Duitsche vliegers
in Italië
Successen in tweede halfjaar van 1940
Verduistering
vr
Gelukkig Nieuwjaar
PAUSELIJKE WOORDEN TOT DE JEUGD
Telegramwisseling
Hitler-Mussolini
Incident te Cristobal
De ware christen is op de
hoogte van alle tijden
Zweedsche koopvaardij heeft
78 schepen verloren
45 millioen kg- hommen
op Engeland
Ryti confereert over vorming
van nieuw kabinet
Wensch van Roosevelt voor
den Koning-Keizer
VHÖEEMIGDE KATHOLIEKE
PERS
VRIJDAG 3 JANUARI 1941 - OCHTENDBLAD
BWR. VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE:
MASS AULA AN 51 - TEL. 13865 - GIRO 22884
/toorvnementsprijs (bij vooruitbetaling) voor
Waartem 25 cent per week; per kwartaal
f 3.25. BH onze Agenten 27% et. per week,
per kwartaal f 3.58
DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVONO-EDITtE
VIER EN ZESTIGSTE JAARGANG No. 22781
Italiaansche vliegers weer van het
Kanaal teruggekeerd
Weermacht rapporteert over
De luchtactie tegen Engeland
KUNSTCOLLECTIE HEARST ZAL
WORDEN GEVEILD
ö.a. een Spaansch klooster en
Nederlandsche kasteelen
DE BETREKKINGEN VAN
BERLIJN MET VICHY
NIEUWJAARSBOODSCHAP VAN
BONDSPRESIDENT WETTER
Overlevenden van Britsche
schepen naar Australië
Ook Von Ribbentrop verzond
zijn Nieuwjaarswenschen
Britsche matrozen hijschen hun
vlag op Duitsch consulaat
PLOTSELINGE DOOI IN
JOEGO-SLA Vlë
Hevige griepepidemie als onaan
genaam gevolg
„Rusland moet vóór alles de
defensie verzorgen"
Hoofdartikel in de Prawda
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Advertentieprijzen: Per lossen regel 50 ct., (ngez.
mededeetóngen 50 cent; idem op pag. één 65 cent
per regel. Bij contract steek verlaagde prijzen. Voor
prijzen der „Omroepers" zie de rubriek
ERGENS IN ITALIË, 2 Jan. (Stefani).
Ter gelegenheid van de aankomst van en
kele afdeelingen van het Duitsche luehtleger
In Italië heeft de chef van den Daliaanschen
luchtstaf, generaal Pricolo, een dagorder
gepubliceerd, waarin verklaard wordt, dat
het Duitsche luchtcorps zal deelnemen aan
den strijd in de tucht en ter zee in de Mid-
dellandsche Zee, waar de vijand zijn krach
ten concentreert, en tl at dit corps als een
groote Italiaansche eenheid beschouwd moet
worden. De gemeenschappelijke strijd zal de
Duitseh-Itallaansche wapenbroederschap
wijden.
Naar Stefani verder bericht heeft maarschalk
Kesselring, ter gelegenheid van den terugkeer
van het Italiaansche vlieger korps, dat. vanuit
een luchthaven aan het Kanaal deelgenomen
had aan de luchtaanvallen op Engeland, een
brief gericht tot den commandant van dit corps,
waarin hij zijn dank uitspreekt voor de samen
werking in den geeneenschappelijken strijd en
verklaart, dat de formatie jagers, die aan het
Kanaal blijft, de schakel zal vormen die getuigt
van de voortdurende solidariteit tusschen de
Italiaansche en de Duitsche luchtmacht.
Het verheugt den maarschalk in zijn brief te
herinneren aan de doeltreffende medewerking
van het Italiaansche luchtcorps, dat vele be
wijzen van zijn strijdlust gegeven heeft, on
danks ongunstige weersomstandigheden en tech
nische moeilijkheden. De Italiaansche vliegers
hebben bewezen den strijd met de Engelsche
Spitfires niet te vreezen en belangrijke militaire
doelen in Engeland getroffen.
Maarschalk Kesselring beëindigde zijn brief
door uiting te geven aan zijn vreugde, dat hij
aan het Italiaansche luchtcorps de eerste sectie
van de luchtvloot „Adlerschild" kan overdragen,
die hij opgericht heeft, en door den wensch
nopens een gemeenschappelijke overwinning uit
te spreken.
Zonsondergang 3 Jan. 17.40
Zonsopgang 4 Jan. 9.50
Maanopkomst 12.24 ondergang 0.24
In het Januari-nummer van het N. S. Maand
blad van de Nederlandsche Spoorwegen staat
de volgende Nieuwjaarswensch:
Mijn beproefde reisgenooten,
'k Wensch U allen met elkaar
veel geluk en heel veel voorspoed
in het pas begonnen jaar.
Samen zijn we door het oude
met veel moeite heengegaan
en voor niemand zijn die maanden
zonder leed voorbijgegaan.
Ieder bracht zijn eigen offer
op het altaar van den tijd;
zelfs ik met zooveel ervaring
raakte er soms den draad door kwijt;
'kLoop niet meer zoo vlug als vroeger,
'kBen soms knapjes over tijd
en 'k mis 's avonds in het donker
veel van mijn gezelligheid.
't Spijt me, beste reisgenooten,
veel meer dan ik ze; gen kan,
maar U allen kent de reden
en U weet er alles van.
Ik, die meer dan honderd jaren
door de wereld ben gegaan,
ik beloof dat ik m'ook nu niet
uit het veld zal laten slaan.
'k Dank U voor Uw medewerking
in het jaar dat henenging.
'kHoud Uw aller medeleven
dankbaar in herinnering.
En ik hoop dat U ook verder,
in het nieuw begonnen jaar
mij blijft steunen en begrijpen,
want dan helpen wij elkaar.
Samenwerkend komen we allen
't best de moeilijkheden door!
Nogmaals, veel geluk en voorspoed
van Uw lotgenoot.
H. E. T. Spoor
In een begeleidend herderlijk schrijven
aan de geestelijkheid van het aartsbisdom
geeft Z.Em. de kardinaal-aartsbisschop van
Mechelen den tekst weer van de toespraak,
welke Z. H. de Paus heeft gehouden tot de
jeugd van de Katholieke Actie. Aldus meldt
de Brusselsche correspondent van de Maas
bode. De Pauselijke toespraak luidde als
volgt:
„Al wat spreekt van lichaamsoefeningen, van
mededinging, van wedijver, van sport, wekt de
belangstelling van de jeugd van heden op en
trekt haar aan. Christelijke jongemannen weten
echter, dat de bewegingen van den geest en in
het bijzonder de wedloop van de wetenschap,
het vooruit rukken op het geheimvol en soms
moeilijk terrein van de Openbaring, de drang
naar de goedheid en de heiligheid, nog schoo
ner, nog edeler en nog aantrekkelijker zijn,
naarmate de kennis en de deugd van de ziel de
kracht van de spieren en de zoo kortstondige
lenigheid en vlugheid van de ledematen over
treft.
De lichaamskracht, die samen gaat met den
bloei van uw jeugd, wordt noch verminderd
noch verlaagd, maar daarentegen verhoogd en
veredeld door de studie van de godsdienstige
beschaving en door de deugd, die de harts
tochten bedwingt; ook in dien zin kan men het
woord van den Latijnschen dichter verstaan:
STOCKHOLM, 2 Jan. (DH.B.) Volgens een
heden door Nya Dagligt Allehanda gepubliceerde
voorloopige statistiek betreffende de verliezen
der Zweedsche koopvaardijvloot sedert het begin
van den oorlog neeft Zweden 78 koopvaardij
schepen met 'n totale tonnage van 184.450 br.reg.
ton verloren. Hierbij komen nog de verliezen aan
visschersvaartuigen, t.w. 7 schepen met een
totale tonnage van 312 br.reg. ton.
BERLIJN, 2 Jan. (D.N.B) Het opper
bevel der weermacht publiceert een rapport
over de oorlogssuccessen in het tweede half
jaar 1940, waarin o.a. gezegd wordt:
Het oorlogsjaar 1940 was een jaar van Duit
sche overwinningen. Daar de Engelsche propa
ganda heeft getracht, de unieke successen van
de Duitsche weermacht eerst te ontkennen en
toen te verkleinen, heeft zij iedere geloofwaar
digheid verloren. Tenslotte moest zij zich echter
toch buigen voor het feit, dat Duitschland de
door de blokkade in gevaar gebrachte nauwe
Ncordzeebasis heeft doen springen en haar uit
gebreid heeft tot een gebied, dat zich uitstrekt
van de Noordkaap tot de Spaansche grens en
dat het mogelijk maakt, Engeland zelf doode-
lijke slagen toe te brengen.
Sedert het begin van den wapenstilstand met
Frankrijk zijn de voorbereidingen voor den strijd
tegen Engeland begonnen. Terwijl divisies van
het leger de Fransche Atlantische kust tot aan
de Spaansche grens bezetten, de resteerende
steunpunten van de Maginotlinie zuiverden en
den onoverzienbaren buit schiftten, hebben de
marine en de luchtmacht zich gereed gemaakt
den strijd tegen Engeland te beginnen. De
Italiaansche weermacht hield intusschen steeds
sterkere Britsche strijdkrachten vast. De ma
rine kweet zich in korten tijd van de moeilijke
taak, alle in bezit genomen vijandelijke kust
gebieden van de Noordelijke IJszee tot de Golf
van Biscaye met spoed te beveiligen.
Bijzonder succesvol was het optreden van
zeestrijdkrachten in overzeesche wateren. Tel
kens wanneer de vijand de activiteit van de
Duitsche kaperschepen trachtte te belemmeren,
leverden Duitsche oorlogsschepen met hem zee
gevechten, waaruit zij zelf m.et succes en ten
volle strijdvaardig te voorschijn kwamen, ter
wijl de tegenstander met beschadigingen en
verliezen het tooneel van den strijd moest ver
laten en de dichtsbijzijnde haven moest op
zoeken. Zoo zag zich de vijandelijke leiding
van den zeeoorlog voortdurend voor nieuwe ver
rassingen geplaatst. Aan deze gevechtshande
lingen der marine, in vereeniging met de aan
vallen der luchtmacht, viel een aanzienlijk
aantal Britsche oorlogsschepen ten offer. Door
de marine werden 12 torpedojagers, 8 duikboo-
ten, 9 hulpkruisers, 3 kanonneerbooten en 63
kleine oorlogsvaartuigen, door de luchtmacht
ln totaal 32 verschillende eenheden der Brit
sche marine tot zinken gebracht. De totale
tonnage van deze tot zinken gebrachte oorlogs
schepen bedraagt rond 190.000 ton
In nog veel grootere mate kreeg de Britsche
koopvaardij de gevolgen van de nieuw veroverde
breede en dicht bij Engeland gelegen bases te
bespeuren, In samenwerking met duikbooten
van de Italiaansche marine hebben Duitsche
duikbooten haar successen steeds meer opge
voerd. De stijgende cijfers betreffende tot zinken
gebrachte schepen beteekenen een aantasting
van de levensaders van het Britsche eiland.
Voor de eerste maal konden ook door bewa
pende koopvaardijschepen in overzeesche wate
ren vijandelijke schepen voor goeden prijs ver
klaard en naar Duitsche havens opgebracht wor
den. Tegelijkertijd brachten Duitsche gevechts-
en duikvliegers door onvermoeide aanvallen op
Britsche convooien en afzonderlijk varende
koopvaardijschepen den tegenstander ernstige
verliezen toe. Van IJsland tot de Noordkust van
Afrika bewaakte de gewapende luchtverkenning
het Atlantische luchtruim en verlichtte door
haar lange-afstandsmeldingen de zware taak
der Duitsche onderzeebooten.
Daarnaast verloor Engeland van 25 Juni
tot het einde van het jaar aan eigen of in
zijn dienst varende koopvaardijschepen als
gevolg van gevechtshandelingen der Duit
sche marine 3.200.000 br.ton en door ge
vechtshandelingen van de Duitsche Lucht
macht meer dan 700.000 br.ton, dat is in to
taal meer dan 3.900.000 br.ton.
Daaronder zijn de resultaten van het leggen
van mijnen, dat zich tot de verst verwijderde
zeeën heeft uitgestrekt, tot dusver nog slechts
voor een klein deel begrepen. Nog meer is voor
den vijand uitgevallen door de beschadiging van
minstens 264 koopvaardijschepen van ruim 2
millioen br.ton in totaal. Deze resultaten wer
den met slechts geringe verliezen der marine
behaald. Zij bedragen sedert den 25en Juni 3 tor
pedobooten, 5 mijnenvegers, 8 duikbooten en 12
kleinere oorlogsvaartuigen. Een deel der ver
loren gegane schepen kon gelicht en weer in
dienst gesteld worden. Overigens zijn de verlie
zen in het kader van het bewapeningsprogramma
der marine, dat met inbegrip van de zwaarste
slagschepen ongestoord verder werd uitgevoerd,
niet slechts gecompenseerd, doch de marine kon
integendeel op het punt van slagvaardigheid be
langrijk versterkt worden
Door gebruik te «naken van alle beschikbare
middelen heeft de Duitsche luchtmacht na be
ëindiging van den veldtocht in Frankrijk een
paar weken den opmarsch voor den concentri-
schen aanval op de Britsche eilanden voltooid.
Sedert Mei heeft de Engelsche luchtmacht in
nachtelijke vluchten Duitsch Rijksgebied aan
gevallen, en daarbij vrijwel uitsluitend niet-
militaire doelen getroffen.
Den 8en Augustus begon de Duitsche vergel
ding voor een vorm van den luchtoorlog, die
Duitschland noch gewild noch aangevangen
heeft, ofschoon alle voordeelen aan Duitschen
kant lagen. Sedert dien hebben Duitsche ge
vechtsformaties in meer dan 130 grootscheepsche
aanvallen telkens tusschen de 100.000 en 700.000
kg. bommen uitgeworpen. Ofschoon reeds een
aantal vijandelijke aanvallen op Berlijn vooraf
was gegaan, werd de eerste vergeldingsaanval
op de Britsche hoofdstad pas den 7en Septem
ber ondernomen. Sindsdien heeft Londen mee
gemaakt, wat aan de Duitsche steden was toe
gedacht. Meer dan 450 maal luchtalarm en meer
dan honderd Duitsche aanvallen, waaronder
eenige van geweldigen omvang, hebben het nor
male leven van deze stad gestoord en haven
installaties, kaden en opslagplaatsen vernield.
Sedert den 15en November strekken de Duit
sche luchtaanvallen zich ook uit tot andere cen
tra van de Britsche oorlogsindustrie. In 80 aan
vallen in groot verband en 325 andere aanvallen
op belangrijke industrieele bedrijven is de Brit
sche bewapening, in het bijzonder in het Mid-
den-Engelsche industriegebied zoo zwaar getrof
fen, dat de vermindering der productie voor
Engeland gevaarlijke afmetingen aanneemt.
Daarnaast werd echter ook door 350 aanvallen
op de belangrijkste havens aan den Britschen
invoer en de capaciteit van deze invoerhavens
zeer ernstige schade toegebracht. Ver over de
duizend kleine aanvalsacties richtten zich tegen
militaire doelen als vliegvelden, troepenkampen,
tankparken, graanpakhuizen, electrische centra
les en verkeerswerken.
Tijdens deze vrijwel ononderbroken bombar
dementen daagden formaties jagers en jacht-
kruisers den tegenstander tot luchtgevechten
uit en brachten hem zware verliezen toe. Zij
beveiligden door haar escorte de gevechtsfor
maties op de heen- en de thulsvlucht. Sedert
den 25en Juni heeft de vijand aan vliegtuigen
ongeveer het drievoudige verloren van de ver
liezen der Duitsche luchtmacht.
Sedert den 24en October hebben ook esca
drilles van de Italiaansche luchtmacht zijde aan
zijde met de Duitsche formaties met succes
aan de aanvallen op Engeland deelgenomen.
Vèrdragend geschut van het leger en de ma
rine slaagde er herhaaldelijk in convooien, die
door het Kanaal trachtten te varen, met ver-
Hezen voor den tegenstander uiteen te drijven.
Met goed gevolg werden ook militaire doelen in
het gebied van Dover en ten Zuiden van Lon
den aangevallen. Het vèrdragend geschut var
den vijand beantwoordde het vuur slechts rfu
en dan en zonder eenige uitwerking.
Terwijl de Duitsche luchtmacht sedert den
8en Augustus meer dan 43 millioen kg. bri
santbommen en meer dan 1.600.000 kg.
brandbommen in meer dan 2.000 aanvals
acties op strategische doelen van het Brit
sche eiland heeft geworpen, bedroeg de door
den vijand uitgeworpen bommenlast slechts
rond een vijfentwintigste deel van deze hoe
veelheden.
Het meerendeel der vijandelijke bommen
kwam terecht op woonwijken, o.a. op 30 zieken
huizen en lazaretten, alsmede op 40 kerken en
kerkhoven. De aangerichte militaire en oorlogs-
economische schade is daarentegen gering. De
Duitsche oorlogseconomie heeft er, over het ge
heel genomen, niet in het minst schade door
ondervonden.
In tegenstelling met de strenge Engelsche
censuur werden neutrale dagbladcorresponden
ten in Duitschland in de gelegenheid gesteld,
zich van de uitwerking der vijandelijke aanvallen
in de volgens officieele Engelsche berichten
bijzonder zwaar getroffen Duitsche steden te
overtuigen. Van week tot week worden in En
gelsche berichten hevige aanvallen op Duitsche
steden gemeld, waarop geen enkele bom is ge
vallen ja, waarboven niet eens gevlogen Is.
De strijd tegen Engeland gaat voort. Tot dus
ver Is de uitwerking veel grooter dan uiterlijk
is te zien. Het jaar 1941 zal daarvan het bewijs
brengen. Zekér van de overwinning, sterker en
beter uitgerust dan ooit ziet de weermacht het
komende jaar tegemoet.
STOCKHOLM, 2 Jan. (DN.B.) Een eigen
correspondentie van Svenska Dagbladet uit
Londen meldt, dat de bekende Amerikaansche
krantenuitgever Hearst zijn kunstverzamelingen
wil veilen.
Het blad verklaart dat dit wellicht de groot
ste kunstverkooping wordt, die ooit gehouden is.
Hearst heeft zijn schatten in meer dan vijftig
jaar uit alle deelen der wereld bijeengebracht.
Twee der bekendste warenhuizen, Gimbels en
Sachs op Fift Avenue te New York, hebben
ieder een geheele verdieping voor de uitstalling
en verkooping van de verzameling beschikbaar
gesteld. Deze bevat o.a. een geheel Spaansch
klooster, dat steen na steen in 14.000 kisten
verpakt werd, die sinds jaren in een pakhuis
van zes verdiepingen te New York staan. De
kosten van aankoop, verpakking en verzending
bedroegen destijds een millioen dollar.
De veiling omvat bovendien o.a. nog Engel
sche heerenhuizen, Fransche en Nederlandsche
kasteelen, voorts een ongelooflijk aantal mid-
deleeuwsche geschilderde glazen, manuscripten,
gobelins, schilderijen, meubelen, juweelen, tapij
ten, autographieën enz.
BERLIJN, 2 Jan. (A.NP.) De door een
zeker deel van de buitenlandsche pers versprei
de geruchten, als zouden de „diplomatieke be
trekkingen" tusschen Duitschland en Frankrijk
verbroken zijn, qualificeerde men vandaag in
„Gratior (est) pulchro veniens in corpore vir
tus. De deugd is beminnelijker, wanneer zij voor
komt in een schoon lichaam" (Virg. Aeneis. V.
344). Evenzeer schittert in de jeugd de stout
moedigheid van de lichaamskracht als van de
deugd der ziel, indien er in de diepte van het
hart een wil kiemt, die in de vrees van God bet
begin vindt van de wijsheid, die den levensweg
met licht overstraalt.
Ook het leven in een mededinging, een wed
loop naar de toekomst, die gij aanvoelt in uw
bloed, in de kloppingen van uw hart en in de
droomgezichten van uw geest.
Van den rand van den weg ziet gij een doel,
dat dient te worden veroverd; gij zoekt rondom
u naar iemand, die u zou kunnen leiden en
vergezellen, die u tusschen het kwaad en het
goed aanwijst wat het beste is, en die u langs
het pad van de deugd opleidt. GIJ zoekt een
moeder, die uw meesteres zou zijn meer voor de
ziel en den geest dan voor het lichaam en de
stof. En waar hebt gij deze moeder en deze
minzame meesteres gevonden? Waar hebt gij van
haar een leven gekregen, niet van bloed «naar
van geest? Een leering, die u den diepen oor
sprong en de verheven bestemming van uw ziel
openbaart?
Als kleine kinderen, ternauwernood geboren,
werd gij gedragen naar de kerk; het reinigings
water stroomde over uw hoofd en voorhoofd;
het zout der wijsheid werd op uwe lippen neer
gelegd; uw borst werd gezalfd met de olie des
heils; uw ziel, gezuiverd van de erfzonde, werd
bovenmenschelijk omgevormd tot een engel des
hemels. Wie verwezenlijkte dit wonder in u?
Wie deed u herboren worden? Wie schonk u een
nieuw leven, dat uw vader noch uw moeder u
konden geven door het bloed?
De Bruid van Christus, de Heilige Kerk, was
de moeder van uw zielen die u, haar kinderen,
met paradijselijke liefde op uw voorhoofd zoen
de en u tegen haar boezem drukte als de kin
deren van het bloed gestort door haar Godde-
lijken Bruidegom, die u lief had en Zich voor u
aan den dood overleverde
Door het gebaar en het woord van haar pries
ter verricht zij in u dit groot mirakel van de
goddelijke genade; mysterie van de verloste ziel,
afgrond van Gods rechtvaardigheid en barmhar
tigheid in uw zaligmakende uitverkiezing door
het herstellend Doopsel. Alsdan maakte de ge
nade met de bloemknoppen van het geloof, van
de hoop, van de liefde en van al de andere in
gestorte deugden u deelachtig aan de goddelijke
natuur; en gij antwoorddet, door den mond van
uw peter en meter, aan onze Moeder de Heilige
Kerk, die u vroeg uw geloofsbelijdenis af te leg
gen, dat gij geloofdet in God, den Vader almach
tig, Schepper van hemel en aarde; dat gij ge
loofdet in Jezus Christus, Zijn ecnigen Zoon,
onzen Heer, die geboren werd en geleden heeft;
dat gij geloofdet in den Heiligen Geest, in de
Heilige Katholieke Kerk, de gemeenschap der
heiligen, de vergiffenis der zonden, de verrijzenis
van het vleesch en het eeuwig leven.
Maar indien de Kerk voor u een liefderijke
Moeder was in het Doopsel, in het Vormsel was
z;j v. een bemoedigende Meesteres, u bevestigend
en versterkend in het geloof en in de deugd tegen
de geestelijke vijanden, die uw verstand be
dreigen en uw wil om het goede te doen. Door
de wonderbare gaven van den Heiligen Geest,
omkleedde zij u, als soldaten van Christus, als
kruisvaarders, ridders van het geloof en van de
deugd, met die goddelijke wapenrusting, waar
over de Apostel Paulus in zulke verheven bewoor
dingen sprak in zijn brief aan de Ephesiërs, wan
neer hij de eerste christenen aanspoorde tot den
strijd tegen de machten der duisternissen (Verg.
Eph., VI, 10 vlg.). Ziedaar, o jongelingen, het
proefveld voor uw christelijke waardigheid,
waartoe de Kerk, Moeder en Meesteres van hel
den, u leidt en opvoedt.
De jeugd, steeds geneigd er zich op te
beroemen, dat zij niets vreest, vreest noch
tans dikwijls en is er voor beducht niet
modern genoeg, niet op de hoogte van haar
tijd te schijnen, of, zooals sommigen zeggen,
niet „a la page" te zijn. Maar de ware
Christen is steeds op de hoogte van alle
tijden.
Ontwikkelt de jeugd zich niet stoutmoedig, èn
voor het Vaderland dat zij vurig bemint en
trouw steunt en verdedigt, èn voor het geloof in
de strijdende gelederen van het christelijk leven?
Wilt gij, Katholieke jongelingen, zijn zooals het
huidig uur dit vereischt, zooals zij zijn moeten
in de eeuw waarin de Heer u deed leven en
werken?
Hebt vooral dit geloof, dat met „het hart ge
looft om gerechtvaardigd te worden en met den
mond belijdt om zalig te worden" dat verlicht
geloof, rationabile obsequium vestrum (Rom. X,
de Wilhelmstrasse als volkomen onzin; zulks
in antwoord op vragen van persvertegenwoor
digers. Zuiver juridisch kunnen de betrekkingen
tusschen Duitschland en Frankrijk onder de
huidige omstandigheden in het geheel niet als
„diplomatiek" aangeduid worden, ofschoon deze
betrekkingen zich niet uitsluitend tot een wa
penstilstandscommissie beperken, doch daar
naast en bovenden door de benoemde buiten
gewone ambassadeurs Abetz en de Brinon waar
genomen worden. Overigens zijn, naar men hier
in dit verband betoogt, in de verhouding tus
schen Duitschland en Frankrijk, die sedert de
ontmoeting van den Führer met maarschalk
Pétain in grondtrekken bekend is, geenerlei wij
zigingen ingetreden.
BERN, 2 Jan. (Stefani) De nieuwe Zwitser-
sche Bondspresident, Wetter, heeft op Nieuw
jaarsmorgen zijn ambt aanvaard. In een bood
schap aan het land laat hij de waarschuwing
hooren, dat de toekomst ook Zwitserland nog
veel zwaardere ontberingen dan die van het
cogenblik kan opleggen. De jongste gebeurtenis
sen hebben getoond, dat, hoewel Zwitserland
nauwgezet zijn neutraliteit in acht heeft geno
men ook directe oorlogsschade het land niet ge
spaard is gebleven Maar Zwitserland zal zijn
plicht blijven vervullen. Ten slotte betoogde de
president, dat er naar gestreefd dient te worden,
op elk gebied de productie op te voeren.
De Bondsraad is thans als volgt samengesteld:
Wetter, bondspresident en leider van het depar
tement van Financiën; Etter, vice-president en
leider van het departement van Binnenlandsche
Zaken; Pilet, leider van het departement van
Buitenlandsche Zaken; Celio, Posterijen en
Spoorwegen; Stampfli, Economische Zaken; Von
Steigner, Justitie en Politie, en Kobelte, leider
van het militaire departement.
10), de redelijke hulde van uwentwege, die vuur
veronderstelt in het hart en licht in het ver
stand; licht dat bij machte is, aan uzelf en
aan anderen te bewijzen, niet de onuitsprekelijke
verborgen waarheid van de geheimen, die God
geopenbaard heeft, maar de verstandelijke rede
nen van haar geloofwaardigheid. Men zou im
mers niet gelooven, indien het verstand niet zag.
dat men gelooven moet.
Hebt een breed en hartelijk geloof, met alle
natuurlijk licht bevriend, dat, verre van vijandig
te staan tegenover den vooruitgang van de we
tenschappen en van de kunsten, vooruitrukt
naar de uitgestrekte velden, die openliggen vooi
't verstand, om daarna samen te werken bij 't
zoeken van 't Ware, van het Goede, van het
Schoone, mits gij u steeds hoedt voor gevaarlijke
afwijkingen. Gij zijt jong; maar zooals de Apos
tel Paulus het aan de Ephesiërs zeide: weest
geen „kinderen meer als een vloed bewogen en
heen en weer gedreven door eiken wind der
leering, door bedriegerij der menschen. door
sluwe verleiding tot dwalingen!" (Eph. IV, 14).
Hebt een eerlijk en verstandig geloof, zonder
vooroordeelen, dat het bijgeloof misprijst en het
menschelijk opzicht overwint, dat zich niet door
bedreigingen of spotternijen laat ontmoedigen
en zich evenmin laat verlokken door kortstondige
winsten of eerbetuigingen. Hebt een blijmoe
dig en broederlijk geloof, en dat met uw immer
groeiend geloofd in eenieder van u de liefde
overvloedig worde (II Thess. I 3).
Uw geloof zij er een, dat zich niet opsluit
in zijn ivoren toren, maar dat zich in een min-
zamen geest van „kameraadschap" inspant om
in zijn midden de harten te veroveren en de
zielen te winnen voor Jezus Christus. Hebt
ten slotte een moedig en strijdend geloof, zooals
het past aan hem, die vertrouwen heeft in
Christus, overwinnaar van de wereld. Zulke
jongelingen, zulke athleten zijn er thans noodig.
Er was een tijd toen de Katholieke jongeman,
zonder tegenstand of gevaar, zijn geloof kon
beleven. Het was hem, om zoo te zeggen, moge
lijk zich te laten aantrekken en meevoeren met
al wat hem omringde en waarin hij zich be
woog als een lenige en buigbare bloem drijvende
op de golven van het christendom.
Heden ten dage heeft de wind van het laïcisme
over de wereld gewaaid; hij is doorgedrongen tot
in al de werelddeelen en is reeds zoo diep in de
zielen van de volkeren binnengeslopen, zelfs van
degenen, die 't meest traditioneel Katholiek zijn,
dat de christelijke jongeling, midden in de sa
menleving, om zijn geloof levendig te bewaren,
de stoutmoedigheid moet hebben stroomop
waarts te varen tegen den geweldigen vloed van
materialisme, van godsdienstige onverschillig
heid, van zinnelijkheid, van teugellooze genot
zucht. Maar waar die mannelijke stoutmoedig
heid gevonden, die niets anders is dan een hei
lige durf, tenzij bij een met een onverschokken
geest en hoop bezielde jeugd, bij een sterke en
wijze, edele en reine jeugd als de uwe? .Tu ne
cede malis, sed contra audentior ito". „Wat u
betreft, geef niet toe aan het kwaad, maar ga
daarentegen met meer durf vooruit." (Virg.
Aeneis. VI, 95).
Ziet rondom u en zegt mij of gij, die op
gevoed wordt in de hemelsche dingen, voor
den dienst en de liefde tot Jezus Christus
niet zoudt durven wat anderen durven en
uitstaan voor een aardsch en broos iaeaal.
Ziet rondom u en zegt mij of het geen schan
delijk schouwspel zou zijn te moeten zien, dat
de jeugd „zonder God" vaker en vu
riger aan God denkt, om Hem te loochenen en
te doen verloochenen, om Hem te haten en te
doen haten, dan gij, Katholieke jongelingen, om
Hem te beminnen en te dienen en Hem te doen
dienen en beminnen. Laat ons, dierbare zonen,
aan eenieder van u herhalen, wat tot een jongen
overwinnenden boogschutter werd gezegd:
„Macte nova virtute, puer: sic itur ad astra.
Wapen u met nieuwen moed, knaap, zoo klimt
men op tot de sterren." CVig. Oeneis IX, 541).
Is de Kerk Moeder en Meesteres, dan is de
leer, die uw aalmoezeniers u voorhielden niets
anders dan de leer van Christus, eenigen Mees
ter van de Kerk, zooals Hijzelf het zeide aan
Zijn Apostelen, de toekomstige boodschappers
van het Evangelie: „Magister vester unus est,
Christus. Gij hebt slechts één Meester, Chris
tus". (Matth. XXVIII, 10). En welke Meester!
Een Meester, die de Menschgeworden Wijsheid
zelve van God is, eeuwig, oneindig, „door Wien
alles gemaakt werd en zonder Wien niets ge
maakt werd van al wat bestaat" (Jo. I, 3), die
de sterren vooruitstuwde in haar loop door
het hemelgewelf, die den weg van de zon, van
de aarde, van de planeten afbakende en de we
reld overleverde aan t oog van het menschelijk
verstand om, zonder er ooit volledig in te sla
gen, de geheimen te ontsluieren, die Zijn hand
in den schoot der natuur heeft opgeborgen.
En nochtans heeft deze Meester, in Wien al
de schatten van de wijsheid en van de weten
schap zijn (Col. II, 3), ons noch de beweging
van de hemelen, noch den bouw van de sterren,
noch de verborgen wonderen van het heelal ge
leerd; maar, uit den hemel op de aarde neer
gedaald, zocht Hij de ellendige zonen van Adam
slechts op, om wille van het beeld en de gelij
kenis die Hij van Zich, met den Vader en met
den Heiligen Geest, op het voorhoofd van Adam
had gedrukt, met wiens natuur Hij Zich daarna,
om hem uit zijn val te doen opstaan, in het
middelpunt van de eeuwen, omkleedde
Gelijk geworden aan de menschen, zocht Hij
de zielen in de menschen; wijl de ziel de bron
is van 's menschen adel en grootheid en van
zijn onsterfelijke lotsbestemming.
Christus openbaarde aan den mensch God in
de Drieëenheid van de Personen, en tegelijker
tijd openbaarde Hij den mensch aan zichzelf,
opdat hij zou weten en gelooven, dat het eeuwig
leven hierin bestaat, den Vader, die in de he
melen is, te kennen als den eenig waren God, en
Dengene, Dien Hij gezonden heeft, Jezus Chris
tus." (Jo. XVII, 8).
HELSINKI, 2 Jan. (D.N.B.). Staatspresident
Ryti is heden begonnen met de besprekingen
over de vorming van een nieuw kabinet. Zooals
wordt verklaard is heden nog geen beslissing te
verwachten.
SJANGHAI, 2 Jan. (D.N.B.)De overlevenden
van de tien Engelsche of voor Engelsche reke
ning varende schepen, die in den Stillen Oceaan
door een Duitschen kaper tot zinken zijn ge
bracht, zijn volgens berichten uit Melbourne
reeds van het eiland Emeraoe naar Australië
overgebracht. Zij verklaarden, dat hun behan
deling door de Duitschers goed geweest is.
BERLIJN, 2 Jan. (D.N.B.). Bij de jaarwisseling
zijn telegrafische gelukwenschen gewisseld tus
schen den Führer en talrijke staatshoofden en
regeeringschefs, zoo tusschen den Führer en
den Koning van Italië en Albanië, Keizer van
Abessinië.
Aan Mussolini heeft Hitier het volgende tele
gram gericht:
„Bij den aanvang van het nieuwe Jaar gedenk
ik u, Duce, in hartelijke verbondenheid. Het
komende jaar zal het nationaal-socialistische
Duitschland en het fascistische Italië in onwrik
baar vertrouwen en ijzeren vastbeslotenheid zien
strijden tot de beslissende nederlaag van den
vijand. In dezen geest groet ik u, Duce".
Mussolini antwoordde met het volgende tele
gram: „Ik dank u voor den groet en de wen-
schen, die ge mij hebt doen toekomen en die ik
met dezelfde hartelijkheid beantwoord. Ook in
het jaar 1941 zullen onze revoluties en onze
volken in beproefde, broederlijke kameraadschap
gemeenschappelijk naar de overwinning opruk
ken en strijden".
De Duitsche minister van Buitenlandsche Za
ken, von Ribbentrop, heeft gelukwenschen doen
toekomen aan Mussolini, den Japanschen mi
nisterpresident, Konoje den Japanschen mi
nister van Buitenlandsche Zaken, Ciano. en den
Japanschen minister van Buitenlandsche Zaken,
Matsoeoka. Verder heeft hij de gelukwenschen
van den Roemeenschen staatsleider, Antonescoe,
den Slowaakschen minister-president, Tuka, en
den Hongaarschen minister van Buitenlandsche
Zaken, Csaky, hartelijk beantwoord.
CRISTOBAL, (Panama-kanaalzone), 2 Jan.
(D.N.B.). In den nacht van 30 op 31 December
heeft een troep beschonken Engelsche matrozen
het officieele schild van het Duitsche consulaat
alhiér afgerukt en aan den vlaggestok van het
consulaat de Britsche vlag geheschen. De Ame
rikaansche politie der Kanaalzone heeft later
aan boord van een Engelsch schip het consu-
laatschild kunnen opsporen. Twee matrozen, die
worden verdacht, de daders te zijn, werden ge
arresteerd.
Het gebeurde heeft hier veel opzien gebaard,
daar het niet het eerste exces is, waaraan Brit
sche matrozen zich bij het passagieren in de
Kanaalzone hebben schuldig gemaakt. De gou
verneur der Kanaalzone heeft den Duitschen
consul zijn leedwezen naar aanleiding van het
gebeurde betuigd en medegedeeld, dat de daders
strafrechtelijk vervolgd zullen worden.
ROME, 2 Jan. (DN.B.). In Italiaansche poli
tieke kringen alhier verklaart men ten aknzien
van den Nieuwjaarswensch, dien president
Roosevelt aan den Koning-Keizer heeft gezonden,
dat zulk een telegramwisseling behoort tot de
gebruikelijke bewijzen van hoffelijkheid. Waar
Roosevelt voor Italië een vrede in gerechtigheid
hoopt te zien komen, vindt deze wensch nier een
gunstig onthaal, vooral omdat de as de uitdruk
king „vrede in gerechtigheid" heeft geschapen
en daarvoor steeds op de bres stond. Zuik een
vrede beteekent voor Italië natuurlijk vrijheid
zijner verbindingswegen, vrijheid ter zee en be
vrijding voor Europa van elke Britsche inmen
ging of voogdij.
BELGRADO, 2 Jan. (DN-B.) In alle dee
len van Joego Slavië is het weer plotseling om
geslagen. Op Nieuwjaarsdag werden tempera
turen tot twaalf graden boven nul gemeten, ter
wijl het nog kort te voren vrijwel overal twintig
graden vroor. Het gevolg was dat de sneeuw
ging smelten.
Een onaangenaam uitvloeisel vormt een he
vige griepepidemie, die ten deele kwaadaardig
van karakter is. Naar schatting zijn er alleen
in Belgrado al 60.000 patiënten.
MOSKOU, 1 Jan. (Tass). Het jaar 1940,
aldus vangt een hoofdartikel in de „Prawda"
aan, zal in de geschiedenis geboekstaafd blijven
als een jaar dat rijk was aan groote gebeur
tenissen.
Na gewezen te hebben op hetgeen in het
afgeloopen jaar door de Sovjet-Unie bereikt is,
vervolgt het blad: „Wij mogen ons niet tevre
den stellen met hetgeen tot stand is gebracht.
Onder de omstandigheden van den tweeden
wereldoorlog hebben de imperialistische staten
door middel van een algemeene militarisatie
de vervaardiging van wapens van allerlei aard
ontzaglijk uitgebreid.
Het oorlogsgevaar voor ons land is toegeno
men, de internationale toestand is bijzonder
ingewikkeld geworden en er kan zich van alles
voordoen. De eisch van het nieuwe jaar 1941 is,
dat bij al ons werk de defensiebei angen van
het land van het socialisme steeds en overal
op den voorgrond staan. Hiermede moet bij al
ons werk rekening worden gehouden en cit
moet voor iederen burger van den Sovjetstaat
de hoogste wet worden."