Corporatieve ordening van de maatschappij
en de gezondheidszorg
Liverpool en andere steden bestookt
Vloot bombardeert
kust van N.-Afrika
SAMBO DE OLIFANT
Arabella
door bertha ruck
BUROL. verzacht en geneest
Ruwe handen
MAANDAG 23
DECEMBER 1940
Schema met vier hoofd-
groepen
Kerstfeest voor verpleegden
de verschrikkelijke
Inleiding pater dr. Stok
man O.F.M.
Een schema
Ned. Instituut van Accountants
LEO J. J. ARTS
Duitsch weermachtsbericht
Rijkscommissaris bezocht het
Marine-Lazarett te Heiloo
In de Haagsche hospitalen
NAAR EENHEID IN HET
VISCHBEDRIJF
Meisje door tram overreden
en gedood
Militaire goederen in beslag
genomen
Twee woonhuizen afgebrand
Britse he bomaanvallen op
W est-Duitschland
Communiqué uit Londen
Luchtaanvallen Zondag
avond voortgezet
Ital. weermachtsbericht
Examen gemeente-administratie
Examen geschiedenis M. O.
Zaterdag hield de R. K. Artsenvereeniging
te Utrecht haar jaarvergadering onder voorzit
terschap van den heer J. A. J. Barnhoorn. Van
het huishoudelijk gedeelte van de vergadering,
welke door zeer vele leden bezocht werd, ver
melden wij, dat aan het aftredend lid van het
hoofdbestuur, Dr. L. Veeger, het eere-Iidmaat-
schap der vereeniging werd aangeboden in ver
band met de groote verdiensten van den heer
Veeger als bestuurslid vanaf de oprichting en
als ondervoorzitter, in welke functie hij een
zeer groot aandeel had in de actie van de R. K.
Artsenvereeniging.
Na behandeling van de huishoudelijke
aangelegenheden, werd overgegaan tot het
algemeene gedeelte van de vergadering, dat
gewijd was aan het actueele vraagstuk van
de corporatieve ordening van de maat
schappij en de gezondheidszorg, welk vraag
stuk in den kring van de katholieke artsen
in sterke mate de belangstelling heeft. Ve
le gasten, onder wie wij opmerkten den
voorzitter van den Gezondheidsraad. Dr.
Kersbergen, den geneeskundig hoofdinspec
teur van de volksgezondheid, Dr. Banning,
Prof. Baart de la Faille en Prof. Remijnse,
gaven door hun aanwezigheid blijk van hun
belangstelling voor dit onderwerp, dat werd
Ingeleid door Pater Dr. S. Stokman O.F.M.,
die sprak over de corporatieve gedachte in
het algemeen en haar toepasselijkheid op
de gezondheidszorg, en door arts C. Mol, die
de vraag besprak, hoe de gezondheidszorg
corporatief geordend zou kunnen worden.
Pater Dr. Stokman zette uiteen, dat t stre
ven naar een corporatieve inrichting van de
maatschappij gericht is op het herstel van de
natuurlijke geledingen van de maatschappij:
de bednjfs- en beroepsschappen, met de bedoe
ling daaraan die plaats en dien invloed op de
rechtsvorming toe te kermen, waarop zij in 't
huidige stadium der ontwikkeling aanspraak
mogen maken. De individualistische maatschap
pij- en staatsopvatting van de 18e en 19e
eeuw had geen begrip voor deze natuurlijke
geledingen; zij kende enkel den staat en den
individueelen burger en proclameerde de ge
lijkheid van allen voor de wet. In werkelijkheid
zijn de menschen echter van nature weliswaar
gelijk, maar in functie zijn zij ongelijk.
Het maatschappelijk leven vertoont dan
ook een rijk geschakeerde arbeidsverdeeling,
waarmee echter gepaard gaat een gemeen
schappelijkheid van doel van al degenen,
die aan eenzelfde product of eenzelfden
dienst arbeiden.
Hen allen in één bedrijfs- of beroepsge
meenschap te vereenigen en aan die ge
meenschap of corporatie invloed toe te ken
nen bij de rechtsvorming is de korte in
houd van de corporatieve gedachte. Daar
door wordt de staat ontlast van een menig
te bemoeiingen, die hij noodgedwongen op
zich heeft moeten nemen, terwijl de in
schakeling van de corporatie de noodzake
lijke differentiatie in wetgeving en bestuur
mogelijk maakt.
Spreker kwam dan tot een omschrijving van
de corporatie als de natuurlijke en publiekrech
telijke dwanggemeenschap van al degenen, die
in hoogere of lagere functie betrokken zijn bij
de totstandbrenging van een der afzonderlijke
stoffelijke of onstoffelijke goederen, die de
maatschappij noodig heeft, met 't doel het ge
meenschappelijk welzijn van het betrokken be
drijf of beroep te behartigen. Dit welzijn om
vat zoowel de redelijke voorziening in een be
paalde maatschappelijke behoefte als de recht
matige belangen van alle bedrijfs- en beroeps-
genooten.
De corporatie is een zelfstandig lichaam, geen
verlengstuk van den staat, hoewel zij zelf
onderdeel van een grooter geheel aan het
toezicht en de leiding van den staat onderwor
pen is, die er vor te zorgen heeft, dat de corpo
ratie op het algemeen welzijn gericht blijft.
Zij heeft gezag over alle leden der corporatie
niet om het persoonlijk initiatief zooveel mo
gelijk aan banden te leggen, doch om geregelde
verhoudingen in het leven te roepen en daar
door als het ware de bedding aan te geven,
waarin het persoonlijke initiatief zich vrij kan
ontwikkelen.
Corporatieve organisatie ook van de ge
zondheidszorg is in het huidig stadium der
ontwikkeling een eisch van een principieel
Juiste en een feitelijk doelmatige organisatie
van dezen dienst.
Het corporatief verband dient volle vrijheid
te laten aan het particulier initiatief en aan
de confessioneele instellingen. Op het ter
rein van de gezondheidszorg, die zoo diep in
het individueele leven ingrijpt, zou de be
lemmering van het persoonlijk initiatief en
van de confessioneele instellingen de groot
ste schaden gaan berokkenen aan vele men
schen en zeer waarschijnlijk ook aan het
welzijn van de maatschappij in haar geheel.
Onderlinge wrijvingen en ondoelmatige
werkmethoden moeten echter ook hier wor-
Dr. Siegfried Stokman O.F.M.
(Foto Archief V.K.P.)
den afgesneden. Het corporatief verband
moet daarom door regels van orde en tucht
al degenen binden, die op dit terrein werk
zaam zijn, een en ander onder toezicht van
het staatsgezag.
De heer C. Mol, arts, gaf een schema van bouw
en inhoud van de corporatie voor gezondheids
zorg, welke schema uiteraard moet worden be
zien als een proeve. Daarbij werd ingegaan op
de pogingen, die reeds gedaan werden om tot
een ordening van de gezondheidszorg te komen,
met name het zgn. plan-Eijkel, dat tal van aan-
knoopingspunten biedt.
Aan de hand van een overzicht van den
bestaanden toestand waaruit blijkt, dat
het particulier initiatief de grondpijler is
van dit werk in ons land constateerde
spreker, dat er vier hoofdgroepen van voor
zieningen zijn vast te stellen:
1. geneeskundige zorg in het vrije beroep;
2. geneeskundige zorg in inrichtingen;
3. sociaal-hygiënische voorzieningen;
4. hulpfondsen, die financieel de in 1, 2 en
3 genoemde diensten mogelijk maken.
Deze groepen, elk met een eigen karakter
en functie, meende spreker te moeten be
schouwen als min of meer zelfstandige een
heden (secties), waaruit de corporatie kan
worden opgebouwd; ieder met zooveel Aoge-
lijk souvereiniteit in eigen kring onder op-
perleiding van een centraal college.
Bij bespreking van de verschillende secties be
toogde de inleider, dat horizontale groepeeringen,
zooals bijv. de Ned. Maatschappij tot Bevorde
ring der Geneeskunst, gehandhaafd dienen te
worden, doch aangepast aan de nieuwe omstan
digheden. De verschillende secties zullen ieder
voor zich gebouwd moeten worden op de be
staande instellingen, die hun waarde bewezen
hebben.
Gewezen werd op de belangrijke voordeelen,
die deze ordening biedt, waardoor automatisch
de bezwaren kunnen worden opgeheven, die aan
het tegenwoordige stelsel kleven. Juist omdat dit
stelsel echter zoo voortreffelijke resultaten heeft
opgeleverd, dient de kern niet te worden aan
getast.
Vanzelfsprekend achtte de inleider, dat de
samenleving slechts kan worden hervormd,
indien ook de geesten in dezelfde richting
worden gevormd. Daarom is noodig aan
kweeking van het besef van de maatschap
pelijke verbondenheid, vooral ook bij de
artsen, die in dezen corporatieven opzet een
zeer belangrijke taak zullen hebben.
In de te Amsterdam gehouden 46ste jaarlijk-
sche algemeene vergadering van bovengenoemd
instituut zijn tot lid benoemd de heeren; J. P.
Apers, Den Bosch; F. N. Doombosch Jr., Den
Haag; R. Elzinga, Amsterdam; J. Groothoff,
Amsterdam; J. Koster, Amsterdam; G. H. Smit
Jr., Amsterdam; A. A. J. Smoor, Den Bosch; N.
de Vries, Rotterdam, in het bezit van het ac
countants-diploma van het Nederlandsch Insti
tuut van Accountants, en de heer Z. M. van der
Zant, ec. drs., Eindhoven, in het bezit van het
accountantsdiploma van de Nederlandsche Eco
nomische Hoogeschool te Rotterdam.
Het instituut telt thans 725 leden en 1987
assistenten.
In de vacatures, ontstaan wegens periodieke
aftreding van de heeren O. A. Blazer, Amster
dam, J. P. Damme, Amsterdam, en Kersen J. de
Jong, Den Haag, die niet herkiesbaar waren,
werd voorzien door de benoeming van de heeren
H. de Leede, Wassenaar, H. Munnik, Hilversum,
en R. W. Starreveld, Amsterdam.
Tot voorzitter van den raad van beroep werd
gekozen de heer mr. dr. J. Wijnveldt, advocaat-
generaal bij den Hoogen Raad te 's Gravenhage,
tot accountant-lid van dien raad de heer W. A.
Hamelberg, Amsterdam, en tot accountant-
plaatsvervangend lid de heer C. Th. J. van den
Bergh, Haarlem.
Vandaag is het veertig jaar geleden, dat de
heer Leo J. J. Arts verbonden werd aan de
„Nieuwe Tilburgsche Courant" te Tilburg, aan
vankelijk als adjunct-directeur, later als direc
teur.
Hoewel in verband met de tijdsomstandig
heden dit jubileum niet is gevierd, is er toch
aanleiding, hier te wijzen op het vele baanbre
kende werk, dat de heer Arts in verscheidene
vooraanstaande functies heeft gedaan.
Hij Werd in 1911 gekozen als eerste voorzitter
van den R. K. Provincialen Bond van Boek
drukkerijen in Noord-Brabant.
Bij de fusie met eenzelfde organisatie in het
Noorden des lands werd in 1915 de R. K. Ver
eeniging van Nederlandsche Drukkerspatroons
gesticht, waarbij de heer Arts lid van het
hoofdbestuur werd. Tévens is hij hoofdbestuurs
lid van de Federatie der Werkgeversorganisaties
in het Boekdrukkersbedrijf en lid van den Be-
drijfsraad voor het Boekdrukkers- en Raster
diepdruk bedrijf.
In 1938 werd de huidige jubilaris benoemd
tot voorzitter van de Katholieke Nederlandsche
Dagbladpers als opvolger van mr. F. Teulings
in welke functie hij tevens vice-voorzitter werd
van De Nederlandsche Dagbladpers.
Ook heeft hij sedert eenige maanden zitting
in den Raad van Voorlichting van de Neder
landsche Pers.
koor" schoone Kerstliederen, wat zeer werd ge
waardeerd.
Een welkom gebaar was vervolgens het uit
reiken van welgevulde Kerstpakketten aan alle
verpleegden.
De heer Lem bracht hierbij dan aan allen,
die hadden medegewerkt door giften in geld
of in geschenken, door hun hulp bij het rond-
deelen der versnaperingen en door hun aan
wezigheid, waarbij hij in het bijzonder hulde
bracht aan kolonel Den Houter.
Kolonel Den Houter bracht dank aan de
initiatiefnemers voor deze Kerstfeestviering.
Het verdere deel van het programma verzorg
den het „Haagsch Matrozenkoor", de heer J. C.
Burgersdijk, voorzitter van de Haagsche Ama
teur-Goochelclub. en een Hawaiian-orkestje.
Het A.N.P. meldt;
Rijkscommissaris rijksminister Seyss Inquart
heeft Zaterdagmiddag, vergezeld van oen ge
neraal der vliegers, Fr. Christiansen, den com
mandant der marine, admiraal Hie aast, en
den Sturmbannführer Graf Montz, een bezoek
gebracht aan het Marinelazarett te Heiloo.
In de groote, feestelijk versierde zaal, waar
een portret van den Führer, Duitsche vlaggen,
veel dennegroen en twee kerstboomen een in
tieme sfeer schiepen, waren verpleegden, zus
ters, doktoren en gasten aan lange tafels, waar-
öp brandende kaarsen, gezeten. Voor ieder wa
ren er versnaperingen en geschenken.
De Rijkscommissaris en zijn gezelschap wer
den verwelkomd door den Chefarzt, Ober-
staatsarzt der marine, prof. Mëmmesheimer,
en diens adjudant.
Het strijkorkest van den marine-bevelhebber
zorgde onder leiding van Musikmeister Ziese-
mer voor passende muziek.
De Sanitatsgruppe van het Marinelazarett
gaf zangnummers ten beste en gezamenlijk
zongen allen bekende Kerstliederen.
Prof. Memmesheimer sprak de hooge gasten
toe en braoht in herinnering, dat het ae twee
de Kerstmis is, welke men ver van huis viert.
Hij sprak zijn vreugde uit over de eer welke
het Lazarett ten deel viel door het bezoek van
den Rijkscommissaris en wees met dankbaar
heid op het voorbeeld van den Führer, die ar
beidt voor het heil van het volk en Duitsch-
land uit het donker naar het licht heeft ge
voerd.
Ten slotte wenschte hij allen een gelukkig
Kerstfeest en een goed nieuwjaar.
Vervolgens werden geschénken aangeboden,
welke met groote waardeering werden aanvaard
Om kwart over zes verliet de Rijkscommissa
ris het Lazarett.
De verpleegden onder wie zich vele bed-
legerigen bevonden, die op veldbedden in de
zaal waren gebracht en de gasten namen
daarna deel aan een Kerstmaaltijd, welke werd
opgeluisterd met muziek.
Te 's Gravenhage is Zondagmiddag door de
goede zorgen van een comité voor de Kerstfeest
viering voor gewonde Nederlandsche militairen,
bestaande uit mej. Goenee en de heeren Frans
Lem en B. J. Brinkers, in het kerkgebouw aan
de Muzenstraat een kerstfeestviering georgani
seerd, welke werd bijgewoond door ongeveer
honderdtwintig gewonde Nederlandsche militai
ren, verpleegd in de Haagsche hospitalen.
De zwaargewonden, op draagbaren of bedden
liggende, hadden een eere-plaats gekregen voor
het podium, daarachter vulen een groote menig
te verpleegden met hun familieleden, verplegers,
geneesheeren en genoodigden de zaal. Onder de
laatsten bevonden zich de chef van het militaire
hospitaal aan de Muzenstraat, kolonel Den Hou
ter. met zijn staf. De bijeenkomst werd opge
luisterd door een orkestje.
Als inleiding tot het Kerstfeest las de heer
Frans Lem uit het Evangelie van Lucas bet
verhaal van het Kerstgebeuren, waarna hij een
toepasselijk woord tot de Nederlandsche gewon
den sprak.
Voor de verpleegde Hollandsche jongens hoop
te spreker, dat er in de komende dagen oogen-
blikken zullen zijn, dat zij nog eens even terug
denken aan deze viering en aan het ware Kerst
gebeuren. Als zij een vergelijking maken met
vroegere vieringen, dan zal deze viering een
openbaring, een houvast zijn voor velen. Want
op het Kerstfeest kwam de Verlosser der men
schen vrede brengen aan alle menschen, die van
goeden wille zijn. Hij gaf den armen en kin
deren en hun, die een offer brachten, een eere
plaats. En daarom is het Kerstkind van Bethle
hem dicht bij jullie, die het mooiste gaf. dat
je had, aldus spr. Neemt in deze dagen de echte
Kerstgedachte mee en ziet alleen naar jezelf.
Spr. besloot met enkele versregels van Vondel.
Onder leiding van zijn dirigent, Th. van Elfe
ren, zong vervolgens het „Haagsch Matrozen-
Na de oprichting van de federatie van orga
nisaties in het vischbedrijf is onlangs het offj-
cieele bestuur geïnstalleerd.
Naar het A.N.P. bericht zijn vrijwel alle lan
delijke representatieve organisaties op het ge
bied van den vischimport en -export, van den
vischgroot- en -kleinhandel, en van de visch-
verwerking toegetreden, terwijl de organisaties
der reeders waarschijnlijk spoedig zullen volgen.
Met deze toetreding is in zooverre reeds rekening
gehouden, dat een viertal zetels in het federatie
bestuur voor hen zijn gereserveerd. Op een on
langs gehouden vergadering is dit federatiebe
stuur geïnstalleerd. Het is als volgt samenge
steld: F. R. Ommering, Scheveningen, voorzitter:
Th. J. E. van Ellinkhuizen, 's Gravenhage; A.
Goidbohm, IJmuiden: J. Gouda, IJmuiden; mr
A. de Jong Wzn., Rotterdam; K. Lammers.
Amsterdam; W. Wijnbelt, Woudrichem; H. van
Wingerden, Scheveningen, penningmeester; mr
A. Hoekema, 's Gravenhage, secretaris.
Een nauw contact wordt onderhouden met de
betrokken overheidsinstanties, in het bijzonder
met de Nederlandsche Visscherijcentrale. Het
secretariaat is gevestigd dr. Kuyperstraat. 3 te
's Gravenhage.
Zaterdagavond is in Den Haag op den Sche-
veningscheweg een doodelijk tramongeluk
voorgekomen. Een motorwagen van lijn 10, be
stuurd door den 43-jarigen L. J. H. M., die op
weg was naar de remise, reed om ongeveer
half negen het 26-jarige Poolsche meisje R. H.,
dat in de Repelaerstraat in Den Haag woonde
aan, dat op slag werd gedood. Het stoffelijk
overschot is door den geneeskundigen dienst
naar het ziekenhuis vervoerd.
De rijksveldwacht te Blerick heeft bij een
huiszoeking in de woning van N., aldaar, een
partij militaire goederen, die vermoedelijk van
diefstal afkomstig zijn, gevonden. Een partij
militaire sokken werd in beslag genomen. Als
gevolg van deze aanhouding werd de politie op
het spoor gebracht naar Roermond naar de
woning van S. bij wien eveneens militaire on
dergoederen werden gevonden en in beslag ge
nomen.
In den Velserpolder is des avonds brand uit
gebroken in de landarbeiderswoning van D. aar
den Genieweg.
Toen de brandweer van Santpoort verscheen
lekten de vlammen reeds naar alle kanten uit.
Zij kon niet verhinderen dat ook de aange
bouwde woning van de familie H. een prooi
der vlammen werd.
Van den inboedel kon nagenoeg niets wor
den gered.
Verzekering dekt de schade.
Vermoed wordt, dat een kachel, welke in een
nabijgelegen gebouwtje brandde, de oorzaak is
van den brand.
BERLIJN, 22 Dec. (DNB) Het opperbevel
der weermacht deelt mede:
In den nacht van 20 op 21 December hebben,
naar reeds gemeld, sterke formaties gevechts
vliegers met groot succes Liverpool aangeval
len. Bovendien heeft de luchtmacht voor de
oorlogvoering belangrijke doelen te Londen,
Bristol en Southampton, alsmede een aantal
vliegvelden, met bommen bestookt. Het leggen
van mijnen voor Engelsche havens werd voort
gezet.
Overdag beperkte zich de activiteit in de
lucht tot gewapende verkenning, waarbij we
derom Londen het doel van bombardementen
was. Vèrdragend geschut van het leger en de
marine heeft gisteravond met succes een dicht
onder de Engelsche kust varend vijandelijk con.
vooi en de haven van Dover beschoten.
In den nacht van 21 op 22 December werd
nogmaals Liverpool door sterke formaties
van zware gevechtsvliegtuigen aangevallen.
In het als doel gekozen gebied, vooral in de
havens, konden omvangrijke branden wor
den waargenomen. Gevechtsvliegers van het
Italiaansche vliegerscorps hebben met veel.
succes de havenwerken van Harwich aan
gevallen.
In denzelfden nacht wierp de vijand in
het Duitsche rijksgebied op verscheidene
plaatsen brisant- en brandbommen. In twee
steden in West-Duitschland ontstond ge
ringe schade aan gebouwen. Strategische
doelen werden niet getroffen De verliezen
onder de burgerbevolking bedragen een
doode en elf gewonden. Twee vijandelijke
gevechtsvliegtuigen zijn gisteren door jacht-
vliegers neergehaald. Een eigen vliegtuig
wordt vermist.
Naar nog aanvullend gemeld wordt, zijn den
20en December drie vijandelijke koopvaardij
schepen van in totaal 15.000 ton aan de Engel
sche Oostkust uit de lucht aangevallen. Het
gelukte hiervan twee in convooi varende sche
pen tot zinken te brengen; aangenomen kan
worden, dat ook het derde schip verloren is
gegaan.
In een communiqué van het Engelsche mi
nisterie van Luchtvaart en van het ministerie
voor Binnenlandsche Veiligheid wordt o.a. ge
zegd:
De activiteit van de vijandelijke luchtstrijd
krachten was in den nacht van Zaterdag op
Zondag weder hoofdzakelijk tegen Liverpool
en de oevers van de Mersey gericht. De aanval
is kort na het invallen der duisternis begonnen,
was van aanzienlijken omvang en duurde tot
de vroege ochtenduren. Er zijn daarbij talrijke
branden veroorzaakt en vele gebouwen bescha
digd. In het gebied van Londen zijn bommen
geworpen en schade aangericht Voorts heeft
de Duitsche luchtmacht volgens het commu
niqué op vele andere, ver van elkaar verwijderd
liggende plaatsen in Engeland en Wales bom
men geworpen.
Volgens de berichten van de Amerikaansche
correspondenten te Londen begonnen Zondag
avond kort na het vallen der duisternis nieuwe
zware luchtaanvallen op alle deelen van Enge
land. Vooral Liverpool werd opnieuw hevig ge
bombardeerd. Andere aanvallen werden gemeld
uit een stad in het Noordwesten, uit twee ste
den in het Noorden, uit twee steden in East
Anglia uit een stad in het Oosten en uit een
stad in het Westen van de Midlands. Er werden
berichten ontvangen over ontploffingen in een
ongenoemde Londensche stadswijk, evenals over
verliezen aan menschenlevens en materieele
schade.
In den loop van gisteren werden luchtaan
vallen gedaan op West-Schotland.
De Londensche scheepsradio bevestigt, dat
Liverpool en de oevers van de Mersey met hun
talrijke industrieele installaties en „docks*
Zondagavond opnieuw door het Duitsche lucht-
wapen zijn aangevallen. Er zijn personen om
het leven gekomen en er is schade aangericht.
Ruwe huid. Schrale lippen.
Doos 30 en 60 ct. Bij Apothekers en Drogisten.
ERGENS IN ÏTALIë, 22 Dec. (Stefani)
Het 198ste Italiaansche weermachtsbericht
luidt als volgt:
In het gebied van de Cyrenaica-grens
wederzjjdsche artillerieactie. Een onzer
vloot-eenheden heeft gemotoriseerde afdee-
lingen van den vijand in de nabijheid van
de kust gebombardeerd.
Een torpedojager heeft een vijandelijk torpedo-
vliegtuig neergehaald. Onze vliegerafdeelingen
hebben een hevig bombardement op troepen
concentraties en gemechaniseerde middelen uit
gevoerd. Bovendien hebben zij, hoewel gehinderd
door het slechte weer, den geheelen nacht voort
durend de docks en havenwerken van een voor
uitgeschoven vijandelijke basis gebombardeerd en
daar branden veroorzaakt. De vijand heeft een
onzer vliegtuigbases in Tripolis gebombardeerd.
Aan het Grieksche front is een vijandelijke
aanval afgeslagen, dank zij het optreden van
onze artillerie en door een tegenaanval, die aen
vijand aanzienlijke verliezen toebracht. In den
nacht van 20 op 21 December en gisteren den
geheelen dag hebben talrijke formaties bommen
werpers en „picchiatelli' (duikbommenwerpers)
troepen, wegen, spoorwegen, batterijen en bases,
die voor de operaties in Albanië van belang zijn,
doeltreffend gebombardeerd. Bij verscheidene
luchtgevechten zijn elf vijandelijke vliegtuigen
van het type Gloster brandend neergehaald.
In Oost-Afrika de gebruikelijke activiteit van
artillerie aan de Soedaneesche grens. Een onzer
luchtformaties heeft verscheidene malen vijan
delijke troepen gebombardeerd in een plaatsje
in den Boven-Soedan.
In den nacht van 21 op 22 December hebben
vijandelijke vliegtuigen eenige bommen op de
stad Fiume laten vallen, als gevolg waarvan een
particuliere woning getroffen werd en acht per-
sonen gewond.
UTRECHT. Geslaagd voor het hooger vak
examen B in de gemeente-administratie de heer
G. Pongers te Apeldoorn.
's-GRAVENHAGE. Geslaagd mej. M. H. W.
Quant te Ubbergen en mej. A. E. A. Ressel te
Moerdijk.
Dadelijk ging de moeder van Flip naar het politiebureau.
Alles vertelde ze aan den agent. „Het is een heel vreemd geval,"
stemde de agent toe. „Maar we zullen ons best doen, die kwa
jongens op te sporen."
De jongens waren in het ruim geklommen. Tusschen pakken
en kisten hadden ze een plaatsje gevonden. Nu hadden ze veel
kans niet ontdekt te worden, voordat het schip in zee was en
dan zou hun verder plan ook wel slagen. Rustig waren ze toen
ingeslapen.
43
Arabella was eerst van plan om zich aan te
melden bij het Roode Kruis. Ze liet zich dan ook
inschrijven op de lijsten van de duizenden
Jonge meisjes, die allen om strijd bereid waren
het vaderland van dienst te zijn, doch op den
man af gevraagd, wat ze dan reeds als praktijk
achter den rug hadden, beschaamd moesten
verklaren nog nooit met een zieke in aanraking
te zijn geweest. Zij wandelde eenigszins teleur
gesteld terug. Op de kantoren van Victoria
Street had men haar niet veel hoop gegeven.
Vooral het nuchter-degelijke stelsel der ver
pleging dacht er niet aan om met onervaren
meisjes in zee te gaan en de gewonden over te
leveren aan een leger van jonge vrouwen, die
meer toewijding dan kunde bezaten en wellicht
meer verprutsten dan goedmaakten,
Met droefheid in het hart dacht ze aan de
vele weken, die ze bij „die Cattermoles" had
doorgebracht. Hoeveel nut had ze al dien tijd
niet kunnen trekken uit een degelijken voor-
arbeid in een der hospitalen. Dan had ze nu
niet met leege handen behoeven te staan in een
tijd, dat het land allerwegen om bekwame ver
pleegsters vroeg.
Er ging een week voorbij en die werd door
een andere gevolgd en nog kreeg Arabella geen
nadere bevestiging op het zinnetje waarmede
duizenden meisjes met de hoop in het hart voor
het eerst en voor het laatst in kennis waren ge
komen met het Roode Kruis. U zult binnen kor
ten tijd van ons hooren. Daar kwam nog bij,
dat Sidney sinds twee volle dagen niet had ge
schreven. Kortom, ze was de wanhoop nabij.
Nochtans straalde overal in Oxford Street het
blije leven in de menschen, want het was een
schitterende dag. Arabella liep er met loome
passen doorheen. Ze maakte zich een beetje
verdienstelijk voor haar tante Polly en was op
zoek naar een mooi kant waarmede de blouse
van een deftige klant moest worden gegarneerd.
Ze stak juist de straat over bij de Swan en
Edgar's Corner, toen ze plotseling een heel be
kend paar in het oog kreeg, dat haar van uit
de richting van Piccadilly tegemoet wandelde.
Haar gedachten werden ineens teruggetrokken
naar het leven op „De Schuur", dat langzamer
hand voor haar niet meer beteekende dan een
paar onaangename passages uit een ver verleden.
Een van de twee droeg een onberispelijk
buitenmodel khaki en een monocle, die hem
waarschijnlijk even weinig van dienst was voor
zijn oogen, als de keurige sabel aan zijn linker
zijde.
Het was niemand minder dan Eric Cattermole.
En het meisje naast hem droeg een mantel
pak, dat er onberispelijk uitzag, maar enkele
seizoenen oud was. Haar hoed was netjes, maar
al te zichtbaar door de eigenaresse opgemaakt.
Dit was Arabella's eenige vriendin in dat kamp
van den vijand, het arme familielid, Peggy Dela-
mere.
Maar ze zag er op het oogenblik allesbehalve
„arm" uit. Ze straalde van geluk en liep met
veerkrachtigen tred naast dien eleganten offi
cier. Ze praatte en lachte tegen dien jongeman,
die er niet naar uitzag, alsof hij zich verveelde
naast dat meisje.
„En dat is ten slotte allemaal mijn werk,"
dacht Arabella met een beetje zelfvoldoening,
toen het jonge stel uiterst opgewekt op haar
afkwam. „Eerst heb ik hem afgepoeierd en toen
heb ik haar aan het verstand gebracht dat ze d'r
tanden eens moest laten zien. Toen moest hij er
van zelf inloopen, de uil. Ik wist immers al te
goed, dat ze gemakkelijk spel met hem zou heb
ben. Elk meisje dat een beetje handigheid heeft,
moet kans zien om den jongen van d'r keuze
binnen te halen. En gelukkig als ze nu zijn, zie
maar eens aan. Ik geloof warempel, dat ze me
ongezien voorbij zullen stevenen."
Daarin had ze het toch mis. Want juist toen
ze ongeveer een meter of tien voor haar uit
liepen, liet Peggy toevallig haar bewonderenden
blik een seconde van haar eleganten Eric los en
zoo kwam het, dat die met blijde verrassing op
Arabella terecht kwam. Den blik bedoel ik. Ze
herkende onmiddellijk dien overvloedigen bos
haar, de heerlijke lichtblauwe oogen en het frisch
blozende gezicht van het meisje, dat hen eigen
lijk ongemerkt had willen passeeren.
Maar Peggy liet plotseling haar verloofde of
wat het toen geweest mocht zijn, los.
„Zeg, Eric kijk eens even, wie daar op ons
afkomt? Daar heb je miss Ames!" Zij bleef
staan en drong er op aan, dat ze even een hand
zouden drukken. De elegante en aangebeden Eric
moet zich toch wel een beetje dwaas hebben ge
voeld. Het was in ieder geval voor hem geen erg
aangename situatie. Hij behoefde het zich zelf
niet in het minst te ontveinzen, dat hij ten
zeerste was aangetrokken geweest door dit ver
rukkelijke kind, dat ten slotte een slagersjongen
had geprefereerd. Daar kwam nog bij, dat ook
Eric ernstige pogingen deed om zijn sympathieën
een andere richting uit te koersen en hij! had er
niet de minste behoefte aan om er nog eens
aan herinnerd te worden, dat die sympathieën
eenmaal waren uitgegaan naar iemand anders
dan zijn elegante nichtje, die hij eigenlijk pas
begon te kennen.
„Had je ooit kunnen denken, dat ik jullie zoo
zou ontmoeten?" vroeg Arabella' Ames, terwijl ze
eigenlijk erg mal begon te blozen. Toen vocht ze
zich snel door die verlegenheid heen, door aan
Peggy te vragen, wat haar in eens zoo in Lon
den. had gebracht. -y
„Om te beginnen moet ik een vracht bood
schappen doen voor tante Sybil," zei het meisje
even nederig als steeds. „En dan heb ik ook nog
enkele dingen voor me zelf af te werken. Maar
ik was juist op weg om met Eric te gaan lunchen.
Ga dus maar vlug met ons mee, als je daar
niets op tegen hebt?"
„Ja, dat moet je werkelijk doen," zei Eric
uiterst galant in antwoord op een blik uit de
oogen van het meisje, dat hij vroeger zoo vree-
selijk gewoontjes, zoo bleek en miezerig, had ge
vonden, doch waarvoor hij thans méér aandacht
had dan voor welk meisje ook. Erie Cattermole
was serieus geworden, fluisterde men in de krin
gen, waar hij vroeger zijn lichten spot en
eeuwigen glimlach had geïntroduceerd. Zoo
serieus inderdaad dat hij gehoorzam inwilligde
het verzoek, dat die lieve oogen van Peggy De-
lamere hem zoo even hadden gedaan.
Arabella was juist van plan om te zeggen, dat
ze er niet aan dacht om hun genoegen te ver
gallen en dat ze er nooit iets voor had gevoeld
om als ongewenschte derde te fungeeren. Maar
ze bedacht zich. Laat die jongeman nu niet
precies doen met Peggy wat hij zelf verkiest,
redeneerde ze ineens erg wijs. Hij zal haar
des te meer leeren waardeeren, indien hij tot
de ontdekking komt dat hij haar niet altijd
heelemaal voor zich alléén kan opeischen,
wanneer hem dit maar goeddunkt, Daarom zei
ze erg opgewekt:
„Of ik met jullie wil lunchen, is dat effen een
buitenkansje! Ik zal heusch niet terugkrabbelen,
indien ik uitgenoodigd wordt om buitenshuis te
eten."
Ze namen haar mee naar de Pall Mali. Het
werd inderdaad een kleine feestmaaltijd. Want
Eric's kregelige gevoel om het verstoorde tête
tête verdween spoedig onder den invloed van
miss Ames' prikkelende goede stemming en haar
buitengewone vriendelijkheid voor Peggy. Hij
vond haar opnieuw een verrassend aardig en
aantrekkelijk kind en zou inderdaad geneigd zijn
geweest in zijn oude bewondering te hervallen,
indien hij door zijn ernstige voornemens met
Peggy niet volkomen Arabella-proof was gewor
den. Want ondanks zijn tamelijk zorgeloos ver
leden behoorde Eric niet tot dat verachtelijke
soort jongelui, die tegelijkertijd verliefd kunnen
zijn op verschillende meisjes.
Het gesprek verliep op uiterst vlotte wijze en
„De Schuur" scheen voor geen van drieën ooit
bestaan te hebben. Niemand scheen iets af te
weten van Arabella's minder eervollen terug
tocht, van mr. Ames' laatsten kogel in den vorm
van een allerabominabelsten brief aan mrs. Cat
termole, of iets wat ook maar in de verste verte
iets had uit te staan met het mislukte experi
ment. Het drietal scheen elkander sinds lang te
kennen. In ieder geval had hun tegenwoordige
vriendschap niets meer met „De Schuur" uit te
staan.
Toen kwam Peggy, ineens met het groote
nieuws voor den dag, wat eigenlijk wel de voor
naamste reden van haar bezoek aan Londen was
geweest en waarin eigenlijk die „dingen voor
haar zelf" bestonden. Ze ging studeeren voor
ziekenverpleegster. Ten slotte bleek dit nog het
beste te zijn voor een meisje, als ze toch geen
kans kreeg om naar het front te worden gezon
den. Want er waren al heele vrachten gewon
den met de Roode Kruisbooten naar de Lon
densche hospitalen gebracht. Peggy zou opgeno
men worden, in St. Hester's.
(Wordt vf olgd)