BOEK en BLAD
«ELp
DONKER
WIT:
De N.-O.-Polder in het
IJsselmeer
Provinciale Staten van
Noord-Brabant
ZATERDAG 21 DECEMBER 1940
ALLES!
HOOFDPIJN
mm
De Kerstkaart van
Anton Pieck
Hedendaagsche Nederlandsche
schilders
IKI HET
r r
MERK UW BEL
EN UW BUS
VERF UW HUISNUMMER
Restaurant DORRIUS
Kerkelijk leüen
Onderlinge
Verzekering l|jj Maatschappij
GOED LICHT GEEFT'N
MENSCH ZUN
HUMEURTERUG
JUIST M IS
GEZELLIGHEID
v NOOOlG^,
U kunt op stroom besparen, zonder Uw huis
tot een spelonk te maken. Schaf Philipslampen
aan en U bezuinigt tot 20% op stroom, zonder
Uzelf aan licht tekort te doen!
[GOED LICHT IS
WE KOOPEN GEEN
NIEUWE IN DEZEN TIJD
Hoe de teekenaar er toe
geïnspireerd werd
Anton Pieck
De tentoonstelling in het Centraal
Museum te Utrecht
1 «ift&tf
De Kerstkaart van Anton Pieck
(Foto: Centr. Prop. Comm. y. d. Kinderpostzegels)
Voordracht voor het Ned. Aard
rijkskundig Genootschap
Voorstel'Jansen verworpen
H. PRIESTERWIJDING
Examens nijverheidsonderwijs
SECRETARIAAT U.C.I.
KAMPIOENSCHAP le KLAS
KLEIN BILJART
Moench nog steeds aan den kop
WIJ LUISTEREN NAAR
Zondag 22 December
Maandag 23 December
610.000,000.-
140.000.000.-
HALFJAARLIJKSCHE SCHADE-REGELING
Dr. E.
DAT ZAL VERANDERING
BRENGEN
Bij de prentbriefkaarten voor het kind, wel
ke dit jaar worden uitgegeven, zijn er twee,
"Welke de bekende teekenaar A. F. Pieck getee-
kend heeft en waarvan er een de Kerst
kaart met bijzondere graagte door het pu
bliek gekocht wordt, gezien de alom groote
Vraag ernaar.
Een vertegenwoordiger van de centrale pro-
baganda-commissie voor den verkoop der kin
derpostzegels en prentbriefkaarten voor het
kind heeft met den heer Pieck, die te Overveeu
woont, een onderhoud gehad. De commissie
verzoekt ons aan dit onderhoud bekendheid te
Willen geven.
Den heer Pieck, die ongeveer twintig jaar
leeraar in het teekenen aan het Kennemer
Lyceum is, zit als het ware de teekenkunst ir.
bet bloed: reeds op 14-jarigen leeftijd behaal
de hij de akte teekenen L. O. en drie jaar la
ter de akte M.O. Elf jaar oud, kreeg hij ge
regeld in het vak les in Den lTfelder, waar zijn
ouders woonden. Hij heeft echter niet alleen
Nederland uitgekozen om tot inspiratie voor
zÜn teekeningen enz. te komen. Drie jaar ge
leden was Anton Pieck twee maanden in Ma
rokko: een prachtig en nog ongerept land, zoo
hij, als hij er met veel enthousiasme van
Vertelt, onderwijl zijn kleurplaten toonenn.
Mlaar ook in Duitschland, Engeland, Oosten
rijk en langen tijd in Italië, doch zeer lang in
Vlaanderen waar hij talrijke vrienden en
Soede bekenden heeft teekende Pieck vele
Jaren. Aan het Vlaamsche land heeft hij zoo'n
beetje zijn hart verpand: Felix Timmermans
b.v. is van 1914 af reeds een zijner beste Vlaam
sche vrienden. En men moet hem hooren pra
len over het Begijnhof in Lier, en zooveel meer
schoons van Vlaanderen, met zijn leutige be
volking
Doch Anton Pieck heeft nóg meer goede
Vriendenéén ervan is een gynaecoloog in
Overveen. En het is deze dokter, die hem eigen-
Hik oo de gedachten van de mooie Kerstkaart
gebracht heeft, want de vader van dien arts
Is dokter op een der Noordhollandsche dorper,.
Toen zij er samen over spraken, herinnerde de
arts hem eraan, dat het in Noordhoiland een
hog typisch gebruik is, tusschen Kerstmis en
Driekoningen met de ster te loopen. Van deze
gedachte is Pieck bij het maken van de Kerst
kaart uitgegaan. En de lezer zal zeker niet
verwacht hebben, dat de boerderij op den ach
tergrond van die kaart er een is, die men in
Wester-Blokker vindtEvenmin als hij er
eenig vermoeden van zal hebben, dat op Pieck's
tweede kaart het oude Sloten den achtergrond
vormt. Ja, als men 't leest en men kent die
omgeving, dan komt zij bekend voor
Pieck is een aangenaam, vlot en gezellig cau
seur, die veel geschilderd heeft, maar die, als
Wij wat dieper op deze zaak ingaan, toch ook
hiet kan nalaten, op te merken: „Ik hou veel
van illustraties, maar ik vind het gevaarlij,:
»om prentjes te maken". Intusschen, wie ziin
„Prentjes" in velerlei boeken wel eer» vmchtig
°f minder vluchtig bekeken heeft, zal steeds
opnieuw getroffen worden door den pracbtigen
kleurenrijkdom. Thans werkt Pieck aan een
over eenigen tijd verschijnende uitgave van de
■•Sprookjes van Grimm" (Nederlandsehe uit
gave)
Ben buitenstaander kan veel vragen, maar
a's hij van den teekenaar nu eens wil weten,
bóe deze laatste precies tot zijn teekeningen
komt, en de „stuff" daarvoor vindt, dan ant
woordt Anton Pieck, „dat er geen bepaald
systeem is; ieder ding, zoo zegt hij, elseht
Voorbereiding, je moet het eerst serieus van
boven tot onder in elkaar zetten. Het vooruit-
bocumenteeren is zeer belangrijk bij dit alles.
En dan, men moet vooral niet vergeten, steeds
contact te houden met de werkelijkheid, waar
op je fantasie kan steunen." Wij konden dit
zelf constateereneen Grimmplaat-in-wording
is de bevestiging, van de zooeven gesproken
woorden.
Al pratende bladeren we in boeken, die Pieck
illustreerde: we zien, hoe raak deze illustraties
zijn bij de Schubert-liederen: „Der Doppelgan-
ger", „Standchen, „Die Post" e. a., of de tal
van Gjjsbrecht-teekeningen (met initialen), een
Vondeluitgave van het Vonaeljaar. En niet te
vergeten: Jacob Bicker Raye (17321774).
„Notitie van het merkwaardigste meyn be
kent" (De titel van een dagboek, in 1935 ver
schenen). Of het onlangs uitgekomen pracht
werk „De Tuin der Goden", een verzameling
mythen.
Maar, naast deze schatten' bezit Pieck ook
nog iets merkwaardigs. „Gaat U mee naar
mijn werkkamer, boven!" Op die werkkamer,
volbehangen met kleurteekeningen en oliever
ven, staat een fraaie ouderwetsche etspers.
Verder tientallen gesneden houtblokken (eer,
soort palmhout), eigenlijk dus gewone hout
sneden. „Zelf maken en drukken, waarbij je
de fabriek dus feitelijk moet uitschakelen en
terugkeert tot de techniek van omstreeks 1500",
zoo glimlacht Pieck. Ook deze kunst is hem
volkomen toevertrouwd, zooals hem evenzeer
toevertrouwd was ons een uitzonderlijk fraaie
Kerstkaart te schenken. Wie zou deze kaart
niet willen bezitten, of wel er vriend of fami
lielid mee willen verrassen voor een prettig
Kerstfeest? Endit is misschien nog wel
het allerbelangrijkste: Door het koopen bij te
dragen tot leniging van den nood onzer mis
deelde Nederlandsche jeugd.
De Kerstkaart van Anton. Pieck kome ir.
duizenden handen! U zelf heeft er plezier van,
enmaar vult U dit zelf maar in! Wij wil
len met in herhalingen vervallen!
Tijdens een persconferentie in het Centraal
Museum te Utrecht, Vrijdagmorgen, heeft Jan
Engelman eenige mededeelingen gedaan over de
tentoonstelling van Hedendaagsche Nederland
sche Schilders, die hedenmiddag (Zaterdag)
door den burgemeester van Utrecht, mr. dr. G.
A. W. ter Pelkwijk, is geopend.
Bij de organisatie van deze compositie is men
niet van de gedachte uitgegaan een bepaalde
richting of groep te presenteeren, maar men
heeft willen nagaan, welke schilders het meest
op den voorgrond treden en den eigen aard van
hun schilderkunst het meest vertegenwoordi
gen. Oorspronkelijk was er het plan tien schil
ders uit te kiezen en eenige beeldhouwers, doch
wegens bijzondere omstandigheden is het uit
sluitend bij schilders gebleven, wier aantal men
nog heeft uitgebreid.
De tentoonstelling is ondergebracht in een
zevental zalen. In de eerste zaal treft men
werken aan van Coba Ritsema, eenige mooie
stillevens en een prachtig groot portret, als
mede een harer beste werken, het portret van
haar moeder. Naast het werk van Coba Ritse
ma hangen er eenige doeken van Jan Sluyters,
o.m. een portret van zijn vrouw en een tweetal
naakten.
Piet Wiegman, een der meest bekende schil
ders uit de Bergensche school, tevens welbe
kend als pottenbakker, is goed vertegenwoor
digd in de tweede zaal, waar een groot jacht
tafereel domineert, dat weliswaar nog niet ge
heel voltooid is, maar wel een indruk geeft van
de compositaire en coloristische ideeën, die hij
nastreeft. Voorts hangt er van Wiegman nog
een Harmonicaspeler en een Limburgsche kerk.
De fierde zaal herbergt Kees van Dongen en
Germ, de Jong, waarvan de eerste schilder on
getwijfeld de grootste bekendheid geniet. Een
groot mansportret en eenige Parijsche vrouwen
typen geven een interessanten indruk van zijn
werk. Van Germ, de Jong zijn o.m. eenige fraaie
landschappen geëxposeerd.
In de vierde zaal treffen we Jan van Her
wijnen met een groot landschap en Vrouw met
kind en Ton Kelders werken, als Nacht en Don
Quichotte.
Jan Wiegers (landschappen en een fraai por
tret), Charlie Toorop (stillevens: zelfportret en
Zeeuwsche boer), Charles Eijck (groot portret,
stadsgezicht en winter) en Pyke Koch (Polka
Mazurka, Zelfportret en de Schoorsteenveger,
welk laatste werk voor deze expositie slechts
enkele dagen in Nederland tentoongesteld werd)
vindt men in de vijfde zaal.
Zaal zes is gereserveerd voor Dirk Nijland
(stillevens) en Willink (Simeon de Styliet o.a.),
terwijl de laatste zaal, die tevens de meest fan
tastische is, merkwaardige werken bevat van
Leo Gestel, Krisian Tohny en Charles Roe-
lofs (van den laatste o.m. de zeven hoofdzon
den).
Eenige schilders zal men missen, doch dit is
uitsluitend door de huidige tijdsomstandighe
den veroorzaakt, een enkele verloor bijvoorbeeld
zijn geheele atelier tengevolge van den oorlog.
De expositie is overigens groot en royaal op
gezet en geeft een markant beeld van onze he
dendaagsche schilderkunst.
Wij hopen nog nader op deze tentoonstelling
terug te komen.
In Krasnapolsky te Amsterdam heeft heden
middag ir. F. L. van der Bom Jr., eerst-
aanwezend-ingenieur bij den dienst van de
Zuiderzeewerken, voor het Nederlandsch Aard
rijkskundig Genootschap een voordracht ge
houden over: „Noord-Oostelijke polder in. het
IJsselmeer".
Spr. gaf allereerst een inleiding, waarin hij
in herinnering bracht, wat aan de inpoldering
van den N. O.-Polder, den tweeden Zuiderzee
polder, is voorafgegaan. Hij zeide, zich tot één
aspect van het geval te moeten beperken. Hij
nam de topografie van het nieuwe gebied als
uitgangspunt en toonde aan, waarom de kaart
van het Nieuwe Land er zoo uitziet, als het
geval is.
Vervolgens besprak hij den polderomtrek en,
in samenhang daarmede de werken tot voor
ziening in de belangen van afwatering en
scheepvaart der omliggende landen, waarbij hij
vooral aandacht schonk aan de wijze, waar
op het Zwarte Water wordt verlengd.
Toegelicht aan voorbeelden van oude droog
makerijen besprak hij daarna, hoe de stede-
bouwkundige structuur van een dergelijke In
poldering behoort te zijn. Ook de bodemge
steldheid behandelde hij uitvoerig, waarna hij
de eischen formuleerde, die het bedrijf, zoowel
het agrarische als het industrieele, de afwate
ring, de bewoning en het verkeer stellen. Daar
bij komen allerlei punten aan de orde, zooals
de kavelgrootte, het polderpeil, de omvang van
de te verwachten bevolking, de verdeeling
daarvan over het platteland en de concentra
ties in de kernen van bewoning, de aard van
het scheepvaartverkeer, de aansluiting aan de
verkeerswegen in het oude land en andere.
Aan de hand van de kaart wees hij aan, op
welke wijze in het plan aan de ontwikkelde
eischen wordt voldaan.
Ten slotte vertelde spr. een en ander over
de uitvoering van de werken, hetgeen hij met
eenige lichtbeelden illustreerde.
Als Uw HUID VLEKKEBIG is of wanneer
VETWORMPJES OF PUISTJES Uw teint
dreigen te bederven, neem dan Radox! lederen
avond betten met warm water, waarin een
weinig Radox is opgelost, doet wonderen.
Bovendien spaart het zeep. als ge wat Radox
ln Uw waschwater doet.
Bü apotfa.en drog. 41 eten 15 ct. incl. verh.O,B.
N. Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam.
PLATS DU JOUR EN A LA CARTE
In de zitting van de Provinciale Staten van
Noord-Brabant, welke Vrijdag gehouden is, is
besloten een schrijven der Contact-commissie
van de Vereenigfng tot behoud van natuur
schoon alsnog te doen drukken en rond te
zenden aan de leden. Dit schrijven behelst de
mededeeling, dat Noord-Brabant slechts ruim
20.000 ha. woesten grond heeft, welke voor ont
ginning in aanmerking komen. De heer P. J.
Jansen verzocht ook het schrijven van ir.
Mesu rond te zenden, welk schrijven inhoudt,
dat in Noord-Brabant 106 000 ha. cultuurgrond
te winnen zijn.
Het ontslag van den heer M. Cox als water-
graaf van het waterschap „Het stroomgebied
van de Dommel" werd aanvaard. In zijn plaats
is benoemd jhr. A. van Rijckévorssel van Kes-
sel, burgemeester van St. Oedenrode.
Bij de algemeene beraadslagingen over de
begrooting voor 1941 drongen eenige leden aan
op krachtig werk en initiatief nopens de bo
demverzorging, de reorganisatie en den orga-
nischen opbouw der waterschappen.
In zijn antwoord wees de voorzitter er o.a.
op, dat Ged. Staten van plan zijn een krachtige
politiek te voeren. Zij willen zich echter niet
binden aan een of ander vast schema.
Na repliek werd de provinciale begrooting
zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
Bij de behandeling van het voorstel van den
heer P. J. Jansen tot reorganisatie der water
schappen, verklaarde deze, dat wellicht door
zijn toelichtingen en zijn stukken een tegen
stelling in deze vergadering is ontstaan, welke
niet noodfg is. Op de basis van de liefde voor
ons gewest zullen allen kunnen samenwerken.
Voorts gaf hij nogmaals in het kort een uit
eenzetting van zijn opvattingen nonens de wa
terschappen.
De voorzitter becritiseerde den toon van de
memorie van toelichting van den heer Jansen
en ontwikkelde voorts eenige formeele bezwa
ren. Hij zegde toe, dat de taak van de commis
sie van de waterschappen zal worden uitge
breid, zoodat deze zelf inftiatief kunnen nemen.
De heer Van Lienden merkte op, dat men
in de Staten de zakelijke belangen der provin
cie te behartigen heeft en dat daarom de voor
steller zich bad moeten onthouden van alle
politieke argumenten. Dan zouden de Staten
dit voorstel heel anders hebben bekeken. Toch
kan uit dit voorstel nog wat goeds geboren
worden door middel van de commissie voor de
waterschappen.
Zich losmakende van de toelichting van het
voorstel, verdedigde de heer Philippart de
meening, dat het voorstel in ieder geval een
zakelijke beschouwing verdient.
Het voorstel-Jansen wordt verworpen en wel
met 39 tegen 4 stemmen.
Over uitbreiding der commissie voor de wa
terschappen zal in de volgende zitting worden
beslist.
Hedenmorgen heeft Z. H. Exc. de Bisschop
van Haarlem in de kapel van St. Joannes de
Deo Haarlem de H. Priesterwijding toegediend
aan de Eerw. Heeren: F. J. Blommestijn en L.
C. J. Wüst, studenten van het Theologicum te
Warmond.
DE GEHEIMEN VAN HET BLOED,
door dr. G. Vemmer. Geautori
seerde vertaling door J. C. Alders.
Vitg. W. J. Thieme Zutfen
1940.
Het eerste hoofdstuk, getiteld Het „orgaan"
bloed vdordt ontdekt, heb ik nauwkeurig door
gelezen en daarbij heb ik tal van fouten ont
dekt. Het gaat vooral over Swammerdam, den
grooten Nederlandschen natuurvorscher en
vooral insectenkenner (16371680). Volgens dit
boek waren er onder de groote natuurhistori
sche verzameling van zijn vader ook vlinders,
maar volgens den bekenden inventaris niet
Verder „Van de wonderen der natuur gaat een
geheimzinnige aantrekkingskracht op een jeug
dig eemoed uit en daarom verzette zich dan ook
Jan Swammerdam.... tegen den wensch van
zijn vader, toen deze hem voor het geestelijk
beroep bestemde. De kleine Janhad andere
dingen aan zijn hoofd dan de Bijbel en de
Psalmen.
Welnu, ten eerste is er van die geheimzinni
ge aantrekkingskracht heel weinig waar, zeer
weinig kinderen voelen die geheime aantrek
kingskracht. Ook is het onjuist, te zeggen,
dat Swammerdam zich verzette, omdat hij van
Bijbel en Psalmen niets wilde weten. Zijn le
vensbeschrijver Boerhaave zegt, dat hij: „over
wegende de gewichtigheid van dit ambt (pre
dikant) en zijn gemoed ernstig onderzoekende,
besloot, dat hij onmachtig zoude zijn tot dezen
last," Swammerdam was een zeer religieus
menseh, en heeft daarvoor zelfs later de na
tuurwetenschap vaarwel gezegd.
Dan is er in dit boek een afbeelding, waaron
der staat: „het eenig bekende portret van Jan
Swammerdam (naar Loey)". Maar er bestaat
in 't geheel geen portret van Swammerdam en
de daar afgebeelde kop is dezelfde kop, als die
op de anatomische les van Dr. Tulp door Rem
brandt, het dichtst bij Tulp is gescheerd. Dot
was een chirurg Harmen Harmensz. Dat het
Swammerdam's portret zou zijn, is hónderd jaar
In den loop van 1941 zal gelegenheid worden
gegeven tot het afleggen van de examens ter
verkrijging van de akten van bekwaamheid tot
hei geven van~nijverheidsonderwijs.
Zij, die aan een van deze examens wenschen
deel te nemen, moeten zich vóór 1 Februari 1941
aanmelden bij den heer ir. L. Th. H. Hesselfelt,
inspecteur van het nijverheidsonderwijs, Mesdag
straat 98, te 's Gravenhage.
Bij de aangifte behoort duidelijk te worden
vermeld, of men zich wenscht te onderwerpen
aan:
le. het geheele examen of alleen aan het eer
ste gedeelte, dan wel alleen aan het tweede ge
deelte van de examens voor Nh, Nj, Nk, Nu, Nw
of Nz (in twee gedeelten, het eerste in April, het
tweede in Augustus)
2e. het examen voor N IV of N V (gedeeltelijk
in April en gedeeltelijk in Augustus);
3e. het examen voor het getuigschrift, be
doeld in artikel 38, eerste lid, der Nijverheids-
onderwijawet, behoorenae bij een van de akten
Nh, Nj, Nk, Nu, Nw, Nz, N IV of N V in April.
Voor verdere bijzonderheden zie men Staats
courant no. 249.
Bepaald is, dai 'het secretariaat van de voor
malige U.C.I. zal worden overgebracht van Pa
rijs naar Berlijn en zal worden opgedragen aan
den secretaris van den Duitschen Wielerbond.
Vrijdag werden te Arnhem de wedstrijden om
het kampioenschap van Nederland eerste klasse
klein biljart kader 35/2 voortgezet
Da uitslagen luiden:
car.
brt.
hs.
gem.
De Wit
300
33
32
9.09
Van Someren
217
33
38
6.57
Burgerhof
216
30
32
7.20
Mulder
300
30
50
1J.00
Moench
300
21
83
14.28
Van Someren
136
21
27
6.47
Menist
300
23
46
13.04
Mulder
218
23
29
9.47
De Blank
30
30
60
10.00
De Wit
170
30
23
5.67
Burgerhof
300
18
92
16.66
Van Someren
144
18
49
8.00
De Blank
152
18
29
8.44
Moench
300
18
48
16.66
De Wit
300
34
50
8.82
Lopes Cardoze
271
34
43
7.97
HILVERSUM I, 413 M.
Nederlandsch programma
8.00 KRO, 1.00—7.15 AVRO.
8.00 Nieuwsberichten ANP, 8.15 Wij be
ginnen den dag. 8.30 Gramofoonmuziek,
10.00 Hoogmis. 11.00 Gramofoonmuziek,
12.00 Declamatie, 12.15 Nederlandsche
muziek (opn.). 12.30 Causerie „De orde
ningsgedachte in den land- en tuinbouw
ln het verleden-". 12.45 Nieuws- en eco
nomische berichten ANP, 1.00 AVRO-
Amusementsorkest en solist, 1.45 Neder
landsch Verbond voor Sibbekunde: Wie
en wat waren onze voorouders", lezing.
2.00 Concertgebouworkest en 6olist, 3.00
Radiotooneel, 3.40 „Madame Butterfly"
opera (opn.), 5.10 Sportnieuws ANP, 5.15
Wekelijksche gedachtenwisseling ANP, 5.30
Kinderkoor ..Zanglust" met pianobegelei
ding. 5.55 AVRO-Musette-ensembie en so
liste. 6.25 Kerstateclamatorium, 6.45 Ac-
tueele reportage of gramofoonmuziek. 7.00
Nieuwsberichten ANP. sluiting.
II1L\ LKM M II. 301 M.
8.00 NCRV, 2.00 VARA, 5.157.00 VARA
8.00 Nieuwsberichten ANP 8.10 Gewijde
muziek (opn.). 9.30 NCRV-Harmonie-or-
kest (opn), 9.55 Gramofoonmuziek, 12.00
Orgelconcert (opn.). 12.45 Nieuws- en eco
nomische berichten ANP. 1.00 Gramofoon
muziek. 2.02 Schrammelkwartet en so
liste, 2.45 Gramofoonmuziek, 2.50 Resi
dentie-orkest. 3.50 Gramofoonmuziek, 6.15
Wekelijksche gedachtenwisseling ANP. 6.00
Bravour Pn Charme. 6.30 Gramofoonmu
ziek, 6 ib7.00 Actueele reportage of gra
mofoonmuziek sluiting.
HILVERSUM I, 413 M.
Nederlandsch programma
VARA
8.00 Nieuwsberichten ANP, gramofoon
muziek, 10.20 Declamatie, 10.40 Pianovoor
dracht, 1.10 Declamatie, 11.30 Orgelspel
en zang, 12.00 Esmeralda en soliste, 12.45
Nieuws- en economische berichten ANP,
1.00 VARA-orkest en soliste, 3.00 Gramo
foonmuziek. 3.30 Cello en piano, 4.00 Gra
mofoonmuziek met toelichting, 5.00 Gra
mofoonmuziek. 5 15 Nieuws-, economische
en beursberichten ANP. 5.30 VAR.A-orkest
6.15 Lezing ..De ouderdomsverzorging".
6.30 Gramofoonmuziek. 6.45 Actueele re
portage of gramofoonmuziek. 7.007.18
Economische vragen van den dag en
nieuwsberichten ANP. sluiting.
HILVERSUM II. 3"! v.
8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.25 Gewijde
muziek (gr.pi.8.45 Gramofoonmuziek,
9.50 Zang, clavecimbel. piano en gramo
foonmuziek 11.00 Gramofoonmuziek.
12.15 Reportage. 12.45 Nieuws- en econo
mische berichten ANP, 1.00 Celesta-en
semble. 1.40 Gramofoonmuziek. 2.20 Ce
lesta-ensemble, 3.00 Gramofoonmuziek,
3.10 Viool met pianobegeleiding en gramo
foonmuziek. 4.15 Gramofoonmuziek. 5.15
Nieuws-, economische en beursberichten
ANP. 5.35 Pianovoordracht. 6.00 Molto
Cantabile. 6.457.00 Actueele reportage
of gramofoonmuziek.
OORLOGSSCHADE
GEVESTIGD TE
TELEFOON
'S-GRAVENMAGE
1 1.30.4 1
Algemeen wordt ingezien, dat het zeer nuttig is een MOLEST VERZEKERING
aan te gaan, zooals deze thans aansluit op de Rijksbijdrage. Sedert 12 December
j.l. werd er ƒ35.000.000,bijverzekerd, waardoor de stand thans is:
Afd A. woningen, inboedels, enz. tot 50.000.
Afd. B. grootere risico's tot 1.000.00»}.
Wendt U tot Uw ASSURANTIEBEZORGER
later in de wereld gebracht. Dan staat er „Jan
liet dus de praktijk varen". Juist is, dat hij de
medische praktijk nooit heeft uitgeoefend. Dan
staat er, dat hij in 1658 als de eerste roode
bloedlichaampjes zag. Dit moet zijn 1665. Ook
was Swammerdam de eerste niet. Dan wordt
er gesproken over den koopman Leeuwenhoek.
Leeuwenhoek was in 't geheel geen koopman.
Dan staat er „Antonius Leeuwenhoek was in
de oogen van zijn medemenschen een nog
dwazer snuiter dan Swammerdam". Nu weet
ik niet, hoe alle medemenschen geoordeeld
hebben, maar beide geleerden werden in hun
tijd zeer geëerd, zoowel door geleerden als door
autoriteiten; ze werden in 't geheel niet als
dv/azen beschouwd.
Zoo wordt in dit boekje, gelijk helaas in zoo
vele anderen, de indruk gewekt alsof de vroe
ger levende menschen, en nog wel die uit de
gouden eeuw, achterlijke naïevelingen waren en
alsof wij eerst in staat zijn, de groote mannen
uit dien tijd te waardeeren. Dit is gedeeltelijk
verwatenheid en berust gedeeltelijk op ge
zichtsbedrog. Immers hoogstwaarschijnlijk zijn
er thans schrijvers en geleerden onder ons, die
nu weinig gewaardeerd, ja verwaarloosd wor
den, terwijl zij later geëerd zullen v "orden als
de ware lichten van dezen tijd. Het is dus eer.
gezichtsbedrog, indien wij meenen, op eminente
wijze in staat te zijn, groote mannen te waar
deeren.
Indien nu de vereering van den auteur van
dit boekje voor Swammerdam en dergelijk--
geleerden nog maar echt was! Maar de auteur
heeft zich, blijkens zijn onjuistheden, niet eens
de moeite gegeven hun leven en prestatie:
nauwkeurig na te gaan.
Hoewel nu de verdere hoofdstukken, die de
moderne kennis van het bloed behandelen, veei
minder onnauwkeurig zijn, is het geheel toch
niet aanbevelenswaardig.
Dr. TH, H. SCHLICHTING
DE HEMELSCHE SPHEREN EN
HUN HARMONIE, door dr. W. van
Bemmelen. Vitg.: J. B. Wolters
Groningen, Batavia 1940.
Dit werkje is verschenen als no. 2 van de
serie Weer- en Sterrenkundige Overdrukken,
waarvan wü helaas niet in de gelegenheid zijn
gesteld no. 1 hier aan te kondigen.
In een aardig verzorgde, geïllustreerde bro
churevorm brengt de uitgever hier blijkbaar
belangwekkende artikelen uit het tijdschrift
Hemel en Dampkring onder een breederen kring
van publiek.
Schr. ontwerpt in dit geschriit een schets det
ontwikkeling van het beroemde denkbeeld der
hemelsche spheren en hun harmonie, welke
ontwikkeling hij volgt van haar ontstaan in de
Pythagoreesche School, via Aristoteles, Proclo6
en Thomas van Aquino tot aan haar nabloei
bij Kepler. De lijn van aan- en uitgroei loopt
vooral over de Grieksche beschavingswereld.
Van de leer der spheren en hun hemelsche mu
ziek als een denkbeeld, in behoorlijken eenvoud
geconcipieerd door de Pythagoristen voert hij
ons tenslotte tot Kepler, die het uitwerkte tot
een gekunsteld samenstel.
Een belangrijk stuk cultuurgeschiedenis gaat
hier aan ons oog voorbij, niet alleen omdat het
denkbeeld eeuwenlang als centrale punt het
filosofische v'ereldbeeld beheerscht heeft, maar
ook omdat het van daar uit de schoone kun
sten bevruchtte en machtig heeft ingewerkt op
de verbeelding van dichterlijke geesten, wier
werk culmineerde in Dante's Comedia, door
latere bewonderaars terecht ..la divina" ge
noemd.