NEDERLANDSCHE WIJSGEEREN
Beursoverzicht
BEURS VAN AMSTERDAM
Md mnfml
SAMBO DE OLIFANT
BOUWVAKARBEIDERS
ES
BLONK
ST. REINOLDUSHUIS
T
Versche Deensche Forellen
MAANDAG 2 DECEMBER 1940
Hun plaats in de historie
MAANDAG 2 DECEMBER 1940
Pierlot en andere ministers
gespaard bij bomaanval
GEVRAAGD
Timmerl., Metselaars en Grondwerkers,
DAMES,
WINTERMANTEL of BONTMANTEL van ELZE
MANTELMAGAZ. M. B. ELZE
C^ourantenreclame beduidt:
met de minste verkoopkosten
het meeste verkoopen.
wjgsmm
Coornhert
iFoto Archie], V.K.PJ.
Aanvankelijk verdeeld, later
zwakkere markt.
29
37J
80
67
24?
28
18
33|
53
47
I0££
th
5
Av
S'hef1^ I Boekenliefde
WAT ZULLEN
WIJ GEVEN?
Ke«"Tifaaaflj
Practische Geschenken
ADVERTEERT IN DIT DLAD
publiekeVerkoopingen
Veilingen enz
40 a 50 ct. per pond
BALM Tel. 23280 (3 lijnen)
IN HET
Ver wulf 1 1 Tel. 14512 Haarlem
slaagt men sieeds voor een
ARTISTIEK ST. NICOLAAS-
GESCHENK.
Vrijblijvend kuni U zich overtuigen dai er een
ruime keuze is in SCHILDERIJEN, PLATEN,
ETSEN, DELFTSCH BLAUW „ZENITH" HUMMEL
ARTIKELEN, BIJOUTERIEëN en andere KUNST
VOORWERPEN IN VERSCHILLENDE PRIJZEN
Behalve de vele beelden van vooraanstaande
runsienaars, vele eigen ontwerpen van de
BEELDHOUWERS J. P. MAAS ZN.
Een geschiedenis van de Nederlandsche wijs
begeerte zou eerst dan bevredigend geschreven
kunnen worden, wanneer bewezen is, dat er een
Nederlandsche wijsbegeerte bestaat of althans
in de historie heeft bestaan. Zoolang dit bewijs
niet geleverd is, moet men zich tevreden stellen
met een geschiedenis van de beoefening der wijs
begeerte in de Nederlanden. Deze valt dan voor
een aanzienlijk gedeelte samen met de geschie
denis van het philosophische onderwijs aan de
Nederlandsche universiteiten en seminaria.
Dat er niet van een groote toonaangevende,
typisch-Nederlandsche richting in het wijsgeerig
denken der eeuwen kon worden gesproken, staat
bij oppervlakkige kennismaking met de alge-
meene geschiedenis der philosophie al gauw voor
den waarnemer vast. Het oorspronkelijk wijs
geerig denken weeft geen doorloopende draden
door de Nederlandsche geestesgeschiedenis. Prac-
tisch, critisch en realistisch als hij is, schijnt de
Nederlandsche geest het speculatieve denken te
ontwijken. Waar hij het ontmoet en overneemt,
Past hij het gaarne toe op de directe levens-
Practijk. Het Nederlandsche denken als ge
heel genomen is eerder ethisch dan metaphy-
sisch gericht.
Toch moet men voorloopig voorzichtig zijn
met generaliseerende gevolgtrekkingen uit deze
waarneming, want het onderzoek naar het werk
van philosophen, die Nederlander van geboorte
waren of in Nederland werkten en daarbij Ne
derlandsche invloeden ondergingen, is nog lang
niet voltooid, en er zijn figuren, wier werkdadig-
heid men den laatsten tijd scherper begint te
zien in verband met hun afkomst en omgeving.
De middeleeuwsche denker, Siger van Brabant,
door Dante als een „hemelsch licht" gehuldigd,
komt uit het jongste onderzoek naar zijn vol
ledige schrifturen te voorschijn als een waarlijk
groote verschijning en blijkt nu ook een man
van sterke oorspronkelijkheid. Het is niet on
mogelijk, dat zijn plaats in de geschiedenis, tot
dusver eenzijdig belicht, bij breede beschouwing
ook helderder uitkomen zal. Zoo zijn er meer
vaste punten, maar vooral meer stroomingen en
richtingen in de geschiedenis der wijsbegeerte,
waarbij het Nederlandsche karakter van de
voornaamste stootgevers of vertegenwoordigers
tot dusver te zeer buiten beschouwing bleef.
Het vraagstuk van de geschiedenis der Neder
landsche philosophie, onlangs door prof. dr.
Eerd. Sassen van Nijmegen buitengewoon helder
behandeld in een lezmg ,van de Leidsche studen
ten van de vereeniging „Sint Augustinus", is
zeker meer gecompliceerd dan te kennen kon
worden gegeven in loopende slagzinnen over onze
spreekwoordelijke nuchterheid. Inmiddels ver
scheen een belangwekkende bijdrage tot de ken-
his van dit onderdeel der historie. Het „Alge
meen Nederlandsch Tijdschrift voor Wijsbegeerte
en Psychologie" opende zijn 34en jaargang met
een aflevering (November 1940), die speciaal ge-
W'ijd is aan Nederlandsche wijsgeeren
(uitg. van Gorcum en Comp. N.V. te Assen).
Vijf figuren uit het Nederlandsche gedachten-
leven worden erin als wijsgeer beschouwd, elk
door een specialist, maar de beide éïrsten be
handelen een gestalte, wier allervoornaamste
beteekenis niet ligt op het strikte gebied van de
wijsbegeerte, te weten den mysticus Jan van
Ruusbroee en den ethicus D;rk Volkertszoon
Coornhert.
Ruusbroee is door Prof. dr. Perd. Sassen
behandeld. De Nijmeegsche hoogleeraar vindt
bij Ruusbroee eigenlijk geen gesloten systeem
van wijsbegeerte, doch een nauwe aaneensluiting
van scholastiek en mystiek, met dien verstande,
dat Ruusbroee in groote lijnen het Augustinisme
volgt in deszelfs oorspronkelijke, d.w.z. Neopla-
toonsche gedaante, zooals die ook het denken
van zijn leermeesters in de mystiek heeft geleid.
>,Wie bij Ruusbroee een wijsgeerige overtuiging
van Thomistische signatuur zou willen zoeken,
Zou bedrogen uitkomen."
Een afgerond wijsgeerig stelsel kan de Gro-
hingsche professor dr. J. Lindeboom ook niet
ontwaren bij Coornhert, hoewel deze door
Land werd gerekend tot de typisch-Nederland
sche wijsgeeren. Coornherts denken beweegt zich
langs de snijlijn van de theologie en de ethica;
het verzet zich tegen de Calvinistische praedesti-
natie-leer, houdt vast aan de leerstelling van de
Moederkerk omtrent den vrijen wil, neigt naar
een mysticistisch spiritualisme, en is sterk-evan-
gelisch, hoewel gekleurd door de Stoa. De schrij
ver herinnert eraan „dat Coornhert met al zijn
evangelische opvattingen zich toch nooit heeft
losgemaakt van de Roomsch-Katholieke kerk,
die voor hem altijd de benadering van de Ka
tholieke kerk is gebleven", doch volgens dezen
auteur was Coornhert „in geenen deele een prac-
tiseerend katholiek". Ons klinkt die formuleering
wat forsch toe. Het is voor onderzoek open, in
hoeverre een man, die zich aan de leerstellingen
der Moederkerk toch minstens verstandelijk ge
bonden gevoelde, de practische voorschriften
dier kerk meende te kunnen missen en in hoe
verre hij ze eventueel veronachtzaamde, zonder
nu direct die veronachtzaming als exemplarisch
te beschouwen. Wat is bijvoorbeeldv „een zekere
neiging tot de ceremoniën der Roomsche kerk"?
Coornhert heeft geloofd, dat hij leefde in een
overgangstijd van het kerkbegrip, zooals iemand
vandaag kan gelooven, dat hij leeft in een over
gangsperiode van het staatsbegrip of het maat
schappijbegrip, doch of het deswege verantwoord
is, hem een overtuiging toe te schrijven omtrent
het „interimaire" karakter van de kerk zelf,
Waaruit dan weer een practisch indifferentisme
zou volgen, staat ongetwijfeld te bezien. De zeer
knappe studie van prof. Lindeboom, waarin het
Jibertinisme" van Coornhert wetenschappelijk
Wordt getoetst, maakt ons eens te meer duidelijk,
hoe noodig het is, dat het volledige oeuvre van
Coornhert wordt bestudeerd door katholieke ge
leerden, die goed thuis zijn in de traditie, waar
hit Coornhert putte. Dit zegt niets tegen de
groote verdiensten van mannen als prof.
W&ggmMsSsé
Ruusbroee
(Foto Archief V.K.P.)
Becker en prof. Lindeboom, doch hun ver
helderend werk vraagt om de aanvulling van een
theologisch-geschoold, in het humanisme ge
vormd katholiek, die daarenboven historicus zou
zijn. (Te Nijmegen bezit men het instituut om
zulk een man te vormen, en de eigen universiteit
verdient zoo krachtig onzen steun, omdat zij aan
de algemeene wetenschap juist met zooveel ge
zag en zooveel sier den steun van dit eigene
kan bijdragen. Het weze den lezer een aansporing
om het Nijmeegsche werk althans met de be
langstelling zijner offervaardigheid voor te gaan,
in de hoop, dat hij het met de offervaardigheid
zijner belangstelling zal mogen volgen, wanneer
het aan dit gewichtig onderdeel van de groot-
sche taak toekomt. De exploitatie der „eigen
cultuur" staat nog maar aan haar begin. Wie
daar uit haast of voorbarigheid een beetje" on
tevreden over wordt, moge bedenken, dat de
rijkdom van de mijn de gunstige oorzaak is van
de schijnbaar langzame vordering der werk
zaamheden). Dit zij dan tusschen haakjes opge
merkt. Het was missch'en niet overdreven-stout
moedig, dat het eens opgemerkt werd.
Dr. L. Brummel beschouwt de beminnelijke
persoonlijkheid van Frans Hemsterhuis,
die sedert de meer systematische bestudeering
var de Romantiek als de Hollandsche philo-
soof bij uitstek van dit gewichtig tijdperk geldt.
Maar wederom constateert deze auteur, dat het
geen Hemsterhuis naliet „een weinig sluitend
geheel vormt". Voor de groote systematiek levert
ons vaderland klaarblijkelijk minder bouwers
dan grondstof. Hemsterhuis (1721—1790) reageert
op de verlichting en houdt zich bezig met de
problematiek onzer individualiteit, die hij, ro
manticus naar het wezen, ervaart als onvoldane
eenzelvigheid. Zoo kwam hij vanzelf tot een
waardeering van de gemoedsovertuiging, die hem
in staat stelde juist die gedachten te formulee
ren over gemoed, poëzie, enthousiasme, geniali
teit en vroomheid, waaraan de Duitsche roman
tiek in de jaren harer opkomst behoefte gevoel
de. Hier vooral heeft men te zoeken naar zijn
historische beteekenis. Tegenover de normen van
het critische denken staat Hemsterhuis betrek
kelijk weerloos; men kan daar zijn charme ln
ontwaren of zijn zwakheid; beide eigenschappen
gaan zoo dikwijls samen.
Dat Mr. Johannes Kinker (1764—1845),
de dichter-philösoöf, scherp polemist tegen Mr.
Rhijnvis Feith, in deze brochure afzonderlijk
wordt behandeld, zij het dan alleen als wijs
geer, mag ons vooral verheugen, omdat de schets,
door P. H. v. d. Gulden aan Kinker gewijd, de
aandacht voert naar een periode onzer cultuur
geschiedenis, die langen tijd wegens haar ouder-
wetschen stijl van te weinig belang werd geoor
deeld. Datgene, wat in den Franschen tijd en
onder Willem I gedacht werd en geschreven, be
ziet men te zelden in samenhangend verband;
ook schijnt het ietwat teruggedrongen door de
domineerende figuur van Mr. Willem Bilder-
dijk, die immers eenmaal in zijn leven gesollici
teerd heeft naar het leeraarschap inalle
vakken! Von Antal noemt nochtans onzen
Kinker „geniaal", en dit blijft een krachtig woord,
waarmede men zeker in deze materie niet al te
spoedig klaar moet staan. Voor Kinker was Bil-
derdijk, zoowel als Feith, het voorwerp zijner
ironie, en wij weten uit de litteratuurgeschiede
nis, dat deze ironie bijzonder scherp kon zijn.
Het Neokantiaansche karakter, dat aan zijn
wijsgeerige opvattingen mag worden toegekend,
vertoonde stellig zeer oorspronkelijke kanten; het
mist alweer de harmonische beslotenheid van het
wijsgeerige systeem. Het weze opgemerkt als een
merkwaardigheid, het eerste gesignaleerd door
prof. Sassen, dat de wijsgeerige discussie over
het stelsel van Kant ten onzent wordt gevoerd
door meesters in de rechten. Men mag daaren
boven opmerken, dat zij voor een deel ook dich
ters zijn. en dat zij in de philosophie mede eene
verantwoording zoeken voor de gewaarwording
van het aesthetische. Dit laatste heeft er Kin
ker toe gebracht een wijsgeerige theorie over de
taal (in Kantiaanschen zin) te scheppen, waarbij
de taal zich dan voordoet als „het oorspronke
lijkste kunstgewrocht van den algemeenen ge
nius der mensehheid, de door zichzelve afgeschil
derde beeldende kunst van het, tusschen voor-
werpelijkheid en onderwerpelijkheid (of waar
heid en zedelijkheid) harmonie en overeenstem
ming zoekende denkvermogen".
Het zou de moeite waard zijn, deze opvat
ting der taal te vergelijken met de gevoelens
en suggest'es, hieromtrent te vinden in de poëzie
en de proza van Albert Verweij; de kans is
groot, dat Verweij dan d'cht bij Kinker blijkt
te staan.
Tenslotte wordt Mr. C. W. Opzoomer (1821
1892) geschetst door Dr. C. J. Wijnaendts
Francken, die den Utrechtschen hoogleeraar
vooral huldigt als helder en bezielend docent.
Opzoomer ging uit van het „verzoenend" karak
ter der wijsbegeerte ten opzichte der tegenstrij
digheden ln 'smenschen wezen, en meende, dat
de wijsbegeerte geroepen was, de plaats in te
nemen van den godsdienst. Hij predikte een
soort panentheïsme in den zin van Krause, den
toenmaals beroemden Duitschen philosoof, dien
hij door Thorbecke had leeren kennen. De we
reld is de zelfverwezenlijking van het godde
lijke. In zijn wijsbegeerte der ervaring kreeg het
schoonheidsgevoel een bijzondere functie, even
als het zedelijk gevoel en het godsdienstige ge
voel. Deze groote vereering voor de aesthetische
gewaarwording maakt hem tot een empiricus
van de romantiek, doch daarmede ook tot een
ietwat dubbelslachtige gestalte. Zijn „roman
tisch rationalisme" is de doorgevoerde inconse
quentie van twee onverzoenlijkheden, doch het
opstel van dr. Wijnaendts Francken lijkt meer
op een sympathieke herdenkingsrede dan op een
critische beschouwing, zoodat men het met eigen
critisch inzicht moet aanvullen.
Het vijftal studies, in deze uitgave bijeenge
bracht, dringt wel tot de gevolgtrekking, dat
systematiek noch speculatie de kenmerkende
krachten van de Nederlandsche philosophen zijn,
doch wettigt ook tot de conclusie, dat critische
zin en practische realeeringsdrang den Neder
lander in staat stellen, geestelijke goederen te
keuren en doelmatig aan te wenden. Hierdoor
brengt het geschrift ons nader tot de oplossing
van het vraagstuk omtrent de Nederlandscne
wijsbegeerte. Is die er niet in alle tijden ge
weest, dan was er toch een reactie op de wijs
geerige stelsels, die typisch Nederlandsch mag
heeten.
Amsterdam, 2 December 1940
Na eenige weken van terughoudendheid heeft
Zaterdag j.l. in Wallstreet een betere stemming
baan gebroken. Gelijk bekend werd de markt
vrij lang verstoord door Morgenthau's verkla
ring, kort na Roosevelt's hei-verkiezing, volgens
welke in verband met de geweldige bewa.pe-
ningskosten hooeere belastingen zullen worden
ingevoerd. Te dien opzichte heeft president
Roosevelt tegen het einde der vorige week aan
de pers medegedeeld, dat de belastingwetten,
die in de komende zitting van het congres zul
len worden ingediend, van geen terugwerkende
kracht zouden zijn voor het jaar 1940 Onge
twijfeld had deze mededeeling in Wallstreet
Zaterdag j.l. een goede uitwerking. Over het
ten einde loopende jaar werden door het Ame-
rikaansche bedrijfsleven buitengewoon gunstige
resultaten bereikt, waarop doof de bestaande
wetgeving voor een groot deel beslag wordt ge
legd. Een verzwaring der belasting zou depri-
meerend werken en tot gevolg hebben, dat van
redelijke winsten geen sprake zou zijn. Men
haalde derhalve in Wallstreet Zaterdag j.l. wat
ruimer adem, maar toch werd de koopiust door
Roosevelt's mededeeling niet zeer aangewakkerd,
omdat op dit punt onzekerheid voor de toe
komst blijft bestaan en men Voor nog andere
retgeeringsmaatregelen blijft vreezen.
De betere houding v&n Wallstreet bleef van
daag op onze beurs niet zonder invloed. Men
opende voor Amerikaansche waarden in een
vastere stemming, terwijl iets meer belangstel
ling dan gewoonlijk viel waar te nemen. Staal-
fondsen traden hierbij op den voorgrond, waar
bij Steels een verbetering boekten van 1 l'A
en Bethl. Steel 1% a 1% hooger verhandeld
werd. Republic Steel monteerde dollar. Ko
perfondsen waren ook vrij goed gedisponeerd en
konden voor Anaconda Copper 1 dollar en Ken-
necott K—1 verbeteren.
Vliegtuigaandeelen getuigden ook van een
vastere stemming. Carfoundry en General Mo
tors lieten zich ook niet onbetuigd en werden
bij opening op vastere prijzen geadviseerd.
Spoorwegshares bewogen zich op hun beuit
op beter koerspeil en ook hiervoor was iets meer
belangstelling aanwezig.
Op de locale markt ontmoette Koninklijke Olie
licht aanbod en opende hierdoor 2—4 pCt. la-
Vorige
Slotk
96tV
77 i
85
66 j£
86
Staatsleeningen
4% Nederl 1940 II
3% Nederl 1896—05
33% Nederl 1938
2% N W Schuld
3% Indië 1937
514 Youngleen 1940
Banken
Koloniale Bank 177
Ned Ind Handelsb 129
Cert. Handel-Mij U7
Industrieën
129
80
114
Unilever
Calvè Delft
Alg Kunstzijde
Van Berkei's Pat 47
Philips
200
Ned. Ford 315
176
Fokker
Industrieën Buitenland
Anaconda
Kennecott
Bethlehem
U S Steel
Rep Stee)
Stee)
28
37
80 f
67
24
Intern Nickel 28
18-jV
32£r
N. Am Aviation
Am. Car Foundry
General Motors 53
Am Enka 47
Petroleum
Kon. Olie 765
Continental Oil
Shell Union Oil
19&
6*
Slotk
HedeD
96-k
78
85£|
66£
86
176
129
117
128
80
113
47
201
315
175
258
20
12
Tidewater )C£|
Rubber
Onderhandsche en executiekoers
Bandar
Deli Batavia Rubber
Serbadjadi
Silau
V l C O
Intercontin Rubber
Scheepvaart
Java Chin Japan H5
Holland—Amerika Lijn 112
Kon Ned Stoomb '54
Scheepvaart-Unie 69
Rott Lloyd '39
St Mij Nederland Hl
Suiker
H V A. 438
Jav Cultuur 262
N I S. U 254
Vorstenlanden '26
Tabak
Dell Batavia 190
Oude Deli ,591
Oostkust 59
Senembah 205
Spoorwegen
Illinois Cert 11v,
New York Cert. 15
Pennsylvania 24
South Pac il
South Railw 15
t -
Vorige
Slotk.
Slotk
Heden
iC#
271
275
194
196
200
203
129
I3L
108|
110
177
177
148
114
150
169
140
142
435
265
255
125
190
262
60
204
10
151
25
1
'5
ex clivia,
nomina».
ger. Amerikaansche Oil-Shares waren vaster,
met name Shell Union.
In den Suikerhoek w'as de belangstelling zeër
gering. H.V.A. werd 2 pCt. hooger verhandeld
terwijl Vorstenlanden zich niet geheel hand
haafde.
Rubberaandeelen waren weer zeer vast ge
stemd, maar voorloopig bepaalde de handel
zich tot Amsterdam Rubber, welk fonds een
avans boekte van 57 pCt.
Tabakswaarden kenmerkten zich door een
verdeelde stemming. Oude Deli kon wegens
lichte vraag 34 verbeteren. Aand. Senembah
waren echter eerder licht aangeboden, terwij'
Deli Batavia vooreerst nagenoeg geen verande
ring toonde.
De Scheepvaartafdeeling was weer vrij gun
stig van toon. Voor Scheepvaart Unie ontwik
kelde zich tamelijke vraag, waardoor een ver
dere verbetering intrad van 1)4—2. Japanlijn
en Holl. Am. Lijn konden 2 a 3'4 monteeren.
Booten bleven echter ditmaal op den achter
grond.
Van binnenlandsche industrieelen kon Uni
lever 14 a y, verbeteren. Aku echter was licht
aangeboden, terwijl Philipslampen 2% hooger
verhandeld werden.
Op de Beleggingsmarkt verliep de handel zeer
kalm en was de stemming voor Nederlandsche
Staatsfondsen prijshoudend.
Bij de verdere ontwikkeling was licht aanbod
op verschillende punten overwegend en volgde
de markt een achteruitgaande richting. Steels
en Bethl. Steel brokkelden 54 a dollar af
en ook voor andere Amerikaarsche shares gol
den minder vaste prijzen. Koninklijke Olie
moest 3 a 5 prijsgeven om weer eenigszins te
herstellen. H. V. A. liep 2 èt 5 pet. terug. Rub
bers waren ook minder vast, A'dam Rubber
moest weer 2 a 5 inboeten. Oude Dell gaf 1 pet.
prijs.
Scheepvaartaandeelen boekten reacties van 1
tot 3 pet.
Unilever brokkelde 1 a 1)4 af. Aku toonde
weinig belangstelling. Philipslampen konden
zich ook niet handhaven en moesten 1 a 2 prijs
geven.
De beleggingsmarkt verliep en sloot stil.
Prolongatie 2y, pet.
.artelijk dank
„uit naam van all*
„leden der groote
„hondenfamilie
„voor het trapje op
„uw voetrem, zoodat
„het leven van een
„mijner, soms erg
„roekelooze, neven
„niet voortijdig
•wordt afgesneden."
Gelukkig! Bijna tijd! Greet keek op de elec-
trische klok die achter haar aan den wand
hing, tusschen de hoogte kasten vol boeken.
Vermoeiend, dat bibliotheekwerk, vooral nu de
avonden langer werden en de menschen veel
meer boeken kwamen halen dan vroeger. Vlug
hielp ze nog een heer die haar al drie maal zijn
briefje had toegestoken. „Amor in den vuur
toren" is niet thuis mijnheer. Mag het ook een
ander boek zijn van denzelfden schrijver?" De
heer knikte toestemmend en vlug trippelde ze
weg naar kast 43, waar de boeken van dezen
auteur waren opgeborgen.
Toen ze terugkwam, was er nog iemand bin
nengekomen. Het was eigenlijk al over half zes!
Ze keek hem eens aan. Een knappe jongeman,
dat was zeker. Hij bracht een boek terug. Over
manieren ging het! Hoe kwam hij erbij! Hij
kleurde toen ze van den titel opzag naar zijn
gezicht. Ze sloeg
haar oogen dade-
lijk neer, maar 1
vinden dat hij
wilde meen;;;r.en i
Het was er niet
Ze sprak even met hem over den schrijver,
zocht toen een ander boek, dat minstens even
mooi was als het gevraagde. Tevreden ging
hij heen.
Zij had den korten dienst deze week. De
anderen ruimden na sluitingstijd de boeken op
die waren teruggekomen. Ze gleed tn haar man
tel, groette en ging weg. Het was vochtig buiten
en het begon al te schemeren. Vlug liep ze door,
om spoedig thuis te zijn.
Maar plotseling voelde ze een regendruppel
op haar wang. En nog een en steeds meer. On
middellijk daarna plaste een zware regenbui
neer. Ze vluchtte naar een portiek, doch moest
een halve minuut rennen voordat ze er een ge
vonden had. Juist toen ze er aan kwam, zocht
nog iemand hier een schuilplaats. Ze herkende
hem dadelijk. Het was de jongeman die het eti
quetteboek had teruggebracht!
Hij groette haar beleefd en maakte een op
merking over het slechte weer. Zij antwoordde,
nog hijgend, dat het maar een bul was. Toen
zei ook hij weer iets en er ontwikkelde zich een
aangenaam gesprek. De bui bleek langer aan
te houden dan zij had vermoed. Maar geen van
hen belden scheen dat te betreuren.
Toch had zij gelijk: het wó,s maar een bui
Toen de laatste druppels gevallen waren, hac j
hij ongetwijfeld volgens zijn etiquetteboek eer.
vriendelijken groet moeten uitspreken en zijns
weegs gaan. Doch inplaats daarvan ontdekte hij
dat hij zich nog niet eens aan haar had voor
gesteld. waarna deze ceremonie dadelijk plaats
vond: hij heette Nico Franssen, zij nusierat
naar den naam van Greet Lejour. Dat had dan
toch in ieder geval het einde moeten zijn. Maar
ook nu stoorde hij zich niet aan de gulden
regels uit het boek over vormen en manieren:
hij vroeg of hij haar een eindje mocht weg
brengen. En dat mocht, want de wijze waarop
hij het vroeg was wel in overeenstemming met
het boek! Voor haar huisdeur namen zij pas
afscheid.
Den volgenden dag, opnieuw tegen sluitings
tijd, kwam hij weer een boek halen. Ze lachte
tegen hem toen ze het hem overreikte, en ze
was maar nauwelijks verwonderd dat hij op
haar stond te wachten toen ze eenige minuten
later naar buiten kwam. Evenmin had z£j er
bezwaren tegen dat hij andermaal tot aan de
deur met haar meeging.
Ook den derden en den vierden dag ruilde hij
boeken en altijd zorgde hij dat geen andere
juffrouw zijn briefje aannam, 'maar juist zij!
Wanneer zij dan samen naar huis liepen, spra
ken zij daarover en over nog veel meer heerlijke
dingen. Den vijfden dag nam hij haar arm en
eerst later bemerkte zij dat dit een avance was
die eigenlijk tegen de etiquette indruischte.
Want hij had het haar niet eens gevraagd!
Doch zij bekende zichzelf dat het een zalig ge
voel gaf!
In de nieuwe week moest ze langer blijven,
omdat nu een collega den korten dienst had.
En ze vreesde al dat deze prettige wandelingen,
dubbel prettig omdat ze het sluitstuk vormden
van een dag hard werken, nu voorgoed zouden
ophouden.
Maar op den laatsten dag van de loopende
week verdween deze vrees geheel en al. Toen
zij naar bulten kwam, stond hij daar. Haastig
trad hij op haar toe en groette: „Dag Greet!"
Met een schok drong het tot haar door dat hij
de vorige malen nog „Dag juffrouw Lejour!"
had gezegd. Zonder aarzelen antwoordde ze
echter.' „Dag Nico!", en gearmd liepen ze naar
huis.
Op een hoek hield hij plotseling stil. „Greet"
zei hij, en aan zijn stem kon zij duidelijk hooren
dat hij zeer verlëgen was, „Greet, hoor eens. Ik
wil je iets vragen, maar ik heb vergeten in het
boek over etiquette na te zien hoe ik het zeggen
moet en nü durf ik-het op de bibliotheek niet
meer te gaan halen. Het is heel moeilijk, zoo
zonder boek, zie je. Wantehik wil je
vragen of jeof'je het goedvindt, wanneer
je in het vervolgmijn Greet noem?"
Toen legde zij haar hoofd tegen zijn wang;
p dien hoek gaven zij elkaar hun eersten kus.
omhelsden zij elkaar voor den eersten keer!
Och ja. die boeken ook!
>.Nadruk verboden)
nister-president, Pierlot, en andere leden der
vorige Belgische regeering onlangs ln het Carl-
ton-hotel te Londen, toen dit gebombardeerd
werd. Camille Camus, chef van het kabinet van
LONDEN, 30 Nov. (D.N.B.). Naar Reuter ver-
ni'mt, bevonden zich de vroegere Belgische mi- 1 ^en m'nister van Koloniën, kwam om het leven.
Overal waar Sambo verscheen met den armen Flip in zijn
slurf, schrokken de menschen hevig. De brandweer probeerde
zelfs met een flinken straal water Sambo tot kalmte te bren
gen. Angstig vroegen de menschen zich af, waar die olifant met
dien schreeuwenden jongen heen zou gaan.
Ha, daar was de haven. Sambo bedacht zich heusch niet lang,
maar liep meteen naar den kant en liet Flip in het water
vallen. „Ziezoo, driftkop," zei Sambo, „dat bad zal je wel kal-
meeren. Kon ik het helpen, dat ik struikelde?"
bereid voor ong. 3 mnd. in België en Noord-
Frankrijk te arbeiden.
Alleen niet ingeschrevenen bij de Gem. Arbeidsbeurs gelieven
zich te melden Dinsdag a.s. van 11 tot 12 uur bij J. MOOY, Aan
nemer Crayenesterlaan 75 Haarlem.
HII
Zie slechts de étalages bij
HEENK, waar U zéker goed
slaagt voor
Neemt zoo mogelijk uw
pakjes mee. U heeft ze vlug
ger en spaart ons veel tijd
en werk
Groote Houtstr. 99, Haarlem
„Doet 's morgens
Uw inkoopen".
Wij geven M I D Z A-B ONS
GEEN KOLEN, GEEN NOOD
heeft de meest geschikte
HAARD-, KACHEL- en
VERWARMINGSBLOKKEN
4— per 100 K.G., 40.—
per 1000 K.G.
Tevens Paard en Wagen te huur
2.per uur, bij meer
dan 5 uur 1.50 per uur.
Nieuwe Gracht 114 Tel. 20826
HAARLEM
Notarissen
G. F. M. ROOZEN
te Haarlem en
J. C. H. ZONDAG
te 's-Gravenhage, zullen
DONDERDAG 5 DEC. 1940
des nam. 2 uur in het Notaris
huis, Bilderdijkstraat 1 te Haar
lem, vrijwillig verltoopen, alles
gelegen te Haarlem:
1. DRIE HUIZEN met tuinen a.
d. Adriaan de Jongstraat nrs.
26, 34 en 42. Verhuurd resp.
voor 5.75, 6.50 p. w. en 26
per maand.
2. WERKPLAATS met afz. opg.
bovenw. a. d. van Oosten de
Bruynstraat nrs. 173 zw. en
rd. Verhuurd voor 8.p. w.
in totaal.
3. WINKELWOONHUIS met afz.
opg. bovenw. a. d. van Oos
ten de Bruynstraat nrs. 175
zw. en rd. Beneden onver-
huurd; bovenw. verh. voor
24.p. m. tot 31 Maart 1941
1. WINKELWOONHUIS met afz.
opg. bovenw. a. d. van Oos
ten de Bruynstraat nrs. 177
zw. en rd. Winkelwoonh. verh.
voor ƒ55.p. m.; bovenw. v.
24.— p. m.
Te veilen afzonderlijk en gecom
bineerd.
Aanv. bij bet. koopp. vóór of op
16 Jan. 1941.
Bez. Dinsd. en Donderd. 24 u.
Nadere inl. te bekomen bij No
taris Roozen, Spaarne 14 te
Haarlem.
Kiest als ST. NICOLAAS-GESCHENK zoo'n mooien warmen
Dames, zoo'n warme Wintelmantel of Bontmantel van ELZE
is een St. Nicolaas-geschenk waar U langen tijd nut en
plezier van heeft.
Prachtkeuze tot in de allergrootste maten
BUITENGEWOON BILLIJKE PRIJZEN
KENAUSTRAAT 22 HAARLEM
Geopend tot s avonds 8 uur.