Trienken Daemen Het knapenkoor van Haarlems Kathedraal Mgr. Hamer-herdenking ZIJ DURFDE NIET NAAR HET ZIEKENHUIS ZONDAG 22 DECEMBER 1940 Boerenknecht doodgedrukt ENGELSCHE BOMMEN Dr. G. van Dijk overleden De oude Schola Cantorum herleeft in ons land VAN WEEK TOT WEEK Interessante tentoonstelling te Nijmegen geopend DE UITBREIDING VAN HELMOND BEëEDIGING DUITSGHE MARINESOLDATEN Begrafenis Deken Packbier t GRAAN EN VET GESTOLEN Orde van Advocaten bij den Hoogen Raad A. A. C. de Vries Robbé overleden Kerstgave aan personeel Vrouw in Zutphen vluchtte op ge vaarlijk ijs en geraakte te water LOONBELASTING EN GEPENSIONNEERDEN Jubileum L. Arts Tusschen vrachtwagen en auto Vernielingen in de laatste nachten Een der directeuren van het Ned. Meteorologisch Instituut Het wijst niet op wl}» beleid als de richtingaan wijzer nog wijst hoewel er na de bocht niets meer te wijzen is. Wijst uw ver geetachtige medeaut» mobilisten daar eens opl 'n R.chtingaanwijzer Is een nuttige helper maar GE F FT HEM RUST Markus de Bruin heeft, in 1938, bij de uit geverij van „Vox Romana" te Schiedam den «roman van een kloosterstichting" laten ver schijnen, dien hij „De Dochter van Neer Dae men" noemde. Naar den stijl is het een boek uit de school van Antoon Ccolen, zeker niet de slechtste school voor iemand, die iets goed. Wil leeren! Maar de beste hoedanigheden van Dooien kan iemand niet „afkijken" in de school, en wat den stijl betreft, blijft Markus de Bruin dan ook een echte leerling, zij het van een goede school. Hij vertelt vlot, met hart, met gloed zelfs hier en daar; hij weet het land leven pakkend te beschrijven, vooral in ver band met het zieleleven, ofschoon hij hierin Ver beneden Coolen blijft, en zijn verhaal schiet nogal op, als wij dat zoo mogen zeggen. Het is namelijk een verdienste van boeken over brave menschen, wanneer ze niet treuzelachtig zijn. Wie veel van dat soort boeken leest door welke belangstelling dan ook hiertoe aangedre ven weet bij ervaring, dat het tempo van de deugd, altijd iets trager zijnde dan het tempo van de boosheid, dikwijls wordt opgevangen in een rhythme, dat zoo langzaam is als stroop, en daar dan ook nog naar smaakt! Markus dc Bruin heeft zijn best gedaan om deze euvels te vermijden. Men zal hem niet begroeten als een meester van het Nederlandsche proza, maar men kan toch een zekere voldoening krij gen bij de lectuur van zijn werk. Dit voor wat aen stijl betreft. Wat den titel aangaat, moeten wij zeggen, dat de suggestie van erfelijkheid, gegeven doordat Trienken Daemen als de dochter van haar vader wordt voorgesteld, zeker niet ongepast is in een werk, Welks eerste deel zoo duidelijk de waarde laat Uitkomen van een gezonde gezinsopvoeding ten plattenlande. Maar de ondertitel „Roman van een kloosterstichting" herinnert iets te zeer aan een onvolprezen meesterwerk van de- Europee- B'che letterkunde, namelijk het „Boes: eer Kloosterstichtingen" van Sinte Teresia van Avila. Daarmee te concurreeren heeft de schrij- -Ver niet bedoeld, maar zelfs het wekken van de herinnering is al een gevaarlijke uitdaging Van den critischen zin des lezers! Overigens verhaalt Markus de Bruin inderdaad de ge schiedenis van een kloosterstichting, en het Woord „roman" wordt tegenwoordig zoowat overal voor gebruikt. Laten wij dit détail niet beknibbelen, maar den lezer nog eens attent maken op het bestaan van Sinte Teresia's boek, Waarover hier al eerder werd geschreven. Waar het ons om gaat, dat is de heldin van dezen roman, Maria Catharina Daemen, een Zuid-Limburgseh meisje, dat op Sint Elisa- bethsdag van het jaar 1787 werd geboren te E>e Laak, tusschen Echt en Maeseyck. Haar Vader, Neer Daemen, was land-arbeider; haar moeder, Geertruida de Bree, geboren te Sint Odiliënberg, wordt ons in dit levensverhaal voorgesteld als een vrome en werkzame boe renvrouw. Bijzondere menschen waren het blijkbaar ook in geestelijk opzicht niet; althans Markus de Bruin vertelt daar weinig van. Dat ze iederen Zondag een dik uur moesten loopen om te Echt naar de kerk te gaan, was in dfë dagen doodgewoon; dat ze dagelijks het rozen hoedje samen baden, en 's middags den Engel des Heeren, waarna Neer dan placht te zeggen- «Zaligen middag", verzekert ook niet meer dan Plattelandsche trouwhartigheid, doch deze heeft haar groote waarde voor de opvoeding en de schrijver weet ons dit duidelijk te maken. Hij schetst op zeer aannemelijke wijze het vrome dorpsgezin, waar de menschen elkander niet veel behoeven te zeggen om veel van elkaar te begrypen, en waar de kinderen van jongsaf in een gevestigde traditie worden opgenomen, die Voor het latere leven een steun wordt, wanneer Ze tenminste een waarlijk levende traditie bleef. In 1794, als Catharina Daemen zeven jaar oud is en een zusje, Jenneken, heeft, dat vijf jaren telt, komen de Franschen naar ons land en bezetten ook Zuid-Limburg. Ze trekken over de Maas. Ze stallen hier en daar hun paarden hi de kerk. Ze verwijderen de kruisbeelden er de Lieve-vrouwe-beelden van den landweg. Ze dwingen de priesters een eed van trouw1 af te leggen. Pastoor Gheysen en kapelaan Heijligers Van Echt, leggey dien eed niet af; de kerk van Echt wordt gesloten. Zulk een tijd is er een, waarin zielen worden Uitverkoren door de genade. De menschen den ken dan, dat zij iets nieuws tot stand brengen Cod doet altijd iets ouds, dat reeds is vastge legd in tal van Bijbelwoorden. Het komt er Ui-aar op aan, daar niet van af te wijken, dan regelt de rest zich* van zelf. De familie Daemen gaat voortaan in Susteren naar de kerk. Dat Is wat langer loopen dan naar Echt, maar Zegt Markus de Bruin „Wij stappen bij tijds opwij praten wat met elkander. Wij bidden den rozenkrans. Dan valt de weg zoo- Veel korter. En als wij gezond blijven, kunnen Wij dat lang volhouden. Langer wellicht dan hen Franschen lief is. Want als het er op aan komt, hebben wij harde koppen. Zooveel te har der, wanneer het om ons geloof gaat...." Met de Franschen duurt het lang, maar God heeft den tijd. Onderwijl blijkt Trienken Dae- Uien een goede scholiere, die vooral den Mechelschen catechismus voortreffelijk kent. Ze doet op haar dertiende jaar haar eerste Com- Uiunie, en de auteur stelt zichzelf, doch bovenal ajn lezer voor de vraag, w"at er in de laatste Uiaanden, die hieraan voorafgingen, zich afge beld heeft in de ziel van het meisje. Hij ant Tvoordt: „Dit kind gaat zoo stil en zoo onop gemerkt zijnen gang. Het uit zich heelemaal Uiet". Als psychologische ontraadseling van een Vroom gemoed is dit antwoord niet bevredigend. Uraar toch zit er meer in dan zoo. oppervlakkig schijnt. Temidden van de onzekerheid, waarin het onbewust deelde, werd dit karakter ge vormd tot een gave, standvastige beslotenheid Neer,Daemen is in dit boek al niet iemand, die- »>2ijn mond voorbij praat", maar de dochter ^ordt in haar jeugd wel opvallend duidelijk Voorbestemd voor het kloosterlijk silentium. De >>zachte glans in haar vriendelijke oogen" geeft °us de vroomheid te vermoeden, die zij door *e zwijgen verbergt. „Het is een gezegend kind", kb Geertruida de Bree. „Dat' is het," zegt Neer Daemen, Zooiets kan men gerust een simpelen dialoog noemen! Het hindert ons tenminste niet, dat de schrijver in een biografie, die goeddeels met dit soort wetenswaardigheden werd gevuld, tien levensjaren van zijn heldin overslaat. Maar ons critische geweten vraagt: „Bestaan er do cumenten uit die jaren?" Want dit verhaal is samengesteld uit historische gegevens. De fan tasie heeft er alleen beschrijvingen en zoo aan toegevoegd. Wij missen aldus iets essentieels: de schildering van den gemoedstoestand, waarin een vroom Limburgsch plattelandskind werd gebracht door de omstandigheden, die haar eerste ontwikkeling* tijdens de Fransche periode begeleidden. Raden moeten wij, en aanvullen tot wij op een gegeven oogenblik vernemen, dat Cathrien naar een klooster wil. Haar vader is dan zestig jaar, haar moeder bijna. Zou het niet beter zijn, bij de oude menschen te blij ven De auteur heeft deze problematiek, die zich in Roomsche gezinnen toch zoo dikw'ijls voor doet, weliswaar aangeduid, maar helaas niet uitgewerkt. Hij verhaalt alleen, ook aanduiden derwij ze, hoe onmogelijk het was in den Fran schen tijd, naar een klooster te gaan. Het duurt dan ook tot 1816, voordat Cathrien haar roe ping, althans gedeeltelijk, kan volgen. „Zij was voor kloosterzuster in de wieg gelegd". Maar er bestond geen klooster! Ook het begin van haar geestelijk leven ken merkt zich niet door groote bewogenheid; men krijgt den indruk, dat Cathrien een beetje langs de wereld heen leeft bij gebrek aan werkelijk heidszin of aan levensbesef. Haar bewustzijns inhoud wordt door Markus de Bruin voorge steld als ondoorgrondelijk van eenvoud. Wr weigeren dit te gelooven. Het lijkt ons, bij alle goede bedoelingen, een beetje te suf. Een kind dat op haar Communiedag een preek over Sint Franciscus van Assisi heeft gehoord en dat zwijgzaam en ingetogen heeft verder geleefd in een kleine wereld, maar die voor haar nog te groot lijkt, gaat, omdat ze er voor in de wieg werd gelegd, teruggetrokken leven en zal strak stichteres van een religieuze congregatie we den. Ons ontsnapt van dit geval het specifiek- romantische en daarmede de innerlijke samenhang. Het is allemaal tè doodgewoon, tè liefelijk Limburgsch, bijna te popperig. Waar blijkt datgene, waarom de Heilige Schriftuur spreekt van een „afgunstigen" God? Het moet er geweest zijn! Mogen wij het werkelijk zoeken bij de aantrekkingskracht der levensgeschiede nis van Sint Franciscus? De schrijver insinueert het, klaarblijkelijk zonder te bevroeden wat dit beteekent in de dagen van Napoleon! De vereering van Sint Franciscus, door het volk bewaard, met name in de Derde Orde, was in de dagen van het Jansenisme en de Verlichting zeker niet ver breid onder de theologen en predikanten. Teksten uit het einde van de achttiende eeuw waarin Sint Franciscus tot voorbeeld wordt gesteld, zal men in onze taal niet talrijk kun nen aanwijzen. In de verhandeling van Pater Maximilianus oevr „Sint Franciscus en zijn donna in onze letteren" (Rotterdam, 1930) wordt er niet één genoemd. In de litteratuur was „de armoede-gedachte uitgestorven" zegt deze schrijver. En hij vervolgt: „Het geloovige volk, hoofdzakelijk buiten- d£ Ter inleiding van de officieele Mgr. Hamer herdenking, Zondagmiddag in de „Vereeniging" te Nijmegen, waarvoor de belangstelling zeer groot is en welke bijeenkomst ook door Z. H. Exc. den Bisschop van Den Bosch, Mgr. A. Die pen, zal worden bijgewoond, is Zaterdagmid dag in de Openbare Leeszaal aldaar een ten toonstelling geopend, bevattende kostbare herinneringen aan het leven van den Bisschop martelaar Mgr. F. Hamer. Deze tentoonstelling werd door den hoogeer waarden Deken van Nijmegen, dr. Jos. Teulings, geopend. Hierbij waren tegenwoordig verschei dene professoren, een deputatie van hetge meentebestuur, het bestuur van het Nijmeegsch missiecomité, bestuursleden van de V.V.V. „Nijmegen Vooruit" en van den Kath. Onder wijzersbond, verschillende pastoors der stad en afgevaardigden van missiecongregaties. In een korte toespraak wees dr. Jos. Teulings erop, dat het volk zijn groote mannen eert uit piëteit en uit dankbaarheid. Vooral dan, wan neer zij geleden .en gestreden hebben voor hooge idealen zoonis een St. Willibrord, een Petrus Canisius en een Mgr. Hamer. De laat ste heeft zijn leven gegeven voor het hooge ideaal: de verspreiding van het Rijk Gods onder de volkeren. Nijmegen, zijn vaderstad, had een grootsch feest voorbereid ter viering van zijn honderdsten 'geboortedag. De tijdsomstan digheden lieten echter geen officieele vierlij toe. Toch wilde Nijmegen niet versagen en or ganiseerde een grootsche Mgr. Hamer-herden king. De tentoonstelling werd den eersten dag reeds druk bezocht. Zij %eeft een merkwaar dig beeld van het leven en werken van Mgr. Hamer. Men vindt er tal van brieven en waar digheidsteekenen van den Bisschop-martelaar. Blijkens officieele gegevens verbleef de familie Hamer reeds in 1661 in Nijmegen. Onze HelmOndsche correspondent schrijft ons: Wij vernemen uit goede bron, dat de uitbrei ding van onze sta<t met de gemeenten Mierlo en gedeelten der gemeente Stiphout, Aarle- Rixtel en Bakel met ingang van 1 Februari a.s. zal worden doorgevoerd. Van de oorspronkelijke plannen zijn ten aanzien van Aarle-Rixtel en Stiphout eenige wijzigingen gekomen. Eerstge noemde gemeente za 1 het landelijk gedeelte „Overbrug" behouden en alleen een strook aan weerszijden van het kanaal de Zuid-Willems vaart behoeven af te staan. Van de gemeente Stiphout, welke wordt opgeheven, komt het oude kasteel-klooster Croy met omgeving bij Aarle-Rixtel; de rest bij Helmond. Op het marktplein van een stad in Neder- iand is een groep recruten der Duitsche oor logsmarine beëedigd. 's Morgens marcheerden de compagnieën de Markt op, waar zy door Hoe blij zi.i zijn met hun uitverkiezing tot koorknaap moge wel blijken uit het feit dat in den barren winter van net vorige jaar geen enkele maal de ochtendrepetitie werd verzuimd. En door aan alles wat met de Schola verband houdt zooveel mogelijk een eigen sfeer te geven, voelen de jongens zich werkelijk een deel van het koor. In dit verband noemen wij de door een der dames-assistepten. 'zonder deze as sistentie zouden de resultaten van thans in zoc'n korten tijd niet bereikt zijn vervaardigde groote koorboeken. „Zij zijn mijn trots", ver klaarde dr. Kat, toen hij ons de nu nog in carton gebonden boeken toonde. ..Zij zullen worden gebonden in een leeren band en bewaard blijven voor het nageslacht. De Schola zal koor boeken hebben, een kathedraal waardig." De Schola Cantorum van Haarlems kathe draal treedt reeds op bij alle feestelijke gebeurtenissen, hoewel feitelijk in drie jaar neg geen volkomen goed koor kan worden gevormd. Daar zijn minstens vier jaar voor noodig. Vier jaar van een persoonlijk onderwijs. Dit koor beoefent geen „papegaaienzang" het is niet zoo, dat de onderwijzer maar net zoo lang voor blijft zingen tot het koor op de juiste toonhoogte nazingt. Iedere zang knaap leert de muziek zelf kennen, hij krijgt afzonderlijk onderricht. Tot het ideaal van dr. Kat verwezenlijkt zal zijn, geschiedt de .opleiding improvisorisch Er is ruimte noodig voor deze klassikale opleiding En die ontbreekt. De outillage laat nog veel te wenschen over. En de verduistering vergroot te nog deze moeilijkheden De ochtendmissen moesten daardoor vervallen. Maar desondanks groeit de door den bisschop gewenschte Schola. Zij telt thans reeds dertig koorknapen dertig „tweede-jaars" en bijna dertig adspiranten. Vroeger, in de eeuwen voor de reformatie, werd voor de leerlingen van de Schola geld vast gezet, er werden fondsen gevormd door leeken uit de parochie en uit het bisdom en daaruit bekostigde men de scholing. Dit moge een idee zijn voor hen die de kerk iets willen schenken. Een fonds voor de kerkmuziek! Het ideaal van dr. Kat zou er eerder door verwezenlijkt kunnen worden. Onder buitengewoon groote belang; telling van heel de Mijnstreek en ver daarbuiten, had Vrijdag te Schinnen de lijkdienst voor en de begrafenis van Deken Packbier plaats. Zoo goed als alle Dekens van het geheele bis dom Roermond waren aanwezig. De lijkstoet telde bijna honderd geestelijken. De plechtige H. Mis werd opgedragen door Deken Nicolaye van Heerlen met assistentie van Deken de Hesselle van Kerkrade en pastoor Salden van Sevenum. De groote kerk was ge heel met geloovigen gevuld. Het plotseling overlijden van den beminden Deken had allen getroffen. In enkele gevoelvolle woorden vroeg Deken Nicolaye de gebeden der geloovigen .R.I.P. Te Groningen zijn verdacht van diefstal van een groote partij graan uit een pakhuis aan gehouden de dertigjarige slager G. V. en de 24- jarige metselaar Van der V. Eerstgenoemde bleek ook vet te hebben ge stolen in het slachthuis. Te 's Gravenhage is de jaarlijksche vergadering gehouden van de Orde van Advocaten bij den Hoogen Raad der Nederlanden. De aftredende deken, jhr. mr. E. C. U. van Doorn, werd als zoodanig herkozen, terwijl in de plaats van mr. C. J. de Vries, lid van den raad van toezicht, die zich niet herkiesbaar had gesteld, mr. A. F. Visser van IJzendoom werd gekozen. Te Gorcum is in den leeftijd van 43 jaren overleden de heer A. A. C. de Vries Robbé, president-directeur van de Constructiewerk- plaatsen „De Vries Robbé en Co. N.V." De directie der N.V. Magneet Rijwielfabrie- ken te Weesp (N.H.) heeft in verband met de a.s. feestdagen aan haar personeel een extra- week salaris uitbetaald. Oordeel! niet vóór den lijd, vóórdal de Heer komt, Hij zal aan hei licht krengen wat in hei duister verborgen was, en de gezindheid des harten openbaren. En dan zal aan eenieder zijn lof van God ten deel vallen. Epistel Op het ijs van de Vischpoortgracht te Zut phen heeft zich Vrijdag een reeks opwindende gebeurtenissen afgespeeld, waaraan zelfs politie en brandweer te pas moesten komen. Een 23-jarige vrouw, die in het ziekenhuis zou worden opgenomen, nam in de hal van het ziekenhuis tusschen de verpleegsters een roekeloos besluit. De vrees voor den dokter greep haar zóó aan, dat zij het ziekenhuis uitholde en het dunne ijslaagje op de Visch poortgracht opliep. Van alle kanten riep men haar waarschuwend toe, doch zij was er niet toe te brengen weer op den vasten wal te komen. Politie en brandweer werd-m geroepen, men poogde haar met een roei! I t te bereiken, doch zonder succes. Tenslotte begaf de heer A. Kok, schrijver op het parket van het kan tongerecht te Zutphen, zich met twee ladders op het ijs. De vrouw ontliep hem. maar zakte even later door het ijs. De heer Kok wist .haar te bereiken. Bij zijn reddingspogingen -zakte hij echter ook door het ijs. Andere slaagden er gelukkig in met behulp van ladders de dren kelingen, die inmiddels een klein half uur te water lagen, op het droge te brengen. Een en ander echter had tot gevolg, dat de vrouw toch in het ziekenhuis moest- worden opgenomen. Drie anderen, onder wie de heer Kok, konden daar weer op verhaal komen. Dp Pensioenraad deelt mede, dat in verbami met de ingevoerde loonbelasting alle ten laste van het algemeen Burgerlijk Pensioenfonds ge- pensionneerden van dien raad een formulier thuis ontvangen, dat zij moeten invullen en zoo spoedig mogelijk, althans binnen twee dagen, aan den Pensioenraad moeten terug zenden. een marine-commandant werden geïnspecteerd. De commandant hield, volgens het A.N.P., een kernachtige toespraak, waarin hij de be- teekenis van den eed uiteenzette. Ook wees hij op de vele plichten, welke de soldaat moet ver vullen, en schetste de deugden van moed en opoffering. Hierna legde een achttal recruten op een met bloemen versierd podium den eed op de rijks vlag af, waarna de indrukwekkende tekst door allen met luider stem werd herhaald. Een drie werf „Sicg Heil" op den Führer werd uitge bracht. Een défilé besloot de plechtigheid, welke vele burgers hadden bijgewoond. Aan den voet van het altaar studeert 't knapenkoor van Haarlems kathedraal, onder leiding van dr. Kat, de kerkelijke gezangen in (foto Stevens) Maria Maggiore te Rome. Refige kreeg als knaapje les van Perosi. „Het is mijn ideaal," zoo verteldé ons dr. Kat, „hier een traditione.ele schola te stichten. Aan de kathedraal verbonden een eigen instituut met internen, waar de zangknapen hun muzi kale opvoeding krijgen." Dat ideaal zal vooreerst nog geen werkelijk heid worden, maar in de drie jaren, dat dr. Kat zich aan dezen arbeid heeft gegeven, is een ste vige grondslag gelegd en volgens een vast systeem wordt verder gewerkt aan de voltooiing. De jon gens worden onderwezen in de kennis van de Gregoriaansche, klassieke en moderne mu ziek. En naast hun muzikale opleiding genieten zij eveneens een behoorlijke liturgische opvoe ding. Want het een is niet mogelijk zonder het ander. „In het eerste studiejaar krijgen de adspirant- jes kereltjes van nauwelijks zeven jaar al leen maar spraaklessen", vertelde dr. Kat. „En in clubjes leeren zij de eerste beginse len van Grégoriaansche muzieknoten. Hun mu zikale zin moet ontwikkeld worden en dat eischt goed een jaar. De „tweede-jaars" zijn ook weer in clubs ver deeld. Zij komen met de ouderen driemaal in de week om zeven uur in de H. Mis en leeren daar misdienen. Gezamenlijk zeggen de jon gens, die een kindermissaal en later een echt missaal ontvangen, de Latijnsche antwoorden. Zoo krijgen zij kennis van de liturgie. Na deze missen gaat de Schola naar het repetitiegebouw, om daar, verdeeld in ver schillende groepen, een half uur les te ont vangen. Zij leeren er notenlezen, treffen, zij krijgen er rhythme-oefeningen en de ouderen van tijd tot tijd repertoirezingen. Dr. Kat gaat daarbij te werk volgens een eigen systeem, opgebouwd aan de hand van zijn studie, ook in de psychologie, en een thans driejarige ervaring. Vier andere malen in de week is er des mid dags les. Dan wordt den jongens, die op die middagen verdeeld zijn in alten en sopranen, onderricht gegeven in de beginselen van het moderne notenschrift, zij krijgen muziek- dictee's en zelfs huiswerk. Het moge misschien vreemd klinken, maar de jongens maken dit extra-huiswerk graag. Zü offeren met liefde vele van hun vrije uurtjes op voor het koor. Zij gaan erin op. A. v. D. Onder de gemeente Hontenisse is Zaterdag een droevig ongeluk gebeurd. Bij Rustwat liep de 28-jarige ongehuwde boerenknecht A. van den Bosch uit Vogelwaarde achter zijn met graan beladen -wagen, toen van den tegenover- gestelden kant een auto naderde. Van den Bosch liep langs zijn wagen naar de paarden, om deze voor den auto te laten uitwijken. Het was echter te laat en de man raakte tusschen beide voertuigen bekneld, waarbij hem de borstkas werd ingedrukt. Hij overleed na enkele minuten. In den nacht van Donderdag op Vrijdag zijn bij Engelsehe luchtaanvallen ongeveer een dozijn woonhuizen door bomscherven bescha digd. Drie boerenhofsteden zijn door bommen tamelijk zwaar beschadigd. Een burger is zwaar en een licht gewond; verscheidene woonhuizen zijn ontruimd moeten worden. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag zijn ook bommen gevallen. Een woonhuis kreeg schade. Overigens was deze van geen beteekenis. Te De Bilt is in dep ouderdom van 63 jaar overleden dr. G. van Dijk, een der directeuren van het Ned. Meteorologisch Instituut. Hij was 22 Juni 1877 te Warfum (Fr.) ge boren. 1 Februari 1907 werd hij benoemd tot adjunct-directeur bij het Ned. Meteorologisch Instituut en belast met de dagelijksche leiding van de afdeeling voor aardmagnetisme. Sinds 1 Juni 1924 was hij directeur. In 1927 werd hij privaat-docent aan de Uni versiteit te Utrecht in aardmagnetisme en seis mologie. Toen dr. G. van Dijk in dienst trad bij het Ned. Met. Inst., was de afdeeling seismologie in voorbereiding Hij voltooide de plannen. Daar het magnetisch deel eerst gestoord werd door den aanleg van de electrische tram Utrecht—Zeist en later ernstiger door de elec- trificatie van de spoorwegen, werd een nieuw magnetisch station gevestigd te Witteveen in Drente onder leiding van dr. Van Dijk. Het is op hoogtijdagen als Kerstmis, dat wij ons volkomen de waarde van onze kerk koren bewust worden. De vreugde om de ge boorte van den Christus, de jubel om Zijn verrijzenis, dat alles uit zich in den kerk zang. De koren zetten luister by de groote kerkelijke plechtigheden. Meer nog dan wij beseften dat onze voorouders. De grootere kerken in Nederland kenden in de eeuwen voor de reformatie de scholae cantorum, de knapenkoren, die recht deden wedervaren aan alle kerkmuziek. Zij werden gevormd door jongens, die in een bij de kerk behoo- rend instituut een zoo volledig mogelijke muzikale opleiding kregen. En zooals het voor eeuwen was, moet het ook in de toekomst worden. Dat is de wensch van den bisschop van Haarlem, Mgr. J. P. Huibers. En zoo luidde de opdracht die dr. A. J. M. Kat drie jaar geleden te vervullen kreeg. Haarlems kathedraal zou een knapenkoor krijgen, dat tra ditie schept. Haar geloovigen zouden het litur gisch leven niet alleen intens, maar ook met allen luister, welken de liturgie biedt, kunnen beleven. Die opdracht beteekende arbeid voor jaren, meer jaren waarschijnlijk, dan een menschen- leven telt. Men vormt geen traditioneele schola in een handomdraai. En dr. Kat denkt dan ook niet de verwezenlijking van al zijn idealen nog zelf te kunnen aanschouwen. Hij legt de funda menten. En anderen zullen later op zijn werk voortbouwen, zooals in enkele oude kerken in het buitenland nog steeds wordt voortgebouwd op den arbeid van eeuwen. Want Rome en Regens burg en Trier en enkele andere steden in de wereld kennen nog de oude scholae, die een voortzetting zijn van hetgeen in de eerste eeuwen van het Christendom werd begonnen. Daar leefde de oude traditie voort. Geslacht na ge slacht leerde zingen onder leiding van bekwame leermeesters. En uit de leerlingen kwamen de leermeesters voort van het volgend geslacht. Palestrina, de groote componist van kerkelijke muziek, was als jongen zangknaap in de Sancta De Schola doet reeds van zich spreken. Dezer dagen is het knapenkoor verfilmd. Studiolampen beschenen het altaar. Operateurs en de geluidsmixer waren uren bezig het kathedrale koor in beeld en toon op den filmband vast te leggen. In het journaal van Polygoon kan men, thans het koor zien en hooren (foto Stevens) Maandag 23 December zal het 40 jaar ge leden zijn, dat de heer Leo J. J. Arts verbon den werd aan de „Nieuwe Tilburgsche Courant" te Tilburg, aanvankelijk als adjunct-directeur, later als directeur. De heer Arts, die, in verband met de tijds omstandigheden, dit jubileum niet feestelijk zal herdenken, is Maandag- afwezig. decadente weeldekringen, vond niets in de lit teratuur aan godsdienstige motieven van aar- de-onthechting en uitzicht op een beter leven dan wat er restte in de oude liederen". Om de „roeping" van Trienken Daemen te begrijpen, moet men zich hiervan rekenschap geven, dan ziet men in dit Limburgsche plat telandsmeisje ineens het bijzondere, waardoo- zij zich, in armoede opgevoed, vertrouwd maakt met het kloosterlijk armoede-ideaal en zich boven haar tijdgenooten verheft. Zij heeft Sint Franciscus begrepen op een oogenblik, waarop bijna geen mensch meer aan hem dacht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 5