EEN MAASTRICHTSCHE ONDERWERELD HH—gmmm* vijand eheimzinnige DOOR DRAAIENDE AS GEGREPEN WOENSDAG 13 NOVEMBER 1940 Deviezenbesluit gewijzigd Ned. Middenstandsbond Gevaren der duisternis Diefstal van levens middelen A - Reusachtige schuilkelders ontsloten In duisternis op onverlichte bakfiets Jongetje tusschen draaibrug bekneld Het Unie-vlaggetje DE BROODPRIJZEN Beschikken over waarden ten gunste van ingezetenen van het Duitsche Rijk Prof. Dr. K. F. WENCKEBACH OVERLEDEN Vervoerkosten grensarbeiders Den Haag neemt maatregelen tegen het te water raken EXTRA - UIT KEERING AAN ARBEIDERS Ernstige mishandeling te Boxtel Soldaten van den Opbouwdienst gestraft ppwiw n |f H. J. VIESTER t Jongen door auto gegrepen en op slag gedood Aan de gevolgen bezweken In strijd met het uniformverbod? Door struikelen te water geraakt en verdronken Door auto overreden en gedood Kind na aanrijding overleden Sluiswachter verdronken Ingenieur bij proefnemingen gedood Limiet gesteld voor verhooging UIT DE STAATSCOURANT Landbouwonderwijs P.T.T. Hooger Onderwijs Oudheidkundig bodem onderzoek Burgemeesters door A. Hruschka De majoor vergezelde haar naar het gerechts* Het Verordeningenblad no. 36 van 12 Novem ber bevat een besluit van de secretarissen-gene raal van de departementen van Financiën, van Handel, Nijverheid en Scheepvaart en van Landbouw en Visscherij, waarbij artikel 1 van het „Deviezenbesluit 1" (67/1940) als volgt tyordt gewijzigd: „(1) Het is aan ingezetenen zonder vergun ning van het Deviezeninstituut geoorloofd, ten gunste van ingezetenen of ten gunste van na tuurlijke of rechtspersonen, die binnen het ge bied van het Duitsche rijk woonplaats hebben ban wel aldaar gevestigd zijn, over de volgende Waarden te beschikken, deze te bezwaren of te Vervreemden: 1. Geblokkeerde vorderingen, wanneer de Schuldenaar zijn woonplaats binnen het gebied van het Duitsche rijk heeft dan wel aldaar ge vestigd is; 2. effecten, uitgegeven door een natuurlijke of rechtspersoon, die binnen het gebied van het Duitsche rijk woonplaats heeft dan wel aldaar gevestigd is; 3. andere onlichamelijke zaken, voor zoover öc daaruit voortvloeiende vorderingen uitslui tend kunnen worden geldend gemaakt jegens na tuurlijke of rechtspersonen, die binnen het ge bied van het Duitsche rijk woonplaats hebben ban wel aldaar gevestigd zijn; 4. binnen het gebied van het Duitsche rijk gelegen onroerende goederen. (2) De vrijstellingen, bedoeld in het eerste bd, gelden ten aanzien van de daarin genoem de waarden slechts, indien: 1? deze waarden 1 November 1940 aan inge zetenen toebehoorden dan wel na dit tijdstip middellijk of onmiddellijk door tegeldemaking Van zoodanige waarden of door. overmaking Over de Nederlandsch-Duitsche clearing van de benoodigde bedragen zijn verkregen en 2. de beschikking over deze waarden, de be zwaring of de vervreemding er van krachtens de Duitsche bepalingen zonder vergunning kan geschieden. (3) Overmakingen tusschen hetgebied van het Duitsche rijk en het bezette Nederlandsche gebied op grond van beschikkingen, bezwarin gen of vervreemdingen ingevolge het eerste lid mogen slechts over de Nederlandsch-Duitsche clearing geschieden. (4) Geldswaardige papieren en documenten, Waarin vorderingen zijn belichaamd en waarbij de schuldenaar der geldswaardige papieren en Vorderingen binnen het gebied van het Duitsche •ijk zijn woonplaats heeft dan wel aldaar ge vestigd is, zoomede effecten, uitgegeven door e«n natuurlijke of rechtspersoon, die binnen dit gebied woonplaats heeft dan wel aldaar geves tigd is, mogen zonder vergunning van het De viezeninstituut naar het gebied van het Duit- tohe rijk worden uitgevoerd." Dit besluit treedt in werking op den dag zij her afkondiging. Te Weenen is, 76 jaar oud, overleden prof. dr. H. F. Wenckebach, oud-hoogleeraar in de ge neeskunde van de universiteit aldaar en van de Droningsche en de Straatsburgsche universiteit. Karei Frederik Wenckebach was 24 Maart 1864 te 's-Gravenhage geboren. Hij studeerde te Utrecht en was eenige jaren arts te Heerlen, toen te Utrecht. Daar ook heeft hij het hoog leraarsambt bekleed voor de inwendige genees kunde. In 1911 werd hij te Straatsburg be- hoemd als professor. In 1914 volgde zijn benoe ming te Weenen. Wijlen prof. Wenckebach heeft belangrijke on derzoekingen gedaan over de functie van het hart In een te Utrecht gehouden vergadering van den Bondsraad van den Nederl. Midden standsbond wees de voorzitter, de heer L. de Uroot, er op, dat de drang naar eenheid zich thans over de geheele linie sterk demonstreert. De actie Middenstandsoffer 1940 en de wijze, Waarop in bijna alle vakorganisaties werd sa mengewerkt om getroffenen bij te staan, bewijst dit. Spreker wees op de Nederlandsche Midden stands-Centrale,* waarvan groote verwachtingen Worden gekoesterd. Voor den Middenstandsbond fcelf blijft echter nog belangrijk cultureel werk °ver. Het onderwijs krachtens de Vestigingswet kleinbedrijf is volksontwikkeling van de eerste °rde. By de rondvraag kwamen ter sprake de strijd tegen personeels-inkoopvereenigingen, de mid- henstandsbelangen bij den herbouw van Rotter dam en andere geteisterde gemeenten, alsmede de toekomstige taak van de plaatselijke stands- Organisaties en de activeering der districten. Dezer dagen is onder leiding van den heer Uazelhoff, ambtenaar van het Ryksarbeidsbu- Zeau in Den Haag, te Hengelo een bespreking Behouden met vertegenwoordigers van Twent- sche gemeenten over de regeling van het toe kennen van bijdragen in de kosten van vervoer Van grensarbeiders. Naar aanleiding dezer be spreking is, onder Intrekking van de tot nu toe terzake geldende regelingen, bepaald, dat aan Arbeiders, die als grensarbeiders in Duitschland Werken, van gemeentewege kan worden vergoed hetgeen de reiskosten een bedrag van 1.50 per week te boven gaat. Echter mag deze bijdrage worden verleend, indien naar oordeel der betrokken gemeentebe sturen de totaal-netto-gezinsinkomsten de toe kenning ervan wettigen. Deze regeling^ is inge gaan Maandag 11 November en geldt voorloopig voor drie maanden. Op 2 September besloot de Haagsche gemeen teraad, op sommige punten houten hekken langs grachten te plaatsen, om ongelukken door het te water raken bij duisternis zooveel mogehjk te voorkomen. De getroffen voorziening bleek niet voldoende te zyn, zoodat de eisch werd gesteld, dat langs het water gelegen voet- en rijwielpaden geheel zouden worden afgezet. Hiermede was spoeds halve reeds een begin gemaakt en 5 k.m. hek ken waren reeds geplaatst, toen de algemeen gemachtigde voor den Wederopbouw tegen het gebruik van hout protesteerde, in verband met de schaarschte. Besloten is nu, deze afrasteringen te maken van betonnen palen en glad ijzerdraad. Deze voorziening zal moeten worden aangelegd, over een lengte van 19 k.m., waarvan de kosten wor den begroot op 24.300. De 5 k.m. houten hek ken kostten 4.600. In verband hiermede wordt voorgesteld de begrooting te wijzigen door ver hooging van de uitgaven in verband met den luchtbeschermingsdienst met 28.900 en on voorziene uitgaven met 21.100, waartegenover staat een verlaging van de post „onderhoud der lantaarns en verdere kosten der verlichting" met 50.000. Naar wij vernemen, hebben diverse bp de Fa brikantenvereniging, gevestigd te Enschede, aan gesloten werkgevers het voornemen, in Novem ber nogmaals een extra-uitkeering te doen aan de arbeiders, wier werkgelegenheid niet onbe- langrijk is ingekrompen. Op verzoek dezer organisatie heeft de wnd. secretaris-generaal wnd. hoofd van het depar tement van Sociale Zaken, kunnen goedkeuren, dat bp de berekening der desbetreffende steun- uitkeeringen deze extra-gift buiten beschouwing wordt gelaten. Het gerechtshof te 's Hertogenbosch behan delde in hooger beroep de strafzaak tegen P. B. te Boxtel, die door de rechtbank te 's Herto genbosch was veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf met toewyzing van de civiele vordering ten bedrage van f 43.50, ter zake, dat hij op 3 April jj. te Boxtel H. van Woensel met een riek op den arm had geslagen, waar door deze een gecompliceerde fractuur van de ellepijp opliep. De eisch luidde twee maanden gevangenisstraf. Arrest over twee weken. Dinsdag heeft de rechtbank te Arnhem uit spraak gedaan in een strafzaak tegen vier sol daten van den Opbouwdienst, die een groote hoeveelheid levensmiddelen hadden gestolen. Twee van de vier verdachten waren gedeti neerd, n.l. de 29-jarige fabrieksarbeider H. G. L. en de 23-jarige kantoorbediende J. de K. uit Rotterdam. Eerstgenoemde werd wegens het stelen van twee pakken boter, tien pakken vet, drie blik ken vleesch en drie pakken thee veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf met aftrek der preventieve hechtenis en twee maanden ge vangenisstraf voorwaardelyk met een proeftyd van 3 jaar. Er was een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan twee maanden voor waardelyk met een proeftijd van drie jaar en met aftrek van de preventieve hechtenis tegen hem geëischt. Hij werd onmiddeliyk in vrijheid gesteld. Tegen de K., die voor een waarde van f 60. had gestolen en die een handeltje met het ge- stolene had gedreven, was dezelfde straf ge- requireerd. De rechtbank veroordeelde hem tot twee maanden gevangenisstraf met aftrek van de preventieve hechtenis en vier maanden voor- waardelpke gevangenisstraf met een proeftyd van drie jaar. Ook hü herkreeg zyn vrijheid. Tegen den 26-jarigen metaalbewerker W. K., die een aangebroken pakje thee had weggeno men, en den 24-jarigen chauffeur D. K., die drie pakjes thee en en zakje koffieboonen stal, had de officier van justitie f 15.boete, subs. 10 dagen hechtenis geëischt. De rechtbank veroor deelde hen conform den eisch. '"i- 'ft,' Behalve een principieele beslissing in zake den aanleg van een tram nam de ge meenteraad van Maastricht onlangs nog een belangrijk besluit, nml. om de onder- aardsche gangen der voormalige vesting werken ten Westen van de stad als schuil kelders in te richten. Het betreft hier de z.g. Hooge en Bosschen Fronten, plaatse- ïyk meer bekend als „de Werreke", onder- grondsche labyrinthen der fortificaties ont staan tegen het einde der achttiende en in het begin van de negentiende eeuw. Waren ze voor de bewoners van de volks buurten der naaste omgeving geen „terra in cognita", die der andere stadsdeelen kenden ze alleen van reputatie. Die was niet prima en werd getypeerd door een liedeke der onder- grondsche folklore waarin het woord „werreke" rijmde op „verreke" ofwel varken. Inderdaad gebeurde daar in het ondergrond scire heel wat dat het daglicht niet verdragen kon. We zullen daarop niet dieper ingaan, doch herinneren er alleen aan, dat zich hier bevond het „stem lokaal" dier lugubere elementen, bekend als spi ritusdrinkers. Aan ondergrondsigheden ontbreekt het in Zuid-Limburg niet. Het meest bekend zyn na- tuuriyk de labyrinthen in onze mergelbergen, meer wetenschappelijk juist „overdekte groeven" geheeten. De St. Pietersberg bij Maastricht gold eenmaal in de kringen van geologen als een wereldwonder. Men heeft indertijd uitgerekend dat onze grotten in tijd van nood honderddui zenden menschen zouden kunnen opnemen. Welken weergaloozen schuilkelder Valkenburg daardoor verwierf heeft men indertijd in dit blad kunnen lezen. De St. Pietersberg bleek, wegens de bouw valligheid van verschillende galerijen, voor zoo iets minder geschikt en ligt ook al te ver (ruim een half uur gaans) van de stad voor de meeste Maastrichtenaren. Toen Limburgs hoofdstad op 11 en 12 Mei met „bevriende bommen" be strooid werd, er schynen een 60-tal van deze helsche eieren te zijn gelegd drong zich de noodzakeiykheid van schuilkelders erg op. Bij deze gelegenheid bleek, dat de complexen ar beiderswoningen, gelegen aan den TOnger- schenweg (lage, niet te zwaar gebouwde huis jes) daarvan onvoldoende voorzien waren. Men wist echter, dat deze buurt zich boven de „Werreke" uitstrekte, al was het maar door een instorting welke er kort tevoren geschied de. Men wist het ook doordat de jeugd vooral er sedert jaren onderaardsche avontuurlijke tochten waagde, beginnende aan het Aldenhof- park en zich uitstrekkende tot het goederen station, over een afstand van wellicht ander- halven kilometer, ongeacht het nabij gelegen „Fort Willem", Wat lag er meer voor da hand dan dat men dien onderaardsche gangen, een 150- tal jaren geleden geconstrueerd ten koste van millioenen guldens, de uiterst nuttige bestemming van schuilkelders wilde ver- leenen! Luchtbescherming, dienst der schuilkelders en zelfs Duitsche militairen werden erbij gehaald en al deze deskundi gen betuigden hun instemming. Wel begrypeiyk: de meeste gangen zijn bedekt met grondlagen ter dikte van 9 tot Een gesprek in de Maastrichtsche onderwereld (Archief V.KP.) 15 meter, zoodat ze de zwaarste voltreffers kunnen doorstaan. In de arbeidersdorpen, gelegen boven de oude vestinggangen, wonen natuurlijk ook werkloo- zen en menschen die aan den slag willen. Toen in de omgeving van overheidswege enkele dee- len als schuilkelders waren ingericht, door het aanbrengen van trappen, wilden zy wel „uit bouwen," meer toegangen openen. Het bleek immers dat men van uit sommige tuintjes ge makkelijk in de vestinggangen geraken kon. Aanvankelijk werkte men zoo wat in 't wilde. Later verschaften Luchtbescherming en Schuil- kelderdienst materialen en werd deskundig toezicht verkregen. Nu is er een 60-tal man nen van den opbouwdienst aan den slag. De buurtgemeenschappen hebben intusschen belangeloos, zij het uit zorg vor eigen veilig heid, reeds heel wat nuttig werk verricht, als aanleg eener electrische verlichting, grondver zet, enz. Het begint al iets als een attractie vöor vreemdelingen te worden. Men leidt er de be langstellenden rond, welke natuurlyk niet ver geten iets te deponeeren in de bus voor nood- zakeiyke uitgaven, want b.v. het licht komt nog voor rekening der buurtbewoners! Dezer da gen namen ook wy een kijkje in deze befaam de labyrinthen. Ofschoon we niet heel het do mein doorkruisen konden (sommige gedeelten waren wegens de zware regens ontoegankelyk geworden door instroomen van modder) nam de excursie vrij veel tyd in beslag. We wandel den door hoofdgangen van drie meter hoogte, door dwarsgangen van twee meter, langs tien tallen nissen, eenmaal bestemd voor onder- grondsche schutters, we passeerden „botsgan- gen", kamertjes voor officieren en onderoffi cieren en kwamen tenslotte nog in een als ka pelletje ingerichte ruimte, voorzien van mo derne plafondschilderingen. Het was overigens erg druk onder den grond. Tientallen mannen waren bezig met leeghalen van gangen, indertijd volgestort, met het weg- kruien van grond, met metselen, versterken, enz. Men dacht binnen niet al te langen tyd wel klaar te komen. Wanneer dan nog de ondergrondsche cham- pignonkweekery, die ergens den weg verspert, verdwenen is en enkele ijzeren hebben het bin nendringen der baldadige straatjeugd beletten, is het gangenstelsel niet alleen in orde en een reusachtige schuilkelder ontstaan, doch be schikt de stad meteen over een nieuwe attrac tie voor vreemdelingenverkeer. Daarvan zal men straks wel meer vernemen. Te Rotterdam is overleden, 67 jaar oud, de heer H. J. Viester. Hy was geboren te Hasselt (O.) en was o.a. administratief-chef van de fa. Schilthuis te Rotterdam. In de jaren na 1900 had hij een belangrijk aandeel in de voorberei ding van de organisatie van het middenstands- credietwezen, wat o.a. leidde tot de oprichting van de Coöperatieve Centrale Middenstands- credietbank te Delft, waarvan hy eerste en eenige administrateur is geweest. De wyziging van deze coöperatie in een naamlooze vennoot schap was reden voor den heer Viester, zijn ontslag te nemen. In 1918 werd hij benoemd tot mede-directeur van Wiegman's Bank te Maastricht. In 1922 werd hij te Rotterdam di recteur van het Hanze-adviesbureau, welk bu reau in 1925 werd opgeheven. Korten tijd was hy toen tevens leeraar voor handelswetenschap pen aan de R.K.H.B.S. te Rotterdam. Sedert 1922 was hy economisch raadsman van talrijke vooraanstaande lichamen op charitatief en so ciaal gebied. Hy was ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Te Rotterdam is Dinsdagmorgen half 8 op den Abraham van Stolkweg de 17-jarige P. M. Lans bergen uit Kethel-Spaland aangereden door een postauto, terwijl hij op een bakfiets reed, welke niet was verlicht. De jongeman was op slag dood. Te Klazinaveen is een droevig ongeluk ge beurd, waarvan het vierjarige zoontje van de familie Van der Hei het slachtoffer is gewor den. Het kind speelde met eenige kameraadjes bij de brug over het kanaal te Klazinaveen-Noord. De vrouw van den brugwachter draaide de brug open, om een schip door te laten. Ondanks haar waarschuwing begaven eenige kinderen zich op de brug en de vrouw kon niet verhinderen, dat het ventje Van der Hei bij het dichtdraaien van de brug bekneld geraakte. Aanvankelyk leek het, dat het kind er goed was afgekomen. Het jongetje liep naar huis, doch by de ouderlyke woning zakte de kleine in elkaar. De schoolarts, die juist voorby kwam, constateerde den dood. Het.plaatseiyk secretariaat van de Nederland sche Unie te Delft deelt mede, dat Zaterdag middag de politie tegen twee personen proces verbaal heeft opgemaakt wegens het voeren van een fietsvlag van de Nederlandsche Unie. Hun werd medegedeeld dat het hier een proefverbaal geldt, teneinde op korten termyn uitspraak te verkrygen of het voeren van ge noemde vlag in strijd is met het uniformverbod. Daar het by twee proefverbalen gelaten zal worden, kan voorloopig ieder gerust zijn vlag jp de fiets laten, aldus het secretariaat. Toen de 16-jarige W. van Hengel, wonende te Barendrecht en werkzaam bij de N.V. Boeles Scheepwerven te Bolnes, zich naar zijn werk begaf en daarvoor te Ridderkerk van den wal op een schip moest overstappen, struikelde hy over een kabel. Hij sloeg achterover en kwam in de Nieuwe Maas terecht. Na een uur dreg gen slaagde men er in zijn lyk op te halen. De koopman A. v. d. Werf, uit Dokkum, die te Noord-Bergum voor een vrachtauto uit fiets te, stad plotseling linksaf den weg over. Daarop was de bestuurder van den auto niet verdacht, met het gevolg, dat de wielrijder werd aange reden en op slag gedood. Te Mill is het 6-jarig zoontje van de familie S. door een vrachtauto overreden en gedood. De 72-jarige sluiswachter Rotman, te Klazi naveen, is ten gevolge van den storm en de duisternis te water geraakt en verdronken. De arm van eon flazser ligeentoo- verstaf: vóór hot veranderen van richting moet hij zich ervan over tuigen of de ma noeuvre VEILIG volvoerd zal kun nen worden I In Dordrecht is een 27-jarige ingenieur uit Amsterdam tijdens proefnemingen met een nieuwe pompinstallatie van het stoom gemaal aan den 's Gravendeelschedijk door een draaiende as gegrepen. Hy werd met groote kracht rondgeslingerd en kreeg zoo danige verwondingen, dat hy onmiddellijk dood was. Volgens een in de Ned. Staatscourant op genomen besluit van den secretaris-generaal van het departement van Landbouw en Visschery, is het verhandelen of afleveren van tarwebrood, voor zoover het betreft witbrood, slechts toegestaan tegen een prijs, welke niet meer dan een cent hooger is dan de prys, waartegen soortgelyk wittebrood vóór 21 October 1940 door denzelfden ver- kocper werd of moest worden verhandeld of afgeleverd. Van tarwebrood, voor zoover het betreft bruinbrood, mag deze prys niet meer dan twee oent hooger zyn dan die van vóór 21 October 1940. Te rekenen van 1 October 1940 is benoemd tot leeraar aan de rykslandbcuwwinterschool te Schagen ir. W. T. Rinsema aldaar, voordien tydelyk als acodanig werkzaam. Met ingang van 1 Febr. 1941 is op verzoek aangewezen als directeur van het post- en te legraafkantoor te Deventer de referendaris der PTT A. Polman, thans aangewezen als directeur van het post- en telegraafkantoor te Heerlen. Benoemd zyn aan de Rijksuniversiteit te Utrecht: tot oonservator by de veterinaire verloskunde dr. G. H. B. Teunissen, thans hoofdassistent in vasten dienst; tot hoofdassistent in vasten dienst by de dierkunde jhr. dr. J. W. de Marees van Swin- deren, thans assistent. tot hoofdassistent in vasten dienst by de ve terinaire physiologie: dr. Chr. Romyn, thans assistent. Erkend zyn als lokale instellingen, als be doeld in de regeling betreffende het oudheid kundig bodemonderzoek in Nederland: le. Het Museum van Oudheden voor de pro vincie en stad Groningen te Groningen met als ressort de provincie Groningen: 2e. het Friesch Museum te Leeuwarden met als ressort de provincie Friesland; 3e. het Provinciaal Museum van oudheden en geschiedkundige voorwerpen in Drenthe te Assen met als ressort de provincie Drenthe. Opnieuw benoemd zyn.- J. M. van de Veerdonk, met ingang van 1 November 1940, tot burgemeester van de ge meenten Dinther en Heeswyk. H. J. van Huiten, met ingang van 1 Novem ber 1940, tot burgemeester van de gemeente Beugen en Rijkevoort. Mr. H. J. Bcyens, gerekend van 1 Juli 1940 af, tot burgemeester van de gemeente Eygels hoven. Mr. J. Schuurbeque Boeye, gerekend van 1 October 1940 af, tot burgemeester ran de ge meente Zierikzee. G. C. Bos, gerekend van 2 Juli 1940 af, tot burgemeester van de gemeente Egmond -Binnen. J. Padmos, gerekend van 1 Juli 1940 af, tot burgemeester van de gemeente Duivendyke. A. J. M. van der Ven, gerekend van 16 Juli 1940 af, tot burgemeester van de gemeente Wijk bij Duurstede. J. de Boer Wzn., gerekend van 15 October 1940 af, tot burgemeester van de gemeente Ofc- dam. J. Wiering, gerekend van 7 Juli 1940 af, tot burgemeester van de gemeente Nibbixwoud. J. G. de Zeeuw, gerekend van 16 Juli 1940 af, tot burgemeester van de gemeente Klaas waal. Mr. H. M. van der Vyver, met ingang van 1 November 1940, tot burgemeester van de ge meente Raalte. A. Bakker, met ingang van 1 November 1940, tot burgemeester van de gemeente Oldenbroek. Mr. J. J. van der Lip, gerekend van 1 Juli 1940 af, tot burgemeester van de gemeente Ke- thel en Spaland. S. Hoogenboom, gerekend van 1 November 1940 af, tot burgemeester van de gemeente Lex- mond. 27 (Nadruk verboden) ,,'t Doet me plezier, lief kind," zei ze, „dat Ie de zaak niet tragisch opneemt, 't Is dan ook •haar een formaliteit. Men zal je hetzelfde vra- Ben, wat men reeds eenmaal heeft gevraagd en, „Ja," zei Lydla," die reeds bijna gereed was, ^aar je niets weet, is de zaak zeer eenvoudig." ,,'t zal heel eenvoudig zyn, want ik weet nu a'les, en ook wie op Gerdy heeft ge schoten." „Lydiariep de majoor, die juist b'nnentrad. De ouders keken elkaar verbysterd aan en bestormden hun dochter met vragen; „Je weet het? Heb je ons dan tot dusverre biet de waarheid gezegd? Wie is het?" Maar Lydia legde den vinger op de lippen. „Still Vraagt my niets! Ik moet het eerst ben rechter van instructie zeggenzóó wil Qerdy het Verder aandringen baatte niet: Lydia bleef bij haar verklaring. gebouw, waar men hem echter beleefd maar beslist verzocht, in de hall op zyn dochter te wachten. Bij 't verhoor zelf mocht niemand tegenwoordig zijn. Gelaten nam von Marchstatten plaats op een in de hall staande bank. Van binnen, uit het bureau van den rechter van instructie, drong geen geluid tot hem door en het eene kwartier na het andere verliep, zonder dat Lydia weer verscheen. Plotseling werd de deur van het bureau open gerukt; niet Lydia, maar de rechter van in structie, dr. Wasmut, stond op den drempel. „Weest u zoo goed binnen te komen, mijn heer von Marchstatten," zei hij snel. „Uw doch ter heeft een kleine bezwijming. Ik heb den dokter reeds laten roepen." De majoor haastte zich het bureau binnen, waar Lydia bewusteloos lag uitgestrekt op een sofa. Daar er geen kussen bij de hand was. had men haar een paar bundels documenten onder het hoofd geschoven. De rechter van instructie, die het incident zeer pijnlijk vond, zei: „Ik begrijp niet, hoe dat zoo plotseling kwam. Mevrouw Hoizmann leek toch zoo ka'm en zoo helder van hoofd! Zonder een zweem van ze nuwachtigheid legde zy haai verklaring af en luisterde naar het proces-verbaal, dat zy daar na met vaste hand onderteekende. Toen moeten haar plotseling de krachten geheel begeven heb ben en dit gebeurde zoo snel, dat zij gevallen zou zijn, als ik toevallig niet dicht by. haar had gestaan, zoodat ik haar nog tydig kon 1 opvangen.'* „En is het resultaat van het onderhoud met mijn dochter een ambtsgeheim, of mag Ik weten, wat zy heeft verklaard?" vroeg vonMarchstatten. „In dit geval ja, yvant morgen staat 't toch in de kranten. Mevrouw Hoizmann heeft ein delijk de waarheid gezegd. Zij heeft Hartwig Henter als den moordenaar van haar man aan gewezen en ook bekend dat de misdaad om harentwille werd gepleegd. De toedracht der zaak is ten naaste bij zooals ik het van het begin af heb vermoed. Henter bevond zich bij mevrouw Hlozmann en deed haar juist een lief desverklaring, toen Gerhard Hoizmann plotse ling binnentrad. Mevrouw Ho'zmann kan zich niet meer herinneren, wat er tusschen de twee mannen gesproken werd, en dat verwondert mij niet, want zij was natuurlijk op dat oogenblik hevig ontsteld. Maar dat zij beiden hun revol ver trokken en dat Henter het eerst schoot heeft zij duidelyk gezien. Zij heeft trouwens nooit ongeoorloofde betrekkingen met ingenieur Henter gehad. Hij vervolgde haar onophoude lijk met liefdesverklaringen, die zij streng af weesToen het schot was gevallen, verloor zy het bewustzyn en eerst de gongslag, die door het huis dreunde, bracht haar tot zichzelf. In tusschen had Henter de vlucht genomen en Ge had Hoizmann een begin gemaakt met de cómedie, die voor de wereld zijn eer moest redden." De rechter van instructie zweeg. Frans von Marchstatten was akelig bleek geworden. Tever geefs poogde hy eenige woorden over de lippen te brengen. Op dat oogenblik trad de dokter het bureau binnen. Hy begon zich onmiddellijk met Lydia bezig te houden, voelde den pols van de be- wustelooze en liet water halen. Marchstatten was eindelyk weer zich zelve meester. Hy liep op den rechter vafi instructie toe en zeide op gedempten toon: „Mynheer, wat myn dochter u daar heeft verteld, zyn louter verzinsels. Ik verzeker u, dat geen woord ervan waar is. Zy was er zelfs niet bij toen het schot viel „Moet ik uit uw stoute beweringen op maken, mynheer von Marchstatten, dat u zelf er by waart?" „Neen, natuurlijk niet. Niettemin weet ik, dat alles wat Lydia u vandaag verteld heeft leugen is. Geen opzettelijke leugen, want 't arme kind gelooft het waarschijnlijk zelf. En toch is het louter onwaarheid! 't Werd haar in hypnoti- schen slaap gesuggereerd door den moordenaar zelf, die meent, aldus aan de verdenking te kunnen ontsnappen. Geloof mij toch, mijnheer Wasmut! Ik ben er volkomen zeker van en zal u bewyzen brengen." Lydla was tot bewustzyn gekomen. De dok ter riep den rechter van instructie ter zyde en sprak fluisterend met hem. „Wat zal er nu met myn dochter gebeuren?" vroeg eindelijk de majoor, die zijn ongerust heid niet langer kon bedwingen. De rechter, goedgemutst door het bevredigend verhoor, antwoordde vriendelijk: „Dr. Schwarz zegt mij zooeven, dat uw dochter dringend behoefte heeft aan ruist, want haar zenuwen hebben een zwaren schok gekregen. Met het oog op de door haar afgelegde verklaringen vind ik geen aanlei ding om haar hier langer te' houden, zoodat het u vrijstaat, haar mee te nemen. Bij goede verpleging zal zij, naar ik hoop, wel spoedig herstellen. Dr. Schwarz raad u aan een zenuw arts te raadplegen, byvoorbeeld den beroemden professor Köningshofen." Zoo was Lydia vrij en von Marchstatten kon zyn arm kind mee naar huis nemen. XIX Nog dienzelfden dag, tegen het middaguur, werd de cdviel-ingenieur Hartwig Henter op zyn kantoor aangehouden als moordenaar van Hoizmann. Nog vóór de kranten dit groote nieuws te weten kwamen, vernam de heer von Traumetz het van den rechter van instructie zelf, toen deze van zijn bureau naar 't hotel ging, waar hij gewoonlyk het middagmaal gebruikte. Traumetz was geen kleingeestig mensch. Dat hy ditmaal een nieuws als dit met zekere vol doening vemam, was uitsluitend hieraan toe te schryven, dat hy zelf reeds lang aan Henter's schuld geloofde. Bovendien, dacht hy. zou deze nu, tengevolge van Lydia's bekentenis, by Se rena wel afgedaan hebben. Ja, ditmaal moest het uit zyn, voorgoed! Voor den man, die haar vriendin, volgens haar eigen bekentenis, met liefdesverklaringen had achtervolgd, terwijl hy tegelijkertijd liefde voor haar Serena huichelde, kon in het hart zyner dochter geen plaats meer zyn. Maai weder kwam het, zooals reeds herhaal delijk in die zaak, geheel anders uit, dan Trau metz had verwacht Wel werd Serena verschrikkelijk bleek; wel nemen haar zonnige oogen een uitdrukking van diepe droefheid aan, terwyl zij verschrikt uit riep: „Gevangen genomen! Werkelijk gevar~an genomen? Arme Hartwig, hoe zwaar moet dat hem, die onschuldig is, treffen!" Maar juist in den toon, waarop zy dat zeide. lag een zoo onwRnke'baar geloof aan Hartw'g's onschuld, dat de kolonel haar verbaasd aan staarde. ..Serena, is hêt mogelijkheb je mij dan niet verstaan? Je vriendin zelf heeft bij het verhoor verklaard, dat Hen ter haar beminde en zij is getuige van de misdaad geweest!" Serena maakte een gebaar van minachting. „Lydia's getuigenis, papa is van alle waar de ontbloot, want haar geestvermogens zijn. helaas verstoord. U weet toch, dat ik haar juist daarom onlangs een bezoek heb gebracht?" „Ja. dat weet ik. en ik weet ook dat je het op aandringen van Henter hebt gedaan. Hy al leen heeft dat beweerd. Maar, Serena, ik her inner mij ook. dat Je toen zeer gerustgesteld van je bezoek bij de von Marchsrattens bent terugge keerd. En op myn vraag naar den toestand van je vriendin heb je geantwoord, dat zy. naar 't scheen, reeds tot bedaren was gekomen daar je in haar houding en manieren niets opval lends kon bemerken, hoewel zij er slecht uit zag en zeer ernstig en karig met haar woorden geworden was. Maar jy zelf zei, dat dit niemand kon verwonderen, daar zy in den laatsten tyd zooveel bad meegemaakt, (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3