De Sint Laurenskerk te Rotterdam
wordt herbouwd
-
De Advent-Sterre gloort in de
lange nachten
De Varsity weer te
Utrecht
Rachitis en vitamine D
AGENDA VOOR ACCOUNTANTS
m
(V
MAKELAARS-EXAMEN
EEN VERZOEK
Het Rijk zal de kosten
dragen
Uitgeverij P.O.A. rt.o.
„GEITEN" ly
Brabantsche brieven
De schoonste uren van
't jaar naderen
ZONDAG 8 DECEMBER 1940
OPLICHTER OPEREERDE
IN GRONINGEN
Misleiding door verhalen omtrent
familierelaties in Duitschland
Zandscheepje gezonken
Opvarenden gered
Zeep in beslag genomen
25.000 rantsoenen in depot
gegeven
Levensmiddelen gestolen
Spoorwegarbeider maakte pakket'
ten voor winkeliers open
Door trein aangereden
Jongen hoorde in den storm
waarschuwing niet
Op Zondag 4 Mei
JONGETJE DOODGEREDEN
Hooge prijzen voor Nederlandsche
schilderijen
Buiten gebruikstelling van
postzegels
MEDISCHE KRONIEK
QFITCIEELE PUBLICATIE VAN HET DEPARTEMENT
VAN LANDBOUW EN VISSCHERJ.
Maatregelen
voor een regelmatige vleeschvoorziening
Wij
zijn
onster
felijk
f
DE DOODEN LEVEN
De
dood
is
de
brug
tot
het
leven
1
Onzen abonnó's wordt verzocht hun inkoopen
te doen bij de adverteerders in deze courant
(Van onzen correspondent)
Een vraag, op welker beantwoording de Rot
terdammers met een bang hart hebben gewacht,
is thans definitief en in verheugenden zin be
antwoord. Het bestuur van de Ntd. Hervormde
Gemeente te Rotterdam heeft van het Rijk de
toezegging ontvangen, dat dit de kosten van
het algeheele herstel van Rotterdams oudste
bouwwerk zal diagen.
En het staat aldus vast, dat het Rotterüamsche
stadsbeeld ook in de toekomst zal worden be-
heerscht door de machtige omtrekken van den
stoeren, stompen toren, die zoo typisch Rotter
damsch van karakter is.
De wederopbouw van de vroeger aan Sint
Laurentius en de H. Maria Magdalena toege
wijde kerk is een daad van nationale beteekenis
Want de Sint Laurens, zooals de Rotterdammers
ce kerk en haar toren in één adem plegen te
noemen, behoort weliswaar niet tot de móofste
kerken van Nederland, maar wel tot de merk
waardigste. In de Maasstad zal ze het oude,
thans verdwenen hart blijven symboliseeren.
bovendien worden ingevoegd in het geheel
nieuwe stadsbeeld, welks contouren momenteel
nog aan de teekentafel worden uitgewerkt.
Zooals de muren nu overeind staan, vormen
ze een prachtig stuk ruïne. Dat er nog zooveel
bewaard is geoievcn, waardoor herbouw moge
lijk gebleken is, valt in hoofdzaak te danken
aan de voorzorgsmaatregelen, die direct genomen
werden.
Reeds in Mei werd na overleg met de Duit-
sche autoriteiten alles in het werk gesteld, om
het zwaar geteisterde gebouw te schragen.
Waar noodig, werd gestut, tot in den hoogen en
moeilijk bereikbaren toren toe. Wat gevaar op
leverde, werd verwijderd. De zich onder het
puin bevindende grafmonumenten en beeld
houwwerken bracht men in veiligheid. Ze kre
gen voorloopig een plaatsje in het Mpseum
Boymans.
Juist doordat alle gebouwen in tamelijk wij
den omtrek werden neergehaald, valt de mo
numentaliteit van de kerk meer op dan ooit te
voren. Kon men deze vroeger slechts toetsen in
het raam van een straatje of steegje, thans be-
heerscht de Sint Laurens haar omgeving opper
machtig. En volgens de plannen, zal ze dit blij
ven doen. Want het is de bedoeling, een groot
piein te creëeren, zooals er ook een komen zal
voor het stadhuis op den Coolsingel
Bovendien zal een aan te leggen bassin de
mogelijkheid openen voor een pittoreske weer
spiegeling en een levendige begrenzing. Kerk en
toren zullen alsdan niet meer in een huizen
massa beklemd staan.
De voorloopige maatregelen tot behoud van
het overgeblevene hebben gedurende de onver
wacht opstekende stormen goede diensten be
wezen. Ofschoon nog een stuk muur instortte,
bleef de rest volkomen intact en er behoeft voor
verdere afbrokkelingen geen vrees meer te be
staan.
Het herstel zal eeh geweldig karwei worden.
Hoe het precies wordt aangepakt, staat nog niet
vast. Het zal intusschen vermoedelijk een werk
zijn van vele jaren, waarbij inmiddels enkele
gebreken in den bouw voorgoed zullen kunnen
worden weggewerkt.
Zoo zal een gelukkige verbinding tot stand
worden gebracht tusschen kerk en toren. Beide
stonden aanvankelijk gescheiden. Er liep ter
plaatse een waterloop en bij den bouw hadden
de toenmalige waterstaat-autoriteiten, in casu
't hoogheemraadschap van Schieland, bezwaren
tegen demping er van gemaakt. Het duurde en
kele tientallen jaren, totdat de overtuiging post
had gevat, dat er aan demping geen kwade ge
volgen voor de ontwatering der polders verbonden
zouden zijn. De eerste spade voor de grondwer
ken ten behoeve van den bouw werd in 1409 in
oen grond gestoken en in 1412 werd de eerste
steen voor de kerk gelegd. Ofschoon het vol
strekt niet ongewoon was, dat kerk en toren
vrij van elkander stonden, was de bevolking van
Rotterdam in 1460 buiten zich zelf van vreugde,
cat het watertje gedempt mocht worden en al-
cus kerk en toren verbonden konden worden.
In ploegen van honderd zwoegden mannen,
vrouwen en kinderen aan het heiblok, om het
werk te verhaasten.
De verbinding werd op een minder gelukkige
wijze tot stand gebracht en was architectonisch
een mislukking. Wie goed toezag, kon de niet-
harmonischen overgang gemakkelijk vaststellen.
Verder moest later de toren, die was gaan ver
zakken en ging .overhellen, met beeren gestut
worden, welke tot de kerk opgemetseld moesten
worden.
Al deze nadeelen kunnen bij de restauratie
verholpen worden. Het zai wellicht een interes
sant probleem worden, of de Sint Laurenstoren
ooit weer een spits zal krijgen, zooals hij aan
vankelijk heeft gehad. Deze spits maakte hem
122 meter hoog. Het was een sierlijk, maar on
soliede bouwsel, ontworpen door Hendrik de
Keyzer. De spits was van hout en met lood be
dekt. Ze kwam in 1621 gereed, moest echter in
1645 worden afgebroken.
De meeste Rotterdammers zullen er overigens
prijs op stellen, hun toren terug te hebben, zoo
als ze hem altijd hebben gekend. Wat het in
wendige betreft, een deel der grafmonumenten
zal kunnen worden hersteld, terwijl van de dik
wijls heel markante, fraai gebeeldhouwde kapl-
teelen gelukkig afgietsels aanwezig zijn in het
Rijksmuseum te Amsterdam.
De Ned. Hervormde Gemeente, aan wie het
kerkgebouw toebehoort, zit niet stil en is ei
op uit, haar bijdrage in de herstelkosten bijeen
te zamelen. Uiteraard zal ze zich op de aan
kleeding concentreeren.
In het begin van den afgeloopen week hebben
wij gemeld, dat een oplichter in Assen geope
reerd heeft. Thans heeft deze onbekende ook
Groningen met een bezoek vereerd en haar
slachtoffers gemaakt. Op geraffineerde wijze
wist hij zich in te dringen bij families, waarvan
de man in Duitschland woont. De oplichter
deed het voorkomen, alsof hij eveneens in
Duitschland woonde en den man zeer goed
kende: Hij vertelde uitvoerige verhalen o.m.. dat
hij belast was met de loonregeling van dien
man. Voorts vertelde hij. dat hij juist een con
ferentie in Den Haag had gehad, dat zijn kof
fers aan het station stonden enz. Hy wist het
vaak zoo ver te brengen, dat de menschen hem
hulp gaven in den vorm van logies of geld aan
boden.
De recherche stelt een onderzoek in.
In de Maashaven te Rotterdam is het motor-
klipperschip Talif, schipper-eigenaar A. v. d
Waal uit Sliedrecht, tengevolge van den ster
ken wind en den hevigen golfslag volgeloopen
en gezonken. Het schip was onderweg van de
Maashaven naar de Parksluizen en geladen met
zand. De echtgenoote en een kind van den
schipper konden tevoren worden overgebracht
op de sleepboot Christiaan.
De schipper en zijn knecht D. var> Wijn
gaarden sprongen op het laatste oogenblik te
water. Zij konden worden gered door opvaren
den van de sleepboot Volharding 15.
De Edesche politie nam bij een Bennekomscha
firma 25.000 rantsoenen zeep in beslag. Zij zou
den daar door een elders gevestigde fabriek in
depot zijn gegeven. In afwachting van de nadere
resultaten van het onderzoek is de zeep per
vrachtauto naar het politiebureau te Ede ver
voerd en aldaar opgeslagen.
De politie te Delft heeft in arrest gesteld den
spoorwegarbeider Van der B., die tal van goe
deren uit zendingen aan zakenlieden heeft ge
stolen. In zyn woning werden gevonden ham,
koffie, thee, tabak, sigaren, ongeveer driedui
zend sigaretten, cacao en margarine.
Ook had Van der B. levensmiddelen onder den
vloer van de goederenloods geborgen.
Zaterdagmorgen omstreeks kwart over acht
passeerde de dertienjarige Jan de -Jong per rij
wiel een voetpadovergang over de spoorlijn Oost-
zaanZaanbrug op ongeveer vijfhonderd meter
afstand van het station Oostzaan, toen de trein
uit de richting Enkhuizen naderde. Zijn achter
hem rijdende kameraad trachtte hem nog te
waarschuwen, doch in den storm hoorde de
jongen dit niet. Het gevolg was, dat de locomo
tief hem raakte en hij links van de spoorlijn
neergesmakt werd. Hij kreeg een gecompliceerde
beenbreuk en schaafwonden, terwijl zijn fiets
werd versplinterd.
Spoorwegpersoneel van Oostzaan heeft den
jongen naar het station vervoerd, waar hem
geneeskundige hulp werd verleend. Per zieken
auto is hij daarna naar het ziekenhuis te Pur-
merend' vervoerd.
Naar het U.D. verneemt, heeft de Neder-
landsche Studenten Roei Bond besloten om,
indien zulks in overeenstemming gebracht
kan worden met de wedstrijdagenda van het
Komend seizoen, de Varsity te organiseeren
op 't AmsterdamRijnkanaal nabij Utrecht
op Zondag 4 Mei 1941.
Tevens ligt het in de bedoeling, dat de oeide
jubileerende leden van den N.S.R.B. Laga er.
Triton op nader vast te stellen data lustrum
wedstrijden zullen organiseeren. In principe
werden hiervoor vastgesteld resp. 17 en 18 Mei
en 21 en 22 Juni.
Het presidium van den Ned. Stud, Roei Bond
is dezer dagen door den heer J. F. Ch. Steyling
overgedragen aan den heer J. H. van dev Waals,
praeses van Nereus, terwijl in de vacature van
den algemeen permanent commissaris werd
voorzien door de benoeming van den heer Stey
ling.
Het bestuur en permanente commissie zijn
thans als volgt, samengesteld: Bestuur: Nereus,
J. H. van der Waals, president; Njord, J. A.
Reus: Laga, B. J. G. van der Pot; Triton: A
P Nolen en Aegir, F. C.'Maathuis.
Permanente commissie: H. Broekema, Njord,
secretaris-penningmeester; ir. Th. P Tromp.
Laga; dr. J. W. Hingst, Triton; mr. A. J. M.
Hendrix, Nereus; dr. J. de Graaf, Aegir en J.
F. Ch. Steyling, algemeen commissaris.
Zaterdagmiddag is het zesjarig zoontje van
den heer Vos, wonende aan den Voorthuizer-
stiaatweg te Putten, terwijl het in een onbe
waakt oogenblik den weg overstak, door een
passeerenden auto overreden. Met, denzelfden
auto werd het deerlijk gewonde kind naar
dokter Vonk te Putten overgebracht. Deze con
stateerde den dood.
Den chauffeur treft geen schuld.
In den kunsthandel van W. Lange, te Berlijn
kwamen talrijke doeken van Nederlandsche
schilders onder den hamer, die zeer hooge prij
zen opbrachten. Een portret van Adam van
Hasseveldt door Frans Hals bracht den hoogsten
prijs; 50.000 mark, op. Een landschap van Jan
van Gooyen werd voor 47.000 mark verkocht. Op
den tweeden dag haalde de Veemarkt van David
Teniers den hoogsten prijs, n.l. 28.000 mark;
een herbergtafereeltje van Jan Steen ging weg
voor 25.000 mark.
Er wordt aan herinnerd, dat met ingang van
1 Januari a.s. de volgende postzegels buiten
gebruik komen en dus waardeloos worden voor
frankeering; de Weldadigheidspostzegels (kin
derzegels) en de Zomerpostzegels, beide van de
uitgifte 1935.
Sedert lang is bekend, dat levertraan een
zeer goed middel is tot voorkoming en gene
zing van Engelsche ziekte of rachitis. De naam
rachitis beteekent ontsteking aan de wervel
kolom en is onjuist, want deze ziekte is in 't
geheel geen ontsteking en zeteit ook niet in
de eerste plaats in de wervelkolom. De ziekte
is op de eerste plaats een stoornis in kalkhuis-
houding. Zullen de beenderen goed groeien, dan
moet de kalk uit de voeding zich op de juiste
wijze met de phosphaten verbinden en zich
neerzetten op de juiste plaatsen in de botten
en vooral in de groetende deelen, want niet
alle deelen der botten groeien even snel; van
de beenderen groeien de lange pijpbeenderen
het meest en de groei zelf gaat voornml. uit
van de uiteinden; en aan de uiteinden van de
lange pijpbeenderen zijn dan ook de voor
naamste teekenen van de rachitis waar te ne
men: zij zwellen en zijn plomp. Daarbij is het
geheele skelet weeker dan anders, omdat de
harde bestanddeelen, de phosphorzure kalk, te
gering is. De beenen zakken door en worden
krom. De borstkas zet te veel uit en wordt
breed en Plat7 het voorhoofd puilt uit aan de
beide voorhoeken. Daar komt dan nog bij een
algemeene spierzwakte en een bloedarmoede.
Wordt de behandeling niet op tijd aangewend,
dan kan het skelet vergroeien, inzakken on
der den druk van het lichaamsgewicht.
Nu. toen men begreep, dat een stoornis in
de kalksbofwisseling de oorzaak was van de
rachitis, wilde men de ziekte genezen door kalk
en phosphor toe te dienen. Speciaal werd phbs-
phorlevertraan voorgeschreven.
Waarom? Omdat een Duitsche onderzoeker
Wegner ongeveer in 1870 bemerki had, dat gele
phosphor, aan kippen gevoerd, verhardingen
van de beenderen veroorzaakt. Een jaar of
twintig later kwam Kassowitz en gaf daarom
aan zijn patiënten phosphorus, omdat hij
geheel ten onrechte meende, dat rachitis
precies het tegendeel was van die verhardin
gen. Maar nu komt het leuke. Hij gaf die phos
phorus aan zijn particuliere patiënten, opgelost
in de dure amandelolie en aan de arme patiën
ten in de goedkoope levertraan. De armen kre
gen dus een veel beter behandeling dan de rij
ken, maar dat wist de brave Kassowitz niet.
Trouwens hetzelfde hebben wij beleefd met
Scott's Emulsion, dat lekker en duur is, maar
niet half zoo werkzaam als de gewone lever
traan.
Hoe lang de levertraan reeds tegen rachitis
in gebruik is, heb ik niet zoo gauw kunnen
vinden, maar in elk geval toch wel sedert 1860.
Nu moet men niet vergeten, dat juist in die
tijden de rachitis enorm was; want van de boen
heerschende sociale toestanden hebben wij
thans geen denkbeeld meer; dus juist in dien
tijd kon een goed middel groote vermaardheid
krijgen.
Ik wil hier nog vermelden, wat Henoch, de
groote vernieuwer van de kindergeneeskunde,
in 1883 schreef. Hij erkent, dat de rachitis
vooral voortkomt uit slechte behuizing, be
dompte lucht enz., prijst als het beste middel
de levertraan en raad vooral aan frissche lucht
en zon. Dit is zonder twijfel een pluim op zijn
hoed, want eerst in 1913 begon er eenige klaar
heid te komen in de oorzaak van rachitis.
Want toen beweerde Funk, een Poolsche on
derzoeker, die de geheele theorie van de vita
minen aan het rollen gebracht heeft en zeld
zaam goed de waarheid wist te raden, dat ra
chitis veroorzaakt werd door een vitamine
gebrek. De naam vitamine is ook van Funk
afkomstig. Mellauby heeft toen in 1919 deze
zaak op pooten gezet. Hij wist door een be
paald diëet een heftige rachitis bij ratten op
te wekken; toediening van levertraan genas de
rachitis. Maar hij meende toen, dat dit kwam,
omdat levertraan vitamine A bevatte.
Huldschinsky had reeds in 1911 gezien, dat
ultraviblet licht een goed geneesmiddel was
tegen rachitis van kinderen. Hij ging nu ook
proeven doen met ratten. Ook dat hielp. Toen
dacht hij, dat bestraling der lucht misschien
al voldoende was. En dat hielp ook. Maar als
men de kooi goed schoon maakte, hielp het
niet. De spijsresten en ontlasting van de die
ren werd door bestraling werkzaam tegen ra
chitis.
Het volgende stadium van het onderzoek
was, welke bestanddeelen aan het voedsel door
bestraling antirachitisch werkzaam werden.'
Dat bleken de vetten te zijn. Toen kwam dan
langzamerhand voor den dag, waarom de le
vertraan zulk een goed geneesmiddel is. De
zaak werd voor het goed begrip weer ingewik
keld gemaakt, doordat er drie vitamines D
werden gevonden; in de eerste plaats de vita-
cholesterine en ergosterine zijn bestanddeelen
mine in de levertraan, ten tweede bestraald
cholesterine, ten derde bestraald ergosterine;
vaai vele vetten. Het bleek dan ook dat er in
de huid van den mensch door bestraling met
zonlicht of ultravioletlicht deze vitamine ont
staat, en dit is dan gelijk aan het bestraalde
cholesterine of D3. Dus nu begrijpt men ook,
waarom in den zomer de rachitis weinig voor
komt en waarom men in den zomer geen le
vertraan hoeft te geven. Dan is er n.l. genoeg
zonlicht. Henoch gaf des zomers evenmin le
vertraan. De drie vitamines zijn zeker niet aan
elkaar gelijk; althans niet voor kuikens. Voor
den mensch wordt gebruik gemaakt van de
vitamine uit de levertraan, en verder vooral
van bestraald cholesterine. Dit laatste wordt
onder allerlei nameh in den handel gebracht
als Davitamon, Dohyfial Vigantol, Radiostol.
Davitamon en Dohyfial zijn Nederlandsche
preparaten.
Een bijzonder gezuiverd en geijkt levertraan
preparaat is Jecovitol; ik zou niet durven zeg
gen, of het te verkiezen is boven een gewone
goede levertraan. Een gestandaardiseerde lever
traan wordt in den handel gebracht door
Draisma van Valkenburg. Dan zijn er ook nog
preparaten, niet aooals levertraan van kabel
jauwen afkomstig, maar van heilbot. Dat heet
kalitian en daarvan behoeft men belangrijk
minder in te nemen dan van levertraan.
Ik wil hier nu niet verder op doorgaan en
besluiten met te zeggen dat kleine kinderen
zeker in de eerste jaren met zeer veel nut
levertraan gebruiken, maar dat gezonde en ver_
sche voeding en vooral zon en frissche lucht
noodzakelijk zijn om rachitis te voorkomen.
Over algemeene maatregelen ter voorkoming
van rachitis hoop ik later nOg tc- spreken.
Dr. TH. H. SCHLICHTING
„Accountants'' vf
K Agenda
,*:-v v 'y ••'- rv. V -
- vv
Voor H.H. Accountants, Belasting
consulenten en allen die op dit
gebied werkzaam zijn
is heden verschenen de
bewerkt door J. H. M. VAN EMMERIK.
Formaat 11 X 16%, in soepel kunstlederen
)andje, 432 pag. Prijs ƒ2.40, fr. p. p. ƒ2.55.
Verkrijgbaar in den Boek- en Kantoorboek
handel en bij de
ALKMAAR Prospectus op aanvrage
Het Rijksbureau voor Voedselvoorziening in Oorlogstijd maakt in ver
band met de 'getroffen regeling inzake de levering van slachtvee bekend,
dat in de periode welke loopt tot 28 Februari 1941 de volgende aantallen
moeten worden geleverd.
door veehouders met 59 runderen 1 rund
door veehouders met 1014 runderen 2 runderen
door veehouders met 1519 runderen 3 runderen
door veehouders met 2024 runderen 4 runderen
door veehouders met 2529 runderen 5 runderen
door veehouders met meer dan 29 runderen per 5 runderen of gedeelte
daarvan telkens 1 rund meer.
Veehouders, die meer dan 1 rund moeten aanbieden, moeten de helft
van het aantal geleverd hebben vóór 20 Januari 1941 Bij oneven aan
tallen moet daarbij naar boven worden afgerond, zoodat van 3 runderen
vóór dezen datum 2 runderen moeten zijn geleverdvan 5 runderen vóór
dezen datum 3 runderen, enz. De veehouders mèt minder dan 5 runderen
worden voor de eerste periode vrijgesteld, hetgeen uit den aard der zaak
niet insluit, dat zulks ook voor de volgende periode het geval zal zijn.
Met leveringen boven het aantal in het hiervoren aangegeven schema
genoemd, zal bij de definitieve regeling rekening worden gehouden
Ten bewijze dat de levering heeft plaats gevonden, zullen de veehou
ders bij de Landbouw-Crisis-Organisaties de afrekeningen der Nederland
sche Veehouderijcentrale moeten inleveren Afrekeningen van vee, gele
verd op of na 25 November, dienen overeenkomstig hetgeen daaromtrent
reeds eerder is gepubliceerd als bewijs dat levering heeft plaats gevon
den, mits het vee aan de bovenvermelde eischen heeft voldaan. Voor vee,
dat op of na 25 November 1940 voor uitvoer geleverd is zullen docr de
Nederlandsche Veehouderij centrale leveringsbewijzen worden afgegeven.
Deze leveringsbewijzen hebben dezelfde waarde als de afrekeningsbe-
wijzen.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat de thans geldende prijzen
voor slachtvee in geen geval verhoogd zullen worden boven de thans gel
dende schaal, daar er een regeling is getroffen, dat nu al het slachtvee
cij de Centrale moet worden aangeboden.
Een stipte uitvoering van dit leveringsplan is noodzakelijk, om het
economische gebruik van de aanwezige voedermiddelen voor de melkver-
zorging in de wintermaanden te verzekeren en om in de voorjaarsmaan
den als er weer voer beschikbaar is, den veestapel te kunnen sparen.
Door het opheffen van de teeltregeling en het niet bestemmen voor
de slacht van vrouwelijke graskalveren is de mogelijkheid geschapen, om
in het algemeen den 'veestapel op peil te houden door toevoeging van
jong vee.
m ,r ti
D*. ROBERT KLÏMSCH
DE DOODEN LEVEN. Onder dezen titel schreef Mgr. Dr.
ROBERT KLIMSCH een standaardwerk, waarin hij met een
overvloed van opzienbarende en positieve feiten voor goed
afrekent met de bewering: „Er is nog nooit iemand van over
het graf teruggekomen".
Aan de hand van 'n overvloed van nauwkeurig waargenomen
verschijningen van afgestorvenen, vrijwillig en met Gods
toestemming tot ons gekomen, wordt in dit indrukwekkende
doch ook troostende boek de getuigenis bevestigd van oud
christelijke schrijvers zoowel als van bekende geleerden, dat
de dood geen dood, maar een brug is tot het leven en wij
terecht mogen zeggen: WIJ ZIJN ONSTERFELIJK. Dit boek
van onschatbare waarde voor een ieder, die in het leven zijn
toestand na den dood wenscht te bepalen, kost in prachtband
slechts 4.90 en wordt U franco en desgewenscht in abonne
ment van minstens 1.per maand onder inzending van
onderstaanden bon of verwijzing naar deze annonce geleverd
door Boek- en Kunsthandel H. NELISSEN, Prinsengracht 627
te Amsterdam. Giro 60Ö92. Telef. 31791.
Het eerder verschenen werk van Mgr. KLIMSCH „DE
HEMEL", waarin o.m. 't herdenken onzer dierbaren en
andere vreugden onzer zinnen in den hemel behandeld
worden, kunnen wij U ook nog leveren gebonden in kunst
leer voor slechts 4.90.
BON Ondergeteekende wenscht franco te ontvangen:
Het verschuldigde ad de le termijn van
is door mij verz. wordt met 10 ct. extra als rembours op de
zending door mij bet.*) (*Doorsl. wat niet wordt verlangd.)
Naam en beroep:
Adres; 78
EEN NIEUWE HERMAN DE MAN
Een roman van Moederliefde en Moederleed (jeJa. I 4.50
Bij voldoende deelname zal de Ned. Broederschap van
Gediplomeerde Makelaars medio December te Utrecht
examen afnemen voor het certificaat van makelaar in
onroerende goederen. Inlichtingen en aanmelding uit
sluitend bij den Secretaris, Weerdsingel O.Z. 53-A te
Utrecht.
I
I
Ulvenhout, 5 December 1940
Amico,
Triest en grijs kwijnt den dag stille weg in
den roerloozen buiten, die oud te peinzen staat
in de nevelingen van den Advent.
De wegels zijn nat van den mist, die wolkt
over de wazige verten van de wije velden; die
drupt van de boomen; die rookt" deur 't bosch.
Wintermaand. Laag in den dichten hemel
drijft de witte zonneschijf deur de waterkleu-
rige neveling, die rusteloos vortjaagt deur de
schepping, 'n Vlies van ijs ligt als 'n zenuw-weef
sel te trekken over de Mark, die daar kron
kelt deur de wit bevrozen velden. Dan, efkes,
daar gloeit de witte zonneschijf ros aan. Den
hemel wordt van matglas. Over de dun bevrozen
Mark tintelt gekreukeld bladgoud, 'n bonte kraai
wiekt van Ten hekpaal; ge hoort, in de be
drijvige stilte van deuzen zonnemoment, de
machtige vlerken klappen teugen t sterke veu-
gellijfMaar rap is den fermen beest uit 't oog,
want de lochten hepen weer toe, den gouwen
toover week weg van de Mark, den killen mist
pakt oe bij den nek mee dooie vingers, 't Wordt
maar moeilijk dag. deus tijen. Maar de Sterre
van Advent gloort al in de lange nachten, die de
wintersche weareld zwart overglanzen.
De Sterre van Advent bloeiend lijk 'nen wit
ten aster, wijd boven alle sten-en uit, glorend
boven den heimelijken woestijn, boven de
woeiende oorlogszeeën, boven de angstige stejen
en durpen verdoken in 't donker Niks maar
de Sterre van' Advent bloeiend lijk 'nen witten
aster boven heel de rampzaligheid der weareld
uit, ze gloeit, ze bloeit in witten luister boven.
Bethlehem.
Sterre van Advent, symbolieken lichtstip in
den donkeren Kosmos, in de donkere Onendig-
digheid, waarin wij tastend en vallend voort
gaan, Sterre van Advent,
twintig eeuwen bloeide deuzen witten aster
open over- 'n Menschdom, dat tastend en vallend
altij weer terechte kwam op den verkeerden weg
van 't ongeluk.
Twintig eeuwen wees zij den weg aan wat
arme herders en aan enkele wijzen, maar in
twintig eeuwen kosten alle generaties van 'n
ontelbaar groot Menschdom n i e den weg vin
den tot de Waarheid, tot 't Licht, tot: Bethle
hem. Waar geboren wierd 't armste borelingske
dat de weareld ooit aanschouwde.
Na twintig eeuwen is deus Goddelijk Kindeke
van de Waarheid, van 't Licht, nog altij 't arme,
't vervolgde, 't onaanzienlijke Koningske in 'n
weareld, die barst van trots, die stikt in leugens,
die verteert in haat en die tastend en vallend
vortgaat, in 'n donkere onendigheid, op den
verkeerden weg, dien van 't ongeluk.
Na twintig eeuwen Christendom, over
ennigte weken glanst weer 'n heilig Licht uit 't
Stalleke van Bethlehem, verkonden bronzen
klokken over heel de weareld, uit machtige to
rens van beroemde kathedralen, uit bescheien
tempeltjes in verre missies, van simpele bergkapel
len in den eeuwigen sneeuw, ja, uit den klokke-
stoel van 't donkere oceaanschip, verkonden
duuzenden ponden brons het Heilig Uur, de ge
boorte van den kleinen Christus, maar al deuze
klokken, ze komen nie uit boven 't oorlogsge
weld dat den Kerstnacht deurdavert.
Twintig eeuwen Christendom hebben niks be
reikt. Maar 't lag werendig nie aan de Leer van
Christus, die nog nooit wierd overtroffen, ja zelfs
nie benaderd, deur de theorieën van weareld-
beroemdste Geleerden en Denkers.
't Lag en 't ligt nog altij aan de van trots
barstende, in leugens stikkende, in haat ver
terende menschen, die 't Licht schuwen en tas
tend rondspoken in den donker.
Arm Koningskindeke, dat straks weer gebo
ren gaat worden onder dieën Aster van Advent,
maar armer menschdom nog, dat den elec-
triek tooverde uit de Geheimenis der Schepping,
maar nochtans mee 'nen.... afgeschermden die-
venlantèèrn rondstrompelt deur zijnen eigen
huis
De Adventster gloort.
Wat valt er veul te overwegen deuzen Advent-
1940. Dat ie moge zijn ik blijf hopen éenen
opgang naar den wonderen Stal. Den Heiligen
Stal, 't witte lichtpunt op deus donkere aarde.
Het glorieerende middelpunt waarin alle
wegels samenkomen uit alle windrichtings der
weareld. Zoodat ze is, die bloedende weareld,
lijk éen groote ster van verre wegels, die lijk
sterrestralen samenkomen in 't lichte Bethlehem.
Schoon beeld, die levende ster van lichtende
devotie, vol van opgaande „herders" naar 't witte
Stalleke.
Want lijk „herders", gelijke arme aanbidders
kan 't Menschdom slechts optrekken naar dat
beddeke van hooi, zacht gespreid onder 't teere
Jesuke in den voeierbak der dieren. Hier telt,
zeg herders, gin arm. Hier telt gin rijk. Hier telt
ginnen hoofdschen Staat, hier telt gin stand.
Hier telt gin geleerdheid en hier telt gin sim
pelheid.
Hier telt alleen of ons zielement zoo wit is als
't wijlicht, dat 't Kindeke verwarmt. Of 't zoo
rein is als 't Borelingske eigens, dat alleen ge
boren wierd om te geven, te geven tot den lesten
druppel hartebloed, uit liefde veur Zijn mede-
menschen. Hier telt alleen of oew zielement zoo
zacht is als 't hooi, om 't Kindeke in Liefde
te ontvangen.
Hier tellen „alleen maar" die dingen, waar
over 'nen landlooper net zoo beschikt als 'nen
koning. Hier tellen „alleen maar" wèèrden, die
mee gin goud te betalen zijn, Hier tellen „alleen
maar" allerkostelijkste, onschatbare wèèrden,
die eigendom kunnen zijn van den bedelèèr en
van den rijkaard. Hier telt.... de Liefde! De
Goddelijke Naastenliefde, waaraan deuze wea
reld zoo arm, zoo straatarm is!
Lijk „harders" motten we optrekken deuzen
Advent naar dat poover Stalleke, want God!
wij zijn zoo nakend arm. Wij.... haters....!
De Adventster gloort.
'n Dikke locht hangt al wekenlang over de
huizekes van Ulvenhout, over de daken van 't
stedeke, da 'k mee den groentenwagel deurkruis.
Koud en grijs, vriesstil liggen de witte velden
te mijmeren onder den kleurloozen hemel, in
'nen eindeloozen schemer, die er huivert deur
den triesten Ouwejaar, mee den grijs-bevroren
akker, mee de wit-bevrozen sloojen daarlanks.
En als ik 's mergens van huis rij, den wagel
druk spectakelt over den harden erf, dan gloort
'n bleekgeel lampelicht uit ons raam al deur den
duisteren Decembermergen, die daar schimt over
de eenzame velden, achter ons.
En ten avond, als ik verom rij uit stad, ook
dan weer staat 't geele vierkant van de raam
op den donkerenden erf, waarover den midwin
ternacht te wemelen begint in steeds dichteren
werl.
Maar somtijen dan vergaat den korten dag
nog wel 'ns in 'nen gloeienden ender. Dan ligt
daar, op den uitersten rand van de koperen wei
'n streep zonnevuur te klonteren, dat den rossen
gloei over de ijsslooien schampt; dat teugen 't
natte raamglas oud-gouwen kralen te blinken
hangen in sierlijke slingers.
Dan dringt den glanzenden glorie, die daar
gunderwijd over den purperen rand van de wea
reld vloeit, diep in de zwarte bosschen en den
donkeren mast wordt betooverd tot gouwen pas
sementerie, die flonkert lijk 'nen goudbestikten
baldakijn boven 't wondere bosch.
Zóó eindigt somtijen den donkersten Advents
dag in den stillen pracht van 't karbonkelend
zonnevuur, lijk 't Adventstij eigens eindigt in
den glorie van duuzendvoudig kèèrsenlicht, dat
er dan huift over de Dagen van Kerst.
Kerstmis!
De schoonste, delichtste uren van 't gan-
sche jaar, naderen de donkere weareld.
Kerstmis, ingeluid mee den bronzen jubel van
beierende klokken deur den mysterieuzen, den
mystieken Vrede s-nacht, Kerstmis nadert de
Menschheld. Klokken van duuzenden ponden
brons gaan 't weer uitdreunen onder den einde
loozen, nachtblaauwen sterrenkoepel, die er wuift
over d'aarde; 't Arme Koningske is geboren!
Goddelijk Borelingske, neergelegd in 't Stalleke
van Bethlehem, gekoesterd in den warmen asem
van stomme dieren, wantnieverans onder
de menschen is plek veur deus Kindeke. Eerder
nie, nou nie, in 1940.
Wat zijn wij, opgaande herders deur deuzen
Advent naar 't lichtste uur van gansch 't jaar,
wat zijn wij toch nakend arm. Wij.... haters!
Die den verlangenden, den biddenden Vredes-
mensch berooven van z'n eer en goeien naam,
'm uitspoegen als: verrader!
Wat zijn wij, veurname, deftige geleerde ge-
wichtighedens toch nakend arm aan dat éenige
goed van wèèrde, waarveur Christus Zijn leven
gaf: aan de Naastenliefde.
Wat zijn wij, veurnamen, toch nog b e d e-
1 r s, als we straks daar staan bij 't arme Kin
deke, geboren in den dierentrog.
Wij gaan op, deur den donker van Advent,
naar den Stal van 't Licht.
En ik blijf hopen!
Zooals somtijen den korten dag tóch nog wel
endigf in 'nen gloeienden kim, waarop 'n fon
kelend zonnevuur karbonkelt lijk 'n gouwen
Godslamp, zoo blijf ik hopen op 'nen Kerst, die
deus poover Menschdom tot éen, groot, diep ver
langen naar den Vrede brengt. Tot: éenen Ver-
radersbond aan
Aan den oorlog
Vol.
Veul groeten van Trui, Dré III en als%ttü
gin horke minder van oewen
t. a. v.
DRÉ