Nieuwjaarsrede van pater J. Dito Het noodgeld 1940 1 w; woestijn I WOENSDAG 1 JANUARI 1941 „Jubelt voor het aanschijn van God" Begrafenis Peter Kallenbach PERSONEELE BELASTING Geblokkeerde-markenbelasting- besluit 1940 Dronken cafébezoeker maakte doodelijken val Veel belangstelling uit kringen van zangkoren Record van den raad van Dongen Gratificatie aan het secretarie- personeel en de veldwachters Ordening van de Gezond heidszorg Reorganisatie in Noord-Brabant Van 11 Mei tot 17 Mei werd voor 2x/i millioen in circulatie gebracht ONDERHOUD AFSLUITDIJK ZUIDERZEE Geschenk van oud- gemobil iseerden AANLEG EN ONDERHOUD VAN WEGEN In duisternis te water geraakt en verdronken Statistische gegevens over 1939 -We. door ALBERT M. TREYNOR Teraardebestelling luitenant- generaal De Ridder Boerderij afgebrand te Meyel Doodelijke aanrijding te Helvoirt Meisje verdronken „Uitsmijter" gestraft Wilde chauffeur wraak nemen r Wegens vrijheidsberooving tot gevangenisstraf veroordeeld Rond een wethoudersbenoeming te Hoogeveen Diefstal van aardappelen UIT DE STAATSCOURANT Burgemeester P.T.T. Hedennacht om 12 uur heeft de voorzatter Van den K.R.O., pater J. Dito OF., voor de microfoon de volgende nieuwjaarsrede uitge- Bproken: Jubilate Deo, jubelt voor het Aanschijn van God, is een vermaning en een opwekking, luis teraars, welke ons wel heel bijzonder treft op het moment, nu wij wederom, zooals reeds zoo vele malen, staan aan het begin van een nieuw jaar, van een tijdperk dat wij aanduiden als «toekomst". Jubelt voor het Aanschijn van God, jubelt als optimisten die weten dat leven, en have, en goed in Gods hand zijn; jubelt als Christenen die hebt geleerd het goede vertrouwen in de goedertierenheid ook in minder zonnige dagen te bewaren; jubelt als Katholieken, die door drongen zijt van de wel zeer tijdelijke beteeke- his van veel wat ons aangenaam of onaange naam wil toeschijnen. En in dien jubel sluiten wij al onze gevoelens, welke ons het afgeloopen jaar hebben ver heugd of bedroefd. Die jubel is ons mogelijk omdat wij aan het einde van het jaar de ba lans-hebben opgemaakt: wij hebben een credit saldo ontdekt waar wij verlies dachten te vin den. Ondanks alles wat ons is overkomen, con- stateeren wij grooten dank jegens God, ons aller Vader, om Zijn bescherming, om het behoud dat Hü ons heeft willen schenken. Als vanzelf gaan onze gedachten dan terug haar die vijf dagen in de zonnige maand Mei, toen bij heerlijk zomerweer een orkaan in ons goede vaderland heeft gewoed. Daar zijn offers gebracht in die dagen. Offers die met één slag ®Ün gevallen, en waarvan de herinnering na- schrijnt. Het verlies van een Vader, een Moe der, een Kind. Het verlies van have en goed, Waarvoor lange jaren was gewerkt. Ook zijn ér offers die nog voortduren, offers van gezond heid, van lijfelijke gaafheid, van angst. Wij zouden echter geen goede Katholieken zijn, wanneer er gedachten in ons leefden en gevoed werden, welke niet gestempeld zijn met het louterend merk, dat wij door godsvertrouwen wisten te ontdekken. Het leed dat achter ons ligt, hebben wij geleden. Daarmede hebben wij afgerekend. Wij hebben het misschien niet Vergeten, en soms zal de herinnering ons pijn doen. Maar onze fierheid als Katholieken heeft ons niet willen toestaan achter ons te blijven zien. Vol geloovig godsvertrouwen zien wij voor uit naar de toekomst, die Gode bekend is. Die gedachte zal ons voldoende zijn. En daarom la ten wij op dit moment niet de treurnis over- heerschen, maar den jubel; daarom zien wij kans, diegenen onder ons, die groot leed te dra gen hebben gekregen, te troosten, daarom zien wij kans door onze tranen heen te lachen en in goed vertrouwen de toekomst af te wachten, niet als lamgeslagen machteloozen, of met de onvrucht baarheid van mat fatalisme: neen, onze jubel is een acte van geloof, van hoop en van liefde tegelijk. En zoo deze houding van ons edel moedigheid mocht vragen, dan zal zich God niet laten overtreffen in edelmoedigheid, want een offer is niet te vergelijken met zaad, dat alle kiemkracht heeft verloren. Het offer is daar entegen de dauw, die het gestrooide dorre zaad bevochtigt en week maakt. En wat voor cms ieder persoonlijk werd ge- ®egd, luisteraars, geldt ook voor onzen K.R.O., die zijn activiteit in steeds stijgende lijn heeft kunnen ontplooien gedurende meer dan vijftien Veelbewogen jaren. De wereld van vóór tien Mei is niet meer de Wereld Waarin wij thans leven. Groote verande ringen brengen groote consequenties mee, voor Mensch en voor instellingen. De KR.O. zal de laatste zijn om den groei van' dat nieuwe, In- zoo verre het niet de Katholieke principes in hun breede uiting en beleving smoort of bekort, te trachten tegen te houden. Vanaf den eersten dag van zijn bestaan tot op den dag van he den, heeft de K.R.O. integendeel opengestaan voor alles wat frisch en nieuw en jong was. Wij hangen niet aan oude vormen of oude ge woonten. Daarom, het zij hier herhaald, zoodat het voor u allen, luisteraars, duidelijk is: wij zijn geen dienaars van dien vorm, wij loopen de traditie niet na om de traditie zelve. De vitali teit van onzen, in vergelijking met andere uitingen van Katholiek cultuurleven, nóg jon gen omroep, belet ons niet alleen niet om ons aan te passen aan gewenschte of onvermijde lijke vormveranderingen; zij garandeert ons veeleer den levensduur van het riet, dat buigt voor den storm, dat kan worden afgesneden, ttaar dat niet breken zal. Dit is dus onze houding, luisteraars. Zoo gaan Wij het nieuwe jaar, 1941, in, ongeschokt, on gebroken, trappelend van ongeduld om mede te bouwen aan de nieuwe orde die weldra komen gaat. Uw steun het zal U ook bij vormveran deringen duidelijk worden gemaakt in welken Vorm uw steun onontbeerlijk zal zijn Uw ®teun moet ons in staat blijven stellen, dat de Bieuwe orde gebouwd wordt niet zónder ons, Blaar mèt ons, de spreekbuis van Katholiek Nederland. Nog weinige oogenblikken is het nieuwe jaar oud. Wat het ons brengen zal, weet God al leen, die een goed Vader is, aan wien wij onze CAUVEREN Schrijfmachines Copiëerj-inrichting, Utrechtschestraat 36 Amsterdam P. F. Pater J. Dito O.P. (Foto Archief V.K.P.) zorgen én vreugden gaarne toevertrouwen. La ten wij in dit Star trachten te zijn: kinderen van het licht, overtuigde optimisten, betere vaders, betere moftders, betere kinderen, kortom: betere Katholieken. Laten wjj alle zelfgenoeg zaamheid varen: Gtod kent ons tot in het diep ste van ons hart, fret heeft dus geen zin. Beter is het: op onze borst te kloppen voor wat wij verkeerd deokm, of niet volmaakt ge noeg. En de zegen van God zal over U dalen tot troost en sterking. Dit zijn dan de wenöchen die U gedurende dit jaar 1941 mogen vergezellen. Luisteraars, van ganseïjer harte en welge meend: een Zalig Nieuwjaar, een Voorspoedig Nieuwjaar met den vrede voor allen. In de Kathedrale Basiliek van Sint Jan te 's Hertogenbosch is de plechtige uitvaartdienst gehouden voor wijlen den heer Peter Kallen- bach, in leven organist van de Kathedrale Ba siliek en koorleider van ongemeene verdienste. De plechtigheid werd mede bijgewoond door de putaties van Bosch Mannenkoor, Eindhownsch Mannenkoor en Bosch Gemengd Koor, den bur gemeester mr. F. J. van Lanschot en de wet houders Hengst en Van Soestbergen. Plebaan Mgr Brekelmans, geassisteerd dA'or den rector-cantus der basiliek, kapelaan Knes tel als diaken en kapelaan Van Haaren als sub diaken, celebreerde de Mis. In het Hoogkoor had nog plaatsgenomen Mgr. Hendrikx, vicaris- generaal van het Bossche Bisdom, terwijl hon derden Bosschenaren mede de laatste eer brach ten door het bijwonen der plechtigheid. Het met tal van leden van andere koren versterkt parochieel zangkoor voerde op ont roerende wijze een Mis van Perosi uit, onder leiding van den heer Gijs Bouman, terwijl Al- phons Mosmans het orgel bespeelde. Het koor had onder het orgel plaats genomen, daar de ruimte rondom het orgel niet was berekend op een zangersschaar van ongeveer honderd man. Om elf uur was de uitvaart ten einde en trok de rouwstoet naar de R. K. Begraafplaats te Orthen. Bij degenen die in den stoet meegin gen was nog een deputatie van het parochiaal zangkoor, van het H. Sacramentskoor en van de stedelijke muziekschool. Het met rouw om floerste vaandel werd voorop gedragen. Terwijl de lijkstoet door de Hinthamerstraat trok, speel de de stadsbeiaardier Toon van Balkom op den St. Jansbeiaard den treurmarsch uit de Eroica van Beethoven en de marche funèbre van Cho pin. Tal van bloemstukken dekten de lijkbaar. Bij aankomst op het kerkhof werd het stof felijk overschot in de rouwkapel opgebaard, waar kapelaan Knegtel de liturgische plechtig heden verrichtte. Het zangkoor voerde het Ecce quomodo van Handel uit. Bij de begrafenis merkten wij nog op mej. Kip, namens de Neder- landsche Organistenvereeniging. De burgemeester, eere-voorzitter van het 's Hertogenbosch Mannenkoor, sprak aan de greeve een afscheidswoord, waarin hij duidelijk in het licht stelde welk een groote plaats de thans ontslapene in het muziekleven van 's Her togenbosch en ook daarbuiten heeft ingenomen, en daarnaast ook wees op diens voorbeeldigen levenswandel als mensch en christen. Ook na mens Bosch Mannenkoor en Eindhovensch Man nenkoor werd nog gesproken. De raad der gemeente Dongen behandelde in zijn vergadering van Maandagavond de be grootingen van het G. E. B., het armbestuur, het gasbedrijf, het woningbedrijf en der ge meente voor 1941. Besloten werd, het aantal opcenten op de gemeentefondsbelasting te be palen op 75 en die op de personeele belasting terug te brengen van 180 op 150. Een post on voorziene uitgaven van ruim f 13.000, bij een totaal aan uitgaven en inkomsten van ruim f 340.000, werd als een behoorlijke reserve voor eventueele tegenvallers op de begrooting ge bracht. Na aas minuten waren alle begrootin gen behandeld en vastgesteld. Voor de buiten gewoon vele extra-diensten werd aan het secre- tariepersoneel, aan de veldwachters en den hoofdambtenaar van Openbare Werken een gra tificatie van f 75 verleend voor iederen ambte naar. In het zoo juist verschenen nummer van het maandblad „Katholieke Gezondheidszorg", orgaan van het Wit-Gele Kruis, wordt een uit eenzetting gegeven van de reorganisatie van het werk van de gezondheidszorg in Noord brabant, welke op 1 Januari ingaat. Deze reorganisatie moet gezien worden als de voltooiing van een groei-proces, dat reeds lang geleden begon en dat steeds gericht was pp de vorming van een volledigen provin cialen gezondheidsdienst. Voortgebouwd wordt op het werk van de drie groote particuliere or ganisaties, die de gezondheidszorg grootend eels omvatten, t. w. de provinciale kruisvereenigin- gen (Wit-Gele Kruis en Grene Kruis) en de provinciale vereeniging tot besrijding der tuber culose. welke laatste onlangs gereorganiseerd werd, teneinde de kruisvereenigingen in haar bestuur een meer leidende plaats te geven. Onder leiding van een provincialen raad van gezondheidszorg, samengesteld uit vertegenwoor digers van de volksgezondheid, zal thans ook in de uitvoering van het werk eenheid worden gebracht. Evenals plaatselijk het ideaal van de werkeenheid bereikbaar wordt, doordat de no'y- valente w-kverpleegster de schakel is geworden tusschen alle zorgen en diensten voor het gezin, zoo zal in de toekomst ook de districts-zuster de verschillende diensten samen gaan uitoefenen, waartoe de provincie wordt verdeeld in een aan tal districten, gelijk aan het aantal districcs- zusters. Door een nauw contact te leggen tus- de medische leiders van de diensten (bil?, tuberculosebestrijding, kinderhygiëne, geslachts- ziektebestrijding) en de districts-zuster is de eenheid van de uitvoering van het werk ge waarborgd. Van de andere artikelen noemen wij nog een bijdrage betreffende de financiering van het Wit-Gele Kruiswerk, waamit blifken kan, dat in 1939 door de plaatselijke afdeelingen in 5 van de 10 provinciale bonden ruim een mil- lioen gulden voor de volksgezondheid werd uit gegeven, van wellie kapitale som meer dan een half millioen door leden-contributies werd bijeen gebracht. Het tijdschrift Economisch-Statistische Be richten schrijf tf In de oorlogsdagen was hier en daar in Ne derland een groote geldschaarschte, doordat er juist op Zaterdag loonen moesten worden be taald, terwijl de gemeenten opdracht hadden gekregen hun kassen bij de legerautoriteiten in te leveren wanneer de troepen terugtrokken. Op 11 Mei kregen de gemeenten bericht, dat zij gerechtigd waren noodgeld uit te geven. Dit artikel behandelt voornamelijk het gemeente lijk en provinciaal noodgeld, niet het staats- noodgeld (züverbons en Reichskredit-kassen- scheine) en het particuliere noodgeld (van fabrieken of groepen fabrikanten zooals in Helmond). Op 17 Mei werd de toestemming om noodgeld te vervaardigen ingetrokken en op 19 Juni werd verzocht, vóór 8 Juli alle noodgeld uit de circulatie te nemen. Daar men niet wist hoe lang de noodtoestand zou duren, had men voor meer dan vijf millioen gulden aan geld aangemaakt, doch slechts 2V2 millioen in circulatie gebracht. Dit komt vooral door de invoering van de Kassenscheine en de verhoog de uitgifte van zilverbons. De helft van het bedrag aan uitgegeven nood geld bestond uit guldenbiljetten. Daarna kwa men de coupons van f 2.50, f 0.25, f 0.50 en f 10. Doch ook biljetten van f 15, f 20 en f 25 werden uitgegeven en zelfs door de provincie Groningen biljetten van f 100. Noodgeld werd uitgegeven door de gemeenten die zeer spoedig door het bezettingsleger van de rest van het land werden geïsoleerd (Groningen, Friesland, Zuid-Limburg, greru streek) óf in het brandpunt van den strijd kwamen te liggen (Noord-Brabant, streek der groote rivieren, Rot terdam, Den Helder), dan wel een stroom van geëvacueerden moesten huisvesten (Harderwijk. Noordhollandsche gemeenten). In totaal werd door de provincie Groningen voor meer dan één millioen gulden aan noodgeld uitgegeven, door Friesland een half millioen en in 85 gemeenten in total f 900.000, waarvan in Rotterdam en in Den Helder f 130.000 en in Harderwijk f 100.000. Andere gemeenten gaven zeer weinig uit zooals Elsio f 97.50 en Giesen f 6.40. Sommige gemeenten gaven noodgeld uit voor alle doeleinden, anderen alleen om er levens middelen voor te koopen of huren mee te be talen. In Rotterdam werd gedrukt noodgeld uitgegeven op den rechter-Maasoever en ge schreven biljetten op den linker-Maasoever en wel voor f 67.000 door Maatschappelijk Hulp betoon en voor f 9000 door een commissaris'van politie op een geïscleerden politiepost. De rijkswaterstaat heeft aanbesteed het on derhoud gedurende 1941 van: la. Den Afsluitdijk van de Zuiderzee tus schen Wieringen en de Friesche kust nabij Zu rich met bijbehoorend hoofd, aansluitende ter reinen, havens en havendammen te Kornwer- óerzand, Breezand en Den Oever, en van de aanwezige rijksgebouwen met bijkomende wer den; lb. De Kunstwerken in den Afsluitdijk te Dvn Oever en Kornwerderzand met bijkomende we,ken; 2. Het op den afsluitdijk gelegen ge deelte van rijksweg no. 9. Laagste inschrijver was J. Dikkerboom, Den Oever,, in massa, voor 225.563. Uit dankbaarheid voor den behouden terug keer uit den oorlog hebben de oud-gemobiliseer- den van Kronenberg (L.) aan het Maria-altaar der parochiekerk aldaar een fraai altaarkuis geschonken. Hfet kuis werd vervaardigd in de edelsmederij Bram te Utrecht en vermeldt aan de rechterzijde de Kamen der oud-gemobiliseerde F.chenkers. De rijkswaterstaat heeft Dinsdag aanbesteed: Het aanleggen van de aardebaan van een ge deelte van den weg no. 12 ('s-Gravenhage— UtrechtDe Klomp (-Arnhem), tusschen den Krommen Rijn en de afzanderij van de N.V. Nederlandsche Spoorwegen, te Maarn, en het maken van een viertal kunstwerken van gewa pend beton in den weg no. 12, onder de ge meenten Zeist, Driebergen en Doom, met bij komende werken. Laagste inschrijvers waren W. J. Boltje en A. F. Krikke te Heerenveen voor 723.000. De rijkswaterstaat heeft voorts aanbesteed: Het onderhouden van een gedeelte van den weg no. 12 van het Rijkswegenplan 1938 ('s-Graven hageUtrechtDe Klomp (Arnhem) geduren de het jaar 1941. Laagste inschrijver was J. Warnaar en Co., Den Haag, voor 95.600. Dinsdagmorgen troffen voorbijgangers aan den kant van het Gein te Baambrugge een hee- renrfjwiel aan, dat half in het water Jag. Ter- Het Centraal Bureau vcor de Statistiek heeft wederom 'n aantal gegevens gepubliceerd betref fende de personeele belasting. Hieraan is het volgende ontleend. Sinds 1931 komt de zuivere opbrengst van de hoofdsom dezer belastingen aan de gemeenten ten goede, met dien verstande,- dat van 1935 af 80 pet. van de hoofdsom naar de grondslagen huurwaarde, meubilair en dienstboden niet meer rechtstreeks' wordt uitgekeerd, docSi in 't Werk- loosheidssubsidiefonds wordt gestart, waaruit naar bepaalde normen wederom uitkeeringen aan de gemeenten worden gedaan. Slechts enkele gemeenten hebben sindsdien wijzigingen in de classificatie aangebracht Voor het jaar 1939 werd geen belasting geheven naar den grondslag paarden in 41 gemeenten, naar den grondslag pleiziervaartuigen in 24 en naar den grondslag biljarten in 83 gemeenten. Van de bevoegdheid, de belastbare huurwaarde en de waarde van net meubilair voor koffiehui zen enz. lager vast te stellen, wordt een vrij groot gebruik gemaakt (in 1939 in 455 van de 1054 gemeenten). Het aantal gemeenten, dat voor de grondsla gen tarieven heeft vastgesteld, welke afwijken van die in de wet zün bepaald, is gestegen van 274 over 1931 tot 534 over 1939. Het aantal perceelen, belast naar den eersten grondslag, is onafgebroken gestegen van 1.490.32" 27 Nadruk: verboden Hij zuchtte, bijna verlicht. Het had nu geen zin om zijn vermoeide lichaam op te zwepen en zijn afgetobd brein te kwellen door 'n andere schuilplaats te bedenken. Hij was hier veilig en voorloopig had hij alleen nog maar behoefte aan rust. De herinnering aan de meharists, aan Littlejohn Guennell, aan dien armen El- Mas, alles vervaagde. Hij kroop dichter naar zfiu snorkenden buurman toe en viel kalm in slaap. HOOFDSTUK XV Darwin merkte niets van wat er dien nacht Voorviel in het nauwe, stille straatje in de huurt van de poort van Indergoul. Hij hoorde het geroep van den priester niet vanuit de dichtst bijzijnde minaret. Hij merkte niet, dat 't duister werd en dat kleine, walmende lichtjese berden aangestoken. Hij hoorde het gepraat en het gelach van de menschen niet, die door de straten slenterden of rustig op de stoepen voor hun huizen zaten. Hij merkte niet, dat tegen Middernacht een troepje soldaten bleef stil staan en ruwe grappen maakte over zijn toe stand, voordat ze hun speurtocht voortzetten. Hij'ontwaakte in de koude uren, voordat de zon opging, omdat hij rillerig was en omdat hij op "n schei-pen steen lag. Het was een onaange naam oogenblik. Hij wierp den smerigen, muf ruikenden mantel af, die over zijn gezicht lag. Hij huiverde en hij keek verdwaasd in het rond. Moeilijk krabbelde hij overeind. Hij voelde zich stijf en onbehaaglijk. Toen hij was gaan slapen, waren er menschen om hem heen en was het dag. Nu was 't donker en de straat was verla ten. Hij keek naar den helderen sterrenhemel en uit den stand der sterren maakte hij op, dat het nog wel twee uur zou duren, voordat het licht werd. Na een poosje voelde hij zich wat beter. Hij had lang geslapen, net als die kerel naast hem, die zich den heelen nacht niet bewogen had. De ezels waren er ook nog. Ze stonden nu niet meer te dommelen met knikkende koppen, maar wa ren in de goot liggen, achter de beide man- ',nen. Plotseling herinnerde Darwin zich, dat hij ge wond was. Voor den eersten keer tastte hij met voorzichtige vingers naar zijn wond. Het was precies, zooals hij gedacht had. Het was maar een schampschot geweest. Alleen was het ver- sprefde bloed nu opgedroogd en zijn gezicht en voorhoofd voelden aan, alsof hij een strak mas ker dnpeg. Eén wam de ezels droeg een half gevulde wa terkruik! Hij waschte zorgvuldig zijn haren en zijn gezicht. Toen nam hij het hoofddeksel en den marstdUjVan den dronkaard en kleedde zich als een fellahin uit de bergen. Hij liet een goud stuk achter als betaling en wilde vertrekken. Maar hij veranderde van gedachten en ging weer op de straatsteenen liggen. Want ei» kwam iemand aan uit de richting van de wachttorens. De man was een soort gen darme, dat kon Darwin zien aan het uniform, dat hij droeg. Hij had een bundel papieren on der zijn arm en in de andere hand hield hij een pot en een kwast. Toen hij het café bereikt had, bleef de man onder de luifel staan. Er brandde daar een zwak lichtje in een ijzeren, getraliede lamp. Hij rolde een papier af en plakte het op de deurpost naast het licht. Hij streek er nog eens goed met zijn kwast overheen, nadat hij het papier aange plakt had. Toen ging hü verder zonder om te kyken. Zoo gauw als de man verdwenen was, stond Darwin op. Hü had er geen idee van, waar hü nu heen moest gaan, of wat hü moest doen. On verschillig slenterde hü naar de deur om te zien, wat de gendarme had aangeplakt. Het plakkaat was nog vochtig van de druk inkt, het was een officieel manifest, Het was in twee talen gedrukt, het bovenste gedeelte in het Fransch, het» onderste in de lingua Franca, de taal die door de geheele Sahara wordt verstaan. Darwin las: DAUD IBN DAREYN. Voortvluchtige misdadiger Aam alle inwoners van Indergoul 1 over 1931 tot 1.773.826 over 1939. De belastbare huurwaarde dezer perceelen is gestegen var 483 millioen over 1931 tot f 516 millioen over 1934, waarop in hoofdzaak als gevolg van de liuurverlagingen deze waarde is gedaald tot f 478 millioen over 1937. Hierop is weer een stijging gevolgd tot f 491 millioen over 1939. De gemiddelde belastbare huurwaarde per perceel is voortdurend gedaald van f 325 over 1932 tot f 277 over 1939. Alle grondslagen te zamen brachten in elk der jaren 1931 tot en met 1934 ruim f 38 mill, op, waarop een daling is gevolgd tot f 30 mill, over 1935. Deze daling is in hoofdzaak veroor zaakt, doordat sindsdien voor de grondslagen huurwaarde, meubilair en dienstboden geen af wijkingen van de wettelüke tarieven meer mo gen gelden. O^er 1939 beliep de opbrengst f 28 millioen. Van alle grondslagen is de opbrengst in hoofd som van den grondslag huurwaarde van het giootste, en van den grondslag paarden van het kleinste belang (resp. 71 en 0.2 pet.). Zoowel de hierboven genoemde daling van de opbrengst in hoofdsom als de ongunstige tijds omstandigheden maakten het voor een groot aantal gemeenten noodzakelijk, het aantal op centen op deze belasting niet onbelangrük te verhoogen, in verband waarmede de opbrengst dezer opcenten is gestegen van f 26 millioen over 1931 tot f 45 millioen ovex 1939. Voor verdere büzonderheden zü verwezen naar mededeeling no. 15 van de afdeeling statistiek der overheidsfinanciën van bovengenoemd bureau. Deze man wordt gezocht voor een misdaad, waarop de doodstraf staat. Zü, die een schuilplaats aanbieden aan Daud ibn Dareyn, of zij die dezen man helpen op welke manier dan ook, zün strafbaar volgens de wet. Teneinde het Gouvernement bü te staan in het opsporen van dezen roodharigen bandiet, is het aan alle mannelijke ingezetenen van Inder- stad met een zoo gemende bevolking, waar ve- goul ten strengste verboden, op straat of op publieke plaatsen het hoofd bedekt te houden, zoolang deze order van kracht zal zün. LOUVAN. Administrateur. Darwin schrok, toen hü de laatste paragraaf las. Het was een strenge maatregel, waarvan men heel wat tegenstand kon verwachten in een stad met een zoo gemengde bevolking, waar ve len het dragen van een tulband als een gods dienstige noodzakelijkheid beschouwden. Maar het Gouvernement had ongetwü'fed de macht, dergelüke strengen bevelen af te kon digen. Darwin rilde. Hij had daar zijn doodvon nis gelezen. Want een eenzame roodharige had geen schün van kans in een stad, waar de man nen met ontbloot hoofd rondliepen. Nog eens las hü de proclamatie door, toen de deur van de fonduk plotseling geopend werd en stond waarschuwde men de politie, die de plaats afdregde, echter zonder resultaat. Ondertus- schen had de familie van den schipper H. Woud, woonachtig onder Vinkeveen, aangifte gedaan, dat hij 's avonds te voren niet thuis was geko men. Het rijwiel, dat men bij het Gein gevon den heeft, werd als het zijne herkend. Dinsdagmiddag is het lijk opgehaald. Woud was gehuwd en vader van een kind. Dinsdagmorgen in de duisternis is de 17-ja- rige T. Verhoeven te Hoog Blokland met zün rijwiel in de Wetering geraakt en verdronken. Zijn lük heeft men later opgehaald en naar de ouderlüke woning overgebracht. De secretaris-generaal van het departement van Financiën maakt bekend, dat beschikkin gen over onder artikel 2 van het geblokkeerde- markenbelastingbesluit 1940 vallende beleggin gen en vorderSigen uitsluitend voor de vol gende doeleinden vrij van belasting kunnen geschieden. a. Betaling van kosten, welke rechtstreeks verband houden met het beheer van beleggin gen en vorderingen als bovenbedoeld of met den verkoop of verkrijging van zoodanige be leggingen of vorderingen (provisies en andere kosten, onderhoudskosten van onroerende goe deren, hypheekrenten, grondbelasting en der gelijke). b. Betaling van door ingezetenen verschul digde belastingen naar inkomen en vermogen c. Reis- en verblijfkosten van ingezetenen. d. Ten laste van ingezetenen komende kos ten van levensonderhoud, verpleging, stridiie- gelden, ondersteuningen en dergelijke van in Duitschland vertoevende personen, zoomede geschenken. In de bovenbedoelde gevallen wordt vrfjstel- ling verleend van de verplichting tot aangifte. Het Nederlandich CJlearinginstituut heeft een algemeene ontheffing verleend van de ver plichting tot storting m de clearing ter zake van betalingen als bovenbedoeld. In alle andere gevallen blijft storting in de clearing verplicht. Slechts in die gevallen, waarin het Nederiar.dsch clearinginstituut ont heffing .van deze verplichting verleent, is het gebruik van beleggingen en vorderingen, als bovenbedoeld, voor andere dan de genoemde doeleinden toegestaan. De belasting bhjft in deze gevallen verschuldigd, tenzij hiervan door of namens den secretaris-generaal voornoemd in elk bijzonder geval ontheffing is verleend. Te 's Gravenhage is op de begraafplaats Oud Eik en Duinen ter aarde besteld het stoffelük ove: schot van den gepensionneerden luitenant- generaal P. H. A. de Ridder, oud-inspecteur van de luchtbescherming. Van hun belangstelling gaven o.m. blijk de gepensionneerde of op non-activiteit gestelde luitenants-generaal J. Borel, M. Belzer, H. J. C. Terbeek en F. J. Quanjer. de oud-opperbevel hebber van land- en zeemacht generaal J. H. Reijnders, vice-admiraal A. Vos, de secretaris generaal van het departement van Binnenland- sche Zaken, K. J. Frederiks, de raadadviseur bij dat departement mr. H. W. J. Mulder, de rijks inspecteur voor de luchtbescherming de heer A. van Batenburg met vele leden van zijn staf, prof. dr. M. J. Langeveld, de generaals-majoor H. Wijnaendts, J. C. Wagner, W. G. van Hoogen- huyzen en F. J. Backer, oud-commandant van de Haagsche Burgerwacht, de kolonels Preü, H. H. Theden van Velzen en M. J. E. Bos, de luite nants-kolonel G. Fabius, J. H. de Man en J. J. Rutge.s. de oud-commandant van de rijksveld- wacht O. C. Croiset van Uchelen en de oud- reserve-kapitein der grenadiers ir. P. H. Goet- hart namens het bestuur van de Vereeniging van officieren van het voormalige regiment gre nadiers. In de aula en aan de groeve werd niet gespro ken. Een zoon dankte voor de belangstelling. Een zware brand heeft de boerderü van P. Vestjens, gelegen aan den Nederwee.rterdük te Meyel, in de asch gelegd. Daar de boerderü ver uit de kom van het dorp gelegen is en ook de eerste buren tamelijk ver verwüderd wonen, kwam geen hulp opdagen. De veestapel van vier runderen en een paard en het huisraad van twee gezinnen gingen verloren. Verzekering dekt de schade. Het gerechtshof te 's Hertogenbosch heeft in hooger beroep conform den eisch bevestigd het vonnis der rechtbank te 's Hertogenbosch, waar bij G. van G., chauffeur te Ammerzoden, werd veroordeeld tot een hechten!sstraf van honderd gulden, te vervangen door vijftig dagen hechte nis. Van G. had op 2 Januari jJ. onder Helvoirt als autobestuurder M. Beekmans, een ouden man, die met zün kruiwagen den weg overstak doodgereden. Dinsdagmorgen vroeg is de 18-jarige mej. B. van Raay uit Cuyk (N.B.), die zich per fiets op de veerpont over de Maas wilde begeven, te water geraakt en verdronken. Op 4 Augustus ji. werd te Roosendaal G„ die dronken was, door den herbergier uit een café verwijderd, waarbij hij achteruitgeduwd werd. Toen de herbergier met hem aan de deur ge komen was, schoot de transportarbeider F. V. toe, die den man een zet gaf, zoodat deze ach terover naar buiten zwierde. Aan den ingang had het café een trapje en de begane grond was belangrijk lager dan de cafévloer. De dron ken man kwam dan ook met zulk een smak te vallen, dat hü den morgen daarop overleed. V. was door de rechtbank te Breda als schul dig aan den dood van den man veroordeeld tot een hechtenisstraf van twee maanden. Voor het Bossche hof was tegen hem bevestiging van die straf geëischt. Het gerechtshof, arrest wij zend, heeft het vonnis der rechtbsnk vernietigd voor wat de straf betreft en in zooverre op nieuw recht doende verdachte veroordeeld tot een voorwaardelüke gevangenisstraf van twep maanden met een proeftüd van drie jaree Op 21 Juni j.l. stapte een rijkscontroleur van het verkeer uit 's Hertogenbosch in een autobus van de Ned. Spoorwegen te Tilburg, waarvan C. J. S. uit Tilburg chauffeur was, om controle uit te oefenen. Niet zoodra was hü evenwel in don bus, of de chauffeur startte en reed weg. Toen de controleur tegen deze handelwüze bezwaar maakte zei de man: „Je kunt me nog veel meer vertellen! Ik ken je al langer dan vandaag. Je hebt me vroegr al eens bekeurd omdat ik mijn werkboekje niet had ingevuld, maar nu kan je den bus niet uit en ik breng je naar den Orts- kommandant, of je wilt of niet." En hü bleef hardnekkig doorrijden met de bus, zoodat de heer v. d. Mee niet in de gelegenheid was ui: te stappen. Wegens vrijheidsberooving was de cheuffeur door de rechtbank te Breda veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken. Hij was van dat vonnis in hooger beroep gekomen, doch het gerechtshof te 's Hertogenbosch heeft thans conform den eisch het vorfris der rechtbank bevestigd. 24 Augustus 1939 heeft de gemeenteraad van Hoogeveen voor de 23ste maal de begrooting 1939 voor die gemeente gewijzigd en wel in ver band met de benoeming van een derden wet houder. Ged. Staten van Drenthe verzochten hierop aan B. en W. te bevorderen, dat dit besluit zou worden ingetrokken. Zü keurden de wethouders benoeming goed, doch, in verband met de nood- lydendheid der gemeente, niet de als gevolg dier benoeming verhoogde uitgaven. Toen B. en W. dit weigerden, hebben Gedeputeerden het raadsbesluit niet goedgekeurd. De raad kwam van dit besluit in beroep Thans heeft de secretaris-generaal van het departement van Binnenlandsche Zaken over wogen, dat de begrooting van Hoogeveen over 1939 ten tijde dat Gedeputeerden haar besluit namen, nog niet was goedgekeurd, weshalve er voor een beslissing omtrent deze wijzig.ng nog geen plaats was. Het besluit van Ged. Staten is mitsdien vernietigd, waaraan echter niet af doet aldus het besluit van den secretaris generaal dat, toen Gedeputeerden tot niet- goedkeuring besloten, de dienst 1939 reeds was gesloten en wüziging van de begrooting niet meer mogelijk was. Het gerechtshof te 's Hertogenbosch heeft conform den eisch bevestigd het vonnis der rechtbank te 's Hertogenbosch, waarbü het echtpaar A. van den B. en J. v. R. te Best was veroordeeld ieder tot twee maanden gevangenis straf ter zake, dat zij in het laatste kwartaal van 1939 te Bes hadden weggenomen een hoe veelheid van tweehonderd kilo aardappelen eigendom van den Staat der Nederlanden. Deze aardappelen werden bij hem gebracht om ge schild te worden voor een militaire keuken die in de nabijheid was. Jhr mr. A. F. C. de Casembroot is op zün verzoek, met ingang van 1 Januari 1941. uit den dienst als burgemeester van de gemeente Westkapelle eervol ontslagen Aan den referendaris der PTT. A. G. Schram de Jong. aangewezen als directeur van het post-, telegraaf- en telefoonkantoor te Mid delburg, is, met ingang van 1 Januari 1941, eervol ontslag verleend. inierhulp Nederland: jbrengl^reugde^in^veler^leven. de voetstappen van een mam op de steenen on der de luifel weerklonken. Darwin deed net, alsof hij verdiept was in het manifest en keek niet op of om. Maar de ander kwam naar hem toe en gluurde over zijn schouder. „Mijn prüs voor vertalen," zei een stem in het sabir, „is vijf francs." Opeens voelde Darwin zich gerustgesteld. „Goeden morgen," zei hü lachend. „Ik geloof, dat je zelfs niet eens meer Jimmy Wellesford bent!'' De man staarde hem verwonderd aan. Toen kwam hü dichterbij en trachtte onder het zwak ke lamplicht Darwin's trekken te onderscheiden. Het was de kleine man uit Oxford, die een paar dagen geleden bü de stadspoort een praatje met Darwin had gemaakt. Dat was nu zoo ongeveer een week geleden en hij zag er zoo mogelijk nog sjofeler uit. Hü rook naar alcohol, maar toch liep hü met rustigen stap en hij sprak zonder aarzelen. „Ik heb je meer gezien," zei hü. „O, het Is die rooie!" zei hü grinnekend. „St!" Darwin greep Wellesford bij den pols en keek hem strak aan. Hier was een blanke, hier waren twee verworpelingen in een vijandige stad. Tusschen hen was er een band. Zü waren van hetzelfde ras, zij waren van hetzelfde volk en zij waren beiden ongelukkig, Als Darwin ooit behoefte had gehad aan een vriend, dan was het nu. Hij moest iemand hebben, die goed den weg wist in de nauwe, kronkelende straatjes van deze stad en dien hij vertrouwen kon. Zün instinct vertelde hem, dat hü Jimmy Wellesford kon vertrouwen. En indien dat niet het geval was.... Hij haalde zijn schouders op. Wat er ook met hem gebeurde, zijn toestand kon büna niet er ger worden. Hij wees naar het manifest. ..Lees dat!" De kleine Engelschman kwam dichterbü en staarde naar het gedrukte biljet. Toen deed hü een stap terug en gaapte den ander verwonderd aan. Darwln knikte kalm. „Ik ben het," zei hü. „JÜjij bentWellesford liet behoed zaam zün stem dalen. „Daud ibn Dareyn?" „Zoo noemen ze mij." In Wellesford's zwakke, waterige oogen was een uitdrukking van eerbied te lezen. ,.Du6 jij was het, die alleen de stad binnen kwam rijden en den kaimakan onder de oogen van zijn meharists ontvoerde?" „Ik word daarvan beschuldigd. Men beschul digt mij nog wel van andere misdaden. Ik wil mezelf niet vrijpleiten. Maar wat ik ook gedaan mag hebben, ik had er mijn reden voor." „Wat je ook gedaan mag hebben," zei de an der, „komt. er niet op aan. Waarschynlijk ben je niet slechter dan ik ben, of dan de Gouverneur van Indergoul is." „De meharists zullen het wel niet met je eens zün. Anders zouden ze geen jacht op me maken." „Wat denk je te doen?" vroeg de ander ang stig. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 3