Nieuwjaarsrede van pater J. Dito
Het noodgeld 1940
1
w;
woestijn
I
WOENSDAG 1 JANUARI 1941
„Jubelt voor het aanschijn
van God"
Begrafenis Peter Kallenbach
PERSONEELE BELASTING
Geblokkeerde-markenbelasting-
besluit 1940
Dronken cafébezoeker maakte
doodelijken val
Veel belangstelling uit kringen
van zangkoren
Record van den raad
van Dongen
Gratificatie aan het secretarie-
personeel en de veldwachters
Ordening van de Gezond
heidszorg
Reorganisatie in Noord-Brabant
Van 11 Mei tot 17 Mei werd voor
2x/i millioen in circulatie
gebracht
ONDERHOUD AFSLUITDIJK
ZUIDERZEE
Geschenk van oud-
gemobil iseerden
AANLEG EN ONDERHOUD
VAN WEGEN
In duisternis te water geraakt
en verdronken
Statistische gegevens over 1939
-We.
door ALBERT M. TREYNOR
Teraardebestelling luitenant-
generaal De Ridder
Boerderij afgebrand te Meyel
Doodelijke aanrijding te Helvoirt
Meisje verdronken
„Uitsmijter" gestraft
Wilde chauffeur wraak
nemen r
Wegens vrijheidsberooving tot
gevangenisstraf veroordeeld
Rond een wethoudersbenoeming
te Hoogeveen
Diefstal van aardappelen
UIT DE STAATSCOURANT
Burgemeester
P.T.T.
Hedennacht om 12 uur heeft de voorzatter
Van den K.R.O., pater J. Dito OF., voor de
microfoon de volgende nieuwjaarsrede uitge-
Bproken:
Jubilate Deo, jubelt voor het Aanschijn van
God, is een vermaning en een opwekking, luis
teraars, welke ons wel heel bijzonder treft op
het moment, nu wij wederom, zooals reeds zoo
vele malen, staan aan het begin van een nieuw
jaar, van een tijdperk dat wij aanduiden als
«toekomst".
Jubelt voor het Aanschijn van God, jubelt als
optimisten die weten dat leven, en have, en
goed in Gods hand zijn; jubelt als Christenen
die hebt geleerd het goede vertrouwen in de
goedertierenheid ook in minder zonnige dagen
te bewaren; jubelt als Katholieken, die door
drongen zijt van de wel zeer tijdelijke beteeke-
his van veel wat ons aangenaam of onaange
naam wil toeschijnen.
En in dien jubel sluiten wij al onze gevoelens,
welke ons het afgeloopen jaar hebben ver
heugd of bedroefd. Die jubel is ons mogelijk
omdat wij aan het einde van het jaar de ba
lans-hebben opgemaakt: wij hebben een credit
saldo ontdekt waar wij verlies dachten te vin
den. Ondanks alles wat ons is overkomen, con-
stateeren wij grooten dank jegens God, ons aller
Vader, om Zijn bescherming, om het behoud
dat Hü ons heeft willen schenken.
Als vanzelf gaan onze gedachten dan terug
haar die vijf dagen in de zonnige maand Mei,
toen bij heerlijk zomerweer een orkaan in ons
goede vaderland heeft gewoed. Daar zijn offers
gebracht in die dagen. Offers die met één slag
®Ün gevallen, en waarvan de herinnering na-
schrijnt. Het verlies van een Vader, een Moe
der, een Kind. Het verlies van have en goed,
Waarvoor lange jaren was gewerkt. Ook zijn ér
offers die nog voortduren, offers van gezond
heid, van lijfelijke gaafheid, van angst.
Wij zouden echter geen goede Katholieken
zijn, wanneer er gedachten in ons leefden en
gevoed werden, welke niet gestempeld zijn met
het louterend merk, dat wij door godsvertrouwen
wisten te ontdekken. Het leed dat achter ons
ligt, hebben wij geleden. Daarmede hebben wij
afgerekend. Wij hebben het misschien niet
Vergeten, en soms zal de herinnering ons pijn
doen. Maar onze fierheid als Katholieken heeft
ons niet willen toestaan achter ons te blijven
zien. Vol geloovig godsvertrouwen zien wij voor
uit naar de toekomst, die Gode bekend is. Die
gedachte zal ons voldoende zijn. En daarom la
ten wij op dit moment niet de treurnis over-
heerschen, maar den jubel; daarom zien wij
kans, diegenen onder ons, die groot leed te dra
gen hebben gekregen, te troosten, daarom zien wij
kans door onze tranen heen te lachen en in goed
vertrouwen de toekomst af te wachten, niet als
lamgeslagen machteloozen, of met de onvrucht
baarheid van mat fatalisme: neen, onze jubel
is een acte van geloof, van hoop en van liefde
tegelijk. En zoo deze houding van ons edel
moedigheid mocht vragen, dan zal zich God niet
laten overtreffen in edelmoedigheid, want een
offer is niet te vergelijken met zaad, dat alle
kiemkracht heeft verloren. Het offer is daar
entegen de dauw, die het gestrooide dorre zaad
bevochtigt en week maakt.
En wat voor cms ieder persoonlijk werd ge-
®egd, luisteraars, geldt ook voor onzen K.R.O.,
die zijn activiteit in steeds stijgende lijn heeft
kunnen ontplooien gedurende meer dan vijftien
Veelbewogen jaren.
De wereld van vóór tien Mei is niet meer de
Wereld Waarin wij thans leven. Groote verande
ringen brengen groote consequenties mee, voor
Mensch en voor instellingen. De KR.O. zal de
laatste zijn om den groei van' dat nieuwe, In-
zoo verre het niet de Katholieke principes in hun
breede uiting en beleving smoort of bekort, te
trachten tegen te houden. Vanaf den eersten
dag van zijn bestaan tot op den dag van he
den, heeft de K.R.O. integendeel opengestaan
voor alles wat frisch en nieuw en jong was.
Wij hangen niet aan oude vormen of oude ge
woonten.
Daarom, het zij hier herhaald, zoodat het
voor u allen, luisteraars, duidelijk is: wij zijn
geen dienaars van dien vorm, wij loopen de
traditie niet na om de traditie zelve. De vitali
teit van onzen, in vergelijking met andere
uitingen van Katholiek cultuurleven, nóg jon
gen omroep, belet ons niet alleen niet om ons
aan te passen aan gewenschte of onvermijde
lijke vormveranderingen; zij garandeert ons
veeleer den levensduur van het riet, dat buigt
voor den storm, dat kan worden afgesneden,
ttaar dat niet breken zal.
Dit is dus onze houding, luisteraars. Zoo gaan
Wij het nieuwe jaar, 1941, in, ongeschokt, on
gebroken, trappelend van ongeduld om mede te
bouwen aan de nieuwe orde die weldra komen
gaat. Uw steun het zal U ook bij vormveran
deringen duidelijk worden gemaakt in welken
Vorm uw steun onontbeerlijk zal zijn Uw
®teun moet ons in staat blijven stellen, dat de
Bieuwe orde gebouwd wordt niet zónder ons,
Blaar mèt ons, de spreekbuis van Katholiek
Nederland.
Nog weinige oogenblikken is het nieuwe jaar
oud. Wat het ons brengen zal, weet God al
leen, die een goed Vader is, aan wien wij onze
CAUVEREN
Schrijfmachines
Copiëerj-inrichting,
Utrechtschestraat 36 Amsterdam
P. F.
Pater J. Dito O.P.
(Foto Archief V.K.P.)
zorgen én vreugden gaarne toevertrouwen. La
ten wij in dit Star trachten te zijn: kinderen
van het licht, overtuigde optimisten, betere
vaders, betere moftders, betere kinderen, kortom:
betere Katholieken. Laten wjj alle zelfgenoeg
zaamheid varen: Gtod kent ons tot in het diep
ste van ons hart, fret heeft dus geen zin.
Beter is het: op onze borst te kloppen voor
wat wij verkeerd deokm, of niet volmaakt ge
noeg. En de zegen van God zal over U dalen
tot troost en sterking.
Dit zijn dan de wenöchen die U gedurende
dit jaar 1941 mogen vergezellen.
Luisteraars, van ganseïjer harte en welge
meend: een Zalig Nieuwjaar, een Voorspoedig
Nieuwjaar met den vrede voor allen.
In de Kathedrale Basiliek van Sint Jan te
's Hertogenbosch is de plechtige uitvaartdienst
gehouden voor wijlen den heer Peter Kallen-
bach, in leven organist van de Kathedrale Ba
siliek en koorleider van ongemeene verdienste.
De plechtigheid werd mede bijgewoond door de
putaties van Bosch Mannenkoor, Eindhownsch
Mannenkoor en Bosch Gemengd Koor, den bur
gemeester mr. F. J. van Lanschot en de wet
houders Hengst en Van Soestbergen.
Plebaan Mgr Brekelmans, geassisteerd dA'or
den rector-cantus der basiliek, kapelaan Knes
tel als diaken en kapelaan Van Haaren als sub
diaken, celebreerde de Mis. In het Hoogkoor
had nog plaatsgenomen Mgr. Hendrikx, vicaris-
generaal van het Bossche Bisdom, terwijl hon
derden Bosschenaren mede de laatste eer brach
ten door het bijwonen der plechtigheid.
Het met tal van leden van andere koren
versterkt parochieel zangkoor voerde op ont
roerende wijze een Mis van Perosi uit, onder
leiding van den heer Gijs Bouman, terwijl Al-
phons Mosmans het orgel bespeelde. Het koor
had onder het orgel plaats genomen, daar de
ruimte rondom het orgel niet was berekend op
een zangersschaar van ongeveer honderd man.
Om elf uur was de uitvaart ten einde en trok
de rouwstoet naar de R. K. Begraafplaats te
Orthen. Bij degenen die in den stoet meegin
gen was nog een deputatie van het parochiaal
zangkoor, van het H. Sacramentskoor en van
de stedelijke muziekschool. Het met rouw om
floerste vaandel werd voorop gedragen. Terwijl
de lijkstoet door de Hinthamerstraat trok, speel
de de stadsbeiaardier Toon van Balkom op den
St. Jansbeiaard den treurmarsch uit de Eroica
van Beethoven en de marche funèbre van Cho
pin. Tal van bloemstukken dekten de lijkbaar.
Bij aankomst op het kerkhof werd het stof
felijk overschot in de rouwkapel opgebaard,
waar kapelaan Knegtel de liturgische plechtig
heden verrichtte. Het zangkoor voerde het Ecce
quomodo van Handel uit. Bij de begrafenis
merkten wij nog op mej. Kip, namens de Neder-
landsche Organistenvereeniging.
De burgemeester, eere-voorzitter van het
's Hertogenbosch Mannenkoor, sprak aan de
greeve een afscheidswoord, waarin hij duidelijk
in het licht stelde welk een groote plaats de
thans ontslapene in het muziekleven van 's Her
togenbosch en ook daarbuiten heeft ingenomen,
en daarnaast ook wees op diens voorbeeldigen
levenswandel als mensch en christen. Ook na
mens Bosch Mannenkoor en Eindhovensch Man
nenkoor werd nog gesproken.
De raad der gemeente Dongen behandelde
in zijn vergadering van Maandagavond de be
grootingen van het G. E. B., het armbestuur,
het gasbedrijf, het woningbedrijf en der ge
meente voor 1941. Besloten werd, het aantal
opcenten op de gemeentefondsbelasting te be
palen op 75 en die op de personeele belasting
terug te brengen van 180 op 150. Een post on
voorziene uitgaven van ruim f 13.000, bij een
totaal aan uitgaven en inkomsten van ruim
f 340.000, werd als een behoorlijke reserve voor
eventueele tegenvallers op de begrooting ge
bracht. Na aas minuten waren alle begrootin
gen behandeld en vastgesteld. Voor de buiten
gewoon vele extra-diensten werd aan het secre-
tariepersoneel, aan de veldwachters en den
hoofdambtenaar van Openbare Werken een gra
tificatie van f 75 verleend voor iederen ambte
naar.
In het zoo juist verschenen nummer van
het maandblad „Katholieke Gezondheidszorg",
orgaan van het Wit-Gele Kruis, wordt een uit
eenzetting gegeven van de reorganisatie van
het werk van de gezondheidszorg in Noord
brabant, welke op 1 Januari ingaat. Deze
reorganisatie moet gezien worden als de
voltooiing van een groei-proces, dat reeds
lang geleden begon en dat steeds gericht
was pp de vorming van een volledigen provin
cialen gezondheidsdienst. Voortgebouwd wordt
op het werk van de drie groote particuliere or
ganisaties, die de gezondheidszorg grootend eels
omvatten, t. w. de provinciale kruisvereenigin-
gen (Wit-Gele Kruis en Grene Kruis) en de
provinciale vereeniging tot besrijding der tuber
culose. welke laatste onlangs gereorganiseerd
werd, teneinde de kruisvereenigingen in haar
bestuur een meer leidende plaats te geven.
Onder leiding van een provincialen raad van
gezondheidszorg, samengesteld uit vertegenwoor
digers van de volksgezondheid, zal thans ook
in de uitvoering van het werk eenheid worden
gebracht. Evenals plaatselijk het ideaal van de
werkeenheid bereikbaar wordt, doordat de no'y-
valente w-kverpleegster de schakel is geworden
tusschen alle zorgen en diensten voor het gezin,
zoo zal in de toekomst ook de districts-zuster de
verschillende diensten samen gaan uitoefenen,
waartoe de provincie wordt verdeeld in een aan
tal districten, gelijk aan het aantal districcs-
zusters. Door een nauw contact te leggen tus-
de medische leiders van de diensten (bil?,
tuberculosebestrijding, kinderhygiëne, geslachts-
ziektebestrijding) en de districts-zuster is de
eenheid van de uitvoering van het werk ge
waarborgd.
Van de andere artikelen noemen wij nog een
bijdrage betreffende de financiering van het
Wit-Gele Kruiswerk, waamit blifken kan, dat
in 1939 door de plaatselijke afdeelingen in 5
van de 10 provinciale bonden ruim een mil-
lioen gulden voor de volksgezondheid werd uit
gegeven, van wellie kapitale som meer dan een
half millioen door leden-contributies werd
bijeen gebracht.
Het tijdschrift Economisch-Statistische Be
richten schrijf tf
In de oorlogsdagen was hier en daar in Ne
derland een groote geldschaarschte, doordat er
juist op Zaterdag loonen moesten worden be
taald, terwijl de gemeenten opdracht hadden
gekregen hun kassen bij de legerautoriteiten in
te leveren wanneer de troepen terugtrokken.
Op 11 Mei kregen de gemeenten bericht, dat
zij gerechtigd waren noodgeld uit te geven. Dit
artikel behandelt voornamelijk het gemeente
lijk en provinciaal noodgeld, niet het staats-
noodgeld (züverbons en Reichskredit-kassen-
scheine) en het particuliere noodgeld (van
fabrieken of groepen fabrikanten zooals in
Helmond). Op 17 Mei werd de toestemming om
noodgeld te vervaardigen ingetrokken en op 19
Juni werd verzocht, vóór 8 Juli alle noodgeld
uit de circulatie te nemen. Daar men niet
wist hoe lang de noodtoestand zou duren, had
men voor meer dan vijf millioen gulden aan
geld aangemaakt, doch slechts 2V2 millioen in
circulatie gebracht. Dit komt vooral door de
invoering van de Kassenscheine en de verhoog
de uitgifte van zilverbons.
De helft van het bedrag aan uitgegeven nood
geld bestond uit guldenbiljetten. Daarna kwa
men de coupons van f 2.50, f 0.25, f 0.50 en f 10.
Doch ook biljetten van f 15, f 20 en f 25 werden
uitgegeven en zelfs door de provincie Groningen
biljetten van f 100.
Noodgeld werd uitgegeven door de gemeenten
die zeer spoedig door het bezettingsleger van de
rest van het land werden geïsoleerd (Groningen,
Friesland, Zuid-Limburg, greru streek) óf in het
brandpunt van den strijd kwamen te liggen
(Noord-Brabant, streek der groote rivieren, Rot
terdam, Den Helder), dan wel een stroom van
geëvacueerden moesten huisvesten (Harderwijk.
Noordhollandsche gemeenten). In totaal werd
door de provincie Groningen voor meer dan één
millioen gulden aan noodgeld uitgegeven, door
Friesland een half millioen en in 85 gemeenten
in total f 900.000, waarvan in Rotterdam en in
Den Helder f 130.000 en in Harderwijk f 100.000.
Andere gemeenten gaven zeer weinig uit zooals
Elsio f 97.50 en Giesen f 6.40.
Sommige gemeenten gaven noodgeld uit voor
alle doeleinden, anderen alleen om er levens
middelen voor te koopen of huren mee te be
talen. In Rotterdam werd gedrukt noodgeld
uitgegeven op den rechter-Maasoever en ge
schreven biljetten op den linker-Maasoever en
wel voor f 67.000 door Maatschappelijk Hulp
betoon en voor f 9000 door een commissaris'van
politie op een geïscleerden politiepost.
De rijkswaterstaat heeft aanbesteed het on
derhoud gedurende 1941 van:
la. Den Afsluitdijk van de Zuiderzee tus
schen Wieringen en de Friesche kust nabij Zu
rich met bijbehoorend hoofd, aansluitende ter
reinen, havens en havendammen te Kornwer-
óerzand, Breezand en Den Oever, en van de
aanwezige rijksgebouwen met bijkomende wer
den; lb. De Kunstwerken in den Afsluitdijk te
Dvn Oever en Kornwerderzand met bijkomende
we,ken; 2. Het op den afsluitdijk gelegen ge
deelte van rijksweg no. 9.
Laagste inschrijver was J. Dikkerboom, Den
Oever,, in massa, voor 225.563.
Uit dankbaarheid voor den behouden terug
keer uit den oorlog hebben de oud-gemobiliseer-
den van Kronenberg (L.) aan het Maria-altaar
der parochiekerk aldaar een fraai altaarkuis
geschonken. Hfet kuis werd vervaardigd in de
edelsmederij Bram te Utrecht en vermeldt aan de
rechterzijde de Kamen der oud-gemobiliseerde
F.chenkers.
De rijkswaterstaat heeft Dinsdag aanbesteed:
Het aanleggen van de aardebaan van een ge
deelte van den weg no. 12 ('s-Gravenhage—
UtrechtDe Klomp (-Arnhem), tusschen den
Krommen Rijn en de afzanderij van de N.V.
Nederlandsche Spoorwegen, te Maarn, en het
maken van een viertal kunstwerken van gewa
pend beton in den weg no. 12, onder de ge
meenten Zeist, Driebergen en Doom, met bij
komende werken.
Laagste inschrijvers waren W. J. Boltje en
A. F. Krikke te Heerenveen voor 723.000.
De rijkswaterstaat heeft voorts aanbesteed:
Het onderhouden van een gedeelte van den weg
no. 12 van het Rijkswegenplan 1938 ('s-Graven
hageUtrechtDe Klomp (Arnhem) geduren
de het jaar 1941.
Laagste inschrijver was J. Warnaar en Co.,
Den Haag, voor 95.600.
Dinsdagmorgen troffen voorbijgangers aan
den kant van het Gein te Baambrugge een hee-
renrfjwiel aan, dat half in het water Jag. Ter-
Het Centraal Bureau vcor de Statistiek heeft
wederom 'n aantal gegevens gepubliceerd betref
fende de personeele belasting. Hieraan is het
volgende ontleend.
Sinds 1931 komt de zuivere opbrengst van de
hoofdsom dezer belastingen aan de gemeenten
ten goede, met dien verstande,- dat van 1935 af
80 pet. van de hoofdsom naar de grondslagen
huurwaarde, meubilair en dienstboden niet meer
rechtstreeks' wordt uitgekeerd, docSi in 't Werk-
loosheidssubsidiefonds wordt gestart, waaruit
naar bepaalde normen wederom uitkeeringen aan
de gemeenten worden gedaan.
Slechts enkele gemeenten hebben sindsdien
wijzigingen in de classificatie aangebracht Voor
het jaar 1939 werd geen belasting geheven naar
den grondslag paarden in 41 gemeenten, naar
den grondslag pleiziervaartuigen in 24 en naar
den grondslag biljarten in 83 gemeenten.
Van de bevoegdheid, de belastbare huurwaarde
en de waarde van net meubilair voor koffiehui
zen enz. lager vast te stellen, wordt een vrij
groot gebruik gemaakt (in 1939 in 455 van de
1054 gemeenten).
Het aantal gemeenten, dat voor de grondsla
gen tarieven heeft vastgesteld, welke afwijken
van die in de wet zün bepaald, is gestegen van
274 over 1931 tot 534 over 1939.
Het aantal perceelen, belast naar den eersten
grondslag, is onafgebroken gestegen van 1.490.32"
27 Nadruk: verboden
Hij zuchtte, bijna verlicht. Het had nu geen
zin om zijn vermoeide lichaam op te zwepen
en zijn afgetobd brein te kwellen door 'n andere
schuilplaats te bedenken. Hij was hier veilig en
voorloopig had hij alleen nog maar behoefte
aan rust. De herinnering aan de meharists,
aan Littlejohn Guennell, aan dien armen El-
Mas, alles vervaagde. Hij kroop dichter naar zfiu
snorkenden buurman toe en viel kalm in slaap.
HOOFDSTUK XV
Darwin merkte niets van wat er dien nacht
Voorviel in het nauwe, stille straatje in de
huurt van de poort van Indergoul. Hij hoorde
het geroep van den priester niet vanuit de
dichtst bijzijnde minaret. Hij merkte niet, dat 't
duister werd en dat kleine, walmende lichtjese
berden aangestoken. Hij hoorde het gepraat en
het gelach van de menschen niet, die door de
straten slenterden of rustig op de stoepen voor
hun huizen zaten. Hij merkte niet, dat tegen
Middernacht een troepje soldaten bleef stil
staan en ruwe grappen maakte over zijn toe
stand, voordat ze hun speurtocht voortzetten.
Hij'ontwaakte in de koude uren, voordat de
zon opging, omdat hij rillerig was en omdat hij
op "n schei-pen steen lag. Het was een onaange
naam oogenblik. Hij wierp den smerigen, muf
ruikenden mantel af, die over zijn gezicht lag. Hij
huiverde en hij keek verdwaasd in het rond.
Moeilijk krabbelde hij overeind. Hij voelde zich
stijf en onbehaaglijk. Toen hij was gaan slapen,
waren er menschen om hem heen en was het
dag. Nu was 't donker en de straat was verla
ten. Hij keek naar den helderen sterrenhemel
en uit den stand der sterren maakte hij op, dat
het nog wel twee uur zou duren, voordat het
licht werd.
Na een poosje voelde hij zich wat beter. Hij
had lang geslapen, net als die kerel naast hem,
die zich den heelen nacht niet bewogen had. De
ezels waren er ook nog. Ze stonden nu niet meer
te dommelen met knikkende koppen, maar wa
ren in de goot liggen, achter de beide man-
',nen.
Plotseling herinnerde Darwin zich, dat hij ge
wond was. Voor den eersten keer tastte hij met
voorzichtige vingers naar zijn wond. Het was
precies, zooals hij gedacht had. Het was maar
een schampschot geweest. Alleen was het ver-
sprefde bloed nu opgedroogd en zijn gezicht en
voorhoofd voelden aan, alsof hij een strak mas
ker dnpeg.
Eén wam de ezels droeg een half gevulde wa
terkruik! Hij waschte zorgvuldig zijn haren en
zijn gezicht. Toen nam hij het hoofddeksel en
den marstdUjVan den dronkaard en kleedde zich
als een fellahin uit de bergen. Hij liet een goud
stuk achter als betaling en wilde vertrekken.
Maar hij veranderde van gedachten en ging
weer op de straatsteenen liggen.
Want ei» kwam iemand aan uit de richting
van de wachttorens. De man was een soort gen
darme, dat kon Darwin zien aan het uniform,
dat hij droeg. Hij had een bundel papieren on
der zijn arm en in de andere hand hield hij een
pot en een kwast.
Toen hij het café bereikt had, bleef de man
onder de luifel staan. Er brandde daar een zwak
lichtje in een ijzeren, getraliede lamp. Hij rolde
een papier af en plakte het op de deurpost
naast het licht. Hij streek er nog eens goed met
zijn kwast overheen, nadat hij het papier aange
plakt had. Toen ging hü verder zonder om te
kyken.
Zoo gauw als de man verdwenen was, stond
Darwin op. Hü had er geen idee van, waar hü
nu heen moest gaan, of wat hü moest doen. On
verschillig slenterde hü naar de deur om te
zien, wat de gendarme had aangeplakt.
Het plakkaat was nog vochtig van de druk
inkt, het was een officieel manifest, Het was in
twee talen gedrukt, het bovenste gedeelte in het
Fransch, het» onderste in de lingua Franca, de
taal die door de geheele Sahara wordt verstaan.
Darwin las:
DAUD IBN DAREYN.
Voortvluchtige misdadiger
Aam alle inwoners van Indergoul 1
over 1931 tot 1.773.826 over 1939. De belastbare
huurwaarde dezer perceelen is gestegen var
483 millioen over 1931 tot f 516 millioen over
1934, waarop in hoofdzaak als gevolg van de
liuurverlagingen deze waarde is gedaald tot
f 478 millioen over 1937.
Hierop is weer een stijging gevolgd tot f 491
millioen over 1939. De gemiddelde belastbare
huurwaarde per perceel is voortdurend gedaald
van f 325 over 1932 tot f 277 over 1939.
Alle grondslagen te zamen brachten in elk
der jaren 1931 tot en met 1934 ruim f 38 mill,
op, waarop een daling is gevolgd tot f 30 mill,
over 1935. Deze daling is in hoofdzaak veroor
zaakt, doordat sindsdien voor de grondslagen
huurwaarde, meubilair en dienstboden geen af
wijkingen van de wettelüke tarieven meer mo
gen gelden. O^er 1939 beliep de opbrengst
f 28 millioen.
Van alle grondslagen is de opbrengst in hoofd
som van den grondslag huurwaarde van het
giootste, en van den grondslag paarden van het
kleinste belang (resp. 71 en 0.2 pet.).
Zoowel de hierboven genoemde daling van de
opbrengst in hoofdsom als de ongunstige tijds
omstandigheden maakten het voor een groot
aantal gemeenten noodzakelijk, het aantal op
centen op deze belasting niet onbelangrük te
verhoogen, in verband waarmede de opbrengst
dezer opcenten is gestegen van f 26 millioen over
1931 tot f 45 millioen ovex 1939.
Voor verdere büzonderheden zü verwezen naar
mededeeling no. 15 van de afdeeling statistiek
der overheidsfinanciën van bovengenoemd
bureau.
Deze man wordt gezocht voor een misdaad,
waarop de doodstraf staat.
Zü, die een schuilplaats aanbieden aan Daud
ibn Dareyn, of zij die dezen man helpen op
welke manier dan ook, zün strafbaar volgens de
wet.
Teneinde het Gouvernement bü te staan in
het opsporen van dezen roodharigen bandiet, is
het aan alle mannelijke ingezetenen van Inder-
stad met een zoo gemende bevolking, waar ve-
goul ten strengste verboden, op straat of op
publieke plaatsen het hoofd bedekt te houden,
zoolang deze order van kracht zal zün.
LOUVAN.
Administrateur.
Darwin schrok, toen hü de laatste paragraaf
las. Het was een strenge maatregel, waarvan
men heel wat tegenstand kon verwachten in een
stad met een zoo gemengde bevolking, waar ve
len het dragen van een tulband als een gods
dienstige noodzakelijkheid beschouwden.
Maar het Gouvernement had ongetwü'fed de
macht, dergelüke strengen bevelen af te kon
digen. Darwin rilde. Hij had daar zijn doodvon
nis gelezen. Want een eenzame roodharige had
geen schün van kans in een stad, waar de man
nen met ontbloot hoofd rondliepen.
Nog eens las hü de proclamatie door, toen de
deur van de fonduk plotseling geopend werd en
stond waarschuwde men de politie, die de plaats
afdregde, echter zonder resultaat. Ondertus-
schen had de familie van den schipper H. Woud,
woonachtig onder Vinkeveen, aangifte gedaan,
dat hij 's avonds te voren niet thuis was geko
men. Het rijwiel, dat men bij het Gein gevon
den heeft, werd als het zijne herkend.
Dinsdagmiddag is het lijk opgehaald. Woud
was gehuwd en vader van een kind.
Dinsdagmorgen in de duisternis is de 17-ja-
rige T. Verhoeven te Hoog Blokland met zün
rijwiel in de Wetering geraakt en verdronken.
Zijn lük heeft men later opgehaald en naar de
ouderlüke woning overgebracht.
De secretaris-generaal van het departement
van Financiën maakt bekend, dat beschikkin
gen over onder artikel 2 van het geblokkeerde-
markenbelastingbesluit 1940 vallende beleggin
gen en vorderSigen uitsluitend voor de vol
gende doeleinden vrij van belasting kunnen
geschieden.
a. Betaling van kosten, welke rechtstreeks
verband houden met het beheer van beleggin
gen en vorderingen als bovenbedoeld of met
den verkoop of verkrijging van zoodanige be
leggingen of vorderingen (provisies en andere
kosten, onderhoudskosten van onroerende goe
deren, hypheekrenten, grondbelasting en der
gelijke).
b. Betaling van door ingezetenen verschul
digde belastingen naar inkomen en vermogen
c. Reis- en verblijfkosten van ingezetenen.
d. Ten laste van ingezetenen komende kos
ten van levensonderhoud, verpleging, stridiie-
gelden, ondersteuningen en dergelijke van in
Duitschland vertoevende personen, zoomede
geschenken.
In de bovenbedoelde gevallen wordt vrfjstel-
ling verleend van de verplichting tot aangifte.
Het Nederlandich CJlearinginstituut heeft
een algemeene ontheffing verleend van de ver
plichting tot storting m de clearing ter zake
van betalingen als bovenbedoeld.
In alle andere gevallen blijft storting in de
clearing verplicht. Slechts in die gevallen,
waarin het Nederiar.dsch clearinginstituut ont
heffing .van deze verplichting verleent, is het
gebruik van beleggingen en vorderingen, als
bovenbedoeld, voor andere dan de genoemde
doeleinden toegestaan. De belasting bhjft in
deze gevallen verschuldigd, tenzij hiervan door
of namens den secretaris-generaal voornoemd
in elk bijzonder geval ontheffing is verleend.
Te 's Gravenhage is op de begraafplaats Oud
Eik en Duinen ter aarde besteld het stoffelük
ove: schot van den gepensionneerden luitenant-
generaal P. H. A. de Ridder, oud-inspecteur van
de luchtbescherming.
Van hun belangstelling gaven o.m. blijk de
gepensionneerde of op non-activiteit gestelde
luitenants-generaal J. Borel, M. Belzer, H. J. C.
Terbeek en F. J. Quanjer. de oud-opperbevel
hebber van land- en zeemacht generaal J. H.
Reijnders, vice-admiraal A. Vos, de secretaris
generaal van het departement van Binnenland-
sche Zaken, K. J. Frederiks, de raadadviseur bij
dat departement mr. H. W. J. Mulder, de rijks
inspecteur voor de luchtbescherming de heer A.
van Batenburg met vele leden van zijn staf, prof.
dr. M. J. Langeveld, de generaals-majoor H.
Wijnaendts, J. C. Wagner, W. G. van Hoogen-
huyzen en F. J. Backer, oud-commandant van
de Haagsche Burgerwacht, de kolonels Preü, H.
H. Theden van Velzen en M. J. E. Bos, de luite
nants-kolonel G. Fabius, J. H. de Man en J. J.
Rutge.s. de oud-commandant van de rijksveld-
wacht O. C. Croiset van Uchelen en de oud-
reserve-kapitein der grenadiers ir. P. H. Goet-
hart namens het bestuur van de Vereeniging
van officieren van het voormalige regiment gre
nadiers.
In de aula en aan de groeve werd niet gespro
ken. Een zoon dankte voor de belangstelling.
Een zware brand heeft de boerderü van P.
Vestjens, gelegen aan den Nederwee.rterdük te
Meyel, in de asch gelegd. Daar de boerderü ver
uit de kom van het dorp gelegen is en ook de
eerste buren tamelijk ver verwüderd wonen,
kwam geen hulp opdagen. De veestapel van vier
runderen en een paard en het huisraad van twee
gezinnen gingen verloren. Verzekering dekt de
schade.
Het gerechtshof te 's Hertogenbosch heeft in
hooger beroep conform den eisch bevestigd het
vonnis der rechtbank te 's Hertogenbosch, waar
bij G. van G., chauffeur te Ammerzoden, werd
veroordeeld tot een hechten!sstraf van honderd
gulden, te vervangen door vijftig dagen hechte
nis. Van G. had op 2 Januari jJ. onder Helvoirt
als autobestuurder M. Beekmans, een ouden
man, die met zün kruiwagen den weg overstak
doodgereden.
Dinsdagmorgen vroeg is de 18-jarige mej. B.
van Raay uit Cuyk (N.B.), die zich per fiets
op de veerpont over de Maas wilde begeven, te
water geraakt en verdronken.
Op 4 Augustus ji. werd te Roosendaal G„ die
dronken was, door den herbergier uit een café
verwijderd, waarbij hij achteruitgeduwd werd.
Toen de herbergier met hem aan de deur ge
komen was, schoot de transportarbeider F. V.
toe, die den man een zet gaf, zoodat deze ach
terover naar buiten zwierde. Aan den ingang
had het café een trapje en de begane grond
was belangrijk lager dan de cafévloer. De dron
ken man kwam dan ook met zulk een smak
te vallen, dat hü den morgen daarop overleed.
V. was door de rechtbank te Breda als schul
dig aan den dood van den man veroordeeld tot
een hechtenisstraf van twee maanden. Voor
het Bossche hof was tegen hem bevestiging van
die straf geëischt. Het gerechtshof, arrest wij
zend, heeft het vonnis der rechtbsnk vernietigd
voor wat de straf betreft en in zooverre op
nieuw recht doende verdachte veroordeeld tot
een voorwaardelüke gevangenisstraf van twep
maanden met een proeftüd van drie jaree
Op 21 Juni j.l. stapte een rijkscontroleur van
het verkeer uit 's Hertogenbosch in een autobus
van de Ned. Spoorwegen te Tilburg, waarvan C.
J. S. uit Tilburg chauffeur was, om controle uit
te oefenen. Niet zoodra was hü evenwel in don
bus, of de chauffeur startte en reed weg. Toen
de controleur tegen deze handelwüze bezwaar
maakte zei de man: „Je kunt me nog veel meer
vertellen! Ik ken je al langer dan vandaag. Je
hebt me vroegr al eens bekeurd omdat ik mijn
werkboekje niet had ingevuld, maar nu kan je
den bus niet uit en ik breng je naar den Orts-
kommandant, of je wilt of niet." En hü bleef
hardnekkig doorrijden met de bus, zoodat de
heer v. d. Mee niet in de gelegenheid was ui:
te stappen.
Wegens vrijheidsberooving was de cheuffeur
door de rechtbank te Breda veroordeeld tot een
gevangenisstraf van twee weken. Hij was van
dat vonnis in hooger beroep gekomen, doch het
gerechtshof te 's Hertogenbosch heeft thans
conform den eisch het vorfris der rechtbank
bevestigd.
24 Augustus 1939 heeft de gemeenteraad van
Hoogeveen voor de 23ste maal de begrooting
1939 voor die gemeente gewijzigd en wel in ver
band met de benoeming van een derden wet
houder.
Ged. Staten van Drenthe verzochten hierop
aan B. en W. te bevorderen, dat dit besluit zou
worden ingetrokken. Zü keurden de wethouders
benoeming goed, doch, in verband met de nood-
lydendheid der gemeente, niet de als gevolg
dier benoeming verhoogde uitgaven. Toen B. en
W. dit weigerden, hebben Gedeputeerden het
raadsbesluit niet goedgekeurd.
De raad kwam van dit besluit in beroep
Thans heeft de secretaris-generaal van het
departement van Binnenlandsche Zaken over
wogen, dat de begrooting van Hoogeveen over
1939 ten tijde dat Gedeputeerden haar besluit
namen, nog niet was goedgekeurd, weshalve er
voor een beslissing omtrent deze wijzig.ng nog
geen plaats was. Het besluit van Ged. Staten
is mitsdien vernietigd, waaraan echter niet af
doet aldus het besluit van den secretaris
generaal dat, toen Gedeputeerden tot niet-
goedkeuring besloten, de dienst 1939 reeds was
gesloten en wüziging van de begrooting niet
meer mogelijk was.
Het gerechtshof te 's Hertogenbosch heeft
conform den eisch bevestigd het vonnis der
rechtbank te 's Hertogenbosch, waarbü het
echtpaar A. van den B. en J. v. R. te Best was
veroordeeld ieder tot twee maanden gevangenis
straf ter zake, dat zij in het laatste kwartaal
van 1939 te Bes hadden weggenomen een hoe
veelheid van tweehonderd kilo aardappelen
eigendom van den Staat der Nederlanden. Deze
aardappelen werden bij hem gebracht om ge
schild te worden voor een militaire keuken die
in de nabijheid was.
Jhr mr. A. F. C. de Casembroot is op zün
verzoek, met ingang van 1 Januari 1941. uit den
dienst als burgemeester van de gemeente
Westkapelle eervol ontslagen
Aan den referendaris der PTT. A. G. Schram
de Jong. aangewezen als directeur van het
post-, telegraaf- en telefoonkantoor te Mid
delburg, is, met ingang van 1 Januari 1941,
eervol ontslag verleend.
inierhulp Nederland:
jbrengl^reugde^in^veler^leven.
de voetstappen van een mam op de steenen on
der de luifel weerklonken. Darwin deed net,
alsof hij verdiept was in het manifest en keek
niet op of om. Maar de ander kwam naar hem
toe en gluurde over zijn schouder.
„Mijn prüs voor vertalen," zei een stem in
het sabir, „is vijf francs."
Opeens voelde Darwin zich gerustgesteld.
„Goeden morgen," zei hü lachend. „Ik geloof,
dat je zelfs niet eens meer Jimmy Wellesford
bent!''
De man staarde hem verwonderd aan. Toen
kwam hü dichterbij en trachtte onder het zwak
ke lamplicht Darwin's trekken te onderscheiden.
Het was de kleine man uit Oxford, die een paar
dagen geleden bü de stadspoort een praatje met
Darwin had gemaakt. Dat was nu zoo ongeveer
een week geleden en hij zag er zoo mogelijk nog
sjofeler uit. Hü rook naar alcohol, maar toch
liep hü met rustigen stap en hij sprak zonder
aarzelen.
„Ik heb je meer gezien," zei hü. „O, het Is
die rooie!" zei hü grinnekend.
„St!" Darwin greep Wellesford bij den pols
en keek hem strak aan. Hier was een blanke,
hier waren twee verworpelingen in een vijandige
stad. Tusschen hen was er een band. Zü waren
van hetzelfde ras, zij waren van hetzelfde volk
en zij waren beiden ongelukkig, Als Darwin ooit
behoefte had gehad aan een vriend, dan was het
nu. Hij moest iemand hebben, die goed den weg
wist in de nauwe, kronkelende straatjes van deze
stad en dien hij vertrouwen kon. Zün instinct
vertelde hem, dat hü Jimmy Wellesford kon
vertrouwen. En indien dat niet het geval was....
Hij haalde zijn schouders op. Wat er ook met
hem gebeurde, zijn toestand kon büna niet er
ger worden.
Hij wees naar het manifest.
..Lees dat!"
De kleine Engelschman kwam dichterbü en
staarde naar het gedrukte biljet. Toen deed hü
een stap terug en gaapte den ander verwonderd
aan. Darwln knikte kalm.
„Ik ben het," zei hü.
„JÜjij bentWellesford liet behoed
zaam zün stem dalen. „Daud ibn Dareyn?"
„Zoo noemen ze mij."
In Wellesford's zwakke, waterige oogen was
een uitdrukking van eerbied te lezen.
,.Du6 jij was het, die alleen de stad binnen
kwam rijden en den kaimakan onder de oogen
van zijn meharists ontvoerde?"
„Ik word daarvan beschuldigd. Men beschul
digt mij nog wel van andere misdaden. Ik wil
mezelf niet vrijpleiten. Maar wat ik ook gedaan
mag hebben, ik had er mijn reden voor."
„Wat je ook gedaan mag hebben," zei de an
der, „komt. er niet op aan. Waarschynlijk ben je
niet slechter dan ik ben, of dan de Gouverneur
van Indergoul is."
„De meharists zullen het wel niet met je eens
zün. Anders zouden ze geen jacht op me maken."
„Wat denk je te doen?" vroeg de ander ang
stig.
(Wordt vervolgd).