Italië en....
DE KAPPER
ALS BONT
PREI-PROL
WANDELEN ALS WINTERSPORT
KOOLRAAP
De vrouw in Italië
<r*Vr>*V-
LEKO STOFZUIGERS
ONBEREIKBAAR IS
EET NU PEULVRUCHTEN!
OOK
DE BONTJAS
Hoe zelf een kwart liter
hoest-siroop te maken.
G.SCHOORL
GEEN MELK Geen last,
ZATERDAG 7 DECEMBER 1940
\t<V 'S4i
doen we het met de imitatie
HET GEHEELE GEZIN
KAN ER AAN MEEDOEN
KAN LEKKER ZIJN
II
Vijf wenken voor de planten in
uw kamer
INKOOP OUD ZILVER
tegen de hoogste waarde
mits „WHO" In de kast!
SEGER Co. - A'dam
MET DIT MERK - MINDER WERK
DE VROUW EN HAAR TIJD
HET SCHOONHEIDSINSTITUUT IS
NIET IETS NIEUWS VAN ONZEN TIJD
Het morgentoilet van de oude Romeinen be-
«tond slechts uit 'n vluchtige wassching van
gezicht en handen in schoon water. Zeep immers
was nog onbekend. De verdere afwerking volg-
de dan 's middags met een volledig bad. Het
scheren werd overgelaten aan den tonsor (bar
bier). Deze nam een voorname plaats in in het
leven van de Romeinen, want hun uiterlijke
verschijning hing voor een groot deel af van
de kundigheid \an den barbier. Wij kunnen ons
dan ook een Romein niet anders voorstellen
dan gladgeschoren en kortgeknipt en wij vra
gen ons af: „wanneer zijn die heeren hiermee
begonnen?" Eens immers droegen de Romeinen,
zoowel als de Grieken een baard. Tot aan het
begin van de tweede eeuw vóór Christus toonde
de munt de afbeelding van een bebaarden kop,
maar in de volgende generatie al raken de
baarden in onbruik. Cesar en Augustus beschou
wen het dagelijksch scheren bijna als een
plicht van hun hoogen staat en hun opvolgers,
van Tiberius tot Trajanus, hebben trouw hun
voorbeeld nagevolgd.
Daar de Romeinen nu en door alle eeuwen
heen er op uit waren, een gelegenheid tot
feesten te vinden, is het te begrijpen, dat het
afscheren van de eerste dunne kinharen op des
jonkmans aangezicht met eenig ceremonieel
gepaard ging. Van dien piechtigen dag af dus
moest de jongeling zich aan de dagelijksche
behandeling van den barbier onderwerpen en
daarmee begon ook de lijdensweg want het
materiaal van den Figaro in spe, alsook zijn
behendigheid, lijkt natuurlijk in geen opzicht op
dat van onze eeuw. Ofschoon het scheermes
met behulp van speeksel op een steen gesle
pen werd, behield het toch een bedenkelijke ge
lijkenis met een slechte zaag en het bleef al
tijd een foltering, zich de kaken te laten
afraspen terwijl de haren niet eerst met scheer
zeep waren zacht gemaakt.
„Gelooft niet", zegt dan ook een satirische
poëet uit die dagen, „dat de litteekens op mijn
kin afkomstig zijn van de nagels mijner eega,
ofschoon die een respectabele lengte hebben.
Zü zijn mij toegebracht door het mes van den
barbier Antiochus en diéns misdadige hand."
Velen vervielen van den regen in den drop.
Om aan de mishandelingen van den barbier te
ontkomen namen zij hun toevlucht tot een
soort kwakzalver, die hun een papje op de
kaken legde van hars en pek. Het is ons niet
bekend of de klanten, die op deze wijze ont
haard waren, een tweeden keer terugkwamen.
Er schenen ook mildere middelen te bestaan,
zooals: sap van klimop, ezelsvet, geitegal, vleer
muizen- en slangeijbloed. Er waren Romeinen
die nog een andere methode verkozen, name
lijk het uittrekken der haren door middel van
het pincet. En ten slotte waren er de al te ver
wijfde heeren,. die, om toch vooral de kaken
zoo glad en zacht te hebben als een perzik
huidje, de drie methoden tegelijk toepasten.
Nu is het te begrijpen, met welk 'n enthou
siasme de Romeinen de nieuwe baardmode aan
vaardden, die door Adrianus werd gelanceerd,
om een lidteeken op zijn wang te verbergen.
Voor een tijdperk van honderdvijftig jaar week
men niet meer van deze dracht af. Er bleef dus
den kappers niet anders over dan zich meer
hartgrondig met de hoofdharen te bemoeien en
dit deden zij dan ook, zelfs in die mate, dat
ze de haren met de ondulatietang gingen be
werken. Tegelijk hielden zij er een schoon
heidsinstituut op na, waar rimpels, puistjes en
allerlei oneffenheden onzichtbaar werden ge
maakt. Er is niets nieuws onder de zon, niet
waar
Tot dusver hebben we alleen van de heeren
der schepping gesproken, doch het is piet waar
schijnlijk, dat zij alleen zich aan deze ijdelhe-
den schuldig maakten. Ook de Romeinsche
vrouwen hechtten groote waarde aan haai
uiterlijke verschijning, maar de verzorging daar
van geschiedde natuurlijk steeds binnen de
muren van haar paleizen.
Tot zoover eenige trekjes uit het leven van de
ouden, doch aan wie bekend is met 't Italiaan-
sche vplk valt het telkens weer op, dat de
oude Romein nooit heelemaal in hem gestorven
is, dat er iets van de zeden en gewoonten van
dè antieken bij hem is blijven hangen. De vele
en goed beklante kapperszaken immers merkt
iedere vreemdeling in Italië op en als gevolg
daarvan de goed geknipte en verzorgde mannen
koppen. Ook de vrouwen onderscheiden zich
van ons, Hollandschen, door haar keurige kap
sels en er is misschien geen stad in Italië waar
dit zwak zoo sterk tot uiting komt als m
Napels. In de volksbuurten, waar het huiselijk
leven zich voor het allergrootste deel op straat
afspeelt zet de vrouw zich zelfs voor haar deur
neer. om heur haren in glimmende golven en
krullen te laten leggen door een kapster, in
Napolitaansch dialect Capera geheeten. Bij alles
wat er verder ook aan haar toilet of aan haar
omgeving moge ontbreken, haar hoofd draagt
trots en fier de kroon van glanzend zwarte
lokken. C. P.-D.
Een vocdzamen en gebonden groente
bouillon maakt mendoor van dertig
gram bloem, een lepel water, een ei en
wat zout een beslagje te maken. Dit
wordt over een houten lepeltje in den
koenden bouillon gegoten, waar het da
delijk stolt. Na 10 minuten trekken kan
deze smakelijke en goedkoope bouillon
worden opgediend
(Foto VKP.)
Bont, ook imitatie,
dragen we dit sei
zoen op alle wijzen
op het hoofd.
De capuchon is
van het zachte, pas
teïbruine teddybear,
't Linker hoedje van
namaak ocelot of
wilde kat. De muts
rechts is van een
wart met grijs ge-
vlekten textielbont.
tl' 4
*1 êM
Héél vroeger gold het „zich hullen in
zijde en bont'' als het toppunt van rijk
dom; sindsdien werd, met het populari-
seeren van allerlei luxebegrippen, bont de
gangbare garneering voor den wintermantel
en thans draagt elke vrouw bont, of het
nu het edele nerz is of het alledaagsche ko
nijn tot nerz geverfd.
De vrouw van goeden smaak echter, voor wie
de dure bontsoorten onbereikbaar zijn (en
thans minder bereikbaar dan ooit, Want de bont-
prijzen gaan in stijle lijn naar boven) en die
met konijn of dakhaas geen genoegen kan ne
men, zal bij de imitatie-bontsoorten ongetwij
feld de gewenschte garneering vinden voor
haar mantel of jasje.
Bont is dit seizoen al zeer modern, zelfs
hoedjes worden met bont overtrokken, wat al
leraardigst staat, vooral als dezelfde bontsoort
zich herhaalt aan kraag of mof of op de zak
ken. De linker figuur van de teekening heeft
haar zwart mantelpakje op deze wijze uitge
rust. Van namaak ocelot is de reverskraag van
het jasje en de groote mof.
Het hoedje van dezelfde bontsoort maakt
van het geheel -een ensemble, dat met den
naam chic bestempeld mag worden. Hoewel een
dergelijk hoofddekseltje, wanneer men het dag
in dag uit moet dragen, gaat vervelen en ge
waarschijnlijk op een goeden of liever ge
zegd op 'n kwaden dag zoudt moeten consta-
teeren, dat het u heelemaal niet meer staat,
een part dat elk excentriek hoedje ons vroeg
of laat speelt. Bij een dergelijk complet bezit
men, indien men verstandig is, dan óók een
pretentieloos, eenvoudig zwart dopje. En laat
men de mof, wanneer het weer voor een derge
lijke completeering te zacht is, thuis, dan kun
nen de handschoenen gedragen worden, ver
sierd met het kapje van ocelot.
Al is het bonthoedje nieuwer dan de bont
muts, dat laatste heeft nog allerminst afgedaan,
kortharige bontsoorten leenen zich hiervoor het
best. Het mutsje wordt voorop het hoofd ge
dragen, een band van vilt of van hetzelfde bont
of een vilten kapje omsluit het achterhoofd en
zorgt voor het noodige houvast.
Eigenlijke benamingen hebben de imitatie
bontsoorten niet, men ziet er, die aan veulen
aan nutria of aan chevreau doen denken, hoe
wel astrakan, zoowel in zwart, grijs als bruin
tot de fraaiste soorten blijft hooren. Voor de
groote kraag en het mutsje, gedragen door het
rechter figuurtje, leent zich elk stevig, niet te
kortharig textiel-bont.
Laat u zich, bij het zoeken van wat naar uw
smaak en uw gading is, niet alleen leiden door
kleur en teekening van het materiaal, let u
ook en vooral op de kwaliteit. In de goedkoo
pere, glanzende soorten is kunstzijde verwerkt,
waardoor het z'n fraicheur spoedig verliest, een
euvel, waaraan de kwaliteiten, welke hooger in
prijs zijn, niet lijden. Tot de duurdere soorten
behoort ook het teddybeer, in dit product een
der meest flatteuze materialen. Een capuchon
van teddy is aan den dito mantel of aan de
jas van ruige ruiten stof een aanwinst, waar
men den geheelen winter pleizier van zal be
leven. A. Bgl.
Erwten, boonen en capucijners be-
hooren tot de weinige voedingsmid
delen, die niet te lijden hebben
door het bereiden in hooikist of
kranten, leert de Voedingsraad.
Erwtensoep met kluif en capucijners met
gebakken spek waren vaste gerechten van het
wintermenu. Nu alleen de peulvruchten be
schikbaar zijn en het vleesch en spek niet, be
sluit menige huisvrouw, geen erwten en
capucijners te koopen, daar er toch niets lek
kers van te maken is. Dat is uit voedingsoog
punt en uit keuken technisch oogpunt een on
juiste opvatting. Uit voedingsoogpunt is het
gebruik van vleesch in peulvruchtensoepen enz.
niet noodig, daar de peulvruchten zelf eiwitten
bevatten. De peulvruchten zijn als eiwit-, kool
hydraten- en vitamine B-bron van belang; zij
behooren tot de weinige voedingsmiddelen, die
niet te lijden hebben door het bereiden in hooi
kist of couranten, zoodat het lange koken van
erwten, boonen en capucijners geen bezwaar be
hoeft te worden voor het brandstoffenverbruik.
Samen met melk en aardappelen vormen de
peulvruchten zelfs een geheel volwaardige voe
ding, waarbij het vleesch en het spek gemist
kunnen worden. Er- valt in de keuken met de
peulvruchten nog heel wat te bereiken, maar
men moet de goede recepten kennen. Hier vol
gen er eenige als voorbeeld, zij zijn berekend
voor vier volwassen personen (of man, vrouw
en drie a vier kinderen).
GROENE ERWTEN MET WINTER
PEEN EN PETERSELIESAUS
500 gram groene erwten, 1 K.G. winterpeen,
1 y, Liter water, 1% K.G. aardappelen, aard
appelmeel, wat boter, peterselie, zout.
De erwten wasschen, een dag en een nacht
weeken, den volgenden dag met het weekwater
en wat boter ongeveer drie kwartier koken. Dan
de geschrabde en gesneden wortelen en het zout
door M. WitkopKoning
Een ouderwetsch éénpan-sgerecht
In oude kookboeken kan men
soms aardige vondsten doen! Zoo
ontdekte ik, bladerende in een re
ceptenverzameling uit „grootmoe
ders tijd", een smakelijke samen
voeging van ingrediënten, waaraan
bovengenoemde naam is gegeven.
Het gerecht past om verschillen
de redenen uitstekend, in onzen
rantsoeneeringstijd: de aardappe
len en de prei. die ervoor noodig
zijn, staan geheel tot onze beschik
king en de leverworst, die er deel
van uitmaakt, vormt één van de
voordeeligste mogelijkheden op
onze vlecschkaart. Verbeteren we
verder grootmoeders zienswijze,
door de aardappelen te stampen
met wat melk inplaats van water,
dan zal het ouderwetsche één-
pansgerecht in zijn nieuwe kleed
ons dezen winter menigmaal met
dankbaarheid doen denken aan
grootmoeders vindingrijkheid op
kookgebied.
Voor vier personen hebben we
ongeveer noodig:
1 y2 a 2 kg. aardappelen; een flin
ke bos prei; 300 a 400 gr. lever
worst; een halve liter melk, wat-
zout, misschien wat azijn en wat
peper.
Zet de aardappelen op met een
bodempje kokend water en wat
zout, leg er de goed zandvrij ge-
wasschen, in stukjes gesneden prei
op, laat op een flink vuur 't water
weer aan de kook komen en kook
dan de aardappelen en de prei op
een zacht vuur verder gaar en
droog (niet langer dan een half
uur)- Giet de melk in de pan en
laat die aan de kook komen; stamp
dan de aardappelen met de prei
door elkaar en roer er tenslotte
losjes de in plakjes gesneden lever
worst door. Maak het gerecht mis
schien nog op smaak af met wat
azijn en wat peper.
toevoegen en alles nog drie kwartier koken. De
erwten en de peen uit het water nemen. Het
water binden met aangemengd aardappelmeel
en de saus afmaken met de rest van de boter
en fijn gesneden peterselie. De saus dan niet
meer laten koken. Gekookte aardappelen er bij
geven.
HUTSPOT I
VA K G. aardappelen, 1 tot 1 y„ K.G. winter
peen, 500 gram groene erwten, 500 gram uien,
vet of boter, zout.
De erwten wasschen, een dag en een nacht
weeken in ruim water, den volgenden dag gaar
koken in het weekwater zonder zout. Zout toe
voegen als de erwten bijna gaar zijn.
De aardappelen schoonboenen, pitten, slechte
met weinig kokend water en zout opzetten.
Hierop de schoongeboende, gewasschen en klein
gesneden peen en uien leggen en samen gaar
koken. Kooktijd ongeveer drie kwartier. Den
stamppot doorstampen en afmaken met vet. De
erwten door den stamppot roeren.
HUTSPOT II
Een moderne wijze van bereiden, waarbij
vitaminen zooveel mogelijk bewaard blijven.
Bestanddeelen ais voor recept I.
De aardappelen schoonboenen pitten, slechte
plekken wegsnijden, wasschen en met weinig
kokend water en zout opzetten. Hierop het
grootste gedeelte van de goed geboende en
klein gesneden peen en alle gesneden uien leg
gen en samen gaar koken. Kooktijd ongeveer
drie kwartier. Boter of vet, de apart gekookte
groene erwten en wat rauwe geraspte peen toe
voegen en de massa zonder stampen vlug
dooreen mengen en direct opdoen.
PEULVRUCHTEN SOEP
500 Gram groene erwten, bruine of witte
boonen of capucijners, 1 K.G. aardappelen,
vier Liter water, een kleine selderijknol en wat
groen, een flinke-prei, driekwart liter melk, wat
vet, wat zout.
De gewasschen peulvruchten een dag en een
nacht in de helft van de aangegeven hoeveel
heid water laten weeken. Ze den volgenden dag
met het weekwater en wat vet opzetten (het
vet maakt ze vlugger zacht) en een half uur
laten koken, vlug in de hooikist zetten of in
couranten pakken en vier uur laten staan. Een
uur voor het eten de pan uitpakken, de gare
peulvruchten fijnstampen en verdunnen met de
rest van het water en de melk. De soep weer
aan de kook brengen, de fijngesneden prei en
selderijknol met de geboende en in stukken ge
sneden aardappelen toevoegen, een half uur
laten koken. Af en toe in de soep roeren om
ze mooi gebonden te krijgen. De soep afmaken
met wat zout en fijngehakte selderij; ze dan
niet meer laten koken.
BOONENMAALTIJD MET MOS
TERDSAUS
500 gram buine boonen, witte boonen of ca
pucijners, 2% K.G. aardappelen, wat vet, aard
appelmeel, mosterd, azijn.
De peulvruchten een dag en een nacht te vo
ren weeken en den volgenden dag gaar laten
worden op de manier als bij de peulvruchten
soep is aangegeven.
De aardappelen boenen, met een bodempje
kokend water en wat zout opzetten. Zoodra de
aardappelen koken de uitgepakte boonenpan
er als deksel op plaatsen, er voor zorgen, dat
het goed afsluit. Wat zout bij de peulvruchten
voegen.
Als de aardappelen gaar en droog zijn, de
boonen vlug aan de kook brengen, uit het vocht
scheppen en het vocht met wat aangemengd
aardappelmeel binden. De saus op smaak maken
met wat mosterd en azijn.
Om afwisseling in den smaak te brengen, kan
men een fijngehakt preitje, wat gehakte peter
selie, wat kerry of een justablet gebruiken.
„Wandelen meneer"-, zei de medicus tegen
dengene, die kwam klagen over z'n ge
stoorde zenuwen: „Wandelen staalt spieren
en zenuwen."
Houdt u niet van wandelen?! O, maar
dan heeft u nog nooit écht gewandeld, dat
wil zeggen: Geloopen om de sport van het
loopen.
Met een kind aan 't handje langs de winkels
drentelen noemt men wandelen, aan de „Vier-
daagsche" meedoen heet óók wandelen. In het
laatste geval is wandelen echter een sport; een
sport, die we tot onze eigen schade veel te
weinig bedrijven, een sport, die voor jong en
oud is, bereikbaar voor elke beurs, en waarbij
lepels gezondheid worden opgedaan. In één
woord: wandelen is de sport van dezen tijd, nu
de „wintersport" in landen van sneeuw en zon
ons langs den neus gaat en onze spieren om
actie vragen als tegenwicht tegen het vele, dat
onze zenuwen te verzetten hebben.
Wij, Nederlanders, zijn eigenlijk op het gebied
van toeristische sport rare menschen. Zoodra
een buitenlandsche trein ons één of eenige et
malen buiten onze landsgrenzen heeft gebracht
ontpoppen we ons tot iets heel sportiefs, met
rugzak, windjak en dikbezoolde schoenen en
dapper trekken we over bergen en door dalen
we hadden nooit geweten, dat het zich voort
bewegen op eigen voeten zóó heerlijk was er.
dat de natuur onzen zintuigen zóó groote be
koring biedt. Maar terug in het eigen woonge
bied worden rugzak, windjak en schoenen in
kranten gepakt (tegen de mot) op zolder op
geborgen tot het volgend jaar en daarmee
schrompelt het sportief enthousiasme weg als
een gevulde ballon, waar met een naald in
wordt geprikt. We vallen terug in een soort
„torpeur", wat betreft de wandelsport, en als
we ons op een niets-beter-brengenden Zondag
middag toch maar wat gaan verplaatsen, bezien
we de natuur met een geveinsde welwillendheid,
die bij voorbaat alle enthousiasme uitsluit, tot
dat het gaat vriezen en de bevroren watervlak
ten met haar zoomen van wit berijpt riet den
geest van sportief-toerisme doet opveeren en den
Hollander van acht tot tachtig prestaties van
voortbeweging door eigen kracht levert, die het
geslacht ware eer aan doen.
Maar een schaatsentocht kan men nu een
maal buiten het ijs-seizoen niet maken en een
wandeltocht nu eenmaal wel, en daarom doen
wij onszelf tekort, als wij ons in dezen tijd het
genot van het wandelen niet lééren eigen ma
ken. En als ge het uzelf niet kunt leeren, laat
het u dan door anderen leeren.
De A.N.W.B. die door haar populairen
naam het wielrijden suggereert maar die
officieel „Nederlandsche Toeristenbond" heet,
ijvert er thans voor, het toerisme te voet
in ons eigen mooie landje wat leven in te bla
zen. Organiseerde zij 's zomers rijwieltochten
met onbekende bestemming, dezen herfst zijn
twee wandeltochten "met onbekende bestem
ming tot een zoo groot succes geworden, dat er
zeker meer zullen volgen. De enthousiaste deel
name heeft bewezen, dat de Hollander (man
of vrouw) van echt wandelen houdt, dat hij of
zij alleen maar een kleinen duw noodig heeft om
zich op een Zondagochtend in sportieve kleedij
te steken, dikke wollen sokken aan de voeten te
schieten de van 't buitenland meegebrachte
sporttasch aan te gorden, waarin de boterham
men gaan en zich open te stellen voor het ge
not van de meest primitieve lichaamsbeweging,
waarin men de longen zuigt vol zuivere lucht
en den geest onderdompelt in de verstillende
rust van de natuur. Aan den laatst gehouden
herfst-wandeltocht voor leden en niet-leden in
het boschrijke gedeelte van het Sticht tusschen
Bilthoven en de Lage Vuursche namen bijna
negenhonderd wandelaars deel (neen, weest u
maar niet bang, het vertrek is zoo geregeld, dat
elk groepje zich alléén op pad waant) die uit
alle streken van het land, ook vanuit het hooge
Noorden per trein arriveerden aan den vertrek-
post.
Want voor den echten sportliefhebber, voor
den natuurvriend en voor wie van Holland
houdt, is zoo'n wandel-Zondag een dag van
intens genieten. De Nederlandsche Toeristen
bond zet zijn pijlen, die de deelnemers langs
de goede paden voeren, niet zoo maar aan be
kende wegen en weggetjes. Door buitengoede
ren, voor het publiek ontoegankelijk, waar de
bosschen van ongerepte eenzaamheid zijn, en
langs smalle zandweggetjes, die anders alleen
voor hazen en konijnen en voor den boschwach
ter zijn, gaan de wandelaars, die heelemaal ver
getendat loopen in een vlak land eigenlijk
zoo vervelend is
Die verkeerde mecning, die een vastgegroeide
gemeenplaats in ons gedachtenleven is, zijn we
namelijk toegedaan omdat we de mooie, ver
borgen plekjes in ons land niet goed kennen
en omdat we het sportieve element in het wan
delen te weinig inschakelen.
Maar de winter staat nog aan het begin; de
aller-eenvoudigste wintersport, zonder sneeuw
en zonder ski's, maar toch ook een energie-
gevende en een zenuw-kalmeerende kan ieder,
die de gelegenheid aangrijpt, zich nog eigen
maken. A. Bgl.
Een goedkoope, gezonde groente, die
niet genoeg gewaardeerd wordt.
De koolraap behoort in de meeste gezinnen
nu niet juist tot de meest geliefde groenten en
toch.... de koolraap-zelf heeft daaraan minder
schuld dan haar bereiding.
Wordt ze opgezet met veel water, zoogenaamd
om haar den „sterken" smaak te doen verliezen,
dan staat ze aan dat water een groot gedeelte
van haar vrij aanzienlijk suikergehalte af; het
gevolg is, dat het zoete van de rauwe koolraap
verloren gaat en we op tafel een product krij
gen,. dat alleen door de toegevoegde stoffen
boter, nootmuskaat, suiker eenigszins op
smaak is gebracht.
Dat kan echter anders.
We zetten de geschilde, in reepjes gesneden
koolraap op met slechts een bodempje water
zonder zout; we brengen de groente op een flink
vuur aan de kook en laten ze op een zacht
vuur gaar en tegelijkertijd droog koken, niet
langer dan een half uur. Schudden we er dan
zooals we 't ook bij worteltjes gewend zijn
even de boter door, om de groente daarna in de
schaal over te brengen, dan zal er geen sprake
zijn van een „sterken smaak", omdat de thans
in de koolraap bewaarde suiker geheel den
niet gewenschten rapensmaak overheerscht en
de op het laatst toegevoegde boter het aroma
aanmerkelijk verhoogt.
Wie de koolraap liever met een melksausje
opdient, kan in hoofdzaak de hier beschreven
bereidingswijze volgen. Wil men voor het ge
recht niet meer dan één pan gebruiken, dan
wordt op den bodem van de drooggekookte pan
met gare koolraap vlug wat melk aan de kook
gebracht (ongeveer 'n halve dL of drie eetlepels
per persoon)de melk wordt gebonden met wat
aangemengd aardappelmeel, terwijl tot slot de
boter door het gerecht wordt geroerd. Toevoe
ging van een ietsje zout (of suiker) is hier mis
schien gewenscht, omdat de melk het geheel iets
flauwer maakt.
Op een Novemberdag, dien men in normalen doen koud en kil zou ge
noemd hebben, zaten de deelnemers aan den A.N.W.B.-wandeltocht bij den controle
post aan de Lage Vuursche buiten erwtensoep en pannekoek te verorberen
(Foto Poiygoon.)
Niet iedereen heeft evenveel waardeering
voor den smaak van de Italiaansche vrouw, al
moet men toegeven, dat zij een zesde zintuig
heeft, op het punt van kleeding althans. Zij
weet aardige en origineele combinaties te vin
den en heeft er ook slag van om de meest ge
durfde toiletten te dragen.... zoolang zij ten
minste hiermee den „goeden" smaak geen ge
weld aandoet. Dit is echter maar al te vaak
het geval. De reden hiervan moeten we zoeken
in de uitbundigheid van het zuidelijk tempe
rament. De Italiaansche vrouwen weten geen
maat te houden. Zij zetten haar hoedje al te
scheef, verven heur haar al te rood, zij gebrui
ken net even te veel poudre-de-riz en hantee-
ren wat heel overvloedig de lippenstift. Haar
rokken zijn al heel kort en de snit van haar
ensembles 'n beetje te strak.
Natuurlijk geven zij ook de voorkeur aan
zware bontjassen, ofschoon lichte in 't Zuid-
Italiaansch klimaat al haast overbodig zijn.
Maar de mode (niet de contramode) heeft nu
eenmaal een bepaald type geschapen, dat steeds
meer aanhangsters vindt. Van achteren zijn de
dames allen gelijk: wijde, korte bontjas, die
de figuur bijna vierkant maakt, bloot hoofd
met lange, nonchalant gekapte haren, beenen
in ragfijne kousen en sandalen, die in lijn
rechte tegenspraak zijn met de pels. Heel lang
zal dit type zich wel niet handhaven, want
er gaan al stemmen op uit het rijk van de
contramode ten voordeele van den eenvoudigen
stoffen mantel.
C. P.—D.
Zet de planten zooveel mogelijk in het licht,
maar dés zomers niet in de volle zon.
De aarde mag niet te nat (als modder) of
te droog (als poeder) zijn, maar wel vochtig.
Vermijdt allen tocht want daarvan kan de
plant luis krijgen.
De bladeren moeten eenmaal per week voor
zichtig afgesponst of afgesproeid (des winters
niet buiten). Alleen varens geeft men deze be
handeling niet.
In de kamer, waar de planten staan, mag'
het nooit vriezen, ook niet het korte oogenblik
dat de kamer gedaan wordt en de ramen wa
genwijd opengaan. De planten moeten zoolang
weggezet worden. Eén graad vorst is voldoende
om de plant te doen stierven.
Om deze eenvoudige maar zeer doeltreffende
hoest-siroop te maken, volstaat het een kwart
liter water te koken en een of twee eetlepels
suiker hierin op te lossen, dan voegt U hierbij
den inhoud van een 30-grams fleschje Vervus
(dubbel geconcentreerd), dat verkrijgbaar is
bij alle apothekers en drogisten.
Na even goed roeren is het gereed en heeft 13
meer dan een kwart liter uitstekende hoest
siroop.
Dosis voor volwassenen: een eetlepel; kinde
ren van 8 tot 12 jaar: een dessertlepel; 3 tot
8 jaar: een theelepel, te nemen na de drie
voornaamste maaltijden en voor het naar bed
gaan. Knip dit recept uit om den naam Vervus
en de dosis niet te vergeten.
VRAAGT
UW WINKELIER OF DROGIST
1ICT. P. ZAKJE, GELIJK AAN 1PÖND SUIKER
VAN RUN'S MOSTERD - UTRECHT
AMSTERDAM
ROKIN 42
OPGERICHT
1868
VOORHEEN KAL VERSTRAAT 51
Vraagt. Uw winkelier naar le soort
„WHO"-MELKPOEDER en alle andere
WHO"-producten.
N.Z. VOORBURGWAL 276 - TEL. 31494-35160-36918
Van de oudste en meest bekende
fabriek in Nederland
Prima fabrikaat voor elke beurs
VRAAGT UWEN WINKELIER