EEN MAASTRICHTSCHE ONDERWERELD
HH—gmmm*
vijand
eheimzinnige
DOOR DRAAIENDE AS
GEGREPEN
WOENSDAG 13 NOVEMBER 1940
Deviezenbesluit gewijzigd
Ned. Middenstandsbond
Gevaren der duisternis
Diefstal van levens
middelen
A -
Reusachtige schuilkelders
ontsloten
In duisternis op onverlichte
bakfiets
Jongetje tusschen draaibrug
bekneld
Het Unie-vlaggetje
DE BROODPRIJZEN
Beschikken over waarden ten
gunste van ingezetenen van
het Duitsche Rijk
Prof. Dr. K. F. WENCKEBACH
OVERLEDEN
Vervoerkosten grensarbeiders
Den Haag neemt maatregelen
tegen het te water raken
EXTRA - UIT KEERING
AAN ARBEIDERS
Ernstige mishandeling
te Boxtel
Soldaten van den Opbouwdienst
gestraft
ppwiw n |f
H. J. VIESTER t
Jongen door auto gegrepen
en op slag gedood
Aan de gevolgen bezweken
In strijd met het uniformverbod?
Door struikelen te water geraakt
en verdronken
Door auto overreden en gedood
Kind na aanrijding overleden
Sluiswachter verdronken
Ingenieur bij proefnemingen
gedood
Limiet gesteld voor verhooging
UIT DE STAATSCOURANT
Landbouwonderwijs
P.T.T.
Hooger Onderwijs
Oudheidkundig bodem
onderzoek
Burgemeesters
door A. Hruschka
De majoor vergezelde haar naar het gerechts*
Het Verordeningenblad no. 36 van 12 Novem
ber bevat een besluit van de secretarissen-gene
raal van de departementen van Financiën, van
Handel, Nijverheid en Scheepvaart en van
Landbouw en Visscherij, waarbij artikel 1 van
het „Deviezenbesluit 1" (67/1940) als volgt
tyordt gewijzigd:
„(1) Het is aan ingezetenen zonder vergun
ning van het Deviezeninstituut geoorloofd, ten
gunste van ingezetenen of ten gunste van na
tuurlijke of rechtspersonen, die binnen het ge
bied van het Duitsche rijk woonplaats hebben
ban wel aldaar gevestigd zijn, over de volgende
Waarden te beschikken, deze te bezwaren of te
Vervreemden:
1. Geblokkeerde vorderingen, wanneer de
Schuldenaar zijn woonplaats binnen het gebied
van het Duitsche rijk heeft dan wel aldaar ge
vestigd is;
2. effecten, uitgegeven door een natuurlijke
of rechtspersoon, die binnen het gebied van het
Duitsche rijk woonplaats heeft dan wel aldaar
gevestigd is;
3. andere onlichamelijke zaken, voor zoover
öc daaruit voortvloeiende vorderingen uitslui
tend kunnen worden geldend gemaakt jegens na
tuurlijke of rechtspersonen, die binnen het ge
bied van het Duitsche rijk woonplaats hebben
ban wel aldaar gevestigd zijn;
4. binnen het gebied van het Duitsche rijk
gelegen onroerende goederen.
(2) De vrijstellingen, bedoeld in het eerste
bd, gelden ten aanzien van de daarin genoem
de waarden slechts, indien:
1? deze waarden 1 November 1940 aan inge
zetenen toebehoorden dan wel na dit tijdstip
middellijk of onmiddellijk door tegeldemaking
Van zoodanige waarden of door. overmaking
Over de Nederlandsch-Duitsche clearing van de
benoodigde bedragen zijn verkregen en
2. de beschikking over deze waarden, de be
zwaring of de vervreemding er van krachtens
de Duitsche bepalingen zonder vergunning kan
geschieden.
(3) Overmakingen tusschen hetgebied van
het Duitsche rijk en het bezette Nederlandsche
gebied op grond van beschikkingen, bezwarin
gen of vervreemdingen ingevolge het eerste lid
mogen slechts over de Nederlandsch-Duitsche
clearing geschieden.
(4) Geldswaardige papieren en documenten,
Waarin vorderingen zijn belichaamd en waarbij
de schuldenaar der geldswaardige papieren en
Vorderingen binnen het gebied van het Duitsche
•ijk zijn woonplaats heeft dan wel aldaar ge
vestigd is, zoomede effecten, uitgegeven door
e«n natuurlijke of rechtspersoon, die binnen dit
gebied woonplaats heeft dan wel aldaar geves
tigd is, mogen zonder vergunning van het De
viezeninstituut naar het gebied van het Duit-
tohe rijk worden uitgevoerd."
Dit besluit treedt in werking op den dag zij
her afkondiging.
Te Weenen is, 76 jaar oud, overleden prof. dr.
H. F. Wenckebach, oud-hoogleeraar in de ge
neeskunde van de universiteit aldaar en van de
Droningsche en de Straatsburgsche universiteit.
Karei Frederik Wenckebach was 24 Maart 1864
te 's-Gravenhage geboren. Hij studeerde te
Utrecht en was eenige jaren arts te Heerlen,
toen te Utrecht. Daar ook heeft hij het hoog
leraarsambt bekleed voor de inwendige genees
kunde. In 1911 werd hij te Straatsburg be-
hoemd als professor. In 1914 volgde zijn benoe
ming te Weenen.
Wijlen prof. Wenckebach heeft belangrijke on
derzoekingen gedaan over de functie van het
hart
In een te Utrecht gehouden vergadering van
den Bondsraad van den Nederl. Midden
standsbond wees de voorzitter, de heer L. de
Uroot, er op, dat de drang naar eenheid zich
thans over de geheele linie sterk demonstreert.
De actie Middenstandsoffer 1940 en de wijze,
Waarop in bijna alle vakorganisaties werd sa
mengewerkt om getroffenen bij te staan, bewijst
dit.
Spreker wees op de Nederlandsche Midden
stands-Centrale,* waarvan groote verwachtingen
Worden gekoesterd. Voor den Middenstandsbond
fcelf blijft echter nog belangrijk cultureel werk
°ver. Het onderwijs krachtens de Vestigingswet
kleinbedrijf is volksontwikkeling van de eerste
°rde.
By de rondvraag kwamen ter sprake de strijd
tegen personeels-inkoopvereenigingen, de mid-
henstandsbelangen bij den herbouw van Rotter
dam en andere geteisterde gemeenten, alsmede
de toekomstige taak van de plaatselijke stands-
Organisaties en de activeering der districten.
Dezer dagen is onder leiding van den heer
Uazelhoff, ambtenaar van het Ryksarbeidsbu-
Zeau in Den Haag, te Hengelo een bespreking
Behouden met vertegenwoordigers van Twent-
sche gemeenten over de regeling van het toe
kennen van bijdragen in de kosten van vervoer
Van grensarbeiders. Naar aanleiding dezer be
spreking is, onder Intrekking van de tot nu toe
terzake geldende regelingen, bepaald, dat aan
Arbeiders, die als grensarbeiders in Duitschland
Werken, van gemeentewege kan worden vergoed
hetgeen de reiskosten een bedrag van 1.50 per
week te boven gaat.
Echter mag deze bijdrage worden verleend,
indien naar oordeel der betrokken gemeentebe
sturen de totaal-netto-gezinsinkomsten de toe
kenning ervan wettigen. Deze regeling^ is inge
gaan Maandag 11 November en geldt voorloopig
voor drie maanden.
Op 2 September besloot de Haagsche gemeen
teraad, op sommige punten houten hekken langs
grachten te plaatsen, om ongelukken door het
te water raken bij duisternis zooveel mogehjk
te voorkomen.
De getroffen voorziening bleek niet voldoende
te zyn, zoodat de eisch werd gesteld, dat langs
het water gelegen voet- en rijwielpaden geheel
zouden worden afgezet. Hiermede was spoeds
halve reeds een begin gemaakt en 5 k.m. hek
ken waren reeds geplaatst, toen de algemeen
gemachtigde voor den Wederopbouw tegen het
gebruik van hout protesteerde, in verband met
de schaarschte.
Besloten is nu, deze afrasteringen te maken
van betonnen palen en glad ijzerdraad. Deze
voorziening zal moeten worden aangelegd, over
een lengte van 19 k.m., waarvan de kosten wor
den begroot op 24.300. De 5 k.m. houten hek
ken kostten 4.600. In verband hiermede wordt
voorgesteld de begrooting te wijzigen door ver
hooging van de uitgaven in verband met den
luchtbeschermingsdienst met 28.900 en on
voorziene uitgaven met 21.100, waartegenover
staat een verlaging van de post „onderhoud
der lantaarns en verdere kosten der verlichting"
met 50.000.
Naar wij vernemen, hebben diverse bp de Fa
brikantenvereniging, gevestigd te Enschede, aan
gesloten werkgevers het voornemen, in Novem
ber nogmaals een extra-uitkeering te doen aan
de arbeiders, wier werkgelegenheid niet onbe-
langrijk is ingekrompen.
Op verzoek dezer organisatie heeft de wnd.
secretaris-generaal wnd. hoofd van het depar
tement van Sociale Zaken, kunnen goedkeuren,
dat bp de berekening der desbetreffende steun-
uitkeeringen deze extra-gift buiten beschouwing
wordt gelaten.
Het gerechtshof te 's Hertogenbosch behan
delde in hooger beroep de strafzaak tegen P. B.
te Boxtel, die door de rechtbank te 's Herto
genbosch was veroordeeld tot twee maanden
gevangenisstraf met toewyzing van de civiele
vordering ten bedrage van f 43.50, ter zake,
dat hij op 3 April jj. te Boxtel H. van Woensel
met een riek op den arm had geslagen, waar
door deze een gecompliceerde fractuur van de
ellepijp opliep. De eisch luidde twee maanden
gevangenisstraf. Arrest over twee weken.
Dinsdag heeft de rechtbank te Arnhem uit
spraak gedaan in een strafzaak tegen vier sol
daten van den Opbouwdienst, die een groote
hoeveelheid levensmiddelen hadden gestolen.
Twee van de vier verdachten waren gedeti
neerd, n.l. de 29-jarige fabrieksarbeider H. G.
L. en de 23-jarige kantoorbediende J. de K.
uit Rotterdam.
Eerstgenoemde werd wegens het stelen van
twee pakken boter, tien pakken vet, drie blik
ken vleesch en drie pakken thee veroordeeld
tot twee maanden gevangenisstraf met aftrek
der preventieve hechtenis en twee maanden ge
vangenisstraf voorwaardelyk met een proeftyd
van 3 jaar. Er was een gevangenisstraf van
vier maanden, waarvan twee maanden voor
waardelyk met een proeftijd van drie jaar en
met aftrek van de preventieve hechtenis tegen
hem geëischt.
Hij werd onmiddeliyk in vrijheid gesteld.
Tegen de K., die voor een waarde van f 60.
had gestolen en die een handeltje met het ge-
stolene had gedreven, was dezelfde straf ge-
requireerd. De rechtbank veroordeelde hem tot
twee maanden gevangenisstraf met aftrek van
de preventieve hechtenis en vier maanden voor-
waardelpke gevangenisstraf met een proeftyd
van drie jaar. Ook hü herkreeg zyn vrijheid.
Tegen den 26-jarigen metaalbewerker W. K.,
die een aangebroken pakje thee had weggeno
men, en den 24-jarigen chauffeur D. K., die drie
pakjes thee en en zakje koffieboonen stal, had
de officier van justitie f 15.boete, subs. 10
dagen hechtenis geëischt. De rechtbank veroor
deelde hen conform den eisch.
'"i- 'ft,'
Behalve een principieele beslissing in
zake den aanleg van een tram nam de ge
meenteraad van Maastricht onlangs nog
een belangrijk besluit, nml. om de onder-
aardsche gangen der voormalige vesting
werken ten Westen van de stad als schuil
kelders in te richten. Het betreft hier de
z.g. Hooge en Bosschen Fronten, plaatse-
ïyk meer bekend als „de Werreke", onder-
grondsche labyrinthen der fortificaties ont
staan tegen het einde der achttiende en in
het begin van de negentiende eeuw.
Waren ze voor de bewoners van de volks
buurten der naaste omgeving geen „terra in
cognita", die der andere stadsdeelen kenden ze
alleen van reputatie. Die was niet prima en
werd getypeerd door een liedeke der onder-
grondsche folklore waarin het woord „werreke"
rijmde op „verreke" ofwel varken. Inderdaad
gebeurde daar in het ondergrond scire heel wat
dat het daglicht niet verdragen kon. We zullen
daarop niet dieper ingaan, doch herinneren er
alleen aan, dat zich hier bevond het „stem
lokaal" dier lugubere elementen, bekend als spi
ritusdrinkers.
Aan ondergrondsigheden ontbreekt het in
Zuid-Limburg niet. Het meest bekend zyn na-
tuuriyk de labyrinthen in onze mergelbergen,
meer wetenschappelijk juist „overdekte groeven"
geheeten. De St. Pietersberg bij Maastricht gold
eenmaal in de kringen van geologen als een
wereldwonder. Men heeft indertijd uitgerekend
dat onze grotten in tijd van nood honderddui
zenden menschen zouden kunnen opnemen.
Welken weergaloozen schuilkelder Valkenburg
daardoor verwierf heeft men indertijd in dit
blad kunnen lezen.
De St. Pietersberg bleek, wegens de bouw
valligheid van verschillende galerijen, voor zoo
iets minder geschikt en ligt ook al te ver (ruim
een half uur gaans) van de stad voor de meeste
Maastrichtenaren. Toen Limburgs hoofdstad op
11 en 12 Mei met „bevriende bommen" be
strooid werd, er schynen een 60-tal van deze
helsche eieren te zijn gelegd drong zich de
noodzakeiykheid van schuilkelders erg op. Bij
deze gelegenheid bleek, dat de complexen ar
beiderswoningen, gelegen aan den TOnger-
schenweg (lage, niet te zwaar gebouwde huis
jes) daarvan onvoldoende voorzien waren.
Men wist echter, dat deze buurt zich boven
de „Werreke" uitstrekte, al was het maar door
een instorting welke er kort tevoren geschied
de. Men wist het ook doordat de jeugd vooral
er sedert jaren onderaardsche avontuurlijke
tochten waagde, beginnende aan het Aldenhof-
park en zich uitstrekkende tot het goederen
station, over een afstand van wellicht ander-
halven kilometer, ongeacht het nabij gelegen
„Fort Willem",
Wat lag er meer voor da hand dan dat
men dien onderaardsche gangen, een 150-
tal jaren geleden geconstrueerd ten koste
van millioenen guldens, de uiterst nuttige
bestemming van schuilkelders wilde ver-
leenen! Luchtbescherming, dienst der
schuilkelders en zelfs Duitsche militairen
werden erbij gehaald en al deze deskundi
gen betuigden hun instemming.
Wel begrypeiyk: de meeste gangen zijn
bedekt met grondlagen ter dikte van 9 tot
Een gesprek in de Maastrichtsche
onderwereld
(Archief V.KP.)
15 meter, zoodat ze de zwaarste voltreffers
kunnen doorstaan.
In de arbeidersdorpen, gelegen boven de oude
vestinggangen, wonen natuurlijk ook werkloo-
zen en menschen die aan den slag willen. Toen
in de omgeving van overheidswege enkele dee-
len als schuilkelders waren ingericht, door het
aanbrengen van trappen, wilden zy wel „uit
bouwen," meer toegangen openen. Het bleek
immers dat men van uit sommige tuintjes ge
makkelijk in de vestinggangen geraken kon.
Aanvankelijk werkte men zoo wat in 't wilde.
Later verschaften Luchtbescherming en Schuil-
kelderdienst materialen en werd deskundig
toezicht verkregen. Nu is er een 60-tal man
nen van den opbouwdienst aan den slag.
De buurtgemeenschappen hebben intusschen
belangeloos, zij het uit zorg vor eigen veilig
heid, reeds heel wat nuttig werk verricht, als
aanleg eener electrische verlichting, grondver
zet, enz.
Het begint al iets als een attractie vöor
vreemdelingen te worden. Men leidt er de be
langstellenden rond, welke natuurlyk niet ver
geten iets te deponeeren in de bus voor nood-
zakeiyke uitgaven, want b.v. het licht komt nog
voor rekening der buurtbewoners! Dezer da
gen namen ook wy een kijkje in deze befaam
de labyrinthen. Ofschoon we niet heel het do
mein doorkruisen konden (sommige gedeelten
waren wegens de zware regens ontoegankelyk
geworden door instroomen van modder) nam
de excursie vrij veel tyd in beslag. We wandel
den door hoofdgangen van drie meter hoogte,
door dwarsgangen van twee meter, langs tien
tallen nissen, eenmaal bestemd voor onder-
grondsche schutters, we passeerden „botsgan-
gen", kamertjes voor officieren en onderoffi
cieren en kwamen tenslotte nog in een als ka
pelletje ingerichte ruimte, voorzien van mo
derne plafondschilderingen.
Het was overigens erg druk onder den grond.
Tientallen mannen waren bezig met leeghalen
van gangen, indertijd volgestort, met het weg-
kruien van grond, met metselen, versterken, enz.
Men dacht binnen niet al te langen tyd wel
klaar te komen.
Wanneer dan nog de ondergrondsche cham-
pignonkweekery, die ergens den weg verspert,
verdwenen is en enkele ijzeren hebben het bin
nendringen der baldadige straatjeugd beletten,
is het gangenstelsel niet alleen in orde en een
reusachtige schuilkelder ontstaan, doch be
schikt de stad meteen over een nieuwe attrac
tie voor vreemdelingenverkeer. Daarvan zal
men straks wel meer vernemen.
Te Rotterdam is overleden, 67 jaar oud, de
heer H. J. Viester. Hy was geboren te Hasselt
(O.) en was o.a. administratief-chef van de fa.
Schilthuis te Rotterdam. In de jaren na 1900
had hij een belangrijk aandeel in de voorberei
ding van de organisatie van het middenstands-
credietwezen, wat o.a. leidde tot de oprichting
van de Coöperatieve Centrale Middenstands-
credietbank te Delft, waarvan hy eerste en
eenige administrateur is geweest. De wyziging
van deze coöperatie in een naamlooze vennoot
schap was reden voor den heer Viester, zijn
ontslag te nemen. In 1918 werd hij benoemd
tot mede-directeur van Wiegman's Bank te
Maastricht. In 1922 werd hij te Rotterdam di
recteur van het Hanze-adviesbureau, welk bu
reau in 1925 werd opgeheven. Korten tijd was
hy toen tevens leeraar voor handelswetenschap
pen aan de R.K.H.B.S. te Rotterdam. Sedert
1922 was hy economisch raadsman van talrijke
vooraanstaande lichamen op charitatief en so
ciaal gebied.
Hy was ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Te Rotterdam is Dinsdagmorgen half 8 op den
Abraham van Stolkweg de 17-jarige P. M. Lans
bergen uit Kethel-Spaland aangereden door
een postauto, terwijl hij op een bakfiets reed,
welke niet was verlicht. De jongeman was op
slag dood.
Te Klazinaveen is een droevig ongeluk ge
beurd, waarvan het vierjarige zoontje van de
familie Van der Hei het slachtoffer is gewor
den.
Het kind speelde met eenige kameraadjes bij
de brug over het kanaal te Klazinaveen-Noord.
De vrouw van den brugwachter draaide de brug
open, om een schip door te laten.
Ondanks haar waarschuwing begaven
eenige kinderen zich op de brug en de vrouw
kon niet verhinderen, dat het ventje Van
der Hei bij het dichtdraaien van de brug
bekneld geraakte.
Aanvankelyk leek het, dat het kind er
goed was afgekomen. Het jongetje liep naar
huis, doch by de ouderlyke woning zakte
de kleine in elkaar.
De schoolarts, die juist voorby kwam,
constateerde den dood.
Het.plaatseiyk secretariaat van de Nederland
sche Unie te Delft deelt mede, dat Zaterdag
middag de politie tegen twee personen proces
verbaal heeft opgemaakt wegens het voeren van
een fietsvlag van de Nederlandsche Unie.
Hun werd medegedeeld dat het hier een
proefverbaal geldt, teneinde op korten termyn
uitspraak te verkrygen of het voeren van ge
noemde vlag in strijd is met het uniformverbod.
Daar het by twee proefverbalen gelaten zal
worden, kan voorloopig ieder gerust zijn vlag
jp de fiets laten, aldus het secretariaat.
Toen de 16-jarige W. van Hengel, wonende te
Barendrecht en werkzaam bij de N.V. Boeles
Scheepwerven te Bolnes, zich naar zijn werk
begaf en daarvoor te Ridderkerk van den wal
op een schip moest overstappen, struikelde hy
over een kabel. Hij sloeg achterover en kwam
in de Nieuwe Maas terecht. Na een uur dreg
gen slaagde men er in zijn lyk op te halen.
De koopman A. v. d. Werf, uit Dokkum, die
te Noord-Bergum voor een vrachtauto uit fiets
te, stad plotseling linksaf den weg over. Daarop
was de bestuurder van den auto niet verdacht,
met het gevolg, dat de wielrijder werd aange
reden en op slag gedood.
Te Mill is het 6-jarig zoontje van de familie
S. door een vrachtauto overreden en gedood.
De 72-jarige sluiswachter Rotman, te Klazi
naveen, is ten gevolge van den storm en de
duisternis te water geraakt en verdronken.
De arm van eon
flazser ligeentoo-
verstaf: vóór hot
veranderen van
richting moet hij
zich ervan over
tuigen of de ma
noeuvre VEILIG
volvoerd zal kun
nen worden I
In Dordrecht is een 27-jarige ingenieur
uit Amsterdam tijdens proefnemingen met
een nieuwe pompinstallatie van het stoom
gemaal aan den 's Gravendeelschedijk door
een draaiende as gegrepen. Hy werd met
groote kracht rondgeslingerd en kreeg zoo
danige verwondingen, dat hy onmiddellijk
dood was.
Volgens een in de Ned. Staatscourant op
genomen besluit van den secretaris-generaal
van het departement van Landbouw en
Visschery, is het verhandelen of afleveren
van tarwebrood, voor zoover het betreft
witbrood, slechts toegestaan tegen een prijs,
welke niet meer dan een cent hooger is dan
de prys, waartegen soortgelyk wittebrood
vóór 21 October 1940 door denzelfden ver-
kocper werd of moest worden verhandeld
of afgeleverd.
Van tarwebrood, voor zoover het betreft
bruinbrood, mag deze prys niet meer dan
twee oent hooger zyn dan die van vóór
21 October 1940.
Te rekenen van 1 October 1940 is benoemd
tot leeraar aan de rykslandbcuwwinterschool
te Schagen ir. W. T. Rinsema aldaar, voordien
tydelyk als acodanig werkzaam.
Met ingang van 1 Febr. 1941 is op verzoek
aangewezen als directeur van het post- en te
legraafkantoor te Deventer de referendaris der
PTT A. Polman, thans aangewezen als directeur
van het post- en telegraafkantoor te Heerlen.
Benoemd zyn aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht:
tot oonservator by de veterinaire verloskunde
dr. G. H. B. Teunissen, thans hoofdassistent
in vasten dienst;
tot hoofdassistent in vasten dienst by de
dierkunde jhr. dr. J. W. de Marees van Swin-
deren, thans assistent.
tot hoofdassistent in vasten dienst by de ve
terinaire physiologie: dr. Chr. Romyn, thans
assistent.
Erkend zyn als lokale instellingen, als be
doeld in de regeling betreffende het oudheid
kundig bodemonderzoek in Nederland:
le. Het Museum van Oudheden voor de pro
vincie en stad Groningen te Groningen met als
ressort de provincie Groningen:
2e. het Friesch Museum te Leeuwarden met
als ressort de provincie Friesland;
3e. het Provinciaal Museum van oudheden en
geschiedkundige voorwerpen in Drenthe te
Assen met als ressort de provincie Drenthe.
Opnieuw benoemd zyn.-
J. M. van de Veerdonk, met ingang van 1
November 1940, tot burgemeester van de ge
meenten Dinther en Heeswyk.
H. J. van Huiten, met ingang van 1 Novem
ber 1940, tot burgemeester van de gemeente
Beugen en Rijkevoort.
Mr. H. J. Bcyens, gerekend van 1 Juli 1940
af, tot burgemeester van de gemeente Eygels
hoven.
Mr. J. Schuurbeque Boeye, gerekend van 1
October 1940 af, tot burgemeester ran de ge
meente Zierikzee.
G. C. Bos, gerekend van 2 Juli 1940 af, tot
burgemeester van de gemeente Egmond -Binnen.
J. Padmos, gerekend van 1 Juli 1940 af, tot
burgemeester van de gemeente Duivendyke.
A. J. M. van der Ven, gerekend van 16 Juli
1940 af, tot burgemeester van de gemeente
Wijk bij Duurstede.
J. de Boer Wzn., gerekend van 15 October
1940 af, tot burgemeester van de gemeente Ofc-
dam.
J. Wiering, gerekend van 7 Juli 1940 af, tot
burgemeester van de gemeente Nibbixwoud.
J. G. de Zeeuw, gerekend van 16 Juli 1940
af, tot burgemeester van de gemeente Klaas
waal.
Mr. H. M. van der Vyver, met ingang van 1
November 1940, tot burgemeester van de ge
meente Raalte.
A. Bakker, met ingang van 1 November 1940,
tot burgemeester van de gemeente Oldenbroek.
Mr. J. J. van der Lip, gerekend van 1 Juli
1940 af, tot burgemeester van de gemeente Ke-
thel en Spaland.
S. Hoogenboom, gerekend van 1 November
1940 af, tot burgemeester van de gemeente Lex-
mond.
27
(Nadruk verboden)
,,'t Doet me plezier, lief kind," zei ze, „dat
Ie de zaak niet tragisch opneemt, 't Is dan ook
•haar een formaliteit. Men zal je hetzelfde vra-
Ben, wat men reeds eenmaal heeft gevraagd en,
„Ja," zei Lydla," die reeds bijna gereed was,
^aar je niets weet, is de zaak zeer eenvoudig."
,,'t zal heel eenvoudig zyn, want ik weet nu
a'les, en ook wie op Gerdy heeft ge
schoten."
„Lydiariep de majoor, die juist
b'nnentrad.
De ouders keken elkaar verbysterd aan en
bestormden hun dochter met vragen;
„Je weet het? Heb je ons dan tot dusverre
biet de waarheid gezegd? Wie is het?"
Maar Lydia legde den vinger op de lippen.
„Still Vraagt my niets! Ik moet het eerst
ben rechter van instructie zeggenzóó wil
Qerdy het
Verder aandringen baatte niet: Lydia bleef
bij haar verklaring.
gebouw, waar men hem echter beleefd maar
beslist verzocht, in de hall op zyn dochter te
wachten. Bij 't verhoor zelf mocht niemand
tegenwoordig zijn.
Gelaten nam von Marchstatten plaats op
een in de hall staande bank.
Van binnen, uit het bureau van den rechter
van instructie, drong geen geluid tot hem door
en het eene kwartier na het andere verliep,
zonder dat Lydia weer verscheen.
Plotseling werd de deur van het bureau open
gerukt; niet Lydia, maar de rechter van in
structie, dr. Wasmut, stond op den drempel.
„Weest u zoo goed binnen te komen, mijn
heer von Marchstatten," zei hij snel. „Uw doch
ter heeft een kleine bezwijming. Ik heb den
dokter reeds laten roepen."
De majoor haastte zich het bureau binnen,
waar Lydia bewusteloos lag uitgestrekt op een
sofa. Daar er geen kussen bij de hand was.
had men haar een paar bundels documenten
onder het hoofd geschoven. De rechter van
instructie, die het incident zeer pijnlijk vond,
zei:
„Ik begrijp niet, hoe dat zoo plotseling kwam.
Mevrouw Hoizmann leek toch zoo ka'm en zoo
helder van hoofd! Zonder een zweem van ze
nuwachtigheid legde zy haai verklaring af en
luisterde naar het proces-verbaal, dat zy daar
na met vaste hand onderteekende. Toen moeten
haar plotseling de krachten geheel begeven heb
ben en dit gebeurde zoo snel, dat zij gevallen
zou zijn, als ik toevallig niet dicht by. haar
had gestaan, zoodat ik haar nog tydig kon
1 opvangen.'*
„En is het resultaat van het onderhoud met
mijn dochter een ambtsgeheim, of mag Ik
weten, wat zy heeft verklaard?" vroeg
vonMarchstatten.
„In dit geval ja, yvant morgen staat 't toch
in de kranten. Mevrouw Hoizmann heeft ein
delijk de waarheid gezegd. Zij heeft Hartwig
Henter als den moordenaar van haar man aan
gewezen en ook bekend dat de misdaad om
harentwille werd gepleegd. De toedracht der
zaak is ten naaste bij zooals ik het van het
begin af heb vermoed. Henter bevond zich bij
mevrouw Hlozmann en deed haar juist een lief
desverklaring, toen Gerhard Hoizmann plotse
ling binnentrad. Mevrouw Ho'zmann kan zich
niet meer herinneren, wat er tusschen de twee
mannen gesproken werd, en dat verwondert mij
niet, want zij was natuurlijk op dat oogenblik
hevig ontsteld. Maar dat zij beiden hun revol
ver trokken en dat Henter het eerst schoot
heeft zij duidelyk gezien. Zij heeft trouwens
nooit ongeoorloofde betrekkingen met ingenieur
Henter gehad. Hij vervolgde haar onophoude
lijk met liefdesverklaringen, die zij streng af
weesToen het schot was gevallen, verloor
zy het bewustzyn en eerst de gongslag, die door
het huis dreunde, bracht haar tot zichzelf. In
tusschen had Henter de vlucht genomen en Ge
had Hoizmann een begin gemaakt met de
cómedie, die voor de wereld zijn eer moest
redden."
De rechter van instructie zweeg. Frans von
Marchstatten was akelig bleek geworden. Tever
geefs poogde hy eenige woorden over de lippen
te brengen.
Op dat oogenblik trad de dokter het bureau
binnen. Hy begon zich onmiddellijk met Lydia
bezig te houden, voelde den pols van de be-
wustelooze en liet water halen.
Marchstatten was eindelyk weer zich zelve
meester. Hy liep op den rechter vafi instructie
toe en zeide op gedempten toon:
„Mynheer, wat myn dochter u daar heeft
verteld, zyn louter verzinsels. Ik verzeker u, dat
geen woord ervan waar is. Zy was er zelfs niet
bij toen het schot viel
„Moet ik uit uw stoute beweringen op
maken, mynheer von Marchstatten, dat u zelf
er by waart?"
„Neen, natuurlijk niet. Niettemin weet ik, dat
alles wat Lydia u vandaag verteld heeft leugen
is. Geen opzettelijke leugen, want 't arme kind
gelooft het waarschijnlijk zelf. En toch is het
louter onwaarheid! 't Werd haar in hypnoti-
schen slaap gesuggereerd door den moordenaar
zelf, die meent, aldus aan de verdenking te
kunnen ontsnappen. Geloof mij toch, mijnheer
Wasmut! Ik ben er volkomen zeker van en zal
u bewyzen brengen."
Lydla was tot bewustzyn gekomen. De dok
ter riep den rechter van instructie ter zyde en
sprak fluisterend met hem.
„Wat zal er nu met myn dochter gebeuren?"
vroeg eindelijk de majoor, die zijn ongerust
heid niet langer kon bedwingen.
De rechter, goedgemutst door het bevredigend
verhoor, antwoordde vriendelijk:
„Dr. Schwarz zegt mij zooeven, dat uw
dochter dringend behoefte heeft aan ruist,
want haar zenuwen hebben een zwaren
schok gekregen. Met het oog op de door haar
afgelegde verklaringen vind ik geen aanlei
ding om haar hier langer te' houden, zoodat
het u vrijstaat, haar mee te nemen. Bij goede
verpleging zal zij, naar ik hoop, wel spoedig
herstellen. Dr. Schwarz raad u aan een zenuw
arts te raadplegen, byvoorbeeld den beroemden
professor Köningshofen."
Zoo was Lydia vrij en von Marchstatten kon
zyn arm kind mee naar huis nemen.
XIX
Nog dienzelfden dag, tegen het middaguur,
werd de cdviel-ingenieur Hartwig Henter op
zyn kantoor aangehouden als moordenaar van
Hoizmann.
Nog vóór de kranten dit groote nieuws te
weten kwamen, vernam de heer von Traumetz
het van den rechter van instructie zelf, toen
deze van zijn bureau naar 't hotel ging, waar
hij gewoonlyk het middagmaal gebruikte.
Traumetz was geen kleingeestig mensch. Dat
hy ditmaal een nieuws als dit met zekere vol
doening vemam, was uitsluitend hieraan toe te
schryven, dat hy zelf reeds lang aan Henter's
schuld geloofde. Bovendien, dacht hy. zou deze
nu, tengevolge van Lydia's bekentenis, by Se
rena wel afgedaan hebben. Ja, ditmaal moest
het uit zyn, voorgoed!
Voor den man, die haar vriendin, volgens
haar eigen bekentenis, met liefdesverklaringen
had achtervolgd, terwijl hy tegelijkertijd liefde
voor haar Serena huichelde, kon in het
hart zyner dochter geen plaats meer zyn.
Maai weder kwam het, zooals reeds herhaal
delijk in die zaak, geheel anders uit, dan Trau
metz had verwacht
Wel werd Serena verschrikkelijk bleek; wel
nemen haar zonnige oogen een uitdrukking van
diepe droefheid aan, terwyl zij verschrikt uit
riep: „Gevangen genomen! Werkelijk gevar~an
genomen? Arme Hartwig, hoe zwaar moet dat
hem, die onschuldig is, treffen!"
Maar juist in den toon, waarop zy dat zeide.
lag een zoo onwRnke'baar geloof aan Hartw'g's
onschuld, dat de kolonel haar verbaasd aan
staarde.
..Serena, is hêt mogelijkheb je mij dan
niet verstaan? Je vriendin zelf heeft bij het
verhoor verklaard, dat Hen ter haar beminde en
zij is getuige van de misdaad geweest!"
Serena maakte een gebaar van minachting.
„Lydia's getuigenis, papa is van alle waar
de ontbloot, want haar geestvermogens zijn.
helaas verstoord. U weet toch, dat ik haar juist
daarom onlangs een bezoek heb gebracht?"
„Ja. dat weet ik. en ik weet ook dat je het
op aandringen van Henter hebt gedaan. Hy al
leen heeft dat beweerd. Maar, Serena, ik her
inner mij ook. dat Je toen zeer gerustgesteld van
je bezoek bij de von Marchsrattens bent terugge
keerd. En op myn vraag naar den toestand van
je vriendin heb je geantwoord, dat zy. naar
't scheen, reeds tot bedaren was gekomen daar
je in haar houding en manieren niets opval
lends kon bemerken, hoewel zij er slecht uit
zag en zeer ernstig en karig met haar woorden
geworden was. Maar jy zelf zei, dat dit niemand
kon verwonderen, daar zy in den laatsten tyd
zooveel bad meegemaakt, (Wordt vervolgd)