De jeugd naar het platteland Het ontslag van een bureauliste Luit.-kol. De Koningh Winterhulp Nederland Noteeringen van fondsen woestijn havik I Grootsche organisatie voor 1941 in voorbereiding De maatregel tegen joodsche ambtenaren Beroep op volledige medewerking Zaak Voor den Centralen Raad van Beroep VRIJDAG 29 NOVEMBER 1940 Handel in gramofoonplaten beperkt Slechts bij inlevering van een oude kan men een nieuwe plaat koopen Thans tot inspecteur-generaal der Nederlandsche politie benoemd VERDUISTERING DOOR SCHOOLHOOFD In hooger beroep dezelfde straf opgelegd COöP. ZUIVEL VERKOOP- VEREENIGINGEN MISHANDELING TIJDENS OORLOGSDAGEN Majoor van politie boete opgelegd TEXTIELINDUSTRIE Bon AA is geldig tot 31 December De handel in aardappelen, groenten en fruit Het eere-comité in de pro vincie Zuid-Holland Het verweer Josefs-Gesellschaft fuer Krueppelfuersorge Duur van obligatieleening verlengd 4000 kg. smeerolie opgespoord Voorraad was niet opgegeven DOODELIJKE VERKEERS ONGEVALLEN Opneming in de dagelijksche prijscouranten Buma contra Jogchems Theaters N.V. Hof te Amsterdam wijst Buma's eisch af INTERNATIONALE BINNENVAART Hoofdredacteur van het „Nederlandsch Dagblad" Dc. door ALBERT M. TREYNOR (Van onzen Haagschen redacteur) Naar wij vernemen, zal het departement van Sociale Zaken weldra beginnen met het uitwerken van plannen om het volgend jaar vele jongens en meisjes uit de groote ste den in de gelegenheid te stellen in den land bouw vrijwillig werkzaam te zijn. De proe ven die daarmede in de afgeloopen zomer maanden zijn genomen hebben een bevre digend resultaat gehad. Het is jammer, dat men eerst zoo laat in het jaar 1940 de stadsjeugd in de gelegenheid kon stellen zich naar het platteland te begeven, om er bij het inhalen van den oogst behulp zaam te zijn. Ook het feit, dat de boeren in ons land nog geheel vreemd stonden tegenover een zoodanig experiment en er in het geheel niet op berekend waren, heeft het succes in zekere mate geremd. Maar het feit, dat op dit oogenblik verschil lende jongens, die naar Limburg waren ver trokken, nog niet zijn teruggekeerd, toont toch ook weer, dat het bij de jeugd niet aan animo heeft ontbroken. In totaal zijn ongeveer 450 jongens en meisjes dit jaar in eigen land naai de boerderij gegaan om er mede te oogsten. Ongeveer 100 gingen er naar den Wieringer- meerpolder, een groot contingent naar Zeeland, naar den Badpolder en den Wilhelminapolder, en wederom een groot aantal naar Limburg. Wanneer men nu van de zijde van Sociale Zaken de goede verwachting heeft, dat dit werk in het komende jaar een veel groote- ren omvang zal aannemen, dan baseert men die verwachting mede op andere sociale verschijnselen. Immers de statistieken wijzen op het oogen blik uit, dat de werkloosheid in den landbouw - voor den tijd van het jaar niet bijzonder hoog is en ongeveer 11.000 personen bedraagt. Nu doet Zich het verschijnsel voor, dat uit Duitschland intusschen reeds vele aanvragen om arbeids krachten voor den landbouw binnenkomen: op het oogenblik telt men er al 1500 uit het Rijn land en Westfalen. De vraag zal zeker toene men, zoodat men in den tijd, dat de landbouw ir. Nederland weer een groote hoeveelheid krachten kan opnemen, er op bedacht moet zijn, dat niet aan alle aanvragen om volwaardige krachten zal kunnen worden voldaan. En dan is tegelijkertijd ook de toestand gekomen, dat de boeren gaarne mede uit eigen belang van het aanbod van vrijwillige hulp der jeugd zullen gebruik maken. Hoe de jeugd in Nederland op het platteland zal worden ondergebracht moet nog geheel worden bezien, maar er zal zeker ook aandacht worden besteed aan de gemeenschappelijke kampen, zooals die ook in Duitschland in zwang zijn. Trouwens ook in Zeeland heeft men in het afgeloopen seizoen de jongens in een kamp bijeen gehad. Maar nu zal dit systeem nog met belangrijke andere voordeelen verbonden zijn. Immers het is dan mogelijk, de jongens en meisjes onder toezicht te stellen van jeugdlei ders en ze in de vrije uren en in de avonden cursussen te doen volgen. Besprekingen over al deze plannen alsmede onderhandelingen met eigenaars van groote landgoederen zullen na 1 Januari een aanvang nemen. Redelijkerwijs kan men ook verwachten, dat dr toeloop van jongens en meisjes tusschen de 10 en 18 jaar voor Duitschland aanmerkelijk grooter zal zijn dan vorig jaar, toen ongeveer 500 personen zich opgaven voor de Erntehilfe. De belangstelling was zeker niet onbevredigend, maar meer nog het enthousiasme van de jonge lui zelf, die hadden deelgenomen, overtrof de verwachtingen. Men heeft van bevoegde zijde geen wanklanken gehoord, alleen zijn eenige moeilijkheden ontstaan in Westfalen, waar de boeren de meening waren toegedaan, dat de hulp, die zij kregen, voor een heel jaar zou gel- Naar De Telegraaf verneemt, zal van 1 De cember af een nieuwe gramofoonplaat slechts worden afgegeven, indien hiervoor in ruil een oude plaat wordt ingeleverd. De winkelier zal de oude plaat innemen tegen den oud-mate- riaalprijs van 5 cents voor een kleine plaat en 8 cents voor een gj-oote plaat. De oude platen mogen desnoods gebarsten of zelfs gebroken zijn. Een uitzondering moet slechts gemaakt wor den voor gramofoonplaten. waarbij tusschen bo ven- en onderkant een dunne papierlaag is aan gebracht. Deze zijn onbruikbaar, daar het papier zich met de schellak zou vermengen. Twijfelt de handelaar er aan of een plaat papier bevat, dan zal hij dit op eenvoudige wijze kunnen consta- teeren door de plaat doormidden te breken. den, hetgeen niet in de bedoeling van de jonge lui, noch van de uitzendende instanties had ge legen. Intusschen schijnt deze kwestie dezer dagen toch tot een bevredigende oplossing te zullen komen. Voor één ding zal in ieder geval wel een betere situatie moeten ontstaan en wel hiervoor: de boeren zullen meer begrip moeten" toonen voor het sociale nut van dit werk. Immers de bedoeling is: de jeugd meer waardeering bij te brengen voor den landbouw en de beoefenaars daarvan en van den anderen kant den afstand, die er op sommige plaatsen nog steeds bestaat tuschen stedeling en boer, te verkleinen. Natuurlijk zal dit begrip geleidelijk moeten groeien, dan zal ook de bereidheid van de boe ren, de jeugd op te nemen, grooter worden. Intusschen zullen, zooals gezegd, zekere ont wikkelingen op de arbeidsmarkt zeker het hunne daartoe bijdragen. De rijkscommissaris voor het bezette Neder landsche gebied heeft, op voordracht van den secretaris-generaal van het departement van Justitie, luit.-kolonel A. W. de Koningh be noemd tot inspecteur-generaal der Nederland sche politie. Luit.-kolonel De Koningh was tot nu toe in specteur der marechaussee. Hij werd 14 Septem ber 1940 reeds aangesteld als commissaris, be last met de waarneming der functie van in specteur-generaal. Van bevoegde Duitsche zijde is ons commen taar verstrekt op den maatregel tegen Joodsche ambtenaren. In de eerste plaats wees men er ons op, dat de betrokkenen niet, zooals het ge rucht wilde, op straat zijn gezet. Immers, de uit betaling van hun salarissen en andere uitkee- ringen gaat dooi*. De maatregel moet gezien worden als een daad van de bezettende macht als zoodanig. Hij is geen ingrijpen in intem-Nederlandsche verhoudingen en evenmin een vooruitloopen op hetgeen Nederlandsche instanties later te dezer zake zullen beslissen. Van Duitsche zijde kan men principieel geen vertrouwen hebben in Joodsche ambtenaren, daar men de Joden slechts als vijanden van Duitschland denkbaar acht en de mogelijkheid reëel acht dat zii de maatregelen van de bezettende overheid zullen doorkruisen. Deze mogelijkheid wil men hun ontnemen. De maatregel valt binnen het kader van het geen in de geschiedenis steeds door bezettende mogendheden is gedaan. Voorts moet de maatregel niet beschouwd worden als een inbreuk op de geloofsvrijheid. De jood geldt immers als jood niet om zijn geloof maar om zijn ras. Het voornaamste echter, aldus onze zegsman, is, dat de maatregel als een gevolg van de be zetting moet worden beschouwd en binnen de taak blijft, die aan een bezettende macht als zoodanig toekomt. De rechtbank te Leeuwarden heeft den 45- jarigen Fr. K., voorheen hoofd der Christelijke Schippersschool te Sneek, tot een jaar gevan genisstraf veroordeeld, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met 3 jaar proeftijd. Tusschen 27 Januari 1936 en 19 October 1939 zou verd. te Sneek geld, dat hij als waarnemer der belangen van de Vereeniging voor Christe lijk schoolonderwijs van schippers ontving voor den penningmeester der vereeniging, voor zich zelf hebben gehouden. In hooger beroep behandelde het hof te Leeuwarden deze zaak. Verd. gaf de gepleegde fraude toe. Van de f 3000 had hij f 1200 terugbetaald. Hij had de gelden in zijn huishouding gebruikt. De procureur-generaal voederde een jaar ge vangenisstraf. Het hof bevestigde Donderdag het vonnis van de rechtbank. In de algemeene vergadering van den Bond van Coöperatieve Zuivelverkoopvereenigingen herdacht de heer B. K. v. d. Berg, ondervoor zitter van den Raad van Toezicht, hen, die voor ons vaderland hun leven lieten en wijdde hij eenige woorden aan de velen die door oorlogs gewelddaden materieele schade leden. Vervolgens sprak hij over de goede samen werking in den bond, welke alle coöperatieve zuivelverkoopvereenigingen in Nederland ver- eenigt. Door deze eenheid wordt de afzet van onze zuivelproducten ten zeerste bevorderd, aldus de heer Van den Berg. De voorzitter van het bestuur, de heer T. Wassenaar, maakte zijn denkbeelden bekend over de positie van de zuivelverkoopvereenigin gen in het raam van den tegenwoordigen tijd. Daarna gaf de secretaris een overzicht van de maatregelen, welke de overheid in het belang van den afzet van zuivelproducten zoowel in het binnen- als naar het buitenland genomen heeft sedert 14 Mei. Ten slotte hield dr. H. J Frietema. directeur van den Nationalen Coöperatieven Raad te Rot terdam, een causerie over „De corporatieve or ganisatie van het bedrijfsleven en de coöperatie." De Rotterdamsche rechtbank heeft een 41- jarigen majoor van politie te Rotterdam, ver dacht van mishandeling op 11 Mei van eenige leden van de N.S.B., die 10 Mei in het hoofd bureau van politie waren opgesloten, veroor deeld tot f 25 boete, subs. 10 dagen hechtenis. De officier van Justitie had tegen verd. een geldboete van f 40 subs. 20 dagen hechtenis ge- eischt. Nadat de mogelijkheid gesloten was om tegen inlevering van een ouden mantel of een oude jas, enz. een nieuw kleedingstuk te krijgen, is voor iederen houder van een stamkaart met het stempel hoofd de gelegenheid opengesteld win- teroverkleeding te koopen voor een lid van het gezin door inlevering van bon AA der textiel- kaart. Naar „Het Vaderland" verneemt, is de geldig heidsduur van bon AA begrensd tot 31 Decem ber e.k. Te 's-Gravenhage is opgericht de Stichting ter behartiging der belangen Van den handel in aardappelen, groenten fruit, zulks ten over staan van notaris H. Schalij. Zij is gesticht door den heer A. G. van Aken, aardappelen-, groenten- en fruithandelaar te ^s-Gravenhage. De wettelijk voorgeschreven zes weken zijn verloopen, zonder dat van de zijde Van den procureur-generaal bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage bezwaar tegen de nieuwe stich ting is binnengekomen, zoodat zij dus als rechtspersoon kan worden aangemerkt. De stichting omvat ongeveer 1000 aangeslo tenen. Omtrent de komende collecte voor Winterhulp Nederland kan nog het volgende worden mede gedeeld: De leverings- en vervoersmoeilijkheden hebben hun invloed uitgeoefend op de organisatie van de collecte, welke moeilijkheden nog grooter zijn geworden tengevolge van het feit, dat bij de vervaardiging der speldjes een aantal kleinere fabrieken is ingeschakeld, hetgeen is geschied uit een oogpunt van werkverschaffing. De fa brieken hebben echter al haar best gedaan, doch indien mocht blijken, dat op een of andere plaats niet voldoende speldjes beschikbaar zijn, en het derhalve mocht voorkomen dat een col lectant is uitverkocht, wordt het publiek ver zocht, ten einde de collecte zoo goed mogelijk te doen slagen, hem toch een gift. te doen toe komen. De prijs der speldjes is vastgesteld op 20 cent per stuk. Wanneer iemand echter niet in staat is dit bedrag te betalen, dan mag dit voor de collectanten die hierbij met tact zullen moe ten optreden geen reden zijn om een kleinere gift te weigeren, waarvoor dan toch een speldje zal worden gegeven. Ten einde dit mogelijk te maken, wordt daartegenover een beroep op de beter gesitueerden gedaan een hooger bedrag te schenken. Aangezien het werk van de Winterhulp uit gaat boven iedere verdeeldheid onder het Neder landsche volk. terwijl mede de uitkeeringen zul len geschieden zonder aanzien des persoons, wordt een beroep gedaan op ieders volledige medewerking, opdat door het resultaat kan wor den getoond, dat het Nederlandsche volk in staat is eensgezind een hulp-actie voor behoef tige landgenooten uit te voeren. Ten slotte kan worden medegedeeld, dat zoo spoedig mogelijk na de collecte een aanvang met de steunverleening zal worden gemaakt, zoodat de uitkeeringen in ieder geval gedurende de maand December zullen plaats hebben. Bij de steunverleening zal in de eerste plaats rekening worden gehouden met de groote gezinnen. Verzoeken om steunverleening moeten worden ingediend bij de plaatselijke directeuren. Als zoodanig treden veelal op de burgemeesters der gemeenten. Slechts in enkele gevallen, waar dit noodig was, zijn speciale vertegenwoordigers van de Winterhulp Nederland aangesteld. Onder voorzitterschap vair den minister van Staat, commissaris der provincie Zuidholland, is vtior dat gewest een eerecomité gevormd, om de actie voor het Winterhulpwerk in Zuidhol land te steunen en bij de bevolking aan te be velen. In dit comité hebben zitting genomen; Prof. mr. P. J. M. Aalberse, minister van Staat, lid van den Raad van State, 's-Gra venhage; W. D. Bekking, lid van den raad der ge meente Rotterdam, Rotterdam; De bureauliste van den Stadsschouwburg in Den Haag, mevr. W., werd voor eenigen tijd op advies van de schouwburgcommissie door B. en W. ontslag aangezegd op grond van fraudu leuze handelingen met aan de cassa geïnde gel den. In feite zou zij houders van diploma's, die voor het bespreken van plaatsen geen geld be hoeven te betalen, toch 0,20 voor het bespre ken gerekend hebben en de alzoo verworven gelden in eigen zak hebben gestoken. Mevr. W., die dit absoluut ontkende, kwam bij het scheidsgerecht te Den Haag in beroep, dat haar in het gelijk stelde en besliste, dat het ontslag te niet moest worden gedaan. Donderdagmorgen kwamen B. en W. van Den Haag tegen de beslissing van het Scheidsgerecht bij den Centralen Raad te Utrecht in beroep. Zij werden vertegenwoordigd door mr. D. v. d. Oever, terwijl voor mevr. W. mr. E. Kan op trad. Mr. v. d. Oever verzocht, alvorens met zijn pleidooi te beginnen, den Centralen Raad, on danks het feit, dat de lijst van getuigen te laat v/as ingediend, in het belang van de zaak toch de getuigen, die aanwezig waren, te hooren. Na raadkamer werd dit verzoek evenwel af gewezen. Mr. v. d. Oever betoogde, dat de bewering van mevr. W., dat zij de geïnde bespreekgelden als douceurtjes beschouwde, niet steekhoudend was. Verschillende getuigen voor het Scheidsge recht hadden verklaard, dat zij de bespreek gelden hadden betaald, omdat zij berekend wer den. Toen de administrateur dit ontdekt had, heeft hij mevr. W. nog tweemaal gewaarschuwd. Toen zij er evenwel mee doorging, is ontslag moeten volgen. Een bureauliste, die een overvloed van gele genheid heeft, om fraude te plegen, moet men nu eenmaal volledig kunnen vertrouwen. De president, mr. Beumer, merkte hier op, dat het gaat om een strafontslag, niet om een ontslag wegens ongeschiktheid. Mr. v. d. Oever zeide vervolgens, dat volgens het Scheidsgerecht alleen het frauduleus han delen met de bespreekgelden was komen vast te staan. Daarom vond het het ontslag een te zware straf. Volgens B. en W. stonden er eenige andere frauduleuze handelingen ook wel dege lijk vast. Het ontslag was wel degelijk gemoti veerd en pl. kon niet anders concludeeren, dan tot vernietiging van de beslissing van het Scheidsgerecht en handhaving van het besluit van B. en W. Mr. Kan zeide, dat hij met klimmende ver ontwaardiging het pleidooi van mr. v. d. Oever had gehoord. De privé-meening van B. en W. van Den Haag zal weinig invloed uitoefenen, als het er om gaat de feiten in het juiste licht te zien. Driekwart van de beschuldigingen van B. en W. zijn voor het Scheidsgerecht niet komen vast te staan, aldus pl. Alle zgn. benadeelden spreken niets dan goeds van deze vrouw. Het lag inderdaad voor de hand, dat mevr. W. de betaling van de bespreekgelden als dou ceurtjes had beschouwd. Bij de pers bijv. was het bekend, dat op diploma's geen bespreekgeld betaald behoefde te worden. Toch bleven som migen, bij wijze van douceur, dit bespreekgeld betalen. Mr. Kan legde verschillende schriftelijke ver klaringen over van benadeelden, die verklaar den, in het geheel niet gedupeerd te zijn en mevr. W. prezen. Vervolgens besprak pl. eenige door B. en W. naar voren gebrachte beschuldigingen. Als men de kwestie zuiver bekijkt, gaat het er B. en W. ten slotte om. aldus pl., dat mevr. W. er uit moet. Mevr. W. heeft een leven van noesten vlijt en groote werkzaamheid achter den rug. Als 12 jaar is zij nu bij de gemeente in dienst en bij het publiek is zij geliefd en geacht. Pl. legde verschillende getuigschriften over en be sloot met de vraag: Is zulk een vrouw plotse ling zoo boosaardig geworden, dat zij voor een ergissing met de zwaarste straf gecorrigeerd moet worden? De president deelde mede, dat de Raad over drie weken uitspraak zou doen. tenzij hij aan leiding mocht vinden tot het instellen van een nader onderzoek. D. G. van Beuningen, directeur v. d. N.V. Steenkolen Handelsvereeniging, Rotterdam; Mr. P. E. Briët, advocaat, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, Leiden; Dr. F. C. Bruijning, arts, lid van de Provin ciale Staten van Zuidholland, 's-Gravenhage; M. de Bruyn, directeur N.V. de erven wed. J. van Melle, Schiedam; Prof. dr. H. B. Dorgelo, hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft, Delft; Mr. F. O. Fock, directeur van het bijkantoor Vlaardingen van R. Mees en Zoonen, Vlaar- dingen; L. J. van Hollander, burgemeester van Mid- delharnis en Sommelsdijk, Middelharnis; Prof. ir. J. Klopper, president van den raad van beheer v. d. Nederl.-Indische Spoorweg Mij., 's-óravenhage; J. van Kranenburg, notaris en voorzitter afd. grootbedrijf der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Gouda en Omstreken, Gouda; Dr. L. P. Krants, directeur der firma J. J. Krants en Zn. N. V.. Oegstgeest. A. W. de Landgraaf, wethouder der gemeen te Sliedrecht, Sliedrecht; Ir. W. H. van Leeuwen, president-directeur van de Nederl. gist- en spiritusfabriek te Delft, Delft; F. Looijen Jr., firmant van de fa. Joh. van Gelderen en Co., Gorinchem; Jkvr. J. A. op ten Nocrt, 's-Gravenhage; Ir. A. Plate, president v. d. Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel, Rot- terd am; Dr. H. L. M. van Schaik, directeur van de N. V. Louis Dobbelmann, Wassenaar; G. Slob, dijkgraaf van het hoogheemraad schap van de Alblasserwaard met Arkel bene den de Zouwe. Meerkerk; Jhr. H. W. Stoop, directeur van de Twent- sche Bank te Dordrecht, Dordrecht; Ds. A. K. Straatsma, predikant bij de Ned Hervormde kerk te 's-Gravenhage, 's-Graven hage; Mej. A. H. M. Thorbecke, 's-Gravenhage; Mgr. J. M. van der Tuyn, deken van 's-Gra- venhage en pastoor der St: Jacobuskerk, 's-Gra venhage; W. van der Vorm, directeur van de Scheep vaart- en Steenkolenmaatschappij N.V., Rotter dam; M. P. van der Wedden, lid der Tweede Ka mer der Staten-Generaal en lid der Staten van Zliid.holland, Zevenhoven (postadres Noor den Z.-H.). Onder voorzitterschap van den heer H. P. Toenbieker als trustee is Donderdagmiddag te 's-Gravenhage een vergadering gehouden van obligatiehouders der 4 pet. (voorh. 8 pet.) Ie hyp. 10-jarige 'obligatieleening groot f 500.000. (pro-resto f 221.000.ten laste van de Josefs- Gesellschaft fuer Krueppelfuersorge e.v. te Bigge a.d. Ruhr, uitgegeven 1 December 1925 door de Haagsche Bankvereeniging N.V. te s-Gravenhage. Vertegenwoordigd waren 35 obligaties ad. f 1000 en 16 obligaties ad. f 500, te zamen f 43.000, uitbrengende 86 stemmen. Met algemeene stemmen aanvaardde de ver gadering de volgende voorstellen: Gedurende den verderen loop der obligatie leening van 1 December 1940 genoegen te nemen met een rente van 4 pet. 's jaars onder afstand van verwaarborging van het meerdere; den duur der leening te verlengen met 10 ja ren, waardoor de nieuwe aflossingsdatum op 1 December 1950 wordt bepaald. De voorzitter verstrekte de volgende toelich tingen: De debitrice was wel in staat de leening af te lossen, doch, gezien de thans in Duitsch land geldende wettelijke bepalingen, was dat in guldens niet mogelijk. Zij stelde daarom voor. de leening met een duur van 10 jaar te ver lengen, mits de obligatiehouders genoegen zou den nemen met 4 pet. rente 's jaars, welke rente zij gedurende de laatste vijf jaar betaalde. Naar wij vernemen heeft de Centrale Crisis- controledienst in nauwe samenwerking met een ambtenaar van den gemeentelijken distri- butiedienst in Hoorn 4000 kg. smeerolie, gebor gen in negentien vaten, die niet aan den dienst waren opgegeven, opgespoord. Reeds eenigen tijd had men vermoed, dat in Hoorn smeerolie niet aangegeven was. Toen men meer zekerheid kreeg, heeft men in een garage een onderzoek ingesteld, waar men den clandes- tienen voorraad, goed verborgen, vond. Tegen den bezitter is proces-verbaal opgemaakt. De 24-jarige D. K. te St. Maartensdijk die met een wagen geladen met koebieten reed. is toen het voor den wagen gespannen paard op hol sloeg, onder den wagen terecht gekomen. Hij was vrijwel onmiddellijk dood. Op de Oldegalilleën te Leeuwarden sprong een 6-jarig knaapje van een vrachtwagen, waarbij hij kwam te vallen. Een der wielen ging hem over het lichaam. Met ernstige verwondingen is het kind naar het ziekenhuis vervoerd waar het later is overleden. De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van Financiën, heeft aangeweztn ter opneming in de dagelijksche noteering in de prijscouranten der beurzen, met ingang van Maandag 2 December 1940, de volgende fondsen: Rubber- ondernemingen Aandeelen Rubber Maatschappij Basilam. Idem Cultuur Maatschappij Bodjong Datar. Idem Cultuur Maatschappij Soerowinangoen. Suiker-ondernemingen Aandeelen Cultuur Maatschappij Pandjie en Tandjoongsarie. Thee-ondernemingen Aandeelen Landbouw Maatschappij Dajeuh Manggoeng. Idem Cultuur Maatschappij Gandasol Idem Cultuur Maatschappij Goalpara. Idem Marywattie tea company. Idem Cultuur Maatschappij Tjimonteh. Idem Cultuur Maatschappij Tjisampora. Cultuur-ondernemingen Aandeelen Landbouw Maatschappij Radjaman dala. Idem Serdang Cultuur Maatschappij. Donderdag heeft het gerechtshof te Amster dam uitspraak gedaan in de zaak Buma contra Jogchems Theaters N.V. te Amersfoort. Deze procedure gaat over de vraag, of de bioscoop exploitant toestemming noodig heeft van Buma voor het ten gehoore brengen van door naar beschermde muziek door middel van de gelu: as- film. Dit is reeds een oude viaag, waar n er de Hooge Raad in vroeger jaren reeds enkele uitspraken heeft gegeven. In de onderhavige zaak heeft aanvankelijk de Utrechtsche recht bank Buma's vordering tegen de N.V. Jogchems Theaters te Amersfoort een verbod met dwang som uit te spreken tot het zonder toestemming ten gehoore brengen van door haar beschermde muziek, met oplegging van een dwangsom, ont zegd. Buma kwam daarop in hooger beroep bij het gerechtshof te Amsterdam, hetwelk, van oordeel, dat bij de normale geluidsfilm ook de muziek een werk is, als bedoeld in art. 6 der Auteurswet 191.2. waarop alleen diegene auteurs recht heeft, die het ontwerp maakt en leiding en toezicht bij de totstandkoming geeft, het vonnis van de Utrechtsche rechtbank, zij het op andere gronden, bevestigde. De Hooge Raad handhaafde echter zijn reeds eerder omtrent dit artikel gegeven opvatting en vernietigde het arrest van het Amsterdamsche hof. Daarop werd de zaak andermaal voor dit bof bepleit en heden wees het hof wederom Buma's vordering af. Het hof. thans overnemende des Hoogen Raads opvatting omtrent art. 6 der Auteurs wet, besliste in de eerste plaats, dat de ge luidsfilm beschouwd moet worden als een ver zamelwerk en dat bij een verzamelwerk inder daad twee auteursrechten naast elkaar moeten worden onderscheiden, n.l. het auteursrecht van den verzamelaar en dat van de makers de: af zonderlijke werken. Dit brengt echter, aldus het hof, daarbij afwijkende van de tot nog toe gel dende jurisprudentie van den Hoogen Raad, bij rationeele wetstoepassing mede. dat. als een maker van een afzonderlijk werk toestemming heeft gegeven, zijn werk in een verzameling op te nemen, hij bij de verdere uitoefening van zijn recht wordt bepeikt en wel in dier voege, aat hij, als de verzamelaar of zijn rechtver krijgende (i.e. filmproducer en bioscoopexploi tant) tot openbaarmaking overgaat, dit niet meer kan beletten. Aangezien Buma in de onderhavige zaak als rechtverkrijgende van den componist optreedt, kan zij niet meer rechten uitoefe nen dan aan den componist zelf toekomen. Een en ander leidde zooals gemeld tot af wijzing van Buma's eisch. Buma zal tegen dit arrest wederom Deroep in cassatie instellen. Blijkens het nieuwe reglement, houdende na dere bepalingen van het besluit van den secre taris-generaal van het departement van Water staat, betreffende de internationale omnenvaart, moeten eigenaren van 1 t m 3 schepen voor de internationale binnenvaart zich aansluiten bij de Stichting Nederlandsche Particuliere Rijn vaart-Centrale; eigenaren van meer dan 8 sche pen bij de Vereeniging Centraal Bureau voo: de Rijn- en Binnenvaart en eigenaren van 4 t m 8 schepen al naar hun vervoereconomiscne functie bij een van beide organisaties. Tot hoofdredacteur van het Nederlandsch. Dagblad is met ingang van 26 November 1940 benoemd de heer M. A. Cageling, te 's-Graven hage. De heer Cageling heeft tot dusver vooral be kendheid verworven als hoofdredacteur van het orgaan „Onze Vloot". 1 (Nadruk verboden) HOOFDSTUK I Een biljet, dat de uitbetaling beloofde van de dia, hetgeen bloedgeld beteekent, was aange bracht bij de poorten van Indergoul. Het was een klimmend, geel plakkaat, dat Vastgeplakt was op den zondoorstoofden aarden Wal om de aandacht te trekken van de kara vanen, die de stad in en uitgingen. Iedere zwar te kameeldrijver, die een oogenblik bleef staan om het document te lezen, zag er trotscher en grimmiger uit, toen hij zijn weg vervolgde. De lange magere blanke, die tegen zonson dergang langs den hoofdweg kwam aansloffen, bleef staan, las de mededeeling en lachte voor zichtig. In het sabir van de Sahara, het verbas terde taaltje, dat iedereen verstaat, luidde het manifest DAUD IBN DAREYN „Satan's Vlam" Bandiet, Moordenaar, Slavenhandelaar. Voor hem zulien, levend, tien mannetjes-ka- meelen en dood, tien vrouwtjes-kameelen be taald worden door GUENNEL, Gouverneur. „Ik vraag vijf francs om het te vertalen," kon digde het sjofele mannetje aan, dat op dat oogenblik het nauwe straatje inkwam en de vreemdeling naar de proclamatie zag staan kijken. „Vang dan!" De man, die had staan lezen, stak zijn hand in den zak van zijn broek. Een gouden muntstuk vloog door de lucht en werd door een begeerig grijpende hand opgevangen. „Waarom wordt er onderscheid gemaakt tus schen mannetjes- en vrouwtjes-kameelen?" De talenkenner zuchtte en gooide het geld stuk van twintig mejidie terug. „Je hebt het dus zelf al gelezen. Maar ik heb nog mijn trots en ik neem geen geld voor niets aan." Hij was mager, bleek, ongeschoren en slecht gekleed in gerafeld khaki zonder knoopen, dat eens bij een soldatenuitrusting had behoord. Het is niet gemakkelijk, om den leeftijd te gissen van een man, die heengegaan is om te leven in het verschroeiende woestijnklimaat. Alleen zijn lachende oogen schenèn levendig te zijn gebleven in zijn strakke en doodsche ge zicht. De lange vreemdeling nam hem met aan dacht op. „Je bent geen Arabier." „Neen, ik ben niks. Ik ben zelfs geen Engelsch- man meer. Ik ben oök niet langer Jimmy Wel lesford, die hier eens naar toe kwam, zóó versch uit Oxford, om te trachten in de wereld vooruit te komen. Ik ben alleen maar iemand zonder naam, die vijf francs zou willen verdienen 0111 bapedi te koopen, dien slechten alcohol, dien ze van vijgen stoken, maar waar ik dol op ben." „Je kunt ze verdienen door inlichtingen te geven," zei de vreemdeling en het gouden geld stukje verwisselde weer van eigenaar. „Waarom loven ze vrouwtjes-kameelen uit voor een doode, en mannetjes voor een levende?" „Twintig mejidies eerlijk verdiend," verklaar de de man die zelfs niet eens meer Jimmy Wel lesford was. Hij liet het geldstuk in zijn zak glijden en streek langs de gerafelde stof van zijn broek. „Omdat het gemakkelijker is, met vrouwtjes- kameelen om te gaan en omdat ze langer leven en dan geven ze melk en aardige veulens," verklaarde hij. „Als ik dien rood- harigen „Vlam van Satan" zou ontmoeten en ik zou niet bang zijn, dan zou ik hem dooden en naar den Gouverneur brengen en dan tien na gas aan hem vragen. Een naga is een naga. ter wijl een mannetjes-kameel maar een oont is, zoöals ze hier zeggen." „Is het dan bekend, dat die Daud ibn Dareyn rood haar heeft?" „Ja, dat zeggen ze. Hoewel de weinigen, die hem ontmoet hebben, nooit teruggekeerd zijn." „En de Gouverneur heeft een hoogeren prijs uitgeloofd voor zijn doode lichaam?" „De nagas zijn meer waard. Hij had zeker meer zin om een lijk te koopen." „Dat klinkt, alsof Daud ibn Dareyn niet ge makkelijk te verslaan is. Tien vrouwtjes-kamee len zijn een flinke belooning." „Je moet dien kerel te pakken krijgen, voordat je aanspraak kunt maken op de belooning. De Vlam van Satan doet ergens een inval en rijdt dan weer lachend weg. Hij is overal én nergens. Hij is daarbuiten in de el-khala, in de woestijn, waar geen wetten gelden. Zijn metgezellen zijn de paria's en de buiten de wet gestelden. Het zijn ruwe mannen, die voor geen moord terugdeinzen. De tirailleurs, die grijze rijknech ten, zijn keer op keer in noordelijke richting uit gereden, maar niemand heeft nog kameelen als belooning voor Daud gekregen." „Ik heb nog nooit een roodharigen Bedouin gezien." „Niemand zegt, dat hij een Bedouin is, alleen is er bekend, dat hij een afstammeling is van de baduwy, het zwerversvolk. Misschien is hij wel een afstammeling van de blanken. Wie zal het zeggen?" De vreemdeling duwde zijn witten zonnehelm naar achteren en krabde zich op het voorhoofd. Het was een ontzettend warme avond, zelfs voor de zuidelijke Sahara. Het leek wel, of de huizen en het fort van Indergoul slechts een verzameling gele steen waren, die lagen te bak ken in een droogoven tusschen de zandduinen van de woestijn, waar geen spoortje schaduw te vinden was. Het Ghetto, een warnet van ar moedige, kronkelende straatjes, herbergde een bevolking van een gemengd ras, die het be nauwde samenwonen in smalle straatjes ver koos boven het vrije leven te midden van de open zandduinen. Achter de versterkingen van het fort woonde een handjevol blanken, die er voor zorgden, dat deze ver vooruitgeschoven post van Westersche beschaving in het noma- denland bleef bestaan. Langzamerhand werden de menschen van In dergoul wakker van hun middagslaapje. „Ik heb je nog nooit te voren gezien," merkte de man uit Oxford op en staarde den vreemde ling aan. „Kijk eens aan, jouw haar is ook rood." De vreemdeling zette vlug zijn helm recht. Voor een oogenblik kregen zijn onverschillige blauwe oogen een harde uitdrukking. Ze konden het diepe en klagende keelgeluid van de kameelen buiten de stadswallen hooren en het geroep van de kameeldrijvers, die de die ren naar de bronnen voerden. Indergoul was een uitverkoren pleisterplaats voor karavanen. Het was een knooppunt van lange trajecten, waar geen water gevonden werd. Terwijl de wacht maar steeds met vermoeide sloffende stappen voor de poort heen en weer liep, keken de beide blanken elkaar diep in de oogen. Plotseling brak er een glimlach door op het strenge gezicht van den vreemdeling, het was. alsof de zon door de wolken scheen. „Het was de schuld van mijn moeder." zei hij. ..alleen had zij van dat aardige roode haar met een goudachtigen glans, terwijl het mijne alleen maar rood is, misschien wel net zoo als van Daud ibn Dareyn." Hij lachte sarcastiseh. „Zou je denken, dat de Vlam van Satan hier in In dergoul zou durven rondloopen?" Oppervlakkig beschouwd leek hij op een tou rist, die met den trein naar het Noorden ge komen was om het land te leeren kennen. Maar de nieuwsgierige, doch onhandige toeristen, die in gezelschappen rondreizen, komen nooit hc..e- maal tot Indergoul de woestijn in het ge zicht van den vreemdeling was bronskleurig verbrand door de zon en verweerd door regen en wind en er waren kleine lijntjes bij de hoe ken van zijn oogen, die veroorzaakt waren door het staren op den hellen glans van het witte woestijnzand. Zijn lange beenen staken in een whipcord rijbroek en hij had hooge rijlaarzen aan. Hij droeg een hemd van fijn linnen, dat aan den hals was opengelaten en de mouwen waren tot aan de ellebogen opgestroopt. Hij droeg een patronengordel, maar er staken geen patronen in en zoo te zien, droeg hij geen enkel wapen bij zich. „Het was heelemaal mijn bedoeling niet om te insinueeren. dat jij die misdadiger uit de woestijn zou zijn," zei de sjofele man en grin- nekte een beetje verlegen. „O, het hindert niet," zei de ander vriende lijk. 'Wordt vervolgd*'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3