Nederl. ambachts- en volkskunst Centrale verwarmings-; industrie bijeen eheimzinnige vijand Herhaalde waarschuwing aan de studenten V Kerkdijk leven Een tentoonstelling bij den A.N. W.B. GEEN ZUIVERE KOFFIE IN DEN SCHUILKELDER VRIJDAG 15 NOVEMBER 1940 Wijziging van alle woningen in d etoekomst noodzakelijk" MISHANDELING TIJDENS DE OORLOGSDAGEN Majoor van politie voor de rechtbank Schadecommissie te Rotterdam Maatregelen in uitzicht gesteld TERAARDEBESTELLING Ir. R. DE KAT Nederland is veel aan hem verschuldigd Nieuwe hotels, café's enz. Zij zyn uitgesloten van toewijzin gen voor onder de distributie vallende artikelen FOTOTOESTELLEN GESMOKKELD Een der leiders van een bende veroordeeld Tentoonstelling van ^en Lim- burgschen Kunstkring PASTOOR RIBBERGH t, Pastoor F. Vereyken f Echtpaar gestraft wegens diefstal van kostbare kleeding Recidivisten Sluis buiten werking gesteld UIT DE STAATSCOURANT Belastingen Sociale Zaken Landbouwonderwijs Binnenlandsche Zaken Inspectie luchtbescherming De Nederlandsche Vereeniging voor Centrale Verwarmingsindustrie heeft in de gröote aula Van het Koloniaal Instituut te Amsterdam een congres gehouden. Ir. W. van Tyen, architect te Rotterdam, hield een voordracht over: „Centrale - verwar ming in woningbouw". Centrale verwarming Per pand Of per woning is voor den iets duur- deren middenstandsttouw evenmin mieer een vraagstuk als voor de villa en den flatbouw, ridus spreker. Ook in de zeer kleine middenstandswoningen treft men al vaak centrale verwarming (dan meestal met een warmtebron per woning) aan. Voor de eigenlijke volkswoning is zij ten on zent nog een vraagstuk, hoewel er reeds zeer geslaagde voorbeelden van centrale verwar ming van volkswoningen bestaan (galerijbouw Brinkman, Rotterdam, complex Frans Bek- kerstraat, Rotterdam, Woongebouw Bergpolder, Botterdam, bouwblokken van Saane, Amster dam e.a.). Hoofdzaak voor de mogelijkheden van centrale verwarming in volkswoningbouw is dat men zijn eischen niet te hoog stelt. Met één (eenigszins rijkelijk) verwarmd Vertrek per woning is een zeer behoorlijk resultaat te bereiken, dat ook economisch Zeer goed te verantwoorden kan zijn. Centrale verwarming voor volkswoningen is behalve voor de eigenlijke verwarming ook van zeer veel belang voor het drooghouden van de honing. Bij kachelverwarming loopt n.l. in Volkswoningen de vochtigheidsgraad tengevolge v&n weinig ventileeren bij veel drogen van nat Soed en koken op kachels vaak veel te hoog °P. Pandverwarming (68 woningen) is voor volkswoningbouw oneconomisch. Bij blokken Van meer dan 50 woningen, kunnen goede re- citaten worden verkregen. Interessant zal zijn, ha te gaan, of combinatie van verwarming V'Qor meerdere blokken econbmisch is. Over wegingen van gemakkelijken, ook pandsgewijzen, Verkoop van woningblokken remmen 'nog vaak toepassing van centrale verwarming in volks woningen, ook waar deze overigens geheel ver antwoord zou zijn. Hierop volgde een voordracht van prof. dr, F. M. van der Held, leider van den Ther- hiotechnischen Dienst der Warmtestichting te Utrecht over „Termisch bouwen", een korte uiteenzetting, waarin werd geconcludeerd, dat men bij den modernen toekomstigen woningbouw m hooge mate te letten heeft op rationeele touwconstructies uit een oogpunt van warmte- V'erlies. Spr. hield beschouwingen over den invloed daarvan bp de rentabiliteit en over vermijding Van de fouten in het verleden gemaakt. Ir. Ii. B. Huygen uit Valkenburg sprak dan ®ver „Gewenschte en mogelijke kunstmatige hichtconditie in de Nederlandsche woning". De bestaande Nederlandsche bouwwijze heeft Vroeger en later steeds gezorgd voor een grobt Slas-oppervlak. Dit en de overigens lichte con structies verschaften ongewild een groote na tuurlijke luchtverversching. De Nederlander Is Uit hoofde hiervan evenals de Engelsehman •Wet verwen^ bf kouwelijk van aard. Een nauwgezetter bouwen, de invoering van uzeren ramen en van centrale verwarming Urengt langzaam verandering zoowel in den Vorm van kleinere natuurlijke ventilatie als in den vorm van grootere eischen te stellen aan duurzame verwarming van het geheele huis. De behoefte aan een goed regelbare ventila tie wordt daardoor langzamerhand gelijk aan die in landen, die reeds eerder hoogere eischen gelden aan een zwaarder gebouw en aan een door en door warm huis. (Amerika). Waar echter in dit laatste land ook des zo mers langdurige hittegolven plegen voor te ko men, spreekt het vanzelf, dat de luchtconditie burende het heele jaar een grootere rol 'welt dan hier te lande.... tenzij men bij het moderne bouwen zeer veel gebruik maakt van Slas aan Zuid- en Westzijde. Alsdan ontstaat dhdanks ons matige zomerklimaat toch hier en daar behoefte aan kunstmatige koeling. Het valt daarom te betwijfelen, of de Neder- jandsche architect genoegzaam onderscheid U'aakt tusschen de goedkoopere en de zeer dure woning. Daartoe is de gevolgde vormgeving veel te rUifbrm als gevolg van het streven naar mode- d°uwsels. In de goedkoope en middenprijs-woning js teer zeker geen plaats voor volledige luehtcon- ditionneering. Men kan echter wel in de mid- d^uprijswoning een speciale winterventilatie in keren, al dan niet direct gekoppeld aan de verwarming. De architect moet er echter tegen jVaken, dat in zulke huizen een dure zomercon- ditiqnneering feitelijk kunstmatig noodzakelijk *°ïdt. Voor de dure eigen woning vervalt deze fem, hiaar ontstaat tegelijkertijd het vraagstuk, m>e men de kbelcapaciteit binnen betaalbare «enzen kan houden. In de meeste gevallen, dus voor alle wo ningen zal de vormgeving in de naaste toe komst aanzienlijk dienen te worden gewij zigd, waarbij de gróote eischen ten aanzien Van veel winteraonlicht moeten blijven be staan; slechts zij men erop bedacht om blinder zonlicht beter te verspreiden en Wanneer noodig bp warme dagen te weren. De toekomstige architectuur onzer huizen •sl op grond van de vborgaande opmerkin gen gaan naar dikkere muren; hoogere verdiepingen; smallere ramen met diver- geerende raamnissen; centrale kleine halls met ingebouwde kleine ventilatie-lucht- centrales. Er zal zijn een terugkeer naar verticalisme in de lijnen, maar naar hori- zontalisme in de uitvoering der installa- tiën voor verwarming en luchtverversching. Gas- en electrische bronnen kunnen meer dan thans een rol vervullen bij de warmte- bf koudelevering. De kostende prijs van de meer perfecte inrichtingen zal sterk kunnen dalen, zoodra de geijkte toekomstvormen beter vast liggen. Na beraadslaging en een pauze, waarin ge zamenlijk een koffiemaaltijd werd gebruikt, sprak ir. H. J. Boon, bedrijfsingenieur van de P. E. G. U. S. te Utrecht over „Wat beteekent het moderne energiebedrijf vbor de stedelijke warmtevoorziening?" De omvang, waarin de centrale warmtevoor ziening practisch tot stand gebracht kan wor den, is, in vergelijking met andere centrale voorzieningen, zeer beperkt. Warmte technisch is vooralsnog uitbreiding buiten de steden onmogelijk, en de verspreiding binnen de steden beperkt. In het algemeen geldt, dat de distributVskosten lager moeten zjjn dan de besparingen in de opwekking be reikt; deze kosten zijn o.m. sterk afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden. In vele gevallen is in Europa de leveringsgrens snel bereikt; in Amerika zijn de besparingen in de opwekking door centrale voorziening en de le veringsdichtheid zoo groot, dat uitgebreid warm tetransport mogelijk is. Toepassing van moderne methodes van energiebedrijf maakt uitbreiding van centrale warmtevoorziening mogelijk. Tenslotte besprak spr. de mogelijkheden van het benutten van bestaande, afgeschreven pro ductiemiddelen, moderne bouworde en indus trieele concentratie. De combinatie van tegen- druk turbine bedrijf, electrisch warmtetransport en heetwateraccumulatie, al of niet in samen werking met stoomaccumulatie.Combinatie van heetwaterdistributle en eleetrowarmte. Ge deeltelijke decentralisatie in de opwekking met ontlasting der verdeelnetten, zoowel voor warm te als electriciteit. Tenslotte hield de heer W. Bouker uit Am sterdam een lezing over „Gecentraliseerde warmtedistributie", n.l. gecentraliseerde warmte- distributie in het heden en in de toekomst. De resultaten van enkele pogingen in Nederland van warmteopwekking en distributie in wo ningcomplexen, de tot stand gekomen gecentra liseerde warmwaterdistributie voor huishoude lijk en sanitair gebruik, de sociale en hygië nische zijde van het vraagstuk van gecentrali seerde warmte en warmwaterlevering in mid denstands- en arbeiderswoningeomplexen, de beïnvloeding op het gebruik van water bij warmwatercentrales, de moeilijkheden bij het exploiteeren van warmwatercentrales bij de te genwoordige watertarieven in de groote steden, de tarieven bij warmte en warmwaterlevering, de mogelijkheden van het meten van het ver bruik, het vraagstuk reinwarmtecentrale of ge combineerd kracht-warmte-bedrijf, de bedrijfs vorm van warmtecentrales: particulier, over- heids- of gemengd bedrijf, eenige voorbeelden van exploitatie in het buitenland, privaat- en publiekrechtelijke moeilijkheden bij gecentra liseerde warmtevoorziening en wanrrteverkoop en -distributie als middel tot werkverruiming jn de verwarmingsindustrie. Ook hierop volgde een beraadslaging. Voor de Rotterdamsche rechtbank had zich te verantwoorden de 41-jarige majoor van po litie, M. Z., te Rotterdam, verdacht van mis handeling van eenige leden der N.S.B. op 11 Mei j.l., die op 10 Mei in het hoofdbureau van politie waren ingesloten. Den volgenden morgen hadden de mannen eenige liederen, volgens hun verklaring voor de rechtbank o.a. „De Vlaam- sche Leeuw" en „O, schitt'rende kleuren van Nederlands vlag" gezongen, waarop verdachte verscheen, geëscorteerd door vijf rechercheurs van politie met revolvers. Verd. was binnenge komen en had met een gummistok de opgeslo- tenen geslagen, tengevolge waarvan zij pijnlijk werden getroffen, De officier van justitie, mr, Meischke, zeide, dat verd. een goed politieman is, die reeds tal van misdaden heeft helpen oplossen. Volgens een rapport van dr. Donkersloot was verd. door de bijzondere gebeurtenissen niet geheel normaal. Dit mag evenwel geen reden zijn, met een gummistok te slaan. Daarom eischte spr. een geldübete van 40 subs, twintig dagen hechtenis. Mï. Oskam pleitte vrijspraak op grond van tijdelijke ontoerekenbaarheid van verdachte Uitspraak 28 November. Naar aanleiding van het bericht van de op richting van een Stichting Oorlogssehade ver- Mekt men ons, mede te deelen. dat, zonder te kor* te doen aan de beteekenis van de Stich ting Oorlogsschade het comité ter behartiging van de belangen van beschadigde bedrijver» vast stelt, dat het reeds sedert Juli 1940 in nauw contact met alle betrokken officieele en semj- offieieele instanties werkzaam is op het gebied van de verzorging van de belangen der getrof fen bedrijven in den ruimsten zin des woords. Het bureau van het comité, hetwelk geleid wordt door drs. P. van Zuuren, werd gevestigd in het perceel Banierstraat 1, Rotterdam, tele foon 45790. Naar den rector-magnificus van de Techni sche Hoogeschool te Delft ter oore is gekomen, zouden enkele studenten zich schuldig maken aan onwelvoeglijke critiek in woord en gebaar jegens diegenen onder hun mede-studenten, van wie zij weten of meenen te weten, dat zij andere politieke opvat'tingen huldigen. Indien de rector aldus deze in een herhaalde waar schuwing aan de studenten politieke agitatie door studenten in het openbaar afkeurt, zooals bleek uit zijn aankondiging van 8 dezer, dan spreekt het z.i. vanzelf, dat hij iedere demon stratie in dien zin, van welken aard ook, bin nen de muren der T. H. met kracht zal tegen gaan. Hij is bereid een onderzoek naar wat zich tot heden heeft voorgedaan achterwege te la ten indien hem blijkt, dat de studenten, wien zulks aangaat, door deze waarschuwing tot in keer zullen komen. Mocht dit niet het geval blijken te zijn, dan zullen de overtreders zich bloot stellen aan al die maatregelen van tucht, die in art. 69 van de Hooger-Onderwüswet worden voorzien. De rector hoopt, dat het niet in de eerste plaats de vrees voor deze straffen zal zijn, die de studenten van ongepastheden zal weerhou den, maar wel hun gemeenschapszin, hun ge voel voor fatsoen en hun juiste begrip van wat de belangen van het onderwijs aan de T. H. betreft. Onder zeer groote belangstelling is te Was senaar het stoffelijk overschot ter aarde be- seld van Ir. Rutger de Kat, in leven oud-direc teur der Staatsmijnen in Limbing en oud-di recteur van het departement der Gouveme- mentsbedrijven in Ned.-Indië. Tot de aanwezigen behoorden o.a. Prof. dr. P. K. Th. van Iterson, directeur der Staats mijnen in Limburg, tevens als vertegenwoordi ger van de particuliere mijnen, Ir. M. H. Dam me, directeur-generaal der P.T.T., mede namens de Indische spoor- en tramwegen, oud-minis ter Ir, M. C. E. Bongaerts, als vertegenwoor diger van den Mijnraad, Mr. N. O. Couvee, raadsadviseur van het Departement van Wa terstaat, als vertegenwoordiger van het wnd. hoofd van het Departement, Ir. M. H. Damme, directeur van Werkspoor te Amsterdam, dr. P. Tesch, directeur van den Geologischen Dienst, mr. J. R. H. van Schaik, oud-minister van Justitie, L. Boogerd, directeur van de Gemeen telijke Handelsinrichtingen te Amsterdam, U. F. M. Dellaert, havenmeester van Schiphol en tal van anderen. Verscheidene bloemstukken, waarbij die van den Mijnraad, het Geologisch Instituut, het Mijnwezen en de Staatsmijnen, dekten de baar. Ir. M. C. E. Bongaerts schetste den ontsla pene als een der voornaamste leden van den Mijnraad, iemand die op het gebied van de mijnen in de geheele wereld groote kennis en rijke ervaring had verkregen. Nederland is veel aan Ir. De Kat verschuldigd en in het bijzon der de leden van den Mijnraad hebben erva ren, hoe hij zich aan zijn taak gaf. Niets was hem te veel, en het zal veel moeite kosten zijn ledige plaats in den Mijnraad weder te be zetten. Prof. Iterson herinnerde aan De Kats arbeid ten bate van de Staatsmijnen en getuigde van de gevoelens van sympathie, die Limburg voor den thans ontslapene koesterde. In het bijzonder voor de bovengrondsche werken in de mijnen heeft Ir. De Kat zeer veel gepresteerd. Belang rijker dan technische bekwaamheid zijn echter voor een directeur van een groot bedrijf de ka raktereigenschappen en ook daarin muntte hij boven anderen uit door zijn oprechtheid en bij zondere plichtsbetrachting. Tenslotte sprak Jlir. C. E. van Panhuys, als ondervoorziter van de Geologische Stichting, woorden van groote waardeering jegens Ir. de Kat wiens nagedachtenis allen in hooge eere zullen houden. Daarna werd de kist grafwaarts gedragen. Een zoon dankte bij de groeve voor de be langstelling. De directeur van het Rijksbureau voor het hotel, café-, restaurant- en pensionbedrijf brengt, na overleg met het Centraal Distributie kantoor, ter kennis, dat met ingang van 15 Nov. 1940 nieuw te vestigen bedrijven op het gebied van van het hotel-, café- en restaurantwezen niet kunnen rekenen op toewijzingen, respectie velijk losse bonnen voor gedistribueerde en te distribueeren artikelen. Belanghebbenden kunnen zich tot het inwin nen van nadere inlichtingen wenden tot ge noemd rijksbureau, Raamweg 14, 's-Gravenhage. De Zutfensche rechtbank berechtte een zaak tegen een der leiders van een smokkelbende, welke in de jaren 19371939 voor duizenden gul dens aan fototoestellen frauduleus uit Duitsch- land ons land binnenbracht. De man, de 25- jarige H. J. te P., vroeger te Winterswijk, doch thans te Aarle-Rixtel (N.B.) woonachtig, werd door den rijksadvocaat, mr. C. de Kempenaer, bij de behandeling der zaak het echte type van een grensbewoner genoemd, die anderen voor zich laat smokkelen om op die manier buiten schot te blijven. Er was een gevangenisstraf van negen maanden tegen hem geëischt. Verdachte, die iedere schuld aan de smokkelarij bleef ontken nen, werd conform den elsch veroordeeld, een der helpers van te P., die de smokkelwaar met zijn vrachtauto, waarmee hij waschgoed uit Duitschland naar Winterswijk vervoerde, over de grens bracht, hoorde 14 dagen geleden een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maan den met een proeftijd van twee jaar tegen zich eischen. In de kunstzaal van „'t Dinghuis" te Maas tricht zal de heer Ernest van Aelst Zondag 17 November om half een een tentoonstelling ope nen van werken door leden van den Limburg- schen Kunstkring. I>e tentoonstelling zal tot en met 1 December dagelijks geopend zijn van tien tot vijf uur. Dr. Van Gils te Roermond schrijft ons; Weer heeft de onverbiddelijke dood een der oud-Rolducsche docenten weggenomen. Met heel zijn ziel was pastoor Ribbergh aan Rolduc ver knocht. Hij had er zijn nog onrijpe en rijperejeugd doorgebracht. Hij zou er een hoog verdienste lijk en hoog gezien docent worden. Hij bezat reeds een zeer ontwikkeld aesthetisch gevoel, toen hij na voltooiing zijner theologische stu dies de Fransche letteren te Groningen ging studeeren. ^Man van 'n fijnen „esprit gaulois" had hij deze studie lief. Twintig jaar lang heeft hij te Rcdduc ge slachten aan geslachten deze nobele taal geleerd, Hij bezat de gave der welsprekendheid en was in den vollen zin des woords: tweetalig; hij sprak met evenveel gemak in vergaderingen en op den kansel Nederlandsch als Fransch. Hij kon de zielen zijner toehoorders treffen. Gemakkelijk was hij echter niet „te hebben": want hy stelde zichzelf hooge eischen: opzet en vertolking moesten af zyn. Maar hield hij b.v. 'n iy densmeditatie, dan ging de schildering van 's Heeren hjden de toehoorders door de ziel. Vereenigingen als „School en Wetenschap" of „Katholieke Vrouwenbonden", die beslag op Ribbergh konden leggen, waren zeker van 'n prachtigen avond. Zyn ruim 40-jarig priesterleven speelt zich af op slechts twee plaatsen: Rolduc en 't idyllische Houthem St. Gerlach. Bijzondere vereering had hy voor den H. Gerlachus of Gierling. 'k Heb me wel. eens laten vertellen, dat hy 't was, die bewerkte, dat 't station Houthem den naam van den vromen Gerlachus er bij kreeg. Gerlachus herinnerde hem èn aan middeleeuwsehe wereldverachting en deugd èn tevens aan Rolduc: Gerlach toch kwam wekelijks by den Rolducschen Xllden eeuwschen abt Erpo zijn heilige biecht spreken. De muurschilderingen, Gerlach's leven uit beeldend, in de fraaie 18de eeuwsche oud-prae- manstratenser kerk van Houthem hadden veel geleden: pastoor Ribbergh stelde er roem in de vereering van St. Gerlach te doen herleven: Gerlach's leven zou dan weer uit de herstelde tafereelen spreken. Hy was 'n ware herder voor zijn schapen. Maar zyn yver ging verder. Zoo was hij de geestelyke leider der Lourdes bedevaart. Hij stichtte door zijn vroom woord en verbaasde zelfs Fransche bisschoppen door rijn meesterlyke Fransche taal, Had hij in rijn jeugd hoofdrollen op 't Rol- ducsehe theater gespeeld, hy zou er roem oog sten door zyn prachtige regie. In Vondel's Luci fer en Racine's Athalie en Brittanicus (en in welk tooneelwerk niet al meer) had hy zich diep ingegraven, Hy kon de rol van eiken speler overnemen en was model. Deze prachtige' vorming kwam hem ook op den kansel te stade: zyn herderlyk woord was krachtig, fy'n en keurig. Groot bevorderaar der katholieke wetenschap, ijverde hij voor de Katholieke Universiteit. Hij stelde er prys op, zelf den rondgang te hou- öen en was er zeer gevoelig voor, dat zijn pa rochie een goed figuur maakte in de collecten- lyst. In dit punt was hy zelfs bij wijlen lastig. te Vroom priester, 'n edel en hoogbegaafd mam is in pastoor Ribbergh heengegaan. R.I.P. Op 77-jarigen leeftijd is in het Liefdegesticht te Herpen overleden de zeereerw. heer F Verey ken, emeritus pastoor van Niftrik. Hij was van 1910 tot 1 Juni van dit jaar pastoor te Niftrik. Voor zijn benoeming als pastoor te Niftrik, was hij kapelaan te Maar- heeze en rector van het ziekenhuis van den H, Carolus Borromeus te 's-Hertogenbosch. Verbreiding van de bekendheid met en de waardeering voor het eigen land heeft altijd tot de doel einden behoord, die de A. N. W. B. nastreefde. En dat doel treedt thans, nu al die werkzaamheden van den Bond, die betrekking hadden op het reizen naar het" buitenland, lam lig gen, bijzonder op den voorgrond. Met al zijn befaamde energie heeft de Bond zich thans aan dit doel ge wijd de bekende wandeltochten met onbekende bestemming zyn een uiting van deze werkzaamheid en in het kader daarvan heeft hij thans in zijn gebouw aan de Park straat te Den Haag een tentoonstel ling van Nederlandsche volks- en ambachtskunst ingericht. Eer gisterenmiddag deze tentoonstelling of ficieel werd opengesteld, richtte de voorzitter van den A. N. W. B„ de heer Bloemers, bur gemeester van Arnhem, zich in een korte boe- spraak tot een aantal genoodigden, die de ove rigens geheel onceremonieele opening bij woonden. Tot de stelregels van den A. N. W. B., aldus de heer Bloemers, heeft altijd deze behoord: breng de menschen tot de natuur. Dat „natuur" moet in dezen stelregel niet te eng worden be grepen. Dat is niet alleen het landschap, doch ook het volk en alles, wat in en uit dit volk leeft en opbloeit. Dat is ook het geestelijke landschap. Op de tentoonstelling is aan die gedachte in samenwerking met de A. N. V. V. en met het Instituut voor Sier- en Nyverheidskunst vorm gegeven in dier voege, dat hierin byeen zijn gebracht gebruiksvoorwerpen, die alle met de hand zyn vervaardigd en alle een zekere cul tuurwaarde bezitten. Bovendien treft men een aantal voorwerpen aan, die toonen wat thans nog in Nederlandsche handwerk-volkskunst kan worden vervaardigd. De A. N. W. B. vertrouwt, dat de aan schouwing van deze specimina van Neder landsche volkskunst by den bezoeker het verlangen zal wekken Om ook het volk zélf te zien, dat deze kunst maakte, en het land te bezoeken, waar deze kunst op bloeide en waaraan het is geïnspireerd. Nadat nog Baron Krayenhoff als waarne mend voorzitter van de A. N. V. V. een woord van dank en waardeering had gesproken voor het initiatief van den A. N. W. B., werd de tentoonstelling bezichtigd. Helaas moet worden vastgesteld, dat er in Ne derland nog maar zeer weinig echte volkskunst bestaat en dat veel van wat het volk als „kunst uiting" vervaardigt, niet meer is dan een de monstratie van geestelyke armoede en techni sche onmacht. Om dit laatste aan te toonen zijn op de tentoonstelling ook enkele voorwer pen geplaatst, die wel van groote liefde en ge duld, maar weinig van goeden smaak getuigen. Daarnaast echter vonden op de tentoonstelling ook tal van voorwerpen een plaats, die afkom stig zijn van erkende en niet erkende indivi dueel© kunstenaars. Niet al deze voorwerpen mogen allereerst worden gezien als producten van het Neder landsche volk vele ervan zouden ook in het buitenland vervaardigd kunnen zyn maar zy dragen toch de namen van Nederlandsche kunstenaars en veelal ook een typisch Neder landsch karakter. De grens tusschen volkskunstenaars en indi- vidueele ambachtskunstenaars is niet in alle gevallen scherp te trekken. Evenmin die tus schen de voortbrengselen van de handen van één man en die, welke hun ontstaan danken aan de samenwerking, van verschillende men sehen in een bedrijf, de industrieproducten. Het eenige criterium, waaraan bij de bepaling der keuze streng de hand is gehouden, lag in den eisch: Nederlandsch van oorsprong en artistiek verantwoord. Dit laatste behoudens de enkele hierboven genoemde uitzonderingen in de af- deeling volkskunst, die als voorbeelden rijn be doeld. Die opeet nu is in deze flinke tentoonstelling volkomen geslaagd. Alle soorten van kunstam bacht vindt men hier byeen. Daar zyn fraaie molens, schalen en schepen als voorbeelden van rilversipeedwerk uit Noord- Holland, geweven rokjes en handschilderwerk uit Staphorst; ivoor- en hout-snywerk uit Utrecht, houtschilderingetjes en beelden uit Weert, aardewerk uit Valkenburg, tinwerk en beschilderde meubelen een fyn blaasbalgje o.a. uit Sneek, taai-taai-vormen eveneens uit Friesland, daar zyn Goudsche pypen met kun stig bewerkte en geschilderde koppen, pypen, die zelfs naar Ceylon en Mekka werden uitge voerd, daar is Delftsch blauw, daar zyn boek omslagen en specimina van drukkunst uit A. Hruschka 29 (Nadruk verboden) Alwingens namen ten slotte die voorwaar- aan, en zonden voor den duur van hun af- f ezigheld den concierge en zyn vrouw naar (j ^ilie op het platteland. Hun hond „Rex" vond aar eveneens een tijdeiyk onderkomen. v Hempel constateerde, dat de villa ten name mevrouw Aline Foster was gehuurd, zy en ^aar zoon, en ook de negerin Sally Lawrence, hw»fen ten bureele van den Burgerlijken Stand ehoorlijk ingeschreven. v «i de tegenover Lotos aan den zoom van het [Jrteh gelegen villa's vernam Hempel, dat de ,'^we bewoners een zeer teruggetrokken leven j^dden, geen bezoeken hadden afgelegd en, in «verre men kon bemerken, met niemand om- hielden. De bejaarde mevrouw Foster had nog niet buitenshuls gezien. By fraai en 4« weer zag men haar in de veranda tegen I»11 zijgevel van de villa zitten. De zoon ging des avonds uit. Hij begaf zich dan naar bosoh, dat niet ver van 't huis begon, of sloeg de tegenovergestelde richting In, waar angs de rivier een weg liep, die verscheidene buitengemeenten met elkaar verbond. Naar de stad had nog nooit iemand hem zien gaan. Bovendien scheen niemand hem van nabij te hebben gezien, want de beschrijvingen van zyn persoon ljppen ver uiteen. Sommigen be schreven hem als een man met zwart haar, gladgeschoren, elegant van houding en kleeding; anderen verzekerden, dat hij baard en knevel droeg, donkerblond was en een weinig gedis tingeerd voorkomen had. Op slechts één punt was men het eens: de „Amerikaansche dokter" was eerder groot dan klein en droeg altijd een in schildpad gevatten bril met groote, ronde glazen. Er waren slechts twee dienstboden: Sally, de negerin en de doofstomme knecht Jacob, die de dokter, naar men zeide, recht uit een gesticht voor doofstommen had gehaald. Ook Sally en Jacob verlieten zelden het huis. Jacob slechts nu en dan op een Zondag, om in de omliggende herbergen een paar uren te gaan siyten; Sally enkel dan, wanneer Zij in de stad sommige dingen, die in den omtrek der villa niet te krygen waren, moest gaan koopen. Gewoonlijk werd alles aan huls gebracht, juister gezegd, tot aan 't huis: want Sally stond altijd bij de tuinpoort te waehten op den me'kboer, den bakkersjongen en den slager. De melkboer bracht ook iedere week een pak win kelwaar mee, die men vooruit by den kruide nier te Judendorf had besteld. Slechts bij hooge uitzondering stond Sally niet reeds te wachten, om aan do tuinpoort de waren aan te nemen en Maastricht, daar is emaille, tegelkunst, unica glas, enzoovoort enzoovoort. De tentoonstelling duurt tot 4 Januari en is dagelijks geopend van 10.30 tot 18.30, 's Zon dags van 13.30 tot 16.30. De toegang is voor ieder vrij. Bezoekers van buiten Den Haag hebben bo vendien speciale faciliteiten voor het gemeente museum. Deze tentoonstelling is een bezoek overwaard. De Rotterdamsche rechtbank heeft uitspraak gedaan in de zaak tegen den 49-jarigen puin ruimer D. R. en zijn 45-jarige echtgenoote, die zich in den nacht van 14 op 15 Mei hadden schuldig gemaakt aan diefstal of heling van eenige kostbare kleedingstukken ten nadeele van de firma Gerzon te Rotterdam. De vrouw had, naar zij verklaarde, 's nachts in een schuilkelder van een onbekenden man een zil- vervospellerine ter waarde van 295, twee man tels van te zamen 120 en een sportjasje voor 20 gekocht. De officier had tegen beiden een gevangenis straf van zes maanden met aftrek van drie maanden preventieve hechtenis geëischt. De uitspraak luidde vier maanden gevange nisstraf met aftrek van de preventieve hech tenis. De 37-jarige voerman L. J. W. te Rotterdam, die zich te verantwoorden had gehad wegen» diefstal van rijwielen, ae&tienmaal gepleegd, werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van een jaar en zes maanden met aftrek der pre ventieve hechtenis. Er was een jaar en aes maanden gevangenis straf tegen hem geëischt. Bovendien moet hy zes maanden gevangenisstraf uitzitten, die hy nog te goed had. W. was reeds achtmaal ver oordeeld. De 28-jarige reiziger M. J. A. te Rotterdam, tegen wien eveneens een jaar en zes maanden gevangenisstraf wegens diefstal was geëischt, werd veroordeeld tot eengevangenisstraf van een jaar met aftrek van preventieve hechtenis. Deze man was op 19September j J. uit de gevangenis te Haarlem ontslagen en den vol genden dag was hy te Rotterdam weer begon nen met stelen. Binnen een paar dagen had hij kans gezien, rich vier fietsen toe te eigenen. Ook hy had reeds acht vereordeelingèn achten den rug. De schutsluis Willem UI van het Noordhol- landsch Kanaal te Amsterdam is voorshands buiten dienst gesteld. Tot adjunct-inspecteur der directe belastin gen te Gouda is, gerekend te zyn ingegaan 1 October 1940, benoemd mr. J. H. Lourens. De inspecteur der directe belastingen, invoer rechten en aoeynzen, J. J. de Vries, werkzaam by het departement van Financiën, is belast met de waarneming van de inspectie der ge blokkeerde Marken-belasting te 's-Gravenhage. Te rekenen van 1 Januari 1940 is benoemd tol commies in vasten dienst by het departement van Sociale Zaken ,mej. dr. E. E. de Groot, thans werkzaam als arbeidscontractante. Tot hoofdcommies in vasten dienst by het departement van Sociale Zaken en gedetacheerd by den Rijksdienst voor de Werkverruiming is benoemd mr. J. D. J. E. van den Berg, thans werkzaam als adjunct-rijksinspecteur voor de werkverschaffing in algemeenen dienst in tijde- lyken dienst Voor het tydvak van 1 October 1946 tot 1 October 1941 zyn weder benoemd tot tijdeiyk leeraar aan de rykslandbouwwinterschool te Drachten W. van Marie en D. Rijpkema, bei den aldaar. Aan het departement van Binnenlandsche Zaken zyn met ingang van 1 December 1940 bevorderd: tot hoofdcommies mr. J. Heusdens, thans commies, en tot oommies P. Zegwaard thans adjunct-oommies. A. F. J. van den Bogert is met ingang van l December 1940 benoemd tot hoofdcommies by de Inspectie voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen, met geiyktij- dige toekenning van eervol ontslag als hoofd commies bij het departement van Binnenland sche Zaken. te betalen. Want alles werd onmiddellyk betaald en Sally had nooit afgedongen. Iets opvallends of verdachts had men nooit bemerkt, daargelaten de buitengewoon terugge trokken levenswyze van de bewoners der villa. Sally sprak nooit meer dan hoog noodig was met de leveranciers; de bekende babbelzucht van haar ras scheen haar ten eenen male vreemd te zyn. In den laatsten tijd had men wel af en toe tegen den avond een dame zien aankomen per auto en de villa binnentreden: maar daar had men verder niet op gelet, want Sally had eens aan den melkboer verteld, dat het een landge- noote van haar meesteres was, die haar nu en dan een paar uurtjes gezelschap kwam houden. Waarom was Sally bij die gelegenheid zoo „spraakzaam" geweest? Och, eenvoudig om deze reden: zekeren avond, toen de melkboer veel la ter dan gewoonlijk met zijn wagentje terug kwam uit de stad, zag hy de dame uitstappen en den volgenden morgen had hy 't Sally ver teld Silas Hempel vernam dit alles ter plaatse zelf, waar hij, vermomd als rondreizend koopman, met de bedienden van omliggende villa's een ge zellig praatje wist aan te knoopen. Vervolgens ging hij 't was nog vroeg in den middag in zijn ware gedaante, maar onder den naam Glasrotter naar de Villa „Lotos." Hij wilde 'absoluut dr Foster zelf Zien. Met dat doel zou hij voorwenden, bij dr. Foster per- sooniyk nog eens te willen informeeren naar de villa, waar de medicus dikwijls 's nachts zoo lang licht had gezien. Maar zoo ver bracht Silas het niet. Nauwelijks had hy den mond geopend, pf Sally zeide hem, dat de heer Foster op reis was 's Avonds tevoren had hij een telegram uit Wee- nen gekregen. Landgenooten van den dokter, die te New York veel met hem in aanraking waren gekomen en zijn bekwaamheid hoog waardeer den, bevonden zich toevallig in de hoofdstad en wilden hem in een gewichtige aangelegenheid raadplegen. Zoo was hij 's morgens met den eer sten trein naar Weenen vertrokken. Op eigen hand voegde Sally in haar zonder ling Duitsch nog erbij, dat haar meester erg boos was geweest over dat telegram, want hij had het thuis zoo vreeselijk druk met zijn stu diën, Doch er was hem niets anders overgeble ven dan op reis te gaan, want oude vrienden mocht hy niet teleurstellen. Silas scheen met belangstelling te luisteren. Toen Sally eindelijk zweeg, vroeg hij plotseling: „Waar heb je eigenlijk zoo mooi Duitsch lee- ren spreken, Sally?" Een seconde lang staarde zy hem verbluft aan maar toen antwoordde zy met radde tong: „O, ik heb Duitsch geleerd in myn geboorte stad, St. Louis, waar ik by Duitschers heb ge diend. En dan ben ik nog langen tijd met Missis te Weenen bij Master Charlie geweest en daar heb ik nog bijgeleerd." „Je hebt dus te Weenen gewoond?" De vraag kwam zoo snel, dat Sally geen tijd tot nadenken had. „Ja," antwoordde zy, min of meer onwille keurig, in de Schönbrunnerstraat, maar.... het nummer ben ik vergeten Silas stelde geen vragen meer, doch nam al- scheid met een paar nietszeggende woorden. Hy was er eig'enlyk op voorbereid geweest dat Dr. Foster „op reis" zou zijn, als men naai hem vroeg. Was hij de moordenaar en daar van was de detective nu vast overtuigd dan kon hy om zoo te zeggen, niet anders handelen. Pruiken en vaische baarden, welke hij droeg om zijn geburen een rad voor de oogen te draaien, konden hem op den duur niet beveiligen, want men bezat de door Holzmann gegeven beschrij ving van zijn persoon. Het bezoek van 's avonds tevoren had hem zeker achterdochtig gemaakt want de naam van den majoor moest hem be kend zijn als die van Lydia's vader. Hij moest dus onmiddellijk begrepen hebben, dat het be zoek verband hield met nasporingen betreffende Lydia. Naar het andere behoefde hy niet te ra den. De fabel van Glasrotter's in haar geestver mogens gekrenkte bloedverwante had natuurlijk- geen vat op Foster. Juist in de villa „Lotos" in formeerde men naar Lydia; dus moest er Bekere verdenking gerezen zijn. Een en ander spoorde Foster tot de uiterste voorzichtigheid aan; nog minder dan tevoren mocht hy zich laten zien ol iemand-te woord staan en het beste voorwend sel daartoe was wel een reisecht of gelogen. Silas begreep, dat het een ernstige fout was geweest, den majoor onder zijn echten naam te laten optreden: Marehst&tten's kaartje was doodeenvoudig een waarschuwing voor Foster geweest! Nu, toen de heeren daags tevoren naar de villa „Lotos" reden, hadden zy er geen flauw vermoeden van, dat zij meteen in het hol van den leeuw terecht zouden komen, zy wilden een voudig met de Alwingens spreken, om van hen inlichtingen te verkrygen en zoo aanknoopirgs- punten voor een verder onderzoek te vinden. En als eenig resultaat had men nu den naam eener straat: Schönbunnerstrasse Natuurlijk moest nu on.middellyk de Ween- sche politie in den arm worden genomen, om te weten te komen, of de Fosters werkelyk gerui- men tyd in die straat hadden gewoond en de formaliteit der inschrüving behoor' yk vervuld hadden. Toen Silas de eerst huizen der stad bereikte, zag hy een jongen, die met een speciale editie van een dagblad ventte. En spoedig ving hy deze woorden op; „Extra-editie 1 De moord op Gerhard Holz mann opgehelderd! Bekentenis van mevrouw Holzmann! Aanhouding van den moordenaar- Hartwig Henter!" Silas bleef een oogenblik als aan den grond genageld staan; hy greep naar zyn hoofd, ais vertrouwde hy zijn oeren niet. Was dat mogelijk? Hy kocht een exemplaar van de speciale uit gave.... en las. En wederom greep hy naar zijn hoofd Maar reeds na verloop van eenige minuten kwam hij tot bedaren en glimlachte bijna. Was hij inderdaad verwonderd geweest? En was het niet een nieuw bewys, dat hy 't goede spoor volgde? (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3