Trienken Daemen
Het knapenkoor van Haarlems
Kathedraal
Mgr. Hamer-herdenking
ZIJ DURFDE NIET NAAR
HET ZIEKENHUIS
ZONDAG 22 DECEMBER 1940
Boerenknecht doodgedrukt
ENGELSCHE BOMMEN
Dr. G. van Dijk overleden
De oude Schola Cantorum
herleeft in ons land
VAN WEEK TOT WEEK
Interessante tentoonstelling te
Nijmegen geopend
DE UITBREIDING VAN
HELMOND
BEëEDIGING DUITSGHE
MARINESOLDATEN
Begrafenis Deken Packbier t
GRAAN EN VET GESTOLEN
Orde van Advocaten bij den
Hoogen Raad
A. A. C. de Vries Robbé
overleden
Kerstgave aan personeel
Vrouw in Zutphen vluchtte op ge
vaarlijk ijs en geraakte te water
LOONBELASTING EN
GEPENSIONNEERDEN
Jubileum L. Arts
Tusschen vrachtwagen en auto
Vernielingen in de laatste nachten
Een der directeuren van het Ned.
Meteorologisch Instituut
Het wijst niet op wl}»
beleid als de richtingaan
wijzer nog wijst hoewel er
na de bocht niets meer
te wijzen is. Wijst uw ver
geetachtige medeaut»
mobilisten daar eens opl
'n R.chtingaanwijzer
Is een nuttige helper
maar
GE F FT HEM RUST
Markus de Bruin heeft, in 1938, bij de uit
geverij van „Vox Romana" te Schiedam den
«roman van een kloosterstichting" laten ver
schijnen, dien hij „De Dochter van Neer Dae
men" noemde. Naar den stijl is het een boek
uit de school van Antoon Ccolen, zeker niet de
slechtste school voor iemand, die iets goed.
Wil leeren! Maar de beste hoedanigheden van
Dooien kan iemand niet „afkijken" in de school,
en wat den stijl betreft, blijft Markus de Bruin
dan ook een echte leerling, zij het van een
goede school. Hij vertelt vlot, met hart, met
gloed zelfs hier en daar; hij weet het land
leven pakkend te beschrijven, vooral in ver
band met het zieleleven, ofschoon hij hierin
Ver beneden Coolen blijft, en zijn verhaal schiet
nogal op, als wij dat zoo mogen zeggen. Het is
namelijk een verdienste van boeken over brave
menschen, wanneer ze niet treuzelachtig zijn.
Wie veel van dat soort boeken leest door
welke belangstelling dan ook hiertoe aangedre
ven weet bij ervaring, dat het tempo van de
deugd, altijd iets trager zijnde dan het tempo
van de boosheid, dikwijls wordt opgevangen in
een rhythme, dat zoo langzaam is als stroop,
en daar dan ook nog naar smaakt! Markus dc
Bruin heeft zijn best gedaan om deze euvels
te vermijden. Men zal hem niet begroeten als
een meester van het Nederlandsche proza,
maar men kan toch een zekere voldoening krij
gen bij de lectuur van zijn werk.
Dit voor wat aen stijl betreft. Wat den titel
aangaat, moeten wij zeggen, dat de suggestie
van erfelijkheid, gegeven doordat Trienken
Daemen als de dochter van haar vader wordt
voorgesteld, zeker niet ongepast is in een werk,
Welks eerste deel zoo duidelijk de waarde laat
Uitkomen van een gezonde gezinsopvoeding ten
plattenlande. Maar de ondertitel „Roman van
een kloosterstichting" herinnert iets te zeer aan
een onvolprezen meesterwerk van de- Europee-
B'che letterkunde, namelijk het „Boes: eer
Kloosterstichtingen" van Sinte Teresia van
Avila. Daarmee te concurreeren heeft de schrij-
-Ver niet bedoeld, maar zelfs het wekken van
de herinnering is al een gevaarlijke uitdaging
Van den critischen zin des lezers! Overigens
verhaalt Markus de Bruin inderdaad de ge
schiedenis van een kloosterstichting, en het
Woord „roman" wordt tegenwoordig zoowat
overal voor gebruikt. Laten wij dit détail niet
beknibbelen, maar den lezer nog eens attent
maken op het bestaan van Sinte Teresia's boek,
Waarover hier al eerder werd geschreven.
Waar het ons om gaat, dat is de heldin van
dezen roman, Maria Catharina Daemen, een
Zuid-Limburgseh meisje, dat op Sint Elisa-
bethsdag van het jaar 1787 werd geboren te
E>e Laak, tusschen Echt en Maeseyck. Haar
Vader, Neer Daemen, was land-arbeider; haar
moeder, Geertruida de Bree, geboren te Sint
Odiliënberg, wordt ons in dit levensverhaal
voorgesteld als een vrome en werkzame boe
renvrouw. Bijzondere menschen waren het
blijkbaar ook in geestelijk opzicht niet; althans
Markus de Bruin vertelt daar weinig van. Dat
ze iederen Zondag een dik uur moesten loopen
om te Echt naar de kerk te gaan, was in dfë
dagen doodgewoon; dat ze dagelijks het rozen
hoedje samen baden, en 's middags den Engel
des Heeren, waarna Neer dan placht te zeggen-
«Zaligen middag", verzekert ook niet meer dan
Plattelandsche trouwhartigheid, doch deze heeft
haar groote waarde voor de opvoeding en de
schrijver weet ons dit duidelijk te maken. Hij
schetst op zeer aannemelijke wijze het vrome
dorpsgezin, waar de menschen elkander niet
veel behoeven te zeggen om veel van elkaar te
begrypen, en waar de kinderen van jongsaf in
een gevestigde traditie worden opgenomen, die
Voor het latere leven een steun wordt, wanneer
Ze tenminste een waarlijk levende traditie bleef.
In 1794, als Catharina Daemen zeven jaar
oud is en een zusje, Jenneken, heeft, dat vijf
jaren telt, komen de Franschen naar ons land
en bezetten ook Zuid-Limburg. Ze trekken over
de Maas. Ze stallen hier en daar hun paarden
hi de kerk. Ze verwijderen de kruisbeelden er
de Lieve-vrouwe-beelden van den landweg. Ze
dwingen de priesters een eed van trouw1 af te
leggen. Pastoor Gheysen en kapelaan Heijligers
Van Echt, leggey dien eed niet af; de kerk van
Echt wordt gesloten.
Zulk een tijd is er een, waarin zielen worden
Uitverkoren door de genade. De menschen den
ken dan, dat zij iets nieuws tot stand brengen
Cod doet altijd iets ouds, dat reeds is vastge
legd in tal van Bijbelwoorden. Het komt er
Ui-aar op aan, daar niet van af te wijken, dan
regelt de rest zich* van zelf. De familie Daemen
gaat voortaan in Susteren naar de kerk. Dat
Is wat langer loopen dan naar Echt, maar
Zegt Markus de Bruin „Wij stappen bij
tijds opwij praten wat met elkander. Wij
bidden den rozenkrans. Dan valt de weg zoo-
Veel korter. En als wij gezond blijven, kunnen
Wij dat lang volhouden. Langer wellicht dan
hen Franschen lief is. Want als het er op aan
komt, hebben wij harde koppen. Zooveel te har
der, wanneer het om ons geloof gaat...."
Met de Franschen duurt het lang, maar God
heeft den tijd. Onderwijl blijkt Trienken Dae-
Uien een goede scholiere, die vooral den
Mechelschen catechismus voortreffelijk kent. Ze
doet op haar dertiende jaar haar eerste Com-
Uiunie, en de auteur stelt zichzelf, doch bovenal
ajn lezer voor de vraag, w"at er in de laatste
Uiaanden, die hieraan voorafgingen, zich afge
beld heeft in de ziel van het meisje. Hij ant
Tvoordt: „Dit kind gaat zoo stil en zoo onop
gemerkt zijnen gang. Het uit zich heelemaal
Uiet".
Als psychologische ontraadseling van een
Vroom gemoed is dit antwoord niet bevredigend.
Uraar toch zit er meer in dan zoo. oppervlakkig
schijnt. Temidden van de onzekerheid, waarin
het onbewust deelde, werd dit karakter ge
vormd tot een gave, standvastige beslotenheid
Neer,Daemen is in dit boek al niet iemand, die-
»>2ijn mond voorbij praat", maar de dochter
^ordt in haar jeugd wel opvallend duidelijk
Voorbestemd voor het kloosterlijk silentium. De
>>zachte glans in haar vriendelijke oogen" geeft
°us de vroomheid te vermoeden, die zij door
*e zwijgen verbergt. „Het is een gezegend kind",
kb Geertruida de Bree. „Dat' is het," zegt
Neer Daemen,
Zooiets kan men gerust een simpelen dialoog
noemen! Het hindert ons tenminste niet, dat de
schrijver in een biografie, die goeddeels met dit
soort wetenswaardigheden werd gevuld, tien
levensjaren van zijn heldin overslaat. Maar
ons critische geweten vraagt: „Bestaan er do
cumenten uit die jaren?" Want dit verhaal is
samengesteld uit historische gegevens. De fan
tasie heeft er alleen beschrijvingen en zoo aan
toegevoegd. Wij missen aldus iets essentieels: de
schildering van den gemoedstoestand, waarin
een vroom Limburgsch plattelandskind werd
gebracht door de omstandigheden, die haar
eerste ontwikkeling* tijdens de Fransche periode
begeleidden. Raden moeten wij, en aanvullen
tot wij op een gegeven oogenblik vernemen, dat
Cathrien naar een klooster wil. Haar vader is
dan zestig jaar, haar moeder bijna. Zou het
niet beter zijn, bij de oude menschen te blij
ven
De auteur heeft deze problematiek, die zich
in Roomsche gezinnen toch zoo dikw'ijls voor
doet, weliswaar aangeduid, maar helaas niet
uitgewerkt. Hij verhaalt alleen, ook aanduiden
derwij ze, hoe onmogelijk het was in den Fran
schen tijd, naar een klooster te gaan. Het duurt
dan ook tot 1816, voordat Cathrien haar roe
ping, althans gedeeltelijk, kan volgen. „Zij was
voor kloosterzuster in de wieg gelegd". Maar
er bestond geen klooster!
Ook het begin van haar geestelijk leven ken
merkt zich niet door groote bewogenheid; men
krijgt den indruk, dat Cathrien een beetje langs
de wereld heen leeft bij gebrek aan werkelijk
heidszin of aan levensbesef. Haar bewustzijns
inhoud wordt door Markus de Bruin voorge
steld als ondoorgrondelijk van eenvoud. Wr
weigeren dit te gelooven. Het lijkt ons, bij alle
goede bedoelingen, een beetje te suf. Een kind
dat op haar Communiedag een preek over Sint
Franciscus van Assisi heeft gehoord en dat
zwijgzaam en ingetogen heeft verder geleefd in
een kleine wereld, maar die voor haar nog te
groot lijkt, gaat, omdat ze er voor in de wieg
werd gelegd, teruggetrokken leven en zal strak
stichteres van een religieuze congregatie we
den. Ons ontsnapt van dit geval het specifiek-
romantische en daarmede de innerlijke
samenhang. Het is allemaal tè doodgewoon, tè
liefelijk Limburgsch, bijna te popperig. Waar
blijkt datgene, waarom de Heilige Schriftuur
spreekt van een „afgunstigen" God? Het moet
er geweest zijn! Mogen wij het werkelijk zoeken
bij de aantrekkingskracht der levensgeschiede
nis van Sint Franciscus?
De schrijver insinueert het, klaarblijkelijk
zonder te bevroeden wat dit beteekent in de
dagen van Napoleon! De vereering van Sint
Franciscus, door het volk bewaard, met name
in de Derde Orde, was in de dagen van het
Jansenisme en de Verlichting zeker niet ver
breid onder de theologen en predikanten.
Teksten uit het einde van de achttiende eeuw
waarin Sint Franciscus tot voorbeeld wordt
gesteld, zal men in onze taal niet talrijk kun
nen aanwijzen. In de verhandeling van Pater
Maximilianus oevr „Sint Franciscus en zijn
donna in onze letteren" (Rotterdam, 1930)
wordt er niet één genoemd. In de litteratuur
was „de armoede-gedachte uitgestorven" zegt
deze schrijver. En hij vervolgt:
„Het geloovige volk, hoofdzakelijk buiten- d£
Ter inleiding van de officieele Mgr. Hamer
herdenking, Zondagmiddag in de „Vereeniging"
te Nijmegen, waarvoor de belangstelling zeer
groot is en welke bijeenkomst ook door Z. H.
Exc. den Bisschop van Den Bosch, Mgr. A. Die
pen, zal worden bijgewoond, is Zaterdagmid
dag in de Openbare Leeszaal aldaar een ten
toonstelling geopend, bevattende kostbare
herinneringen aan het leven van den Bisschop
martelaar Mgr. F. Hamer.
Deze tentoonstelling werd door den hoogeer
waarden Deken van Nijmegen, dr. Jos. Teulings,
geopend. Hierbij waren tegenwoordig verschei
dene professoren, een deputatie van hetge
meentebestuur, het bestuur van het Nijmeegsch
missiecomité, bestuursleden van de V.V.V.
„Nijmegen Vooruit" en van den Kath. Onder
wijzersbond, verschillende pastoors der stad en
afgevaardigden van missiecongregaties.
In een korte toespraak wees dr. Jos. Teulings
erop, dat het volk zijn groote mannen eert uit
piëteit en uit dankbaarheid. Vooral dan, wan
neer zij geleden .en gestreden hebben voor
hooge idealen zoonis een St. Willibrord, een
Petrus Canisius en een Mgr. Hamer. De laat
ste heeft zijn leven gegeven voor het hooge
ideaal: de verspreiding van het Rijk Gods
onder de volkeren. Nijmegen, zijn vaderstad, had
een grootsch feest voorbereid ter viering van
zijn honderdsten 'geboortedag. De tijdsomstan
digheden lieten echter geen officieele vierlij
toe. Toch wilde Nijmegen niet versagen en or
ganiseerde een grootsche Mgr. Hamer-herden
king.
De tentoonstelling werd den eersten dag
reeds druk bezocht. Zij %eeft een merkwaar
dig beeld van het leven en werken van Mgr.
Hamer. Men vindt er tal van brieven en waar
digheidsteekenen van den Bisschop-martelaar.
Blijkens officieele gegevens verbleef de familie
Hamer reeds in 1661 in Nijmegen.
Onze HelmOndsche correspondent schrijft
ons:
Wij vernemen uit goede bron, dat de uitbrei
ding van onze sta<t met de gemeenten Mierlo
en gedeelten der gemeente Stiphout, Aarle-
Rixtel en Bakel met ingang van 1 Februari a.s.
zal worden doorgevoerd. Van de oorspronkelijke
plannen zijn ten aanzien van Aarle-Rixtel en
Stiphout eenige wijzigingen gekomen. Eerstge
noemde gemeente za 1 het landelijk gedeelte
„Overbrug" behouden en alleen een strook aan
weerszijden van het kanaal de Zuid-Willems
vaart behoeven af te staan. Van de gemeente
Stiphout, welke wordt opgeheven, komt het
oude kasteel-klooster Croy met omgeving bij
Aarle-Rixtel; de rest bij Helmond.
Op het marktplein van een stad in Neder-
iand is een groep recruten der Duitsche oor
logsmarine beëedigd. 's Morgens marcheerden
de compagnieën de Markt op, waar zy door
Hoe blij zi.i zijn met hun uitverkiezing tot
koorknaap moge wel blijken uit het feit dat in
den barren winter van net vorige jaar geen
enkele maal de ochtendrepetitie werd verzuimd.
En door aan alles wat met de Schola verband
houdt zooveel mogelijk een eigen sfeer te geven,
voelen de jongens zich werkelijk een deel van
het koor. In dit verband noemen wij de door
een der dames-assistepten. 'zonder deze as
sistentie zouden de resultaten van thans in
zoc'n korten tijd niet bereikt zijn vervaardigde
groote koorboeken. „Zij zijn mijn trots", ver
klaarde dr. Kat, toen hij ons de nu nog in
carton gebonden boeken toonde. ..Zij zullen
worden gebonden in een leeren band en bewaard
blijven voor het nageslacht. De Schola zal koor
boeken hebben, een kathedraal waardig."
De Schola Cantorum van Haarlems kathe
draal treedt reeds op bij alle feestelijke
gebeurtenissen, hoewel feitelijk in drie jaar
neg geen volkomen goed koor kan worden
gevormd. Daar zijn minstens vier jaar voor
noodig.
Vier jaar van een persoonlijk onderwijs.
Dit koor beoefent geen „papegaaienzang"
het is niet zoo, dat de onderwijzer maar net
zoo lang voor blijft zingen tot het koor op
de juiste toonhoogte nazingt. Iedere zang
knaap leert de muziek zelf kennen, hij krijgt
afzonderlijk onderricht.
Tot het ideaal van dr. Kat verwezenlijkt zal
zijn, geschiedt de .opleiding improvisorisch Er
is ruimte noodig voor deze klassikale opleiding
En die ontbreekt. De outillage laat nog veel
te wenschen over. En de verduistering vergroot
te nog deze moeilijkheden De ochtendmissen
moesten daardoor vervallen. Maar desondanks
groeit de door den bisschop gewenschte Schola.
Zij telt thans reeds dertig koorknapen dertig
„tweede-jaars" en bijna dertig adspiranten.
Vroeger, in de eeuwen voor de reformatie,
werd voor de leerlingen van de Schola geld vast
gezet, er werden fondsen gevormd door leeken
uit de parochie en uit het bisdom en daaruit
bekostigde men de scholing. Dit moge een idee
zijn voor hen die de kerk iets willen schenken.
Een fonds voor de kerkmuziek! Het ideaal van
dr. Kat zou er eerder door verwezenlijkt kunnen
worden.
Onder buitengewoon groote belang; telling van
heel de Mijnstreek en ver daarbuiten, had
Vrijdag te Schinnen de lijkdienst voor en de
begrafenis van Deken Packbier plaats.
Zoo goed als alle Dekens van het geheele bis
dom Roermond waren aanwezig.
De lijkstoet telde bijna honderd geestelijken.
De plechtige H. Mis werd opgedragen door
Deken Nicolaye van Heerlen met assistentie van
Deken de Hesselle van Kerkrade en pastoor
Salden van Sevenum. De groote kerk was ge
heel met geloovigen gevuld. Het plotseling
overlijden van den beminden Deken had allen
getroffen.
In enkele gevoelvolle woorden vroeg Deken
Nicolaye de gebeden der geloovigen .R.I.P.
Te Groningen zijn verdacht van diefstal van
een groote partij graan uit een pakhuis aan
gehouden de dertigjarige slager G. V. en de 24-
jarige metselaar Van der V.
Eerstgenoemde bleek ook vet te hebben ge
stolen in het slachthuis.
Te 's Gravenhage is de jaarlijksche vergadering
gehouden van de Orde van Advocaten bij den
Hoogen Raad der Nederlanden.
De aftredende deken, jhr. mr. E. C. U. van
Doorn, werd als zoodanig herkozen, terwijl in
de plaats van mr. C. J. de Vries, lid van den
raad van toezicht, die zich niet herkiesbaar had
gesteld, mr. A. F. Visser van IJzendoom werd
gekozen.
Te Gorcum is in den leeftijd van 43 jaren
overleden de heer A. A. C. de Vries Robbé,
president-directeur van de Constructiewerk-
plaatsen „De Vries Robbé en Co. N.V."
De directie der N.V. Magneet Rijwielfabrie-
ken te Weesp (N.H.) heeft in verband met de
a.s. feestdagen aan haar personeel een extra-
week salaris uitbetaald.
Oordeel! niet vóór den lijd,
vóórdal de Heer komt, Hij zal
aan hei licht krengen wat in
hei duister verborgen was, en
de gezindheid des harten
openbaren. En dan zal aan
eenieder zijn lof van God ten
deel vallen.
Epistel
Op het ijs van de Vischpoortgracht te Zut
phen heeft zich Vrijdag een reeks opwindende
gebeurtenissen afgespeeld, waaraan zelfs politie
en brandweer te pas moesten komen.
Een 23-jarige vrouw, die in het ziekenhuis
zou worden opgenomen, nam in de hal van
het ziekenhuis tusschen de verpleegsters een
roekeloos besluit. De vrees voor den dokter
greep haar zóó aan, dat zij het ziekenhuis
uitholde en het dunne ijslaagje op de Visch
poortgracht opliep. Van alle kanten riep men
haar waarschuwend toe, doch zij was er niet
toe te brengen weer op den vasten wal te
komen.
Politie en brandweer werd-m geroepen, men
poogde haar met een roei! I t te bereiken,
doch zonder succes. Tenslotte begaf de heer
A. Kok, schrijver op het parket van het kan
tongerecht te Zutphen, zich met twee ladders
op het ijs. De vrouw ontliep hem. maar zakte
even later door het ijs. De heer Kok wist .haar
te bereiken. Bij zijn reddingspogingen -zakte
hij echter ook door het ijs. Andere slaagden
er gelukkig in met behulp van ladders de dren
kelingen, die inmiddels een klein half uur te
water lagen, op het droge te brengen.
Een en ander echter had tot gevolg, dat de
vrouw toch in het ziekenhuis moest- worden
opgenomen. Drie anderen, onder wie de heer
Kok, konden daar weer op verhaal komen.
Dp Pensioenraad deelt mede, dat in verbami
met de ingevoerde loonbelasting alle ten laste
van het algemeen Burgerlijk Pensioenfonds ge-
pensionneerden van dien raad een formulier
thuis ontvangen, dat zij moeten invullen en
zoo spoedig mogelijk, althans binnen twee
dagen, aan den Pensioenraad moeten terug
zenden.
een marine-commandant werden geïnspecteerd.
De commandant hield, volgens het A.N.P.,
een kernachtige toespraak, waarin hij de be-
teekenis van den eed uiteenzette. Ook wees hij
op de vele plichten, welke de soldaat moet ver
vullen, en schetste de deugden van moed en
opoffering.
Hierna legde een achttal recruten op een met
bloemen versierd podium den eed op de rijks
vlag af, waarna de indrukwekkende tekst door
allen met luider stem werd herhaald. Een drie
werf „Sicg Heil" op den Führer werd uitge
bracht.
Een défilé besloot de plechtigheid, welke vele
burgers hadden bijgewoond.
Aan den voet van het altaar studeert
't knapenkoor van Haarlems kathedraal,
onder leiding van dr. Kat, de kerkelijke
gezangen in
(foto Stevens)
Maria Maggiore te Rome. Refige kreeg als
knaapje les van Perosi.
„Het is mijn ideaal," zoo verteldé ons dr. Kat,
„hier een traditione.ele schola te stichten. Aan
de kathedraal verbonden een eigen instituut
met internen, waar de zangknapen hun muzi
kale opvoeding krijgen."
Dat ideaal zal vooreerst nog geen werkelijk
heid worden, maar in de drie jaren, dat dr. Kat
zich aan dezen arbeid heeft gegeven, is een ste
vige grondslag gelegd en volgens een vast systeem
wordt verder gewerkt aan de voltooiing. De jon
gens worden onderwezen in de kennis van de
Gregoriaansche, klassieke en moderne mu
ziek. En naast hun muzikale opleiding genieten
zij eveneens een behoorlijke liturgische opvoe
ding. Want het een is niet mogelijk zonder het
ander.
„In het eerste studiejaar krijgen de adspirant-
jes kereltjes van nauwelijks zeven jaar al
leen maar spraaklessen", vertelde dr. Kat.
„En in clubjes leeren zij de eerste beginse
len van Grégoriaansche muzieknoten. Hun mu
zikale zin moet ontwikkeld worden en dat
eischt goed een jaar.
De „tweede-jaars" zijn ook weer in clubs ver
deeld. Zij komen met de ouderen driemaal in
de week om zeven uur in de H. Mis en leeren
daar misdienen. Gezamenlijk zeggen de jon
gens, die een kindermissaal en later een echt
missaal ontvangen, de Latijnsche antwoorden.
Zoo krijgen zij kennis van de liturgie.
Na deze missen gaat de Schola naar het
repetitiegebouw, om daar, verdeeld in ver
schillende groepen, een half uur les te ont
vangen. Zij leeren er notenlezen, treffen, zij
krijgen er rhythme-oefeningen en de ouderen
van tijd tot tijd repertoirezingen.
Dr. Kat gaat daarbij te werk volgens een
eigen systeem, opgebouwd aan de hand van
zijn studie, ook in de psychologie, en een thans
driejarige ervaring.
Vier andere malen in de week is er des mid
dags les. Dan wordt den jongens, die op die
middagen verdeeld zijn in alten en sopranen,
onderricht gegeven in de beginselen van het
moderne notenschrift, zij krijgen muziek-
dictee's en zelfs huiswerk.
Het moge misschien vreemd klinken, maar de
jongens maken dit extra-huiswerk graag. Zü
offeren met liefde vele van hun vrije uurtjes
op voor het koor. Zij gaan erin op.
A. v. D.
Onder de gemeente Hontenisse is Zaterdag
een droevig ongeluk gebeurd. Bij Rustwat liep
de 28-jarige ongehuwde boerenknecht A. van
den Bosch uit Vogelwaarde achter zijn met
graan beladen -wagen, toen van den tegenover-
gestelden kant een auto naderde. Van den Bosch
liep langs zijn wagen naar de paarden, om
deze voor den auto te laten uitwijken. Het was
echter te laat en de man raakte tusschen beide
voertuigen bekneld, waarbij hem de borstkas
werd ingedrukt. Hij overleed na enkele minuten.
In den nacht van Donderdag op Vrijdag zijn
bij Engelsehe luchtaanvallen ongeveer een
dozijn woonhuizen door bomscherven bescha
digd. Drie boerenhofsteden zijn door bommen
tamelijk zwaar beschadigd. Een burger is zwaar
en een licht gewond; verscheidene woonhuizen
zijn ontruimd moeten worden.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag zijn
ook bommen gevallen. Een woonhuis kreeg
schade. Overigens was deze van geen beteekenis.
Te De Bilt is in dep ouderdom van 63 jaar
overleden dr. G. van Dijk, een der directeuren
van het Ned. Meteorologisch Instituut.
Hij was 22 Juni 1877 te Warfum (Fr.) ge
boren. 1 Februari 1907 werd hij benoemd tot
adjunct-directeur bij het Ned. Meteorologisch
Instituut en belast met de dagelijksche leiding
van de afdeeling voor aardmagnetisme. Sinds
1 Juni 1924 was hij directeur.
In 1927 werd hij privaat-docent aan de Uni
versiteit te Utrecht in aardmagnetisme en seis
mologie.
Toen dr. G. van Dijk in dienst trad bij het
Ned. Met. Inst., was de afdeeling seismologie
in voorbereiding Hij voltooide de plannen.
Daar het magnetisch deel eerst gestoord werd
door den aanleg van de electrische tram
Utrecht—Zeist en later ernstiger door de elec-
trificatie van de spoorwegen, werd een nieuw
magnetisch station gevestigd te Witteveen in
Drente onder leiding van dr. Van Dijk.
Het is op hoogtijdagen als Kerstmis, dat
wij ons volkomen de waarde van onze kerk
koren bewust worden. De vreugde om de ge
boorte van den Christus, de jubel om Zijn
verrijzenis, dat alles uit zich in den kerk
zang. De koren zetten luister by de groote
kerkelijke plechtigheden. Meer nog dan wij
beseften dat onze voorouders. De grootere
kerken in Nederland kenden in de eeuwen
voor de reformatie de scholae cantorum, de
knapenkoren, die recht deden wedervaren
aan alle kerkmuziek. Zij werden gevormd
door jongens, die in een bij de kerk behoo-
rend instituut een zoo volledig mogelijke
muzikale opleiding kregen.
En zooals het voor eeuwen was, moet het ook
in de toekomst worden. Dat is de wensch van
den bisschop van Haarlem, Mgr. J. P. Huibers.
En zoo luidde de opdracht die dr. A. J. M. Kat
drie jaar geleden te vervullen kreeg. Haarlems
kathedraal zou een knapenkoor krijgen, dat tra
ditie schept. Haar geloovigen zouden het litur
gisch leven niet alleen intens, maar ook met
allen luister, welken de liturgie biedt, kunnen
beleven.
Die opdracht beteekende arbeid voor jaren,
meer jaren waarschijnlijk, dan een menschen-
leven telt. Men vormt geen traditioneele schola
in een handomdraai. En dr. Kat denkt dan ook
niet de verwezenlijking van al zijn idealen nog
zelf te kunnen aanschouwen. Hij legt de funda
menten. En anderen zullen later op zijn werk
voortbouwen, zooals in enkele oude kerken in het
buitenland nog steeds wordt voortgebouwd op
den arbeid van eeuwen. Want Rome en Regens
burg en Trier en enkele andere steden in de
wereld kennen nog de oude scholae, die een
voortzetting zijn van hetgeen in de eerste eeuwen
van het Christendom werd begonnen. Daar
leefde de oude traditie voort. Geslacht na ge
slacht leerde zingen onder leiding van bekwame
leermeesters. En uit de leerlingen kwamen de
leermeesters voort van het volgend geslacht.
Palestrina, de groote componist van kerkelijke
muziek, was als jongen zangknaap in de Sancta
De Schola doet reeds van zich spreken. Dezer dagen is het knapenkoor verfilmd.
Studiolampen beschenen het altaar. Operateurs en de geluidsmixer waren
uren bezig het kathedrale koor in beeld en toon op den filmband vast te leggen.
In het journaal van Polygoon kan men, thans het koor zien en hooren
(foto Stevens)
Maandag 23 December zal het 40 jaar ge
leden zijn, dat de heer Leo J. J. Arts verbon
den werd aan de „Nieuwe Tilburgsche Courant"
te Tilburg, aanvankelijk als adjunct-directeur,
later als directeur.
De heer Arts, die, in verband met de tijds
omstandigheden, dit jubileum niet feestelijk
zal herdenken, is Maandag- afwezig.
decadente weeldekringen, vond niets in de lit
teratuur aan godsdienstige motieven van aar-
de-onthechting en uitzicht op een beter leven
dan wat er restte in de oude liederen".
Om de „roeping" van Trienken Daemen te
begrijpen, moet men zich hiervan rekenschap
geven, dan ziet men in dit Limburgsche plat
telandsmeisje ineens het bijzondere, waardoo-
zij zich, in armoede opgevoed, vertrouwd maakt
met het kloosterlijk armoede-ideaal en zich
boven haar tijdgenooten verheft. Zij heeft Sint
Franciscus begrepen op een oogenblik, waarop
bijna geen mensch meer aan hem dacht.