duisteren winter
1
Probeert U
Warme Pantoffels
Gehaktballetjes
Italiaansche MODE
ONZE KOOLSOORTEN
LEKO VENTILATOREN
THEE OP!
LICHTPUNTEN
1K7 f
mÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊL
kunnen we zelf maken
Namaak
G. SCHOORL
ZATERDAG 23 NOVEMBER 1940
IN DEN
dat ook eens!
Het geheim van de gebonden saus
LAAT DE PAP NIET
AANBRANDEN
Van deze pantoffel is
een papieren patroon
verkrijgbaar tegen zen
ding van dertig cents
in postzegels bij mej
M. Bijvoet, hilianaiaan
818, Haarlem.
Sla van witteof savoyekool
W ittekool
Stoofpot van savoyeof
wittekool
Sla van roodekool
•Vraagt Uwen winkelier
Tijdschriften voor de huisvrouw
INKOOP OUD ZILVER
tegen de hoogste waarde
in de kop
„WHO'
SEGER Co.
t
DE VROUW EN HAAR TIJD
Is het waar of niet, maar moeilijke tijden
slaan de goede eigenschappen bij de
menschen los. Of liever gezegd, als de al-
gemeene omstandigheden moeilijker worden,
schijnt er bij de menschheid iets wakker te
Worden om het onderling voor elkaar gemak
kelijker te maken. Nu we bijvoorbeeld om twaalf
Uur binnen moeten zijn, nu de treinen slecht
loopen en luchtalarm op een ongelegen uur den
toegang tot de straat afsluit, nu ontplooit de
schoone vaderlandsche deugd vsfn gastvrijheid
zich weer in haar vollen rijkdom. Men biedt el
kaar zonder aarzelen onderdak, ook al moet
daarvoor wat ingeschikt worden, men noodt tn
onverwachten gast aan tafel zelfs wanneer het
distributie-maal wat krap is en men deelt
gaarne slappe thee en koffie-extract met wie
op een ongewoon uur komt binnenvallen. Mag
dat niet een lichtpunt zijn? Al is het geen stra
lend licht, een bescheiden verheldering zoo
als de omfloerste lantaarnpitten des avonds
Zijn is het toch wel in de duisternis, die ons
dezen winter letterlijk en figuurlijk omgeeft.
Hebt ge er uzelf ook al op betrapt, dat
°rde en netheid sprongsgewijze vooruit
gaan door dit regiem van verduisteren? Wat
de moeder haar dochter maar niet kon leeren
en wat het eigen orde-gevoel maar niet in over
eenstemming kon brengen met de haastige
nonchalance van het moderne bestaan, dat
heeft de verduistering met haar onverbiddelij
ke hand bereikt. Want wie z'n kasten en laden
hiet heeft ingericht volgens een nauwgezet
systeem, dat met het brein correspondeert, die
straft zichzelf gruwelijk, eiken keer wanneer
eventjes" in een niet-verduisterde kamer iets
Uit een lade of van een kastplank gehaald moet
Worden, wat alleen mogelijk is, als men on
feilbaar zeker met de hand naar de juiste plek
kan reiken.
Orde is te allen tijde een goed ding, hoe
Uien hef ook wendt of keert.
Men kan tegenover de opvoeding staan
zooals men wil en zijn kinderen groot
brengen volgens welk systeem ook, een
factor, die altijd een groote rol speelt wanneer
kinderen tot flinke menschen gemaakt moeten
Worden, die later prettig in den omgang zijn,
Is de hulpvaardigheid. En als we de gevoelens
Zouden opnoemen, waartoe deze tijd inspireert,
dan mag bij de begrippen, welke aan de rech
terzijde geschaard staan, de hulpvaardigheid
Wel vooraan gezet worden.
Het teven in algemeen kader is moeilijker,
üiaar ook is het moeilijker geworden in klei-
hen kring. De huismoeder heeft meer om han
den (dikwijls minder hulp), bijgevolg zijn er
Veel werkjes, die haar uit de hand genomen
kunnen worden. Dat moet de taak zijn van
de opgroeiende kinderen: boodschappen doen,
kolen scheppen, hout halen, 's avonds de ver
duistering verzorgen, des ochtends „ontduiste-
Ven". Het zijn kleinigheden, maar in hun on
aanzienlijkheid vormen ze een onderdeel van 't
gezinswerk en een klein gedeelte hiervan op
ionge schouders gelegd, maakt die des te ster
ker om later de verantwoording te kunnen dra
gen als deel van een menschengemeenschap.
Er is nog een lichtpunt in dezen duis
teren winter en dat is de huiselijke
haard. Men leert een zeker gevoel van
dankbaarheid kennen voor de veilige besloten
heid van den intiemen kring, die als waarde
vol bezit misschien wel wat over het hoofd was
gezien toen het leven nog zoo vol andere be
langen was dan het nu is.
Hoe dikwijls heeft men als buitenstaander
hiet uit brokstukken van gesprekken deze zelf
de woorden kunnen opvangen„Als we maar
bij elkaar mogen blijven"
Als de band, die den kleinen menschenkring
Samenbindt, maar ongeschonden mag blijven,
dan is de materieele ramp, die trof, wel te
dragen; dan draagt men het met elkaar, be
seffend, dat, hoeveel er is verloren, er ook veel
Is behouden.
December nadert, de maand, die tusschen
haar coulissen drie huiselijke feesten bergt: St.
^icolaas, Kerstmis en Oudejaar. Er zijn zoo-
Veel wijzen, waarop een feest gevierd kan wor
den. De intuitie van de huisvrouw zal, in de
Omstandigheden, waarin we nu zijn, de viering
Van deze feesten, naar hun geheel verschillen
de beteekenis, aan den tijd weten aan te pas-
Zen. Alle uitbundigheid en materieele overdaad
Zal moeten vervallen, maar de stemming, uit-
6indelijk het grootste goed van een feest in
Ook dezen winter dragen we den capuchon, dankbaar dat de mode iets zoo
practisch bracht in een periode van naar men zegt) koude winters. Maar
de charme van den capuchon is niet uitsluitend, dat hij als hoofd-omhul-
ling practisch is, de capuchon is flat teus en bovendien kan men er wat
nonchalant mee omspringen wat soms ook een voordeel is. De moderne
sportieve wintermantel van dit seizoen is dan ook verrijkt met de kap, die
veelal met ander materiaal is gevoerd of gegarneerd. Een effen capuchon ziet
men gevoerd met ruit, een kap van warme wollen stof of van 't populaire
teddy-bear heeft soms beverbont als garneering. De foto toont onze film
actrice Lily Bouwmeester in haar laat ste film, bij welke zij zich op een guren
regenachtigen avond in een donkeren mantel met capuchon gehuld heeft
(Foto Merkelbach)
huiselijken kring, zal door haar toedoen, tact
en aanpassingsvermogen, daar niet onder lij
den.
Laat Kerstmis, dat dit jaar een nog grooter
en inniger beteekenis dan andere jaren voor
ons heeft, als een stralend en lichtend punt
aan het slot van dit duistere jaar staan.
Wie in de duisternis de zwakke lichtpunten
niet wil ontdekker? doet zichzelf tekort. De weg
zal er des te gemakkelijker begaanbaar door
zijn. A. Bgl.
im
Het naderen van de Decembermaand brengt
de vingers in beweging en vooral dit jaar
stellen we ons er op in, iets te maken, wat niet
alleen een aardig maar ook een practisch ge
schenk is. Een paar prettige, warme pantoffels
kunnen we zonder veel moeite zelf maken;
„doen" we niet aan Sinterklaas, dan is dit
misschien een cadeau waar we onszelf blij mee
maken! Ik heb een vriendin, die eiken Sinter
klaas voor zichzelf iets koopt, wat ze niet noodig
heeft, mkar wat- ze graag wil hebben. „Dan
krijg ik zeker één cadeau, dat een wensch van
me vervult" is haar overigens niet geheel van
logica gespeend argument.
Maar nu de pantoffels. De hier geteekende
slofjes zijn voor schoenmaat 37; bij het patroon
zijn de smalle naden inbegrepen. Men maakt
het zichzelf gemakkelijker wanneer men de
pantoffel eerst in papier knipt en even in
elkaar speldt vóór men de schaar ip de stof
zet. Wat op papier moeilijk lijkt, zal in papier
duidelijk worden. Ook kan men de pantoffel zelf
dan precies volgens het papieren patroon
knippen.
Voor de zool naait men vier dunne vilten
zooltjes (die men koopt) tot één dikke zool
op elkaar, nadat men den neus met de schaar
gemodelleerd heeft. Dan knipt men van dubbel
blauwvilt de gelijke bovenstukken, waarop
men met dikke roode wol kruissteken bor
duurt, waarna men de deelen met stevige roode
wol overhands aan elkaar naait, zóó, dat men
een gedeelte open houdt, groot genoeg om ge
makkelijk in de pantoffel te kunnen instappen.
Met roode wol wordt dan de boord omslingerd.
Van hetzelfde vilt knipt men
een band, waarmee men den
zijkant van de zool rondom af
werkt plus een inlcgzooltje,
waarna het bovengedeelte op de
zool wordt vastgenaaid.
Tenslotte worden twee gaatjes
gefestonneerd in de hoeken van
ie open bovenkanten, waar een
koordje doorheen wordt gehaald.
Aan de uiteinden van het koord
ie zet men een wollen balletje.
A.
Wanneer wij onze soepen ondanks
vleeschbonnentekort toch van een
voedzame en smakelijke vulling
willen voorzien, dan is het volgende
balletjesrecept, dat overigens ook
op Vasten- en Onthoudingsdag en
zijn goede diensten kan bewijzen
zeer zeker aan te bevelen.
De ingrediënten zijn:
Drie groote beschuiten; een halve
eetlepel boter; peper; zout; noot;
een eierdooier; een eiwit.
De beschuiten fijnstampen. In
een kleine koekenpan 'n halven eet
lepel boter lichtbruin laten worden,
hierbij de gestampte beschuiten,
peper, zout, noot, de eierdooier
voegen, alle bestanddeelen goed
met elkaar vermengen en er ten
slotte het zeer stijfgeklopte eiwit
zoo luchtig mogelijk doormengen.
Van deze massa vooral kleine
balletjes vormen en deze in de ko
kende soep gedurende eenige mi
nuten gaar koken, waarbij ze luch
tig gemaakt door het stijfgeklopte
eiwit wel dubbel zoo groot worden.
DOOR MARTINE WITTOP KONING
Nood maakt vindingrijk; in een vak, waar
tijdelijk de gebruikelijke hulpmiddelen ontbre
ken, denkt men andere mogelijkheden uit, die
tot het gewenschte doel leiden.
Neem nu het koksvak, de echte „fijne keu
ken".
Een van de steunpunten bij de bereiding van
gebonden soepen, van sausen, van ragouts
vormt daar de „roux", een term, die zich zoo
maar niet in één woord laat verhollandschen,
maar waaronder we verstaan het met elkaar
geroerde en verhitte mengsel van boter en
bloem, waarvan we door geleidelijke verdunning
met de betreffende vloeistof (melk, bouillon,
groentenat, water) een dikkere of minder dik
gebonden gladde sausachtige massa zien ont
staan.
Die „roux", dat uitgangspunt dus voor allerlei
variaties op 't gebied vm soepen en sausen,
vraagt een bepaalde verhouding tusschen de
gebruikte boter en bloem, gewoonlijk zóó. dat
in gewicht de twee bestanddeelen aan elkaar
gelijk zijn: voor een halven liter saus bijvoor
beeld zijn we gewend aan twee afgestreken eet
lepels boter en vier afgestreken eetlepels bloem.
Aan zoo'n kwantum boter is op 't oogenblik
voor een eenvoudig bloemkool- of andijviesausje
niet te denken. We redden ons dan gewoonlijk
door de Fransche bereidingswijze maar terzijde
te stellen en we binden de melk (of het groente-
nat) eenvoudig met wat aangemaakt aardappel
meel om er dan tenslotte een klontje boter
door te roeren, dat nauwelijks, de helft behoeft
te zijn van wat we voor den „roux" zouden
gebruikt hebben.
Dat gaat dus; maar.... voor den vakman,
den „chef de cuisine" is het een poover vervan
gingsmiddel.
Geen wonder, dat een van de meest befaamde
Haagsche koks op een ander idee kwam, een
denkbeeld, waarbij boter gehéél kon worden
uitgesloten, maar waarbij toch de „roux" als
uitgangspunt gehandhaafd bleef.
't Gaat er slechts om, dat de bloem voldoende
gelegenheid heeft om zich in een smeltende stof
even gelijkmatig te verdeelen als ze dat in de
verwarmde boter doet. Zoo'n stof is er. hoewel
ook in gedistribueerde mate; het is de kaas.
die met toevoeging van een ietsje melk, bij
verwarming hetzelfde resultaat geeft als we
van de smeltende boter gewend zijn. De bloem
wordt er grondig in opgenomen en deze nieuw
uitgedachte „roux" laat zich uitstekend op de
gewone wijze met kleine scheutjes vloeistof ver
dunnen tot het gewenschte resultaat is bereikt
Als grondrecept zou ik willen voorstellen:
Drie volle eetlepels geraspte of gemalen jonge
kaas; twee en een halven afgestreken eetlepel
bloem, drie eetlepels melk.
De melk wordt in een pannetje verwarmd,
de goed met elkaar gemengde kaas en bloem
komen er dan bij en alles samen wordt op een
zacht vuur geroerd tot een glad geheel, precies
zooals we dat van boter en bloem gewend
waren.
Verdunnen we onze „roux" met een halven
deciliter vloeistof, dan ontstaat een zeer dikke
saus, zooals we die bijvoorbeeld graag gebruiken
voor het binden van groente (andijvie, Chinee-
sche kool, savoyekool, lof, enz.); rekenen we
een deciliter vloeistof voor verdunning, dan zal
de saus de dikte hebben van een bloemkoolsaus
en ook geschikt zijn voor ragoüts van vleesch.
visch, garnalen enz.; breiden we tenslotte de
hoeveelheid vloeistof uit tot anderhalven deci
liter dan zullen we over een saus beschikken
die in de sauskom kan worden overgebracht om
dienst te doen bij visch, bij aardappelen, bij
boonen en die ook bij verschillende groenten
op haar plaats is (koolraap, schorseneeren, sel-
deriiknol)
De lezeres heeft wel goed begrepen, dat de
hierboven aangeduide verhoudingen gelden als
„grondrecept"? Het zal namelijk niet vaak voor
komen, dat de huisvrouw met zóó'n geringe
hoeveelheid saus kan volstaan, maar het is een
kleinigheid om met hetzelfde succes het dub
bele of meer te bereiden, mits men zich op de
grondverhouding baseert.
Om de kennismaking met de nieuwe berei
dingswijze te beginnen: probeert U ze eens op
het zeer dikke sausje van andijvie, geeft U eens
een bloemkoolsaus volgens de nieuwe methode
(per middelmatige kool vier personen
driemaal het grondrecept), vult U bij den eerst-
volgenden vischmaaltijd de sauskom eens met
het roomerige mengsel zonder boter (óók drie
maal het grondrecept voor vier personen) af
gemaakt bijvoorbeeld met wat peterselie of wat
tomatenpurée.
Wat smakelijkheid betreft staan de sausen
zeker niet achter bij de met boter bereide; als
er jonge kaas voor wordt gekozen zal zelfs de
door menigeen minder gewenschte kaassmaak
aan het gerecht niet te merken zijn.
Ja zeker, er is een Italiaansche mode, zooals
er een Parijsche en een Weensche mode is, al
is de eerste nog maar heel jong. Italië wil in
alle opzichten onafhankelijk zijn van het bui
tenland, dus ook in de mode. Natuurlijk kan
deze zich niet losmaken van buitenlandschen
invloed, want dan zou ze welhaast in een
nationale dracht vervallen en daar zouden de
dames in de groote steden allerminst voor te
vinden zijn. Wij leven nu eenmaal in een tijd,
waarin alle vrouwen van de beschaafde wereld
volgens bepaalde regels gekleed willen gaan:
korte rokken, korte haren, verbreede schouders,
aansluitende taillelijn etc. Daarbinnen zien we
een eindelooze reeks variaties, waaruit de ver
schillende modehuizen hun collecties samen
stellen in overeenkomst met den smaak van het
publiek. De Italiaansche dame heeft, misschien
uit een onbewuste zucht om zich te onderschei
den van de volksvrouw, een groote voorliefde
voor zwart. Het Bologneesche modehuis, dat
eind October haar modellen toonde, had dan
ook haar heelen voorraad middagjurkjes in 't
zwart gehouden. Hier en daar werd de sombere
toon verlevendigd door een tikje kleur: kar-
dinaalrood, wit, goud of zilver. Deze versiering
was meestal op de zakken aangebracht, want
bijna alle toiletjes vertoonden een paar zakken
op den rok. Er was een enkel costuum, waarbij
deze zakken een onrustbarende afmeting aan
namen. Op de heupen waren ruime buidels aan
gebracht, waarin men z'n heele huishouding
zou kunnen meesleepen. Een origineele versie
ring overigens.... voor smalle figuurtjes. Losse
sportieve jassen waren er, en gekleede mantels
van een stof zoo zacht en licht als een donzen
dekentje. Ook bontjassen werden getoond, al
zullen die nog wel een maandje in de kast
moeten blijven hangen, en wie tot slot van de
show een schitterende collectie avondtoiletten
verwacht had, werd leelijk teleurgesteld. Groote
feesten of bals immers worden in dezen tijd
niet gegeven, dus het toonen van avondkleeding
is vrijwel overbodig.
Voor een intiem dinertje of huiselijk feest
volstaat een lange japon met mouwen. Wij za
gen hiervan een heel mooi, maar uiterst een
voudig voorbeeld, waarbij de taille zonder eenige
versiering was, terwijl een groote zakvormige
applicatie in goud en violet op de linkerheup
was aangebracht. Daaronder viel de rok ruim
en golvend neer. Een zeer smaakvol en gedis
tingeerd toilet, dat alweer in zwart was gehou
den, maar dat volgens onzen Hollandschen
smaak ook heel mooi zou zijn in bruin, geel of
groen. C. P.D.
ROME, October 1940
Alleen een heel slank figuurtje kan
een dergelijk model dragen met de
enorme panierzakken
Eenvoudige zwarte dinerjapon,
waarvan de eenige kleurrijke versiering
wordt gevormd door den grooten zak
van gouden en violette loovertjes
Spijzen, waarin tijdens de bereiding voort
durend geroerd moet worden, staan in een
slecht blaadje bij de huisvrouw, daar het juist
zoo prettig is, allerlei kleine huishoudelijke
werkjes te verrichten, terwijl het eten aan het
gaar worden is.
Tóch kunnen dergelijke gerechten niet zoo
maar zonder meer uit de keuken verbannen
worden, vooral niet, wanneer het zulk uitstekend
voedsel betreft als b.v. karnemelksche pap,
waarmede men letterlijk en figuurlijk gezond
heid-met-lepels naar binnen krijgt.
Daarom zal het volgende recept, waarbij vrij
wel niet geroerd hoeft te worden, stellig welkom
zijn:
Een liter karnemelk; zes afgestreken lepels
bloem, maizena of custard; vijf afgestreken
lepels suiker of gedeeltelijk suiker en een zoe-
tingsmiddel.
Bereiding: Spoel een pan met dikken bodem,
b.v. een geëmailleerde vleeschpan, om met
water of wrijf den bodem in met een vettig
boterpapiertje. Doe het bindmiddel in de pan
met zes lepels karnemelk. Roer dit tot een ge
lijkmatig papje en voeg daarna de rest van de
karnemelk toe. Roer de massa nog even om en
zet de pan op een zacht vuur, b.v. op een
spaarvlam. Als de pap over de geheele opper
vlakte kookt, kan de lepel- even worden ge
bruikt. Laat de massa vier minuten doorkoken
en voeg daarna de suiker en het zoetingsmidöel
toe. Dit laatste mag nooit doorkoken! Geef de
pap warm of koud met suiker of stroop.
Zeer smakelijk en voordeelig is het gebruik
van enkele appelen of andere vruchten als
vulling. Gelijk met de suiker worden de ge
snipperde vruchten toegevoevd.
Wordt als bindmiddel rijst of gort gebruikt,
dan volgt men eerst de voorgaande bereiding,
door op één liter karnemelk één lepel bloem te
nemen. Kookt deze zeer dunne pap, dan wordt
de gewasschen en geweekte rijst of gort (een
theekopje per liter) toegevoegd. Een enkele
maal roeren zal hier noodig zijn tegen het
aanbranden. Een uitstekend resultaat krijgt
men ook, door deze pap in de hóoikist gaar te
maken.
De Voedingsraad leert ons, dat
kool beter te verdragen is, wanneer
ze kort, dan wanneer ze lang kookt.
De bekende raadgeving is: „In den winter
zoo weinig mogelijk gebruik te maken van in
maak, maar de groenten zooveel mogelijk in
verschen toestand te gebruiken".
Hiervoor zijn de koolsoorten uitermate ge
schikt, ze zijn rijk aan vitamine-C.
In aanmerking komen dan de witte-, roode-,
groene- en savoyekool en de spruitjes.
De boerenkool blijft ditmaal bulten beschou
wing; ze is een uitstekende groente, maar wordt
een volgenden keer besproken.
De spruitjes kunnen geoogst worden, zoodra
er een nachtvorst over gegaan is, hetgeen thans
overal het geval is. Men kan meermalen van
dezelfde plant oogsten, daar de groei den ge-
heelen winter doorgaat. Pas in het voorjaar, als
ze beginnen door te schieten, is de oogst ten
einde.
De in September en October geoogste sluit-
koolen kunnen, bij een zorgvuldige behandeling
en oï> een geschikte plaats bewaard, den gehee-
len winter door goed blijven. Wie buiten woont
kent het inkuilen van de kooien wel. Maar ook
de stadshuisvrouw kan de kool bewaren, mits
zij een goeden kelder heeft; zoo doende heeft
ze dan altijd versche groente bij de hand. De
kooien worden hiervoor in een drogen, vorst-
vrijen kelder aan den stronk opgehangen, niet
op den grond gelegd. Goede kool voelt vast en
zwaar aan en de bladeren zijn friseh.
Er zijn menschen, die meenen geen kool te
kunnen verdragen. Voor de meesten zou echter
gelden, dat zij de kool niet kunnen verdragen
indien zij toebereid is op de manier, waarop
dat in de meeste gezinnen het geval is. Kool
bevat namelijk zwavelverbindingen, die vrij
komen bij het koken. De onaangename geur,
dien de kool bij het koken verspreidt, wordt
hierdoor veroorzaakt. De minder prettige ge
waarwording, die velen nog eenige uren na het
gebruik van kool voelen, is hierop terug te
brengen. Maar verreweg de meeste menschen
kunnen kool zonder den geringsten hinder ge
bruiken, wanneer deze slechts kort (ongeveer
een half uur) en met weinig water verhit is.
Dit klinkt vreemd, daar men gewoonlijk aan
neemt, dat een gerecht lichter verteerbaar is,
wanneer het langer gekookt wordt en daardoor
zeer zacht en gaar op tafel komt. Met kool is
dit echter niet het geval. De veranderingen, die
optreden bij het lang verwarmen, zijn voor de
meeste menschen veel hinderlijker dan de cel-
stof, die de kort gekookte kool eenigszins knap
pend maakt.
Bovendien worden bij het koken in ruim wa
ter, naast den koolsmaak ook stoffen verwij
derd, die helpen dezen smaak te verzachten;
ook de in water oplosbare zouten worden op
die manier weggegooid.
Alle koolsoorten worden het beste opgezet
met weinig water, tijdens het koken laat de
kool, daar het een zeer waterrijke groente is,
nog vocht los. Het overtollige vocht wordt met
wat aangemengd aardappelmeel gebonden of
men voegt iets melk toe en bindt dan met
bloem; de kool moet niet nagestoofd .worden.
De kooktijd van de kool, mits „goed fijnge
snipperd", is een half uur; zelfs roode kool be
hoeft niet langer dan drie kwartier te koken,
wanneer men den azijn maar niet eerder toe
voegt dan wanneer de kool gaar is. Azijn houdt
namelijk het gaar worden sterk tegen.
Een weinig bekende, zeer smakelijke, manier
is het maken van een „rauw slaatje" van kool,
zooals men dat ook omstreeks 1800 al aanbeval.
Hiervoor wordt de kool zeer fijn geraspt of ge
schaafd en dan aangemaakt met olie en azijn
of citroensap. Het toevoegen van appel bij het
roodekoolslaatje geeft hieraan 'n fijnen smaak.
Alle koolsoorten kunnen ervoor gebruikt wor
den en vormen dan met de aardappelen en bijv.
visch een smakelijk en gezond middagmaal.
Door de bereiding als stoofpot, stamppot of
koolsoep is afwisseling te brengen, terwijl met
behulp van kaas of kerry een wijziging in den
smaak is te verkrijgen.
Thans volgen nog eenige recepten:
Ga hiervoor als bovenaangegeven te werk.
maar neem in plaats van het uitje wat fijn
gehakte peterselie of wat fijngesneden bieslook.
Een wittekool, ongeveer 2 d.L. water, 1 d.L.
melk, 10 gram bloem of maizena, wat boter,
wat zout.
De kool van de buitenste bladeren ontdoen,
doormidden snijden en zeer fijn schaven. Op
zetten met het kokende water en wat zout, vlug
aan de kook brengen en zachtjes ongeveer
droog en gaar laten koken in een half uur. De
melk toevoegen en het vocht binden met wat
aangemengde bloem of maizena; de boter toe
voegen.
200 gram lams- of schapenvleesch, 2 K.G.
aardappelen, 1 K.G. savoyekool, 1 groote ui,
een halve liter melk of wat minder, wat vet,
zout, een plukje peterselie.
Het vleesch met zooveel water opzetten, dat
het juist bedekt is, wat zout toevoegen en in de
goed gesloten pan op een zacht vuur een uur
laten koken.
Het vleesch met een schuimspaan uit de pan
nemen, het achtergebleven bodempje bouillon
aanvullen met de melk en vlug aan de kook
laten komen. De schoongeboende in stukken
gesneden aardappelen, laag om laag met de
groente en het vleesch, erin leggen; beginnen
en eindigen met de aardappelen. Het vet erop
leggen, de pan sluiten, alles aan de kook bren
gen en zachtjes een half uur laten koken.
Opdoen in een dekschaal, de fijngehakte peter
selie erover strooien en den bouillon er afzon
derlijk bij geven.
Voor wie veel een dergelijk gerecht klaar
maakt is het aan te raden 'n vuurvasten schotel
te nemen, daarin het gerecht te koken en dan
zoo op te dienen.
500 gram roodekool, een groote zure appel,
sap van een halven citroen of wat azijn, wat
slaolie of spekvet, een uitje, wat suiker, zout.
De kool, het uitje en den appel fijnschaven of
raspen. Het spekvet of de olie met den azijn of
het citroensap, een snufje suiker en zout ver
mengen. De geraspte groente erdoor mengen.
DE VOLKSVENTILATOR
ZONDER CONCURRENTIE
PRIJS VOOR ELKE BEURS
Uit het Novembernummer van „Huishouding
van Nu" kan de huisvrouw allerlei nuttigs lee
ren. O.a. hoe ze voor de komende feestdagen
van St. Nicolaas en Kerstmis met gedistribu
eerde artikelen eigen-gebakken lekkernijen op
tafel kan brengen, die praktisch maar eenige
centen behoeven te kosten.
Een middel om een japon, die geleden heeft
van het fietsrijden weer te herstellen, zal door
zéér velen worden toegepast, alsook het reini
gen van regenjassen en crêpe zijden japonnen.
Welkom voor de komende wintermaanden is
het patroon voor het maken van een heerlijk
warmen „donzen" deken of dekbed, gevuld met
kranten.
Twee opvoedkundige artikelen van Dr. van
Andel Ripke en Dr. Berger, zijn zoowel voor
kleine als groote gezinnen van belang.
VAN RIJN'S MOSTERD - UTRECHT
AMSTERDAM
ROKIN 42
OPGERICHT
1868
VOORHEEN KALVERSTRAAT 51
VERSCHIL
GEEN
MET DE BESTE THEE.
Waar niet verkrijgbaar, vrage men:
N.Z. VOORBURGWAL 276 - TEL. 31494-35160-36196