Italië en.... DE KAPPER ALS BONT PREI-PROL WANDELEN ALS WINTERSPORT KOOLRAAP De vrouw in Italië <r*Vr>*V- LEKO STOFZUIGERS ONBEREIKBAAR IS EET NU PEULVRUCHTEN! OOK DE BONTJAS Hoe zelf een kwart liter hoest-siroop te maken. G.SCHOORL GEEN MELK Geen last, ZATERDAG 7 DECEMBER 1940 \t<V 'S4i doen we het met de imitatie HET GEHEELE GEZIN KAN ER AAN MEEDOEN KAN LEKKER ZIJN II Vijf wenken voor de planten in uw kamer INKOOP OUD ZILVER tegen de hoogste waarde mits „WHO" In de kast! SEGER Co. - A'dam MET DIT MERK - MINDER WERK DE VROUW EN HAAR TIJD HET SCHOONHEIDSINSTITUUT IS NIET IETS NIEUWS VAN ONZEN TIJD Het morgentoilet van de oude Romeinen be- «tond slechts uit 'n vluchtige wassching van gezicht en handen in schoon water. Zeep immers was nog onbekend. De verdere afwerking volg- de dan 's middags met een volledig bad. Het scheren werd overgelaten aan den tonsor (bar bier). Deze nam een voorname plaats in in het leven van de Romeinen, want hun uiterlijke verschijning hing voor een groot deel af van de kundigheid \an den barbier. Wij kunnen ons dan ook een Romein niet anders voorstellen dan gladgeschoren en kortgeknipt en wij vra gen ons af: „wanneer zijn die heeren hiermee begonnen?" Eens immers droegen de Romeinen, zoowel als de Grieken een baard. Tot aan het begin van de tweede eeuw vóór Christus toonde de munt de afbeelding van een bebaarden kop, maar in de volgende generatie al raken de baarden in onbruik. Cesar en Augustus beschou wen het dagelijksch scheren bijna als een plicht van hun hoogen staat en hun opvolgers, van Tiberius tot Trajanus, hebben trouw hun voorbeeld nagevolgd. Daar de Romeinen nu en door alle eeuwen heen er op uit waren, een gelegenheid tot feesten te vinden, is het te begrijpen, dat het afscheren van de eerste dunne kinharen op des jonkmans aangezicht met eenig ceremonieel gepaard ging. Van dien piechtigen dag af dus moest de jongeling zich aan de dagelijksche behandeling van den barbier onderwerpen en daarmee begon ook de lijdensweg want het materiaal van den Figaro in spe, alsook zijn behendigheid, lijkt natuurlijk in geen opzicht op dat van onze eeuw. Ofschoon het scheermes met behulp van speeksel op een steen gesle pen werd, behield het toch een bedenkelijke ge lijkenis met een slechte zaag en het bleef al tijd een foltering, zich de kaken te laten afraspen terwijl de haren niet eerst met scheer zeep waren zacht gemaakt. „Gelooft niet", zegt dan ook een satirische poëet uit die dagen, „dat de litteekens op mijn kin afkomstig zijn van de nagels mijner eega, ofschoon die een respectabele lengte hebben. Zü zijn mij toegebracht door het mes van den barbier Antiochus en diéns misdadige hand." Velen vervielen van den regen in den drop. Om aan de mishandelingen van den barbier te ontkomen namen zij hun toevlucht tot een soort kwakzalver, die hun een papje op de kaken legde van hars en pek. Het is ons niet bekend of de klanten, die op deze wijze ont haard waren, een tweeden keer terugkwamen. Er schenen ook mildere middelen te bestaan, zooals: sap van klimop, ezelsvet, geitegal, vleer muizen- en slangeijbloed. Er waren Romeinen die nog een andere methode verkozen, name lijk het uittrekken der haren door middel van het pincet. En ten slotte waren er de al te ver wijfde heeren,. die, om toch vooral de kaken zoo glad en zacht te hebben als een perzik huidje, de drie methoden tegelijk toepasten. Nu is het te begrijpen, met welk 'n enthou siasme de Romeinen de nieuwe baardmode aan vaardden, die door Adrianus werd gelanceerd, om een lidteeken op zijn wang te verbergen. Voor een tijdperk van honderdvijftig jaar week men niet meer van deze dracht af. Er bleef dus den kappers niet anders over dan zich meer hartgrondig met de hoofdharen te bemoeien en dit deden zij dan ook, zelfs in die mate, dat ze de haren met de ondulatietang gingen be werken. Tegelijk hielden zij er een schoon heidsinstituut op na, waar rimpels, puistjes en allerlei oneffenheden onzichtbaar werden ge maakt. Er is niets nieuws onder de zon, niet waar Tot dusver hebben we alleen van de heeren der schepping gesproken, doch het is piet waar schijnlijk, dat zij alleen zich aan deze ijdelhe- den schuldig maakten. Ook de Romeinsche vrouwen hechtten groote waarde aan haai uiterlijke verschijning, maar de verzorging daar van geschiedde natuurlijk steeds binnen de muren van haar paleizen. Tot zoover eenige trekjes uit het leven van de ouden, doch aan wie bekend is met 't Italiaan- sche vplk valt het telkens weer op, dat de oude Romein nooit heelemaal in hem gestorven is, dat er iets van de zeden en gewoonten van dè antieken bij hem is blijven hangen. De vele en goed beklante kapperszaken immers merkt iedere vreemdeling in Italië op en als gevolg daarvan de goed geknipte en verzorgde mannen koppen. Ook de vrouwen onderscheiden zich van ons, Hollandschen, door haar keurige kap sels en er is misschien geen stad in Italië waar dit zwak zoo sterk tot uiting komt als m Napels. In de volksbuurten, waar het huiselijk leven zich voor het allergrootste deel op straat afspeelt zet de vrouw zich zelfs voor haar deur neer. om heur haren in glimmende golven en krullen te laten leggen door een kapster, in Napolitaansch dialect Capera geheeten. Bij alles wat er verder ook aan haar toilet of aan haar omgeving moge ontbreken, haar hoofd draagt trots en fier de kroon van glanzend zwarte lokken. C. P.-D. Een vocdzamen en gebonden groente bouillon maakt mendoor van dertig gram bloem, een lepel water, een ei en wat zout een beslagje te maken. Dit wordt over een houten lepeltje in den koenden bouillon gegoten, waar het da delijk stolt. Na 10 minuten trekken kan deze smakelijke en goedkoope bouillon worden opgediend (Foto VKP.) Bont, ook imitatie, dragen we dit sei zoen op alle wijzen op het hoofd. De capuchon is van het zachte, pas teïbruine teddybear, 't Linker hoedje van namaak ocelot of wilde kat. De muts rechts is van een wart met grijs ge- vlekten textielbont. tl' 4 *1 êM Héél vroeger gold het „zich hullen in zijde en bont'' als het toppunt van rijk dom; sindsdien werd, met het populari- seeren van allerlei luxebegrippen, bont de gangbare garneering voor den wintermantel en thans draagt elke vrouw bont, of het nu het edele nerz is of het alledaagsche ko nijn tot nerz geverfd. De vrouw van goeden smaak echter, voor wie de dure bontsoorten onbereikbaar zijn (en thans minder bereikbaar dan ooit, Want de bont- prijzen gaan in stijle lijn naar boven) en die met konijn of dakhaas geen genoegen kan ne men, zal bij de imitatie-bontsoorten ongetwij feld de gewenschte garneering vinden voor haar mantel of jasje. Bont is dit seizoen al zeer modern, zelfs hoedjes worden met bont overtrokken, wat al leraardigst staat, vooral als dezelfde bontsoort zich herhaalt aan kraag of mof of op de zak ken. De linker figuur van de teekening heeft haar zwart mantelpakje op deze wijze uitge rust. Van namaak ocelot is de reverskraag van het jasje en de groote mof. Het hoedje van dezelfde bontsoort maakt van het geheel -een ensemble, dat met den naam chic bestempeld mag worden. Hoewel een dergelijk hoofddekseltje, wanneer men het dag in dag uit moet dragen, gaat vervelen en ge waarschijnlijk op een goeden of liever ge zegd op 'n kwaden dag zoudt moeten consta- teeren, dat het u heelemaal niet meer staat, een part dat elk excentriek hoedje ons vroeg of laat speelt. Bij een dergelijk complet bezit men, indien men verstandig is, dan óók een pretentieloos, eenvoudig zwart dopje. En laat men de mof, wanneer het weer voor een derge lijke completeering te zacht is, thuis, dan kun nen de handschoenen gedragen worden, ver sierd met het kapje van ocelot. Al is het bonthoedje nieuwer dan de bont muts, dat laatste heeft nog allerminst afgedaan, kortharige bontsoorten leenen zich hiervoor het best. Het mutsje wordt voorop het hoofd ge dragen, een band van vilt of van hetzelfde bont of een vilten kapje omsluit het achterhoofd en zorgt voor het noodige houvast. Eigenlijke benamingen hebben de imitatie bontsoorten niet, men ziet er, die aan veulen aan nutria of aan chevreau doen denken, hoe wel astrakan, zoowel in zwart, grijs als bruin tot de fraaiste soorten blijft hooren. Voor de groote kraag en het mutsje, gedragen door het rechter figuurtje, leent zich elk stevig, niet te kortharig textiel-bont. Laat u zich, bij het zoeken van wat naar uw smaak en uw gading is, niet alleen leiden door kleur en teekening van het materiaal, let u ook en vooral op de kwaliteit. In de goedkoo pere, glanzende soorten is kunstzijde verwerkt, waardoor het z'n fraicheur spoedig verliest, een euvel, waaraan de kwaliteiten, welke hooger in prijs zijn, niet lijden. Tot de duurdere soorten behoort ook het teddybeer, in dit product een der meest flatteuze materialen. Een capuchon van teddy is aan den dito mantel of aan de jas van ruige ruiten stof een aanwinst, waar men den geheelen winter pleizier van zal be leven. A. Bgl. Erwten, boonen en capucijners be- hooren tot de weinige voedingsmid delen, die niet te lijden hebben door het bereiden in hooikist of kranten, leert de Voedingsraad. Erwtensoep met kluif en capucijners met gebakken spek waren vaste gerechten van het wintermenu. Nu alleen de peulvruchten be schikbaar zijn en het vleesch en spek niet, be sluit menige huisvrouw, geen erwten en capucijners te koopen, daar er toch niets lek kers van te maken is. Dat is uit voedingsoog punt en uit keuken technisch oogpunt een on juiste opvatting. Uit voedingsoogpunt is het gebruik van vleesch in peulvruchtensoepen enz. niet noodig, daar de peulvruchten zelf eiwitten bevatten. De peulvruchten zijn als eiwit-, kool hydraten- en vitamine B-bron van belang; zij behooren tot de weinige voedingsmiddelen, die niet te lijden hebben door het bereiden in hooi kist of couranten, zoodat het lange koken van erwten, boonen en capucijners geen bezwaar be hoeft te worden voor het brandstoffenverbruik. Samen met melk en aardappelen vormen de peulvruchten zelfs een geheel volwaardige voe ding, waarbij het vleesch en het spek gemist kunnen worden. Er- valt in de keuken met de peulvruchten nog heel wat te bereiken, maar men moet de goede recepten kennen. Hier vol gen er eenige als voorbeeld, zij zijn berekend voor vier volwassen personen (of man, vrouw en drie a vier kinderen). GROENE ERWTEN MET WINTER PEEN EN PETERSELIESAUS 500 gram groene erwten, 1 K.G. winterpeen, 1 y, Liter water, 1% K.G. aardappelen, aard appelmeel, wat boter, peterselie, zout. De erwten wasschen, een dag en een nacht weeken, den volgenden dag met het weekwater en wat boter ongeveer drie kwartier koken. Dan de geschrabde en gesneden wortelen en het zout door M. WitkopKoning Een ouderwetsch éénpan-sgerecht In oude kookboeken kan men soms aardige vondsten doen! Zoo ontdekte ik, bladerende in een re ceptenverzameling uit „grootmoe ders tijd", een smakelijke samen voeging van ingrediënten, waaraan bovengenoemde naam is gegeven. Het gerecht past om verschillen de redenen uitstekend, in onzen rantsoeneeringstijd: de aardappe len en de prei. die ervoor noodig zijn, staan geheel tot onze beschik king en de leverworst, die er deel van uitmaakt, vormt één van de voordeeligste mogelijkheden op onze vlecschkaart. Verbeteren we verder grootmoeders zienswijze, door de aardappelen te stampen met wat melk inplaats van water, dan zal het ouderwetsche één- pansgerecht in zijn nieuwe kleed ons dezen winter menigmaal met dankbaarheid doen denken aan grootmoeders vindingrijkheid op kookgebied. Voor vier personen hebben we ongeveer noodig: 1 y2 a 2 kg. aardappelen; een flin ke bos prei; 300 a 400 gr. lever worst; een halve liter melk, wat- zout, misschien wat azijn en wat peper. Zet de aardappelen op met een bodempje kokend water en wat zout, leg er de goed zandvrij ge- wasschen, in stukjes gesneden prei op, laat op een flink vuur 't water weer aan de kook komen en kook dan de aardappelen en de prei op een zacht vuur verder gaar en droog (niet langer dan een half uur)- Giet de melk in de pan en laat die aan de kook komen; stamp dan de aardappelen met de prei door elkaar en roer er tenslotte losjes de in plakjes gesneden lever worst door. Maak het gerecht mis schien nog op smaak af met wat azijn en wat peper. toevoegen en alles nog drie kwartier koken. De erwten en de peen uit het water nemen. Het water binden met aangemengd aardappelmeel en de saus afmaken met de rest van de boter en fijn gesneden peterselie. De saus dan niet meer laten koken. Gekookte aardappelen er bij geven. HUTSPOT I VA K G. aardappelen, 1 tot 1 y„ K.G. winter peen, 500 gram groene erwten, 500 gram uien, vet of boter, zout. De erwten wasschen, een dag en een nacht weeken in ruim water, den volgenden dag gaar koken in het weekwater zonder zout. Zout toe voegen als de erwten bijna gaar zijn. De aardappelen schoonboenen, pitten, slechte met weinig kokend water en zout opzetten. Hierop de schoongeboende, gewasschen en klein gesneden peen en uien leggen en samen gaar koken. Kooktijd ongeveer drie kwartier. Den stamppot doorstampen en afmaken met vet. De erwten door den stamppot roeren. HUTSPOT II Een moderne wijze van bereiden, waarbij vitaminen zooveel mogelijk bewaard blijven. Bestanddeelen ais voor recept I. De aardappelen schoonboenen pitten, slechte plekken wegsnijden, wasschen en met weinig kokend water en zout opzetten. Hierop het grootste gedeelte van de goed geboende en klein gesneden peen en alle gesneden uien leg gen en samen gaar koken. Kooktijd ongeveer drie kwartier. Boter of vet, de apart gekookte groene erwten en wat rauwe geraspte peen toe voegen en de massa zonder stampen vlug dooreen mengen en direct opdoen. PEULVRUCHTEN SOEP 500 Gram groene erwten, bruine of witte boonen of capucijners, 1 K.G. aardappelen, vier Liter water, een kleine selderijknol en wat groen, een flinke-prei, driekwart liter melk, wat vet, wat zout. De gewasschen peulvruchten een dag en een nacht in de helft van de aangegeven hoeveel heid water laten weeken. Ze den volgenden dag met het weekwater en wat vet opzetten (het vet maakt ze vlugger zacht) en een half uur laten koken, vlug in de hooikist zetten of in couranten pakken en vier uur laten staan. Een uur voor het eten de pan uitpakken, de gare peulvruchten fijnstampen en verdunnen met de rest van het water en de melk. De soep weer aan de kook brengen, de fijngesneden prei en selderijknol met de geboende en in stukken ge sneden aardappelen toevoegen, een half uur laten koken. Af en toe in de soep roeren om ze mooi gebonden te krijgen. De soep afmaken met wat zout en fijngehakte selderij; ze dan niet meer laten koken. BOONENMAALTIJD MET MOS TERDSAUS 500 gram buine boonen, witte boonen of ca pucijners, 2% K.G. aardappelen, wat vet, aard appelmeel, mosterd, azijn. De peulvruchten een dag en een nacht te vo ren weeken en den volgenden dag gaar laten worden op de manier als bij de peulvruchten soep is aangegeven. De aardappelen boenen, met een bodempje kokend water en wat zout opzetten. Zoodra de aardappelen koken de uitgepakte boonenpan er als deksel op plaatsen, er voor zorgen, dat het goed afsluit. Wat zout bij de peulvruchten voegen. Als de aardappelen gaar en droog zijn, de boonen vlug aan de kook brengen, uit het vocht scheppen en het vocht met wat aangemengd aardappelmeel binden. De saus op smaak maken met wat mosterd en azijn. Om afwisseling in den smaak te brengen, kan men een fijngehakt preitje, wat gehakte peter selie, wat kerry of een justablet gebruiken. „Wandelen meneer"-, zei de medicus tegen dengene, die kwam klagen over z'n ge stoorde zenuwen: „Wandelen staalt spieren en zenuwen." Houdt u niet van wandelen?! O, maar dan heeft u nog nooit écht gewandeld, dat wil zeggen: Geloopen om de sport van het loopen. Met een kind aan 't handje langs de winkels drentelen noemt men wandelen, aan de „Vier- daagsche" meedoen heet óók wandelen. In het laatste geval is wandelen echter een sport; een sport, die we tot onze eigen schade veel te weinig bedrijven, een sport, die voor jong en oud is, bereikbaar voor elke beurs, en waarbij lepels gezondheid worden opgedaan. In één woord: wandelen is de sport van dezen tijd, nu de „wintersport" in landen van sneeuw en zon ons langs den neus gaat en onze spieren om actie vragen als tegenwicht tegen het vele, dat onze zenuwen te verzetten hebben. Wij, Nederlanders, zijn eigenlijk op het gebied van toeristische sport rare menschen. Zoodra een buitenlandsche trein ons één of eenige et malen buiten onze landsgrenzen heeft gebracht ontpoppen we ons tot iets heel sportiefs, met rugzak, windjak en dikbezoolde schoenen en dapper trekken we over bergen en door dalen we hadden nooit geweten, dat het zich voort bewegen op eigen voeten zóó heerlijk was er. dat de natuur onzen zintuigen zóó groote be koring biedt. Maar terug in het eigen woonge bied worden rugzak, windjak en schoenen in kranten gepakt (tegen de mot) op zolder op geborgen tot het volgend jaar en daarmee schrompelt het sportief enthousiasme weg als een gevulde ballon, waar met een naald in wordt geprikt. We vallen terug in een soort „torpeur", wat betreft de wandelsport, en als we ons op een niets-beter-brengenden Zondag middag toch maar wat gaan verplaatsen, bezien we de natuur met een geveinsde welwillendheid, die bij voorbaat alle enthousiasme uitsluit, tot dat het gaat vriezen en de bevroren watervlak ten met haar zoomen van wit berijpt riet den geest van sportief-toerisme doet opveeren en den Hollander van acht tot tachtig prestaties van voortbeweging door eigen kracht levert, die het geslacht ware eer aan doen. Maar een schaatsentocht kan men nu een maal buiten het ijs-seizoen niet maken en een wandeltocht nu eenmaal wel, en daarom doen wij onszelf tekort, als wij ons in dezen tijd het genot van het wandelen niet lééren eigen ma ken. En als ge het uzelf niet kunt leeren, laat het u dan door anderen leeren. De A.N.W.B. die door haar populairen naam het wielrijden suggereert maar die officieel „Nederlandsche Toeristenbond" heet, ijvert er thans voor, het toerisme te voet in ons eigen mooie landje wat leven in te bla zen. Organiseerde zij 's zomers rijwieltochten met onbekende bestemming, dezen herfst zijn twee wandeltochten "met onbekende bestem ming tot een zoo groot succes geworden, dat er zeker meer zullen volgen. De enthousiaste deel name heeft bewezen, dat de Hollander (man of vrouw) van echt wandelen houdt, dat hij of zij alleen maar een kleinen duw noodig heeft om zich op een Zondagochtend in sportieve kleedij te steken, dikke wollen sokken aan de voeten te schieten de van 't buitenland meegebrachte sporttasch aan te gorden, waarin de boterham men gaan en zich open te stellen voor het ge not van de meest primitieve lichaamsbeweging, waarin men de longen zuigt vol zuivere lucht en den geest onderdompelt in de verstillende rust van de natuur. Aan den laatst gehouden herfst-wandeltocht voor leden en niet-leden in het boschrijke gedeelte van het Sticht tusschen Bilthoven en de Lage Vuursche namen bijna negenhonderd wandelaars deel (neen, weest u maar niet bang, het vertrek is zoo geregeld, dat elk groepje zich alléén op pad waant) die uit alle streken van het land, ook vanuit het hooge Noorden per trein arriveerden aan den vertrek- post. Want voor den echten sportliefhebber, voor den natuurvriend en voor wie van Holland houdt, is zoo'n wandel-Zondag een dag van intens genieten. De Nederlandsche Toeristen bond zet zijn pijlen, die de deelnemers langs de goede paden voeren, niet zoo maar aan be kende wegen en weggetjes. Door buitengoede ren, voor het publiek ontoegankelijk, waar de bosschen van ongerepte eenzaamheid zijn, en langs smalle zandweggetjes, die anders alleen voor hazen en konijnen en voor den boschwach ter zijn, gaan de wandelaars, die heelemaal ver getendat loopen in een vlak land eigenlijk zoo vervelend is Die verkeerde mecning, die een vastgegroeide gemeenplaats in ons gedachtenleven is, zijn we namelijk toegedaan omdat we de mooie, ver borgen plekjes in ons land niet goed kennen en omdat we het sportieve element in het wan delen te weinig inschakelen. Maar de winter staat nog aan het begin; de aller-eenvoudigste wintersport, zonder sneeuw en zonder ski's, maar toch ook een energie- gevende en een zenuw-kalmeerende kan ieder, die de gelegenheid aangrijpt, zich nog eigen maken. A. Bgl. Een goedkoope, gezonde groente, die niet genoeg gewaardeerd wordt. De koolraap behoort in de meeste gezinnen nu niet juist tot de meest geliefde groenten en toch.... de koolraap-zelf heeft daaraan minder schuld dan haar bereiding. Wordt ze opgezet met veel water, zoogenaamd om haar den „sterken" smaak te doen verliezen, dan staat ze aan dat water een groot gedeelte van haar vrij aanzienlijk suikergehalte af; het gevolg is, dat het zoete van de rauwe koolraap verloren gaat en we op tafel een product krij gen,. dat alleen door de toegevoegde stoffen boter, nootmuskaat, suiker eenigszins op smaak is gebracht. Dat kan echter anders. We zetten de geschilde, in reepjes gesneden koolraap op met slechts een bodempje water zonder zout; we brengen de groente op een flink vuur aan de kook en laten ze op een zacht vuur gaar en tegelijkertijd droog koken, niet langer dan een half uur. Schudden we er dan zooals we 't ook bij worteltjes gewend zijn even de boter door, om de groente daarna in de schaal over te brengen, dan zal er geen sprake zijn van een „sterken smaak", omdat de thans in de koolraap bewaarde suiker geheel den niet gewenschten rapensmaak overheerscht en de op het laatst toegevoegde boter het aroma aanmerkelijk verhoogt. Wie de koolraap liever met een melksausje opdient, kan in hoofdzaak de hier beschreven bereidingswijze volgen. Wil men voor het ge recht niet meer dan één pan gebruiken, dan wordt op den bodem van de drooggekookte pan met gare koolraap vlug wat melk aan de kook gebracht (ongeveer 'n halve dL of drie eetlepels per persoon)de melk wordt gebonden met wat aangemengd aardappelmeel, terwijl tot slot de boter door het gerecht wordt geroerd. Toevoe ging van een ietsje zout (of suiker) is hier mis schien gewenscht, omdat de melk het geheel iets flauwer maakt. Op een Novemberdag, dien men in normalen doen koud en kil zou ge noemd hebben, zaten de deelnemers aan den A.N.W.B.-wandeltocht bij den controle post aan de Lage Vuursche buiten erwtensoep en pannekoek te verorberen (Foto Poiygoon.) Niet iedereen heeft evenveel waardeering voor den smaak van de Italiaansche vrouw, al moet men toegeven, dat zij een zesde zintuig heeft, op het punt van kleeding althans. Zij weet aardige en origineele combinaties te vin den en heeft er ook slag van om de meest ge durfde toiletten te dragen.... zoolang zij ten minste hiermee den „goeden" smaak geen ge weld aandoet. Dit is echter maar al te vaak het geval. De reden hiervan moeten we zoeken in de uitbundigheid van het zuidelijk tempe rament. De Italiaansche vrouwen weten geen maat te houden. Zij zetten haar hoedje al te scheef, verven heur haar al te rood, zij gebrui ken net even te veel poudre-de-riz en hantee- ren wat heel overvloedig de lippenstift. Haar rokken zijn al heel kort en de snit van haar ensembles 'n beetje te strak. Natuurlijk geven zij ook de voorkeur aan zware bontjassen, ofschoon lichte in 't Zuid- Italiaansch klimaat al haast overbodig zijn. Maar de mode (niet de contramode) heeft nu eenmaal een bepaald type geschapen, dat steeds meer aanhangsters vindt. Van achteren zijn de dames allen gelijk: wijde, korte bontjas, die de figuur bijna vierkant maakt, bloot hoofd met lange, nonchalant gekapte haren, beenen in ragfijne kousen en sandalen, die in lijn rechte tegenspraak zijn met de pels. Heel lang zal dit type zich wel niet handhaven, want er gaan al stemmen op uit het rijk van de contramode ten voordeele van den eenvoudigen stoffen mantel. C. P.—D. Zet de planten zooveel mogelijk in het licht, maar dés zomers niet in de volle zon. De aarde mag niet te nat (als modder) of te droog (als poeder) zijn, maar wel vochtig. Vermijdt allen tocht want daarvan kan de plant luis krijgen. De bladeren moeten eenmaal per week voor zichtig afgesponst of afgesproeid (des winters niet buiten). Alleen varens geeft men deze be handeling niet. In de kamer, waar de planten staan, mag' het nooit vriezen, ook niet het korte oogenblik dat de kamer gedaan wordt en de ramen wa genwijd opengaan. De planten moeten zoolang weggezet worden. Eén graad vorst is voldoende om de plant te doen stierven. Om deze eenvoudige maar zeer doeltreffende hoest-siroop te maken, volstaat het een kwart liter water te koken en een of twee eetlepels suiker hierin op te lossen, dan voegt U hierbij den inhoud van een 30-grams fleschje Vervus (dubbel geconcentreerd), dat verkrijgbaar is bij alle apothekers en drogisten. Na even goed roeren is het gereed en heeft 13 meer dan een kwart liter uitstekende hoest siroop. Dosis voor volwassenen: een eetlepel; kinde ren van 8 tot 12 jaar: een dessertlepel; 3 tot 8 jaar: een theelepel, te nemen na de drie voornaamste maaltijden en voor het naar bed gaan. Knip dit recept uit om den naam Vervus en de dosis niet te vergeten. VRAAGT UW WINKELIER OF DROGIST 1ICT. P. ZAKJE, GELIJK AAN 1PÖND SUIKER VAN RUN'S MOSTERD - UTRECHT AMSTERDAM ROKIN 42 OPGERICHT 1868 VOORHEEN KAL VERSTRAAT 51 Vraagt. Uw winkelier naar le soort „WHO"-MELKPOEDER en alle andere WHO"-producten. N.Z. VOORBURGWAL 276 - TEL. 31494-35160-36918 Van de oudste en meest bekende fabriek in Nederland Prima fabrikaat voor elke beurs VRAAGT UWEN WINKELIER

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 8