Corporatieve ordening van de maatschappij en de gezondheidszorg Liverpool en andere steden bestookt Vloot bombardeert kust van N.-Afrika SAMBO DE OLIFANT Arabella door bertha ruck BUROL. verzacht en geneest Ruwe handen MAANDAG 23 DECEMBER 1940 Schema met vier hoofd- groepen Kerstfeest voor verpleegden de verschrikkelijke Inleiding pater dr. Stok man O.F.M. Een schema Ned. Instituut van Accountants LEO J. J. ARTS Duitsch weermachtsbericht Rijkscommissaris bezocht het Marine-Lazarett te Heiloo In de Haagsche hospitalen NAAR EENHEID IN HET VISCHBEDRIJF Meisje door tram overreden en gedood Militaire goederen in beslag genomen Twee woonhuizen afgebrand Britse he bomaanvallen op W est-Duitschland Communiqué uit Londen Luchtaanvallen Zondag avond voortgezet Ital. weermachtsbericht Examen gemeente-administratie Examen geschiedenis M. O. Zaterdag hield de R. K. Artsenvereeniging te Utrecht haar jaarvergadering onder voorzit terschap van den heer J. A. J. Barnhoorn. Van het huishoudelijk gedeelte van de vergadering, welke door zeer vele leden bezocht werd, ver melden wij, dat aan het aftredend lid van het hoofdbestuur, Dr. L. Veeger, het eere-Iidmaat- schap der vereeniging werd aangeboden in ver band met de groote verdiensten van den heer Veeger als bestuurslid vanaf de oprichting en als ondervoorzitter, in welke functie hij een zeer groot aandeel had in de actie van de R. K. Artsenvereeniging. Na behandeling van de huishoudelijke aangelegenheden, werd overgegaan tot het algemeene gedeelte van de vergadering, dat gewijd was aan het actueele vraagstuk van de corporatieve ordening van de maat schappij en de gezondheidszorg, welk vraag stuk in den kring van de katholieke artsen in sterke mate de belangstelling heeft. Ve le gasten, onder wie wij opmerkten den voorzitter van den Gezondheidsraad. Dr. Kersbergen, den geneeskundig hoofdinspec teur van de volksgezondheid, Dr. Banning, Prof. Baart de la Faille en Prof. Remijnse, gaven door hun aanwezigheid blijk van hun belangstelling voor dit onderwerp, dat werd Ingeleid door Pater Dr. S. Stokman O.F.M., die sprak over de corporatieve gedachte in het algemeen en haar toepasselijkheid op de gezondheidszorg, en door arts C. Mol, die de vraag besprak, hoe de gezondheidszorg corporatief geordend zou kunnen worden. Pater Dr. Stokman zette uiteen, dat t stre ven naar een corporatieve inrichting van de maatschappij gericht is op het herstel van de natuurlijke geledingen van de maatschappij: de bednjfs- en beroepsschappen, met de bedoe ling daaraan die plaats en dien invloed op de rechtsvorming toe te kermen, waarop zij in 't huidige stadium der ontwikkeling aanspraak mogen maken. De individualistische maatschap pij- en staatsopvatting van de 18e en 19e eeuw had geen begrip voor deze natuurlijke geledingen; zij kende enkel den staat en den individueelen burger en proclameerde de ge lijkheid van allen voor de wet. In werkelijkheid zijn de menschen echter van nature weliswaar gelijk, maar in functie zijn zij ongelijk. Het maatschappelijk leven vertoont dan ook een rijk geschakeerde arbeidsverdeeling, waarmee echter gepaard gaat een gemeen schappelijkheid van doel van al degenen, die aan eenzelfde product of eenzelfden dienst arbeiden. Hen allen in één bedrijfs- of beroepsge meenschap te vereenigen en aan die ge meenschap of corporatie invloed toe te ken nen bij de rechtsvorming is de korte in houd van de corporatieve gedachte. Daar door wordt de staat ontlast van een menig te bemoeiingen, die hij noodgedwongen op zich heeft moeten nemen, terwijl de in schakeling van de corporatie de noodzake lijke differentiatie in wetgeving en bestuur mogelijk maakt. Spreker kwam dan tot een omschrijving van de corporatie als de natuurlijke en publiekrech telijke dwanggemeenschap van al degenen, die in hoogere of lagere functie betrokken zijn bij de totstandbrenging van een der afzonderlijke stoffelijke of onstoffelijke goederen, die de maatschappij noodig heeft, met 't doel het ge meenschappelijk welzijn van het betrokken be drijf of beroep te behartigen. Dit welzijn om vat zoowel de redelijke voorziening in een be paalde maatschappelijke behoefte als de recht matige belangen van alle bedrijfs- en beroeps- genooten. De corporatie is een zelfstandig lichaam, geen verlengstuk van den staat, hoewel zij zelf onderdeel van een grooter geheel aan het toezicht en de leiding van den staat onderwor pen is, die er vor te zorgen heeft, dat de corpo ratie op het algemeen welzijn gericht blijft. Zij heeft gezag over alle leden der corporatie niet om het persoonlijk initiatief zooveel mo gelijk aan banden te leggen, doch om geregelde verhoudingen in het leven te roepen en daar door als het ware de bedding aan te geven, waarin het persoonlijke initiatief zich vrij kan ontwikkelen. Corporatieve organisatie ook van de ge zondheidszorg is in het huidig stadium der ontwikkeling een eisch van een principieel Juiste en een feitelijk doelmatige organisatie van dezen dienst. Het corporatief verband dient volle vrijheid te laten aan het particulier initiatief en aan de confessioneele instellingen. Op het ter rein van de gezondheidszorg, die zoo diep in het individueele leven ingrijpt, zou de be lemmering van het persoonlijk initiatief en van de confessioneele instellingen de groot ste schaden gaan berokkenen aan vele men schen en zeer waarschijnlijk ook aan het welzijn van de maatschappij in haar geheel. Onderlinge wrijvingen en ondoelmatige werkmethoden moeten echter ook hier wor- Dr. Siegfried Stokman O.F.M. (Foto Archief V.K.P.) den afgesneden. Het corporatief verband moet daarom door regels van orde en tucht al degenen binden, die op dit terrein werk zaam zijn, een en ander onder toezicht van het staatsgezag. De heer C. Mol, arts, gaf een schema van bouw en inhoud van de corporatie voor gezondheids zorg, welke schema uiteraard moet worden be zien als een proeve. Daarbij werd ingegaan op de pogingen, die reeds gedaan werden om tot een ordening van de gezondheidszorg te komen, met name het zgn. plan-Eijkel, dat tal van aan- knoopingspunten biedt. Aan de hand van een overzicht van den bestaanden toestand waaruit blijkt, dat het particulier initiatief de grondpijler is van dit werk in ons land constateerde spreker, dat er vier hoofdgroepen van voor zieningen zijn vast te stellen: 1. geneeskundige zorg in het vrije beroep; 2. geneeskundige zorg in inrichtingen; 3. sociaal-hygiënische voorzieningen; 4. hulpfondsen, die financieel de in 1, 2 en 3 genoemde diensten mogelijk maken. Deze groepen, elk met een eigen karakter en functie, meende spreker te moeten be schouwen als min of meer zelfstandige een heden (secties), waaruit de corporatie kan worden opgebouwd; ieder met zooveel Aoge- lijk souvereiniteit in eigen kring onder op- perleiding van een centraal college. Bij bespreking van de verschillende secties be toogde de inleider, dat horizontale groepeeringen, zooals bijv. de Ned. Maatschappij tot Bevorde ring der Geneeskunst, gehandhaafd dienen te worden, doch aangepast aan de nieuwe omstan digheden. De verschillende secties zullen ieder voor zich gebouwd moeten worden op de be staande instellingen, die hun waarde bewezen hebben. Gewezen werd op de belangrijke voordeelen, die deze ordening biedt, waardoor automatisch de bezwaren kunnen worden opgeheven, die aan het tegenwoordige stelsel kleven. Juist omdat dit stelsel echter zoo voortreffelijke resultaten heeft opgeleverd, dient de kern niet te worden aan getast. Vanzelfsprekend achtte de inleider, dat de samenleving slechts kan worden hervormd, indien ook de geesten in dezelfde richting worden gevormd. Daarom is noodig aan kweeking van het besef van de maatschap pelijke verbondenheid, vooral ook bij de artsen, die in dezen corporatieven opzet een zeer belangrijke taak zullen hebben. In de te Amsterdam gehouden 46ste jaarlijk- sche algemeene vergadering van bovengenoemd instituut zijn tot lid benoemd de heeren; J. P. Apers, Den Bosch; F. N. Doombosch Jr., Den Haag; R. Elzinga, Amsterdam; J. Groothoff, Amsterdam; J. Koster, Amsterdam; G. H. Smit Jr., Amsterdam; A. A. J. Smoor, Den Bosch; N. de Vries, Rotterdam, in het bezit van het ac countants-diploma van het Nederlandsch Insti tuut van Accountants, en de heer Z. M. van der Zant, ec. drs., Eindhoven, in het bezit van het accountantsdiploma van de Nederlandsche Eco nomische Hoogeschool te Rotterdam. Het instituut telt thans 725 leden en 1987 assistenten. In de vacatures, ontstaan wegens periodieke aftreding van de heeren O. A. Blazer, Amster dam, J. P. Damme, Amsterdam, en Kersen J. de Jong, Den Haag, die niet herkiesbaar waren, werd voorzien door de benoeming van de heeren H. de Leede, Wassenaar, H. Munnik, Hilversum, en R. W. Starreveld, Amsterdam. Tot voorzitter van den raad van beroep werd gekozen de heer mr. dr. J. Wijnveldt, advocaat- generaal bij den Hoogen Raad te 's Gravenhage, tot accountant-lid van dien raad de heer W. A. Hamelberg, Amsterdam, en tot accountant- plaatsvervangend lid de heer C. Th. J. van den Bergh, Haarlem. Vandaag is het veertig jaar geleden, dat de heer Leo J. J. Arts verbonden werd aan de „Nieuwe Tilburgsche Courant" te Tilburg, aan vankelijk als adjunct-directeur, later als direc teur. Hoewel in verband met de tijdsomstandig heden dit jubileum niet is gevierd, is er toch aanleiding, hier te wijzen op het vele baanbre kende werk, dat de heer Arts in verscheidene vooraanstaande functies heeft gedaan. Hij Werd in 1911 gekozen als eerste voorzitter van den R. K. Provincialen Bond van Boek drukkerijen in Noord-Brabant. Bij de fusie met eenzelfde organisatie in het Noorden des lands werd in 1915 de R. K. Ver eeniging van Nederlandsche Drukkerspatroons gesticht, waarbij de heer Arts lid van het hoofdbestuur werd. Tévens is hij hoofdbestuurs lid van de Federatie der Werkgeversorganisaties in het Boekdrukkersbedrijf en lid van den Be- drijfsraad voor het Boekdrukkers- en Raster diepdruk bedrijf. In 1938 werd de huidige jubilaris benoemd tot voorzitter van de Katholieke Nederlandsche Dagbladpers als opvolger van mr. F. Teulings in welke functie hij tevens vice-voorzitter werd van De Nederlandsche Dagbladpers. Ook heeft hij sedert eenige maanden zitting in den Raad van Voorlichting van de Neder landsche Pers. koor" schoone Kerstliederen, wat zeer werd ge waardeerd. Een welkom gebaar was vervolgens het uit reiken van welgevulde Kerstpakketten aan alle verpleegden. De heer Lem bracht hierbij dan aan allen, die hadden medegewerkt door giften in geld of in geschenken, door hun hulp bij het rond- deelen der versnaperingen en door hun aan wezigheid, waarbij hij in het bijzonder hulde bracht aan kolonel Den Houter. Kolonel Den Houter bracht dank aan de initiatiefnemers voor deze Kerstfeestviering. Het verdere deel van het programma verzorg den het „Haagsch Matrozenkoor", de heer J. C. Burgersdijk, voorzitter van de Haagsche Ama teur-Goochelclub. en een Hawaiian-orkestje. Het A.N.P. meldt; Rijkscommissaris rijksminister Seyss Inquart heeft Zaterdagmiddag, vergezeld van oen ge neraal der vliegers, Fr. Christiansen, den com mandant der marine, admiraal Hie aast, en den Sturmbannführer Graf Montz, een bezoek gebracht aan het Marinelazarett te Heiloo. In de groote, feestelijk versierde zaal, waar een portret van den Führer, Duitsche vlaggen, veel dennegroen en twee kerstboomen een in tieme sfeer schiepen, waren verpleegden, zus ters, doktoren en gasten aan lange tafels, waar- öp brandende kaarsen, gezeten. Voor ieder wa ren er versnaperingen en geschenken. De Rijkscommissaris en zijn gezelschap wer den verwelkomd door den Chefarzt, Ober- staatsarzt der marine, prof. Mëmmesheimer, en diens adjudant. Het strijkorkest van den marine-bevelhebber zorgde onder leiding van Musikmeister Ziese- mer voor passende muziek. De Sanitatsgruppe van het Marinelazarett gaf zangnummers ten beste en gezamenlijk zongen allen bekende Kerstliederen. Prof. Memmesheimer sprak de hooge gasten toe en braoht in herinnering, dat het ae twee de Kerstmis is, welke men ver van huis viert. Hij sprak zijn vreugde uit over de eer welke het Lazarett ten deel viel door het bezoek van den Rijkscommissaris en wees met dankbaar heid op het voorbeeld van den Führer, die ar beidt voor het heil van het volk en Duitsch- land uit het donker naar het licht heeft ge voerd. Ten slotte wenschte hij allen een gelukkig Kerstfeest en een goed nieuwjaar. Vervolgens werden geschénken aangeboden, welke met groote waardeering werden aanvaard Om kwart over zes verliet de Rijkscommissa ris het Lazarett. De verpleegden onder wie zich vele bed- legerigen bevonden, die op veldbedden in de zaal waren gebracht en de gasten namen daarna deel aan een Kerstmaaltijd, welke werd opgeluisterd met muziek. Te 's Gravenhage is Zondagmiddag door de goede zorgen van een comité voor de Kerstfeest viering voor gewonde Nederlandsche militairen, bestaande uit mej. Goenee en de heeren Frans Lem en B. J. Brinkers, in het kerkgebouw aan de Muzenstraat een kerstfeestviering georgani seerd, welke werd bijgewoond door ongeveer honderdtwintig gewonde Nederlandsche militai ren, verpleegd in de Haagsche hospitalen. De zwaargewonden, op draagbaren of bedden liggende, hadden een eere-plaats gekregen voor het podium, daarachter vulen een groote menig te verpleegden met hun familieleden, verplegers, geneesheeren en genoodigden de zaal. Onder de laatsten bevonden zich de chef van het militaire hospitaal aan de Muzenstraat, kolonel Den Hou ter. met zijn staf. De bijeenkomst werd opge luisterd door een orkestje. Als inleiding tot het Kerstfeest las de heer Frans Lem uit het Evangelie van Lucas bet verhaal van het Kerstgebeuren, waarna hij een toepasselijk woord tot de Nederlandsche gewon den sprak. Voor de verpleegde Hollandsche jongens hoop te spreker, dat er in de komende dagen oogen- blikken zullen zijn, dat zij nog eens even terug denken aan deze viering en aan het ware Kerst gebeuren. Als zij een vergelijking maken met vroegere vieringen, dan zal deze viering een openbaring, een houvast zijn voor velen. Want op het Kerstfeest kwam de Verlosser der men schen vrede brengen aan alle menschen, die van goeden wille zijn. Hij gaf den armen en kin deren en hun, die een offer brachten, een eere plaats. En daarom is het Kerstkind van Bethle hem dicht bij jullie, die het mooiste gaf. dat je had, aldus spr. Neemt in deze dagen de echte Kerstgedachte mee en ziet alleen naar jezelf. Spr. besloot met enkele versregels van Vondel. Onder leiding van zijn dirigent, Th. van Elfe ren, zong vervolgens het „Haagsch Matrozen- Na de oprichting van de federatie van orga nisaties in het vischbedrijf is onlangs het offj- cieele bestuur geïnstalleerd. Naar het A.N.P. bericht zijn vrijwel alle lan delijke representatieve organisaties op het ge bied van den vischimport en -export, van den vischgroot- en -kleinhandel, en van de visch- verwerking toegetreden, terwijl de organisaties der reeders waarschijnlijk spoedig zullen volgen. Met deze toetreding is in zooverre reeds rekening gehouden, dat een viertal zetels in het federatie bestuur voor hen zijn gereserveerd. Op een on langs gehouden vergadering is dit federatiebe stuur geïnstalleerd. Het is als volgt samenge steld: F. R. Ommering, Scheveningen, voorzitter: Th. J. E. van Ellinkhuizen, 's Gravenhage; A. Goidbohm, IJmuiden: J. Gouda, IJmuiden; mr A. de Jong Wzn., Rotterdam; K. Lammers. Amsterdam; W. Wijnbelt, Woudrichem; H. van Wingerden, Scheveningen, penningmeester; mr A. Hoekema, 's Gravenhage, secretaris. Een nauw contact wordt onderhouden met de betrokken overheidsinstanties, in het bijzonder met de Nederlandsche Visscherijcentrale. Het secretariaat is gevestigd dr. Kuyperstraat. 3 te 's Gravenhage. Zaterdagavond is in Den Haag op den Sche- veningscheweg een doodelijk tramongeluk voorgekomen. Een motorwagen van lijn 10, be stuurd door den 43-jarigen L. J. H. M., die op weg was naar de remise, reed om ongeveer half negen het 26-jarige Poolsche meisje R. H., dat in de Repelaerstraat in Den Haag woonde aan, dat op slag werd gedood. Het stoffelijk overschot is door den geneeskundigen dienst naar het ziekenhuis vervoerd. De rijksveldwacht te Blerick heeft bij een huiszoeking in de woning van N., aldaar, een partij militaire goederen, die vermoedelijk van diefstal afkomstig zijn, gevonden. Een partij militaire sokken werd in beslag genomen. Als gevolg van deze aanhouding werd de politie op het spoor gebracht naar Roermond naar de woning van S. bij wien eveneens militaire on dergoederen werden gevonden en in beslag ge nomen. In den Velserpolder is des avonds brand uit gebroken in de landarbeiderswoning van D. aar den Genieweg. Toen de brandweer van Santpoort verscheen lekten de vlammen reeds naar alle kanten uit. Zij kon niet verhinderen dat ook de aange bouwde woning van de familie H. een prooi der vlammen werd. Van den inboedel kon nagenoeg niets wor den gered. Verzekering dekt de schade. Vermoed wordt, dat een kachel, welke in een nabijgelegen gebouwtje brandde, de oorzaak is van den brand. BERLIJN, 22 Dec. (DNB) Het opperbevel der weermacht deelt mede: In den nacht van 20 op 21 December hebben, naar reeds gemeld, sterke formaties gevechts vliegers met groot succes Liverpool aangeval len. Bovendien heeft de luchtmacht voor de oorlogvoering belangrijke doelen te Londen, Bristol en Southampton, alsmede een aantal vliegvelden, met bommen bestookt. Het leggen van mijnen voor Engelsche havens werd voort gezet. Overdag beperkte zich de activiteit in de lucht tot gewapende verkenning, waarbij we derom Londen het doel van bombardementen was. Vèrdragend geschut van het leger en de marine heeft gisteravond met succes een dicht onder de Engelsche kust varend vijandelijk con. vooi en de haven van Dover beschoten. In den nacht van 21 op 22 December werd nogmaals Liverpool door sterke formaties van zware gevechtsvliegtuigen aangevallen. In het als doel gekozen gebied, vooral in de havens, konden omvangrijke branden wor den waargenomen. Gevechtsvliegers van het Italiaansche vliegerscorps hebben met veel. succes de havenwerken van Harwich aan gevallen. In denzelfden nacht wierp de vijand in het Duitsche rijksgebied op verscheidene plaatsen brisant- en brandbommen. In twee steden in West-Duitschland ontstond ge ringe schade aan gebouwen. Strategische doelen werden niet getroffen De verliezen onder de burgerbevolking bedragen een doode en elf gewonden. Twee vijandelijke gevechtsvliegtuigen zijn gisteren door jacht- vliegers neergehaald. Een eigen vliegtuig wordt vermist. Naar nog aanvullend gemeld wordt, zijn den 20en December drie vijandelijke koopvaardij schepen van in totaal 15.000 ton aan de Engel sche Oostkust uit de lucht aangevallen. Het gelukte hiervan twee in convooi varende sche pen tot zinken te brengen; aangenomen kan worden, dat ook het derde schip verloren is gegaan. In een communiqué van het Engelsche mi nisterie van Luchtvaart en van het ministerie voor Binnenlandsche Veiligheid wordt o.a. ge zegd: De activiteit van de vijandelijke luchtstrijd krachten was in den nacht van Zaterdag op Zondag weder hoofdzakelijk tegen Liverpool en de oevers van de Mersey gericht. De aanval is kort na het invallen der duisternis begonnen, was van aanzienlijken omvang en duurde tot de vroege ochtenduren. Er zijn daarbij talrijke branden veroorzaakt en vele gebouwen bescha digd. In het gebied van Londen zijn bommen geworpen en schade aangericht Voorts heeft de Duitsche luchtmacht volgens het commu niqué op vele andere, ver van elkaar verwijderd liggende plaatsen in Engeland en Wales bom men geworpen. Volgens de berichten van de Amerikaansche correspondenten te Londen begonnen Zondag avond kort na het vallen der duisternis nieuwe zware luchtaanvallen op alle deelen van Enge land. Vooral Liverpool werd opnieuw hevig ge bombardeerd. Andere aanvallen werden gemeld uit een stad in het Noordwesten, uit twee ste den in het Noorden, uit twee steden in East Anglia uit een stad in het Oosten en uit een stad in het Westen van de Midlands. Er werden berichten ontvangen over ontploffingen in een ongenoemde Londensche stadswijk, evenals over verliezen aan menschenlevens en materieele schade. In den loop van gisteren werden luchtaan vallen gedaan op West-Schotland. De Londensche scheepsradio bevestigt, dat Liverpool en de oevers van de Mersey met hun talrijke industrieele installaties en „docks* Zondagavond opnieuw door het Duitsche lucht- wapen zijn aangevallen. Er zijn personen om het leven gekomen en er is schade aangericht. Ruwe huid. Schrale lippen. Doos 30 en 60 ct. Bij Apothekers en Drogisten. ERGENS IN ÏTALIë, 22 Dec. (Stefani) Het 198ste Italiaansche weermachtsbericht luidt als volgt: In het gebied van de Cyrenaica-grens wederzjjdsche artillerieactie. Een onzer vloot-eenheden heeft gemotoriseerde afdee- lingen van den vijand in de nabijheid van de kust gebombardeerd. Een torpedojager heeft een vijandelijk torpedo- vliegtuig neergehaald. Onze vliegerafdeelingen hebben een hevig bombardement op troepen concentraties en gemechaniseerde middelen uit gevoerd. Bovendien hebben zij, hoewel gehinderd door het slechte weer, den geheelen nacht voort durend de docks en havenwerken van een voor uitgeschoven vijandelijke basis gebombardeerd en daar branden veroorzaakt. De vijand heeft een onzer vliegtuigbases in Tripolis gebombardeerd. Aan het Grieksche front is een vijandelijke aanval afgeslagen, dank zij het optreden van onze artillerie en door een tegenaanval, die aen vijand aanzienlijke verliezen toebracht. In den nacht van 20 op 21 December en gisteren den geheelen dag hebben talrijke formaties bommen werpers en „picchiatelli' (duikbommenwerpers) troepen, wegen, spoorwegen, batterijen en bases, die voor de operaties in Albanië van belang zijn, doeltreffend gebombardeerd. Bij verscheidene luchtgevechten zijn elf vijandelijke vliegtuigen van het type Gloster brandend neergehaald. In Oost-Afrika de gebruikelijke activiteit van artillerie aan de Soedaneesche grens. Een onzer luchtformaties heeft verscheidene malen vijan delijke troepen gebombardeerd in een plaatsje in den Boven-Soedan. In den nacht van 21 op 22 December hebben vijandelijke vliegtuigen eenige bommen op de stad Fiume laten vallen, als gevolg waarvan een particuliere woning getroffen werd en acht per- sonen gewond. UTRECHT. Geslaagd voor het hooger vak examen B in de gemeente-administratie de heer G. Pongers te Apeldoorn. 's-GRAVENHAGE. Geslaagd mej. M. H. W. Quant te Ubbergen en mej. A. E. A. Ressel te Moerdijk. Dadelijk ging de moeder van Flip naar het politiebureau. Alles vertelde ze aan den agent. „Het is een heel vreemd geval," stemde de agent toe. „Maar we zullen ons best doen, die kwa jongens op te sporen." De jongens waren in het ruim geklommen. Tusschen pakken en kisten hadden ze een plaatsje gevonden. Nu hadden ze veel kans niet ontdekt te worden, voordat het schip in zee was en dan zou hun verder plan ook wel slagen. Rustig waren ze toen ingeslapen. 43 Arabella was eerst van plan om zich aan te melden bij het Roode Kruis. Ze liet zich dan ook inschrijven op de lijsten van de duizenden Jonge meisjes, die allen om strijd bereid waren het vaderland van dienst te zijn, doch op den man af gevraagd, wat ze dan reeds als praktijk achter den rug hadden, beschaamd moesten verklaren nog nooit met een zieke in aanraking te zijn geweest. Zij wandelde eenigszins teleur gesteld terug. Op de kantoren van Victoria Street had men haar niet veel hoop gegeven. Vooral het nuchter-degelijke stelsel der ver pleging dacht er niet aan om met onervaren meisjes in zee te gaan en de gewonden over te leveren aan een leger van jonge vrouwen, die meer toewijding dan kunde bezaten en wellicht meer verprutsten dan goedmaakten, Met droefheid in het hart dacht ze aan de vele weken, die ze bij „die Cattermoles" had doorgebracht. Hoeveel nut had ze al dien tijd niet kunnen trekken uit een degelijken voor- arbeid in een der hospitalen. Dan had ze nu niet met leege handen behoeven te staan in een tijd, dat het land allerwegen om bekwame ver pleegsters vroeg. Er ging een week voorbij en die werd door een andere gevolgd en nog kreeg Arabella geen nadere bevestiging op het zinnetje waarmede duizenden meisjes met de hoop in het hart voor het eerst en voor het laatst in kennis waren ge komen met het Roode Kruis. U zult binnen kor ten tijd van ons hooren. Daar kwam nog bij, dat Sidney sinds twee volle dagen niet had ge schreven. Kortom, ze was de wanhoop nabij. Nochtans straalde overal in Oxford Street het blije leven in de menschen, want het was een schitterende dag. Arabella liep er met loome passen doorheen. Ze maakte zich een beetje verdienstelijk voor haar tante Polly en was op zoek naar een mooi kant waarmede de blouse van een deftige klant moest worden gegarneerd. Ze stak juist de straat over bij de Swan en Edgar's Corner, toen ze plotseling een heel be kend paar in het oog kreeg, dat haar van uit de richting van Piccadilly tegemoet wandelde. Haar gedachten werden ineens teruggetrokken naar het leven op „De Schuur", dat langzamer hand voor haar niet meer beteekende dan een paar onaangename passages uit een ver verleden. Een van de twee droeg een onberispelijk buitenmodel khaki en een monocle, die hem waarschijnlijk even weinig van dienst was voor zijn oogen, als de keurige sabel aan zijn linker zijde. Het was niemand minder dan Eric Cattermole. En het meisje naast hem droeg een mantel pak, dat er onberispelijk uitzag, maar enkele seizoenen oud was. Haar hoed was netjes, maar al te zichtbaar door de eigenaresse opgemaakt. Dit was Arabella's eenige vriendin in dat kamp van den vijand, het arme familielid, Peggy Dela- mere. Maar ze zag er op het oogenblik allesbehalve „arm" uit. Ze straalde van geluk en liep met veerkrachtigen tred naast dien eleganten offi cier. Ze praatte en lachte tegen dien jongeman, die er niet naar uitzag, alsof hij zich verveelde naast dat meisje. „En dat is ten slotte allemaal mijn werk," dacht Arabella met een beetje zelfvoldoening, toen het jonge stel uiterst opgewekt op haar afkwam. „Eerst heb ik hem afgepoeierd en toen heb ik haar aan het verstand gebracht dat ze d'r tanden eens moest laten zien. Toen moest hij er van zelf inloopen, de uil. Ik wist immers al te goed, dat ze gemakkelijk spel met hem zou heb ben. Elk meisje dat een beetje handigheid heeft, moet kans zien om den jongen van d'r keuze binnen te halen. En gelukkig als ze nu zijn, zie maar eens aan. Ik geloof warempel, dat ze me ongezien voorbij zullen stevenen." Daarin had ze het toch mis. Want juist toen ze ongeveer een meter of tien voor haar uit liepen, liet Peggy toevallig haar bewonderenden blik een seconde van haar eleganten Eric los en zoo kwam het, dat die met blijde verrassing op Arabella terecht kwam. Den blik bedoel ik. Ze herkende onmiddellijk dien overvloedigen bos haar, de heerlijke lichtblauwe oogen en het frisch blozende gezicht van het meisje, dat hen eigen lijk ongemerkt had willen passeeren. Maar Peggy liet plotseling haar verloofde of wat het toen geweest mocht zijn, los. „Zeg, Eric kijk eens even, wie daar op ons afkomt? Daar heb je miss Ames!" Zij bleef staan en drong er op aan, dat ze even een hand zouden drukken. De elegante en aangebeden Eric moet zich toch wel een beetje dwaas hebben ge voeld. Het was in ieder geval voor hem geen erg aangename situatie. Hij behoefde het zich zelf niet in het minst te ontveinzen, dat hij ten zeerste was aangetrokken geweest door dit ver rukkelijke kind, dat ten slotte een slagersjongen had geprefereerd. Daar kwam nog bij, dat ook Eric ernstige pogingen deed om zijn sympathieën een andere richting uit te koersen en hij! had er niet de minste behoefte aan om er nog eens aan herinnerd te worden, dat die sympathieën eenmaal waren uitgegaan naar iemand anders dan zijn elegante nichtje, die hij eigenlijk pas begon te kennen. „Had je ooit kunnen denken, dat ik jullie zoo zou ontmoeten?" vroeg Arabella' Ames, terwijl ze eigenlijk erg mal begon te blozen. Toen vocht ze zich snel door die verlegenheid heen, door aan Peggy te vragen, wat haar in eens zoo in Lon den. had gebracht. -y „Om te beginnen moet ik een vracht bood schappen doen voor tante Sybil," zei het meisje even nederig als steeds. „En dan heb ik ook nog enkele dingen voor me zelf af te werken. Maar ik was juist op weg om met Eric te gaan lunchen. Ga dus maar vlug met ons mee, als je daar niets op tegen hebt?" „Ja, dat moet je werkelijk doen," zei Eric uiterst galant in antwoord op een blik uit de oogen van het meisje, dat hij vroeger zoo vree- selijk gewoontjes, zoo bleek en miezerig, had ge vonden, doch waarvoor hij thans méér aandacht had dan voor welk meisje ook. Erie Cattermole was serieus geworden, fluisterde men in de krin gen, waar hij vroeger zijn lichten spot en eeuwigen glimlach had geïntroduceerd. Zoo serieus inderdaad dat hij gehoorzam inwilligde het verzoek, dat die lieve oogen van Peggy De- lamere hem zoo even hadden gedaan. Arabella was juist van plan om te zeggen, dat ze er niet aan dacht om hun genoegen te ver gallen en dat ze er nooit iets voor had gevoeld om als ongewenschte derde te fungeeren. Maar ze bedacht zich. Laat die jongeman nu niet precies doen met Peggy wat hij zelf verkiest, redeneerde ze ineens erg wijs. Hij zal haar des te meer leeren waardeeren, indien hij tot de ontdekking komt dat hij haar niet altijd heelemaal voor zich alléén kan opeischen, wanneer hem dit maar goeddunkt, Daarom zei ze erg opgewekt: „Of ik met jullie wil lunchen, is dat effen een buitenkansje! Ik zal heusch niet terugkrabbelen, indien ik uitgenoodigd wordt om buitenshuis te eten." Ze namen haar mee naar de Pall Mali. Het werd inderdaad een kleine feestmaaltijd. Want Eric's kregelige gevoel om het verstoorde tête tête verdween spoedig onder den invloed van miss Ames' prikkelende goede stemming en haar buitengewone vriendelijkheid voor Peggy. Hij vond haar opnieuw een verrassend aardig en aantrekkelijk kind en zou inderdaad geneigd zijn geweest in zijn oude bewondering te hervallen, indien hij door zijn ernstige voornemens met Peggy niet volkomen Arabella-proof was gewor den. Want ondanks zijn tamelijk zorgeloos ver leden behoorde Eric niet tot dat verachtelijke soort jongelui, die tegelijkertijd verliefd kunnen zijn op verschillende meisjes. Het gesprek verliep op uiterst vlotte wijze en „De Schuur" scheen voor geen van drieën ooit bestaan te hebben. Niemand scheen iets af te weten van Arabella's minder eervollen terug tocht, van mr. Ames' laatsten kogel in den vorm van een allerabominabelsten brief aan mrs. Cat termole, of iets wat ook maar in de verste verte iets had uit te staan met het mislukte experi ment. Het drietal scheen elkander sinds lang te kennen. In ieder geval had hun tegenwoordige vriendschap niets meer met „De Schuur" uit te staan. Toen kwam Peggy, ineens met het groote nieuws voor den dag, wat eigenlijk wel de voor naamste reden van haar bezoek aan Londen was geweest en waarin eigenlijk die „dingen voor haar zelf" bestonden. Ze ging studeeren voor ziekenverpleegster. Ten slotte bleek dit nog het beste te zijn voor een meisje, als ze toch geen kans kreeg om naar het front te worden gezon den. Want er waren al heele vrachten gewon den met de Roode Kruisbooten naar de Lon densche hospitalen gebracht. Peggy zou opgeno men worden, in St. Hester's. (Wordt vf olgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 6