De Sint Laurenskerk te Rotterdam wordt herbouwd - De Advent-Sterre gloort in de lange nachten De Varsity weer te Utrecht Rachitis en vitamine D AGENDA VOOR ACCOUNTANTS m (V MAKELAARS-EXAMEN EEN VERZOEK Het Rijk zal de kosten dragen Uitgeverij P.O.A. rt.o. „GEITEN" ly Brabantsche brieven De schoonste uren van 't jaar naderen ZONDAG 8 DECEMBER 1940 OPLICHTER OPEREERDE IN GRONINGEN Misleiding door verhalen omtrent familierelaties in Duitschland Zandscheepje gezonken Opvarenden gered Zeep in beslag genomen 25.000 rantsoenen in depot gegeven Levensmiddelen gestolen Spoorwegarbeider maakte pakket' ten voor winkeliers open Door trein aangereden Jongen hoorde in den storm waarschuwing niet Op Zondag 4 Mei JONGETJE DOODGEREDEN Hooge prijzen voor Nederlandsche schilderijen Buiten gebruikstelling van postzegels MEDISCHE KRONIEK QFITCIEELE PUBLICATIE VAN HET DEPARTEMENT VAN LANDBOUW EN VISSCHERJ. Maatregelen voor een regelmatige vleeschvoorziening Wij zijn onster felijk f DE DOODEN LEVEN De dood is de brug tot het leven 1 Onzen abonnó's wordt verzocht hun inkoopen te doen bij de adverteerders in deze courant (Van onzen correspondent) Een vraag, op welker beantwoording de Rot terdammers met een bang hart hebben gewacht, is thans definitief en in verheugenden zin be antwoord. Het bestuur van de Ntd. Hervormde Gemeente te Rotterdam heeft van het Rijk de toezegging ontvangen, dat dit de kosten van het algeheele herstel van Rotterdams oudste bouwwerk zal diagen. En het staat aldus vast, dat het Rotterüamsche stadsbeeld ook in de toekomst zal worden be- heerscht door de machtige omtrekken van den stoeren, stompen toren, die zoo typisch Rotter damsch van karakter is. De wederopbouw van de vroeger aan Sint Laurentius en de H. Maria Magdalena toege wijde kerk is een daad van nationale beteekenis Want de Sint Laurens, zooals de Rotterdammers ce kerk en haar toren in één adem plegen te noemen, behoort weliswaar niet tot de móofste kerken van Nederland, maar wel tot de merk waardigste. In de Maasstad zal ze het oude, thans verdwenen hart blijven symboliseeren. bovendien worden ingevoegd in het geheel nieuwe stadsbeeld, welks contouren momenteel nog aan de teekentafel worden uitgewerkt. Zooals de muren nu overeind staan, vormen ze een prachtig stuk ruïne. Dat er nog zooveel bewaard is geoievcn, waardoor herbouw moge lijk gebleken is, valt in hoofdzaak te danken aan de voorzorgsmaatregelen, die direct genomen werden. Reeds in Mei werd na overleg met de Duit- sche autoriteiten alles in het werk gesteld, om het zwaar geteisterde gebouw te schragen. Waar noodig, werd gestut, tot in den hoogen en moeilijk bereikbaren toren toe. Wat gevaar op leverde, werd verwijderd. De zich onder het puin bevindende grafmonumenten en beeld houwwerken bracht men in veiligheid. Ze kre gen voorloopig een plaatsje in het Mpseum Boymans. Juist doordat alle gebouwen in tamelijk wij den omtrek werden neergehaald, valt de mo numentaliteit van de kerk meer op dan ooit te voren. Kon men deze vroeger slechts toetsen in het raam van een straatje of steegje, thans be- heerscht de Sint Laurens haar omgeving opper machtig. En volgens de plannen, zal ze dit blij ven doen. Want het is de bedoeling, een groot piein te creëeren, zooals er ook een komen zal voor het stadhuis op den Coolsingel Bovendien zal een aan te leggen bassin de mogelijkheid openen voor een pittoreske weer spiegeling en een levendige begrenzing. Kerk en toren zullen alsdan niet meer in een huizen massa beklemd staan. De voorloopige maatregelen tot behoud van het overgeblevene hebben gedurende de onver wacht opstekende stormen goede diensten be wezen. Ofschoon nog een stuk muur instortte, bleef de rest volkomen intact en er behoeft voor verdere afbrokkelingen geen vrees meer te be staan. Het herstel zal eeh geweldig karwei worden. Hoe het precies wordt aangepakt, staat nog niet vast. Het zal intusschen vermoedelijk een werk zijn van vele jaren, waarbij inmiddels enkele gebreken in den bouw voorgoed zullen kunnen worden weggewerkt. Zoo zal een gelukkige verbinding tot stand worden gebracht tusschen kerk en toren. Beide stonden aanvankelijk gescheiden. Er liep ter plaatse een waterloop en bij den bouw hadden de toenmalige waterstaat-autoriteiten, in casu 't hoogheemraadschap van Schieland, bezwaren tegen demping er van gemaakt. Het duurde en kele tientallen jaren, totdat de overtuiging post had gevat, dat er aan demping geen kwade ge volgen voor de ontwatering der polders verbonden zouden zijn. De eerste spade voor de grondwer ken ten behoeve van den bouw werd in 1409 in oen grond gestoken en in 1412 werd de eerste steen voor de kerk gelegd. Ofschoon het vol strekt niet ongewoon was, dat kerk en toren vrij van elkander stonden, was de bevolking van Rotterdam in 1460 buiten zich zelf van vreugde, cat het watertje gedempt mocht worden en al- cus kerk en toren verbonden konden worden. In ploegen van honderd zwoegden mannen, vrouwen en kinderen aan het heiblok, om het werk te verhaasten. De verbinding werd op een minder gelukkige wijze tot stand gebracht en was architectonisch een mislukking. Wie goed toezag, kon de niet- harmonischen overgang gemakkelijk vaststellen. Verder moest later de toren, die was gaan ver zakken en ging .overhellen, met beeren gestut worden, welke tot de kerk opgemetseld moesten worden. Al deze nadeelen kunnen bij de restauratie verholpen worden. Het zai wellicht een interes sant probleem worden, of de Sint Laurenstoren ooit weer een spits zal krijgen, zooals hij aan vankelijk heeft gehad. Deze spits maakte hem 122 meter hoog. Het was een sierlijk, maar on soliede bouwsel, ontworpen door Hendrik de Keyzer. De spits was van hout en met lood be dekt. Ze kwam in 1621 gereed, moest echter in 1645 worden afgebroken. De meeste Rotterdammers zullen er overigens prijs op stellen, hun toren terug te hebben, zoo als ze hem altijd hebben gekend. Wat het in wendige betreft, een deel der grafmonumenten zal kunnen worden hersteld, terwijl van de dik wijls heel markante, fraai gebeeldhouwde kapl- teelen gelukkig afgietsels aanwezig zijn in het Rijksmuseum te Amsterdam. De Ned. Hervormde Gemeente, aan wie het kerkgebouw toebehoort, zit niet stil en is ei op uit, haar bijdrage in de herstelkosten bijeen te zamelen. Uiteraard zal ze zich op de aan kleeding concentreeren. In het begin van den afgeloopen week hebben wij gemeld, dat een oplichter in Assen geope reerd heeft. Thans heeft deze onbekende ook Groningen met een bezoek vereerd en haar slachtoffers gemaakt. Op geraffineerde wijze wist hij zich in te dringen bij families, waarvan de man in Duitschland woont. De oplichter deed het voorkomen, alsof hij eveneens in Duitschland woonde en den man zeer goed kende: Hij vertelde uitvoerige verhalen o.m.. dat hij belast was met de loonregeling van dien man. Voorts vertelde hij. dat hij juist een con ferentie in Den Haag had gehad, dat zijn kof fers aan het station stonden enz. Hy wist het vaak zoo ver te brengen, dat de menschen hem hulp gaven in den vorm van logies of geld aan boden. De recherche stelt een onderzoek in. In de Maashaven te Rotterdam is het motor- klipperschip Talif, schipper-eigenaar A. v. d Waal uit Sliedrecht, tengevolge van den ster ken wind en den hevigen golfslag volgeloopen en gezonken. Het schip was onderweg van de Maashaven naar de Parksluizen en geladen met zand. De echtgenoote en een kind van den schipper konden tevoren worden overgebracht op de sleepboot Christiaan. De schipper en zijn knecht D. var> Wijn gaarden sprongen op het laatste oogenblik te water. Zij konden worden gered door opvaren den van de sleepboot Volharding 15. De Edesche politie nam bij een Bennekomscha firma 25.000 rantsoenen zeep in beslag. Zij zou den daar door een elders gevestigde fabriek in depot zijn gegeven. In afwachting van de nadere resultaten van het onderzoek is de zeep per vrachtauto naar het politiebureau te Ede ver voerd en aldaar opgeslagen. De politie te Delft heeft in arrest gesteld den spoorwegarbeider Van der B., die tal van goe deren uit zendingen aan zakenlieden heeft ge stolen. In zyn woning werden gevonden ham, koffie, thee, tabak, sigaren, ongeveer driedui zend sigaretten, cacao en margarine. Ook had Van der B. levensmiddelen onder den vloer van de goederenloods geborgen. Zaterdagmorgen omstreeks kwart over acht passeerde de dertienjarige Jan de -Jong per rij wiel een voetpadovergang over de spoorlijn Oost- zaanZaanbrug op ongeveer vijfhonderd meter afstand van het station Oostzaan, toen de trein uit de richting Enkhuizen naderde. Zijn achter hem rijdende kameraad trachtte hem nog te waarschuwen, doch in den storm hoorde de jongen dit niet. Het gevolg was, dat de locomo tief hem raakte en hij links van de spoorlijn neergesmakt werd. Hij kreeg een gecompliceerde beenbreuk en schaafwonden, terwijl zijn fiets werd versplinterd. Spoorwegpersoneel van Oostzaan heeft den jongen naar het station vervoerd, waar hem geneeskundige hulp werd verleend. Per zieken auto is hij daarna naar het ziekenhuis te Pur- merend' vervoerd. Naar het U.D. verneemt, heeft de Neder- landsche Studenten Roei Bond besloten om, indien zulks in overeenstemming gebracht kan worden met de wedstrijdagenda van het Komend seizoen, de Varsity te organiseeren op 't AmsterdamRijnkanaal nabij Utrecht op Zondag 4 Mei 1941. Tevens ligt het in de bedoeling, dat de oeide jubileerende leden van den N.S.R.B. Laga er. Triton op nader vast te stellen data lustrum wedstrijden zullen organiseeren. In principe werden hiervoor vastgesteld resp. 17 en 18 Mei en 21 en 22 Juni. Het presidium van den Ned. Stud, Roei Bond is dezer dagen door den heer J. F. Ch. Steyling overgedragen aan den heer J. H. van dev Waals, praeses van Nereus, terwijl in de vacature van den algemeen permanent commissaris werd voorzien door de benoeming van den heer Stey ling. Het bestuur en permanente commissie zijn thans als volgt, samengesteld: Bestuur: Nereus, J. H. van der Waals, president; Njord, J. A. Reus: Laga, B. J. G. van der Pot; Triton: A P Nolen en Aegir, F. C.'Maathuis. Permanente commissie: H. Broekema, Njord, secretaris-penningmeester; ir. Th. P Tromp. Laga; dr. J. W. Hingst, Triton; mr. A. J. M. Hendrix, Nereus; dr. J. de Graaf, Aegir en J. F. Ch. Steyling, algemeen commissaris. Zaterdagmiddag is het zesjarig zoontje van den heer Vos, wonende aan den Voorthuizer- stiaatweg te Putten, terwijl het in een onbe waakt oogenblik den weg overstak, door een passeerenden auto overreden. Met, denzelfden auto werd het deerlijk gewonde kind naar dokter Vonk te Putten overgebracht. Deze con stateerde den dood. Den chauffeur treft geen schuld. In den kunsthandel van W. Lange, te Berlijn kwamen talrijke doeken van Nederlandsche schilders onder den hamer, die zeer hooge prij zen opbrachten. Een portret van Adam van Hasseveldt door Frans Hals bracht den hoogsten prijs; 50.000 mark, op. Een landschap van Jan van Gooyen werd voor 47.000 mark verkocht. Op den tweeden dag haalde de Veemarkt van David Teniers den hoogsten prijs, n.l. 28.000 mark; een herbergtafereeltje van Jan Steen ging weg voor 25.000 mark. Er wordt aan herinnerd, dat met ingang van 1 Januari a.s. de volgende postzegels buiten gebruik komen en dus waardeloos worden voor frankeering; de Weldadigheidspostzegels (kin derzegels) en de Zomerpostzegels, beide van de uitgifte 1935. Sedert lang is bekend, dat levertraan een zeer goed middel is tot voorkoming en gene zing van Engelsche ziekte of rachitis. De naam rachitis beteekent ontsteking aan de wervel kolom en is onjuist, want deze ziekte is in 't geheel geen ontsteking en zeteit ook niet in de eerste plaats in de wervelkolom. De ziekte is op de eerste plaats een stoornis in kalkhuis- houding. Zullen de beenderen goed groeien, dan moet de kalk uit de voeding zich op de juiste wijze met de phosphaten verbinden en zich neerzetten op de juiste plaatsen in de botten en vooral in de groetende deelen, want niet alle deelen der botten groeien even snel; van de beenderen groeien de lange pijpbeenderen het meest en de groei zelf gaat voornml. uit van de uiteinden; en aan de uiteinden van de lange pijpbeenderen zijn dan ook de voor naamste teekenen van de rachitis waar te ne men: zij zwellen en zijn plomp. Daarbij is het geheele skelet weeker dan anders, omdat de harde bestanddeelen, de phosphorzure kalk, te gering is. De beenen zakken door en worden krom. De borstkas zet te veel uit en wordt breed en Plat7 het voorhoofd puilt uit aan de beide voorhoeken. Daar komt dan nog bij een algemeene spierzwakte en een bloedarmoede. Wordt de behandeling niet op tijd aangewend, dan kan het skelet vergroeien, inzakken on der den druk van het lichaamsgewicht. Nu. toen men begreep, dat een stoornis in de kalksbofwisseling de oorzaak was van de rachitis, wilde men de ziekte genezen door kalk en phosphor toe te dienen. Speciaal werd phbs- phorlevertraan voorgeschreven. Waarom? Omdat een Duitsche onderzoeker Wegner ongeveer in 1870 bemerki had, dat gele phosphor, aan kippen gevoerd, verhardingen van de beenderen veroorzaakt. Een jaar of twintig later kwam Kassowitz en gaf daarom aan zijn patiënten phosphorus, omdat hij geheel ten onrechte meende, dat rachitis precies het tegendeel was van die verhardin gen. Maar nu komt het leuke. Hij gaf die phos phorus aan zijn particuliere patiënten, opgelost in de dure amandelolie en aan de arme patiën ten in de goedkoope levertraan. De armen kre gen dus een veel beter behandeling dan de rij ken, maar dat wist de brave Kassowitz niet. Trouwens hetzelfde hebben wij beleefd met Scott's Emulsion, dat lekker en duur is, maar niet half zoo werkzaam als de gewone lever traan. Hoe lang de levertraan reeds tegen rachitis in gebruik is, heb ik niet zoo gauw kunnen vinden, maar in elk geval toch wel sedert 1860. Nu moet men niet vergeten, dat juist in die tijden de rachitis enorm was; want van de boen heerschende sociale toestanden hebben wij thans geen denkbeeld meer; dus juist in dien tijd kon een goed middel groote vermaardheid krijgen. Ik wil hier nog vermelden, wat Henoch, de groote vernieuwer van de kindergeneeskunde, in 1883 schreef. Hij erkent, dat de rachitis vooral voortkomt uit slechte behuizing, be dompte lucht enz., prijst als het beste middel de levertraan en raad vooral aan frissche lucht en zon. Dit is zonder twijfel een pluim op zijn hoed, want eerst in 1913 begon er eenige klaar heid te komen in de oorzaak van rachitis. Want toen beweerde Funk, een Poolsche on derzoeker, die de geheele theorie van de vita minen aan het rollen gebracht heeft en zeld zaam goed de waarheid wist te raden, dat ra chitis veroorzaakt werd door een vitamine gebrek. De naam vitamine is ook van Funk afkomstig. Mellauby heeft toen in 1919 deze zaak op pooten gezet. Hij wist door een be paald diëet een heftige rachitis bij ratten op te wekken; toediening van levertraan genas de rachitis. Maar hij meende toen, dat dit kwam, omdat levertraan vitamine A bevatte. Huldschinsky had reeds in 1911 gezien, dat ultraviblet licht een goed geneesmiddel was tegen rachitis van kinderen. Hij ging nu ook proeven doen met ratten. Ook dat hielp. Toen dacht hij, dat bestraling der lucht misschien al voldoende was. En dat hielp ook. Maar als men de kooi goed schoon maakte, hielp het niet. De spijsresten en ontlasting van de die ren werd door bestraling werkzaam tegen ra chitis. Het volgende stadium van het onderzoek was, welke bestanddeelen aan het voedsel door bestraling antirachitisch werkzaam werden.' Dat bleken de vetten te zijn. Toen kwam dan langzamerhand voor den dag, waarom de le vertraan zulk een goed geneesmiddel is. De zaak werd voor het goed begrip weer ingewik keld gemaakt, doordat er drie vitamines D werden gevonden; in de eerste plaats de vita- cholesterine en ergosterine zijn bestanddeelen mine in de levertraan, ten tweede bestraald cholesterine, ten derde bestraald ergosterine; vaai vele vetten. Het bleek dan ook dat er in de huid van den mensch door bestraling met zonlicht of ultravioletlicht deze vitamine ont staat, en dit is dan gelijk aan het bestraalde cholesterine of D3. Dus nu begrijpt men ook, waarom in den zomer de rachitis weinig voor komt en waarom men in den zomer geen le vertraan hoeft te geven. Dan is er n.l. genoeg zonlicht. Henoch gaf des zomers evenmin le vertraan. De drie vitamines zijn zeker niet aan elkaar gelijk; althans niet voor kuikens. Voor den mensch wordt gebruik gemaakt van de vitamine uit de levertraan, en verder vooral van bestraald cholesterine. Dit laatste wordt onder allerlei nameh in den handel gebracht als Davitamon, Dohyfial Vigantol, Radiostol. Davitamon en Dohyfial zijn Nederlandsche preparaten. Een bijzonder gezuiverd en geijkt levertraan preparaat is Jecovitol; ik zou niet durven zeg gen, of het te verkiezen is boven een gewone goede levertraan. Een gestandaardiseerde lever traan wordt in den handel gebracht door Draisma van Valkenburg. Dan zijn er ook nog preparaten, niet aooals levertraan van kabel jauwen afkomstig, maar van heilbot. Dat heet kalitian en daarvan behoeft men belangrijk minder in te nemen dan van levertraan. Ik wil hier nu niet verder op doorgaan en besluiten met te zeggen dat kleine kinderen zeker in de eerste jaren met zeer veel nut levertraan gebruiken, maar dat gezonde en ver_ sche voeding en vooral zon en frissche lucht noodzakelijk zijn om rachitis te voorkomen. Over algemeene maatregelen ter voorkoming van rachitis hoop ik later nOg tc- spreken. Dr. TH. H. SCHLICHTING „Accountants'' vf K Agenda ,*:-v v 'y ••'- rv. V - - vv Voor H.H. Accountants, Belasting consulenten en allen die op dit gebied werkzaam zijn is heden verschenen de bewerkt door J. H. M. VAN EMMERIK. Formaat 11 X 16%, in soepel kunstlederen )andje, 432 pag. Prijs ƒ2.40, fr. p. p. ƒ2.55. Verkrijgbaar in den Boek- en Kantoorboek handel en bij de ALKMAAR Prospectus op aanvrage Het Rijksbureau voor Voedselvoorziening in Oorlogstijd maakt in ver band met de 'getroffen regeling inzake de levering van slachtvee bekend, dat in de periode welke loopt tot 28 Februari 1941 de volgende aantallen moeten worden geleverd. door veehouders met 59 runderen 1 rund door veehouders met 1014 runderen 2 runderen door veehouders met 1519 runderen 3 runderen door veehouders met 2024 runderen 4 runderen door veehouders met 2529 runderen 5 runderen door veehouders met meer dan 29 runderen per 5 runderen of gedeelte daarvan telkens 1 rund meer. Veehouders, die meer dan 1 rund moeten aanbieden, moeten de helft van het aantal geleverd hebben vóór 20 Januari 1941 Bij oneven aan tallen moet daarbij naar boven worden afgerond, zoodat van 3 runderen vóór dezen datum 2 runderen moeten zijn geleverdvan 5 runderen vóór dezen datum 3 runderen, enz. De veehouders mèt minder dan 5 runderen worden voor de eerste periode vrijgesteld, hetgeen uit den aard der zaak niet insluit, dat zulks ook voor de volgende periode het geval zal zijn. Met leveringen boven het aantal in het hiervoren aangegeven schema genoemd, zal bij de definitieve regeling rekening worden gehouden Ten bewijze dat de levering heeft plaats gevonden, zullen de veehou ders bij de Landbouw-Crisis-Organisaties de afrekeningen der Nederland sche Veehouderijcentrale moeten inleveren Afrekeningen van vee, gele verd op of na 25 November, dienen overeenkomstig hetgeen daaromtrent reeds eerder is gepubliceerd als bewijs dat levering heeft plaats gevon den, mits het vee aan de bovenvermelde eischen heeft voldaan. Voor vee, dat op of na 25 November 1940 voor uitvoer geleverd is zullen docr de Nederlandsche Veehouderij centrale leveringsbewijzen worden afgegeven. Deze leveringsbewijzen hebben dezelfde waarde als de afrekeningsbe- wijzen. De aandacht wordt er op gevestigd, dat de thans geldende prijzen voor slachtvee in geen geval verhoogd zullen worden boven de thans gel dende schaal, daar er een regeling is getroffen, dat nu al het slachtvee cij de Centrale moet worden aangeboden. Een stipte uitvoering van dit leveringsplan is noodzakelijk, om het economische gebruik van de aanwezige voedermiddelen voor de melkver- zorging in de wintermaanden te verzekeren en om in de voorjaarsmaan den als er weer voer beschikbaar is, den veestapel te kunnen sparen. Door het opheffen van de teeltregeling en het niet bestemmen voor de slacht van vrouwelijke graskalveren is de mogelijkheid geschapen, om in het algemeen den 'veestapel op peil te houden door toevoeging van jong vee. m ,r ti D*. ROBERT KLÏMSCH DE DOODEN LEVEN. Onder dezen titel schreef Mgr. Dr. ROBERT KLIMSCH een standaardwerk, waarin hij met een overvloed van opzienbarende en positieve feiten voor goed afrekent met de bewering: „Er is nog nooit iemand van over het graf teruggekomen". Aan de hand van 'n overvloed van nauwkeurig waargenomen verschijningen van afgestorvenen, vrijwillig en met Gods toestemming tot ons gekomen, wordt in dit indrukwekkende doch ook troostende boek de getuigenis bevestigd van oud christelijke schrijvers zoowel als van bekende geleerden, dat de dood geen dood, maar een brug is tot het leven en wij terecht mogen zeggen: WIJ ZIJN ONSTERFELIJK. Dit boek van onschatbare waarde voor een ieder, die in het leven zijn toestand na den dood wenscht te bepalen, kost in prachtband slechts 4.90 en wordt U franco en desgewenscht in abonne ment van minstens 1.per maand onder inzending van onderstaanden bon of verwijzing naar deze annonce geleverd door Boek- en Kunsthandel H. NELISSEN, Prinsengracht 627 te Amsterdam. Giro 60Ö92. Telef. 31791. Het eerder verschenen werk van Mgr. KLIMSCH „DE HEMEL", waarin o.m. 't herdenken onzer dierbaren en andere vreugden onzer zinnen in den hemel behandeld worden, kunnen wij U ook nog leveren gebonden in kunst leer voor slechts 4.90. BON Ondergeteekende wenscht franco te ontvangen: Het verschuldigde ad de le termijn van is door mij verz. wordt met 10 ct. extra als rembours op de zending door mij bet.*) (*Doorsl. wat niet wordt verlangd.) Naam en beroep: Adres; 78 EEN NIEUWE HERMAN DE MAN Een roman van Moederliefde en Moederleed (jeJa. I 4.50 Bij voldoende deelname zal de Ned. Broederschap van Gediplomeerde Makelaars medio December te Utrecht examen afnemen voor het certificaat van makelaar in onroerende goederen. Inlichtingen en aanmelding uit sluitend bij den Secretaris, Weerdsingel O.Z. 53-A te Utrecht. I I Ulvenhout, 5 December 1940 Amico, Triest en grijs kwijnt den dag stille weg in den roerloozen buiten, die oud te peinzen staat in de nevelingen van den Advent. De wegels zijn nat van den mist, die wolkt over de wazige verten van de wije velden; die drupt van de boomen; die rookt" deur 't bosch. Wintermaand. Laag in den dichten hemel drijft de witte zonneschijf deur de waterkleu- rige neveling, die rusteloos vortjaagt deur de schepping, 'n Vlies van ijs ligt als 'n zenuw-weef sel te trekken over de Mark, die daar kron kelt deur de wit bevrozen velden. Dan, efkes, daar gloeit de witte zonneschijf ros aan. Den hemel wordt van matglas. Over de dun bevrozen Mark tintelt gekreukeld bladgoud, 'n bonte kraai wiekt van Ten hekpaal; ge hoort, in de be drijvige stilte van deuzen zonnemoment, de machtige vlerken klappen teugen t sterke veu- gellijfMaar rap is den fermen beest uit 't oog, want de lochten hepen weer toe, den gouwen toover week weg van de Mark, den killen mist pakt oe bij den nek mee dooie vingers, 't Wordt maar moeilijk dag. deus tijen. Maar de Sterre van Advent gloort al in de lange nachten, die de wintersche weareld zwart overglanzen. De Sterre van Advent bloeiend lijk 'nen wit ten aster, wijd boven alle sten-en uit, glorend boven den heimelijken woestijn, boven de woeiende oorlogszeeën, boven de angstige stejen en durpen verdoken in 't donker Niks maar de Sterre van' Advent bloeiend lijk 'nen witten aster boven heel de rampzaligheid der weareld uit, ze gloeit, ze bloeit in witten luister boven. Bethlehem. Sterre van Advent, symbolieken lichtstip in den donkeren Kosmos, in de donkere Onendig- digheid, waarin wij tastend en vallend voort gaan, Sterre van Advent, twintig eeuwen bloeide deuzen witten aster open over- 'n Menschdom, dat tastend en vallend altij weer terechte kwam op den verkeerden weg van 't ongeluk. Twintig eeuwen wees zij den weg aan wat arme herders en aan enkele wijzen, maar in twintig eeuwen kosten alle generaties van 'n ontelbaar groot Menschdom n i e den weg vin den tot de Waarheid, tot 't Licht, tot: Bethle hem. Waar geboren wierd 't armste borelingske dat de weareld ooit aanschouwde. Na twintig eeuwen is deus Goddelijk Kindeke van de Waarheid, van 't Licht, nog altij 't arme, 't vervolgde, 't onaanzienlijke Koningske in 'n weareld, die barst van trots, die stikt in leugens, die verteert in haat en die tastend en vallend vortgaat, in 'n donkere onendigheid, op den verkeerden weg, dien van 't ongeluk. Na twintig eeuwen Christendom, over ennigte weken glanst weer 'n heilig Licht uit 't Stalleke van Bethlehem, verkonden bronzen klokken over heel de weareld, uit machtige to rens van beroemde kathedralen, uit bescheien tempeltjes in verre missies, van simpele bergkapel len in den eeuwigen sneeuw, ja, uit den klokke- stoel van 't donkere oceaanschip, verkonden duuzenden ponden brons het Heilig Uur, de ge boorte van den kleinen Christus, maar al deuze klokken, ze komen nie uit boven 't oorlogsge weld dat den Kerstnacht deurdavert. Twintig eeuwen Christendom hebben niks be reikt. Maar 't lag werendig nie aan de Leer van Christus, die nog nooit wierd overtroffen, ja zelfs nie benaderd, deur de theorieën van weareld- beroemdste Geleerden en Denkers. 't Lag en 't ligt nog altij aan de van trots barstende, in leugens stikkende, in haat ver terende menschen, die 't Licht schuwen en tas tend rondspoken in den donker. Arm Koningskindeke, dat straks weer gebo ren gaat worden onder dieën Aster van Advent, maar armer menschdom nog, dat den elec- triek tooverde uit de Geheimenis der Schepping, maar nochtans mee 'nen.... afgeschermden die- venlantèèrn rondstrompelt deur zijnen eigen huis De Adventster gloort. Wat valt er veul te overwegen deuzen Advent- 1940. Dat ie moge zijn ik blijf hopen éenen opgang naar den wonderen Stal. Den Heiligen Stal, 't witte lichtpunt op deus donkere aarde. Het glorieerende middelpunt waarin alle wegels samenkomen uit alle windrichtings der weareld. Zoodat ze is, die bloedende weareld, lijk éen groote ster van verre wegels, die lijk sterrestralen samenkomen in 't lichte Bethlehem. Schoon beeld, die levende ster van lichtende devotie, vol van opgaande „herders" naar 't witte Stalleke. Want lijk „herders", gelijke arme aanbidders kan 't Menschdom slechts optrekken naar dat beddeke van hooi, zacht gespreid onder 't teere Jesuke in den voeierbak der dieren. Hier telt, zeg herders, gin arm. Hier telt gin rijk. Hier telt ginnen hoofdschen Staat, hier telt gin stand. Hier telt gin geleerdheid en hier telt gin sim pelheid. Hier telt alleen of ons zielement zoo wit is als 't wijlicht, dat 't Kindeke verwarmt. Of 't zoo rein is als 't Borelingske eigens, dat alleen ge boren wierd om te geven, te geven tot den lesten druppel hartebloed, uit liefde veur Zijn mede- menschen. Hier telt alleen of oew zielement zoo zacht is als 't hooi, om 't Kindeke in Liefde te ontvangen. Hier tellen „alleen maar" die dingen, waar over 'nen landlooper net zoo beschikt als 'nen koning. Hier tellen „alleen maar" wèèrden, die mee gin goud te betalen zijn, Hier tellen „alleen maar" allerkostelijkste, onschatbare wèèrden, die eigendom kunnen zijn van den bedelèèr en van den rijkaard. Hier telt.... de Liefde! De Goddelijke Naastenliefde, waaraan deuze wea reld zoo arm, zoo straatarm is! Lijk „harders" motten we optrekken deuzen Advent naar dat poover Stalleke, want God! wij zijn zoo nakend arm. Wij.... haters....! De Adventster gloort. 'n Dikke locht hangt al wekenlang over de huizekes van Ulvenhout, over de daken van 't stedeke, da 'k mee den groentenwagel deurkruis. Koud en grijs, vriesstil liggen de witte velden te mijmeren onder den kleurloozen hemel, in 'nen eindeloozen schemer, die er huivert deur den triesten Ouwejaar, mee den grijs-bevroren akker, mee de wit-bevrozen sloojen daarlanks. En als ik 's mergens van huis rij, den wagel druk spectakelt over den harden erf, dan gloort 'n bleekgeel lampelicht uit ons raam al deur den duisteren Decembermergen, die daar schimt over de eenzame velden, achter ons. En ten avond, als ik verom rij uit stad, ook dan weer staat 't geele vierkant van de raam op den donkerenden erf, waarover den midwin ternacht te wemelen begint in steeds dichteren werl. Maar somtijen dan vergaat den korten dag nog wel 'ns in 'nen gloeienden ender. Dan ligt daar, op den uitersten rand van de koperen wei 'n streep zonnevuur te klonteren, dat den rossen gloei over de ijsslooien schampt; dat teugen 't natte raamglas oud-gouwen kralen te blinken hangen in sierlijke slingers. Dan dringt den glanzenden glorie, die daar gunderwijd over den purperen rand van de wea reld vloeit, diep in de zwarte bosschen en den donkeren mast wordt betooverd tot gouwen pas sementerie, die flonkert lijk 'nen goudbestikten baldakijn boven 't wondere bosch. Zóó eindigt somtijen den donkersten Advents dag in den stillen pracht van 't karbonkelend zonnevuur, lijk 't Adventstij eigens eindigt in den glorie van duuzendvoudig kèèrsenlicht, dat er dan huift over de Dagen van Kerst. Kerstmis! De schoonste, delichtste uren van 't gan- sche jaar, naderen de donkere weareld. Kerstmis, ingeluid mee den bronzen jubel van beierende klokken deur den mysterieuzen, den mystieken Vrede s-nacht, Kerstmis nadert de Menschheld. Klokken van duuzenden ponden brons gaan 't weer uitdreunen onder den einde loozen, nachtblaauwen sterrenkoepel, die er wuift over d'aarde; 't Arme Koningske is geboren! Goddelijk Borelingske, neergelegd in 't Stalleke van Bethlehem, gekoesterd in den warmen asem van stomme dieren, wantnieverans onder de menschen is plek veur deus Kindeke. Eerder nie, nou nie, in 1940. Wat zijn wij, opgaande herders deur deuzen Advent naar 't lichtste uur van gansch 't jaar, wat zijn wij toch nakend arm. Wij.... haters! Die den verlangenden, den biddenden Vredes- mensch berooven van z'n eer en goeien naam, 'm uitspoegen als: verrader! Wat zijn wij, veurname, deftige geleerde ge- wichtighedens toch nakend arm aan dat éenige goed van wèèrde, waarveur Christus Zijn leven gaf: aan de Naastenliefde. Wat zijn wij, veurnamen, toch nog b e d e- 1 r s, als we straks daar staan bij 't arme Kin deke, geboren in den dierentrog. Wij gaan op, deur den donker van Advent, naar den Stal van 't Licht. En ik blijf hopen! Zooals somtijen den korten dag tóch nog wel endigf in 'nen gloeienden kim, waarop 'n fon kelend zonnevuur karbonkelt lijk 'n gouwen Godslamp, zoo blijf ik hopen op 'nen Kerst, die deus poover Menschdom tot éen, groot, diep ver langen naar den Vrede brengt. Tot: éenen Ver- radersbond aan Aan den oorlog Vol. Veul groeten van Trui, Dré III en als%ttü gin horke minder van oewen t. a. v. DRÉ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 6