mannen, die, naar later bleek, de inbraak hadden ge pleegd, een 37-jarige havenarbeider en een 32- jarige bakker. Ook kwamen daar een 25-jarige bakker, een broer van den vorigen verdachte en de verkooper, een 34-jarige emballeur. Behalve deze lieden waren twee inspecteurs van politie en een rechercheur aanwezig. Toen de wagen geladen was, werd den inspec teur om de „afrekening" verzocht en deze kwam spoediger en in anderen vorm dan men gedacht had. Op een wenk van den inspecteur trokken de politiemannen him pistool en maakten zich bekend. Drie van de geknipte .misdadigers gaven zich gewonnen, maar de laatste, de havenarbeider Van L., sprong op den rechercheur af, om zich met geweld een doortocht te banen. Uit zelfverdediging loste de rechercheur hier op een schot, waardoor de arrestant getroffen werd. Hij werd pier auto van den G. G. D. naar een ziekenhuis vervoerd en moest daar ter verple ging worden opgenomen. De waarnemend secretaris-generaal, waarne mend hoofd van het departement van Sociale Zaken, heeft aan de gemeentebesturen een rond schrijven gericht, waarin hij verklaart, dat Pra- sident Jakob, Jeider van de Geschaftsgruppe Soziale Verwaltung, hem heeft medegedeeld, dat op grond van een beslissing van den Reichs- arbeitsminister de echtgenooten en kinderen van Nederlandsche arbeiders, die in Duitschland werken, wanneer deze zich als regel in het binnenland bevinden en niet op grond van an dere wettelijke bepalingen recht op geneeskun dige behandeling hebben, overeenkomstig de Reichsversicherungsverordnung geneeskundige behandeling kunnen genieten evenals de ver strekking van geneesmiddelen en kleine heel middelen, en, zoo noodig, ziekenverpleging, naar de rechtsvoorschriften betreffende familiezie kenhulp en familieweekhulp en de bepalingen der ziekenkassenvoorschriften. Voorts is bij de zelfde beslissing van den Reichsarbeitsminister bepaald, dat in Duitschland werkende Neder landsche arbeiders, die bij een Duitsche zieken kas verzekerd zijn, wanneer zij wegens ziekte naar Nederland terugkeeren, de geneeskundige hulp ook in Nederland kunnen bekomen, indien de betreffende Duitsche ziekenkas in het terug keeren van den betrokken arbeider heeft toege stemd. De behandeling van verzoeken om deze ge neeskundige hulp of verpleging is voor het ge- heele land opgedragen aan de „Allgemeine Orts- krankenkasse" te Juelich, Rheinland. Om de behandeling van zaken te bespoe digen, heeft de „Allgemeine Ortskranken- kasse" te Juelich, met toestemming van den Reichsarbeitsminister en van President Ja kob, een filiaalkantoor in Den Haag geves tigd, dat tot taak heeft, de verzekeringsrech ten van bedoelde personen en gezinnen te verzorgen. De waarnemend secretaris-generaal verzoekt aan de gemeentebesturen, hun volledige mede werking te verleenen en voor een snelle behan deling van de voorkomende zaken tl zorgen. De bijstand houdt in: geneeskundige behandeling voor den duur van 26 weken; behandeling door een tandarts voor den duur van 26 weken; geneesmiddelen voor den duur van 26 weken; hulp van een vroedvrouw; ziekenhuisverpleging tot en met vier weken geheel op kosten van het ziekenfonds; van de vijfde tot en met de dertiende week betaalt het ziekenfonds 50 pet. van de kosten van de ver- plaging voor de derde klas. Het in Den Haag opgerichte filiaal van de Allgemeine Ortskrankenkasse Juelich (Rhld.) is verplicht, voor de uitvoering zorg te dragen. Aan de burgemeesters is ook verzocht, mee te deelen, hoeveel in Duitschland werkzame Neder landers in hun gemeente woonachtig' zijn en hoeveel van deze bewoners zijn van het grens gebied, die 's avonds na den arbeid naar Neder land terugkeeren. De andere arrestanten werden hierop zonder verzet naar het politiebureau overgebracht. Bij het voortgezet onderzoek werd ook het pakhuis ontdekt, waarheen de boter direct na de inbraak gebracht was. De eigenaar daarvan, een 52-jarige opkooper, was geheel op de hoogte van wat er in zijn pakhuis gebeurde en werd eveneens in arrest gesteld. Ten slotte vond men de resteerende drie vaten boter in den kelder van een banketbakkerswin kel op den linker Maasoever, die gedreven werd door een broer van twee andere arrestanten. Ook deze man werd gearresteerd. De vijf verdachten zullen heden naar het huis van bewaring worden overgebracht, waar zij ter beschikking van de justitie zullen worden gesteld. De gewonde moet in het ziekenhuis ver pleegd worden. Men schrijft aan het A.N.P.: Het benzine- vraagstuk heeft er toe geleid, dat thans vele auto's uitgerust zijn met generatoren, welke ge stookt worden met hout of turf. De onderdee- len voor het vervaardigen van deze generatoren zijn echter in beperkte mate voorradig, terwijl ook de benoodigde brandstoffen, in verband met de aanwezige voorraden, niet ongelimiteerd gebruikt mogen worden. Voor den inbouw van een gasgenerator is dus een vergunning noodig. Wil men zulk een vergunning verwerven, dan wendt men zich, na een daarvoor bestemd for mulier te hebben ingevuld, tot den rijkshoofd inspecteur van het verkeer van de provincie, waarin men woont, op welk formulier de ge gevens over den wagen moeten worden vermeld en de reden, waarom men tot inbouw van een generator wenscht over te gaan. Dit formulier wordt doorgezonden aan de rijksverkeersinspec tie in dezelfde provincie, die nagaat, of-de in bouw van een gasgenerator verantwoord is. Personenauto's en kleine bestelwagens ontvan gen gewoonlijk geen toestemming. De rijksver keersinspectie zendt op haan beurt de goedge keurde formulieren door naar een derde instan tie, het Centraal Bureau voor Industrialisatie (C.I.V.L) te Den Haag, hetwelk uiteindelijk de vergunning voor het aanbrengen van een gas generator verleent. Een andere oplossing voor het vervangen der benzine is het lichtgas, dat in een ballon boven op den wagen meegevoerd kan worden, of wel samengeperst in cylinders. Twee kubieke meter lichtgas staat ongeveer gelijk met een liter ben zine, zoodat het rijden op lichtgas goedkooper is. In verband met de geringe hoeveelheid licht gas, welke in ballons meegevoerd kan worden, zullen de auto's Welke ermede zijn uitgerust, slechts kleine afstanden kunnen rijden. De aan- legkosten zijn echter zeer gering, terwijl geen toestemming noodig is van de C.I.V.I., doch al leen van de rijksverkeersinspectie. In gecomprimeerden vorm kan men een veel grootere hoeveelheid lichtgas meevoeren Voor dit doel worden cylinders in den handel gé bracht, welke een druk van 125 tot 200 atmo sfeer kunnen verdragen. Een nadeel is echter weer, dat de vulling slechts kan geschieden in die plaatsen, waar men over compressors be schikt en in Noord-Holland zijn dit nog slechts Amsterdam, Haarlem, Hilversum, Bussum, Zaan dam, Velsen, Alkmaar en Schagen. In den handel zijn cylinders met een inhoud van 36 kubieke meter, bij een druk van 200 at mosfeer Verkrijgbaar. Een auto, welke een ver bruik van een op zeven heeft, kan hiermede dus engeveer 130 km. afleggen. Het plaatsen van de 450 kg. wegende instal latie geschiedt in den koffer of onder de ach terzitting. Men dient echter eerst toestemming van de C.Ï.V.I. aan te vragen, alvorens tot ver bouwing over te gaan. Voor het vervaardigen van 1000 kubieke meter lichtgas zijn namelijk 2500 k.g. kolen noodig en indien de aanvragen voor vergunningen talrijk zouden worden, zou de kolenvoorziening gevaar kunnen loopen, zoo dat ook hier regelend dient te worden opgetre den. Ten slotte wijzen wij nog op de mogelijkheid den wagen uit te rusten met accu's, welke on der den motorkap geplaatst kunnen worden, nadat de motor is verwijderd. Een kleine perso nenauto kan met twaalf zes volt accu's een af stand van 60 a 70 kilometer afleggen. Inhoud: STUDIE-JAREN EN BEKEERING. DE BOETEPREDIKER. ANDERE WERK ZAAMHEDEN EN DOOD. (Broeders en Zusters des gemeenen levens - Windesheim - Verhandelingen, preeken, brieven en ver talingen) Bestelt per giro bij het Verzendhuis van het Geert Groote Genootschap te 's-Hertogen- bosch (giron. 44882) of bij den boekhandel „Verdachte is een internationale oplichter en zwendelaar, die een strenge straf moet hebben", aldus uitte zich de officier van Justitie, mr. Meischke, voor de Rotterdamsche rechtbank, toen de 35-jarige tuinbouwkundige J. J. A. uit Den Haag terecht stond. In Juni had verd. onder valsche voorwendsels een Rotterdammer tot afgifte van diens auto bewogen. Verdachte's auto was defect geraakt en omdat de garagehouder, waar hij zijn wagen had ge bracht, de herstelling niet kon verrichten, had hij dezen gevraagd, of hij niet een auto van iemand anders kon leenen. De garagehouder had het adres van een koopman opgegeven, naar wien verd. zich had begeven. Verd. was gekleed in een uniform van een be paalde partij en had een hakenkruis op den arm. Hij bediende zich van de Duitsche taal en had den indruk gewekt, alsof hij veel macht had. Hij zeide gouwleider van de NS.N.A.P. te zijn en in Nederland evenveel macht te bezitten als ar. Göbbels in Duitschland. De koopman had zijn auto tegen een ont vangstbewijs voor den tijd van veertien dagen afgestaan. Uit het verhoor Week, dat verd. reeds een groot aantal malen is veroordeeld in Nederland, Duitschland en Zwitserland, o.a. wegens oplich ting en bedelarij. Dr. E. A. van Rappard, leider van de NENA. P., zeide, dat hij verd. niet als gouwleider van een der beide N.S.N.A.P.-partijen kende. De officier, mr. Meischke, achtte het ten laste gelegde bewezen en eischte de maximum-straf van drie jaren. Mr. J. A. Roest van Limburg pleitte uiterste clementie. Uitspraak 21 November. De gemeenteraad van Castricum heeft enkele weken geleden tot tijdelijk wethouder benoemd den heer Spaansen. De burgemeester maakte daartegen bezwaar, omdat hij den heer Spaan sen ongeschikt achtte en deelde mede, het raadsbesluit aan den secretaris-generaal van Binnenlandsche Zaken ter vernietiging te zullen voordragen. Het Handelsblad meldt, dat de secretaris generaal geen aanleiding heeft gevonden het raadsbesluit te vernietigen. De Nederlandsche melkcentrale zal, naar D. N. B. uit Brussel meldt, met toestemming van de Duitsche autoriteiten tot September 1941 een groote hoeveelheid kaas naar België uitvoeren. Een deel is reeds verzonden. Naar wij vernemen heeft de directie der N. S. aan het personeel medegedeeld, dat zij, met het oog op de bijzondere tijdsomstandigheden, voornemens is te bevorderen dat de geldig heidsduur van het R- D. V- (Reglement Dienst- voorwaarden) 1938 (dat geldig is tot en met 1940) met één jaar zal worden verlengd, waar door dat Reglement dan tot het eind van 1941 van kracht zal blijven. Te Amersfoort is Woensdagavond half negen de 71-jarige B. aan de Groote Koppel te water geraakt en verdronken. De slager G. te Kessel (L.) kwam, na een korte afwezigheid uit zijn winkel, tot de ont dekking dat een bedrag van 150 gld. uit de toonbanklade verdwenen was. De heeren Y. K. de Boer te Haren (Gr.) en G. H. Smits te Groningen zijn tot wederopzeg- gens toegelaten als privaat-docent bij de facul teit der rechtsgeleerdheid aan de rijksuniversi teit te Groningen om onderwijs te geven in: Het noterieele en het fiscale recht en in het fiscale recht. Voor het tijdvak van 1 November 1940 tot 1 Januari 1941 is benoemd tot tijdelijk leeraar aan de Rijkstuinbouwschool te Lisse, W. F. L. Mügge te Haarlem. Voor het tijdvak van 1 October 1940 tot 1 Oc tober 1941 zijn weder benoemd tot tijdelijk leeraar aan de Rijkslandbouwwinterschool te Leeuwar den H. P. Ferwerda, mr. P. van den Herberg, A. C. Nubé en P. Sjollema, allen aldaar, en J. Keestra te Marssum, gem. Menaldumadeel. Voor het tijdvak van 1 October 1940 tot 1 Oc tober 1941 is weder benoemd tot tijdelijk leeraar aan de Rijkslandbouwwinterschool te Leeuwar den ir. H. C. Muller aldaar. Nadruk verboden Zooals reeds gezegd, waren er twee vensters eriicht, één rechts en één links van den in- Bapg Toch kon men, hoewel zij tot gelijkvloers gelegen vertrekken behoorden, niet naar binnen 5'iken, want zij waren behangen met zorgvuldig °egeschoven gordijnen van gele zijde. Silas greep den ijzeren klopper, die de bel ver eng en liet hem neerkomen op de deur. Onmid- daarop ging het licht rechts van den ih! 'gang uit. Sch lerp detective, die 't huis en zijn omgeving opnam, vroeg den majoor, of hij er UJJUOJUA, ViUCg Voeger reeds was geweest. •.Neen," luidde het antwoord; „alleen mijn U"°uw en dochter brachten vroeger de familie ^'Wingen nu en dan een bezoek. Eens of twee- j?aal waren zij er, als ik mij niet vergis, op de ®e genoodigd." .t Verwondert mij, dat men op een zoo een- gelegen villa geen hond houdt." "Ja, maar ik weet, dat de Algingens vroe ger eea herdershondhaddon..die om zijp. hoos- aardigheid in heel den omtrek berucht was. Mijn vrouw was zeer bang voor het valsche en woeste dier, hoewel het de vrienden van den huize nooit lastig viel. Zij hebben den hond waarschijnlijk verkocht, of hij is misschien weg- geloopen." Intusschen hoorde men binnen slepende stap pen en de deur ging open. Een negerin stond grijnzend voor de be zoekers. Dezen zetten groote oogen op, want in die streek zag men slechts bij hooge uitzonde ring zwarten, en de majoor kon zich niet her inneren, dat zijn vrouw en zijn dochter ooit van een zwarte dienstbode bij de Alwingens had den gerept. Hij zeide haar nu, dat zij gekomen waren om den heer en mevrouw Alwingen te spreken, en verzocht hen aan te dienen. Daarbij gaf hij haar zijn kaartje. Maar de vrouw keek hem dom aan, schudde het wollig hoofd en zei: „Neen.... hier geen massa Alwingen. Hier enkel missis Forster en massa Charlie.... en massa Charlie uitgegaan." De majoor en Hempel keken elkaar ver bluft aan. „Goed," zei de detective; „dien ons aan bij mevrouw Forster." „Missis Forster geen vreemde menschen ont vangen. Missis Forster is een Fransche; geen Duitsch verstaan, maar Sally wel." 3ij wilde eenvoudig de deur weer sluiten, maar Hempel zette snel den yoet in de opening, „Neen, miss Sally, zoo niet! Wij moeten in ieder geval mevrouw Forster spreken, en laten ons niet afwijzen. Zeg dat uw meesteres, en ook, dat wij gaarne Fransch met haar spreken, als zij geen Duitsch kent." Daarbij had Silas met onweerstaanbaar ge weld de deur opengeduwd, en was met den majoor de vestibule binnengekomen. Dit energiek optreden scheen op Sally in druk te maken; want zij grijnsde niet meer en verwijderde zich naar links, waar zij ver dween achter een deur, na eerst nog den indringers een boozen blik toegeworpen te hebben. Silas fluisterde Marchstatten in het oor: „Laat mij het woord .doen en verraad voor al niet, dat ik van de politie ben. De zaak kan heel onschuldig zijn; maar in ieder geval moe ten wij te weten komen, wat voor menschen hier de Alwingens hebben opgevolgd en hoe die verandering heeft plaats gegrepen." Op dat oogenblik verscheen de negerin weder: „Missis Forster u wachten!" XVI De majoor en Silas werden door een smalle, donkere hall, waar de negerin eerst nu het electrisch licht aandraaide, naar een kleinen, eleganten salon geleid, waar de meubelen met mosgroene zijde waren bekleed. De vloer was bedekt met een Perzisch tapijt van dezelfde kleur. Rond een ebbenhouten, met zilver in gelegd tafeltje stonden zeer moderne clubfau teuils en de yensters hadden groen-zyden gor dijnen. Alles getuigde van weelde en goeden smaak. In een hoek van de sofa, vóór een staande lamp, zat een dame op leeftijd; zij was geheel in zwart fluweel gekleed en droeg een kanten mutje op het zilvergrijze haar. Zij groette Hempel en Marchstatten zeer koel en vroeg ver wonderd, waaraan zij de eer van hun bezoek te danken had; want zij kon zich niet herinneren, ooit kennis te hebben gemaakt met een majoor von Marchst&tten.Zij sprak snel, koel, maar beleefd, na den heeren verzocht te hebben, te willen plaatsnemen. Silas Hempel, die zich had voorgesteld onder een zeer onduilelijk uitgesproken naam 't klonk wel 'n beetje als „Glaskopf" nam onmiddellijk het woord. Hij zeide, dat ze eigenlijk gekomen waren om den eigenaar van de villa Lotos te spreken over een dringende zaak en dat zij niet weinig verbaasd stonden, de familie Alwingen hier niet meer aan te treffen. Daar de zaak 'n kwestie van groot belang was, hadden zij zich niet laten afwijzen, in de hoop, dat mevrouw wel zoo goed zou zijn, hun te vertellen, hoe die verandering had plaats gegrepen en waar zij nu den heer Alwingen konden vinden. Silas Hempel was de Fransche taal volkomen machtig en doorspekte zijn redevoering met zulke hupsche complimenten, dat mevrouw For ster een paar maal vergenoegd glimlachte. Haar antwoord klonk dan ook nog al vriendelijk. „Ik begrijp u," sprak zei. ,,'t Is voor u een teleurstelling, hier in plaats van uw vrienden of kennissen een vreemde aan te treffen. Maar dat is gemakkelijk uit te leggen: ik heb de villa gehuurd, toen de heer Alwingen en de dames naar het buitenland vertrokken." „Ozijn de Alwingens naar het buiten land vertrokken? Wanneer dan?" „Reeds in September en 't verwondert mij, dat vrienden van hen daarvan niet op de hoogte zijn." Dat klonk een beetje spottend.... Silas beet zich op de lippen, maar zei snel en zonder een zweem van verlegenheid; „Dit is eenvoudig hieraan toe te schrijven dat de majoor en ik eerst eenige dagen geleden van een lange reis zijn teruggekeerd. Mevrouw zal begrijpen, dat we niets wisten van de ver andering. Mag ik vragen, waar de familie Al wingen thans verblijft?" „Voor zoover mij bekend wilden zij voor een jaar naar Parijs. Hun adres aldaar kan ik u niet geven. Ik geloof ook niet, dat mijn zoon het kent, want wij hebben gehuurd door tusschenkomst van een agentschap." „Jammerik bedoel voor ons. Want nu weten wij niet, waar den heer Alwingen te vinden." Hij scheen na te denken. Toen vroeg hij be langstellend: „En mevrouw zal voor den heelen duur van de afwezigheid der familie Alwingen hier in de villa blijven?" „O, dat weet ik natuurlijk nog niet. 't Zal van mijn zoon afhangen.... Hij iS dokter, want hij houdt zich uitsluitend bezig met wetenschappelijke navorschittgen en proefne mingen. Daarvoor heeft hij volslagen rust noo dig, en met 't oog daarop zijn wij naar Europa gekomen." „Ik dacht, dat mevrouw Fran?aise was?" „Ja, ik ben te Parijs geboren, doch heb een Amerikaan getrouwd. Mijn man was mijneige naar. Wij woonden te New-York, maar Charlie ik bedoel mijn zoon heeft te Parijs gestu deerd. Toen ik weduwe werd, nu een jaar ge leden, ging ik inwonen bij mijn zoon, die toen maals te Weenen een specialen -cursus in de verloskunde volgdemaar dit alles zal u weinig interesseeren."' „Integendeel mevrouw, iedereen zal met be langstelling naar u luisteren." „Maak een oude vrouw toch geen compli menten, mijnbeer.... pardon, hoe is uw naam ook weer?" „Glasrotter. Maar, hoe kunt gij van ,oud" spreken? Een zoo aantrekkelijke vrouw...." „Ziet u dan mijn grijs haar niet?" Mevrouw Foster lachte. „Genoeg, genoeg, mijnheer Glasrotter. Spre ken wij over iets anders.Waar zijn we zooeven gebleven?" „U ging te Weenen inwonen bij uw zoon," antwoordde Silas. Juist. En zoo kwamen wij nu en dan te G. Mijn zoon had rust en stilte noodig; in de krant lazen we een advertentie, waarin een af gelegen villa voor een jaar te huur werd aan geboden. Charlie begaf zich naar G. om met den eigenaar te onderhandelen (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3