Plannen voor den herbouw VEELOMVATTEND WERK Fletsere sssKSjs n NeemnAKKERTJE BOSCH w Uit andere bladen 1OOH dat (tog TOONTJE VAN TEUTEN De geteisterde plaatsen bij den Grebbeberg 1 FIETSLICHT IVOROL-tandpastanog altijd beter dan alle andere. TJFSSZ I WESTERWOUDT HöFTE Eeuwfeest Broeders der Onb. Ontvangenis VRIJDAG 22 NOVEMBER 1940 Het opstellen der plannen De stand van zaken Rhenen W ageningen Scherpenzeel Veenendaal Wederopbouw boerderijen ITALIAANSCHE OPERA De leden van het gezelschap Stille viering te Maastricht Hoofdpijn Kiespijn Zenuwpijn Audiëntie Sportcommissariaat voor het bisdom Roermond Een pleidooi voor soepel realisme Om een naam? Vx ADVIEZEN VOOR BELEGGINGEN Adolf Knubben f Mg—i Den loden Mei van dit Jaar, dus reeds kort nadat het oorlogsgeweld over ons land Was gevaren, stelde de Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht het Regeerings- comnnssariaat voor den wederopbouw in, waarbij dr. ir. J. A. Ringers werd benoemd tot Regeeringscommissaris, kort geleden bader betiteld ais Algemeen Gemachtigde Voor den Wederopbouw. Het commissariaat stelde zich n drieledig doel, n.l. het herstel van de verkeerswegen, de drooglegging van het geïnundeerde ge bied en den opbouw van vernielde steden en dorpen. Over de resultaten van dezen arbeid heelt Onze Haagsche redacteur eenige dagen geleden een uitvoerige visie gegeven. Hierbij heeft hij Oen arbeid oij den Grebbeberg slechts terloops kunnen behandelen. Wat het opruimingswerk daar betreft diene, öat het puin in de Grebbestreek, voornamelijk te Rhenen en Wageningen, een bijzonceren trek vertoont. Men treft hierin n.l. de zgn. mop- Pen1' aan, een soort handvormsteenen, die aan vankelijk gebruikt werden voor wegverharding. Öit verdroot de rijkscommissie voor monumen tenzorg zeer, daar zij had vastgesteld, dat de .Jhoppen" uitstekend geschikt waren voor res tauratiewerkzaamheden aan oude gebouwen. De Algemeen Gemachtigde bepaalde op verzoek van de commissie voor monumen tenzorg dat het puin van Rhenen en Wage ningen voor restauratiewerken moest be waard worden. Voor een aantal gemeenten zijn de plannen tot herbouw thans opgesteld. Ieder plan werd tb de gemeente zelf opgemaakt, maar afhanke lijk gesteld van de goedkeuring van den Alge- •heen Gemachtigde, die de uiteindelijke beslis sing geeft. De plannen moeten voldoende zijn voor het heden en mogelijkheden in zich bergen voor de toekomst. Naast het plan-Witteveen voor Rot terdam heeft men nog het plan van ir. C. Fou- Oeroyen en ir. J. P. van der Haar voor Rhenen, Oe plannen van ir. A. Kraayenhagen voor Wa peningen en Scherpenzeel en het plan van ir. J. van Embden voor Veenendaal. In vele plaatsen is men met de onteigenings procedure reeds klaar of althans in een ver ge- forderd stadium gekomen. Het stadium van plannen maken en voor bereiden is achter den rug en men kar, met ben eigenlijken wederopbouw gaan beginnen t>aar het 's winters evenwel moeilijk, bouwen is, zal eerst tegen het voorjaar het werk in vollen Sang zijn. Aan het werk van het commissariaat van ben wederopbouw staat evenwel één moeilijk heid in den weg en dat is de onbekendheid inzake de financieele regeling der schadever goeding tengevolge van het oorlogsgeweld. Dit belemmert den opbouw zeer, want de zui nige en precieze Nederlander geeft niet meer Sold uit, dan hij ontvangt. D. w. z. hij bouwt niet, voordat hij het geld „cash" van de re- Seering ontvangt. Een positieve uitspraak van de autoriteiten °P dit gebied is daarom zeer gewenscht. Gelukkig heeft, zooals bekend, het commis- toriaat van den wederopbouw een voorschot- regeling ingesteld, zoodat men toch eenigszins han voortwerken. De plannen voor de gemeenten Rhenen, Wageningen, Veenendaal en Scherpenzeel zijn klaar en bevatten in hoofdzaak de volgende wijzigingen in vergelijking met den ouden toestand. Te Rhenen was de aangerichte schade aan zienlijk. De eigenlijke kern van het stadje met be voornaamste winkels en bedrijven werd vrij wel geheel vernietigd. De ontwerpers moesten dus een nieuwe kern bötwerpen, welke in de eerste plaats beant woordde aan de tegenwoordige eischen van ste ehouw en volksgezondheid, doch die tevens iets had behouden van het speciale karakter, waar- boor het oude Rhenen met zijn Cunera-toren Sokenmerkt was. Vrij ingrijpende wijzigingen zijn in het stads plan aangebracht, waardoor verschillende ver beteringen werden verkregen. De belangrijkste Wijziging is wel het profiel en het beloop van be voormalige Heerenstraat. De minimum- breedte is 17 M. en dus belangrijk meer dan ytoeger. Bovendien zal deze straat zich ui het hart komvormig verwijden, waardoor dus eigen- hjk een plein ontstaat, de nieuwe Frederik van her Paltzhof. De bedoeling is dat dit een cen- bum van echt stadsleven zal worden, druk, toet nagenoeg winkel aan winkel, maar dat toch boor zijn breedte en ruimte in staat zal zijn tost te verschaffen. Bij feestelijke gelegenhe den zullen op dit plein kramen, een muziek- jj®ht, enz. opgesteld kunnen woroen en ook kan het eventueel tot extra parkeerruimte dienen. Dat de Rijksweg ArnhemUtrecht niet zal Worden omgelegd beteekent een groot voordeel v°or een stadje als Rhenen. Het harmonische torband met zijn achterland blijft daardoor on verminderd bestaan en za,l niet door een om- egging worden verbroken. Een belangrijke wijziging betreft het bouw blok begrensd door Koningstraat, Weverstraat, ®ontekcestraat en de verlengde Gasthuisstraat. daar gevestigde industrieën, evenals de °verige industrieën in de binnenstad, welke /frnietigd zijn, zullen worden verplaatst naar ttet terrein aan den Vogelenzang, waar zij met daar reeds gevestigde industrieën een indus triewijk zullen vormen. De hierdoor in het bo- tonbedoelde blok vrijgekomen grond zal door de toineente worden bebouwd met 28 geriefelijke h''t>eiderswoningen. De z.g. „benedenstad" zal h^n als woonstad in eere zijn hersteld. De sa- Peering van de nog bestaande woningblokken ®1 hierbij in den loop van den tijd aansluiten 11 dit herstel voltooien. üoor den oorlog werd het hart van de oude ,;ad Wageningen volkomen verwoest. Van de hddeleeuwsche Vestingstad was in den loop er eeuwen toch leeds weinig overgebleven. tactisch geeft alleen nog het stratenplan A'1 duidelijk beeld van den voor de middel- ^Uwen zoo karakteristieken stedebouwkundigen hzet. behoud en zoo mogelijk een verduidelij- .A'g van dezen typischen stedebouwkundiger, jjh'ïleg vormde eenerzijds een richtsnoer vjoc At wederopbouwplan van de oude stadskern, ^herzüds moest toen reeds spoedig bleek, dat het herbouwen in den vóör-oorlogschen vorm, om vele redenen, ongewenscht was re kening worden gehouden met de redelijke eischen, welke het moderne leven aan het ste delijke organisme stelt. Bij het wederopbouwplan is voorts uitgegaan van de veronderstelling, dat het Gothische kerkgebouw met den Romaanschen toren vrijwel het eenige monument, dat Wageningen bezat zou worden gerestaureerd en her bouwd. In het plan vormt dit kerkgebouw het alles beheerschende element. Een tweede element in het opbouwplan vor men de stadspoorten. Bij de Bergpoort herin nerde een voor het verkeer zeer hinderlijke S- bocht in de Hoogstraat aan d'e plaats van de vroegere stadspoort. De bebouwing aan het an dere einde van de Hoogstraat heeft echter alle herinnering aan de Nudepoort uitgewischt. Hier kwam men geheel ongemerkt de oude stad bin nen. Nu de beide einden van de Hoogstraat ernstig zijn beschadigd, is van de gelegenheid gebruik gemaakt om weer twee duidelijke toegangen tot de stad aan te brengen, zonder te vervallen in een weinig zinvolle imitatie van de vroegere stadspoorten. Over de verbreede stadsgracht, waarvan de lijnen weer veel strenger zullen worden, zijn nieuwe bruggen rntworpen. Als meer op zichzelf staand element, dat niet curect verband houdt met den wederopbouw, is een verbetering van den groen-gordel en van de vestinggracht in het plan opgenomen. Het tuin- architectonische gedeelte van dit plan werd verzorgd door Dr. Ir. J. P. Bijhouwer te Wa geningen. Scherpenzeel heeft zich in den loop der ja ren, op voor het verkeer zeer hinderlijke wijze, als een lintdorp langs den Rijksstraatweg UtrechtArnhem uitgebreid. Het bochtige ver loop van de zeer nauwe Dorpsstraat leverde het doorgaande verkeer vele moeilijkheden op. Bij het wederopbouwplan van het zwaar geteister de dorp moest dus voor alles worden gestreefd naar een verbetering van den verkeersweg, zon der dat het intieme dorpskarakter zou worden aangetast. Om echter een goed beeld te kun nen verkrijgen van de eischen, welke aan den Rijksweg in de dorpskom kunnen worden ge steld, is eerst een uitbreidingsplan ontworpen. Hierdoor was het mogelijk om de plaatsen te bepalen, waar op nieuwe zijwegen moest wor den gerekend en kreeg men een indruk van het verkeer, dat op den hoofdweg zou uitmonden. Tevens kon door het uitbreidingsplan een voortwoekeren van de lintbebouwing worden tegengegaan. Zoo is in het wederopbouwplan in de eerste plaats een omlegging van den Rijksweg in de kom van het dorp geprojecteerd. De gedeelte lijk reeds bestaande weg is hiertoe op voldoen den afstand van „Huize Scherpenzeel" door getrokken en kan dan uitkomen op de laan achter het kasteel, welke op een gunstig punt op den bestaanden Rijksweg uitmondt. Een groot aantal der in Utrechtsch Veenen daal vernielde huizen en andere gebouwen iigt buiten de eigenlijke bebouwde kom en zelfs bui ten de grenzen der gemeente, n.l. in 't aanlig gende Geldersche Veenendaal en in de gemeente Renswoude. Voor het overgroote deel zal deze vernielde bebouwing in het landelijke gebied rond de eienlijke plaats wel weer ongeveer op den ouden voet kunnen worden herbouwd. Anders staat het evenwel met de vernielin gen, welke in het hart van de plaats zijn ge schied. Aan de hoofdstraat (de Kerkewijk) nabij het station viel e,en rij belangrijke hee renhuizen, alsmede een, reeks andere gebouwen ten offer aan het oorlogsgeweld, terwijl ook verder in deze omgeving een vrij groot aantal woningen werd vernield Gelukkig zijn belang rijke in de zone der verwoestingen gelegen be drijfsgebouwen, als die van het waterleiding en electriciteitsbedrijf, alsmede een sigarenfa briek, niet mede gesloopt. De bebouwde kom van Veenendaal vroeg in haar ouden vorm dringend om wijziging. Waar de gelegenheid zich voordeed werden eenige dringend noodzakelijke verbeteringen aangebracht. Op een terrein in het midden van de plaats, dat ten gevolge van de doorbra ken vrij is kci.nen te liggen, zai een nieuwe woonwijk voor arbeiders worden gesticht. Dit nieuw ontworpen woonwijkje zal een aan trekkelijk karakter kunnen verkrijgen. Er is be trekkelijk veel groen en beplanting in gepro jecteerd, speciaal langs genoemden hoofdweg en door de bebouwingsvoorschriften wordt er voor gezorgd, dat de straten een aangenaam en af wisselend profiel en de bebouwing een prettig karakter zullen verkrijgen. Thans is reeds een complex van 28 arbeiders woningen herbouwd. Hierbij kon rekening wor den gehouden met den boven beschreven hoofd- opzet van het totale herbouwplan. De spoedige wederopbouw van verwoeste of beschadigde boerderijen was vanzelfspre kend van het grootste belang met het oog op de voedselvoorziening van ons land. Om een spoedige en vlotte behandeling van deze kwestie te verkrijgen kwam een overeen komst tot stand tusschen de directie van de Wieringermeer in Alkmaar en den direc teur-generaal voor de Voedselvoorziening in 's-Gravenhage, waarbij de bouwkundige af- deeling van de Wieringermeer, onder leiding van haar hoofd, den heer A. D. van Eek, als „Bureau Wederopbouw Boerderijen" werd in geschakeld. Het hoofdbureau is in Amers foort gevestigd en daarnaast zijn er 5 ais- trictsbureaux, n.l. in Amersfoort, Deurne, Dordrecht, Mill en Veenendaal en ten slotte nog een bureau voor verspreide gevallen, dat eveneens in Amersfoort is gevestigd. In Nederland zijn in totaal 527 boerderijen verwoest. Het district Amersfoort telt er 134 en het district Veenendaal 152. De werkzaamheden van het „Bureau Weder opbouw Boerderijen" bepaalden zich in het be gin tot het verzamelen van gegevens betreffen de de verwoeste gebouwen, de daarbij behoo- rende landerijen, de grootte van den veestapel, hypotheek-kwesties enz. Daarna werd een be gin gemaakt met het maken van teekeningen en plannen voor den herbouw. Het bleek, dat er in verschillende gevallen een wanverhouding was gegroeid tusschen de grootte van de boerderij en die van het daar bij behoorena bedrijf. Men wil van de gelegen heid gebruik maken om in dezen toestand zoo veel mogelijk verbetering te brengen en daar om worden als norm voor den herbouw aan genomen de minimum-afmetingen en de sober ste bouw van een boerderij, welke in verband met den omvang van het bedrijf noodzakelijk is. Wenscht een eigenaar meer of grooter te bouwen dan voor zijn bedrijf noodig wordt ge acht, dan wordt hij daartoe in de gelegenheid I lantaarns is j00r de i wijze °PfD,0n, °TERINGS MET RUIVJ cts Prijzen vanat i Zonder meer in iedere lantaarn aan te brengen^ gesteld, doch dan komen de hoogere kosten daarvan ook voor zijn rekening. Tot nu toe zijn voor het geheele land aan besteed en gegund 47 boerderijen, waarvan 5 in Ede, 14 in Hoogland, 3 in Renswoude, 14 in Rhenen, 1 in Veenendaal en 1 in Woudenberg. Meer boerderijen zullen zeer binnenkort worden aanbesteed. Uit al deze gegevens blijkt wel, dat het werk van den wederopbouw met alle kracht en energie is ter hand genomen. De activiteit wordt echter bepaald door de materialen-beperking. Voor de meeste bouw- grondstoffen in ons land n.l. aangewezen op den invoer van buiten af. Men hoopt evenwel ondanks deze belemmering het eenmaal ondernomen werk tot een bevredigend einde te brengen en de door den oorlog geslagen won den zooveel mogelijk te genezen. Aan de voorstellingen, die de Italiaansche Opera in December zal geven, zal o.a. mede werken de jeugdige soprano leggero Lina Aimaro, die behalve in de Scala te Milaan ook in het Metropolitan Operahouse te New York reeds talrijke successen heeft behaald. Adriana Perris zal de vrouwelijke hoofdrollen vertolken in La Bohème en Butterfly. Ook zan geressen, die reeds eerder in Nederland optra den, zullen thans weer medewerken; wij noe men Dora dé Stefani en de alt Maria Meloni. Behalve de tenor Mario Filippeschi wiens op treden wij reeds eerder aankondigden, zal ook Gustavo Gallo als eerste tenor met het gezel schap meekomen. Enrico de Franseschi, de ook in ons land vermaarde bariton zal eveneens weer in onze theaters komen zingen. Maestro Edmondo De Veechi zal in de artis tieke leiding worden bijgestaan door Gino Bianchi Rosa en Edoardo Pedralozzi, terwijl maestro Amuedeo Barbieri weer de leiding der koren op zich zal nemen. „Het schip van 1600 tot 1900". Onder dezen titel wordt in het Scheepvaart museum te Amsterdam een tentoon stelling gehouden, waar vele modellen van historische vaartuigen te bewon deren zijn. (Foto Pax-Holland) (Van onzen correspondent) Donderdagmorgen geschiedde te Maastricht in de kloosterkerk van de Beyaert, moederhuis der orde, de (wegens tijdsomstandigheden) stil le viering van het eeuwfeest der Congregatie van de Broeders der Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd. Omtrent den gedenkwaardigen datum 21 No vember 1840 lezen we in het gedenkboek: de 21ste November O. L. Vrouw Opoffe ring. Op dezen Mariadag wilde men officieel beginnen. Deken van Baer, pastoor van St. Ser- vaes, zegende toen als bidplaats een der kleine hokjes in. Er schijnt geen H. Mis gelezen te zijn." Hoe stil de viering nu ook geschiedde, ze was toch wel anders dan men in 1840 voorzien kon. Z. H. E. Mgr. Lemmens, bisschop van Roer mond, was overgekomen, om op den honderd sten verjaardag der Congregatie een Pontificale Hoogmis op te dragen. Afgehaald door de gees telijkheid der stad, werd Mgr. naar de kapel geleid, waar heel de communauteit verzamela was. Mgr. werd bij het Misoffer geassisteerd door de hoogeerw. heeren dekens der stad In- gendael en Schoenmaeckers, door pastoor Ter stappen van de St. Mathiasparochie door pas- De Nederlandsche 'Pijnstiller toor Lenders van de St. Josephsparocnie en door den Z.E. pater Kroon S. J. Verscheidene geestelijke en wereldlijke autoriteiten, onder wie de burgemeester van Maastricht, woonden deze plechtigheid bij. Mgr. bleef nadien nog eenigen tijd te midden van de jubileerende broeders. Ter herinnering aan het eeuwfeest werd uit gereikt een prentje, gravure van Hub. Levigne, met een zinrijke voorstelling van de H. Maagd, patronesse der orde, van het wapen der oröe en van de kerk van het moederhuis. Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht zal de volgende week alleen Woensdag en Donder dag audiëntie verleenen. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal a.s. Woensdag geen audiëntie verleenen. Z. H. Exc. de bisschop van Breda zal Maan dag, Woensdag en Vrijdag a.s. geen audiëntie verleenen. In het bisdom Roermond is het sportcom missariaat definitief ingesteld. Tot sportadvi- seur en leider van het sportcommissariaat is door Z. H. Exc. Mgr. dr. G. Lemmens benoemd de weleerw. heer J. Leijssens, kapelaan te Wijk- Maastricht, oud-bondsadviseur van den R. K. L.V.B. Als sportcommissaris is aangewezen de heer A. Kuiper te Heerlen, en als sport-com- missaresse mej. Hulsenbosch te Meerssen. LET OP HET MERK ROTODYN Verkrijgbaar bij den Erkenden Rijwielhandel. Onder dezen titel publiceert de courant van Nationaal Front „Nederlandsch Dagblad" als hoofdartikel een beschouwing van G. Alblas, waaraan wij hieronder eenige citaten ontleenen, welke voor zich zelf spreken „Er is in de kolommen van dit blad wel eens scherpe kritiek op de Unie geoefend. Dat was echter noodzakelijk, omdat het beeld, dat de Nederlandsche Unie eenmaal bood, zoo vaag was, zoo zonder scherpe lijnen en vaste contouren, dat iedere critiek zelfs de meest afbrekende, hier opbouwend was. En het heeft geholpen. Er komt al meer lijn in, langzaam maar zeker gaat het in de goede richting. En nu blijkt ook, welk een volstrekt noodzakelijke en goede organisatie de Nederlandsche Unie is. Zij lijkt als het ware de leidsvrouwe van liet Nederlandsche volk op zijn weg naar het Nieuwe Land. Haar leiders waren aangeziene lieden in den democratischen staat, gelijk Mozes een hoog- waardigheidsbekleeder aan het hof van Egypte. Zij hebben het volk langen tijd doen dwalen door de woestijn zonder vast doel en wellicht zullen zij het beloofde Land wel zien, doch niet betreden, maar toch komt hun de eer toe, dat zij ons volk op dit oogen- blik reeds tot dicht aan de grens van het beloofde land hebben gebracht. Want laten wij toch eerlijk zijn, practisch leidt de Unie de groote massa. Nu echter komt het er op aan, dat beloofde land te veroveren. Op dit oogenblik, dat de Unie zich zoover in de goede richting heeft ontwikkeld, dat zij „bündnisfahig" is geworden, is het goed op de verhouding tusschen Nationaal Front en de Nederlandsche Unie nog eens in te gaan. Het is, Aristotelisch gezegd, de verhouding tusschen vorm en inhoud. Het program van Nationaal Front is klassiek, dat wil zeggen, voorbeeldig voor de Nederlandsche Unie. Maar potentieel is in de Nederlandsche Unie aanwezig, wat door het richting gevende program van Nationaal Front tot actualiteit kan worden. Zij is tegen de naturalisaties der Joden, voor sterke banden met Vlaanderen en voor een sterk gezag. Zoo is het ook op de punten, waarin wij slechts gradueel verschillen; wij zijn felle, integrale nationalisten, voor wie Nederland het een en het al is. Wij zijn sterk anti kapitalistisch ingesteld en streven naar een Nederlandsch socialisme. Ook hierin kunnen wij de ontwikkeling der Unie versnellen. Het is daarom, dat wij een betere ver standhouding met de Unie bepleiten. Dat is het eerste, het allereerste, wat noodig is. Dan hebben wij een zeer groot deel van het Nederlandsche volk achter ons en staan zoo sterk, dat ook aan een volgende étappe, de algeheele eenheid, kan gedacht worden." Ook wat de N.S.B. betreft doet „Nederlandsch Dagblad" een merkwaardig geluid hooren: „Ook ten opzichte van de N.S.B. stelle men zich echter op een reëele basis. Wij hebben bezwaren tegen de N.S.B. en haar vaak niet al te zacht aangepakt. Maar wij hebben onze oogen niet gesloten voor het feit, dat ook de N.S.B. de revolutionnaire potentie bezit en, vooral, het vertrouwen heeft van de Duitschers. Dat is nu eenmaal zoo en daarmee heeft men te rekenen." De „Maasbode" betreurt het, dat de Neder landsche Unie verklaard heeft socialistisch te zijn; „Men kent het niet onvermakelijke ver haal van Proudhon, toen h>ij na de Juni dagen in 1848 voor d en strafrechter stond. De rechter: „Maar ik dacht, dat gij so cialist waart?" Proudhon: „Ongetwijfeld, Edelachtbare," De inbreker maakte van de gelegenheid ge bruik en klom snel door het raam naar binnen. Een agent was juist voorbijgegaan, zoodat de kans nu schoon was. Alleen op de tweede ver dieping brandde licht. De meeste bewoners van het huis waren reeds lang naar bed. De inbre ker stond in het salon. Wanneer de man op de verlichte kamer naar bed ging, zou hij wel hoo ren dat het licht werd uitgedraaid. Dan was zijn oogenblik daar! Want het eenige geld dat in het huis aan wezig was, moest hij op die slaapkamer halen. Dat wist hij. De bewoner van de verlichte ka mer was de heer des huizes zelf. Hij hield er geen brandkast op na, maar gaf er de voorkeur aan zijn geld op zijn slaapkamer te bewaren. Inbre zijn onmiddellijke nabijheid door- dringen, hetgeen altijd een riskante onderneming was. Onder zijn kussen lag een geladen revolver. De inbreker slipte de slaapkamer binnen. Bij het licht van zijn electrische zaklantaarn sloop hij voort. Zijn hand gleed tastend in de zakken van het costuum, dat de bewoner zoo juist had uitgetrokken. Toen hij het geld daar niet vond, zocht hij verder. Ha! Daar op de waschtafel lag een portefeuille, waar het geld natuurlijk in geborgen was. Op het oogenblik dat hij zich daarheen wend de, klonk het geritsel. De inbreker draaide zich met een ruk om. Zijn lantaarn bescheen den heer, die reeds een hand onder het kussen had. „Handen omhoog!" snerpte de stem van den dief. Tegelijkertijd draaide hij achter zich den schakelaar van het electrisch licht om. De kamer werd hel verlicht. De bewoner tilde één hand op. „Kun je niet tot twee tellen?" vroeg de inbreker. „Die andere hand ook omhoog, vooruit!" De man in het bed antwoordde: „Kan ik niet! Rheumatiek! Als je me niet vertrouwt, kijk dan maar onder het kussen." De inbreker deed het, haalde er den revolver onder vandaan. „Rheumatiek?" vroeg hij belangstellend. De ander knikte; „Ont stoken geweest. Ik heb er ontzettende pijn van!" De inbreker staarde even naar den man. Dan ging hij aan het voeteinde van het bed zitten. De liggende heer zei „Kom maak voort, je ziet het geld toch liggen! Ik kan niets terug doen. Ga je gang en martel me niet!" Maar de in breker antwoordde „Neem me niet kwalijk, ik stond te denken. Ik heb ook pas rheumatiek gehad in mijn linkerarm." „Lang last van gehad?" informeerde de heer des huizes nu op een anderen toon. De in breker zei: „Vier jaar, en ik ben bang dat het daar niet bij zal blijven. Als je het eenmaal hebt, raak je het niet gemakkelijk kwijt." „Heb je al eens Rheumiet gebruikt?" vroeg de burger. „Dat is een zalf, nietwaar? Heeft mij niets geholpen." „Men raadt tegenwoordig ook Porate sterk aan. Dat is een nieuwe medicijn, onlangs sa mengesteld door een Zwitsersch geneesheer. Moet heel goed zijn." „Weet ik, weet ik! Heb ik ook al eens gepro beerd. Ik heb er wel eenige verlichting van ondervonden, maar het kan ook zijn dat de mas cotte, die ik in mijn zak droeg, de oorzaak was. Overigens geloof ik dat noch Porate noch een mascotte het goede geneesmiddel is. Ik heb meer vertrouwen in S.S.S. zalf, ofschoon ik per soonlijk daar geen baat bij gevonden heb. Maar anderen hebben me verteld dat het een uitste kend middel is." „Heb ik ook gehoord!" bevestigde de bewo ner. „Maar geloof me, tegen rheumatiek is heusch geen kruid gewassen." „Geen kruid gewassen? Daar schiet me juist iets te binnen. Vanmiddag heb ik iets gekocht dat weergaloos moet zijn. Het is een patent geneesmiddel van den beroemden prof. Egler. Ik heb het geloof ik bij mij!" Hij voelde in den zak van zijn overjas. „Ja, hier heb ik het. Kijk, een klein fleschje, maar de apotheker waar ik het kocht vertelde me dat dit beslist verlich ting van de pijnen gaf. Ik zal het hier laten, dan kun je het eens probeeren!" Even later verliet hij door de voordeur het huisinplaats van rijker was hij door deze inbraak nog armer geworden. En op de slaap kamer had de heer des huizes zich moeizaam uit zijn bed geheschen, om het patentgenees middel te probeeren. Dit was de eerste keer dat iemand met zijn rheumatiek.... tevreden was! (Nadruk verboden) De rechter: „Maar wat is dat dan, socia lisme?" Proudhon: „Dat is een systeem, hetwelk beoogt de verbetering van de maatschappij." De rechter: „Maar dan zijn we allemaal socialisten!" Proudhon: „Dat is precies, wat ik ook dacht. Edelachtbare." Deze rechter werd hier voor den gek ge houden. Maar bij de Unie is het blijkbaar ernst, wanneer zij ons op 9 November eens klaps komt zeggen: wij zijn allemaal socia listen Wij meenen wel te b egrijpen, waarom De Unie gemeend heeft thans tot deze woord keuze te moeten komen. Maar dan denken wij toch onwillekeurig aan hetgeen wij on langs lazen in 't uitstekende boek van Jules Bertaut: „1848 et la Seconde République." (Paris, 1937): „En voulant faire plaisir a tout ie monde, Thiers commence a se ren- dre suspect a chacun." (p. 278). De Nederlandsche Unie bezit het vertrou wen van honderdduizenden Nederlanders. Daarin schuilt haar kracht. Ondermijning van dit vertrouwen beteekent daarom van zelf vermindering van kracht. Het zou ons hartgrondig spijten, indien de Unie door goed bedoelde daden, welke echter onvoorzichtigheden zijn, daartoe aan leiding zou geven." Anders oordeelt blijkbaar de „Volkskrant": „Socialist is toch enkel bij usurpatie een afschrikkend woord gevonden. Schreef niet het Christelijk Sociaal Dag blad dezer dagen, dat alleen de Christen op het voetspoor van dr. Kuyper in diens En ja hoor, toen de sneeuw gesmolten was, kwam men tot de ontdekking dat het Toontje was, die in den sneeuwman verbor gen had gezeten en die op zoo n eigenaardige manier weer in zijn geboortestad was teruggekeerd. Teneinde Toontje's terugkeer feestelijk te vieren, werd er door de jongens en meisjes een feestlied ingestudeerd, want het wat gebleken, dat Toontje heelemaal was veranderd en iedereen mocht hem even graag. COMMISSIONS AIRS IN EFFECTEN N. Z. Voorburgwal 158 Amsterdam Telef. 40634 Beurs Telef. 49834 41634 na zes u. 80025 beroemd openingsrede voor het sociaal con gres van 1891 in de ware zin socialist kon worden genoemd? En herinneren de ouden van dagen on der ons zich niet, hoe de encycliek Rerum Novarum van Paus Leo XIII, nu bijna een halve eeuw geleden verschenen, zelfs door kortzichtige katholieken bij haar uitvaar diging voor socialistisch werd uitgekreten? Wil men met socialistisch (wij katholie ken spraken bij voorkeur van solidaristisch) te verstaan geven, dat een politiek behoort te worden gevolgd, die den naaste be schouwt en behandelt als kameraad en broeder, is dat woord dan zoo verwerpe lijk?" Hierin komt in ieder geval de „Volkskrant met de „Maasbode" overeen, dat zü het zou be treuren, wanneer men zich om een naam zou onthouden van medewerking aan de revolutie, welke zich thans voltrekt: „Wij hebben te rekenen met de feiten van den dag en met de ruïne van het ver leden. Men kan met de prachtigste beginselen een afwachtende houding aannemen, met het gevolg dat men overhoop geloopen wordt en niets bereikt, ook niets voorkomt. En men kan zorgen dat men er bij is om de revolutie of noem ze anders een bepaalde richting te geven, ongewenschte uitwassen af te snijden en voor land en volk in de bres be staan. Het wil ons voorkomen, dat onthouding de minst gewenschte houding is die men kan aannemen. Benamingen, ook al acht men ze min der juist of aanleiding gevend tot verwar ring zijn ten slotte bijkomstigheden. Een dynamiek die men uitschakelt omdat men op de plaats rust voorschrijft, is geen dynamiek. Een hervormingsdrang, die zich zelf bui. ten gebruik stelt, is geen levenwekkende kracht. Met woorden schermen is geen werk voor dezen tijd, die daden vraagt. Niet aan het woord, aan de daad zal men den Christen van heden herkennen. Op 52-jarigen leeftijd is te Kerkrade overle den, na een langdurige ziekte, voorzien van de H. H. Sacramenten der Sterv«mden, de heer A. Knubben, gep. mijnwerker van de Domaniale Mijn. Hij was een der pioniers van de mijnwer kersbeweging in de mijnstreek. Hij was lid werknemer van den Raad ran Beroep, lid van het Kerkbestuur der parochie St. Catharina en bestuurslid van het oude ondersteuningsfonds der Domaniale Mijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 5