NEDERLANDSCHE WIJSGEEREN Beursoverzicht BEURS VAN AMSTERDAM Md mnfml SAMBO DE OLIFANT BOUWVAKARBEIDERS ES BLONK ST. REINOLDUSHUIS T Versche Deensche Forellen MAANDAG 2 DECEMBER 1940 Hun plaats in de historie MAANDAG 2 DECEMBER 1940 Pierlot en andere ministers gespaard bij bomaanval GEVRAAGD Timmerl., Metselaars en Grondwerkers, DAMES, WINTERMANTEL of BONTMANTEL van ELZE MANTELMAGAZ. M. B. ELZE C^ourantenreclame beduidt: met de minste verkoopkosten het meeste verkoopen. wjgsmm Coornhert iFoto Archie], V.K.PJ. Aanvankelijk verdeeld, later zwakkere markt. 29 37J 80 67 24? 28 18 33| 53 47 I0££ th 5 Av S'hef1^ I Boekenliefde WAT ZULLEN WIJ GEVEN? Ke«"Tifaaaflj Practische Geschenken ADVERTEERT IN DIT DLAD publiekeVerkoopingen Veilingen enz 40 a 50 ct. per pond BALM Tel. 23280 (3 lijnen) IN HET Ver wulf 1 1 Tel. 14512 Haarlem slaagt men sieeds voor een ARTISTIEK ST. NICOLAAS- GESCHENK. Vrijblijvend kuni U zich overtuigen dai er een ruime keuze is in SCHILDERIJEN, PLATEN, ETSEN, DELFTSCH BLAUW „ZENITH" HUMMEL ARTIKELEN, BIJOUTERIEëN en andere KUNST VOORWERPEN IN VERSCHILLENDE PRIJZEN Behalve de vele beelden van vooraanstaande runsienaars, vele eigen ontwerpen van de BEELDHOUWERS J. P. MAAS ZN. Een geschiedenis van de Nederlandsche wijs begeerte zou eerst dan bevredigend geschreven kunnen worden, wanneer bewezen is, dat er een Nederlandsche wijsbegeerte bestaat of althans in de historie heeft bestaan. Zoolang dit bewijs niet geleverd is, moet men zich tevreden stellen met een geschiedenis van de beoefening der wijs begeerte in de Nederlanden. Deze valt dan voor een aanzienlijk gedeelte samen met de geschie denis van het philosophische onderwijs aan de Nederlandsche universiteiten en seminaria. Dat er niet van een groote toonaangevende, typisch-Nederlandsche richting in het wijsgeerig denken der eeuwen kon worden gesproken, staat bij oppervlakkige kennismaking met de alge- meene geschiedenis der philosophie al gauw voor den waarnemer vast. Het oorspronkelijk wijs geerig denken weeft geen doorloopende draden door de Nederlandsche geestesgeschiedenis. Prac- tisch, critisch en realistisch als hij is, schijnt de Nederlandsche geest het speculatieve denken te ontwijken. Waar hij het ontmoet en overneemt, Past hij het gaarne toe op de directe levens- Practijk. Het Nederlandsche denken als ge heel genomen is eerder ethisch dan metaphy- sisch gericht. Toch moet men voorloopig voorzichtig zijn met generaliseerende gevolgtrekkingen uit deze waarneming, want het onderzoek naar het werk van philosophen, die Nederlander van geboorte waren of in Nederland werkten en daarbij Ne derlandsche invloeden ondergingen, is nog lang niet voltooid, en er zijn figuren, wier werkdadig- heid men den laatsten tijd scherper begint te zien in verband met hun afkomst en omgeving. De middeleeuwsche denker, Siger van Brabant, door Dante als een „hemelsch licht" gehuldigd, komt uit het jongste onderzoek naar zijn vol ledige schrifturen te voorschijn als een waarlijk groote verschijning en blijkt nu ook een man van sterke oorspronkelijkheid. Het is niet on mogelijk, dat zijn plaats in de geschiedenis, tot dusver eenzijdig belicht, bij breede beschouwing ook helderder uitkomen zal. Zoo zijn er meer vaste punten, maar vooral meer stroomingen en richtingen in de geschiedenis der wijsbegeerte, waarbij het Nederlandsche karakter van de voornaamste stootgevers of vertegenwoordigers tot dusver te zeer buiten beschouwing bleef. Het vraagstuk van de geschiedenis der Neder landsche philosophie, onlangs door prof. dr. Eerd. Sassen van Nijmegen buitengewoon helder behandeld in een lezmg ,van de Leidsche studen ten van de vereeniging „Sint Augustinus", is zeker meer gecompliceerd dan te kennen kon worden gegeven in loopende slagzinnen over onze spreekwoordelijke nuchterheid. Inmiddels ver scheen een belangwekkende bijdrage tot de ken- his van dit onderdeel der historie. Het „Alge meen Nederlandsch Tijdschrift voor Wijsbegeerte en Psychologie" opende zijn 34en jaargang met een aflevering (November 1940), die speciaal ge- W'ijd is aan Nederlandsche wijsgeeren (uitg. van Gorcum en Comp. N.V. te Assen). Vijf figuren uit het Nederlandsche gedachten- leven worden erin als wijsgeer beschouwd, elk door een specialist, maar de beide éïrsten be handelen een gestalte, wier allervoornaamste beteekenis niet ligt op het strikte gebied van de wijsbegeerte, te weten den mysticus Jan van Ruusbroee en den ethicus D;rk Volkertszoon Coornhert. Ruusbroee is door Prof. dr. Perd. Sassen behandeld. De Nijmeegsche hoogleeraar vindt bij Ruusbroee eigenlijk geen gesloten systeem van wijsbegeerte, doch een nauwe aaneensluiting van scholastiek en mystiek, met dien verstande, dat Ruusbroee in groote lijnen het Augustinisme volgt in deszelfs oorspronkelijke, d.w.z. Neopla- toonsche gedaante, zooals die ook het denken van zijn leermeesters in de mystiek heeft geleid. >,Wie bij Ruusbroee een wijsgeerige overtuiging van Thomistische signatuur zou willen zoeken, Zou bedrogen uitkomen." Een afgerond wijsgeerig stelsel kan de Gro- hingsche professor dr. J. Lindeboom ook niet ontwaren bij Coornhert, hoewel deze door Land werd gerekend tot de typisch-Nederland sche wijsgeeren. Coornherts denken beweegt zich langs de snijlijn van de theologie en de ethica; het verzet zich tegen de Calvinistische praedesti- natie-leer, houdt vast aan de leerstelling van de Moederkerk omtrent den vrijen wil, neigt naar een mysticistisch spiritualisme, en is sterk-evan- gelisch, hoewel gekleurd door de Stoa. De schrij ver herinnert eraan „dat Coornhert met al zijn evangelische opvattingen zich toch nooit heeft losgemaakt van de Roomsch-Katholieke kerk, die voor hem altijd de benadering van de Ka tholieke kerk is gebleven", doch volgens dezen auteur was Coornhert „in geenen deele een prac- tiseerend katholiek". Ons klinkt die formuleering wat forsch toe. Het is voor onderzoek open, in hoeverre een man, die zich aan de leerstellingen der Moederkerk toch minstens verstandelijk ge bonden gevoelde, de practische voorschriften dier kerk meende te kunnen missen en in hoe verre hij ze eventueel veronachtzaamde, zonder nu direct die veronachtzaming als exemplarisch te beschouwen. Wat is bijvoorbeeldv „een zekere neiging tot de ceremoniën der Roomsche kerk"? Coornhert heeft geloofd, dat hij leefde in een overgangstijd van het kerkbegrip, zooals iemand vandaag kan gelooven, dat hij leeft in een over gangsperiode van het staatsbegrip of het maat schappijbegrip, doch of het deswege verantwoord is, hem een overtuiging toe te schrijven omtrent het „interimaire" karakter van de kerk zelf, Waaruit dan weer een practisch indifferentisme zou volgen, staat ongetwijfeld te bezien. De zeer knappe studie van prof. Lindeboom, waarin het Jibertinisme" van Coornhert wetenschappelijk Wordt getoetst, maakt ons eens te meer duidelijk, hoe noodig het is, dat het volledige oeuvre van Coornhert wordt bestudeerd door katholieke ge leerden, die goed thuis zijn in de traditie, waar hit Coornhert putte. Dit zegt niets tegen de groote verdiensten van mannen als prof. W&ggmMsSsé Ruusbroee (Foto Archief V.K.P.) Becker en prof. Lindeboom, doch hun ver helderend werk vraagt om de aanvulling van een theologisch-geschoold, in het humanisme ge vormd katholiek, die daarenboven historicus zou zijn. (Te Nijmegen bezit men het instituut om zulk een man te vormen, en de eigen universiteit verdient zoo krachtig onzen steun, omdat zij aan de algemeene wetenschap juist met zooveel ge zag en zooveel sier den steun van dit eigene kan bijdragen. Het weze den lezer een aansporing om het Nijmeegsche werk althans met de be langstelling zijner offervaardigheid voor te gaan, in de hoop, dat hij het met de offervaardigheid zijner belangstelling zal mogen volgen, wanneer het aan dit gewichtig onderdeel van de groot- sche taak toekomt. De exploitatie der „eigen cultuur" staat nog maar aan haar begin. Wie daar uit haast of voorbarigheid een beetje" on tevreden over wordt, moge bedenken, dat de rijkdom van de mijn de gunstige oorzaak is van de schijnbaar langzame vordering der werk zaamheden). Dit zij dan tusschen haakjes opge merkt. Het was missch'en niet overdreven-stout moedig, dat het eens opgemerkt werd. Dr. L. Brummel beschouwt de beminnelijke persoonlijkheid van Frans Hemsterhuis, die sedert de meer systematische bestudeering var de Romantiek als de Hollandsche philo- soof bij uitstek van dit gewichtig tijdperk geldt. Maar wederom constateert deze auteur, dat het geen Hemsterhuis naliet „een weinig sluitend geheel vormt". Voor de groote systematiek levert ons vaderland klaarblijkelijk minder bouwers dan grondstof. Hemsterhuis (1721—1790) reageert op de verlichting en houdt zich bezig met de problematiek onzer individualiteit, die hij, ro manticus naar het wezen, ervaart als onvoldane eenzelvigheid. Zoo kwam hij vanzelf tot een waardeering van de gemoedsovertuiging, die hem in staat stelde juist die gedachten te formulee ren over gemoed, poëzie, enthousiasme, geniali teit en vroomheid, waaraan de Duitsche roman tiek in de jaren harer opkomst behoefte gevoel de. Hier vooral heeft men te zoeken naar zijn historische beteekenis. Tegenover de normen van het critische denken staat Hemsterhuis betrek kelijk weerloos; men kan daar zijn charme ln ontwaren of zijn zwakheid; beide eigenschappen gaan zoo dikwijls samen. Dat Mr. Johannes Kinker (1764—1845), de dichter-philösoöf, scherp polemist tegen Mr. Rhijnvis Feith, in deze brochure afzonderlijk wordt behandeld, zij het dan alleen als wijs geer, mag ons vooral verheugen, omdat de schets, door P. H. v. d. Gulden aan Kinker gewijd, de aandacht voert naar een periode onzer cultuur geschiedenis, die langen tijd wegens haar ouder- wetschen stijl van te weinig belang werd geoor deeld. Datgene, wat in den Franschen tijd en onder Willem I gedacht werd en geschreven, be ziet men te zelden in samenhangend verband; ook schijnt het ietwat teruggedrongen door de domineerende figuur van Mr. Willem Bilder- dijk, die immers eenmaal in zijn leven gesollici teerd heeft naar het leeraarschap inalle vakken! Von Antal noemt nochtans onzen Kinker „geniaal", en dit blijft een krachtig woord, waarmede men zeker in deze materie niet al te spoedig klaar moet staan. Voor Kinker was Bil- derdijk, zoowel als Feith, het voorwerp zijner ironie, en wij weten uit de litteratuurgeschiede nis, dat deze ironie bijzonder scherp kon zijn. Het Neokantiaansche karakter, dat aan zijn wijsgeerige opvattingen mag worden toegekend, vertoonde stellig zeer oorspronkelijke kanten; het mist alweer de harmonische beslotenheid van het wijsgeerige systeem. Het weze opgemerkt als een merkwaardigheid, het eerste gesignaleerd door prof. Sassen, dat de wijsgeerige discussie over het stelsel van Kant ten onzent wordt gevoerd door meesters in de rechten. Men mag daaren boven opmerken, dat zij voor een deel ook dich ters zijn. en dat zij in de philosophie mede eene verantwoording zoeken voor de gewaarwording van het aesthetische. Dit laatste heeft er Kin ker toe gebracht een wijsgeerige theorie over de taal (in Kantiaanschen zin) te scheppen, waarbij de taal zich dan voordoet als „het oorspronke lijkste kunstgewrocht van den algemeenen ge nius der mensehheid, de door zichzelve afgeschil derde beeldende kunst van het, tusschen voor- werpelijkheid en onderwerpelijkheid (of waar heid en zedelijkheid) harmonie en overeenstem ming zoekende denkvermogen". Het zou de moeite waard zijn, deze opvat ting der taal te vergelijken met de gevoelens en suggest'es, hieromtrent te vinden in de poëzie en de proza van Albert Verweij; de kans is groot, dat Verweij dan d'cht bij Kinker blijkt te staan. Tenslotte wordt Mr. C. W. Opzoomer (1821 1892) geschetst door Dr. C. J. Wijnaendts Francken, die den Utrechtschen hoogleeraar vooral huldigt als helder en bezielend docent. Opzoomer ging uit van het „verzoenend" karak ter der wijsbegeerte ten opzichte der tegenstrij digheden ln 'smenschen wezen, en meende, dat de wijsbegeerte geroepen was, de plaats in te nemen van den godsdienst. Hij predikte een soort panentheïsme in den zin van Krause, den toenmaals beroemden Duitschen philosoof, dien hij door Thorbecke had leeren kennen. De we reld is de zelfverwezenlijking van het godde lijke. In zijn wijsbegeerte der ervaring kreeg het schoonheidsgevoel een bijzondere functie, even als het zedelijk gevoel en het godsdienstige ge voel. Deze groote vereering voor de aesthetische gewaarwording maakt hem tot een empiricus van de romantiek, doch daarmede ook tot een ietwat dubbelslachtige gestalte. Zijn „roman tisch rationalisme" is de doorgevoerde inconse quentie van twee onverzoenlijkheden, doch het opstel van dr. Wijnaendts Francken lijkt meer op een sympathieke herdenkingsrede dan op een critische beschouwing, zoodat men het met eigen critisch inzicht moet aanvullen. Het vijftal studies, in deze uitgave bijeenge bracht, dringt wel tot de gevolgtrekking, dat systematiek noch speculatie de kenmerkende krachten van de Nederlandsche philosophen zijn, doch wettigt ook tot de conclusie, dat critische zin en practische realeeringsdrang den Neder lander in staat stellen, geestelijke goederen te keuren en doelmatig aan te wenden. Hierdoor brengt het geschrift ons nader tot de oplossing van het vraagstuk omtrent de Nederlandscne wijsbegeerte. Is die er niet in alle tijden ge weest, dan was er toch een reactie op de wijs geerige stelsels, die typisch Nederlandsch mag heeten. Amsterdam, 2 December 1940 Na eenige weken van terughoudendheid heeft Zaterdag j.l. in Wallstreet een betere stemming baan gebroken. Gelijk bekend werd de markt vrij lang verstoord door Morgenthau's verkla ring, kort na Roosevelt's hei-verkiezing, volgens welke in verband met de geweldige bewa.pe- ningskosten hooeere belastingen zullen worden ingevoerd. Te dien opzichte heeft president Roosevelt tegen het einde der vorige week aan de pers medegedeeld, dat de belastingwetten, die in de komende zitting van het congres zul len worden ingediend, van geen terugwerkende kracht zouden zijn voor het jaar 1940 Onge twijfeld had deze mededeeling in Wallstreet Zaterdag j.l. een goede uitwerking. Over het ten einde loopende jaar werden door het Ame- rikaansche bedrijfsleven buitengewoon gunstige resultaten bereikt, waarop doof de bestaande wetgeving voor een groot deel beslag wordt ge legd. Een verzwaring der belasting zou depri- meerend werken en tot gevolg hebben, dat van redelijke winsten geen sprake zou zijn. Men haalde derhalve in Wallstreet Zaterdag j.l. wat ruimer adem, maar toch werd de koopiust door Roosevelt's mededeeling niet zeer aangewakkerd, omdat op dit punt onzekerheid voor de toe komst blijft bestaan en men Voor nog andere retgeeringsmaatregelen blijft vreezen. De betere houding v&n Wallstreet bleef van daag op onze beurs niet zonder invloed. Men opende voor Amerikaansche waarden in een vastere stemming, terwijl iets meer belangstel ling dan gewoonlijk viel waar te nemen. Staal- fondsen traden hierbij op den voorgrond, waar bij Steels een verbetering boekten van 1 l'A en Bethl. Steel 1% a 1% hooger verhandeld werd. Republic Steel monteerde dollar. Ko perfondsen waren ook vrij goed gedisponeerd en konden voor Anaconda Copper 1 dollar en Ken- necott K—1 verbeteren. Vliegtuigaandeelen getuigden ook van een vastere stemming. Carfoundry en General Mo tors lieten zich ook niet onbetuigd en werden bij opening op vastere prijzen geadviseerd. Spoorwegshares bewogen zich op hun beuit op beter koerspeil en ook hiervoor was iets meer belangstelling aanwezig. Op de locale markt ontmoette Koninklijke Olie licht aanbod en opende hierdoor 2—4 pCt. la- Vorige Slotk 96tV 77 i 85 66 j£ 86 Staatsleeningen 4% Nederl 1940 II 3% Nederl 1896—05 33% Nederl 1938 2% N W Schuld 3% Indië 1937 514 Youngleen 1940 Banken Koloniale Bank 177 Ned Ind Handelsb 129 Cert. Handel-Mij U7 Industrieën 129 80 114 Unilever Calvè Delft Alg Kunstzijde Van Berkei's Pat 47 Philips 200 Ned. Ford 315 176 Fokker Industrieën Buitenland Anaconda Kennecott Bethlehem U S Steel Rep Stee) Stee) 28 37 80 f 67 24 Intern Nickel 28 18-jV 32£r N. Am Aviation Am. Car Foundry General Motors 53 Am Enka 47 Petroleum Kon. Olie 765 Continental Oil Shell Union Oil 19& 6* Slotk HedeD 96-k 78 85£| 66£ 86 176 129 117 128 80 113 47 201 315 175 258 20 12 Tidewater )C£| Rubber Onderhandsche en executiekoers Bandar Deli Batavia Rubber Serbadjadi Silau V l C O Intercontin Rubber Scheepvaart Java Chin Japan H5 Holland—Amerika Lijn 112 Kon Ned Stoomb '54 Scheepvaart-Unie 69 Rott Lloyd '39 St Mij Nederland Hl Suiker H V A. 438 Jav Cultuur 262 N I S. U 254 Vorstenlanden '26 Tabak Dell Batavia 190 Oude Deli ,591 Oostkust 59 Senembah 205 Spoorwegen Illinois Cert 11v, New York Cert. 15 Pennsylvania 24 South Pac il South Railw 15 t - Vorige Slotk. Slotk Heden iC# 271 275 194 196 200 203 129 I3L 108| 110 177 177 148 114 150 169 140 142 435 265 255 125 190 262 60 204 10 151 25 1 '5 ex clivia, nomina». ger. Amerikaansche Oil-Shares waren vaster, met name Shell Union. In den Suikerhoek w'as de belangstelling zeër gering. H.V.A. werd 2 pCt. hooger verhandeld terwijl Vorstenlanden zich niet geheel hand haafde. Rubberaandeelen waren weer zeer vast ge stemd, maar voorloopig bepaalde de handel zich tot Amsterdam Rubber, welk fonds een avans boekte van 57 pCt. Tabakswaarden kenmerkten zich door een verdeelde stemming. Oude Deli kon wegens lichte vraag 34 verbeteren. Aand. Senembah waren echter eerder licht aangeboden, terwij' Deli Batavia vooreerst nagenoeg geen verande ring toonde. De Scheepvaartafdeeling was weer vrij gun stig van toon. Voor Scheepvaart Unie ontwik kelde zich tamelijke vraag, waardoor een ver dere verbetering intrad van 1)4—2. Japanlijn en Holl. Am. Lijn konden 2 a 3'4 monteeren. Booten bleven echter ditmaal op den achter grond. Van binnenlandsche industrieelen kon Uni lever 14 a y, verbeteren. Aku echter was licht aangeboden, terwijl Philipslampen 2% hooger verhandeld werden. Op de Beleggingsmarkt verliep de handel zeer kalm en was de stemming voor Nederlandsche Staatsfondsen prijshoudend. Bij de verdere ontwikkeling was licht aanbod op verschillende punten overwegend en volgde de markt een achteruitgaande richting. Steels en Bethl. Steel brokkelden 54 a dollar af en ook voor andere Amerikaarsche shares gol den minder vaste prijzen. Koninklijke Olie moest 3 a 5 prijsgeven om weer eenigszins te herstellen. H. V. A. liep 2 èt 5 pet. terug. Rub bers waren ook minder vast, A'dam Rubber moest weer 2 a 5 inboeten. Oude Dell gaf 1 pet. prijs. Scheepvaartaandeelen boekten reacties van 1 tot 3 pet. Unilever brokkelde 1 a 1)4 af. Aku toonde weinig belangstelling. Philipslampen konden zich ook niet handhaven en moesten 1 a 2 prijs geven. De beleggingsmarkt verliep en sloot stil. Prolongatie 2y, pet. .artelijk dank „uit naam van all* „leden der groote „hondenfamilie „voor het trapje op „uw voetrem, zoodat „het leven van een „mijner, soms erg „roekelooze, neven „niet voortijdig •wordt afgesneden." Gelukkig! Bijna tijd! Greet keek op de elec- trische klok die achter haar aan den wand hing, tusschen de hoogte kasten vol boeken. Vermoeiend, dat bibliotheekwerk, vooral nu de avonden langer werden en de menschen veel meer boeken kwamen halen dan vroeger. Vlug hielp ze nog een heer die haar al drie maal zijn briefje had toegestoken. „Amor in den vuur toren" is niet thuis mijnheer. Mag het ook een ander boek zijn van denzelfden schrijver?" De heer knikte toestemmend en vlug trippelde ze weg naar kast 43, waar de boeken van dezen auteur waren opgeborgen. Toen ze terugkwam, was er nog iemand bin nengekomen. Het was eigenlijk al over half zes! Ze keek hem eens aan. Een knappe jongeman, dat was zeker. Hij bracht een boek terug. Over manieren ging het! Hoe kwam hij erbij! Hij kleurde toen ze van den titel opzag naar zijn gezicht. Ze sloeg haar oogen dade- lijk neer, maar 1 vinden dat hij wilde meen;;;r.en i Het was er niet Ze sprak even met hem over den schrijver, zocht toen een ander boek, dat minstens even mooi was als het gevraagde. Tevreden ging hij heen. Zij had den korten dienst deze week. De anderen ruimden na sluitingstijd de boeken op die waren teruggekomen. Ze gleed tn haar man tel, groette en ging weg. Het was vochtig buiten en het begon al te schemeren. Vlug liep ze door, om spoedig thuis te zijn. Maar plotseling voelde ze een regendruppel op haar wang. En nog een en steeds meer. On middellijk daarna plaste een zware regenbui neer. Ze vluchtte naar een portiek, doch moest een halve minuut rennen voordat ze er een ge vonden had. Juist toen ze er aan kwam, zocht nog iemand hier een schuilplaats. Ze herkende hem dadelijk. Het was de jongeman die het eti quetteboek had teruggebracht! Hij groette haar beleefd en maakte een op merking over het slechte weer. Zij antwoordde, nog hijgend, dat het maar een bul was. Toen zei ook hij weer iets en er ontwikkelde zich een aangenaam gesprek. De bui bleek langer aan te houden dan zij had vermoed. Maar geen van hen belden scheen dat te betreuren. Toch had zij gelijk: het wó,s maar een bui Toen de laatste druppels gevallen waren, hac j hij ongetwijfeld volgens zijn etiquetteboek eer. vriendelijken groet moeten uitspreken en zijns weegs gaan. Doch inplaats daarvan ontdekte hij dat hij zich nog niet eens aan haar had voor gesteld. waarna deze ceremonie dadelijk plaats vond: hij heette Nico Franssen, zij nusierat naar den naam van Greet Lejour. Dat had dan toch in ieder geval het einde moeten zijn. Maar ook nu stoorde hij zich niet aan de gulden regels uit het boek over vormen en manieren: hij vroeg of hij haar een eindje mocht weg brengen. En dat mocht, want de wijze waarop hij het vroeg was wel in overeenstemming met het boek! Voor haar huisdeur namen zij pas afscheid. Den volgenden dag, opnieuw tegen sluitings tijd, kwam hij weer een boek halen. Ze lachte tegen hem toen ze het hem overreikte, en ze was maar nauwelijks verwonderd dat hij op haar stond te wachten toen ze eenige minuten later naar buiten kwam. Evenmin had z£j er bezwaren tegen dat hij andermaal tot aan de deur met haar meeging. Ook den derden en den vierden dag ruilde hij boeken en altijd zorgde hij dat geen andere juffrouw zijn briefje aannam, 'maar juist zij! Wanneer zij dan samen naar huis liepen, spra ken zij daarover en over nog veel meer heerlijke dingen. Den vijfden dag nam hij haar arm en eerst later bemerkte zij dat dit een avance was die eigenlijk tegen de etiquette indruischte. Want hij had het haar niet eens gevraagd! Doch zij bekende zichzelf dat het een zalig ge voel gaf! In de nieuwe week moest ze langer blijven, omdat nu een collega den korten dienst had. En ze vreesde al dat deze prettige wandelingen, dubbel prettig omdat ze het sluitstuk vormden van een dag hard werken, nu voorgoed zouden ophouden. Maar op den laatsten dag van de loopende week verdween deze vrees geheel en al. Toen zij naar bulten kwam, stond hij daar. Haastig trad hij op haar toe en groette: „Dag Greet!" Met een schok drong het tot haar door dat hij de vorige malen nog „Dag juffrouw Lejour!" had gezegd. Zonder aarzelen antwoordde ze echter.' „Dag Nico!", en gearmd liepen ze naar huis. Op een hoek hield hij plotseling stil. „Greet" zei hij, en aan zijn stem kon zij duidelijk hooren dat hij zeer verlëgen was, „Greet, hoor eens. Ik wil je iets vragen, maar ik heb vergeten in het boek over etiquette na te zien hoe ik het zeggen moet en nü durf ik-het op de bibliotheek niet meer te gaan halen. Het is heel moeilijk, zoo zonder boek, zie je. Wantehik wil je vragen of jeof'je het goedvindt, wanneer je in het vervolgmijn Greet noem?" Toen legde zij haar hoofd tegen zijn wang; p dien hoek gaven zij elkaar hun eersten kus. omhelsden zij elkaar voor den eersten keer! Och ja. die boeken ook! >.Nadruk verboden) nister-president, Pierlot, en andere leden der vorige Belgische regeering onlangs ln het Carl- ton-hotel te Londen, toen dit gebombardeerd werd. Camille Camus, chef van het kabinet van LONDEN, 30 Nov. (D.N.B.). Naar Reuter ver- ni'mt, bevonden zich de vroegere Belgische mi- 1 ^en m'nister van Koloniën, kwam om het leven. Overal waar Sambo verscheen met den armen Flip in zijn slurf, schrokken de menschen hevig. De brandweer probeerde zelfs met een flinken straal water Sambo tot kalmte te bren gen. Angstig vroegen de menschen zich af, waar die olifant met dien schreeuwenden jongen heen zou gaan. Ha, daar was de haven. Sambo bedacht zich heusch niet lang, maar liep meteen naar den kant en liet Flip in het water vallen. „Ziezoo, driftkop," zei Sambo, „dat bad zal je wel kal- meeren. Kon ik het helpen, dat ik struikelde?" bereid voor ong. 3 mnd. in België en Noord- Frankrijk te arbeiden. Alleen niet ingeschrevenen bij de Gem. Arbeidsbeurs gelieven zich te melden Dinsdag a.s. van 11 tot 12 uur bij J. MOOY, Aan nemer Crayenesterlaan 75 Haarlem. HII Zie slechts de étalages bij HEENK, waar U zéker goed slaagt voor Neemt zoo mogelijk uw pakjes mee. U heeft ze vlug ger en spaart ons veel tijd en werk Groote Houtstr. 99, Haarlem „Doet 's morgens Uw inkoopen". Wij geven M I D Z A-B ONS GEEN KOLEN, GEEN NOOD heeft de meest geschikte HAARD-, KACHEL- en VERWARMINGSBLOKKEN 4— per 100 K.G., 40.— per 1000 K.G. Tevens Paard en Wagen te huur 2.per uur, bij meer dan 5 uur 1.50 per uur. Nieuwe Gracht 114 Tel. 20826 HAARLEM Notarissen G. F. M. ROOZEN te Haarlem en J. C. H. ZONDAG te 's-Gravenhage, zullen DONDERDAG 5 DEC. 1940 des nam. 2 uur in het Notaris huis, Bilderdijkstraat 1 te Haar lem, vrijwillig verltoopen, alles gelegen te Haarlem: 1. DRIE HUIZEN met tuinen a. d. Adriaan de Jongstraat nrs. 26, 34 en 42. Verhuurd resp. voor 5.75, 6.50 p. w. en 26 per maand. 2. WERKPLAATS met afz. opg. bovenw. a. d. van Oosten de Bruynstraat nrs. 173 zw. en rd. Verhuurd voor 8.p. w. in totaal. 3. WINKELWOONHUIS met afz. opg. bovenw. a. d. van Oos ten de Bruynstraat nrs. 175 zw. en rd. Beneden onver- huurd; bovenw. verh. voor 24.p. m. tot 31 Maart 1941 1. WINKELWOONHUIS met afz. opg. bovenw. a. d. van Oos ten de Bruynstraat nrs. 177 zw. en rd. Winkelwoonh. verh. voor ƒ55.p. m.; bovenw. v. 24.— p. m. Te veilen afzonderlijk en gecom bineerd. Aanv. bij bet. koopp. vóór of op 16 Jan. 1941. Bez. Dinsd. en Donderd. 24 u. Nadere inl. te bekomen bij No taris Roozen, Spaarne 14 te Haarlem. Kiest als ST. NICOLAAS-GESCHENK zoo'n mooien warmen Dames, zoo'n warme Wintelmantel of Bontmantel van ELZE is een St. Nicolaas-geschenk waar U langen tijd nut en plezier van heeft. Prachtkeuze tot in de allergrootste maten BUITENGEWOON BILLIJKE PRIJZEN KENAUSTRAAT 22 HAARLEM Geopend tot s avonds 8 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3