Diefstal van f5.000.-? [940 Albert Servaes bekroond Uit andere bladen STAD Halchef A. Tol met pensioen Tuinbouwveilingen in H Ernstig spoorwegongeluk Midden- en Zuid-Oost Engeland gebombardeerd Artillerie actief aan front van Bardia Aanvallen op Liverpool en andere steden Britsche aanvallen op Duitschland VRIJDAG 3 JANUARI 1941 Of was het een geschenk De Groote Prijs der Plastische Kunsten SCHAKEN NATIONALE WEDSTRIJDEN TE BEVERWIJK IJMUIDEN WAT 1940 ONS BRACHT Populair en plichtsgetrouw ambte naar verlaat het visscherijbedrijf BEVERWIJK Stijging van den omzet in het tweede halfjaar VELSEN Wat gevonden werd Van oude en nieuwe schoenen UIT AMSTERDAM Doodelijke val in een kelder De oude truc met distributie bonnen Tentoonstelling Quiryn van Tiel Rijwieldief aangehouden Op de lijn BredaRoosendaal Duitsch weermachtsbericht Italiaansch weermachtsbericht Slachtoffers van de duisternis Engelsche bomaanvallen Geen taatbeperkingen meer in ver keer met België en Luxemburg De achtergrond van de zaak, welke gisteren door de Haarlemsche rechtbank werd behandeld tegen een 34-jarigen magazijnbediende, die, zoo als elders reeds in het kort gemeld, ervan werd verdacht op 15 Mei een bedrag van 5.000 te hebben gestolen of verduisterd, was wel een zeer tragische. Om negen uur des morgens werd een inspecteur van politie gewaarschuwd, dat er in een woning te Haarlem eenige menschen plotse-» ling waren overleden. Het waren de directeur eener N.V., zijn vrouw en zijn kind. Toen de in specteur de woning betrad waren daar de dienst bode. haar verloofde, die thans in het verdach tenbankje zat. en de schoonvader van den over ledene. Verdachte kwam wel meer ten huize van zijn directeur, niet alleen als verloofde van 't dienst meisje, maar ook om verschillende werkjes op te knappen. Ook den avond tevoren was hij er ge weest. Zijn directeur had hem toen een sigaret tenkoker en eenige andere voorwerpen ten ge schenke gegeven. Hij gaf hem bovendien een kistje met sieraden in bewaring, dat hij naar een bepaald adres moest brengen. En tenslotte ont ving verdachte een bedrag van 10.000, waarvan hij 5.000 aan diens schoonouders moest afdra gen. Het was om de andere ƒ5.000, dat ver dachte gisteren terechtstond. Volgens zijn eigen verklaring had hij dit geld in gesloten enveloppe ontvangen. Zijn directeur had hem toen gezegd, dat hij den inhoud kon gebruiken in het geval hij zonder betrekking zou komen. Eerst eenige weken daarna had hij de enveloppe geopend. In Juni van dit jaar was verdachte wegens gebrek aan werk ontslagen. De schoonvader van den overledene verklaarde, dat hij van verdachte een bedrag van 5.000 had ontvangen, waarna de boekhouder van de firma mededeelde, dat hij, toen 10.000 uit de kas bleek te ontbreken, van meening was, dat de overledene, zooals wel meer gebeurde, dit geld mee naar huis had genomen. Diens moeder vond eenigen tijd na het gebeurde in een blocnote een aanteekening in het handschrift van haar zoon, waarop de nummers van 10 bankbiljetten van duizend. Deze nummers kwamen overeen met die van de biljetten, welke verdachte in bezit had. In antwoord op desbetreffende vragen van den Officier ontkende het dienstmeisje ten stelligste, dat zij of haar verloofde iets uit de safe zouden hebben genomen of de sleutels daarvan in hun bezit zouden hebben gehad. In zijn requisitoir zeide de officier, dat hij er van overtuigd was, dat verdachte het geld uit de safe heeft weggenomen. Het staat voor hem on- omsjootelijk vast, dat verdachte liegt, als hij zegt: Ck heb het geld gekregen, aldus de officier. De overledene kan niet in staat zijn geweest dat geld zoomaar weg te geven. Er was geen enkele reden voor. Verdachte droeg dus een bedrag van ƒ5.000 bij zich, terwijl hij op geen enkele wijze aan nemelijk kon maken, dat hij dat geld cadeau had gekregen. De officier, die het bewijs wel geleverd achtte, sprak van een lage handeling, gelijkstaande met lijkenroof. En daarom eischte hij een gevangenisstraf voor den tijd van drie jaar. De verdediger, mr. O. H. van Wijk, consta teerde echter in zijn pleidooi, dat er geen spoor van bewijs is geleverd. Waarom verdachte het geld cadeau heeft gekregen? Het gaat hier om gedragingen van iemand, die voor zichzelf en de eijnen geen levenskansen meer zag. Men mag hier geen weldoordachte handelingen verwach ten. Verdachte was nu toevallig bij hem in huis. In den breede weidde de verdediger uit over de getuigenverklaringen, die dikwijls niet klop pen. En dat in tegenstelling met de verklaringer van zijn cliënt, die wel aldoor overeen komen. Spr. concludeered dan ook tot vrijspraak. Uitspraak 16 Januari. De Hoogovenschaakclub organiseert op Zater dag 11 en Zondag 12 Januari a.s. te Beverwijk nationale wedstrijden, waaraan vele bekende Nederlandsche schakers en schaaksters deel nemen. De eeregroepert zijn als volgt samenge steld: Eeregroep A: dr. Max Euwe, A. J. Wijnans, N. Cortlever, C. J. R. Samelius. Eeregroep F: S. Landau, mr. Ed. Spanjaard, mr. G. C. A. Oskam, W. Koomen. Eeregroep dames: mevr. P. KoomenHeems kerk, mevr. C. Rood zant, mej. A. M. v. Scha ik, mej. M. W. Bannink. In de historie van IJmuiden zullen weinig jaren te vinden zijn, welke een meer bewogen karakter dragen en waarin zich meer omwen telingen hebben voorgedaan dan het jaar 1940. Scheepvaart en visscherij, niet ten onrechte genoemd de slagaders van IJmuiden, hebben bjj de transfusie in Mei zooveel bloed verloren, dat het slechts met de allergrootste krachtsin spanning weer mogelijk zal worden om deze bedrijven weer in hun ouden roem en glorie te herstellen. Reeds in de eerste maanden van het jaar, toen ons land werd overvallen door een antarc tische koude en sneeuwval, kwamen telkens weer opnieuw berichten binnen van ernstige verliezen der visschersvloot als gevolg van de oorlogshan delingen. Tal van treilers, die, ondanks de vele mijnenvelden op de Noordzee, dagelijks uit voeren om ons land van visch te voorzien, keer den niet meer terug, terwijl vele andere visschers op de gronden bijzonder onaangename avon turen hebben ondervonden. De buitengemeen felle koude en de beschietin gen, welke de IJmuider visschers hebben getrot seerd, blijken thans slechts een dramatische ouverture te zijn geweest. Zooals bekend, kreeg in de onvergetelijke Meidagen de visschersvloot, welke zich voor een groot deel op de visscherij- gronden bevond, order, naar het Westen op te stoomen en velen van hen weten nog niet, wat er van hun gezin en familie is geworden en omgekeerd. Men kan begrijpen, dat vooral in visschersgezinnen het jaar, dat thans ten einde is, tot in lengte van dagen diep in het geheugen zal blijven gegrift. Honderden en nog eens honderden gezinnen hier ter plaatse wach ten nog met groot ongeduld op het eerste levensteeken, sedert 8 lange maanden, van hun dierbaren. Dank zij de welwillende medewerking van di- pen te incasseeren, aldus de heer Tol, want verse instanties hebben enkele gezinnen reeds gunstige berichten ontvangen. Maar te veel wachten nog op het eerste bericht. Het is voorts de vraag, wat er na den oorlog van onze vis schersvloot zal zijn overgebleven. Daar het vis- scherijbedrijf, met zijn vele en belangrijke nevenbedrijven terecht het hart van IJmuiden wordt genoemd, is deze vraag voor de toekomst van het allergrootste belang. Wanneer de mijnenvelden weer zullen zijn op geruimd, zullen, naar verwacht mag worden, ook weer vele visschers ter visscherij uitvaren. En met deze visschers hunkeren honderden en nog eens honderden arbeiders en emploiyé's van de diverse nevenbedrijven naar het moment dat zij weer aan den slag kunnen komen. De vischhandel ziet eveneens reikhalzend uit naar den dag wanneer de treilers de uitgestrekte vischhallen zullen overladen met hun kostelijk zeebanket, om dit met wagons tegelijk te kun nen verzenden naar binnen- en buitenland. Vooral zij die hun zaken gericht hebben op export maken thans wel bijzonder harde en slechte jaren door. Practisch gesproken weet de vischhandel in IJmuiden niet meer hoe een schelvisch, een heilbot of een tong er uit ziet- De handelaren die tot nu toe in deze branche hun leven hebben weten te rekken, moeten zich, evenals de consument, tevreden stellen met en kele zeer incourante vischsoorten, welke veelal ver beneden de maat zijn en waarvoor thans prij zen worden gegeven, die gemiddeld 8 a 10 maal hooger liggen dan in normale omstandigheden. In het jaar 1940 heeft de vischhandel het be leefd, dat men voor de meest ordinaire visch- soort als bot, die de handel anders negeerde en tegen een prijs van 5 a 10 cent per pond werd verkocht, nu nog tweemaal zooveel geld neerlegt als indertijd voor de meest fijne vischsoort als tong. Dat men 90 cent per pond voor bot be taalt, is in de afgeloopen maanden herhaaldelijk voorgekomen. Dit enkele voorbeeld typeert wel duidelijk den toestand in het visscherijbedrijf en dien van den vischhandel in het bijzonder. Het is een slecht land, waar het niemand goed gaat en dit is thans de leuze van den eenvoudigen binnenvisscher, die van deze unieke gelegenheid dankbaar profiteert en zijn kleine „zoodjes" visch, hoe klein ook (als het maar op visch gelijkt!), tegen formidabele prij zen van de hand ziet gaan in den Rijksafslag Een voor IJmuiden andere belangrijke be drijfstak is wel de scheepvaart. Diverse groote bedrijven teren nog op hun laatste voorraden grondstoffen, maar ook zij zien reikhalzend uit naar het moment, dat het eerste koopvaardij schip weer de pieren binnenstoomt met ijzer erts, hout, cellulose enz. enz. Ook deze groote bedrijven 'met hun belangrijke havenbedrijven hopen, dat spoedig de tijd zal aanbreken, dat ook zijn hun vleugels weer kunnen uitslaan. Ook vele anderen, die niet direct of indireri; bij deze takken van industrie, scheepvaart en visscherij betrokken, zijn, zullen het jaar 1940 niet spoedig vergeten. Even voordat de eerste vischafslag in het nieuwe jaar zou aanvangen, richtte de halchef, de heer A. Tol, zich met een kort woord tot de heeren vischhandelaren en wenschte hun een voorspoedig en gezegend 1941 toe, daarbij den wensch uitend, dat voor den vischhandel spoedig betere tijden zullen mogen aanbreken. Spr. zeide dat hij deze maand den pensioen gerechtigden leeftijd zal bereiken en dat hü met ingang van 1 Februari a.s. den dienst met pen' sioen zou gaan verlaten. Met den heer Tol gaat 'n bekende, populaire en algemeen geachte figuur heen. Hij is tevens de laatste ambtenaar die vanaf de oprichting van den Rijksvischafslag deel uitmaakt van de eer ste bemanning, welke op 1 Juli 1899 werd ge vormd door de heeren F. Schneiders, J. D. Hey- koop, J. Koevoets, J. Merkus, T. Doevendans en F. dé Kort. Nadat de heer Tol aanvankelijk 3 jaar als klerk verbonden was aan de secretarie van Eg- mond, kwam hij op 17-jarigen leeftijd naar IJmuiden om op 16 Juni 1899 als havenklerk in dienst te treden van het op te richten nieuwe Staatsvisschershavenbedrijf. In welken toestand trof u hier bij uw aan komst het visscherijbedrijf aan? vroegen we den heer Tol. Hü fronste eens even zün wenkbrauwen: Ja, luidde zün antwoord, dat was wel even anders dan nu. Ik bedoel nu niet de tüdsomstandighe- den, maar wel de manier waarop toen in IJmui den de visch verkocht werd. In de eerste jaren van IJmuiden's bestaan losten de vischsloepen uit Pemis, Middelharnis en Den Helder hun visch aan de zg. toeristensteigers, waaraan voor heen de loodsbooten gemeerd lagen. In de open lucht werd toen op de hoogte van het clubhuis van het Apostolaat ter Zee de visch verkocht, welke steeds van bijzonder goede kwaliteit was. omdat deze schepjes de visch vlak onder de kust vingen, terwijl zü voor dezelfde vischsoor ten nu 2 dagen moeten stoomen. Dan vertelt de heer Tol ons van de komst van de eerste IJmuider stoomtreiler „Betsy" IJm. 75 van de firma wed. S. I. Groen, hetgeen voor het zeer jonge visscherijbedrijf een nieuw tje was. Weliswaar kwamen reeds Engelsche treilers hun vangsten lossen, doch een IJmuider treiler was voor IJmuiden nog iets nieuws. Aanvankelijk werd de visch te IJmuiden ver kocht door concurreerende afslagploegen, het geen wel eens tot minder prettige toestanden aanleiding gaf. Een open brief van den heer Hermans uit die dagen had bü minister Lely zooveel aandacht, dat besloten werd de visch vanaf 1 Juli 1899 door het Rijk bü afslag te laten verkoopen. De heer Tol zag de kleine houten loods nabü den kop der haven, waar in het begin de visch verkocht werd, uitgroeien tot de machtige halcomplexen waarover het Staatsvisschershavenbedrijf thans de beschik king heeft en welke een lengte hebben van niet minder dan 600 meter. De heer Tol heeft in deze 41 jaren het be- drüf zien geboren worden en alle up? en downs meegemaakt. Met een zekeren trots vertelt de heer Tol van de enorme omzetten in de vischhal tijdens de oorlogsjaren 1914—1918. In 1916, aldus de heer Tol,- bedroeg de omzet niet minder dan f 36.000.000, hetgeen ongeveer 120.000 per dag is. Dit is wel de grootste omzet geweest tijdens het bestaan van den Rijksafsiag. Uitvoerig ver telt hü ons de geschiedenissen, welke zich in die dagen rondom de vischhal afspeelden, hoe sterk de vischprijzen opliepen omdat tegen elkaar werd opgeboden. Toen zag men de meest uit- eenloopende scheepstypen ter visscherij uitvaren. Er waren niet alleen de bekende bomschuiten met hun plompe vormen, den de treilers en visch sloepen, doch velen kochten maar iets wat op een vaartuig geleek om het in een visschersschip te veranderen. Zelfs sleepbooten en binnen- scheepjes werden tegen fantastische prijzen op gekocht om ze zoo snel mogelük tot vischvaar- tuig om te bouwen en ze naar zee te sturen. Fantastisch zün ook de verhalen hoe de rüke vischkoopers uit die dagen letterlijk met hun geld smeten, waarvan vele „aardige verhalen" al of niet aangedikt van geslacht op geslacht over gaan. Maar ook kreeg men in die dagen zware klap- menig schip liep op een mün en van de beman ning keerde dan gewoonlijk niemand meer terug. Vele honderden visschers, waarvan het getal de 800 benadert, hebben in den vorigen oorlog hun gevaarlijk werk met den dood moeten bekoopen. In Juli 1917 werd de heer Tol benoemd tot eersten afslager om op 1 October 1931 bevorderd te worden tot onder-halchef. Bij het vertrek van den heer J. D. Heykoop werd de heer Tol op 1 November 1937 bevorderd tot halchef, welke functie hij tot op heden met groote bekwaam heid en plichtsbetrachting heeft vervuld. Dit bleek ook wel toen hij op 4 Augustus 1938 begiftigd werd met de eere-medaille verbonden aan de orde van Oranje Nassau in goud. Deze onderscheiding verdient hij ten volle. Zijn vak bekwaamheid, zün onpartijdige uitspraken bij kwaliteitsverschillen tusschen reeders eenerzij ds en vischhandelaren anderzijds en ook zijn ver trouwelijke omgang met koopers en verkoopers hebben den heer Tol tot een hooggeachte figuur gemaakt. Dit kwam voorts o.m. duidelijk tot uiting bij zijn diverse jubilea, n.l. zün 25-, 35 en 40-jarig dienstjubileum, welke laatste hij in Juni 1939 onder groote belangstelling mocht vieren. Thans gaat hij het bedrijf voorgoed met pen sioen verlaten wegens het bereiken van den 65- jarigen leeftijd op 12 Januari a.s. Wie zijn opvolger zal zün is nog niet bekend, maar zeker is, dat het niet gemakkelijk zal vallen iemand te kiezen die hem in deze functie zal kunnen evenaren. Nu ook de omzetcijfers van de Vereenigde Veilingen bekend zün, (we hebben ze in ons blad van gisteren gepubliceerd), blijkt, dat de beide Beverwüksche veilingen in 1940, althans wat de groenten betreft, zeer belangrük meer hebben omgezet dan in 1939, n.l. f 309.500. De aardbeien-omzet daarentegen daalde, als gevolg van den mislukten oogst, met niet min der dan ruim f 158.000 beneden den omzet van 1939. In totaal hebben de beide tuinbouwveilingen voor f 1.659.361 omgezet, tegen f 1.507.998 in 1939, zoodat er dan toch nog een stüging van f 137.365 te boeken valt. Uit de maandcijfers blijkt dat de stijging in den groentenomzet zich uitsluitend in het tweede halfjaar voordeed. Nog op 1 Juli was er een achterstand ten op zichte van het vorige jaar, van f 30.000 bij de Ver. Veilingen. Doordat in andere tuinbouw centra de helft van den aanvoer voor export bestemd werd, ontstond een ruimte van den afzet op de binnenlandsche markt en daarvan heeft Beverwijk dankbaar geprofiteerd. Zoo werd b.v. bü de Vereenigde Veilingen in Augus tus voor ruim f 73000 méér omgezet dan in de zelfde maand van 1939. Ter illustratie laten we hieronder de maan- delijksche omzetcijfers over 1939 en 1940 van de Vereenigde Veilingen volgen; achter de maand- omzetten zien we de voor- en nadeelige over schotten opgenomen. Men ziet daaruit, dat de cüfers van 1940 gedurende de eerste zes maan den (met uitzondering van Mei) voortdurend bij die van 1939 ten achter bleven. 1939 1940 1940 Januari 16.219.67 11.685.48 4.534.19 Februari 10.680.53 8.186.62 2.493.91 Maart 12.436.10 10.092.69 2.343.41 April 46.768.46 22.642.52 24.125.94 Mei 47.046.35 59.953.13 12.906.67 Juni 73.914.95 63.882.49 10.032.46 Juli 72.542.81 104.885.80 32.342.99 Augustus 102.593.25 175.679.79 73.086.54 September 60.114.49 120.244.79 60.130.30 October 32.233.92 63.013.49 30.779.57 November 27.564.05 42.999.59 15.435.54 December 16.257.05 38.109.80 21.852.75 Totaal 518.371.63 f 721.376.19 +f 203.004.56 oudt Uw volk in stand sieunl hei grooie gezin. Winterhulp van allen voor allen. De Groote Prijs der Plastische Kunsten, die door den Belgischen Staat is ingesteld en jaar- lijks afwisselend wordt toegekend voor de schil derkunst, beeldhouwkunst, graveerkunst, bouw kunst en sierkunsten, is voor 1939 geschonken aan Albert Servaes, kunstschilder te Sint Mar- tens-Latem, als bekroning van gansch zün werk. Albert Servaes is 57 jaar oud. Als jongen verliet hij het ouderlük huis te Gent om dat zün vader hem het schilderen verbood. Veertien jaren lang leefde hij dan bij een ouden boer te Maxia-Laame, aan de Leie, waar hü geen ander voedsel at dan groen ten, geitenmelk en roggebrood. Doch deze oude, arme man gaf hem in zün leven van eenzaamheid en plichtsbetrachting de schoonste lessen welke hü ooit gekregen heeft en daarmede zoo'n diep geluk en vreugde als in Gods lieven Hemel, Daar leerde Servaes het lief en leed van de armen te lande en uit dien Ujd dateert zijn meesterlüke cyclus „Boerenleven". Er is één grondtrek die op elk oogenblik, van, 1906 tot op heden, de kunst van Servaes ken merkt: hij schildert de wereld niet zooals hij haar positief gevaar wordt, maar wel zooals hü, in een intieme verwerking, denkt en gelooft dat zij is. Op zichzelf beschouwd, zegt Prof. Dr. Edgar De Bruyne in zijn monographie „Albert Servaes en de Vlaamsche Vroomheid", volstaat het vooroorlogsch werk van Servaes met niet alleen van historisch, maar ook van aethetisch standpunt zün naam te vereeuwigen. De eigen aardigheid van Servaes' vooroorlogsch werk verraste zijn gezellen als een openbaring en werd een voorwerp van spot voor den een en een prikkel voor allen. In zün tweede periode, die zich uitstrekt van ongeveer 1914 tot circa 1919, ontdekt Servaes het licht. En onder invloed van zijn mysticisme komt hij tot een nieuwe ontdekking: het licht zal stralen uit de dingen zelf. Aan het Hoofdbureau van Politie werden on derstaande goederen als gevonden aangegeven: Diverse wanten en handschoenen, een regen- PÜ'p met knoopen, een hond (fox, 35 cm., reu, zwart wit, gecoupeerde staa'.t) en een spaniel, (reu, 30 c.m., wit bruin), een broche (zilver, 2 Zeeuwsche knoopen), een autoped, een sjaal, een witte poes, eenige vetbonnen, een R. K. kerk boekje, een Zeeuwsche armband, een paar re genpijpen, een paar schaatsen, een horlogeket ting, een bruin gespikkelde das, een nikkelen heerenpolshorloge, een gouden oo:bel, een rij- wielbelastingmerk, een blauwe kano, een tegen- kapje, een heerenrijwiel, een handwarmer, een damesschoen en een sliklap. In het driemaandelijksche tijdschrift „Berlin— RomTokio" verscheen een verhandeling, ge titeld „Europa fn Afrika", van de hand van dr. Max Clauss( volgens welke verhandeling de oor log o.a. de verlenging van de as BerlijnRome met de as CaïroKaapstad tot resultaat zal moeten hebben. Zoo zou de figuur moeten ont staan van een autarkisch „Doppelkontinent", een innig verbonden Afrika en Europa. De „Deutsche Zeftung in den Niederlanden", die de beschouwingen van dr. Clauss blangrijk genoeg achtte om ze ten deele in haar kolom men over te nemen, zou graag een Nederlandsch oordeel over die beschouwingen vernemen. Het is het „Utrechtsch Dagblad", hetwelk aan dat ver langen tegemoet komt. In een hoofdartikel schrüft het o.m.: „Gooi geen oude schoenen weg alvorens Gij nieuwe hebt". En oude schoenen, in den vorm van tropische leveranciers die produ- ceeren onder Europeesche leiding, heeft Europa en zal het na den oorlog ook di rect van noode hebben. Wie denkt in dit verband niet in de eerste plaats aan Zuid- Oost-Azië, inzonderheid aan Nederlandsch Oost-Indië, waar voor de Europeesche in dustrielanden een tot hooge ontwikkeling ge bracht, uitstekend georganiseerd tropisch grondstoffen- en landbouwgebied ligt, dat in de eerstkomende tijden voor Europa veel belangrijker zal zijn dan Afrika. Anders gezegd, het inschakelen en tot ontwikkeling brengen van sub-tropisch en tropisch Afri ka moge belangrijk zijn, van niet minder groot en zeer zeker van actueeler be lang is het om Nederlandsch Oost-Indië niet voor continentaal Europa verloren te laten gaan. Afrika zal ook naar onze mee ning in de toekomst voor Europa van zeer groote beteekenis worden, maar Zuid-Oost- Azië en vooral Nederlandsch Oost-Indië zijn thans onmisbaar voor ons werelddeel. Trou wens, het feit, dat dr. Clauss' artikel ver scheen in het tijdschrift „BerlinRom Tokio" en niet in een periodiek onder den titel „BerlinRomKapstadt" is voor de huidige politieke zoowel als oeconomische wereldverhoudingen symptomatisch. Ter wille van de toekomst mogen wü het heden niet vergeten; ter wille van de komende EuropeeschAfrikaansche samenwerking mogen wij de bestaande EuropeeschAzia tische banden onder geen voorwaarde uit het oog verliezen. Wij bedoelen hiermede natuurlijk niet te zeggen, dat Dr. Clauss of de „Deutsche Zeitung in den Niederlan den" dit deden of doen, doch wel achten wü het van zeer veel belang om in het door de „Deutsche Zeitung" gevraagde Neder- Albert Servaes aan den arbeid (Archief V.K.P.) De cyclus „Boerenleven" mag als een van de lichtst verstaanbare en meest dichterlijke werken van Servaes aangezien worden. Een volledig programma wordt er in bevestigd: de harmonie tusschen mensch, kerk en natuur, de symbolische beteekenis van het heelal, de alles beheerschende macht van den godsdienst, de innigheid van het huiselijk leven. Verder zijn vooral bekend: de veel omstreden Kruisweg en ten slotte de jongste cyclus, „Het Leven van Maria". De Kruisweg, bestemd voor de kerk van Luythaegen, bij Antwerpen, heeft zijn auteur heel wat last berokkend. Wantrouwen en mis kenning hebben hem doen lijden. Ten slotte moest de Kruisweg uit de kerk whrden verwij derd, doordat hooggeplaatste prelaten de be teekenis er van niet begrepen. Tijdens een wereldtentoonstelling te Venetië werden voor aanstaande kerkvorsten, die er de werken van Servaes bezichtigden, verrast door den ver heven, religieuzen inslag van zijn kunst. De tegenwoordige Paus, destijds Z. Em. Kardinaal Facelli, stelde insgelijks de waarde van zün doeken op prijs en wist ten slotte persoonlij k bü het H. Officie in te grijpen, zoodat het vroegere decreet ingetrokken werd. De kunst van Servaes is, na de bewogen periode welke zij heeft doorgemaakt, geëvo lueerd, nog meer bezonken en tot diepe rust en schoone harmonie gekomen. Zooals Prof. Dr. De Bruyne in zijn reeds hoo ger aangehaalde monographie getuigt, is Ser vaes steeds zichzelf gebleven, „ongekunsteld naïef als een oerkracht en or.weerstaanbaa, oprecht tot in zün fouten toe van opgejaagd- landsche geluid de beteekenis van Neder landsch Oost-Indië krachtig te accen- tueeren." In het centrum der stad is een man, Woens dagavond, misleid door de duisternis, te water geraakt. Hij kon echter spoedig op den wal ko men en kwam er met een nat pak af. In het centrum der stad is een man Woens- avond kort na achten een 37-jarige heer, die op het voetpad wandelde, van een trap, welke naar het sousterrain van een huis leidde, ge vallen. Het slachtoffer is aan de bekomen ver wondingen overleden. Het hjk is naar het Bin nengasthuis overgebracht. Omstreeks het middaguur is in de Kromme Mijdrechtstraat een 32-jarige man in een werk- kuil van de tramremise gevallen Met een lin- kerdijbeenfractuur is het slachtoffer naar het Binnengasthuis overgebracht. Kort na vier uur is Woensdagmiddag in de Frans Halsstraat een 66-jarige voetganger ge struikeld. Hij sloeg tegen den grond en werd met een hoofdwonde en een hersenschudding in het Binnengasthuis opgenomen. Op het politiebureau aan de Mamixstraat bevindt zich een jongeman van 19 jaar, die er van verdacht wordt distributiebescheiden te hebben vervalscht. Achter een verloopen bon zou de jongen een nummer geplaatst en ver volgens getracht hebben deze bon in te wisse len. De jongeman zal voor den officier van justi tie geleid worden. Van 4 tot 23 Januari worden nieuwe schilde rijen van Quiryn van Tiel tentoongesteld in de Kunstzaal van Lier Rokin 126. De opening zal plaats hebben Zaterdagmid dag om twee uur. De politie van het bureau Warmoesstraat heeft een 27-jarigen man aangehouden onder de verdenking van diefstal van een rüwiel. Deze man, een logementbewoner, die reeds eer der met de politie in aanraking is geweest, had eenige maanden geleden in het centrum der stad een fiets gehuurd en haar vervolgens te gelde gemaakt. Berichten reeds geplaatst in een deel van onze vorige oplaag) Op Oudejaarsavond omstreeks kwart over acht is bij het passeeren van den onbewaakten overweg op den z.g. Hoogedonk een truck met trailer, bestuurd door den chauffeur J. van Zundert, uit Zegge, door een uit Breda komen den goederentrein gegrepen. De truck werd van den oplegger afgerukt en kwam in de sloot langs de spoorbaan terecht. De oplegger bleef op de tweede lijn staan. Een personentrein uit Roosendaal is eenigen tijd later tegen den oplegger gebotst. De loco motief ontspoorde, na het voertuig over een afstand van circa veertig meter te hebben medegesleurd. De oplegger werd daarbij volko men vernield, als het ware gemangeld tusschen den goederentrein, de locomotief en de perso- nenwagons. Het mag derhalve een wonder heeten, dat de bestuurder van de truck met trailer geen enkel letsel bekwam. Onder de treinpassagiers zijn geen slachtof fers te betreuren. Wel echter heeft dit ongeluk het leven gekost aan den geleider van den goederentrein, den heer Van Remmen uit 's Hertogenbosch. Deze had zich na de botsing op de spoorbaan begeven teneinde zich te ver gewissen van de gevolgen en werd door den per sonentrein gegrepen. Hü was op slag dood. heid, steeds zwoegend en zoekend naar nieuwe mogelijkheden, allerlei kwellingen en kommer nissen ten spüt, trouw aan zich zelf.... Vlaamsch en dicht bij het cenvoudig-volksche. vroom en aanhankelijk, romantisch doch kloek, werkelijker dan het waarneembare dat niets méér doet dan opdoemen en verschijnen, staaf hij stoer in 't aanschijn der tijden als de dich- ter-schilder van een gansch oorspronkelüke en nieuwe innigheid." Zooals Servaes daar Woont, in zijn origineele woning te Sint Martens-Latem, aan de prach tige Leiebocht, zullen wel weinig kunstenaars wonen. Journalisten zyn er hem gaan felicitee- ren met zijn hooge onderscheiding. Bij den dichterlijken, met fraaie boomen begroeiden oever, bouwde hü zich vele jaren geleden een huis, indrukwekkend en stevig en tevens wij dingsvol als een klein Karthuizerklooster. En daar ontvangt hij met de minzaamheid van den Cisterciënsermonnik, dien hij met zooveel liefde geschilderd heeft, zün rust- en kunst- lievenden bezoeker. En hij leidt hem rond in dit huis. Hier de groote ontvangkamer, als een kapittelzaaltje met een stemmig uitzicht op den tuin. Het moet er bijzonder gezellig zijn tijdens de koude winterdagen, wanneer de schil der er zit naast het knapperend haardvuur en met vaderlijken trots zijn zeven zingende er. musiceerende kinderen gadeslaat. En terwijl Servaes aldus glimlachend een tipje oplicht van den sluier, over zijn gelukkig familiaal leven, leidt hij den bezoeker naar het geweldig atelier, waarin hij zijn kostbare werken heeft opgestapeld. Den bezoeker bevangt het gevoel alsof hij een kerk is binnengetreden. Tegen de hooge wanden prijken de reusachtige ontwer pen van de brandramen, die op de Wereldten toonstelling te Parijs 1937 zooveel succes ge kend hebben. Op het middenstuk de schepping van Adam en Eva, op de zijvleugels: de zonde val en de rehabilitatie. Wat verder tegen den muur. het ontwerp van een wandtapüt, de Evangelisatie van de Roodhuiden door de Gentsche Franciscanen verbeeldende. En dan een haast onuitputtelijke rijkdom van teeke- ningen in kool, de modellen van zijn fresco's en schilderijen in de abdij van Orval, verschil lende doeken uit zijn cyclus van het Maria- leven, boeren- en monnikenkoppen, enz. Maar Servaes is ook de schilder van het Leie-landschap. Dit landschap toont hij den bezoeker in een van zijn geheimzinnigste as pecten: de Leie bij maanlicht. Reuzen-groot rijst de gouden maanbol boven de donkere rivier, die tusschen de gebogen silhouetten der boomen. hare breede golving voortstuwt. Alles is hier mysterieuze betoovering en oerkracht. En zoo is Servaes in al zijn landschappen. Naar aanleiding van de hooge onderschei ding Welke den kunstenaar thans is te beurt gevallen, begroet Vlaanderen in Servaes eer. van zijn waarlijk groote en met züh volk ver groeide kunstenaars. BERLIJN, 2 Januari (D.N.B.) Het opper bevel van de weermacht maakt bekend: Een in den Stillen Oceaan opereerend Duitsch oorlogsschip meldt als partieel resul taat van zijn successen het tot zinken brengen van tien vij-andelijke of in dienst van den vijand varende koopvaarders met eon gezameaiijksn inhoud van 64.155 br. r. t. De bemanningen van de tot zinken gebrachte schepen zijn door het Duitsche oorlogsschip op een eiland in de Stille Zuidzee in veiligheid gebracht. Bij de gewapende verkenning op r.en eersten Januari werd in de nabijheid van Aldebourgh een Engelsch patrouille-vaartuig in brand ge schoten en een ander dergelijk vaartuig ten Oosten avn Ramsgate door voltreffers van bommen zwaar beschadigd. In den afgeloopen nacht hebben Duitsche gevechtsvliegtuigen talrijke voor den oorlog belangrijke doelen in midden en Zuid-Oost- Engeland succesvol met bommen bestookt. Britsche vliegtuigen hebben in den afgeloopen nacht in Noord-West-Duitschland op drie plaatsen bommen laten vallen, die eenige schade aangericht hebben. Vijf personen wer den gedood, verscheidene gewond. Een vijan delijk vliegtuig van het type-Vickers Welling ton werd bij een luchtgevecht neergeschoten. ERGENS IN ITALIË, 2 Jan. (Stefani). Het 209de communiqué van het Italiaansche hoofd kwartier luidt als volgt: In het grensgebied van Cyrenaica bedrüvig- heid van artillerie en patrouilles aan het front van Bardia. In het gebied van Giarabub. het terrein, waar het gevecht is geleverd, waarvan melding is gemaakt in het communiqué van Woensdag, hebben wij wapenmateriaal, munitie en door den vijand achtergelaten vrachtwagens verzameld. Vüandelijke luchtaanvallen op onze vliegvel den in Cyrenaica hebben lichte schade doen ontstaan en geen slachtoffers gemaakt. Het in grijpen van jachtvliegtuigen en het vuren van het afweergeschut was doeltreffend, een vüan- delijk vliegtuig werd neergeschoten. Onze for maties jacht- en aanvalsvliegtuigen hebben tal rijke gemechaniseerde detachementen en een vijandelijke verschansing gebombardeerd en mei mitrailieurvuur bestookt. Al onze vliegtuigen zün teruggekeerd. Aan het Grieksche front operaties van plaat- selük karakter. Ondanks de ongunstige weers omstandigheden hebben onze luchtformaties met succes bommen van klein kaliber geworpen op vüandelijke installaties. In Oost-Afrika plaatselijke acties van patrouil les en artillerie. Vijandelijke vliegtuigen hebben onze plaatsen in Abessinië gebombardeerd zon der schade te veroorzaken. BERLIJN, 2 Jan. (D.N.B.) In den nacht van 1 op 2 Januari zijn kleine formaties van het Duitsche luchtwapen gestart voor den aan val op Liverpool. De weersomstandigheden wa ren, vergeleken met de voorafgaande dagen, iets beter geworden, zoodat de vliegtuigen hun bom men bij tamelijk helder zicht konden neerwer pen en goede successen behaalden. Kleine groe pen en afzonderlük vliegende machines deden aanvallen op militaire en industrieele doelen in een reeks andere steden. O.m. werden Londen, Sheffield, Yarmouth en Harwich met bommen bestookt. BERLIJN, 2 Jan. (D.N.B.) Britsche bom bardementsvliegtuigen zijn in den afgeloopen nacht Noordwest-Duitschland binnengevlogen en hebben op eenige plaatsen brand- en brisant bommen neergeworpen. Militaire schade werd niet aangericht, maar drie fabrieksinstallaties en verscheidene particuliere huizen werden bescha digd. Een der aanvallende toestellen werd door nachtjagers neergeschoten. De duisternis heeft Dinsdagmorgen aan de Troelstrakade te 's-Gravenhage nog een slacht offer geiëscht, buiten den 42-jarigen wielrijder P. M. B. uit de Vier Heemskinderenstraat Ge bleken is n.l. dat om ongeveer denzelfden tüd op de Troelstrakade de 54-jarige voetganger A. M. van der V. uit de Melis stokelaan door de duisternis misleid te water is geraakt. Later werd zün stoffelük overschot bü het dreggen opgehaald. De geneeskundige dienst bracht het lijk over naar het ziekenhuis aan den Zuidwal. Nieuwjaarsdag heeft personeel van de rivier politie te Rotterdam uit de Merwehaven het stoffelijk overschot opgehaald van den 51-jarigen schipper H. de Groot, gewoond hebbende aan boord van het sleepschip „Noordstem", afkom stig uit Groningen. De G. is Maandagavond door de duisternis misleid te water geraakt en verdronken. Het Engelsche luchtwapen heeft, naar het A. N. P. meldt, in den nacht van oud op nieuw een groot aantal brand- en brisantbommen ge worpen. In verhouding tot dit aantal is de scha de aan burgereigendommen niet aanzienlijk. In één plaats zijn drie woonhuizen getroffen en uitgebrand en eenige andere ernstig beschadigd. Een man, een vrouw en een kind werden hier bij zwaar gewond. In drie andere plaatsen zün in totaal drie woonhuizen getroffen. Een brand in een slaapkamer, waar een brandbom was gevallen, is snel gebluscht. In het postverkeer met België en Luxemburg gelden de eenigen tü'd geleden bekend gemaakte taalbeperkingen niet meer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 4