DE BRABANTSCHE BIESBOSCH Gestolen distributiebonnen gingen van hand tot hand r 1 Een zeer goede studie over land en bewoners door dr. H. A. Schönhage WINTERHULP NEDERLAND woestifnhavik ZATERDAG 30 NOVEMBER 1940 Dekens van Opbouwdienst gestolen WEDEROPBOUW IN ZEELAND Dr. ir. Ringers stelt zich op de hoogte GESTOLEN STOFFEN ACHTERHAALD Twee maanden in een schuurtje verborgen gehouden DE K.R.O. IN DECEMBER Belangrijke muzikale uitzendingen BEATRIX-LYCEUM TE FLIMS TEXTIELWAREN GESTOLEN Geen arts bij ziek kind geroepen Opnieuw twee maanden gevange nisstraf tegen ouders geëischt r£)e schrik van Amsterdam- Noord" bedacht plan tot inbraak „De schrik van Amster dam-Noord" Koffie op vervalschte bons Gevangenisstraf geëischt tegen de bedriegers Onder vallenden muur geraakt Slachtoffer later overleden Provinciaal directeur in Friesland Ernstig misdrijf Opneming van fondsen in de dagelijksche noteering SCHENKINGEN VOOR DEN WEDEROPBOUW Van den bok gevallen en gedood UIT DE STAATSCOURANT Electriciteitsraad Onderwijs Scheepsmeter -De. door ALBERT M. TREYNOR (Van onzen Brabantschen redacteur) Sinds in 1421 de Groote Waard bedolven werd onder het hooge opperwater der rivie ren en door den stortvloed, is dit gebied, dat in vruchtbaarheid met vele andere in ons land kan wedijveren, bijna volkomen verge ten. Door de begroeiing met biezen, die reeds vrij spoedig na de ramp hier ontstond, kreeg het gebied den naam van Biesbosch, maar meer dan den naam Biesbosch kennen de meesten er niet van. Alleen den laatsten tijd trekt het meer de aandacht, nu de pro blemen van den Nederlandschen grond over het algemeen meer belangstelling krijgen en nu er plannen zijn den Biesbosch te bedijken en hierdoor de oppervlakte cultuurgrond van Nederland aanzienlijk te vergrooten. Toch verdiende ook de Biesbosch tevoren reeds meer aandacht, dan hij verkreeg, want het is daar een zeer merkwaardig gebied, zoowel om de waterstaatkundige verhoudingen, als om de sociale toestanden en om de flora en fauna. Een van hen, die werkelijk met belangstelling de toe standen in den Biesbosch hebben, bestudeerd is dr. H. A. Schönhage te Hilversum. Hij heeft zijn proefschrift, dat thans een paar maanden oud is, gewijd aan den Brabantschen Biesbosch en zijn bewoners en het is een voortreffelijk proefschrift geworden. De schrijver moet het gebied door en door kennen. Hij moet er ofwel een tijd verble ven hebben, ofwel er herhaalde malen heen en doorheen getrokken zijn, om zulk een goed en volledig beeld van den Biesbosch en zijn bewo ners te kunnen geven. Hij kent ook de bewoners van dit gebied en hij heeft zich zeer veel moeite gegeven de sociale verhoudingen hier te bestu- deeren, terwijl hij ook zeer veel aandacht heeft geschonken aan de verhouding van mensch en landschap en hun wederzijdsche beïnvloeding. Zijn geschrift is daarom niet de uiting van een wetenschappelijke liefhebberij, maar het is een werk, dat vooral in dezen tijd zijn zeer groote nut kan hebben. De Biesbosch is ontstaan, zooals alle geschie denisboekjes leeren, in 1421, maar deze boekjes zeggen er over het algemeen niet bij, dat een der oorzaken van zijn ontstaan was de ophoo ging der rivierbeddingen door natuurlijke oor zaken. Bij hoog opperwater en bij stormvloed konden de rivieren het water niet meer bergen in hun bedding en daarom moesten zij een anderen uitweg zoeken, die voor den waterafvoer een uit komst, maar voor de menschen een ramp betee- kende. Dezelfde oorzaken, die den Biesbosch heb ben doen ontstaan, hebben hem gedeeltelijk ook weer doen verdwijnen. Een groot gedeelte is weer volgeslibd; het zag ernaar uit, dat de Biesbosch binnen niet al te langen tijd zijn beteekenis als bergkom zou verliezen en met zorg zou men zich moeten afvragen, of niet tusscheri nu en hon derd jaar verder de Alblasserwaard voor de ri vieren dezelfde functie zou gaan vervullen als tot nu toe de Biesbosch heeft gehad; of niet een nog grooter ramp dan die van 1421 oplossing van het watervraagstuk zou brengen, indien niet te rechter tijd de baggermolen was uitgevonden, die een oplossing bracht van het watervraagstuk, omdat men hiermede aan de rivieren binnen hun beddingen de plaats kan geven, die zij vroeger elders moesten gaan zoeken. Een herhaling van de ramp van 1421 is niet waarschijnlijk; men- schelijkerwijze gesproken kan men zeggen, dat zij zekef zich niet meer zal herhalen, maar hee- lemaal onfeilbaar zeker van zijn werk is de wa terstaatsingenieur nooit, omdat hij nu eenmaal niet alle factoren van eb en vloed, van regen en wind in zijn hand heeft. Van eb en vloed weet hij tegenwoordig alles; althans enkelen onder hen; van regen en wind weet hij om zoo te zeg gen niets, evenmin als iemand anders en daarom is het altijd gewaagd ten aanzien van den wa terstaat onfeilbaar zekere uitspraken te vragen. Men kan echter wel besluiten, dat de kans om het water niet geheel en al in bedwang te houden, al zeer gering is, maar dit neemt niet weg, dat het indijken van een gebied als de Biesbosch buitengewoon moeilijke pro blemen met zich meebrengt. Daar komt nog bij, dat de Biesbosch de eenige zoetwaterge tij dedelta in Europa is en dat de ingenieurs hier dus een vraagstuk op te lossen krijgen, waarvan nergens een voorbeeld bestaat om naar te gaan kijken. Het schijnt wel, dat de natuur er speciaal pleizier in heeft de Hol- landsche waterstaatsingenieurs voor unieke problemen te plaatsen, terwijl daartegen over deze ingenieurs deze problemen be schouwen als welkome gelegenheden „om hun tanden op te scherpen". Hierbij komt nog, dat de Biesbosch niet als een afzonder lijk werk is te beschouwen, maar dat het zeer nauw samenhangt met alle werken, die in den loop der laatste tientallen jaren reeds zijn uitgevoerd voor de scheiding van Maas en Waal; voor het verbeteren van de Maas en voor de verbetering van den waterafvoer der rivieren. Als ervaringswetenschap is de waterbouwkun de vooral in ons land reeds zeer oud; als we tenschap in den strikten zin van het woord is zij nog vrij jong, en daarom krijgt men zeer veel eerbied voor de oude bewoners van ons land, die reeds vrij spoedig na den St. Elisa- bethsvloed begonnen zijn met het herbedijken van den Biesbosch. Reeds in 1422, een jaar na de ramp, begon Jan van Beieren met de herbe dijking en dat het hem ernst was, blijkt wel uit de zeer strenge maatregelen, die hij tegen de onwilligen nam. Deze goede plannen zijn echter nooit tot uitvoering gekomen, want door het vrije spel van het water kabbelden de nog bestaande gedeelten van de dijken hoe langer hoe meer af. Gedurende de eerste jaren breid de de watervlakte zich nog steeds uit; er ver dwenen nog steeds meer dorpen; het scheen, dat het water de overwinning zou behalen. Bij storm werden steeds groote deelen van 't land van Heusden en Altena overstroomd. Hieraan werd een einde gemaakt in het jaar 1461, toen men een dijk aanlegde van Woudrichem over Werkendam en Dussen naar Drongelen. Enke le jaren later in 1465 was de nieuwe waterkee- rende dijk voltooid, die de dorpen van de Lang straat moest beschermen. Deze dorpen waren in 1421 tot en met Vlijmen toe overstroomd. Het water van den Biesbosch heeft dus bijna tot aan 's Hertogenbosch toe gestaan. Het heeft nog wel eenige tijd geduurd voor men na het aanleggen van deze dijken over ging tot inpoldering. Van de zeventiende eeuw tot nu toe heeft die regelmatig voortgang ge vonden. In het boek van dr. Schönhage is een kaart opgenomen, die al deze inpolderingen aangeeft. Het oudste jaartal is 1552, het jongste 1927. De ouderdom van de polders neemt af van het Oosten naar het Westen; dit ligt aan den natuurlijken opbouw van den bodem, die door het water opgehoogd wordt en wel het meeste daar, waar het water het meeste rust heeft tusschen vloed en eb. Er ontstaan platen en kreken en waar in deze kreken een wantij optreedt, treft men ook weer het eerste ver zanding van deze kreken aan. De mensch kan ingrijpen in dit proces en de landaanwinning bevorderen door te zorgen dat het water zooveel mogelijk tot rust komt om de vaste deelen te kunnen laten bezinken. Het is hetzelfde proces, dat zich ook afspeelt bij de landaanwinnings- werken in den Dollard en aan de Noordkust van Groningen. Het groote verschil is echter, dat het daar zout- en hier zoetwater betreft, hetgeen natuurlijk zijn invloed doet gelden op den plantengroei. De Biesbosch ontleent zijn naam aan de bie zen, die daar groeien en die, evenals het riet, gesneden worden voor de industrie. Het snijden van deze biezen eri van dit riet is een zeer zwaar werk; de arbeiders, die van Maandag tot Zaterdag op hun werk blijven en in keten wo nen, hebben het vaak hard te verantwoorden; hun verdiensten zijn niet groot. Lang is deze tak van bedrijf voor dit gebied het voornaam ste geweest. Naarmate de inpolderingen verder voort gingen, nam de landbouw in beteekenis toe en deze beteekenis zal zeker nog verhoogd worden, als de plannen tot inpoldering van den Brabantschen Biesbosch tot uitvoering zijn ge komen. Het belang van den Biesbosch als landbouw gebied in het verleden, de toekomst van dezen polder en de gewenschte sociale vérbeteringen, zooals dr. Schönhage deze in zijn proefschrift aangeeft, loonen de moeite van een afzonder lijke beschouwing. De 26-jarige fourier P. J. V. en de 31-jarige arbeider H. W. van L., bij den Opbouwdienst te Boekei, hadden zich voor de rechtbank te 's Hertogenbosch te verantwoorden ter zake dat zij 3 October j.l. te Boekei eenige dekens had den gestolen, eigendom van den Opbouwdienst, welke dekens verdachte V. als fourier onder zijn berusting had. Na getuigenverhoor eischte de Officier van Justitie, mr. Receveur, tegen ver dachte V. een gevangenisstraf van zes maan den, benevens een geldboete van f 25, te ver vangen door tien dagen hechtenis en tegen ver dachte v. L. een gevangenisstraf van vier maan den, waarvan twee maanden voorwaardelijk, benevens een geldboete van f 10. De algemeen gemachtigde voor den we deropbouw, dr. ir. J. A. Ringers, heeft dezer dagen een bezoek gebracht aan Zeeuwsch- Vlaanderen, ten einde zich op de hoogte te stellen van de vorderingen van den weder opbouw in dat gedeelte van ons land. Om. werd het plaatsje Westdorpe bezocht, waar vele huizen door oorlogsgeweld verwoest zijn. De vernielde huizen zullen voor het grootste deel op dezelfde plaats worden opgebouwd en een groot aantal is reeds gereed of zoo goed als gereed. Ook bracht dr. Ringers een bezoek aan Ter- neuzen, waar de wederopbouw nog niet zoo ver gevorderd is, doch waar de noodzakelijkheid bleek om noodwoningen te bouwen. Hiermede zal onmiddellijk een begin gemaakt worden en bihnen 14 dagen zal een aantal noodwoningen klaar zijn. Ten slotte vertoefde dr. Ringers nog in Mid delburg, waar hij besprekingen had met dr. Münzer, Beauftragter voor de provincie Zeeland, dr. Ing. Roloff, Reichsplanungsleiter en met het gemeentebestuur over den herbouw van de stad. Ook het wederopbouwplan voor Middelburg na dert thans zijn voltooiing. In September van dit jaar heeft te Aalsmeer een ongewenschte bezoeker zich toegang ver schaft tot een pakhuis van een manufacturen- handel. Door het verbreken van de luiken en een ruit kwam de man binnen en hij wist 50 coupons heerenstof, welke thans een waarde van 4000 gulden vertegenwoordigen, mede te nemen. Hij stopte alles in een schuit en ver borg de coupons in een klein, bouwvallig schuur tje ergens in den Haarlemmermeerpolder. Bijna twee maanden heeft de man daar zijn buit ver borgen gehouden. De centrale recherche te Amsterdam kreeg de zaak ter onderzoek in handen. In samen werking met den burgemeester van Aalsmeer ging men de onderscheiden mogelijkheden na. Eenigen tijd geleden ontdekte inspecteur Moll, dat een gedeelte van de stof verkocht was naar Amsterdam. Inderdaad gelukte het de hoofd stedelijke politie, ongeveer driekwart van de hoeveelheid in beslag te nemen. Vijf daders, de inbreker en vier helers, werden gearresteerd. Zjj zijn naar Haarlem overgebracht om voor geleid te worden voor den Officier van Justitie Ondanks de moeilijkheden, die het verkorten van den zendtijd oplevert, heeft de K.R.O. voor de maand December de volgende muzikale uit zendingen uit haar aan het begin van het win terseizoen aangekondigde programma kunnen vaststellen. Op 3 December 's namiddags om 5 uur wordt een begin gemaakt met de reeks voordrachten, die dr. K. Ph. Bemet Kempers van dien datum af om de veertien dagen zal houden over de be trekkingen, die groote figuren uit de muziekge schiedenis als Mozart, Beethoven, Brahms, Schu mann en Richard Strauss met het Nederland- sche muziekleven hebben onderhouden. Op 3 December 's namiddags om 5.45 uur wordt ook de tweede uitzending gegeven in den Reger-cyclus. Het K. R. O. Symphonie-orkest speelt dan onder leiding van Pierre Reinards de Hiller-variaties. Op Zondagmiddag 8 December om 2.30 uur geeft de R. K. Oratoriumvereeniging te Haarlem met het K. R. O. Symphonie-orkest onder di rectie van Eduard van Beinum in de K. R. O.- studio een uitvoering van Bruckner's Missa So- lemnis in h-moll. Solisten zijn Jo Vincent, Suze Luger, Louis van Tulder en Willem Ravelli. Op 29 December om 3.15 uur geeft het K.R.O. Symphonie-orkest onder leiding van Reinards de derde uitzending in een Reger-cyclus met een uitvoering van de Böcklinsuite. De K. R. O. heeft tevens uitgenoodgd voor een interview, dat voor de microfoon om 2.45 um- gehouden zal worden prof. Hermann Unger uit Keulen, die de laatste nog in leven zijnde oud-lêerling van Max Reger is. Het is tevens de bedoeling, dat prof. Unger later in de studio voor de leden van het orkest en het K. R. O.-koor, dat verderop in het winterseizoen Regers „Die Nonnen" zal uit voeren, een lezing zal houden. Naar men aan het A.NP, mededeelt, heeft dr. W. F. de \Groot, directeur van de Dalton- H.B.S. te 's-Gravenhage, zich genoopt gezien te bedanken als voorzitter en lid van het col lege van curatoren van bovengenoemd lyceum. Dit lyceum te Flims in Zwitserland, een Ne- derlandsch lyceum, oorspronkelijk bestemd voor zieke en zwakke kinderen, trok allengs ook an deren tot zich. Er schijnen zich in verband met de nieuwe omstandigheden, die hier te lande gekomen zijn, moeilijkheden voor te doen, die haar uitwerking thans vonden in bovengenoem- den stap van dr. De Groot. der was een gevolg van een verwaarloosde bron chitis. Verdachten verklaarden uit geloofsovertuiging geen dokter te hebben gehaald, waarop de pre sident hun de vraag stelde, of ze óók zouden bidden, als er een kind in het water lag. Verdachten antwoordden daarop, dat ze in dat geval hulp zouden bieden. Hier betrof het, zoo zeiden zij, een inwendige ziekte en dan vinden onze handen geen werk. Niettemin verklaarden zij in het vervolg, om dat de wet zulks eischt, een dokter te zullen roepen. De eisch luidde bevestiging van het vonnis van de Asser rechtbank, die aan ieder twee maanden gevangenisstraf heeft opgelegd. Vrijdagnacht hebben onbevoegden zich, ver moedelijk door overklimming, toegang verschaft tot de achterijde van het manufacturenmaga- zijn der firma Pieck aan de Haarlemmerstraat te Leiden. De inbrekers hebben blijkbaar rustig hun slag kunnen slaan en een groote hoeveelheid textiel- goederen, te waarde van ongeveer f 500, ont vreemd. De politie heeft de zaak in onderzoek. Een gelukkig niet veel voorkomend feit is ter behandeling voorgelegd aan het Hof te Leeuwar den. Het echtpaar O. te Zwartemeer was n.l. ten laste gelegd, geen arts bij hun dochtertje te hebben geroepen, hoewel dit kind ernstig ziek was, zoodat het kwam te overlijden. Dr. Hulst, uit Leiden, heeft het lijkje ge schouwd en geconstateerd, dat het kind was overleden aan een ontsteking der longen, gevolgd door een onvoldoende hartwerking; een en an- In den nacht van 7 op 8 September heb ben inbrekers het distributiekantoor aan den Laanweg te Amsterdam-Noord vrijwel vol ledig geplunderd. Duizenden en duizenden bonnen vielen in handen van de nachtelijke bezoekers. Alleen reeds 75.000 1. benzine bonnen en 11.000 1. petroleumbonnen wer den vermist. Voorts waren ook de bonnen voor de andere gedistribueerde goederen textiel, rijst, boter, zeep, tarwebloem etc. gestolen. Twee jongemannen, een 19-jarige fietsjongen en een 20-jarige timmerman, bleken de daders te zijn. De politie, onder leiding van commissa ris Van der Heul, had hen spoedig te pakken Behalve deze twee dieven arresteerde de politie zes helers, want de bonnen waren binnen een minimum van tijd van hand tot hand gegaan. Het bleek, dat de eene inbreker, de jeugdige fietsjongen, nog heel wat meer op zijn kerfstok had. Terecht kan hij den schrik van Amster dam-Noord worden genoemd. Hij brak niet in om het gewin, maar in de eerste plaats om anderen te benadeelen. Zoo brak hij op Hemel vaartsdag in in een naamplatenfabriek aan den Nieuwendammerdijk, waar hij alles overhoop haalde en waar hij alleen een micrometer en een Engelschen sleutel stal. In het gebouw var den G.G.D. nam hij niets weg, maar besmeurde hij de muren en vermeldde hij, wat hij kon Op 27 Mei stal hij uit een kasregister in een winkel aan de Meeuweniaan 129.48. Het club lokaal van een voetbalclub aan de Buiksloter- meer voorzag hem van bier, limonade en cho colade. Zijn methode was vrijwel steeds gelijk: hfj wist binnen te komen door tuimelramen. Het denkbeeld, in het distributiekantoor in te breken, was van hem uitgegaan; hij wist den timmerman over te halen, mee te doen. Door opschuiving van een raam kwam het tweetal binnen. Erg veel kregen zü niet voor de pakken bonnen. De eerste kooper, een poeliers knecht, betaalde aan de dieven 50. De poeliersknecht verdiende er heel wat meer aan. Hij wist voor de bonnen 1000 te in- casseeren van twee broers, een kantoorbe diende en een manufacturier. De ketting- handel was ook voor dit tweetal niet onvoor- deelig, zij wisten er 1750 voor te maken. Dat was het slot, want de politie was de zaak op het spoor. Een deel was weer doorverkocht en de politie wist zoowel de inbrekers als de helers te arres teeren en de bonnen te rechercheeren. Een deel werd bij een rijwielhandelaar teruggevonden, een ander quantum was in de Nieuwe Vaart geworpen, waar de politie het opdregde. De twee dieven en zes helers stonden Vrijdag terecht voor de vierde kamer der Amsterdam- sche rechtbank, gepresideerd door mr. J. Boon Het jeugdige boefje, dat zoovele inbraken had gepleegd, moest zich ook voor deze feiten ver antwoorden. Pe jongens legden een volledige bekentenis af, zoodat het bewijs voor den officier van Jus titie, mr. A. S. de Muinck Keizer, geen moei lijkheden opleverde. Voor de rechtbank te 's Hertogenbosch ver scheen de 49-jarige arbeider H. van B. te 's Her togenbosch, aan wien ten laste was gelegd, 'dat hij 27 September te 's Hertogenbosch mej. Sch in haar winkel aan het Hinthamereinde had be wogen hem koffie af te geven op vervalschte koffiebons. In de betreffende week was geldig bon 73 voor koffie en verdachte had nu van de vervallen bons 3 en 7 door gedeelten aan elkaar te plakken twee bons met 73 nagemaakt en met deze had hij twee halve ponden koffie gekregen. Hij had de koffie weer verkocht tegen veel hoogere prijzen. Verdachte bekende. Hij had de winst van zijn „handel" met een kameraad omgezet in spiritualiën. De Officier van Justitie eischte vijf maanden gevangenisstraf, waarvan twee maanden voor waardelijk met aftrek van voorarrest, benevens tien gulden boete. Verdediger mr. v. d. Pol pleitte clementie en verzocht onmiddellijke in vrijheid stelling van verdachte. Na in raadkamer te zijn geweest, weigerde de rechtbank de gevraagde in vrijheid stelling. Vervolgens verscheen voor de rechtbank de 51-jarige stoker P. L. H. te 's Hertogenbosch, die zich aan hetzelfde bedrog had schuldig ge maakt, in denzelfden winkel. Deze verdachte wilde zich van den domme houden. Hij had de beide valsche bons waarop hij gekocht had van den vorigen verdachte gekregen en wilde nu beweren, dat hij niet wist, hoe zijn kameraad ze gemaakt had, hoewel hij wel wist dat deze ze had vervaardigd. Doch even later gaf hij toe, dat de in het proces-verbaal opgenomen ver klaring van hem juist was, dat hij geweten had, dat zijn' medeverdachte de bonnen had nage maakt door stukken van andere bonnen aan elkaar te plakken. Tegen hem werd een voor waardelijke gevangenisstraf van drie maanden geëischt, benevens een geldboete van tien gul den. Vonnis 12 December. Dezer dagen is bij het verrichten van werk zaamheden aan een boerderij te Zuidhom de 52-jarige gehuwde arbeider E. Kuipers onder een vollenden muur geraakt en ernstig gewond. Vrijdag is het slachtoffer in het Academisch Ziekenhuis te Groningen overleden. Voor de Winterhulp Nederland kwamen de volgende giften binnen: C. en A. Brenninkmeyer, Amsterdam, f 50.000; Vroom en Dreesmann, Amsterdam. 6.000; Schiffstam Abteilung, Breda, f 2.769.44; Ro- baver, Rotterdam, f 25.000; Schiffstam Abtei lung Breda, f 922.15; Van Gelder Papierfabriek, Amsterdam, f 10.000; H. L. Den Haag f 1.000; N. V. Nederl. Bankinstelling voor waarden be last met vruchtgebruik en periodieke uitkee- ringen, Den Haag, f 1.000; P. N. Bilthoven. f 1.000; De Maasbode, Rotterdam, f 1.000; de Prov. Geld. Elec. Mij., f 1.000; Heck's Lunch rooms f 1.000; Vroom en Dreesmann, Den Haaf, f 5.000: Aviolanda Vliegtuigbouw, f 2.000; Spaarbank ,De Toekomst", f 1.000; N.V. Loti- sico, f 1.000; N.V. Gebrs. K. Amsterdam, f 1.000; Deli Batavia Mij., Amsterdam, f 1.000: Telegraaf, Amsterdam, f 1.000; dr. H. L. M. van S., Wassenaar, f 1.000; N.V. Eterait, Am sterdam, f 1.000; M. J. O., Den Haag, f 1.000; Bontekoning en Aukes, Amsterdam, f 500: douair. jhr. V.L., Amsterdam, f 500; N:eu- wenkamps Handel Mij., Amsterdam, f 500; N.V. L., Utrecht, f 500; Nederlandsche officie ren in krijgsgevangenschap, f 375.94dr. F. E P., Den Haag, f 500; H. T. M.. Den Haag, f 500; mevr. E. v. d. C.M., Den Haag, f 500; Nederl. Oost-Friesche Hypotheekbank, Gro ningen, f 500; N.V. W., Den Haag, f 500; A. Schroder en Co., Den Haag, f 600; Peek en Cloppenburg, Haarlem, f 400; Centr. Verg. per soneel in rijksdienst. Den Haag. f 500; Airto- Palace, Den Haag, f 500; N.V. Handel Mij. v. H. Hulshoff en Co., Amsterdam, f 100; G. A H., Hilversum, f 100; K. H. G. H., Den Haag, f 100; Hijenga-Fonds, Leeuwarden f 100; Bierbrouwerij De Leeuw N.V., Houthem, f 100; J. H. Apeldoorn, f 125; N.N., Den Haag, f 100; Tiedeman en Van Kerchem, Amsterdam, f 100; De Cultuur Mij. Waringin, Amsterdam, f 100: Cultuur Mij. Simbang Sari, f 100; J. B. v. d. H V. C., Den Haag, f 100; N.V. Perlak Petro leum, Den Haag, f 100; W. R. U., Den Haag. f 100; N. R„ Den Haag, f 250; ir. J. F. de V„ Den Haag, f 100; N.V. Sted. Hypotheek Bank. Den Haag, f 100; F. J. J. C., Scheveningen. f 100.; Mevr. H.G„ Groningen, f 100; E. W. W. v. T. v. S., Den Haag, f 100; W. A S M., Zeist, f 100; F. L. W., Wassenaar, f 100; M. vaiiT. de G., Den Haag, f 250; mr. A. F. V. V., Den Haag, f 200; A. F. de B.. Amster dam, f 100; Hout Import vh. fa. J. H. Kühn. Amsterdam, f 100; W- A. M. K.. Rotterdam, f 100; W. Slotboom en Zn., Den Haag, f 250; A. C. v. B., Heelsum, f 100; N. B., Den Haag, f 100; N.V. vh. J. S. HPoghiemstra, Utrecht, f 100; C. J. L. de G., Den Haag, f 100; N. R. V.. Den Haag, f 100; fa. A. J. Merken. Den Haag, f 250; N.V. Hollandsche Buitenl. Bank. f 250; Textiel Syndicaat, E. Haan, Amsterdam, f 100; mr. J. B., Hilversum, f 100; dr. J. L A, P.. Den Haag, f 200; N. S. B. (W. F. M.), Utrecht, f 100; Cultuur Mij. Wonolankan, Den Haag, f 150; jhr. mr. dr. H. A. v. K., Den Haag, f 100; ir. D. M., Rotterdam, f 100; L. S-, Amsterdam, f 100; G. M. Den Haag. f 100. Aan giften beneden de f 100 kwam een be drag binnen van f 2451.69. Voorts ontvingen wij toezeggingen van: Vroom en Dreesmann, Amsterdam, f 50.000. Concern P. en C., f 5400. Gerzon, f 5500. B. van Opstal, eigenaar van de „Ijsbeer" in de Keizerstraat te Scheveningen, deelt ons mede, dat hij 10 pet. van zijn omzet op Zater dag 30 November en Zondag 1 December zal afstaan ten bate van de W. H. N. Het personeel van de N.V. F. van der Valks Automobiel Mij. te Den Haag (importeurs Opel. automobielen) deelt ons mede, dat gedurende 12 weken 2 pet. van het weekloon zal worden afgestaan ten bate van W. H. N. De heer L. Dekker is, naar wij vernemen, be noemd tot directeur van het provinciaal bu reau in Friesland van de Stichting Winterhulp Nederland. Het bureau, dat op 2 December ai. zal worden geopend, wordt gevestigd Engel- schestraat 51 te Leeuwarden. De officier van Justitie wees er op, dat het tweetal zich niet heeft bekommerd om trent den aard van hun misdrijf, dat zeer anti-sociaal was. De ernst van deze mis drijven dient in de strafmaat tot uiting te komen. Tegen den hoofddader, den 19-jarigen fiets jongen, requireerde spr., mede voor de andere misdrijven, anderhalf jaar gevangenisstraf; te gen den timmerman eischte hij een jaar ge vangenisstraf. Tegen de meeste helers vorderde het O.M. gevangenisstraffen van acht maanden. In de eerste plaats tegen den eersten opkooper, die 50 uitgaf, om 1000 terug te krijgen; ver volgens tegen de twee broers, die 1000 betaal den en 1750 ontvingen. De expeditieknecht die 1750 had betaald, hoorde ook acht maan den eischen. Tegen den houder van de rijwiel stalling, in wiens zaak een deel der bonnen werd teruggevonden, eischte de officier een jaar gevangenisstraf, omdat zijn strafregister niet blanco was. De rechtbank zal in deze strafzaak 13 Decem ber vonnis wijzen. De secretaris-generaal wnd. hoofd van het departement van Financiën, maakt bekend, dat hij de volgende fondsen heeft aangewezen ter opneming in de Dagelijksche Noteering met ingang van Maandag 2 December 1940, ter beur ze van Amsterdam: Warrants: Kon. Ned. Mij. tot exploitatie van petroleumbronnen in Ned. Indië. Optiebewijzen: Lever Brothers en Unilever N.V. Ter beurze van Rotterdam: 5 pet. obligatiën Rotterdamsche 'Dzer- en Metaalgieterij v.h. A. Rademakers; inkomstobligatiën Haven- en Scheepvaartbedrijven; 3% pet. obligatiën Stich ting Rotterdamsche Diergaarde; 4 pet. idem N.V. Het Witte Huis; 5 pet. idem Maas Buurt- spoor; premieobligatiën Rotterdamsche Schouw burg; aandeelen Rotterdamsche IJzer- en Me taalgieterij v.h. A. Rademakers; eert. v. aan deelen Kon. Ned. Stoomkoffiebrandery v.h. H. E. van IJsendijk Jr; aandeelen Holland-China Handelscompagnie, Het Witte Huis, Ned. Ele vator Mij-, Rotterdamsche Mij. v. Onroerende goéderen, Ver. Bezit v. Indische Fondsen. In het bericht, waarin melding werd ge maakt van de bestemming, welke de algemeen gemachtigde voor den wederopbouw aan ver schillende schenkingen ten behoeve van het herstelwerk heeft gegeven, is ook melding ge maakt van schelpkalk. Men za! waarschijnlijk reeds begrepen hebben, dat de in dit bericht genoemde hoeveelheden ten onrechte zijn uit gedrukt in liters en dat dit moet zijn hecto liters. De 18-jarige J. Z. te Bakkum, werkzaam te Limmen, is, toen het paard voor zijn wagen op hol sloeg, van den bok gevallen. De jongeman kreeg de beide wielen over het lichaam en is ten gevolge daarvan overleden Benoemd is tot lid van den electriciteitsraad ir. H. Lohr, oud-directeur van de Prov. Gelder- sche Electriciteits-Mij Aan de Rijks H.B.S. te Assen zijn weder tij delijk benoemd tot leeraar: A. J. van Gelder, J. de Bruyn, T. Homan en G. B. Ongena, en zijn tijdelijkbenoemd tot leerares: mej. A. A. N. H. Blokpoel, wonende te Assen, mej. E. U. M. Ruding, wonende te Hoogezand en mej. C. Bit ter, wonende te Groningen. Aan den scheepsmeter bij den scheepsmetings- dienst te Groningen A. Kielema is op zijn ver zoek eervol ontslag uit zijn betrekking verleend. 2 (Nadruk verboden) „Ik dacht er alleen maar aan, dat menschen met rood haar altijd op elkaar lijken, vooral uit de verte. De meeste van die wilde kerels, die in de woestijn rondzwerven, hebben maar een heel kleine verontschuldiging noodig om een moord te begaan en dikwijls doen ze het wel zonder veronschuldiging. Ik wilde alleen maar een goeden raad geven. Als ik jou was, zou ik dit fort niet verlaten zonder een gewapend geleide. Er zou best de een of ander kunnen zijn, die je Voor Daud aanzag en je een kogel door je kop Joeg." „Dank je voor je goeden raad. Ik geloof, dat ik er beter aan doe, om mijn hoed maar niet meer af te nemen." De vreemdeling bestudeerde weer het gele aanplakbiljet. „Het is toch niet eerlijk, dat iedere bloeddor stige sheik maar een prijs op het hoofd van een eenzamen zwerveling mag zetten. Als ik die Daud was, zou ik een tegenaanbod doen. Kijk, op deze manier Hij keek over zijn schouder om er zeker yan te zijn, dat de schildwacht den anderen kant uitliep. Toen haalde hij een potlood uit zijn borstzak en liep naar den muur. „Laat dat," protesteerde Wellesford. „Je krijgt er last mee, als je den spot drijft met een offi cieel manifest." De vreemdeling sloeg geen acht op deze waar schuwing. Brutaalweg krabbelde hij drie of vier regels onder de proclamatie van den Gouver neur. Hij stapte achteruit en lachte spottend. Op dat oogenblik hoorde men de hoeven van een kameel onder de stadspoort. Plotseling stond het dier stil en een zwarte schaduw viel op den muur. „Wat heb je daar geschreven?" vroeg een bitse stem een vrouwenstem. De vreemdeling-draaide zich om. Hij zag een meisje, dat op een kameel zat. Ze was gekleed in het dienstuniform van de meharists, de ver kenners. Ze had een korte khaki-broek aan, die de beenen vanaf de knieën vrij liet, aan haar voeten had ze sandalen èn op de mouw van haar rijhemd droeg ze sergeants-strepen. Het was een meisje, dat door de zon was bruinge brand. Ze had felroode lippen, zwart haar, fijn- geteekende wenkbrauwen en het lichaam van iemand, die gewoon was om paard te rijden. Eén voet rustte op den nek van den kameel en het andere bruine been hing nonchalant naar beneden. „Wat heb je daar geschreven?'' vroeg ze nog eens. Ze wachtte het antwoord niet af, maar boog zich naar den muur, om het te kunnen lezen. Onder de aanbieding van de dia had de vreemdeling in het sabir geschreven. GUENNEL, GOUVERNEUR. Voor zijn lichaam, in welken staat dan ook, tien ezels. DAUD IBN DABEYN. Er was een oogenblik stilte. Brutaal kijkt het meisje den vreemdeling aan. „Natuurlijk bent u Daud niet," zei ze beslist. „Want dan zou u niet hier zijn. Je bent alleen maar een grappenmaker, die denkt, dat het wel aardig is, om iets op een openbare aankondi ging te schrijven. Hoe is je naam?" „Darwin" vertelde hij haar. Ze wierp een snellen onderzoekenden blik op hem. „Veeg het uit, Mr. Darwin!" Haar donkere schoonheid was van een zuide lijk type, maar ze sprak het Engelsch zonder een spoor van accent. „Ik heb geen radeergummi," zei de man. „Kras het dan door!" „Hier!" Hij gaf haar zijn potlood. „Doe het zelf!" Het meisje sloeg het potlood uit zijn vingers met haar rijzweep en keek hem van haar hooge zitplaats dreigend aan. „Waar is uw pas?" Haar stem klonk, alsof ze met moeite haar woede terughield.. „Ik heb geen pas." Hij keek naar de toppen van. zijn duim en wijsvinger, die het potlood hadden vastgehouden. Ze tintelden door den klap van de zweep. „Moet je hier dan een pas hebben?" „Geen blanke mag hier zijn zonder pas." Ze trok haar wenkbrauwen samen en keek hem streng en doordringend aan. „Waar komt u vandaan?" „Mevrouw, of juffrouw, of moet ik soms ser geant zeggen U had beter kunnen vragen, waar ik niet vandaan kwam?" „Dat doet er niet toe," zei ze streng. Maar toch glimlachte ze even. „Het komt er op aan, waar u naar toe gaat." Ze sprak haar rijdier toe en gaf het een drukje tegen den schouder met haar bruine knie. „Meld u aan bij het huis van den Gouverneur," com mandeerde ze, terwijl ze hem nog eens aanzag. En toen stapten de gekussende hoeven van haar kameel geluidloos den hoek om en was ze uit het gezicht verdwenen. „Voor een dramatischen aftocht geef ik toch maar de voorkeur aan het getrappel van paar denhoeven!" stelde Darwin vast. „Ik heb je gewaarschuwd," zei Wellesford. die zich gedurende het gesprek niet op zijn gemak had gevoeld. „Nu moet je ervoor opdraaien!" „Wat is dat voor een meisje?" ,Dat is Littlejohn Guennel." .Littlejohn?" „Ja, dat is een naam, die meer ln die familie voorkomt, hoe gek die ook klink. Haar moeder was een Engelsche en haar vader was de broer van den Gouverneur van Indergoul. Ze is een wees en wordt door haar oom verzorgd." „Zoo?" De vreemdeling keek den ander be langstellend aan. „Maar waarom draagt ze ser geant-strepen?" „Omdat ze een sergeant is." „Werkelijk?" „Ja, met bijzondere goedkeuring van het plaatselijke regiment van de meharists. Ze gaat dikwijls mee op hun expedities. Ze heeft het recht om bevelen te geven en ze wordt gehoor zaamd." „En nu weet ze, dat ik tien ezels zou willen geven voor haar oom." Darwin begon te lachen, maar toen hij naar het huis van den Gouverneur keek, kreeg zijn gezicht een sombere uitdrukking. Wellesford keek hem even aan en wendde toen zijh blikken weer af. ,Ik ben bang, dat hij het niet als een grap zal opvatten," zei hij. „Een grap?" Darwin keek den ander aan. „Ja natuurlijk, een grap." Hij haalde zijn schouders op. „Ik zal het gauw genoeg uitvinden, denk ik, of Sergeant Little john naar huis gaat en het heele geval vertelt." „Zeker." Hij knikte en draaide zich om. „Tot ziens, Jimmy Wellesford. Drink maar een ba- pedi op mijn gezondheid." Darwin slenterde weg langs de wallen en was spoedig uit het gezicht verdwenen. Het gedeelte van Indergoul, waar de inboor lingen woonden, was een mengelmoes van hui zen van steen, van klei en van armzalige hut ten, die door elkaar stonden op een zandvlakte voor de wallen van het fort. Een paar duizend menschen woonden daar. Men zag er Arabieren. Touaregs, Turken, Senegaleezen, Egyptenaren. Nuziërs en dan nog tal van menschen van een onzeker ras, halfbloeden. De straten kronkelden en liepen door elkaar en waren zoo nauw, dat twee beladen ezels elkaar bijna niet konden passeeren tusschen de vooruitstekende daken van de stallen en de ramen, die van ïatwerk voorzien waren. Toen hü uit het gezicht van den schildwacht bij de poort verdwenen was, versnelde Darwin zijn stap. Een dozijn paar oogen keken heime lijk en argwanend of openlijk vijandig naar hem toen hij door de kronkelende straatjes -> an de benedenstad liep. Maar hij sloeg daar geen acht op Hij liep over de markt, waar men wijn en levensmiddelen verkocht en hij snooi de sterke geuren op van peper en specerijen, rot tende vruchten ij bedorven vleesch; hij ging door de wijk van de fondouks en kasrs, de ge heime speelzalen en kroegen, waar heimelijk slaven worden gekocht en verkocht, en hij ging langs de bronnen en de kraals naar het stuk grond, waar de karavanen uit het noorden kam peerden. Een kafila van tweehonderd kameelen was dien dag aangekomen uit de richting van da Kufara oase en had een klein tentendorp ge bouwd in een duinpan vlakbij. Meer naar rechts had een groote troep woestijnkooplieden, die gewapend waren en eruit zagen als soldaten, hun tenten opgeslagen. Zij waren bezig de ka meelen te laden en water te geven, want in den 'toelen nacht wilden ze verder reizen. Darwin bleef onder het dak staan, dat over een der waterputten was aangebracht en keek naar een man, die aan kwam loopen met twee dorstige kameelen bij zich. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3