Het kritieke oogenblik voor Tubantia en Eindhoven En in het Westen thans A.D.O.-D.W.S. Het voetbalprogramma voor a.s. Zondag ZWARTE DAGEN OP DEN HOF Den Eeker ligt ziek in 't klooster VRIJDAG 29 NOVEMBER 1940 De voetbalcompetitie Brabantsche brieven Gevaarlijke beurt voor N.E.C. Be QuickLeeuwarden Kwade kans..!! KORTE BERICHTEN Met het programma voor Zondag a.s. is voor twee clubs, die zichzelf candidaat stel den voor den afdeelingstitel, het kritieke moment aangebroken. Zoowel Tubantia als Eindhoven namelijk, die van den beginne af aan in het Oosten en Zuiden een rol van beteekenis speelden, beginnen nu zoo'n beetje op het randje te komen om te wor den uitgeschakeld en wanneer zij Zondag inderdaad zouden sneuvelen, lijkt het ons vrijwel uitgesloten, dat het kampioenschap nog in deze voetbalkampen zal worden ge vierd. Tot de onmogelijkheden behoort dit zeker niet, want beiden treffen resp. bij Enschedé en M. V. V. een uitwedstrijd, wel ke vol voetangels en klemmen zit. In ze kere mate geldt dit ook voor Haarlem, dat niet bij Blauw Wit mag verliezen, wanneer het niet al te ver op V. S. V. wil achter raken. West I heeft opnieuw 'n ontmoeting van groot belang in A.D.O.D.W.S. Drie weken achtereen hebben de leiders in West I elkaar moeten bekampen. D. W. S. won in Amsterdam van D. H. C., dat Zondag j.l. in Delft tegen A. D. O. gelijk speelde en nu moe ten de Hagenaars probeeren, de club van Cal- denhove in de Residentie een kopje kleiner te maken. Net zoomin als de geachte lezer kun nen wij met de hand op het hart verklaren, dat zulks inderdaad het geval zal zijn, maar dat de rood-groenen een behoorlijke kans op beide punten hebben, willen we niet ontken nen. D. W. S. behoort nog altijd niet tof de meest productieve ploegen al behoort het in zijn geheel zeker tot de beste terwijl wij er lang niet zeker van zijn of het felle aanvals- spel van de Hagenaars, dat Zondag j.l. de D. H. C.-verdediging soms totaal uit haar voegen speelde, ook de Amsterdamsche defensie niet voor onoplosbare problemen zal stellen. In ieder geval moet óf het achtertrio van de Am sterdammers ditmaal een bijzonder goede par tij spelen, óf de voorhoede eindelijk eens over haar improductiviteit moeten heenkomen, wan neer de Amsterdammers met een zege naar den Spaarndammerdijk willen terugkeeren. D. H. C. kan een beetje uitblazen van de moeilij ke wedstrijden der twee laatste weken. We ne men althans aan, dat de Delftenaren zich niet zoo zullen behoeven te geven als tegen D. W. S. en A. D. O. om in de Koog van K. F. C. te winnen. Hermes D. V. S., dat zich langzamer hand pok bij de leiders is gaan voegen en Zon dag op fraaie wijze D. W. S. weerstond, zien we in Schiedam van D. F. C. winnen, terwijl 't Gooi niet veel kans krijgt om bij Stormvogels een puntje weg te sleepen. In Rotterdam heeft de derby FeyenoordSparta door de onbelang rijke rol van beide clubs wel een en ander van zijn ouden luister verloren, maar in het licht van Sparta's wedergeboorte, Zondag tegen K. F. C., kan het toch een interessante ontmoe ting worden. In afdeeling II behoeft V. S. V. niet bang te wezen, dat zijn ongeslagen record in gevaar komt. De Velsenaren treffen ditmaal een uit wedstrijd, maar bii R. F. c. is het met eenige inspanning over het algemeen niet zoo moei lijk winnen en daarom vertrouwen we dan ook dat de leiders hun naam en plaats alle eer aan zullen doen. Moeilijker is de opdracht voor Haarlem, dat in Blauw Wit thans wel niet zoo'n tegenstander van groot formaat treft als het vorig jaar, maar toch geducht zal moeten op passen, wil het in de hoofdstad zijn achter stand op V. S. V. niet zien vergrooten. We zijn benieuwd of de roodbroeken hun prestatie van het vorig jaar zullen herhalen, toen zij eer, ongenaakbaar Blauw Wit de eerste nederlaag in eigen huis bezorgden. Ajax moet het thuis opnemen tegen D. O. S., dat sinds zijn zwak ken start aanmerkelijk aan kracht schijnt te hebben gewonnen en thans reeds tot de vier de plaats is gestegen. Het komt ons voor. dat er veel van de Amsterdammers gevergd zal worden, wanneer deze weer met de zege willen gaan strijken. Xerxes zal wel niet veel moeite hebben met C. V. V.. dat weliswaar een plaats genoot is van Lagendaal en zijn mannen, maar toch in kracht belangrijk de mindere van de gestreepten moet heeten. In het Oosten is de mogelijkheid niet hee- lemaal uitgesloten, dat N. E. C. een kleine ne derlaag gaat oploopen. De leiders moeten 'op bezoek bij Wageningen, dat dit seizoen ver schillende zeer behoorlijke resultaten wist te boeken en ook wel eens in staat kon zijn zoo weinig consideratie te gebruiken met zijn lei ders, dat deze voor het eerst zonder winst het veld zouden moeten verlaten. Overigens versta men daaronder niet, dat we den Nijmegenaren zonder meer een nederlaag voorspellen. Ten slotte zijn ze er zelf bij en dat zegt heel wat voor een ook dit seizoen weer prima spelende ploeg als die uit de Keizer Karelstad. Heracles hoeft niet zoo erg bang te zijn, al is het ook voor de Almeloërs oppassen. Oók een voor het oog minder gevaarlijke ploeg als A. G. O. V. V. kan voor een verrassing zorgen. Voor Tubantia is het er op of er onder. Deze Hengelosche club, die vorige week zonder te spelen zijn twee de plaats aan Heracles moest afstaan, zou be slist te ver afdwalen wanneer het zou verlie zen. En dat kon nu juist in den uitwedstrijd tegen Enschedé wel eens zeer goed het geval zijn, temeer, daar ook Enschedé tot de kam pioenspretendenten behoort en er natuurlijk op loert ten koste van zijn concurrent 'n plaatsje te stijgen. Go Ahead speelt in Nijmegen tegen Quick, waar het winnen zonder twijfel niet zoo gemakkelijk en zoo royaal zal gaan als vorige week in Deventer. Enschedesche Boys gaat op bezoek bij Hengelo, dat we als thuisspelende ploeg iets betere kansen geven. In het Zuiden krijgen de meeste leiders ge legenheid om eens een beetje op adem te ko men. P. S. V. heeft in Eindhoven een vrij ge makkelijke taak tegen Willem II, dat er dit seizoen nog niet veel van terecht bracht en waarschijnlijk niet op deze ontmoeting in de lichtstad heeft gewacht om met zijn groote da den te beginnen. N. A. C. heeft het nu ook heel wat eenvoudiger dan vorige week bij Eind hoven. Den thuiswedstrijd tegen Helmond zul len de Bredanaars toch wel weten te winnen! Noad mag in Tilburg met Roermond, dat het vorige week in Limburg sloeg, ook al niet veel moeite hebben en ook Juliana zal er wel geen been in zien om weer op beide punten beslag te leggen. Een lastige hindernis lijkt ons ten minste de uitwedstrijd tegen Limburgia niet te zijn. Eindhoven echter wordt in Maastricht voor een nieuw probleem ges»eld. M. V. V. heeft juist in zijn laatste wedstrijden nogal goed geboerd en zooiets is altijd een stimulans om nog eens met nieuwen moed aan te pak ken. Tegen Eindhoven zullen de gastheeren dit ongetwijfeld met bijzonder genoegen doen, om dat het hier een tegenstander betreft, waar aan eer te behalen is. We vermoeden dan ook, dat Eindhoven zich volkomen moet hebben hersteld van zijn Zondag geleden nederlaag om met beide punten naar huis terug te keeren en zijn beduidend verkleinde kans op de eerste plaats te behouden. B. V. V. is nog iets ver der naar beneden getuimeld, al gebeurde zulks dan ook niet van zoo groote hoogte. We nemen niet aan, dat de Bosschenaren er in slagen via een succes bij Longa weer omhoog te klimmen. In het Noorden gaat Leeuwarden opnieuw In uw wagen moet u niets wagen.. autorijden mag geen kansspel zijn: op den weg moet u het zéker weten! probeeren zijn positie tusschen de Groningsche leiders te verbeteren. De Friezen hebben het daarbij echter niet gemakkelijk, want zij moe ten het opnemen tegen Be Quick, dat, naar wij meenen, in Groningen toch de beste papieren heeft. Velocitas gaat met een teleurstellende nederlaag in de beenen naar Sneek. Wordt het daar een nieuwe teleurstelling voor de Gronin gers? G. V. A. V. speelt thuis tegen Achilles en kan uit deze ontmoeting wel een overwin ning slaan. H. S. C. wint in Hoogezand natuur lijk van Heerenveen. Veendam moet in den thuiswedstrijd tegen W. V. V. weer eens een puntje kunnen bemachtigen. Luitenant-generaal A. J. Gallat, de vroegere chef van den Belgischen generalen staf, is op 70-jarigen leeftijd te Brussel gestorven. Woensdagmiddag is in Stockholm een ernstig tramongeluk gebeurd. Op een kruising zijn twee tramwagens in volle vaart t'cen elkaar gere den. Een persoon werd daarbij gedood, 25 men- schen werden gewond, van wie eenigen ernstig. Verscheidene gewonden moesten naar zieken huizen gebracht worden. Door den hevigen storm in de straat van Gibraltar is het scheepvaartverkeer van Span je naar Cauta en Tanger volledig gestaakt. In Göthenborg is onder de schoolkinderen een epidemie uitgebroken Vijfhonderd kinde ren zijn door ziekte aangetast DAISY'S BERGVACANTIE door Niklaus Bolt. Uitgeverij Ploegs- ma Zeist. Hoe uitstekend weet Niklaus Bolt het leven van de moedige jongens in de Alpen aan staande gidsen en kristalzoekers uit te beel den. Bovenal dat van Rudi, die er in z'n eentje op uittrekt om een bergkristal te zoeken, dat als afscheidsgeschenk aan Daisy zal worden aan geboden. Wat dit boek zoo boeiend maakt is de sfeer waarin de schrijver het geheel heeft weten te houden. Dit verhaal over een Amerikaansch meisje en haar vrienden in ce bergen wordt het beste jeugdboek van den Zwitserschen schrijver ge roemd. Ook naar onze meening zal het bij jonge lezers onvergetelijke indrukken achterlaten. DE STRIJD OM HET VEN door Hans Pennarts. Serie „Jeugdle ven". Uitgave H. Meulenhoff Amsterdam. Bovengenoemd boek zal menig jongenshart sneller doen kloppen. Op boeiende maar tevens geestige wijze beschrijft Hans Pennarts de va- cantie, die een groep Utrechtsche H.B.S.'ers in eigengebouwde hutten rond de Oisterwijksche vennen doorbrengt. Eigenlijk zijn het twee groe pen, met hun respectievelijke leiders Daddy en Bram. De haat van den laatste ten opzichte van Daddy brengt de groepen tegen elkaar in op stand. Op uitstekende wijze is de schrijver er in geslaagd uit te beelden hoe de jongens uiteinde lijk. dank zij hun sportief karakter, weer vrede sluiten. Het boek, voorzien van enkele aardige teeke- ningen van Hans Borrebach, is geschikt voor oudere jongens. J. M. EENVOUDIGE TAALOEFENINGEN door B. A. Dijkstra en K. K. Rovers. Uitg.: P. Noordhoff Groningen. Deze taaloefeningen zijn blijkens den onder titel bezorgd bij .Beknopte Handelscorrespon dentie voor den Middenstand". In het Voorbe richt vinden we het nog wat nader aangeduid: „Dit boekje werd geschreven, ten einde candi- aaten voor het Middenstandsdiploma Algem. Handelskennis, die een z.g. spoedcursus volgen, in de gelegenheid te stellen, zich practisch voor te bereiden voor het examen in Nederl. taal en Handelscorrespondentie." Het werk lijkt ons voor dit doel heel geschikt. We treffen er in aan: de behandeling van de spraakkunst, in verband met de exameneischen tot een minimum beperkt, maar daarbij een flink aantal oefeningen, waardoor de vereischte kennis vooral kan ver kregen worden. Voorts een 10-tal dictees, een flinke portie vreemde woorden uit de behandelde beleningen in een dozijn pagina's bijeengelezen, en examenopgaven van ae laatste drie jaren. Daar over het algemeen nog steeds over het zeer slordig schrijven van onze moedertaal door de examencandidaten vele klachten door de com missie van onderzoek worden geuit, zullen de opleiders goed doen met dit werkje nader kennis te maken, voor zoover die kennismaking nog niet heeft plaats gehad tenzij reeds een andere degelijke uitgave, welke door deze niet behoeft verdrongen te worden, met succes door hen wordt gebruikt. Staat men voor een keuze, dan kunnen we het hier besproken werkje stellig in de rij'der aanbevelenswaardige leer- en oefen boeken plaatsen. Een enkele opmerking. In de dictees komen een paar fouten voor: Prins Hendrikstraat (zonder koppelteeken) en van Rienen (met kleine v). En een paar zinnen in nr. 2, alinea 2, zijn stilistisch niet in orde. J. HERDRUKKEN De drie bekende romans over kinderen van Anke Servaes, „Kinderzaal", „Kinderen die over zijn" en „Moeder Liesbeth", welke onderscheiden lijk reeds een tienden, een vijfden en een vijfden druk beleefden, zijn thans bij de Hollandia Drukkerij N.V. te Baarn in één band verschenen. Sari Göth illustreerde ze met een twintigtal tee- keningen. Het royale boekwerk met de flinke letter zal stellig dezelfde belangstelling onder vinden welke aan de romans afzonderlijk terecht is ten deel gevallen. Ook de drie afzonderlijke uitgaven blijven bestaan, maar deze zijn niet geïllustreerd. AFDEELING I le klasse Hermes DVS DFC Stormvogels 't- Gooi Feijenoord Sparta KFC—DHC ADO-UWS 2e klasse A AFC— Alcm Victrix W.-Frisia—VVZ Zeeburgia DWV Alkm. Boys WFC 2e klasse B EDO—HFC Volena'am Hilversum De Kennemers De Spartaan Watergr.meer HVC HerculesVelox HBC—RCH 3e klasse A Hollandia GVO St. George Zaandijk Purmersteijn QSC ZVV— Alw. Forward 3e klasse B Schoten Bloemendaal De Zeemeeuwen TYBB Onze Gezellen Beverwijk KinheimDEM Santpoort Zandvoort 3e klasse C AhrendsWA De Volewijckers —TOG De MeerNEA TIW De Meteoor Aalsmeer Wilskracht De Germaan WMS 3e klasse D LarenJan Hanzenkw Allen Weerb EMM 1915 Rapidita sSDO DECVictoria AED-VVA 1921 BFCOVVO 3e klasse E Porti tudo Elinckwijk Sopla—ZNC DonarBaarn Amersf. Boys VVU Zeist Zw. Vooruit HMSBVC 4e klasse B Bergen Nwe Niedorp SuccesMFC Wieringerw. Oudesluis DTSBehagen 4e klasse C Rivalen—SDW AmstelZSGO IVVDJK SAVM—DOSS 4e klasse D Zwaluwen SLTO AACDVAV FHDC—RODI ZRC—RKAV 4c klasse E LVV—CNF The Victory Neerlandia Schinkelhaven Madioe RKBVV—ASVK TDO—VT'C 4e klasse F Constantius SDZ EVCSloterdijk Wilhelmina V. APGS Heemskerck Oranje Zwart LOC—ADW 4e klasse n ODE—SCA Electra Oosterpark JOSSwift Fokke Monnikendam 4e klasse H VI. Vogels VVB DSSH— Spaarnevogels BSMEHS Halfweg—'THB UitgeestDIO WEADO 4c klasse I Westzaan Assendelft BPC Meervogels Zilvermeeuwen Zaanlandia Verkade Gold Star CSV—OSV Ontwaakt Vitesse 4e klasse J Amsvorö'e Actif Olympia 1925 Kampong Quick 's-Graveland SEC—APWC 4e klasse K PVCStichtsche Boys Brederodes- - Hertha Holland Utrecht JSV—DWSV GWSaestum De Zebra's— Haaften AFDEELING II le klasse Blauw Wit Haarlem Xerxes—CW AiaxDOS RFC—VSV 2e klasse A Sliedrecht Unit as Spartaan 1920 Quick Emma Neptunus UWBMT 2e klasse B FluksSVV VDLGouda ExcelsiorODS Overmaas UVS 3e klasse A Hillinen TONEGIDO LugdunumSJC LFC Blauw Zwart ASC—DOSR De Ooievaars RVC Laakkwartier Hillegom 3e klasse B VCS— Scheveningen VOC—De Postduiven DHZ H. v. Holland De Musschen EDS GDA—DHL TerlaakDEC 3e klasse C Woerden.DHS OlvmpiaVFC DCV—Alphen Steeds Volh. De Pechvogels FortunaONA Het Noorden OVV 3e klasse D Zwijndrecht DDC LSVLeonidas Excelsior (S) 1920—EBOH CoalDCL RDMLeerdam SVW— The Rising Hope 4e klasse A VOGEL Rouwkoop WLLisse TexasGraaf Willem II TONA—GSV Teijlingen I.DWS Wilhelmus Archipel 4e klasse B WPCromvliet Poistalia Roodenburg ES DO Oranje Blauw Alphia Maasstraat Te Werve De Jagers HDVDUNO 4e klasse C Boskoopsche B Moordrecht MSV Oudewater DONK— Haastrecht Goud'erak Waddinxveen AFDEELING III le klasse Wageningen NEC AGOW Heracles Hengelo Ensch. Boys Enschede Tubantia Quick Go Ahead 2e klasse A BorneQuick BWONEO Vogido Rigtersbleek Rijssen Vooruit —Achilles 1912 2e klasse B AZCKHC Sa 11 and ia Be Quick PECZutphania 2e klasse C Apeld Boys Treffers Theole—WVC VitesseTEC SCHRobur et Velocitas 3e klasse A La Première GOLTO Wilhelm.school Geel Zwart Unisson Eilermark AlmeloTar Oldenzaal NijverdaJ 3e klasse B UDZwolle Activia DAVO Helios 1917— RODA Daventria Hattem LaborHeerde 3e klasse C SDOUC 's-Heerenberg FALTO Doetinchem Gelria SML-Spatram 3e klasse D SilvoldeAalten RKHSC Haaksbergen LONGA 1930— Terborg Winterswijk Eib Boys 3e klasse E Lob. Boys- ESCA Arnh. Boys WAW Veenendaal Cito VDZ—Ede 3e klasse F Brakkenstein Wijchen BVC 1912—SCE UniónTONC 4e klasse A OSVLonneker Glanerbrug Roombeek DOS (1919)—PJ 4e klasse B Hector—PW De Tubanters GFC De Zweef Wierden 4e klasse C Albatross Vaasser Boys Alexandria Ratti WSV—Columbia Eerb. Boys Brink én Orden 4e klasse D Sportclub De Gazelle DTOZutphen De Hoven Wijhe Wilp—EBON 4e klasse E BICWorth Rheden Oeken Bmmm. Boys 4e klasse F VIJDOTW Oosterb. Boys 'AVW Hertog Hendrik GVC St. JanBAW 4e klasse G SCD—DIO 1930 ElisthaLeones Hatert Millingen Gr. Wit Boys Jonge Kracht Transforms MCC 4e klasse H VVG—DVC Bergsche Boys Gen dringen Zeddam— Dinxperlo Ruba Varsseveld AFDEELING IV le klasse NACHelmond PSV—Willem n NOAD— Roermond MW— Eindhoven Limburgia Juliana LONGA—BW 2e klasse A Miranda Kolonia Palemig Bleijerheide Groene Ster Sportcl. Emma Waub. Boys Laura Kerk rade Sp. Ster RKONS—WH 2e klasse B Almania Maurits Venlosehe Boys Sitt. Boys Wilhelmina 1908 MW 2 Sittard Standaard SVB—Willem I Tegelen Kimbria 2e klasse C FicusBrabantia Wilhelmina WSC SVD—RKTVV Zwaluw Schijndel Helmondia TOP Kolping SDW— ESV NEVELO De Valk 2e klasse D RCSRBC Alliance Middelburg GoesDe Baronie De Zeeuwen Hero ZeelandTSC 3e klasse A RK Caesar 1920 RKWL MW 3— St. Pieter VCL—Heer Wittevrouwenv. —Berg RapidMarsana Maastr. Boys Caesar 3e klasse B Roermond' 2 Armada JupiterRIOS EVV—SVS 3e klasse C Sp.cl. Bocholtz Stapelveld Wit Green Chèvremont FCKSVN RKTSVVTV RKKVC Haanrade 3e klasse D SNE— Hoensbroek Maurits 2KEV Bingelrade Voerendaal FCHRKBSV Geleen Schuttersveld 3e klasse E DEV— De Valk 1926 Belfeldia Panningen Steijl—Viost VVV 2— Wittenhorst ServatiusDSS FCV Tegelen 2 3e klasse F Juliana 1919 HRC 1927 Oeffeit Cons tan tia Boxmeer Stormvogels Astrantia Gennep JVCMontagn. 3e klasse G Tivoli 1934 Trap lust VSV—W.-Zw. '12 TongelreGW Woensel Valencia Geldrop—MULO 3e klasse H DAW—STV OSS 1920—Boxtel WW 2—Veloc St. Mich.gestel Best Vooruit ODIVienna 3e klasse I RWBSarto Baardwijk Oisterwijk GUDOK—RKC SET—Zaltb. 3e klasse K DNLBreda EKCRoode Ster Gr.-WïtDongen SCORAC BoeimeerW V O 3e klasse L DOSKO Internos KVW—Virtus RKFC Roosendaal Ka3ische B. MOC AFDEELING V le klasse Be QuickLeeuw. GVAV—Achilles SneekVelocitas HSC—Heerenv. VeendamWW 2e klasse A FrisiaDe Kool FVC—LSC AlcidesBlack Boys GorredijkMSC Steen wijk Friesland 2e klasse B Noordster- Wol tersum EmmenFW Bato Muntendam Hoogezand: BRC HelpmanGRC Ulvenhout, 28 November 1940 Amico, Ons Eekerske maakt 't nie goed. Zijnen maandelijkschen brief was verlejen week nie afgekomen en ook de Hoppenbrouwer- sen hadden niks van den Sjaak vernomen. „Ik vind 't maar gek," had Trui al 'n paar keer gezeed. En als ik daarop gin asem gaf, die vrullie hebben dikkels zoo weinig noodig, om overstuur te geraken, dan zee ze op 't end: „da's nie in den haak, mee onzen Eeker, wa-d-ik oe smoes!" Nog had ik gezwegen, karjuu, Dré III was er óok nog! En waarom nou dat baaske nog meer in onrust jagen, nog had ik gezwegen dus, maar nie temin: er tolde van alles deur m'nen kop. „Zeg nou toch ook 's iets, harteloozen vent!" viel Trui uit. Toen keek ik m'n zenuwachtige wijf 'ns verwijtend aan, beduidde haar mee 'n rap, schuin oogske dat ze om ons baaske moest denken, waarop ik „luchtig" beweerde: „mer- genochtend komt er weer 'nen post, laten we die nou eerst 's kalm afwochten. Als er iets ergs was, zou Broeder-Overste toch wel schrijven! Wat zegde gij, Dré!" „Jaweljawel Opamaar....!" .Wattemaar, jonk?" „Ikke'k hoop, datdat er gin briefke van Broeder Overste komt." Ik keek 'm vragend aan. Ochja, hij wit er iets meer van, den gast, hij is daar jaren op de Kost school gewist, ként nog wel de manieren-van- doen van de Broeders. „Kek," gong ie toen wijer, peinzend in 't vuur- ke van z'n pijp: „Kek, als den Eeker ziek is, dandan schrijven ze daargunder dat nie dalijk. Zien 't even af, om oe nie noodeloos on gerust te maken." Toen zag ie ons mee groote, doffe oogen aan en sprak mee geknepen stem: „Komt er dus vandaag of mergen 'n briefke van Broeder-Overste, dat onzen Eekereh.... eh„licht ongesteld" is, dan Hij stond op. Snoot z'n neus. Beende 'n paar stappen deur den huis. Riep toen driftig: „dan da.il rij ik dalijk naar den Ouwenbosch! Gin- mensch, die me daargunder van mijnen Eeker weghoudt!" Toen was m'n baaske naar 't achterhuis ge- gaan, de deur hard dichtgooiend achter 'm. 't Bleef dieën avond stil tusschen ons. Ja, we zaten veul in ongerustheid, al hadden we 'r de leste dagen weinig over gesproken. We weten ommers: den Eeker is nie sterk. In prille jaren was den kleinen zwerver z'n levensgewaske té dikkels vertrapt onder 'nen onbehouwen bees- tenhoef. Den anderen mergen brocht Kiske-van-den- smid, ge wit, den hulppostbooi van Driek Prij- ters, 'n krantje uit Zeeland. „Anders niks, Kees?" „Gin tijding, goeie tijding," zee Kiske wijs- geerig: „allee, goeienmergen samen!" En mee z'n lantèèrntje onder den mantel, trok ie wijer, den donker in. „Jaja," zee Trui ontevrejen: „gin tijding, goeie tijding, 'k heb da nooit gemorken." En ze slurpte aan haar tas koffie. „Gin tijding, goeie tijding," zee m'n baaske: „als er vandaag weer gin bericht komt, dan hang ik mergen aan de bel van St. Louis!" 't Was buiten nog volop nacht. Dik hong de stilte om den huis. Gin enkel gerucht, nie van de kiepen, noch van de verkens, was te ver nemen. In den stal naastaan, daar hoorden we de runders nog slapen, de groote lijven soms bewegen in 't strooi. 'Nen fijnen houtgeur hong nog in den huis, van 't aanmaken der platte- buis, die mee 'n gloeiend kleurke op den pot te snorren stond deur den onbestemden, vroegen Novembermergen. lederen dag van deus advents- tij leunt den vrimden mergen, mee den onge- wonen uurstand op de stèèrtklok, zwaar op on zen nek. Den boer, z'n vee, z'n bedrijf, 't leef de altij mee den zonnestand, 't Gaf ons zoo'n zekerheid, zoo'n vastheid, zoo'nen steun in on zen arbeid, in onzen dag, in ons zielement. Dieën gouwen horloge van God, wij kunnen 'm nie missen in onzen arbeid, op den akker, deur den dag, in alle gelukkige uren, die we al- tij van Zijn klok aflazen. Wij zijn in 't wèèr- garen. Zien naar de stèèrtklok, maar wachten op de zon. Zoo zitten we 's mergens om de tafel, 'n uur te vroeg. Bij de lamp. 'n Werkloos uur, langzaam wegtikkend mee den slinger van de klok, daar in den halfschaduw van de lampe- kap. 'n Vliegmachien gierde mee stootend gebrom over t durp. Wij keken malkaar 'ns aan. ,,'Nen Duitscher," stelde Dré III vast. Ik knikte. Trui zweeg. Daar was er weer een. Laagvliegend, ra zend van snelheid, nie wijd boven ons dak. ,,'Nen jager," stelde Dré III vast. Ik knikte. Trui luisterde, hield den asem in, zweeg. Ang stig draaiden heur oogen deur den kop. „Die mannen kunnen tenminste vort," zee m'n jonge baaske: „ik zit maar te wachten lijk 'n muur blom op 'nen vrijer." „Zwijg toch, snotpiek!" viel Trui uit: „zijde nog jaloersch op zulke menschen as die oorlogs vliegers?!" Toen sloeg den driftkop mee de hand op tafel en riep: „jja!" Verontwèèrdigd stond Trui op. Gong de tafel afruimen. Zee, na 'n lange minuut van mok ken: „ge wit nie wa ge zegt, snotaap! Ik moest oe 'n fleir om oewen kop geven!" Toen waggelde zij weg, mee 'nen stapel bordekes en kommekes naar 't achterhuis. Ochèrm, Trui, die goeie, ze verstaat dat nie. Ze beseft nie, hoe zoo'nen jongen reus, die mee z'n krachten ginnen raad wit; nie dragen kan nochtans den penitentie van afwachten, van niksdoen. Zij kent nie den hartstocht van zoo 'nen jongen veroverèèr, die heel de weareld in z'n ijzeren knuisten zou willen rapen, om ze dan mee éenen trap in 't doel te schoppen! ,,'Nen boer mee kantooruren". Als ge 'm dat hoort zeggen, dan zoude denken, dat elk kantoor 'n boudoir was, iederen kantoorkoopman 'n juf- frouw-in-de-zij. Hij kan nie vort. Zijn winkelplannen nie wijer uitbouwen. De conserven-fabrieken nie forcee- en. 's Mergens „de zon nie uit heur nest trek en," lijk ie een keer foeterde. Dikkels mot ie „neee-verkoopen". Onzen veestapel werd gedund. Z'n knechtje, den Eeker, deur hum van den weg opgeraapt, opgevoeid, geleerd hij raakte t kwijt in den dienst van Onzenlieveheer. 't Zit m'n baaske nie mee. En hij is veul te jonk om billijk te zijn en te erkennen dat iedereen er zoo mee staat. Dan, vergimme, dan zou ie, als ie kost, in staat zijn den stuurknuppel van 'n vliegtuig in z'n klavieren te klemmen, mee te gaan vech ten veur 'n rap ende aan den oorlog. Allee, zeuventien jaren, sterk als 'nen jongen stier, berstend van dadendrang, fier op z'nen stiel, als 'nen vorst zoo trotsch op z'n land en bedrijf, kan 't anders?? Maar Trui, die goeie, ze verstaat dat allegaar nie énkan 't an ders?? „Snotaap, 'k moest oe 'n fleir om oewen kop geven!" En den snotaap zet Trui dan op de stoof, stikt z'nen ondeugenden kop vooruit, zoo dat Trui er nou bij kan, zegt dan: „doe me gin zeer, Opoeke, kinderen slaan is gin kunst!" En die twee, die van malkaar weinig begrijpen, kij ken malkaar in de lachende oogen en denken 'tzelfde: „ge bent nie wijzer." 'k Mag ze gèren zoo zien, mijn brave wijf, m'n dapper baaske, samen 't licht van m'n oogen! Als ik nadenmiddag thuisgerejen kwam mee den groentenwagel, was er 'nen brief uit den Ouwenbosch. Van.... Broeder-Overste. Ons Eekerske was „ongesteld". Ik moest me nog maar nie ongerust maken. Maar Br. Overste wilde 't toch nie langer onder 'm houwen. D'n dokter zag 't nie al te zwaar in en onzen braven Eeker had goeien oppas! Hij lag nie op zieken zaal, maar bij Broeder-boer, Br. Marcus, „Inde Hlg. III Coninghen," 't steêke op ons landgoed Albano. „Waarde Dré, maak je vooral niet ongerust, wij krijgen onzen Eeker er wel bovenop," zoo eindigde den brief. 'k Had eerst den brief deurgevlogen. Dan las ik 'm nog 'ns kalmer over. Dan zag ik naar Trui, die mee 'n bleek, stroef gezicht op mij wachtte. „M'n baaske," docht ik eerst. Dan vroeg ik: „wat dunkt jou, Trui?" „Das daar nie goed," zee ze mee overslaande stem: „God wit, hoe lank 't manneke daar al zoo leet." Ik knikte. „Eh't is hier benaauwd, Trui. Zet toch de deur 'ns opendieën etens- damp Wijer spraken we veurloopig nie. Maar den kop vol krioelende gedachten. Ook onder den eten wierd nie gesproken van beteekenis. Den dag duisterde alweer weg. Trui's stroeve gezicht, onder 't witte mutske, zag ik als 'n lichte vlak op den duister in den huis. Dan zee ze: „hij is zwak't kloosterleven, ge wit hoe braaf ie is, zal te zwaar zijn veur 't manneke. We.... we moesten 'm Ik keek ze 's aan. „We moesten 'm maar.... maar weer...." Ze wou 't mij laten zeggen, begreep ik wel. „Hier halen, bedoelde?" „Ja!" knikte Trui greet. Hij zal eigens nie willen. Trui!" Toen zwe gen we weer en zachtekens aan kwam in m'n ooren gestommeld dat zinneke van den Eeker, toen ik 'm had weggebrocht in de bus: „kom- merniemeerinverrom," overgenomen als t ware deur die rammelende autobus: „kommemiemeer- inverrom, kommerniemeerinverrom". 'n Uur later kwam Dré III thuisgerejen mee 't pèèrd. Handig en rap spande-n-ie den beest uit, ree den wagel in 't schoep, zette Bles op stal, bij 'nen gevulden ruif. „Middag samen! Gin nuuws zeker?" zoo kwam ie binnen. Ik gaf 'm den brief. Mee éen oog zag ie onmiddellijk dat den brief van Br. Overste uit den Ouwenbosch was. Spierwit wierd 't jonk. Gooide dan den brief op tafel en zee: ,,'k Gaai dalijk naar 'm toe." En werendig, zonder den brief gelezen te hebben, keerde-n-ie z'n eigen om, docht om gin eten, om ginnen rust, gong naar z'n fiets. „Dré!" „Ja. Opa, vertel t me straks maar!" „Dré, luister!" „Rap dan. 'k Mót naar m'nen Eeker!" Trui begost te simmen. Zoo die kleinmannen ook veur malkaar gestrejen zijn! „Kek 's, Dré, neem nou eerst 'nen hap eten en laten wij samen dan 'ns overleggen." „Ik heb gin trek," zee-t-ie stroef en verbeten: „lot me nou géén! In Jezusnaam!" „Trui hee gezeed: we moesten perbeeren on zen Eeker hier te krijgen!" Toen begost ie te luisteren. „Ga nou eerst 'ns zitten!" Drie zweetpèèrls stonden op z'n neus. Dof waren z'n oogen, die verstrooid tuurden in 't niks. Dat ken ik van 'm. Dan woelen de gedachten deur z'nen kop. Trui schepte z'n eten op, paaide 'm, om toch eerst 'n hapke te eten. Toen kost ik mee 'm overleg gen. En 'n uur later rejen we samen weg, mee de sjees, vol mee beddegoed, veur 't geval....? Moeilijk rijen in den oorlogsdonker en mee gedempte lantèèrns. Maar éen geluk: de wegels zijn nie druk in den avond. We spraken weinig. Want m'n baaske had al zijnen attentie noodig, om Bles sjecuur, rap en veilig deur den donker te toornen. Veurovergebogen, de toom strak, klakkend mee de tong, den donker deurborend mee z'n jonge oogen, stuurde-n-ie 1 gerij langs de bosschen, over de stikdonkere wegels, veilig naar St. Louis. En als we daar eindelijk aan kwamen, rap toestemmink kregen om naar de III Coninghen te gaan. mee 'nen lantèèrn deur de akkers 't stèèke vonden, dat daar verloren te drijven lag op 'n eenzame zee van onendigen donkeren mist, dan klopten we aan bij Br. Mar cus. 'Nen langen, schralen, zwarten mensch, mee men baard van drie dagen, zoo donker als zij nen toog. Hij praatte zacht, zee: „sst, menschen, hij slopt." En meteen had ik volle zekerheid over den goeien oppas, als waarover Br. Overste al ge schreven had. „Hij is veul ziek," zee Br. Mar cus: „lot 'm slapen, Dré, in Godsnaam!" „Maar ik mót 'm zien," zee m'n baaske. Stille- kes, op de teenen, is ie mee Br. Marcus naar boven gegaan. Snikkend kwam m'nen jongen reus weer verom. „Opa. m'nen Eekeris.... 'r nie.... nie half meer." En onderweuge vertelde den Dré: „wat ben ik geschrokken. Lijkwit, den mond open, de ros se haren nat van zweet, zoo lag ie daar plat, of er gin lichaam onder lag." Br. Marcus had ge zeed. dat den Eeker veul te hard werkte, te zwaar vastte en halve nachten op zijnen bidstoel zat, mee den pottemoster. ,,'t Is sjuust 'n heilig manneke" had den broeder gezeed. En toen Mar cus dat 'ns vlakweg aan den Eeker gezeed had, had ie 'n kleur gekregen, veul meer gegeten dan anders enteugen de reglementen in, 'n si gaar aangestoken uit Marcus' kistje. Ook had ie dieën eigensten dag, als Br. Marcus had ge vraagd: „Eeker, doet 'ns wat kolen op de kachel," den broeder ten antwoord gegeven: „doe-d-eigens toch ook 's iets! Ik zit nou te lezen!" Broeder Marcus was stiekum content gewist, dat den Eeker dieën dag zoo .zondig" had ge leefd. Maar al rap was 'm duidelijk geworden, hoe 't manneke alle verdenking van heiligheid af had willen schudden om „Wel," zee Marcus: „om z'n eigen te bewaren veur de zonde van ijdelheid". „Opa," zee den Dré onderweuge: „we zijn onzen Eeker kwijt, 'k Had altij nog 'n bietje hoop...., maar, maar z'n woonwageltje op zol derdaar komt ie nie meer in verom." Ik schrok, als m'n baaske nou percies de eigen ste woorden van den Eeker gebruikte, 'n Rosse maan klom gunder, in 't landschap, boven de nevels uit. Hoog boven ons blonk 'nen sterren hemel in blaauw-zwarten glans. Daar boorden ineens zoeklichten, achter den kim uit. deur den nacht. Afweergeschut donderde deur den nach telijken buiten. En lijk 'n kind zoo verwonderd zat ik te staren in den Adventsnacht. peinzen de op de bedoelingen van God. Die ons ons knechtje afnam, dat daar wijerop, in 't stille steêke van den kloosterakker nou zoo ziek lag; Die de weareld sloeg aan alle kanten; Die.... ik gaf 't wijers maar op, stak m'n pijp aan, had gèren zoo willen blijven rijen deur den schoonen nacht vol gevaar, naar t end van de weareld Zware tijen. Vol. Veul groeten van Trui, Dré III en als altij gin horke minder van oewen t. a v. DRE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 9