Het kritieke oogenblik voor
Tubantia en Eindhoven
En in het Westen thans
A.D.O.-D.W.S.
Het voetbalprogramma voor
a.s. Zondag
ZWARTE DAGEN OP DEN HOF
Den Eeker ligt ziek in 't klooster
VRIJDAG 29 NOVEMBER 1940
De voetbalcompetitie
Brabantsche brieven
Gevaarlijke beurt voor N.E.C.
Be QuickLeeuwarden
Kwade kans..!!
KORTE BERICHTEN
Met het programma voor Zondag a.s. is
voor twee clubs, die zichzelf candidaat stel
den voor den afdeelingstitel, het kritieke
moment aangebroken. Zoowel Tubantia als
Eindhoven namelijk, die van den beginne
af aan in het Oosten en Zuiden een rol
van beteekenis speelden, beginnen nu zoo'n
beetje op het randje te komen om te wor
den uitgeschakeld en wanneer zij Zondag
inderdaad zouden sneuvelen, lijkt het ons
vrijwel uitgesloten, dat het kampioenschap
nog in deze voetbalkampen zal worden ge
vierd. Tot de onmogelijkheden behoort dit
zeker niet, want beiden treffen resp. bij
Enschedé en M. V. V. een uitwedstrijd, wel
ke vol voetangels en klemmen zit. In ze
kere mate geldt dit ook voor Haarlem, dat
niet bij Blauw Wit mag verliezen, wanneer
het niet al te ver op V. S. V. wil achter
raken. West I heeft opnieuw 'n ontmoeting
van groot belang in A.D.O.D.W.S.
Drie weken achtereen hebben de leiders in
West I elkaar moeten bekampen. D. W. S. won
in Amsterdam van D. H. C., dat Zondag j.l. in
Delft tegen A. D. O. gelijk speelde en nu moe
ten de Hagenaars probeeren, de club van Cal-
denhove in de Residentie een kopje kleiner te
maken. Net zoomin als de geachte lezer kun
nen wij met de hand op het hart verklaren,
dat zulks inderdaad het geval zal zijn, maar
dat de rood-groenen een behoorlijke kans op
beide punten hebben, willen we niet ontken
nen. D. W. S. behoort nog altijd niet tof de
meest productieve ploegen al behoort het in
zijn geheel zeker tot de beste terwijl wij er
lang niet zeker van zijn of het felle aanvals-
spel van de Hagenaars, dat Zondag j.l. de D.
H. C.-verdediging soms totaal uit haar voegen
speelde, ook de Amsterdamsche defensie niet
voor onoplosbare problemen zal stellen. In
ieder geval moet óf het achtertrio van de Am
sterdammers ditmaal een bijzonder goede par
tij spelen, óf de voorhoede eindelijk eens over
haar improductiviteit moeten heenkomen, wan
neer de Amsterdammers met een zege naar
den Spaarndammerdijk willen terugkeeren. D.
H. C. kan een beetje uitblazen van de moeilij
ke wedstrijden der twee laatste weken. We ne
men althans aan, dat de Delftenaren zich niet
zoo zullen behoeven te geven als tegen D. W. S.
en A. D. O. om in de Koog van K. F. C. te
winnen. Hermes D. V. S., dat zich langzamer
hand pok bij de leiders is gaan voegen en Zon
dag op fraaie wijze D. W. S. weerstond, zien we
in Schiedam van D. F. C. winnen, terwijl 't
Gooi niet veel kans krijgt om bij Stormvogels
een puntje weg te sleepen. In Rotterdam heeft
de derby FeyenoordSparta door de onbelang
rijke rol van beide clubs wel een en ander van
zijn ouden luister verloren, maar in het licht
van Sparta's wedergeboorte, Zondag tegen K.
F. C., kan het toch een interessante ontmoe
ting worden.
In afdeeling II behoeft V. S. V. niet bang te
wezen, dat zijn ongeslagen record in gevaar
komt. De Velsenaren treffen ditmaal een uit
wedstrijd, maar bii R. F. c. is het met eenige
inspanning over het algemeen niet zoo moei
lijk winnen en daarom vertrouwen we dan ook
dat de leiders hun naam en plaats alle eer
aan zullen doen. Moeilijker is de opdracht voor
Haarlem, dat in Blauw Wit thans wel niet zoo'n
tegenstander van groot formaat treft als het
vorig jaar, maar toch geducht zal moeten op
passen, wil het in de hoofdstad zijn achter
stand op V. S. V. niet zien vergrooten. We zijn
benieuwd of de roodbroeken hun prestatie van
het vorig jaar zullen herhalen, toen zij eer,
ongenaakbaar Blauw Wit de eerste nederlaag
in eigen huis bezorgden. Ajax moet het thuis
opnemen tegen D. O. S., dat sinds zijn zwak
ken start aanmerkelijk aan kracht schijnt te
hebben gewonnen en thans reeds tot de vier
de plaats is gestegen. Het komt ons voor. dat
er veel van de Amsterdammers gevergd zal
worden, wanneer deze weer met de zege willen
gaan strijken. Xerxes zal wel niet veel moeite
hebben met C. V. V.. dat weliswaar een plaats
genoot is van Lagendaal en zijn mannen, maar
toch in kracht belangrijk de mindere van de
gestreepten moet heeten.
In het Oosten is de mogelijkheid niet hee-
lemaal uitgesloten, dat N. E. C. een kleine ne
derlaag gaat oploopen. De leiders moeten 'op
bezoek bij Wageningen, dat dit seizoen ver
schillende zeer behoorlijke resultaten wist te
boeken en ook wel eens in staat kon zijn zoo
weinig consideratie te gebruiken met zijn lei
ders, dat deze voor het eerst zonder winst het
veld zouden moeten verlaten. Overigens versta
men daaronder niet, dat we den Nijmegenaren
zonder meer een nederlaag voorspellen. Ten
slotte zijn ze er zelf bij en dat zegt heel wat
voor een ook dit seizoen weer prima spelende
ploeg als die uit de Keizer Karelstad. Heracles
hoeft niet zoo erg bang te zijn, al is het ook
voor de Almeloërs oppassen. Oók een voor het
oog minder gevaarlijke ploeg als A. G. O. V. V.
kan voor een verrassing zorgen. Voor Tubantia
is het er op of er onder. Deze Hengelosche
club, die vorige week zonder te spelen zijn twee
de plaats aan Heracles moest afstaan, zou be
slist te ver afdwalen wanneer het zou verlie
zen. En dat kon nu juist in den uitwedstrijd
tegen Enschedé wel eens zeer goed het geval
zijn, temeer, daar ook Enschedé tot de kam
pioenspretendenten behoort en er natuurlijk op
loert ten koste van zijn concurrent 'n plaatsje
te stijgen. Go Ahead speelt in Nijmegen tegen
Quick, waar het winnen zonder twijfel niet zoo
gemakkelijk en zoo royaal zal gaan als vorige
week in Deventer. Enschedesche Boys gaat op
bezoek bij Hengelo, dat we als thuisspelende
ploeg iets betere kansen geven.
In het Zuiden krijgen de meeste leiders ge
legenheid om eens een beetje op adem te ko
men. P. S. V. heeft in Eindhoven een vrij ge
makkelijke taak tegen Willem II, dat er dit
seizoen nog niet veel van terecht bracht en
waarschijnlijk niet op deze ontmoeting in de
lichtstad heeft gewacht om met zijn groote da
den te beginnen. N. A. C. heeft het nu ook
heel wat eenvoudiger dan vorige week bij Eind
hoven. Den thuiswedstrijd tegen Helmond zul
len de Bredanaars toch wel weten te winnen!
Noad mag in Tilburg met Roermond, dat het
vorige week in Limburg sloeg, ook al niet veel
moeite hebben en ook Juliana zal er wel geen
been in zien om weer op beide punten beslag
te leggen. Een lastige hindernis lijkt ons ten
minste de uitwedstrijd tegen Limburgia niet te
zijn. Eindhoven echter wordt in Maastricht
voor een nieuw probleem ges»eld. M. V. V.
heeft juist in zijn laatste wedstrijden nogal
goed geboerd en zooiets is altijd een stimulans
om nog eens met nieuwen moed aan te pak
ken. Tegen Eindhoven zullen de gastheeren dit
ongetwijfeld met bijzonder genoegen doen, om
dat het hier een tegenstander betreft, waar
aan eer te behalen is. We vermoeden dan ook,
dat Eindhoven zich volkomen moet hebben
hersteld van zijn Zondag geleden nederlaag om
met beide punten naar huis terug te keeren
en zijn beduidend verkleinde kans op de eerste
plaats te behouden. B. V. V. is nog iets ver
der naar beneden getuimeld, al gebeurde zulks
dan ook niet van zoo groote hoogte. We nemen
niet aan, dat de Bosschenaren er in slagen via
een succes bij Longa weer omhoog te klimmen.
In het Noorden gaat Leeuwarden opnieuw
In uw wagen moet u niets wagen..
autorijden mag geen kansspel zijn:
op den weg moet u het zéker weten!
probeeren zijn positie tusschen de Groningsche
leiders te verbeteren. De Friezen hebben het
daarbij echter niet gemakkelijk, want zij moe
ten het opnemen tegen Be Quick, dat, naar wij
meenen, in Groningen toch de beste papieren
heeft. Velocitas gaat met een teleurstellende
nederlaag in de beenen naar Sneek. Wordt het
daar een nieuwe teleurstelling voor de Gronin
gers? G. V. A. V. speelt thuis tegen Achilles
en kan uit deze ontmoeting wel een overwin
ning slaan. H. S. C. wint in Hoogezand natuur
lijk van Heerenveen. Veendam moet in den
thuiswedstrijd tegen W. V. V. weer eens een
puntje kunnen bemachtigen.
Luitenant-generaal A. J. Gallat, de vroegere
chef van den Belgischen generalen staf, is op
70-jarigen leeftijd te Brussel gestorven.
Woensdagmiddag is in Stockholm een ernstig
tramongeluk gebeurd. Op een kruising zijn twee
tramwagens in volle vaart t'cen elkaar gere
den. Een persoon werd daarbij gedood, 25 men-
schen werden gewond, van wie eenigen ernstig.
Verscheidene gewonden moesten naar zieken
huizen gebracht worden.
Door den hevigen storm in de straat van
Gibraltar is het scheepvaartverkeer van Span
je naar Cauta en Tanger volledig gestaakt.
In Göthenborg is onder de schoolkinderen
een epidemie uitgebroken Vijfhonderd kinde
ren zijn door ziekte aangetast
DAISY'S BERGVACANTIE door
Niklaus Bolt. Uitgeverij Ploegs-
ma Zeist.
Hoe uitstekend weet Niklaus Bolt het leven
van de moedige jongens in de Alpen aan
staande gidsen en kristalzoekers uit te beel
den. Bovenal dat van Rudi, die er in z'n eentje
op uittrekt om een bergkristal te zoeken, dat als
afscheidsgeschenk aan Daisy zal worden aan
geboden. Wat dit boek zoo boeiend maakt is de
sfeer waarin de schrijver het geheel heeft weten
te houden.
Dit verhaal over een Amerikaansch meisje en
haar vrienden in ce bergen wordt het beste
jeugdboek van den Zwitserschen schrijver ge
roemd. Ook naar onze meening zal het bij jonge
lezers onvergetelijke indrukken achterlaten.
DE STRIJD OM HET VEN door
Hans Pennarts. Serie „Jeugdle
ven". Uitgave H. Meulenhoff
Amsterdam.
Bovengenoemd boek zal menig jongenshart
sneller doen kloppen. Op boeiende maar tevens
geestige wijze beschrijft Hans Pennarts de va-
cantie, die een groep Utrechtsche H.B.S.'ers in
eigengebouwde hutten rond de Oisterwijksche
vennen doorbrengt. Eigenlijk zijn het twee groe
pen, met hun respectievelijke leiders Daddy en
Bram. De haat van den laatste ten opzichte van
Daddy brengt de groepen tegen elkaar in op
stand. Op uitstekende wijze is de schrijver er in
geslaagd uit te beelden hoe de jongens uiteinde
lijk. dank zij hun sportief karakter, weer vrede
sluiten.
Het boek, voorzien van enkele aardige teeke-
ningen van Hans Borrebach, is geschikt voor
oudere jongens.
J. M.
EENVOUDIGE TAALOEFENINGEN
door B. A. Dijkstra en K. K. Rovers.
Uitg.: P. Noordhoff Groningen.
Deze taaloefeningen zijn blijkens den onder
titel bezorgd bij .Beknopte Handelscorrespon
dentie voor den Middenstand". In het Voorbe
richt vinden we het nog wat nader aangeduid:
„Dit boekje werd geschreven, ten einde candi-
aaten voor het Middenstandsdiploma Algem.
Handelskennis, die een z.g. spoedcursus volgen,
in de gelegenheid te stellen, zich practisch voor
te bereiden voor het examen in Nederl. taal en
Handelscorrespondentie." Het werk lijkt ons voor
dit doel heel geschikt. We treffen er in aan: de
behandeling van de spraakkunst, in verband met
de exameneischen tot een minimum beperkt,
maar daarbij een flink aantal oefeningen,
waardoor de vereischte kennis vooral kan ver
kregen worden. Voorts een 10-tal dictees, een
flinke portie vreemde woorden uit de behandelde
beleningen in een dozijn pagina's bijeengelezen,
en examenopgaven van ae laatste drie jaren.
Daar over het algemeen nog steeds over het zeer
slordig schrijven van onze moedertaal door de
examencandidaten vele klachten door de com
missie van onderzoek worden geuit, zullen de
opleiders goed doen met dit werkje nader kennis
te maken, voor zoover die kennismaking nog niet
heeft plaats gehad tenzij reeds een andere
degelijke uitgave, welke door deze niet behoeft
verdrongen te worden, met succes door hen
wordt gebruikt. Staat men voor een keuze, dan
kunnen we het hier besproken werkje stellig in
de rij'der aanbevelenswaardige leer- en oefen
boeken plaatsen.
Een enkele opmerking. In de dictees komen
een paar fouten voor: Prins Hendrikstraat
(zonder koppelteeken) en van Rienen (met
kleine v). En een paar zinnen in nr. 2, alinea 2,
zijn stilistisch niet in orde. J.
HERDRUKKEN
De drie bekende romans over kinderen van
Anke Servaes, „Kinderzaal", „Kinderen die over
zijn" en „Moeder Liesbeth", welke onderscheiden
lijk reeds een tienden, een vijfden en een vijfden
druk beleefden, zijn thans bij de Hollandia
Drukkerij N.V. te Baarn in één band verschenen.
Sari Göth illustreerde ze met een twintigtal tee-
keningen. Het royale boekwerk met de flinke
letter zal stellig dezelfde belangstelling onder
vinden welke aan de romans afzonderlijk terecht
is ten deel gevallen. Ook de drie afzonderlijke
uitgaven blijven bestaan, maar deze zijn niet
geïllustreerd.
AFDEELING I
le klasse
Hermes DVS
DFC
Stormvogels
't- Gooi
Feijenoord
Sparta
KFC—DHC
ADO-UWS
2e klasse A
AFC—
Alcm Victrix
W.-Frisia—VVZ
Zeeburgia
DWV
Alkm. Boys
WFC
2e klasse B
EDO—HFC
Volena'am
Hilversum
De Kennemers
De Spartaan
Watergr.meer
HVC
HerculesVelox
HBC—RCH
3e klasse A
Hollandia
GVO
St. George
Zaandijk
Purmersteijn
QSC
ZVV—
Alw. Forward
3e klasse B
Schoten
Bloemendaal
De Zeemeeuwen
TYBB
Onze Gezellen
Beverwijk
KinheimDEM
Santpoort
Zandvoort
3e klasse C
AhrendsWA
De Volewijckers
—TOG
De MeerNEA
TIW
De Meteoor
Aalsmeer
Wilskracht
De Germaan
WMS
3e klasse D
LarenJan
Hanzenkw
Allen Weerb
EMM 1915
Rapidita sSDO
DECVictoria
AED-VVA 1921
BFCOVVO
3e klasse E
Porti tudo
Elinckwijk
Sopla—ZNC
DonarBaarn
Amersf. Boys
VVU
Zeist
Zw. Vooruit
HMSBVC
4e klasse B
Bergen
Nwe Niedorp
SuccesMFC
Wieringerw.
Oudesluis
DTSBehagen
4e klasse C
Rivalen—SDW
AmstelZSGO
IVVDJK
SAVM—DOSS
4e klasse D
Zwaluwen
SLTO
AACDVAV
FHDC—RODI
ZRC—RKAV
4c klasse E
LVV—CNF
The Victory
Neerlandia
Schinkelhaven
Madioe
RKBVV—ASVK
TDO—VT'C
4e klasse F
Constantius
SDZ
EVCSloterdijk
Wilhelmina V.
APGS
Heemskerck
Oranje Zwart
LOC—ADW
4e klasse n
ODE—SCA
Electra
Oosterpark
JOSSwift
Fokke
Monnikendam
4e klasse H
VI. Vogels
VVB
DSSH—
Spaarnevogels
BSMEHS
Halfweg—'THB
UitgeestDIO
WEADO
4c klasse I
Westzaan
Assendelft
BPC
Meervogels
Zilvermeeuwen
Zaanlandia
Verkade
Gold Star
CSV—OSV
Ontwaakt
Vitesse
4e klasse J
Amsvorö'e
Actif
Olympia 1925
Kampong
Quick
's-Graveland
SEC—APWC
4e klasse K
PVCStichtsche
Boys
Brederodes- -
Hertha
Holland
Utrecht
JSV—DWSV
GWSaestum
De Zebra's—
Haaften
AFDEELING II
le klasse
Blauw Wit
Haarlem
Xerxes—CW
AiaxDOS
RFC—VSV
2e klasse A
Sliedrecht
Unit as
Spartaan 1920
Quick
Emma
Neptunus
UWBMT
2e klasse B
FluksSVV
VDLGouda
ExcelsiorODS
Overmaas
UVS
3e klasse A
Hillinen
TONEGIDO
LugdunumSJC
LFC
Blauw Zwart
ASC—DOSR
De Ooievaars
RVC
Laakkwartier
Hillegom
3e klasse B
VCS—
Scheveningen
VOC—De
Postduiven
DHZ
H. v. Holland
De Musschen
EDS
GDA—DHL
TerlaakDEC
3e klasse C
Woerden.DHS
OlvmpiaVFC
DCV—Alphen
Steeds Volh.
De Pechvogels
FortunaONA
Het Noorden
OVV
3e klasse D
Zwijndrecht
DDC
LSVLeonidas
Excelsior (S)
1920—EBOH
CoalDCL
RDMLeerdam
SVW—
The Rising Hope
4e klasse A
VOGEL
Rouwkoop
WLLisse
TexasGraaf
Willem II
TONA—GSV
Teijlingen
I.DWS
Wilhelmus
Archipel
4e klasse B
WPCromvliet
Poistalia
Roodenburg
ES DO
Oranje Blauw
Alphia
Maasstraat
Te Werve
De Jagers
HDVDUNO
4e klasse C
Boskoopsche B
Moordrecht
MSV
Oudewater
DONK—
Haastrecht
Goud'erak
Waddinxveen
AFDEELING III
le klasse
Wageningen
NEC
AGOW
Heracles
Hengelo
Ensch. Boys
Enschede
Tubantia
Quick
Go Ahead
2e klasse A
BorneQuick
BWONEO
Vogido
Rigtersbleek
Rijssen Vooruit
—Achilles 1912
2e klasse B
AZCKHC
Sa 11 and ia
Be Quick
PECZutphania
2e klasse C
Apeld Boys
Treffers
Theole—WVC
VitesseTEC
SCHRobur et
Velocitas
3e klasse A
La Première
GOLTO
Wilhelm.school
Geel Zwart
Unisson
Eilermark
AlmeloTar
Oldenzaal
NijverdaJ
3e klasse B
UDZwolle
Activia
DAVO
Helios 1917—
RODA
Daventria
Hattem
LaborHeerde
3e klasse C
SDOUC
's-Heerenberg
FALTO
Doetinchem
Gelria
SML-Spatram
3e klasse D
SilvoldeAalten
RKHSC
Haaksbergen
LONGA 1930—
Terborg
Winterswijk
Eib Boys
3e klasse E
Lob. Boys-
ESCA
Arnh. Boys
WAW
Veenendaal
Cito
VDZ—Ede
3e klasse F
Brakkenstein
Wijchen
BVC 1912—SCE
UniónTONC
4e klasse A
OSVLonneker
Glanerbrug
Roombeek
DOS (1919)—PJ
4e klasse B
Hector—PW
De Tubanters
GFC
De Zweef
Wierden
4e klasse C
Albatross
Vaasser Boys
Alexandria
Ratti
WSV—Columbia
Eerb. Boys
Brink én Orden
4e klasse D
Sportclub
De Gazelle
DTOZutphen
De Hoven
Wijhe
Wilp—EBON
4e klasse E
BICWorth
Rheden
Oeken
Bmmm. Boys
4e klasse F
VIJDOTW
Oosterb. Boys
'AVW
Hertog Hendrik
GVC
St. JanBAW
4e klasse G
SCD—DIO 1930
ElisthaLeones
Hatert
Millingen
Gr. Wit Boys
Jonge Kracht
Transforms
MCC
4e klasse H
VVG—DVC
Bergsche Boys
Gen dringen
Zeddam—
Dinxperlo
Ruba
Varsseveld
AFDEELING IV
le klasse
NACHelmond
PSV—Willem n
NOAD—
Roermond
MW—
Eindhoven
Limburgia
Juliana
LONGA—BW
2e klasse A
Miranda
Kolonia
Palemig
Bleijerheide
Groene Ster
Sportcl. Emma
Waub. Boys
Laura
Kerk rade
Sp. Ster
RKONS—WH
2e klasse B
Almania
Maurits
Venlosehe Boys
Sitt. Boys
Wilhelmina 1908
MW 2
Sittard
Standaard
SVB—Willem I
Tegelen
Kimbria
2e klasse C
FicusBrabantia
Wilhelmina
WSC
SVD—RKTVV
Zwaluw
Schijndel
Helmondia
TOP
Kolping SDW—
ESV
NEVELO
De Valk
2e klasse D
RCSRBC
Alliance
Middelburg
GoesDe
Baronie
De Zeeuwen
Hero
ZeelandTSC
3e klasse A
RK Caesar 1920
RKWL
MW 3—
St. Pieter
VCL—Heer
Wittevrouwenv.
—Berg
RapidMarsana
Maastr. Boys
Caesar
3e klasse B
Roermond' 2
Armada
JupiterRIOS
EVV—SVS
3e klasse C
Sp.cl. Bocholtz
Stapelveld
Wit Green
Chèvremont
FCKSVN
RKTSVVTV
RKKVC
Haanrade
3e klasse D
SNE—
Hoensbroek
Maurits 2KEV
Bingelrade
Voerendaal
FCHRKBSV
Geleen
Schuttersveld
3e klasse E
DEV—
De Valk 1926
Belfeldia
Panningen
Steijl—Viost
VVV 2—
Wittenhorst
ServatiusDSS
FCV
Tegelen 2
3e klasse F
Juliana 1919
HRC 1927
Oeffeit
Cons tan tia
Boxmeer
Stormvogels
Astrantia
Gennep
JVCMontagn.
3e klasse G
Tivoli 1934
Trap lust
VSV—W.-Zw. '12
TongelreGW
Woensel
Valencia
Geldrop—MULO
3e klasse H
DAW—STV
OSS 1920—Boxtel
WW 2—Veloc
St. Mich.gestel
Best Vooruit
ODIVienna
3e klasse I
RWBSarto
Baardwijk
Oisterwijk
GUDOK—RKC
SET—Zaltb.
3e klasse K
DNLBreda
EKCRoode
Ster
Gr.-WïtDongen
SCORAC
BoeimeerW V O
3e klasse L
DOSKO
Internos
KVW—Virtus
RKFC
Roosendaal
Ka3ische B.
MOC
AFDEELING V
le klasse
Be QuickLeeuw.
GVAV—Achilles
SneekVelocitas
HSC—Heerenv.
VeendamWW
2e klasse A
FrisiaDe Kool
FVC—LSC
AlcidesBlack
Boys
GorredijkMSC
Steen wijk
Friesland
2e klasse B
Noordster-
Wol tersum
EmmenFW
Bato
Muntendam
Hoogezand:
BRC
HelpmanGRC
Ulvenhout, 28 November 1940
Amico,
Ons Eekerske maakt 't nie goed.
Zijnen maandelijkschen brief was verlejen
week nie afgekomen en ook de Hoppenbrouwer-
sen hadden niks van den Sjaak vernomen.
„Ik vind 't maar gek," had Trui al 'n paar
keer gezeed. En als ik daarop gin asem gaf,
die vrullie hebben dikkels zoo weinig noodig,
om overstuur te geraken, dan zee ze op 't
end: „da's nie in den haak, mee onzen Eeker,
wa-d-ik oe smoes!" Nog had ik gezwegen,
karjuu, Dré III was er óok nog! En waarom nou
dat baaske nog meer in onrust jagen, nog
had ik gezwegen dus, maar nie temin: er tolde
van alles deur m'nen kop.
„Zeg nou toch ook 's iets, harteloozen vent!"
viel Trui uit. Toen keek ik m'n zenuwachtige
wijf 'ns verwijtend aan, beduidde haar mee 'n
rap, schuin oogske dat ze om ons baaske moest
denken, waarop ik „luchtig" beweerde: „mer-
genochtend komt er weer 'nen post, laten we
die nou eerst 's kalm afwochten. Als er iets ergs
was, zou Broeder-Overste toch wel schrijven!
Wat zegde gij, Dré!"
„Jaweljawel Opamaar....!"
.Wattemaar, jonk?"
„Ikke'k hoop, datdat er gin briefke
van Broeder Overste komt."
Ik keek 'm vragend aan. Ochja, hij wit er iets
meer van, den gast, hij is daar jaren op de Kost
school gewist, ként nog wel de manieren-van-
doen van de Broeders.
„Kek," gong ie toen wijer, peinzend in 't vuur-
ke van z'n pijp: „Kek, als den Eeker ziek is,
dandan schrijven ze daargunder dat nie
dalijk. Zien 't even af, om oe nie noodeloos on
gerust te maken." Toen zag ie ons mee groote,
doffe oogen aan en sprak mee geknepen stem:
„Komt er dus vandaag of mergen 'n briefke van
Broeder-Overste, dat onzen Eekereh....
eh„licht ongesteld" is, dan
Hij stond op. Snoot z'n neus. Beende 'n paar
stappen deur den huis. Riep toen driftig: „dan
da.il rij ik dalijk naar den Ouwenbosch! Gin-
mensch, die me daargunder van mijnen Eeker
weghoudt!"
Toen was m'n baaske naar 't achterhuis ge-
gaan, de deur hard dichtgooiend achter 'm.
't Bleef dieën avond stil tusschen ons. Ja, we
zaten veul in ongerustheid, al hadden we 'r de
leste dagen weinig over gesproken. We weten
ommers: den Eeker is nie sterk. In prille jaren
was den kleinen zwerver z'n levensgewaske té
dikkels vertrapt onder 'nen onbehouwen bees-
tenhoef.
Den anderen mergen brocht Kiske-van-den-
smid, ge wit, den hulppostbooi van Driek Prij-
ters, 'n krantje uit Zeeland.
„Anders niks, Kees?"
„Gin tijding, goeie tijding," zee Kiske wijs-
geerig: „allee, goeienmergen samen!" En mee
z'n lantèèrntje onder den mantel, trok ie wijer,
den donker in.
„Jaja," zee Trui ontevrejen: „gin tijding, goeie
tijding, 'k heb da nooit gemorken." En ze
slurpte aan haar tas koffie.
„Gin tijding, goeie tijding," zee m'n baaske:
„als er vandaag weer gin bericht komt, dan
hang ik mergen aan de bel van St. Louis!"
't Was buiten nog volop nacht. Dik hong de
stilte om den huis. Gin enkel gerucht, nie van
de kiepen, noch van de verkens, was te ver
nemen. In den stal naastaan, daar hoorden we
de runders nog slapen, de groote lijven soms
bewegen in 't strooi. 'Nen fijnen houtgeur hong
nog in den huis, van 't aanmaken der platte-
buis, die mee 'n gloeiend kleurke op den pot
te snorren stond deur den onbestemden, vroegen
Novembermergen. lederen dag van deus advents-
tij leunt den vrimden mergen, mee den onge-
wonen uurstand op de stèèrtklok, zwaar op on
zen nek. Den boer, z'n vee, z'n bedrijf, 't leef
de altij mee den zonnestand, 't Gaf ons zoo'n
zekerheid, zoo'n vastheid, zoo'nen steun in on
zen arbeid, in onzen dag, in ons zielement.
Dieën gouwen horloge van God, wij kunnen
'm nie missen in onzen arbeid, op den akker,
deur den dag, in alle gelukkige uren, die we al-
tij van Zijn klok aflazen. Wij zijn in 't wèèr-
garen. Zien naar de stèèrtklok, maar wachten
op de zon. Zoo zitten we 's mergens om de tafel,
'n uur te vroeg. Bij de lamp. 'n Werkloos uur,
langzaam wegtikkend mee den slinger van de
klok, daar in den halfschaduw van de lampe-
kap.
'n Vliegmachien gierde mee stootend gebrom
over t durp. Wij keken malkaar 'ns aan. ,,'Nen
Duitscher," stelde Dré III vast. Ik knikte. Trui
zweeg. Daar was er weer een. Laagvliegend, ra
zend van snelheid, nie wijd boven ons dak.
,,'Nen jager," stelde Dré III vast. Ik knikte.
Trui luisterde, hield den asem in, zweeg. Ang
stig draaiden heur oogen deur den kop. „Die
mannen kunnen tenminste vort," zee m'n jonge
baaske: „ik zit maar te wachten lijk 'n muur
blom op 'nen vrijer."
„Zwijg toch, snotpiek!" viel Trui uit: „zijde
nog jaloersch op zulke menschen as die oorlogs
vliegers?!"
Toen sloeg den driftkop mee de hand op tafel
en riep: „jja!"
Verontwèèrdigd stond Trui op. Gong de tafel
afruimen. Zee, na 'n lange minuut van mok
ken: „ge wit nie wa ge zegt, snotaap! Ik moest
oe 'n fleir om oewen kop geven!" Toen waggelde
zij weg, mee 'nen stapel bordekes en kommekes
naar 't achterhuis.
Ochèrm, Trui, die goeie, ze verstaat dat nie.
Ze beseft nie, hoe zoo'nen jongen reus, die mee
z'n krachten ginnen raad wit; nie dragen kan
nochtans den penitentie van afwachten, van
niksdoen. Zij kent nie den hartstocht van zoo
'nen jongen veroverèèr, die heel de weareld in
z'n ijzeren knuisten zou willen rapen, om ze dan
mee éenen trap in 't doel te schoppen! ,,'Nen
boer mee kantooruren". Als ge 'm dat hoort
zeggen, dan zoude denken, dat elk kantoor 'n
boudoir was, iederen kantoorkoopman 'n juf-
frouw-in-de-zij.
Hij kan nie vort. Zijn winkelplannen nie wijer
uitbouwen. De conserven-fabrieken nie forcee-
en. 's Mergens „de zon nie uit heur nest trek
en," lijk ie een keer foeterde. Dikkels mot ie
„neee-verkoopen". Onzen veestapel werd gedund.
Z'n knechtje, den Eeker, deur hum van den weg
opgeraapt, opgevoeid, geleerd hij raakte t
kwijt in den dienst van Onzenlieveheer. 't Zit
m'n baaske nie mee. En hij is veul te jonk om
billijk te zijn en te erkennen dat iedereen er zoo
mee staat. Dan, vergimme, dan zou ie, als ie kost,
in staat zijn den stuurknuppel van 'n vliegtuig
in z'n klavieren te klemmen, mee te gaan vech
ten veur 'n rap ende aan den oorlog.
Allee, zeuventien jaren, sterk als 'nen jongen
stier, berstend van dadendrang, fier op z'nen
stiel, als 'nen vorst zoo trotsch op z'n land en
bedrijf, kan 't anders?? Maar Trui, die goeie,
ze verstaat dat allegaar nie énkan 't an
ders??
„Snotaap, 'k moest oe 'n fleir om oewen kop
geven!" En den snotaap zet Trui dan op de
stoof, stikt z'nen ondeugenden kop vooruit, zoo
dat Trui er nou bij kan, zegt dan: „doe me gin
zeer, Opoeke, kinderen slaan is gin kunst!" En
die twee, die van malkaar weinig begrijpen, kij
ken malkaar in de lachende oogen en denken
'tzelfde: „ge bent nie wijzer."
'k Mag ze gèren zoo zien, mijn brave wijf, m'n
dapper baaske, samen 't licht van m'n oogen!
Als ik nadenmiddag thuisgerejen kwam mee
den groentenwagel, was er 'nen brief uit den
Ouwenbosch. Van.... Broeder-Overste. Ons
Eekerske was „ongesteld". Ik moest me nog
maar nie ongerust maken. Maar Br. Overste
wilde 't toch nie langer onder 'm houwen. D'n
dokter zag 't nie al te zwaar in en onzen braven
Eeker had goeien oppas! Hij lag nie op zieken
zaal, maar bij Broeder-boer, Br. Marcus, „Inde
Hlg. III Coninghen," 't steêke op ons landgoed
Albano.
„Waarde Dré, maak je vooral niet ongerust,
wij krijgen onzen Eeker er wel bovenop," zoo
eindigde den brief.
'k Had eerst den brief deurgevlogen. Dan las
ik 'm nog 'ns kalmer over. Dan zag ik naar
Trui, die mee 'n bleek, stroef gezicht op mij
wachtte.
„M'n baaske," docht ik eerst. Dan vroeg ik:
„wat dunkt jou, Trui?"
„Das daar nie goed," zee ze mee overslaande
stem: „God wit, hoe lank 't manneke daar al
zoo leet."
Ik knikte. „Eh't is hier benaauwd, Trui.
Zet toch de deur 'ns opendieën etens-
damp
Wijer spraken we veurloopig nie. Maar den
kop vol krioelende gedachten. Ook onder den
eten wierd nie gesproken van beteekenis. Den
dag duisterde alweer weg. Trui's stroeve gezicht,
onder 't witte mutske, zag ik als 'n lichte vlak
op den duister in den huis. Dan zee ze: „hij is
zwak't kloosterleven, ge wit hoe braaf ie
is, zal te zwaar zijn veur 't manneke. We....
we moesten 'm
Ik keek ze 's aan. „We moesten 'm maar....
maar weer...."
Ze wou 't mij laten zeggen, begreep ik wel.
„Hier halen, bedoelde?"
„Ja!" knikte Trui greet.
Hij zal eigens nie willen. Trui!" Toen zwe
gen we weer en zachtekens aan kwam in m'n
ooren gestommeld dat zinneke van den Eeker,
toen ik 'm had weggebrocht in de bus: „kom-
merniemeerinverrom," overgenomen als t ware
deur die rammelende autobus: „kommemiemeer-
inverrom, kommerniemeerinverrom".
'n Uur later kwam Dré III thuisgerejen mee
't pèèrd. Handig en rap spande-n-ie den beest
uit, ree den wagel in 't schoep, zette Bles op
stal, bij 'nen gevulden ruif.
„Middag samen! Gin nuuws zeker?" zoo kwam
ie binnen. Ik gaf 'm den brief. Mee éen oog zag
ie onmiddellijk dat den brief van Br. Overste
uit den Ouwenbosch was. Spierwit wierd 't jonk.
Gooide dan den brief op tafel en zee: ,,'k Gaai
dalijk naar 'm toe." En werendig, zonder den
brief gelezen te hebben, keerde-n-ie z'n eigen
om, docht om gin eten, om ginnen rust, gong
naar z'n fiets.
„Dré!"
„Ja. Opa, vertel t me straks maar!"
„Dré, luister!"
„Rap dan. 'k Mót naar m'nen Eeker!"
Trui begost te simmen. Zoo die kleinmannen
ook veur malkaar gestrejen zijn!
„Kek 's, Dré, neem nou eerst 'nen hap eten
en laten wij samen dan 'ns overleggen."
„Ik heb gin trek," zee-t-ie stroef en verbeten:
„lot me nou géén! In Jezusnaam!"
„Trui hee gezeed: we moesten perbeeren on
zen Eeker hier te krijgen!" Toen begost ie te
luisteren.
„Ga nou eerst 'ns zitten!" Drie zweetpèèrls
stonden op z'n neus. Dof waren z'n oogen, die
verstrooid tuurden in 't niks. Dat ken ik van 'm.
Dan woelen de gedachten deur z'nen kop. Trui
schepte z'n eten op, paaide 'm, om toch eerst
'n hapke te eten. Toen kost ik mee 'm overleg
gen. En 'n uur later rejen we samen weg, mee
de sjees, vol mee beddegoed, veur 't geval....?
Moeilijk rijen in den oorlogsdonker en mee
gedempte lantèèrns. Maar éen geluk: de wegels
zijn nie druk in den avond. We spraken weinig.
Want m'n baaske had al zijnen attentie noodig,
om Bles sjecuur, rap en veilig deur den donker
te toornen. Veurovergebogen, de toom strak,
klakkend mee de tong, den donker deurborend
mee z'n jonge oogen, stuurde-n-ie 1 gerij langs
de bosschen, over de stikdonkere wegels, veilig
naar St. Louis. En als we daar eindelijk aan
kwamen, rap toestemmink kregen om naar de
III Coninghen te gaan. mee 'nen lantèèrn deur
de akkers 't stèèke vonden, dat daar verloren
te drijven lag op 'n eenzame zee van onendigen
donkeren mist, dan klopten we aan bij Br. Mar
cus. 'Nen langen, schralen, zwarten mensch, mee
men baard van drie dagen, zoo donker als zij
nen toog. Hij praatte zacht, zee: „sst, menschen,
hij slopt."
En meteen had ik volle zekerheid over den
goeien oppas, als waarover Br. Overste al ge
schreven had. „Hij is veul ziek," zee Br. Mar
cus: „lot 'm slapen, Dré, in Godsnaam!"
„Maar ik mót 'm zien," zee m'n baaske. Stille-
kes, op de teenen, is ie mee Br. Marcus naar
boven gegaan. Snikkend kwam m'nen jongen
reus weer verom. „Opa. m'nen Eekeris....
'r nie.... nie half meer."
En onderweuge vertelde den Dré: „wat ben
ik geschrokken. Lijkwit, den mond open, de ros
se haren nat van zweet, zoo lag ie daar plat, of
er gin lichaam onder lag." Br. Marcus had ge
zeed. dat den Eeker veul te hard werkte, te zwaar
vastte en halve nachten op zijnen bidstoel zat,
mee den pottemoster. ,,'t Is sjuust 'n heilig
manneke" had den broeder gezeed. En toen Mar
cus dat 'ns vlakweg aan den Eeker gezeed had,
had ie 'n kleur gekregen, veul meer gegeten dan
anders enteugen de reglementen in, 'n si
gaar aangestoken uit Marcus' kistje. Ook had
ie dieën eigensten dag, als Br. Marcus had ge
vraagd: „Eeker, doet 'ns wat kolen op de
kachel," den broeder ten antwoord gegeven:
„doe-d-eigens toch ook 's iets! Ik zit nou te
lezen!"
Broeder Marcus was stiekum content gewist,
dat den Eeker dieën dag zoo .zondig" had ge
leefd. Maar al rap was 'm duidelijk geworden,
hoe 't manneke alle verdenking van heiligheid
af had willen schudden om
„Wel," zee Marcus: „om z'n eigen te bewaren
veur de zonde van ijdelheid".
„Opa," zee den Dré onderweuge: „we zijn
onzen Eeker kwijt, 'k Had altij nog 'n bietje
hoop...., maar, maar z'n woonwageltje op zol
derdaar komt ie nie meer in verom."
Ik schrok, als m'n baaske nou percies de eigen
ste woorden van den Eeker gebruikte, 'n Rosse
maan klom gunder, in 't landschap, boven de
nevels uit. Hoog boven ons blonk 'nen sterren
hemel in blaauw-zwarten glans. Daar boorden
ineens zoeklichten, achter den kim uit. deur den
nacht. Afweergeschut donderde deur den nach
telijken buiten. En lijk 'n kind zoo verwonderd
zat ik te staren in den Adventsnacht. peinzen
de op de bedoelingen van God. Die ons ons
knechtje afnam, dat daar wijerop, in 't stille
steêke van den kloosterakker nou zoo ziek lag;
Die de weareld sloeg aan alle kanten; Die....
ik gaf 't wijers maar op, stak m'n pijp aan,
had gèren zoo willen blijven rijen deur den
schoonen nacht vol gevaar, naar t end van de
weareld
Zware tijen.
Vol.
Veul groeten van Trui, Dré III en als altij gin
horke minder van oewen
t. a v.
DRE