BOEK en BLAD «ELp DONKER WIT: De N.-O.-Polder in het IJsselmeer Provinciale Staten van Noord-Brabant ZATERDAG 21 DECEMBER 1940 ALLES! HOOFDPIJN mm De Kerstkaart van Anton Pieck Hedendaagsche Nederlandsche schilders IKI HET r r MERK UW BEL EN UW BUS VERF UW HUISNUMMER Restaurant DORRIUS Kerkelijk leüen Onderlinge Verzekering l|jj Maatschappij GOED LICHT GEEFT'N MENSCH ZUN HUMEURTERUG JUIST M IS GEZELLIGHEID v NOOOlG^, U kunt op stroom besparen, zonder Uw huis tot een spelonk te maken. Schaf Philipslampen aan en U bezuinigt tot 20% op stroom, zonder Uzelf aan licht tekort te doen! [GOED LICHT IS WE KOOPEN GEEN NIEUWE IN DEZEN TIJD Hoe de teekenaar er toe geïnspireerd werd Anton Pieck De tentoonstelling in het Centraal Museum te Utrecht 1 «ift&tf De Kerstkaart van Anton Pieck (Foto: Centr. Prop. Comm. y. d. Kinderpostzegels) Voordracht voor het Ned. Aard rijkskundig Genootschap Voorstel'Jansen verworpen H. PRIESTERWIJDING Examens nijverheidsonderwijs SECRETARIAAT U.C.I. KAMPIOENSCHAP le KLAS KLEIN BILJART Moench nog steeds aan den kop WIJ LUISTEREN NAAR Zondag 22 December Maandag 23 December 610.000,000.- 140.000.000.- HALFJAARLIJKSCHE SCHADE-REGELING Dr. E. DAT ZAL VERANDERING BRENGEN Bij de prentbriefkaarten voor het kind, wel ke dit jaar worden uitgegeven, zijn er twee, "Welke de bekende teekenaar A. F. Pieck getee- kend heeft en waarvan er een de Kerst kaart met bijzondere graagte door het pu bliek gekocht wordt, gezien de alom groote Vraag ernaar. Een vertegenwoordiger van de centrale pro- baganda-commissie voor den verkoop der kin derpostzegels en prentbriefkaarten voor het kind heeft met den heer Pieck, die te Overveeu woont, een onderhoud gehad. De commissie verzoekt ons aan dit onderhoud bekendheid te Willen geven. Den heer Pieck, die ongeveer twintig jaar leeraar in het teekenen aan het Kennemer Lyceum is, zit als het ware de teekenkunst ir. bet bloed: reeds op 14-jarigen leeftijd behaal de hij de akte teekenen L. O. en drie jaar la ter de akte M.O. Elf jaar oud, kreeg hij ge regeld in het vak les in Den lTfelder, waar zijn ouders woonden. Hij heeft echter niet alleen Nederland uitgekozen om tot inspiratie voor zÜn teekeningen enz. te komen. Drie jaar ge leden was Anton Pieck twee maanden in Ma rokko: een prachtig en nog ongerept land, zoo hij, als hij er met veel enthousiasme van Vertelt, onderwijl zijn kleurplaten toonenn. Mlaar ook in Duitschland, Engeland, Oosten rijk en langen tijd in Italië, doch zeer lang in Vlaanderen waar hij talrijke vrienden en Soede bekenden heeft teekende Pieck vele Jaren. Aan het Vlaamsche land heeft hij zoo'n beetje zijn hart verpand: Felix Timmermans b.v. is van 1914 af reeds een zijner beste Vlaam sche vrienden. En men moet hem hooren pra len over het Begijnhof in Lier, en zooveel meer schoons van Vlaanderen, met zijn leutige be volking Doch Anton Pieck heeft nóg meer goede Vriendenéén ervan is een gynaecoloog in Overveen. En het is deze dokter, die hem eigen- Hik oo de gedachten van de mooie Kerstkaart gebracht heeft, want de vader van dien arts Is dokter op een der Noordhollandsche dorper,. Toen zij er samen over spraken, herinnerde de arts hem eraan, dat het in Noordhoiland een hog typisch gebruik is, tusschen Kerstmis en Driekoningen met de ster te loopen. Van deze gedachte is Pieck bij het maken van de Kerst kaart uitgegaan. En de lezer zal zeker niet verwacht hebben, dat de boerderij op den ach tergrond van die kaart er een is, die men in Wester-Blokker vindtEvenmin als hij er eenig vermoeden van zal hebben, dat op Pieck's tweede kaart het oude Sloten den achtergrond vormt. Ja, als men 't leest en men kent die omgeving, dan komt zij bekend voor Pieck is een aangenaam, vlot en gezellig cau seur, die veel geschilderd heeft, maar die, als Wij wat dieper op deze zaak ingaan, toch ook hiet kan nalaten, op te merken: „Ik hou veel van illustraties, maar ik vind het gevaarlij,: »om prentjes te maken". Intusschen, wie ziin „Prentjes" in velerlei boeken wel eer» vmchtig °f minder vluchtig bekeken heeft, zal steeds opnieuw getroffen worden door den pracbtigen kleurenrijkdom. Thans werkt Pieck aan een over eenigen tijd verschijnende uitgave van de ■•Sprookjes van Grimm" (Nederlandsehe uit gave) Ben buitenstaander kan veel vragen, maar a's hij van den teekenaar nu eens wil weten, bóe deze laatste precies tot zijn teekeningen komt, en de „stuff" daarvoor vindt, dan ant woordt Anton Pieck, „dat er geen bepaald systeem is; ieder ding, zoo zegt hij, elseht Voorbereiding, je moet het eerst serieus van boven tot onder in elkaar zetten. Het vooruit- bocumenteeren is zeer belangrijk bij dit alles. En dan, men moet vooral niet vergeten, steeds contact te houden met de werkelijkheid, waar op je fantasie kan steunen." Wij konden dit zelf constateereneen Grimmplaat-in-wording is de bevestiging, van de zooeven gesproken woorden. Al pratende bladeren we in boeken, die Pieck illustreerde: we zien, hoe raak deze illustraties zijn bij de Schubert-liederen: „Der Doppelgan- ger", „Standchen, „Die Post" e. a., of de tal van Gjjsbrecht-teekeningen (met initialen), een Vondeluitgave van het Vonaeljaar. En niet te vergeten: Jacob Bicker Raye (17321774). „Notitie van het merkwaardigste meyn be kent" (De titel van een dagboek, in 1935 ver schenen). Of het onlangs uitgekomen pracht werk „De Tuin der Goden", een verzameling mythen. Maar, naast deze schatten' bezit Pieck ook nog iets merkwaardigs. „Gaat U mee naar mijn werkkamer, boven!" Op die werkkamer, volbehangen met kleurteekeningen en oliever ven, staat een fraaie ouderwetsche etspers. Verder tientallen gesneden houtblokken (eer, soort palmhout), eigenlijk dus gewone hout sneden. „Zelf maken en drukken, waarbij je de fabriek dus feitelijk moet uitschakelen en terugkeert tot de techniek van omstreeks 1500", zoo glimlacht Pieck. Ook deze kunst is hem volkomen toevertrouwd, zooals hem evenzeer toevertrouwd was ons een uitzonderlijk fraaie Kerstkaart te schenken. Wie zou deze kaart niet willen bezitten, of wel er vriend of fami lielid mee willen verrassen voor een prettig Kerstfeest? Endit is misschien nog wel het allerbelangrijkste: Door het koopen bij te dragen tot leniging van den nood onzer mis deelde Nederlandsche jeugd. De Kerstkaart van Anton. Pieck kome ir. duizenden handen! U zelf heeft er plezier van, enmaar vult U dit zelf maar in! Wij wil len met in herhalingen vervallen! Tijdens een persconferentie in het Centraal Museum te Utrecht, Vrijdagmorgen, heeft Jan Engelman eenige mededeelingen gedaan over de tentoonstelling van Hedendaagsche Nederland sche Schilders, die hedenmiddag (Zaterdag) door den burgemeester van Utrecht, mr. dr. G. A. W. ter Pelkwijk, is geopend. Bij de organisatie van deze compositie is men niet van de gedachte uitgegaan een bepaalde richting of groep te presenteeren, maar men heeft willen nagaan, welke schilders het meest op den voorgrond treden en den eigen aard van hun schilderkunst het meest vertegenwoordi gen. Oorspronkelijk was er het plan tien schil ders uit te kiezen en eenige beeldhouwers, doch wegens bijzondere omstandigheden is het uit sluitend bij schilders gebleven, wier aantal men nog heeft uitgebreid. De tentoonstelling is ondergebracht in een zevental zalen. In de eerste zaal treft men werken aan van Coba Ritsema, eenige mooie stillevens en een prachtig groot portret, als mede een harer beste werken, het portret van haar moeder. Naast het werk van Coba Ritse ma hangen er eenige doeken van Jan Sluyters, o.m. een portret van zijn vrouw en een tweetal naakten. Piet Wiegman, een der meest bekende schil ders uit de Bergensche school, tevens welbe kend als pottenbakker, is goed vertegenwoor digd in de tweede zaal, waar een groot jacht tafereel domineert, dat weliswaar nog niet ge heel voltooid is, maar wel een indruk geeft van de compositaire en coloristische ideeën, die hij nastreeft. Voorts hangt er van Wiegman nog een Harmonicaspeler en een Limburgsche kerk. De fierde zaal herbergt Kees van Dongen en Germ, de Jong, waarvan de eerste schilder on getwijfeld de grootste bekendheid geniet. Een groot mansportret en eenige Parijsche vrouwen typen geven een interessanten indruk van zijn werk. Van Germ, de Jong zijn o.m. eenige fraaie landschappen geëxposeerd. In de vierde zaal treffen we Jan van Her wijnen met een groot landschap en Vrouw met kind en Ton Kelders werken, als Nacht en Don Quichotte. Jan Wiegers (landschappen en een fraai por tret), Charlie Toorop (stillevens: zelfportret en Zeeuwsche boer), Charles Eijck (groot portret, stadsgezicht en winter) en Pyke Koch (Polka Mazurka, Zelfportret en de Schoorsteenveger, welk laatste werk voor deze expositie slechts enkele dagen in Nederland tentoongesteld werd) vindt men in de vijfde zaal. Zaal zes is gereserveerd voor Dirk Nijland (stillevens) en Willink (Simeon de Styliet o.a.), terwijl de laatste zaal, die tevens de meest fan tastische is, merkwaardige werken bevat van Leo Gestel, Krisian Tohny en Charles Roe- lofs (van den laatste o.m. de zeven hoofdzon den). Eenige schilders zal men missen, doch dit is uitsluitend door de huidige tijdsomstandighe den veroorzaakt, een enkele verloor bijvoorbeeld zijn geheele atelier tengevolge van den oorlog. De expositie is overigens groot en royaal op gezet en geeft een markant beeld van onze he dendaagsche schilderkunst. Wij hopen nog nader op deze tentoonstelling terug te komen. In Krasnapolsky te Amsterdam heeft heden middag ir. F. L. van der Bom Jr., eerst- aanwezend-ingenieur bij den dienst van de Zuiderzeewerken, voor het Nederlandsch Aard rijkskundig Genootschap een voordracht ge houden over: „Noord-Oostelijke polder in. het IJsselmeer". Spr. gaf allereerst een inleiding, waarin hij in herinnering bracht, wat aan de inpoldering van den N. O.-Polder, den tweeden Zuiderzee polder, is voorafgegaan. Hij zeide, zich tot één aspect van het geval te moeten beperken. Hij nam de topografie van het nieuwe gebied als uitgangspunt en toonde aan, waarom de kaart van het Nieuwe Land er zoo uitziet, als het geval is. Vervolgens besprak hij den polderomtrek en, in samenhang daarmede de werken tot voor ziening in de belangen van afwatering en scheepvaart der omliggende landen, waarbij hij vooral aandacht schonk aan de wijze, waar op het Zwarte Water wordt verlengd. Toegelicht aan voorbeelden van oude droog makerijen besprak hij daarna, hoe de stede- bouwkundige structuur van een dergelijke In poldering behoort te zijn. Ook de bodemge steldheid behandelde hij uitvoerig, waarna hij de eischen formuleerde, die het bedrijf, zoowel het agrarische als het industrieele, de afwate ring, de bewoning en het verkeer stellen. Daar bij komen allerlei punten aan de orde, zooals de kavelgrootte, het polderpeil, de omvang van de te verwachten bevolking, de verdeeling daarvan over het platteland en de concentra ties in de kernen van bewoning, de aard van het scheepvaartverkeer, de aansluiting aan de verkeerswegen in het oude land en andere. Aan de hand van de kaart wees hij aan, op welke wijze in het plan aan de ontwikkelde eischen wordt voldaan. Ten slotte vertelde spr. een en ander over de uitvoering van de werken, hetgeen hij met eenige lichtbeelden illustreerde. Als Uw HUID VLEKKEBIG is of wanneer VETWORMPJES OF PUISTJES Uw teint dreigen te bederven, neem dan Radox! lederen avond betten met warm water, waarin een weinig Radox is opgelost, doet wonderen. Bovendien spaart het zeep. als ge wat Radox ln Uw waschwater doet. Bü apotfa.en drog. 41 eten 15 ct. incl. verh.O,B. N. Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam. PLATS DU JOUR EN A LA CARTE In de zitting van de Provinciale Staten van Noord-Brabant, welke Vrijdag gehouden is, is besloten een schrijven der Contact-commissie van de Vereenigfng tot behoud van natuur schoon alsnog te doen drukken en rond te zenden aan de leden. Dit schrijven behelst de mededeeling, dat Noord-Brabant slechts ruim 20.000 ha. woesten grond heeft, welke voor ont ginning in aanmerking komen. De heer P. J. Jansen verzocht ook het schrijven van ir. Mesu rond te zenden, welk schrijven inhoudt, dat in Noord-Brabant 106 000 ha. cultuurgrond te winnen zijn. Het ontslag van den heer M. Cox als water- graaf van het waterschap „Het stroomgebied van de Dommel" werd aanvaard. In zijn plaats is benoemd jhr. A. van Rijckévorssel van Kes- sel, burgemeester van St. Oedenrode. Bij de algemeene beraadslagingen over de begrooting voor 1941 drongen eenige leden aan op krachtig werk en initiatief nopens de bo demverzorging, de reorganisatie en den orga- nischen opbouw der waterschappen. In zijn antwoord wees de voorzitter er o.a. op, dat Ged. Staten van plan zijn een krachtige politiek te voeren. Zij willen zich echter niet binden aan een of ander vast schema. Na repliek werd de provinciale begrooting zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Bij de behandeling van het voorstel van den heer P. J. Jansen tot reorganisatie der water schappen, verklaarde deze, dat wellicht door zijn toelichtingen en zijn stukken een tegen stelling in deze vergadering is ontstaan, welke niet noodfg is. Op de basis van de liefde voor ons gewest zullen allen kunnen samenwerken. Voorts gaf hij nogmaals in het kort een uit eenzetting van zijn opvattingen nonens de wa terschappen. De voorzitter becritiseerde den toon van de memorie van toelichting van den heer Jansen en ontwikkelde voorts eenige formeele bezwa ren. Hij zegde toe, dat de taak van de commis sie van de waterschappen zal worden uitge breid, zoodat deze zelf inftiatief kunnen nemen. De heer Van Lienden merkte op, dat men in de Staten de zakelijke belangen der provin cie te behartigen heeft en dat daarom de voor steller zich bad moeten onthouden van alle politieke argumenten. Dan zouden de Staten dit voorstel heel anders hebben bekeken. Toch kan uit dit voorstel nog wat goeds geboren worden door middel van de commissie voor de waterschappen. Zich losmakende van de toelichting van het voorstel, verdedigde de heer Philippart de meening, dat het voorstel in ieder geval een zakelijke beschouwing verdient. Het voorstel-Jansen wordt verworpen en wel met 39 tegen 4 stemmen. Over uitbreiding der commissie voor de wa terschappen zal in de volgende zitting worden beslist. Hedenmorgen heeft Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem in de kapel van St. Joannes de Deo Haarlem de H. Priesterwijding toegediend aan de Eerw. Heeren: F. J. Blommestijn en L. C. J. Wüst, studenten van het Theologicum te Warmond. DE GEHEIMEN VAN HET BLOED, door dr. G. Vemmer. Geautori seerde vertaling door J. C. Alders. Vitg. W. J. Thieme Zutfen 1940. Het eerste hoofdstuk, getiteld Het „orgaan" bloed vdordt ontdekt, heb ik nauwkeurig door gelezen en daarbij heb ik tal van fouten ont dekt. Het gaat vooral over Swammerdam, den grooten Nederlandschen natuurvorscher en vooral insectenkenner (16371680). Volgens dit boek waren er onder de groote natuurhistori sche verzameling van zijn vader ook vlinders, maar volgens den bekenden inventaris niet Verder „Van de wonderen der natuur gaat een geheimzinnige aantrekkingskracht op een jeug dig eemoed uit en daarom verzette zich dan ook Jan Swammerdam.... tegen den wensch van zijn vader, toen deze hem voor het geestelijk beroep bestemde. De kleine Janhad andere dingen aan zijn hoofd dan de Bijbel en de Psalmen. Welnu, ten eerste is er van die geheimzinni ge aantrekkingskracht heel weinig waar, zeer weinig kinderen voelen die geheime aantrek kingskracht. Ook is het onjuist, te zeggen, dat Swammerdam zich verzette, omdat hij van Bijbel en Psalmen niets wilde weten. Zijn le vensbeschrijver Boerhaave zegt, dat hij: „over wegende de gewichtigheid van dit ambt (pre dikant) en zijn gemoed ernstig onderzoekende, besloot, dat hij onmachtig zoude zijn tot dezen last," Swammerdam was een zeer religieus menseh, en heeft daarvoor zelfs later de na tuurwetenschap vaarwel gezegd. Dan is er in dit boek een afbeelding, waaron der staat: „het eenig bekende portret van Jan Swammerdam (naar Loey)". Maar er bestaat in 't geheel geen portret van Swammerdam en de daar afgebeelde kop is dezelfde kop, als die op de anatomische les van Dr. Tulp door Rem brandt, het dichtst bij Tulp is gescheerd. Dot was een chirurg Harmen Harmensz. Dat het Swammerdam's portret zou zijn, is hónderd jaar In den loop van 1941 zal gelegenheid worden gegeven tot het afleggen van de examens ter verkrijging van de akten van bekwaamheid tot hei geven van~nijverheidsonderwijs. Zij, die aan een van deze examens wenschen deel te nemen, moeten zich vóór 1 Februari 1941 aanmelden bij den heer ir. L. Th. H. Hesselfelt, inspecteur van het nijverheidsonderwijs, Mesdag straat 98, te 's Gravenhage. Bij de aangifte behoort duidelijk te worden vermeld, of men zich wenscht te onderwerpen aan: le. het geheele examen of alleen aan het eer ste gedeelte, dan wel alleen aan het tweede ge deelte van de examens voor Nh, Nj, Nk, Nu, Nw of Nz (in twee gedeelten, het eerste in April, het tweede in Augustus) 2e. het examen voor N IV of N V (gedeeltelijk in April en gedeeltelijk in Augustus); 3e. het examen voor het getuigschrift, be doeld in artikel 38, eerste lid, der Nijverheids- onderwijawet, behoorenae bij een van de akten Nh, Nj, Nk, Nu, Nw, Nz, N IV of N V in April. Voor verdere bijzonderheden zie men Staats courant no. 249. Bepaald is, dai 'het secretariaat van de voor malige U.C.I. zal worden overgebracht van Pa rijs naar Berlijn en zal worden opgedragen aan den secretaris van den Duitschen Wielerbond. Vrijdag werden te Arnhem de wedstrijden om het kampioenschap van Nederland eerste klasse klein biljart kader 35/2 voortgezet Da uitslagen luiden: car. brt. hs. gem. De Wit 300 33 32 9.09 Van Someren 217 33 38 6.57 Burgerhof 216 30 32 7.20 Mulder 300 30 50 1J.00 Moench 300 21 83 14.28 Van Someren 136 21 27 6.47 Menist 300 23 46 13.04 Mulder 218 23 29 9.47 De Blank 30 30 60 10.00 De Wit 170 30 23 5.67 Burgerhof 300 18 92 16.66 Van Someren 144 18 49 8.00 De Blank 152 18 29 8.44 Moench 300 18 48 16.66 De Wit 300 34 50 8.82 Lopes Cardoze 271 34 43 7.97 HILVERSUM I, 413 M. Nederlandsch programma 8.00 KRO, 1.00—7.15 AVRO. 8.00 Nieuwsberichten ANP, 8.15 Wij be ginnen den dag. 8.30 Gramofoonmuziek, 10.00 Hoogmis. 11.00 Gramofoonmuziek, 12.00 Declamatie, 12.15 Nederlandsche muziek (opn.). 12.30 Causerie „De orde ningsgedachte in den land- en tuinbouw ln het verleden-". 12.45 Nieuws- en eco nomische berichten ANP, 1.00 AVRO- Amusementsorkest en solist, 1.45 Neder landsch Verbond voor Sibbekunde: Wie en wat waren onze voorouders", lezing. 2.00 Concertgebouworkest en 6olist, 3.00 Radiotooneel, 3.40 „Madame Butterfly" opera (opn.), 5.10 Sportnieuws ANP, 5.15 Wekelijksche gedachtenwisseling ANP, 5.30 Kinderkoor ..Zanglust" met pianobegelei ding. 5.55 AVRO-Musette-ensembie en so liste. 6.25 Kerstateclamatorium, 6.45 Ac- tueele reportage of gramofoonmuziek. 7.00 Nieuwsberichten ANP. sluiting. II1L\ LKM M II. 301 M. 8.00 NCRV, 2.00 VARA, 5.157.00 VARA 8.00 Nieuwsberichten ANP 8.10 Gewijde muziek (opn.). 9.30 NCRV-Harmonie-or- kest (opn), 9.55 Gramofoonmuziek, 12.00 Orgelconcert (opn.). 12.45 Nieuws- en eco nomische berichten ANP. 1.00 Gramofoon muziek. 2.02 Schrammelkwartet en so liste, 2.45 Gramofoonmuziek, 2.50 Resi dentie-orkest. 3.50 Gramofoonmuziek, 6.15 Wekelijksche gedachtenwisseling ANP. 6.00 Bravour Pn Charme. 6.30 Gramofoonmu ziek, 6 ib7.00 Actueele reportage of gra mofoonmuziek sluiting. HILVERSUM I, 413 M. Nederlandsch programma VARA 8.00 Nieuwsberichten ANP, gramofoon muziek, 10.20 Declamatie, 10.40 Pianovoor dracht, 1.10 Declamatie, 11.30 Orgelspel en zang, 12.00 Esmeralda en soliste, 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP, 1.00 VARA-orkest en soliste, 3.00 Gramo foonmuziek. 3.30 Cello en piano, 4.00 Gra mofoonmuziek met toelichting, 5.00 Gra mofoonmuziek. 5 15 Nieuws-, economische en beursberichten ANP. 5.30 VAR.A-orkest 6.15 Lezing ..De ouderdomsverzorging". 6.30 Gramofoonmuziek. 6.45 Actueele re portage of gramofoonmuziek. 7.007.18 Economische vragen van den dag en nieuwsberichten ANP. sluiting. HILVERSUM II. 3"! v. 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.25 Gewijde muziek (gr.pi.8.45 Gramofoonmuziek, 9.50 Zang, clavecimbel. piano en gramo foonmuziek 11.00 Gramofoonmuziek. 12.15 Reportage. 12.45 Nieuws- en econo mische berichten ANP, 1.00 Celesta-en semble. 1.40 Gramofoonmuziek. 2.20 Ce lesta-ensemble, 3.00 Gramofoonmuziek, 3.10 Viool met pianobegeleiding en gramo foonmuziek. 4.15 Gramofoonmuziek. 5.15 Nieuws-, economische en beursberichten ANP. 5.35 Pianovoordracht. 6.00 Molto Cantabile. 6.457.00 Actueele reportage of gramofoonmuziek. OORLOGSSCHADE GEVESTIGD TE TELEFOON 'S-GRAVENMAGE 1 1.30.4 1 Algemeen wordt ingezien, dat het zeer nuttig is een MOLEST VERZEKERING aan te gaan, zooals deze thans aansluit op de Rijksbijdrage. Sedert 12 December j.l. werd er ƒ35.000.000,bijverzekerd, waardoor de stand thans is: Afd A. woningen, inboedels, enz. tot 50.000. Afd. B. grootere risico's tot 1.000.00»}. Wendt U tot Uw ASSURANTIEBEZORGER later in de wereld gebracht. Dan staat er „Jan liet dus de praktijk varen". Juist is, dat hij de medische praktijk nooit heeft uitgeoefend. Dan staat er, dat hij in 1658 als de eerste roode bloedlichaampjes zag. Dit moet zijn 1665. Ook was Swammerdam de eerste niet. Dan wordt er gesproken over den koopman Leeuwenhoek. Leeuwenhoek was in 't geheel geen koopman. Dan staat er „Antonius Leeuwenhoek was in de oogen van zijn medemenschen een nog dwazer snuiter dan Swammerdam". Nu weet ik niet, hoe alle medemenschen geoordeeld hebben, maar beide geleerden werden in hun tijd zeer geëerd, zoowel door geleerden als door autoriteiten; ze werden in 't geheel niet als dv/azen beschouwd. Zoo wordt in dit boekje, gelijk helaas in zoo vele anderen, de indruk gewekt alsof de vroe ger levende menschen, en nog wel die uit de gouden eeuw, achterlijke naïevelingen waren en alsof wij eerst in staat zijn, de groote mannen uit dien tijd te waardeeren. Dit is gedeeltelijk verwatenheid en berust gedeeltelijk op ge zichtsbedrog. Immers hoogstwaarschijnlijk zijn er thans schrijvers en geleerden onder ons, die nu weinig gewaardeerd, ja verwaarloosd wor den, terwijl zij later geëerd zullen v "orden als de ware lichten van dezen tijd. Het is dus eer. gezichtsbedrog, indien wij meenen, op eminente wijze in staat te zijn, groote mannen te waar deeren. Indien nu de vereering van den auteur van dit boekje voor Swammerdam en dergelijk-- geleerden nog maar echt was! Maar de auteur heeft zich, blijkens zijn onjuistheden, niet eens de moeite gegeven hun leven en prestatie: nauwkeurig na te gaan. Hoewel nu de verdere hoofdstukken, die de moderne kennis van het bloed behandelen, veei minder onnauwkeurig zijn, is het geheel toch niet aanbevelenswaardig. Dr. TH, H. SCHLICHTING DE HEMELSCHE SPHEREN EN HUN HARMONIE, door dr. W. van Bemmelen. Vitg.: J. B. Wolters Groningen, Batavia 1940. Dit werkje is verschenen als no. 2 van de serie Weer- en Sterrenkundige Overdrukken, waarvan wü helaas niet in de gelegenheid zijn gesteld no. 1 hier aan te kondigen. In een aardig verzorgde, geïllustreerde bro churevorm brengt de uitgever hier blijkbaar belangwekkende artikelen uit het tijdschrift Hemel en Dampkring onder een breederen kring van publiek. Schr. ontwerpt in dit geschriit een schets det ontwikkeling van het beroemde denkbeeld der hemelsche spheren en hun harmonie, welke ontwikkeling hij volgt van haar ontstaan in de Pythagoreesche School, via Aristoteles, Proclo6 en Thomas van Aquino tot aan haar nabloei bij Kepler. De lijn van aan- en uitgroei loopt vooral over de Grieksche beschavingswereld. Van de leer der spheren en hun hemelsche mu ziek als een denkbeeld, in behoorlijken eenvoud geconcipieerd door de Pythagoristen voert hij ons tenslotte tot Kepler, die het uitwerkte tot een gekunsteld samenstel. Een belangrijk stuk cultuurgeschiedenis gaat hier aan ons oog voorbij, niet alleen omdat het denkbeeld eeuwenlang als centrale punt het filosofische v'ereldbeeld beheerscht heeft, maar ook omdat het van daar uit de schoone kun sten bevruchtte en machtig heeft ingewerkt op de verbeelding van dichterlijke geesten, wier werk culmineerde in Dante's Comedia, door latere bewonderaars terecht ..la divina" ge noemd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 5