De jeugd naar het platteland
Het ontslag van een bureauliste
Luit.-kol. De Koningh
Winterhulp Nederland
Noteeringen van fondsen
woestijn havik
I
Grootsche organisatie voor
1941 in voorbereiding
De maatregel tegen joodsche
ambtenaren
Beroep op volledige
medewerking
Zaak Voor den Centralen
Raad van Beroep
VRIJDAG 29 NOVEMBER 1940
Handel in gramofoonplaten
beperkt
Slechts bij inlevering van een
oude kan men een nieuwe
plaat koopen
Thans tot inspecteur-generaal der
Nederlandsche politie benoemd
VERDUISTERING DOOR
SCHOOLHOOFD
In hooger beroep dezelfde
straf opgelegd
COöP. ZUIVEL VERKOOP-
VEREENIGINGEN
MISHANDELING TIJDENS
OORLOGSDAGEN
Majoor van politie boete opgelegd
TEXTIELINDUSTRIE
Bon AA is geldig tot 31 December
De handel in aardappelen,
groenten en fruit
Het eere-comité in de pro
vincie Zuid-Holland
Het verweer
Josefs-Gesellschaft fuer
Krueppelfuersorge
Duur van obligatieleening
verlengd
4000 kg. smeerolie opgespoord
Voorraad was niet opgegeven
DOODELIJKE VERKEERS
ONGEVALLEN
Opneming in de dagelijksche
prijscouranten
Buma contra Jogchems
Theaters N.V.
Hof te Amsterdam wijst
Buma's eisch af
INTERNATIONALE
BINNENVAART
Hoofdredacteur van het
„Nederlandsch Dagblad"
Dc.
door ALBERT M. TREYNOR
(Van onzen Haagschen redacteur)
Naar wij vernemen, zal het departement
van Sociale Zaken weldra beginnen met het
uitwerken van plannen om het volgend jaar
vele jongens en meisjes uit de groote ste
den in de gelegenheid te stellen in den land
bouw vrijwillig werkzaam te zijn. De proe
ven die daarmede in de afgeloopen zomer
maanden zijn genomen hebben een bevre
digend resultaat gehad.
Het is jammer, dat men eerst zoo laat in het
jaar 1940 de stadsjeugd in de gelegenheid
kon stellen zich naar het platteland te begeven,
om er bij het inhalen van den oogst behulp
zaam te zijn.
Ook het feit, dat de boeren in ons land nog
geheel vreemd stonden tegenover een zoodanig
experiment en er in het geheel niet op berekend
waren, heeft het succes in zekere mate geremd.
Maar het feit, dat op dit oogenblik verschil
lende jongens, die naar Limburg waren ver
trokken, nog niet zijn teruggekeerd, toont toch
ook weer, dat het bij de jeugd niet aan animo
heeft ontbroken. In totaal zijn ongeveer 450
jongens en meisjes dit jaar in eigen land naai
de boerderij gegaan om er mede te oogsten.
Ongeveer 100 gingen er naar den Wieringer-
meerpolder, een groot contingent naar Zeeland,
naar den Badpolder en den Wilhelminapolder,
en wederom een groot aantal naar Limburg.
Wanneer men nu van de zijde van Sociale
Zaken de goede verwachting heeft, dat dit
werk in het komende jaar een veel groote-
ren omvang zal aannemen, dan baseert men
die verwachting mede op andere sociale
verschijnselen.
Immers de statistieken wijzen op het oogen
blik uit, dat de werkloosheid in den landbouw
- voor den tijd van het jaar niet bijzonder hoog
is en ongeveer 11.000 personen bedraagt. Nu doet
Zich het verschijnsel voor, dat uit Duitschland
intusschen reeds vele aanvragen om arbeids
krachten voor den landbouw binnenkomen: op
het oogenblik telt men er al 1500 uit het Rijn
land en Westfalen. De vraag zal zeker toene
men, zoodat men in den tijd, dat de landbouw
ir. Nederland weer een groote hoeveelheid
krachten kan opnemen, er op bedacht moet zijn,
dat niet aan alle aanvragen om volwaardige
krachten zal kunnen worden voldaan. En dan
is tegelijkertijd ook de toestand gekomen, dat
de boeren gaarne mede uit eigen belang van
het aanbod van vrijwillige hulp der jeugd zullen
gebruik maken.
Hoe de jeugd in Nederland op het platteland
zal worden ondergebracht moet nog geheel
worden bezien, maar er zal zeker ook aandacht
worden besteed aan de gemeenschappelijke
kampen, zooals die ook in Duitschland in zwang
zijn. Trouwens ook in Zeeland heeft men in
het afgeloopen seizoen de jongens in een kamp
bijeen gehad. Maar nu zal dit systeem nog met
belangrijke andere voordeelen verbonden zijn.
Immers het is dan mogelijk, de jongens en
meisjes onder toezicht te stellen van jeugdlei
ders en ze in de vrije uren en in de avonden
cursussen te doen volgen. Besprekingen over al
deze plannen alsmede onderhandelingen met
eigenaars van groote landgoederen zullen na 1
Januari een aanvang nemen.
Redelijkerwijs kan men ook verwachten, dat
dr toeloop van jongens en meisjes tusschen de
10 en 18 jaar voor Duitschland aanmerkelijk
grooter zal zijn dan vorig jaar, toen ongeveer
500 personen zich opgaven voor de Erntehilfe.
De belangstelling was zeker niet onbevredigend,
maar meer nog het enthousiasme van de jonge
lui zelf, die hadden deelgenomen, overtrof de
verwachtingen. Men heeft van bevoegde zijde
geen wanklanken gehoord, alleen zijn eenige
moeilijkheden ontstaan in Westfalen, waar de
boeren de meening waren toegedaan, dat de
hulp, die zij kregen, voor een heel jaar zou gel-
Naar De Telegraaf verneemt, zal van 1 De
cember af een nieuwe gramofoonplaat slechts
worden afgegeven, indien hiervoor in ruil een
oude plaat wordt ingeleverd. De winkelier zal
de oude plaat innemen tegen den oud-mate-
riaalprijs van 5 cents voor een kleine plaat en
8 cents voor een gj-oote plaat.
De oude platen mogen desnoods gebarsten
of zelfs gebroken zijn.
Een uitzondering moet slechts gemaakt wor
den voor gramofoonplaten. waarbij tusschen bo
ven- en onderkant een dunne papierlaag is aan
gebracht.
Deze zijn onbruikbaar, daar het papier zich
met de schellak zou vermengen. Twijfelt de
handelaar er aan of een plaat papier bevat, dan
zal hij dit op eenvoudige wijze kunnen consta-
teeren door de plaat doormidden te breken.
den, hetgeen niet in de bedoeling van de jonge
lui, noch van de uitzendende instanties had ge
legen. Intusschen schijnt deze kwestie dezer
dagen toch tot een bevredigende oplossing te
zullen komen.
Voor één ding zal in ieder geval wel een
betere situatie moeten ontstaan en wel hiervoor:
de boeren zullen meer begrip moeten" toonen
voor het sociale nut van dit werk. Immers de
bedoeling is: de jeugd meer waardeering bij
te brengen voor den landbouw en de beoefenaars
daarvan en van den anderen kant den afstand,
die er op sommige plaatsen nog steeds bestaat
tuschen stedeling en boer, te verkleinen.
Natuurlijk zal dit begrip geleidelijk moeten
groeien, dan zal ook de bereidheid van de boe
ren, de jeugd op te nemen, grooter worden.
Intusschen zullen, zooals gezegd, zekere ont
wikkelingen op de arbeidsmarkt zeker het hunne
daartoe bijdragen.
De rijkscommissaris voor het bezette Neder
landsche gebied heeft, op voordracht van den
secretaris-generaal van het departement van
Justitie, luit.-kolonel A. W. de Koningh be
noemd tot inspecteur-generaal der Nederland
sche politie.
Luit.-kolonel De Koningh was tot nu toe in
specteur der marechaussee. Hij werd 14 Septem
ber 1940 reeds aangesteld als commissaris, be
last met de waarneming der functie van in
specteur-generaal.
Van bevoegde Duitsche zijde is ons commen
taar verstrekt op den maatregel tegen Joodsche
ambtenaren. In de eerste plaats wees men er
ons op, dat de betrokkenen niet, zooals het ge
rucht wilde, op straat zijn gezet. Immers, de uit
betaling van hun salarissen en andere uitkee-
ringen gaat dooi*.
De maatregel moet gezien worden als een
daad van de bezettende macht als zoodanig.
Hij is geen ingrijpen in intem-Nederlandsche
verhoudingen en evenmin een vooruitloopen op
hetgeen Nederlandsche instanties later te dezer
zake zullen beslissen. Van Duitsche zijde kan
men principieel geen vertrouwen hebben in
Joodsche ambtenaren, daar men de Joden
slechts als vijanden van Duitschland denkbaar
acht en de mogelijkheid reëel acht dat zii de
maatregelen van de bezettende overheid zullen
doorkruisen. Deze mogelijkheid wil men hun
ontnemen.
De maatregel valt binnen het kader van het
geen in de geschiedenis steeds door bezettende
mogendheden is gedaan.
Voorts moet de maatregel niet beschouwd
worden als een inbreuk op de geloofsvrijheid.
De jood geldt immers als jood niet om zijn
geloof maar om zijn ras.
Het voornaamste echter, aldus onze zegsman,
is, dat de maatregel als een gevolg van de be
zetting moet worden beschouwd en binnen de
taak blijft, die aan een bezettende macht als
zoodanig toekomt.
De rechtbank te Leeuwarden heeft den 45-
jarigen Fr. K., voorheen hoofd der Christelijke
Schippersschool te Sneek, tot een jaar gevan
genisstraf veroordeeld, waarvan 4 maanden
voorwaardelijk met 3 jaar proeftijd.
Tusschen 27 Januari 1936 en 19 October 1939
zou verd. te Sneek geld, dat hij als waarnemer
der belangen van de Vereeniging voor Christe
lijk schoolonderwijs van schippers ontving voor
den penningmeester der vereeniging, voor zich
zelf hebben gehouden.
In hooger beroep behandelde het hof te
Leeuwarden deze zaak.
Verd. gaf de gepleegde fraude toe. Van de
f 3000 had hij f 1200 terugbetaald. Hij had de
gelden in zijn huishouding gebruikt.
De procureur-generaal voederde een jaar ge
vangenisstraf.
Het hof bevestigde Donderdag het vonnis van
de rechtbank.
In de algemeene vergadering van den Bond
van Coöperatieve Zuivelverkoopvereenigingen
herdacht de heer B. K. v. d. Berg, ondervoor
zitter van den Raad van Toezicht, hen, die voor
ons vaderland hun leven lieten en wijdde hij
eenige woorden aan de velen die door oorlogs
gewelddaden materieele schade leden.
Vervolgens sprak hij over de goede samen
werking in den bond, welke alle coöperatieve
zuivelverkoopvereenigingen in Nederland ver-
eenigt. Door deze eenheid wordt de afzet van
onze zuivelproducten ten zeerste bevorderd, aldus
de heer Van den Berg.
De voorzitter van het bestuur, de heer T.
Wassenaar, maakte zijn denkbeelden bekend
over de positie van de zuivelverkoopvereenigin
gen in het raam van den tegenwoordigen tijd.
Daarna gaf de secretaris een overzicht van de
maatregelen, welke de overheid in het belang
van den afzet van zuivelproducten zoowel in
het binnen- als naar het buitenland genomen
heeft sedert 14 Mei.
Ten slotte hield dr. H. J Frietema. directeur
van den Nationalen Coöperatieven Raad te Rot
terdam, een causerie over „De corporatieve or
ganisatie van het bedrijfsleven en de coöperatie."
De Rotterdamsche rechtbank heeft een 41-
jarigen majoor van politie te Rotterdam, ver
dacht van mishandeling op 11 Mei van eenige
leden van de N.S.B., die 10 Mei in het hoofd
bureau van politie waren opgesloten, veroor
deeld tot f 25 boete, subs. 10 dagen hechtenis.
De officier van Justitie had tegen verd. een
geldboete van f 40 subs. 20 dagen hechtenis ge-
eischt.
Nadat de mogelijkheid gesloten was om tegen
inlevering van een ouden mantel of een oude
jas, enz. een nieuw kleedingstuk te krijgen, is
voor iederen houder van een stamkaart met het
stempel hoofd de gelegenheid opengesteld win-
teroverkleeding te koopen voor een lid van het
gezin door inlevering van bon AA der textiel-
kaart.
Naar „Het Vaderland" verneemt, is de geldig
heidsduur van bon AA begrensd tot 31 Decem
ber e.k.
Te 's-Gravenhage is opgericht de Stichting
ter behartiging der belangen Van den handel
in aardappelen, groenten fruit, zulks ten over
staan van notaris H. Schalij.
Zij is gesticht door den heer A. G. van Aken,
aardappelen-, groenten- en fruithandelaar te
^s-Gravenhage.
De wettelijk voorgeschreven zes weken zijn
verloopen, zonder dat van de zijde Van den
procureur-generaal bij het Gerechtshof te
's-Gravenhage bezwaar tegen de nieuwe stich
ting is binnengekomen, zoodat zij dus als
rechtspersoon kan worden aangemerkt.
De stichting omvat ongeveer 1000 aangeslo
tenen.
Omtrent de komende collecte voor Winterhulp
Nederland kan nog het volgende worden mede
gedeeld:
De leverings- en vervoersmoeilijkheden hebben
hun invloed uitgeoefend op de organisatie van
de collecte, welke moeilijkheden nog grooter zijn
geworden tengevolge van het feit, dat bij de
vervaardiging der speldjes een aantal kleinere
fabrieken is ingeschakeld, hetgeen is geschied
uit een oogpunt van werkverschaffing. De fa
brieken hebben echter al haar best gedaan, doch
indien mocht blijken, dat op een of andere
plaats niet voldoende speldjes beschikbaar zijn,
en het derhalve mocht voorkomen dat een col
lectant is uitverkocht, wordt het publiek ver
zocht, ten einde de collecte zoo goed mogelijk te
doen slagen, hem toch een gift. te doen toe
komen.
De prijs der speldjes is vastgesteld op 20 cent
per stuk. Wanneer iemand echter niet in staat
is dit bedrag te betalen, dan mag dit voor de
collectanten die hierbij met tact zullen moe
ten optreden geen reden zijn om een kleinere
gift te weigeren, waarvoor dan toch een speldje
zal worden gegeven. Ten einde dit mogelijk te
maken, wordt daartegenover een beroep op de
beter gesitueerden gedaan een hooger bedrag te
schenken.
Aangezien het werk van de Winterhulp uit
gaat boven iedere verdeeldheid onder het Neder
landsche volk. terwijl mede de uitkeeringen zul
len geschieden zonder aanzien des persoons,
wordt een beroep gedaan op ieders volledige
medewerking, opdat door het resultaat kan wor
den getoond, dat het Nederlandsche volk in
staat is eensgezind een hulp-actie voor behoef
tige landgenooten uit te voeren.
Ten slotte kan worden medegedeeld, dat zoo
spoedig mogelijk na de collecte een aanvang met
de steunverleening zal worden gemaakt, zoodat
de uitkeeringen in ieder geval gedurende de
maand December zullen plaats hebben. Bij de
steunverleening zal in de eerste plaats rekening
worden gehouden met de groote gezinnen.
Verzoeken om steunverleening moeten worden
ingediend bij de plaatselijke directeuren. Als
zoodanig treden veelal op de burgemeesters der
gemeenten. Slechts in enkele gevallen, waar dit
noodig was, zijn speciale vertegenwoordigers van
de Winterhulp Nederland aangesteld.
Onder voorzitterschap vair den minister van
Staat, commissaris der provincie Zuidholland,
is vtior dat gewest een eerecomité gevormd, om
de actie voor het Winterhulpwerk in Zuidhol
land te steunen en bij de bevolking aan te be
velen.
In dit comité hebben zitting genomen;
Prof. mr. P. J. M. Aalberse, minister van
Staat, lid van den Raad van State, 's-Gra
venhage;
W. D. Bekking, lid van den raad der ge
meente Rotterdam, Rotterdam;
De bureauliste van den Stadsschouwburg in
Den Haag, mevr. W., werd voor eenigen tijd
op advies van de schouwburgcommissie door B.
en W. ontslag aangezegd op grond van fraudu
leuze handelingen met aan de cassa geïnde gel
den. In feite zou zij houders van diploma's, die
voor het bespreken van plaatsen geen geld be
hoeven te betalen, toch 0,20 voor het bespre
ken gerekend hebben en de alzoo verworven
gelden in eigen zak hebben gestoken.
Mevr. W., die dit absoluut ontkende, kwam
bij het scheidsgerecht te Den Haag in beroep,
dat haar in het gelijk stelde en besliste, dat het
ontslag te niet moest worden gedaan.
Donderdagmorgen kwamen B. en W. van Den
Haag tegen de beslissing van het Scheidsgerecht
bij den Centralen Raad te Utrecht in beroep.
Zij werden vertegenwoordigd door mr. D. v. d.
Oever, terwijl voor mevr. W. mr. E. Kan op
trad.
Mr. v. d. Oever verzocht, alvorens met zijn
pleidooi te beginnen, den Centralen Raad, on
danks het feit, dat de lijst van getuigen te laat
v/as ingediend, in het belang van de zaak toch
de getuigen, die aanwezig waren, te hooren.
Na raadkamer werd dit verzoek evenwel af
gewezen.
Mr. v. d. Oever betoogde, dat de bewering
van mevr. W., dat zij de geïnde bespreekgelden
als douceurtjes beschouwde, niet steekhoudend
was.
Verschillende getuigen voor het Scheidsge
recht hadden verklaard, dat zij de bespreek
gelden hadden betaald, omdat zij berekend wer
den.
Toen de administrateur dit ontdekt had, heeft
hij mevr. W. nog tweemaal gewaarschuwd. Toen
zij er evenwel mee doorging, is ontslag moeten
volgen.
Een bureauliste, die een overvloed van gele
genheid heeft, om fraude te plegen, moet men
nu eenmaal volledig kunnen vertrouwen.
De president, mr. Beumer, merkte hier op,
dat het gaat om een strafontslag, niet om een
ontslag wegens ongeschiktheid.
Mr. v. d. Oever zeide vervolgens, dat volgens
het Scheidsgerecht alleen het frauduleus han
delen met de bespreekgelden was komen vast
te staan. Daarom vond het het ontslag een te
zware straf. Volgens B. en W. stonden er eenige
andere frauduleuze handelingen ook wel dege
lijk vast. Het ontslag was wel degelijk gemoti
veerd en pl. kon niet anders concludeeren, dan
tot vernietiging van de beslissing van het
Scheidsgerecht en handhaving van het besluit
van B. en W.
Mr. Kan zeide, dat hij met klimmende ver
ontwaardiging het pleidooi van mr. v. d. Oever
had gehoord.
De privé-meening van B. en W. van Den
Haag zal weinig invloed uitoefenen, als het er
om gaat de feiten in het juiste licht te zien.
Driekwart van de beschuldigingen van B. en
W. zijn voor het Scheidsgerecht niet komen
vast te staan, aldus pl. Alle zgn. benadeelden
spreken niets dan goeds van deze vrouw.
Het lag inderdaad voor de hand, dat mevr.
W. de betaling van de bespreekgelden als dou
ceurtjes had beschouwd. Bij de pers bijv. was
het bekend, dat op diploma's geen bespreekgeld
betaald behoefde te worden. Toch bleven som
migen, bij wijze van douceur, dit bespreekgeld
betalen.
Mr. Kan legde verschillende schriftelijke ver
klaringen over van benadeelden, die verklaar
den, in het geheel niet gedupeerd te zijn en
mevr. W. prezen.
Vervolgens besprak pl. eenige door B. en W.
naar voren gebrachte beschuldigingen. Als men
de kwestie zuiver bekijkt, gaat het er B. en W.
ten slotte om. aldus pl., dat mevr. W. er uit
moet. Mevr. W. heeft een leven van noesten
vlijt en groote werkzaamheid achter den rug.
Als 12 jaar is zij nu bij de gemeente in dienst
en bij het publiek is zij geliefd en geacht. Pl.
legde verschillende getuigschriften over en be
sloot met de vraag: Is zulk een vrouw plotse
ling zoo boosaardig geworden, dat zij voor een
ergissing met de zwaarste straf gecorrigeerd
moet worden?
De president deelde mede, dat de Raad over
drie weken uitspraak zou doen. tenzij hij aan
leiding mocht vinden tot het instellen van een
nader onderzoek.
D. G. van Beuningen, directeur v. d. N.V.
Steenkolen Handelsvereeniging, Rotterdam;
Mr. P. E. Briët, advocaat, lid van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal, Leiden;
Dr. F. C. Bruijning, arts, lid van de Provin
ciale Staten van Zuidholland, 's-Gravenhage;
M. de Bruyn, directeur N.V. de erven wed.
J. van Melle, Schiedam;
Prof. dr. H. B. Dorgelo, hoogleeraar aan de
Technische Hoogeschool te Delft, Delft;
Mr. F. O. Fock, directeur van het bijkantoor
Vlaardingen van R. Mees en Zoonen, Vlaar-
dingen;
L. J. van Hollander, burgemeester van Mid-
delharnis en Sommelsdijk, Middelharnis;
Prof. ir. J. Klopper, president van den raad
van beheer v. d. Nederl.-Indische Spoorweg Mij.,
's-óravenhage;
J. van Kranenburg, notaris en voorzitter afd.
grootbedrijf der Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Gouda en Omstreken, Gouda;
Dr. L. P. Krants, directeur der firma J. J.
Krants en Zn. N. V.. Oegstgeest.
A. W. de Landgraaf, wethouder der gemeen
te Sliedrecht, Sliedrecht;
Ir. W. H. van Leeuwen, president-directeur
van de Nederl. gist- en spiritusfabriek te Delft,
Delft;
F. Looijen Jr., firmant van de fa. Joh. van
Gelderen en Co., Gorinchem;
Jkvr. J. A. op ten Nocrt, 's-Gravenhage;
Ir. A. Plate, president v. d. Nederlandsche
Maatschappij voor Nijverheid en Handel, Rot-
terd am;
Dr. H. L. M. van Schaik, directeur van de
N. V. Louis Dobbelmann, Wassenaar;
G. Slob, dijkgraaf van het hoogheemraad
schap van de Alblasserwaard met Arkel bene
den de Zouwe. Meerkerk;
Jhr. H. W. Stoop, directeur van de Twent-
sche Bank te Dordrecht, Dordrecht;
Ds. A. K. Straatsma, predikant bij de Ned
Hervormde kerk te 's-Gravenhage, 's-Graven
hage;
Mej. A. H. M. Thorbecke, 's-Gravenhage;
Mgr. J. M. van der Tuyn, deken van 's-Gra-
venhage en pastoor der St: Jacobuskerk, 's-Gra
venhage;
W. van der Vorm, directeur van de Scheep
vaart- en Steenkolenmaatschappij N.V., Rotter
dam;
M. P. van der Wedden, lid der Tweede Ka
mer der Staten-Generaal en lid der Staten
van Zliid.holland, Zevenhoven (postadres Noor
den Z.-H.).
Onder voorzitterschap van den heer H. P.
Toenbieker als trustee is Donderdagmiddag te
's-Gravenhage een vergadering gehouden van
obligatiehouders der 4 pet. (voorh. 8 pet.) Ie
hyp. 10-jarige 'obligatieleening groot f 500.000.
(pro-resto f 221.000.ten laste van de Josefs-
Gesellschaft fuer Krueppelfuersorge e.v. te
Bigge a.d. Ruhr, uitgegeven 1 December 1925
door de Haagsche Bankvereeniging N.V. te
s-Gravenhage.
Vertegenwoordigd waren 35 obligaties ad.
f 1000 en 16 obligaties ad. f 500, te zamen
f 43.000, uitbrengende 86 stemmen.
Met algemeene stemmen aanvaardde de ver
gadering de volgende voorstellen:
Gedurende den verderen loop der obligatie
leening van 1 December 1940 genoegen te nemen
met een rente van 4 pet. 's jaars onder afstand
van verwaarborging van het meerdere;
den duur der leening te verlengen met 10 ja
ren, waardoor de nieuwe aflossingsdatum op
1 December 1950 wordt bepaald.
De voorzitter verstrekte de volgende toelich
tingen: De debitrice was wel in staat de leening
af te lossen, doch, gezien de thans in Duitsch
land geldende wettelijke bepalingen, was dat
in guldens niet mogelijk. Zij stelde daarom voor.
de leening met een duur van 10 jaar te ver
lengen, mits de obligatiehouders genoegen zou
den nemen met 4 pet. rente 's jaars, welke rente
zij gedurende de laatste vijf jaar betaalde.
Naar wij vernemen heeft de Centrale Crisis-
controledienst in nauwe samenwerking met
een ambtenaar van den gemeentelijken distri-
butiedienst in Hoorn 4000 kg. smeerolie, gebor
gen in negentien vaten, die niet aan den dienst
waren opgegeven, opgespoord.
Reeds eenigen tijd had men vermoed, dat in
Hoorn smeerolie niet aangegeven was. Toen men
meer zekerheid kreeg, heeft men in een garage
een onderzoek ingesteld, waar men den clandes-
tienen voorraad, goed verborgen, vond. Tegen
den bezitter is proces-verbaal opgemaakt.
De 24-jarige D. K. te St. Maartensdijk die
met een wagen geladen met koebieten reed. is
toen het voor den wagen gespannen paard op
hol sloeg, onder den wagen terecht gekomen.
Hij was vrijwel onmiddellijk dood.
Op de Oldegalilleën te Leeuwarden sprong een
6-jarig knaapje van een vrachtwagen, waarbij
hij kwam te vallen. Een der wielen ging hem
over het lichaam. Met ernstige verwondingen
is het kind naar het ziekenhuis vervoerd waar
het later is overleden.
De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het
departement van Financiën, heeft aangeweztn
ter opneming in de dagelijksche noteering in de
prijscouranten der beurzen, met ingang van
Maandag 2 December 1940, de volgende fondsen:
Rubber- ondernemingen
Aandeelen Rubber Maatschappij Basilam.
Idem Cultuur Maatschappij Bodjong Datar.
Idem Cultuur Maatschappij Soerowinangoen.
Suiker-ondernemingen
Aandeelen Cultuur Maatschappij Pandjie en
Tandjoongsarie.
Thee-ondernemingen
Aandeelen Landbouw Maatschappij Dajeuh
Manggoeng.
Idem Cultuur Maatschappij Gandasol
Idem Cultuur Maatschappij Goalpara.
Idem Marywattie tea company.
Idem Cultuur Maatschappij Tjimonteh.
Idem Cultuur Maatschappij Tjisampora.
Cultuur-ondernemingen
Aandeelen Landbouw Maatschappij Radjaman
dala.
Idem Serdang Cultuur Maatschappij.
Donderdag heeft het gerechtshof te Amster
dam uitspraak gedaan in de zaak Buma contra
Jogchems Theaters N.V. te Amersfoort. Deze
procedure gaat over de vraag, of de bioscoop
exploitant toestemming noodig heeft van Buma
voor het ten gehoore brengen van door naar
beschermde muziek door middel van de gelu: as-
film. Dit is reeds een oude viaag, waar n er
de Hooge Raad in vroeger jaren reeds enkele
uitspraken heeft gegeven. In de onderhavige
zaak heeft aanvankelijk de Utrechtsche recht
bank Buma's vordering tegen de N.V. Jogchems
Theaters te Amersfoort een verbod met dwang
som uit te spreken tot het zonder toestemming
ten gehoore brengen van door haar beschermde
muziek, met oplegging van een dwangsom, ont
zegd. Buma kwam daarop in hooger beroep bij
het gerechtshof te Amsterdam, hetwelk, van
oordeel, dat bij de normale geluidsfilm ook de
muziek een werk is, als bedoeld in art. 6 der
Auteurswet 191.2. waarop alleen diegene auteurs
recht heeft, die het ontwerp maakt en leiding
en toezicht bij de totstandkoming geeft, het
vonnis van de Utrechtsche rechtbank, zij het
op andere gronden, bevestigde. De Hooge Raad
handhaafde echter zijn reeds eerder omtrent
dit artikel gegeven opvatting en vernietigde het
arrest van het Amsterdamsche hof.
Daarop werd de zaak andermaal voor dit bof
bepleit en heden wees het hof wederom Buma's
vordering af.
Het hof. thans overnemende des Hoogen
Raads opvatting omtrent art. 6 der Auteurs
wet, besliste in de eerste plaats, dat de ge
luidsfilm beschouwd moet worden als een ver
zamelwerk en dat bij een verzamelwerk inder
daad twee auteursrechten naast elkaar moeten
worden onderscheiden, n.l. het auteursrecht van
den verzamelaar en dat van de makers de: af
zonderlijke werken. Dit brengt echter, aldus het
hof, daarbij afwijkende van de tot nog toe gel
dende jurisprudentie van den Hoogen Raad, bij
rationeele wetstoepassing mede. dat. als een
maker van een afzonderlijk werk toestemming
heeft gegeven, zijn werk in een verzameling op
te nemen, hij bij de verdere uitoefening van
zijn recht wordt bepeikt en wel in dier voege,
aat hij, als de verzamelaar of zijn rechtver
krijgende (i.e. filmproducer en bioscoopexploi
tant) tot openbaarmaking overgaat, dit niet
meer kan beletten.
Aangezien Buma in de onderhavige zaak
als rechtverkrijgende van den componist
optreedt, kan zij niet meer rechten uitoefe
nen dan aan den componist zelf toekomen.
Een en ander leidde zooals gemeld tot af
wijzing van Buma's eisch.
Buma zal tegen dit arrest wederom Deroep
in cassatie instellen.
Blijkens het nieuwe reglement, houdende na
dere bepalingen van het besluit van den secre
taris-generaal van het departement van Water
staat, betreffende de internationale omnenvaart,
moeten eigenaren van 1 t m 3 schepen voor de
internationale binnenvaart zich aansluiten bij
de Stichting Nederlandsche Particuliere Rijn
vaart-Centrale; eigenaren van meer dan 8 sche
pen bij de Vereeniging Centraal Bureau voo: de
Rijn- en Binnenvaart en eigenaren van 4 t m 8
schepen al naar hun vervoereconomiscne functie
bij een van beide organisaties.
Tot hoofdredacteur van het Nederlandsch.
Dagblad is met ingang van 26 November 1940
benoemd de heer M. A. Cageling, te 's-Graven
hage.
De heer Cageling heeft tot dusver vooral be
kendheid verworven als hoofdredacteur van het
orgaan „Onze Vloot".
1 (Nadruk verboden)
HOOFDSTUK I
Een biljet, dat de uitbetaling beloofde van de
dia, hetgeen bloedgeld beteekent, was aange
bracht bij de poorten van Indergoul.
Het was een klimmend, geel plakkaat, dat
Vastgeplakt was op den zondoorstoofden aarden
Wal om de aandacht te trekken van de kara
vanen, die de stad in en uitgingen. Iedere zwar
te kameeldrijver, die een oogenblik bleef staan
om het document te lezen, zag er trotscher en
grimmiger uit, toen hij zijn weg vervolgde.
De lange magere blanke, die tegen zonson
dergang langs den hoofdweg kwam aansloffen,
bleef staan, las de mededeeling en lachte voor
zichtig. In het sabir van de Sahara, het verbas
terde taaltje, dat iedereen verstaat, luidde het
manifest
DAUD IBN DAREYN
„Satan's Vlam"
Bandiet, Moordenaar, Slavenhandelaar.
Voor hem zulien, levend, tien mannetjes-ka-
meelen en dood, tien vrouwtjes-kameelen be
taald worden door
GUENNEL, Gouverneur.
„Ik vraag vijf francs om het te vertalen," kon
digde het sjofele mannetje aan, dat op dat
oogenblik het nauwe straatje inkwam en de
vreemdeling naar de proclamatie zag staan
kijken.
„Vang dan!" De man, die had staan lezen, stak
zijn hand in den zak van zijn broek. Een gouden
muntstuk vloog door de lucht en werd door een
begeerig grijpende hand opgevangen.
„Waarom wordt er onderscheid gemaakt tus
schen mannetjes- en vrouwtjes-kameelen?"
De talenkenner zuchtte en gooide het geld
stuk van twintig mejidie terug.
„Je hebt het dus zelf al gelezen. Maar ik heb
nog mijn trots en ik neem geen geld voor niets
aan."
Hij was mager, bleek, ongeschoren en slecht
gekleed in gerafeld khaki zonder knoopen, dat
eens bij een soldatenuitrusting had behoord.
Het is niet gemakkelijk, om den leeftijd te
gissen van een man, die heengegaan is om te
leven in het verschroeiende woestijnklimaat.
Alleen zijn lachende oogen schenèn levendig te
zijn gebleven in zijn strakke en doodsche ge
zicht.
De lange vreemdeling nam hem met aan
dacht op.
„Je bent geen Arabier."
„Neen, ik ben niks. Ik ben zelfs geen Engelsch-
man meer. Ik ben oök niet langer Jimmy Wel
lesford, die hier eens naar toe kwam, zóó versch
uit Oxford, om te trachten in de wereld vooruit
te komen. Ik ben alleen maar iemand zonder
naam, die vijf francs zou willen verdienen 0111
bapedi te koopen, dien slechten alcohol, dien ze
van vijgen stoken, maar waar ik dol op ben."
„Je kunt ze verdienen door inlichtingen te
geven," zei de vreemdeling en het gouden geld
stukje verwisselde weer van eigenaar.
„Waarom loven ze vrouwtjes-kameelen uit
voor een doode, en mannetjes voor een levende?"
„Twintig mejidies eerlijk verdiend," verklaar
de de man die zelfs niet eens meer Jimmy Wel
lesford was. Hij liet het geldstuk in zijn zak
glijden en streek langs de gerafelde stof van zijn
broek.
„Omdat het gemakkelijker is, met vrouwtjes-
kameelen om te gaan en omdat ze langer
leven en dan geven ze melk en aardige
veulens," verklaarde hij. „Als ik dien rood-
harigen „Vlam van Satan" zou ontmoeten en ik
zou niet bang zijn, dan zou ik hem dooden en
naar den Gouverneur brengen en dan tien na
gas aan hem vragen. Een naga is een naga. ter
wijl een mannetjes-kameel maar een oont is,
zoöals ze hier zeggen."
„Is het dan bekend, dat die Daud ibn Dareyn
rood haar heeft?"
„Ja, dat zeggen ze. Hoewel de weinigen, die
hem ontmoet hebben, nooit teruggekeerd zijn."
„En de Gouverneur heeft een hoogeren prijs
uitgeloofd voor zijn doode lichaam?"
„De nagas zijn meer waard. Hij had zeker
meer zin om een lijk te koopen."
„Dat klinkt, alsof Daud ibn Dareyn niet ge
makkelijk te verslaan is. Tien vrouwtjes-kamee
len zijn een flinke belooning."
„Je moet dien kerel te pakken krijgen, voordat
je aanspraak kunt maken op de belooning. De
Vlam van Satan doet ergens een inval en rijdt
dan weer lachend weg. Hij is overal én nergens.
Hij is daarbuiten in de el-khala, in de woestijn,
waar geen wetten gelden. Zijn metgezellen zijn
de paria's en de buiten de wet gestelden.
Het zijn ruwe mannen, die voor geen moord
terugdeinzen. De tirailleurs, die grijze rijknech
ten, zijn keer op keer in noordelijke richting uit
gereden, maar niemand heeft nog kameelen als
belooning voor Daud gekregen."
„Ik heb nog nooit een roodharigen Bedouin
gezien."
„Niemand zegt, dat hij een Bedouin is, alleen
is er bekend, dat hij een afstammeling is van
de baduwy, het zwerversvolk. Misschien is hij
wel een afstammeling van de blanken. Wie zal
het zeggen?"
De vreemdeling duwde zijn witten zonnehelm
naar achteren en krabde zich op het voorhoofd.
Het was een ontzettend warme avond, zelfs
voor de zuidelijke Sahara. Het leek wel, of de
huizen en het fort van Indergoul slechts een
verzameling gele steen waren, die lagen te bak
ken in een droogoven tusschen de zandduinen
van de woestijn, waar geen spoortje schaduw te
vinden was. Het Ghetto, een warnet van ar
moedige, kronkelende straatjes, herbergde een
bevolking van een gemengd ras, die het be
nauwde samenwonen in smalle straatjes ver
koos boven het vrije leven te midden van de
open zandduinen. Achter de versterkingen van
het fort woonde een handjevol blanken, die er
voor zorgden, dat deze ver vooruitgeschoven
post van Westersche beschaving in het noma-
denland bleef bestaan.
Langzamerhand werden de menschen van In
dergoul wakker van hun middagslaapje.
„Ik heb je nog nooit te voren gezien," merkte
de man uit Oxford op en staarde den vreemde
ling aan. „Kijk eens aan, jouw haar is ook
rood."
De vreemdeling zette vlug zijn helm recht.
Voor een oogenblik kregen zijn onverschillige
blauwe oogen een harde uitdrukking.
Ze konden het diepe en klagende keelgeluid
van de kameelen buiten de stadswallen hooren
en het geroep van de kameeldrijvers, die de die
ren naar de bronnen voerden. Indergoul was
een uitverkoren pleisterplaats voor karavanen.
Het was een knooppunt van lange trajecten,
waar geen water gevonden werd.
Terwijl de wacht maar steeds met vermoeide
sloffende stappen voor de poort heen en weer
liep, keken de beide blanken elkaar diep in de
oogen. Plotseling brak er een glimlach door op
het strenge gezicht van den vreemdeling, het
was. alsof de zon door de wolken scheen.
„Het was de schuld van mijn moeder." zei hij.
..alleen had zij van dat aardige roode haar met
een goudachtigen glans, terwijl het mijne alleen
maar rood is, misschien wel net zoo als van
Daud ibn Dareyn." Hij lachte sarcastiseh. „Zou
je denken, dat de Vlam van Satan hier in In
dergoul zou durven rondloopen?"
Oppervlakkig beschouwd leek hij op een tou
rist, die met den trein naar het Noorden ge
komen was om het land te leeren kennen. Maar
de nieuwsgierige, doch onhandige toeristen, die
in gezelschappen rondreizen, komen nooit hc..e-
maal tot Indergoul de woestijn in het ge
zicht van den vreemdeling was bronskleurig
verbrand door de zon en verweerd door regen
en wind en er waren kleine lijntjes bij de hoe
ken van zijn oogen, die veroorzaakt waren door
het staren op den hellen glans van het witte
woestijnzand.
Zijn lange beenen staken in een whipcord
rijbroek en hij had hooge rijlaarzen aan. Hij
droeg een hemd van fijn linnen, dat aan den
hals was opengelaten en de mouwen waren tot
aan de ellebogen opgestroopt. Hij droeg een
patronengordel, maar er staken geen patronen
in en zoo te zien, droeg hij geen enkel wapen
bij zich.
„Het was heelemaal mijn bedoeling niet om
te insinueeren. dat jij die misdadiger uit de
woestijn zou zijn," zei de sjofele man en grin-
nekte een beetje verlegen.
„O, het hindert niet," zei de ander vriende
lijk.
'Wordt vervolgd*'