Diefstal van
f5.000.-?
[940
Albert Servaes
bekroond
Uit andere bladen
STAD
Halchef A. Tol met
pensioen
Tuinbouwveilingen in
H
Ernstig spoorwegongeluk
Midden- en Zuid-Oost
Engeland gebombardeerd
Artillerie actief aan
front van Bardia
Aanvallen op Liverpool
en andere steden
Britsche aanvallen op
Duitschland
VRIJDAG 3 JANUARI 1941
Of was het een geschenk
De Groote Prijs der
Plastische Kunsten
SCHAKEN
NATIONALE WEDSTRIJDEN
TE BEVERWIJK
IJMUIDEN
WAT 1940 ONS BRACHT
Populair en plichtsgetrouw ambte
naar verlaat het visscherijbedrijf
BEVERWIJK
Stijging van den omzet in het
tweede halfjaar
VELSEN
Wat gevonden werd
Van oude en nieuwe schoenen
UIT AMSTERDAM
Doodelijke val in een kelder
De oude truc met distributie
bonnen
Tentoonstelling Quiryn van Tiel
Rijwieldief aangehouden
Op de lijn BredaRoosendaal
Duitsch weermachtsbericht
Italiaansch weermachtsbericht
Slachtoffers van de duisternis
Engelsche bomaanvallen
Geen taatbeperkingen meer in ver
keer met België en Luxemburg
De achtergrond van de zaak, welke gisteren
door de Haarlemsche rechtbank werd behandeld
tegen een 34-jarigen magazijnbediende, die, zoo
als elders reeds in het kort gemeld, ervan werd
verdacht op 15 Mei een bedrag van 5.000 te
hebben gestolen of verduisterd, was wel een zeer
tragische. Om negen uur des morgens werd een
inspecteur van politie gewaarschuwd, dat er in
een woning te Haarlem eenige menschen plotse-»
ling waren overleden. Het waren de directeur
eener N.V., zijn vrouw en zijn kind. Toen de in
specteur de woning betrad waren daar de dienst
bode. haar verloofde, die thans in het verdach
tenbankje zat. en de schoonvader van den over
ledene.
Verdachte kwam wel meer ten huize van zijn
directeur, niet alleen als verloofde van 't dienst
meisje, maar ook om verschillende werkjes op te
knappen. Ook den avond tevoren was hij er ge
weest. Zijn directeur had hem toen een sigaret
tenkoker en eenige andere voorwerpen ten ge
schenke gegeven. Hij gaf hem bovendien een
kistje met sieraden in bewaring, dat hij naar een
bepaald adres moest brengen. En tenslotte ont
ving verdachte een bedrag van 10.000, waarvan
hij 5.000 aan diens schoonouders moest afdra
gen. Het was om de andere ƒ5.000, dat ver
dachte gisteren terechtstond.
Volgens zijn eigen verklaring had hij dit geld
in gesloten enveloppe ontvangen. Zijn directeur
had hem toen gezegd, dat hij den inhoud kon
gebruiken in het geval hij zonder betrekking zou
komen. Eerst eenige weken daarna had hij de
enveloppe geopend.
In Juni van dit jaar was verdachte wegens
gebrek aan werk ontslagen.
De schoonvader van den overledene verklaarde,
dat hij van verdachte een bedrag van 5.000 had
ontvangen, waarna de boekhouder van de firma
mededeelde, dat hij, toen 10.000 uit de kas
bleek te ontbreken, van meening was, dat de
overledene, zooals wel meer gebeurde, dit geld
mee naar huis had genomen. Diens moeder vond
eenigen tijd na het gebeurde in een blocnote een
aanteekening in het handschrift van haar zoon,
waarop de nummers van 10 bankbiljetten van
duizend. Deze nummers kwamen overeen met die
van de biljetten, welke verdachte in bezit had.
In antwoord op desbetreffende vragen van den
Officier ontkende het dienstmeisje ten stelligste,
dat zij of haar verloofde iets uit de safe zouden
hebben genomen of de sleutels daarvan in hun
bezit zouden hebben gehad.
In zijn requisitoir zeide de officier, dat hij er
van overtuigd was, dat verdachte het geld uit de
safe heeft weggenomen. Het staat voor hem on-
omsjootelijk vast, dat verdachte liegt, als hij zegt:
Ck heb het geld gekregen, aldus de officier. De
overledene kan niet in staat zijn geweest dat
geld zoomaar weg te geven. Er was geen enkele
reden voor.
Verdachte droeg dus een bedrag van ƒ5.000
bij zich, terwijl hij op geen enkele wijze aan
nemelijk kon maken, dat hij dat geld cadeau
had gekregen. De officier, die het bewijs wel
geleverd achtte, sprak van een lage handeling,
gelijkstaande met lijkenroof. En daarom eischte
hij een gevangenisstraf voor den tijd van drie
jaar.
De verdediger, mr. O. H. van Wijk, consta
teerde echter in zijn pleidooi, dat er geen spoor
van bewijs is geleverd. Waarom verdachte het
geld cadeau heeft gekregen? Het gaat hier om
gedragingen van iemand, die voor zichzelf en de
eijnen geen levenskansen meer zag. Men mag
hier geen weldoordachte handelingen verwach
ten. Verdachte was nu toevallig bij hem in huis.
In den breede weidde de verdediger uit over
de getuigenverklaringen, die dikwijls niet klop
pen. En dat in tegenstelling met de verklaringer
van zijn cliënt, die wel aldoor overeen komen.
Spr. concludeered dan ook tot vrijspraak.
Uitspraak 16 Januari.
De Hoogovenschaakclub organiseert op Zater
dag 11 en Zondag 12 Januari a.s. te Beverwijk
nationale wedstrijden, waaraan vele bekende
Nederlandsche schakers en schaaksters deel
nemen. De eeregroepert zijn als volgt samenge
steld:
Eeregroep A: dr. Max Euwe, A. J. Wijnans,
N. Cortlever, C. J. R. Samelius.
Eeregroep F: S. Landau, mr. Ed. Spanjaard,
mr. G. C. A. Oskam, W. Koomen.
Eeregroep dames: mevr. P. KoomenHeems
kerk, mevr. C. Rood zant, mej. A. M. v. Scha ik,
mej. M. W. Bannink.
In de historie van IJmuiden zullen weinig
jaren te vinden zijn, welke een meer bewogen
karakter dragen en waarin zich meer omwen
telingen hebben voorgedaan dan het jaar 1940.
Scheepvaart en visscherij, niet ten onrechte
genoemd de slagaders van IJmuiden, hebben
bjj de transfusie in Mei zooveel bloed verloren,
dat het slechts met de allergrootste krachtsin
spanning weer mogelijk zal worden om deze
bedrijven weer in hun ouden roem en glorie te
herstellen.
Reeds in de eerste maanden van het jaar,
toen ons land werd overvallen door een antarc
tische koude en sneeuwval, kwamen telkens weer
opnieuw berichten binnen van ernstige verliezen
der visschersvloot als gevolg van de oorlogshan
delingen. Tal van treilers, die, ondanks de vele
mijnenvelden op de Noordzee, dagelijks uit
voeren om ons land van visch te voorzien, keer
den niet meer terug, terwijl vele andere visschers
op de gronden bijzonder onaangename avon
turen hebben ondervonden.
De buitengemeen felle koude en de beschietin
gen, welke de IJmuider visschers hebben getrot
seerd, blijken thans slechts een dramatische
ouverture te zijn geweest. Zooals bekend, kreeg
in de onvergetelijke Meidagen de visschersvloot,
welke zich voor een groot deel op de visscherij-
gronden bevond, order, naar het Westen op te
stoomen en velen van hen weten nog niet,
wat er van hun gezin en familie is geworden
en omgekeerd. Men kan begrijpen, dat vooral
in visschersgezinnen het jaar, dat thans ten
einde is, tot in lengte van dagen diep in het
geheugen zal blijven gegrift. Honderden en nog
eens honderden gezinnen hier ter plaatse wach
ten nog met groot ongeduld op het eerste
levensteeken, sedert 8 lange maanden, van hun
dierbaren.
Dank zij de welwillende medewerking van di- pen te incasseeren, aldus de heer Tol, want
verse instanties hebben enkele gezinnen reeds
gunstige berichten ontvangen. Maar te veel
wachten nog op het eerste bericht. Het is voorts
de vraag, wat er na den oorlog van onze vis
schersvloot zal zijn overgebleven. Daar het vis-
scherijbedrijf, met zijn vele en belangrijke
nevenbedrijven terecht het hart van IJmuiden
wordt genoemd, is deze vraag voor de toekomst
van het allergrootste belang.
Wanneer de mijnenvelden weer zullen zijn op
geruimd, zullen, naar verwacht mag worden,
ook weer vele visschers ter visscherij uitvaren.
En met deze visschers hunkeren honderden en
nog eens honderden arbeiders en emploiyé's van
de diverse nevenbedrijven naar het moment dat
zij weer aan den slag kunnen komen.
De vischhandel ziet eveneens reikhalzend uit
naar den dag wanneer de treilers de uitgestrekte
vischhallen zullen overladen met hun kostelijk
zeebanket, om dit met wagons tegelijk te kun
nen verzenden naar binnen- en buitenland.
Vooral zij die hun zaken gericht hebben op
export maken thans wel bijzonder harde en
slechte jaren door. Practisch gesproken weet de
vischhandel in IJmuiden niet meer hoe een
schelvisch, een heilbot of een tong er uit ziet-
De handelaren die tot nu toe in deze branche
hun leven hebben weten te rekken, moeten zich,
evenals de consument, tevreden stellen met en
kele zeer incourante vischsoorten, welke veelal
ver beneden de maat zijn en waarvoor thans prij
zen worden gegeven, die gemiddeld 8 a 10 maal
hooger liggen dan in normale omstandigheden.
In het jaar 1940 heeft de vischhandel het be
leefd, dat men voor de meest ordinaire visch-
soort als bot, die de handel anders negeerde en
tegen een prijs van 5 a 10 cent per pond werd
verkocht, nu nog tweemaal zooveel geld neerlegt
als indertijd voor de meest fijne vischsoort als
tong. Dat men 90 cent per pond voor bot be
taalt, is in de afgeloopen maanden herhaaldelijk
voorgekomen. Dit enkele voorbeeld typeert wel
duidelijk den toestand in het visscherijbedrijf en
dien van den vischhandel in het bijzonder.
Het is een slecht land, waar het niemand
goed gaat en dit is thans de leuze van den
eenvoudigen binnenvisscher, die van deze
unieke gelegenheid dankbaar profiteert en zijn
kleine „zoodjes" visch, hoe klein ook (als het
maar op visch gelijkt!), tegen formidabele prij
zen van de hand ziet gaan in den Rijksafslag
Een voor IJmuiden andere belangrijke be
drijfstak is wel de scheepvaart. Diverse groote
bedrijven teren nog op hun laatste voorraden
grondstoffen, maar ook zij zien reikhalzend uit
naar het moment, dat het eerste koopvaardij
schip weer de pieren binnenstoomt met ijzer
erts, hout, cellulose enz. enz. Ook deze groote
bedrijven 'met hun belangrijke havenbedrijven
hopen, dat spoedig de tijd zal aanbreken, dat
ook zijn hun vleugels weer kunnen uitslaan.
Ook vele anderen, die niet direct of indireri;
bij deze takken van industrie, scheepvaart en
visscherij betrokken, zijn, zullen het jaar 1940
niet spoedig vergeten.
Even voordat de eerste vischafslag in het
nieuwe jaar zou aanvangen, richtte de halchef,
de heer A. Tol, zich met een kort woord tot de
heeren vischhandelaren en wenschte hun een
voorspoedig en gezegend 1941 toe, daarbij den
wensch uitend, dat voor den vischhandel spoedig
betere tijden zullen mogen aanbreken.
Spr. zeide dat hij deze maand den pensioen
gerechtigden leeftijd zal bereiken en dat hü met
ingang van 1 Februari a.s. den dienst met pen'
sioen zou gaan verlaten.
Met den heer Tol gaat 'n bekende, populaire en
algemeen geachte figuur heen. Hij is tevens de
laatste ambtenaar die vanaf de oprichting van
den Rijksvischafslag deel uitmaakt van de eer
ste bemanning, welke op 1 Juli 1899 werd ge
vormd door de heeren F. Schneiders, J. D. Hey-
koop, J. Koevoets, J. Merkus, T. Doevendans en
F. dé Kort.
Nadat de heer Tol aanvankelijk 3 jaar als
klerk verbonden was aan de secretarie van Eg-
mond, kwam hij op 17-jarigen leeftijd naar
IJmuiden om op 16 Juni 1899 als havenklerk in
dienst te treden van het op te richten nieuwe
Staatsvisschershavenbedrijf.
In welken toestand trof u hier bij uw aan
komst het visscherijbedrijf aan? vroegen we den
heer Tol.
Hü fronste eens even zün wenkbrauwen: Ja,
luidde zün antwoord, dat was wel even anders
dan nu. Ik bedoel nu niet de tüdsomstandighe-
den, maar wel de manier waarop toen in IJmui
den de visch verkocht werd. In de eerste jaren
van IJmuiden's bestaan losten de vischsloepen
uit Pemis, Middelharnis en Den Helder hun
visch aan de zg. toeristensteigers, waaraan voor
heen de loodsbooten gemeerd lagen. In de open
lucht werd toen op de hoogte van het clubhuis
van het Apostolaat ter Zee de visch verkocht,
welke steeds van bijzonder goede kwaliteit was.
omdat deze schepjes de visch vlak onder de
kust vingen, terwijl zü voor dezelfde vischsoor
ten nu 2 dagen moeten stoomen.
Dan vertelt de heer Tol ons van de komst
van de eerste IJmuider stoomtreiler „Betsy"
IJm. 75 van de firma wed. S. I. Groen, hetgeen
voor het zeer jonge visscherijbedrijf een nieuw
tje was. Weliswaar kwamen reeds Engelsche
treilers hun vangsten lossen, doch een IJmuider
treiler was voor IJmuiden nog iets nieuws.
Aanvankelijk werd de visch te IJmuiden ver
kocht door concurreerende afslagploegen, het
geen wel eens tot minder prettige toestanden
aanleiding gaf. Een open brief van den heer
Hermans uit die dagen had bü minister Lely
zooveel aandacht, dat besloten werd de
visch vanaf 1 Juli 1899 door het Rijk bü afslag
te laten verkoopen. De heer Tol zag de kleine
houten loods nabü den kop der haven, waar in
het begin de visch verkocht werd, uitgroeien
tot de machtige halcomplexen waarover het
Staatsvisschershavenbedrijf thans de beschik
king heeft en welke een lengte hebben van niet
minder dan 600 meter.
De heer Tol heeft in deze 41 jaren het be-
drüf zien geboren worden en alle up? en downs
meegemaakt.
Met een zekeren trots vertelt de heer Tol van
de enorme omzetten in de vischhal tijdens de
oorlogsjaren 1914—1918. In 1916, aldus de heer
Tol,- bedroeg de omzet niet minder dan
f 36.000.000, hetgeen ongeveer 120.000 per dag
is. Dit is wel de grootste omzet geweest tijdens
het bestaan van den Rijksafsiag. Uitvoerig ver
telt hü ons de geschiedenissen, welke zich in die
dagen rondom de vischhal afspeelden, hoe sterk
de vischprijzen opliepen omdat tegen elkaar
werd opgeboden. Toen zag men de meest uit-
eenloopende scheepstypen ter visscherij uitvaren.
Er waren niet alleen de bekende bomschuiten
met hun plompe vormen, den de treilers en visch
sloepen, doch velen kochten maar iets wat op
een vaartuig geleek om het in een visschersschip
te veranderen. Zelfs sleepbooten en binnen-
scheepjes werden tegen fantastische prijzen op
gekocht om ze zoo snel mogelük tot vischvaar-
tuig om te bouwen en ze naar zee te sturen.
Fantastisch zün ook de verhalen hoe de rüke
vischkoopers uit die dagen letterlijk met hun
geld smeten, waarvan vele „aardige verhalen" al
of niet aangedikt van geslacht op geslacht over
gaan.
Maar ook kreeg men in die dagen zware klap-
menig schip liep op een mün en van de beman
ning keerde dan gewoonlijk niemand meer
terug. Vele honderden visschers, waarvan het
getal de 800 benadert, hebben in den vorigen
oorlog hun gevaarlijk werk met den dood moeten
bekoopen.
In Juli 1917 werd de heer Tol benoemd tot
eersten afslager om op 1 October 1931 bevorderd
te worden tot onder-halchef. Bij het vertrek van
den heer J. D. Heykoop werd de heer Tol op
1 November 1937 bevorderd tot halchef, welke
functie hij tot op heden met groote bekwaam
heid en plichtsbetrachting heeft vervuld.
Dit bleek ook wel toen hij op 4 Augustus 1938
begiftigd werd met de eere-medaille verbonden
aan de orde van Oranje Nassau in goud. Deze
onderscheiding verdient hij ten volle. Zijn vak
bekwaamheid, zün onpartijdige uitspraken bij
kwaliteitsverschillen tusschen reeders eenerzij ds
en vischhandelaren anderzijds en ook zijn ver
trouwelijke omgang met koopers en verkoopers
hebben den heer Tol tot een hooggeachte figuur
gemaakt.
Dit kwam voorts o.m. duidelijk tot uiting bij
zijn diverse jubilea, n.l. zün 25-, 35 en 40-jarig
dienstjubileum, welke laatste hij in Juni 1939
onder groote belangstelling mocht vieren.
Thans gaat hij het bedrijf voorgoed met pen
sioen verlaten wegens het bereiken van den 65-
jarigen leeftijd op 12 Januari a.s.
Wie zijn opvolger zal zün is nog niet bekend,
maar zeker is, dat het niet gemakkelijk zal vallen
iemand te kiezen die hem in deze functie zal
kunnen evenaren.
Nu ook de omzetcijfers van de Vereenigde
Veilingen bekend zün, (we hebben ze in ons
blad van gisteren gepubliceerd), blijkt, dat de
beide Beverwüksche veilingen in 1940, althans
wat de groenten betreft, zeer belangrük meer
hebben omgezet dan in 1939, n.l. f 309.500.
De aardbeien-omzet daarentegen daalde, als
gevolg van den mislukten oogst, met niet min
der dan ruim f 158.000 beneden den omzet van
1939.
In totaal hebben de beide tuinbouwveilingen
voor f 1.659.361 omgezet, tegen f 1.507.998 in
1939, zoodat er dan toch nog een stüging van
f 137.365 te boeken valt.
Uit de maandcijfers blijkt dat de stijging in
den groentenomzet zich uitsluitend in het tweede
halfjaar voordeed.
Nog op 1 Juli was er een achterstand ten op
zichte van het vorige jaar, van f 30.000 bij de
Ver. Veilingen. Doordat in andere tuinbouw
centra de helft van den aanvoer voor export
bestemd werd, ontstond een ruimte van den
afzet op de binnenlandsche markt en daarvan
heeft Beverwijk dankbaar geprofiteerd. Zoo
werd b.v. bü de Vereenigde Veilingen in Augus
tus voor ruim f 73000 méér omgezet dan in de
zelfde maand van 1939.
Ter illustratie laten we hieronder de maan-
delijksche omzetcijfers over 1939 en 1940 van de
Vereenigde Veilingen volgen; achter de maand-
omzetten zien we de voor- en nadeelige over
schotten opgenomen. Men ziet daaruit, dat de
cüfers van 1940 gedurende de eerste zes maan
den (met uitzondering van Mei) voortdurend bij
die van 1939 ten achter bleven.
1939
1940
1940
Januari
16.219.67
11.685.48
4.534.19
Februari
10.680.53
8.186.62
2.493.91
Maart
12.436.10
10.092.69
2.343.41
April
46.768.46
22.642.52
24.125.94
Mei
47.046.35
59.953.13
12.906.67
Juni
73.914.95
63.882.49
10.032.46
Juli
72.542.81
104.885.80
32.342.99
Augustus
102.593.25
175.679.79
73.086.54
September
60.114.49
120.244.79
60.130.30
October
32.233.92
63.013.49
30.779.57
November
27.564.05
42.999.59
15.435.54
December
16.257.05
38.109.80
21.852.75
Totaal 518.371.63 f 721.376.19 +f 203.004.56
oudt Uw volk in stand
sieunl hei grooie gezin.
Winterhulp van allen voor allen.
De Groote Prijs der Plastische Kunsten, die
door den Belgischen Staat is ingesteld en jaar-
lijks afwisselend wordt toegekend voor de schil
derkunst, beeldhouwkunst, graveerkunst, bouw
kunst en sierkunsten, is voor 1939 geschonken
aan Albert Servaes, kunstschilder te Sint Mar-
tens-Latem, als bekroning van gansch zün
werk.
Albert Servaes is 57 jaar oud. Als jongen
verliet hij het ouderlük huis te Gent om
dat zün vader hem het schilderen verbood.
Veertien jaren lang leefde hij dan bij een
ouden boer te Maxia-Laame, aan de Leie,
waar hü geen ander voedsel at dan groen
ten, geitenmelk en roggebrood. Doch deze
oude, arme man gaf hem in zün leven van
eenzaamheid en plichtsbetrachting de
schoonste lessen welke hü ooit gekregen
heeft en daarmede zoo'n diep geluk en
vreugde als in Gods lieven Hemel, Daar
leerde Servaes het lief en leed van de
armen te lande en uit dien Ujd dateert zijn
meesterlüke cyclus „Boerenleven".
Er is één grondtrek die op elk oogenblik, van,
1906 tot op heden, de kunst van Servaes ken
merkt: hij schildert de wereld niet zooals hij
haar positief gevaar wordt, maar wel zooals hü,
in een intieme verwerking, denkt en gelooft dat
zij is. Op zichzelf beschouwd, zegt Prof. Dr.
Edgar De Bruyne in zijn monographie „Albert
Servaes en de Vlaamsche Vroomheid", volstaat
het vooroorlogsch werk van Servaes met niet
alleen van historisch, maar ook van aethetisch
standpunt zün naam te vereeuwigen. De eigen
aardigheid van Servaes' vooroorlogsch werk
verraste zijn gezellen als een openbaring en
werd een voorwerp van spot voor den een en
een prikkel voor allen.
In zün tweede periode, die zich uitstrekt van
ongeveer 1914 tot circa 1919, ontdekt Servaes
het licht. En onder invloed van zijn mysticisme
komt hij tot een nieuwe ontdekking: het licht
zal stralen uit de dingen zelf.
Aan het Hoofdbureau van Politie werden on
derstaande goederen als gevonden aangegeven:
Diverse wanten en handschoenen, een regen-
PÜ'p met knoopen, een hond (fox, 35 cm., reu,
zwart wit, gecoupeerde staa'.t) en een spaniel,
(reu, 30 c.m., wit bruin), een broche (zilver, 2
Zeeuwsche knoopen), een autoped, een sjaal, een
witte poes, eenige vetbonnen, een R. K. kerk
boekje, een Zeeuwsche armband, een paar re
genpijpen, een paar schaatsen, een horlogeket
ting, een bruin gespikkelde das, een nikkelen
heerenpolshorloge, een gouden oo:bel, een rij-
wielbelastingmerk, een blauwe kano, een tegen-
kapje, een heerenrijwiel, een handwarmer, een
damesschoen en een sliklap.
In het driemaandelijksche tijdschrift „Berlin—
RomTokio" verscheen een verhandeling, ge
titeld „Europa fn Afrika", van de hand van dr.
Max Clauss( volgens welke verhandeling de oor
log o.a. de verlenging van de as BerlijnRome
met de as CaïroKaapstad tot resultaat zal
moeten hebben. Zoo zou de figuur moeten ont
staan van een autarkisch „Doppelkontinent",
een innig verbonden Afrika en Europa.
De „Deutsche Zeftung in den Niederlanden",
die de beschouwingen van dr. Clauss blangrijk
genoeg achtte om ze ten deele in haar kolom
men over te nemen, zou graag een Nederlandsch
oordeel over die beschouwingen vernemen. Het is
het „Utrechtsch Dagblad", hetwelk aan dat ver
langen tegemoet komt. In een hoofdartikel
schrüft het o.m.:
„Gooi geen oude schoenen weg alvorens
Gij nieuwe hebt". En oude schoenen, in den
vorm van tropische leveranciers die produ-
ceeren onder Europeesche leiding, heeft
Europa en zal het na den oorlog ook di
rect van noode hebben. Wie denkt in dit
verband niet in de eerste plaats aan Zuid-
Oost-Azië, inzonderheid aan Nederlandsch
Oost-Indië, waar voor de Europeesche in
dustrielanden een tot hooge ontwikkeling ge
bracht, uitstekend georganiseerd tropisch
grondstoffen- en landbouwgebied ligt, dat
in de eerstkomende tijden voor Europa veel
belangrijker zal zijn dan Afrika. Anders
gezegd, het inschakelen en tot ontwikkeling
brengen van sub-tropisch en tropisch Afri
ka moge belangrijk zijn, van niet minder
groot en zeer zeker van actueeler be
lang is het om Nederlandsch Oost-Indië
niet voor continentaal Europa verloren te
laten gaan. Afrika zal ook naar onze mee
ning in de toekomst voor Europa van zeer
groote beteekenis worden, maar Zuid-Oost-
Azië en vooral Nederlandsch Oost-Indië zijn
thans onmisbaar voor ons werelddeel. Trou
wens, het feit, dat dr. Clauss' artikel ver
scheen in het tijdschrift „BerlinRom
Tokio" en niet in een periodiek onder den
titel „BerlinRomKapstadt" is voor de
huidige politieke zoowel als oeconomische
wereldverhoudingen symptomatisch. Ter
wille van de toekomst mogen wü het heden
niet vergeten; ter wille van de komende
EuropeeschAfrikaansche samenwerking
mogen wij de bestaande EuropeeschAzia
tische banden onder geen voorwaarde uit
het oog verliezen. Wij bedoelen hiermede
natuurlijk niet te zeggen, dat Dr. Clauss
of de „Deutsche Zeitung in den Niederlan
den" dit deden of doen, doch wel achten
wü het van zeer veel belang om in het door
de „Deutsche Zeitung" gevraagde Neder-
Albert Servaes aan den arbeid
(Archief V.K.P.)
De cyclus „Boerenleven" mag als een van
de lichtst verstaanbare en meest dichterlijke
werken van Servaes aangezien worden. Een
volledig programma wordt er in bevestigd: de
harmonie tusschen mensch, kerk en natuur, de
symbolische beteekenis van het heelal, de alles
beheerschende macht van den godsdienst, de
innigheid van het huiselijk leven.
Verder zijn vooral bekend: de veel omstreden
Kruisweg en ten slotte de jongste cyclus, „Het
Leven van Maria".
De Kruisweg, bestemd voor de kerk van
Luythaegen, bij Antwerpen, heeft zijn auteur
heel wat last berokkend. Wantrouwen en mis
kenning hebben hem doen lijden. Ten slotte
moest de Kruisweg uit de kerk whrden verwij
derd, doordat hooggeplaatste prelaten de be
teekenis er van niet begrepen. Tijdens een
wereldtentoonstelling te Venetië werden voor
aanstaande kerkvorsten, die er de werken van
Servaes bezichtigden, verrast door den ver
heven, religieuzen inslag van zijn kunst. De
tegenwoordige Paus, destijds Z. Em. Kardinaal
Facelli, stelde insgelijks de waarde van zün
doeken op prijs en wist ten slotte persoonlij k
bü het H. Officie in te grijpen, zoodat het
vroegere decreet ingetrokken werd.
De kunst van Servaes is, na de bewogen
periode welke zij heeft doorgemaakt, geëvo
lueerd, nog meer bezonken en tot diepe rust en
schoone harmonie gekomen.
Zooals Prof. Dr. De Bruyne in zijn reeds hoo
ger aangehaalde monographie getuigt, is Ser
vaes steeds zichzelf gebleven, „ongekunsteld
naïef als een oerkracht en or.weerstaanbaa,
oprecht tot in zün fouten toe van opgejaagd-
landsche geluid de beteekenis van Neder
landsch Oost-Indië krachtig te accen-
tueeren."
In het centrum der stad is een man, Woens
dagavond, misleid door de duisternis, te water
geraakt. Hij kon echter spoedig op den wal ko
men en kwam er met een nat pak af.
In het centrum der stad is een man Woens-
avond kort na achten een 37-jarige heer, die
op het voetpad wandelde, van een trap, welke
naar het sousterrain van een huis leidde, ge
vallen. Het slachtoffer is aan de bekomen ver
wondingen overleden. Het hjk is naar het Bin
nengasthuis overgebracht.
Omstreeks het middaguur is in de Kromme
Mijdrechtstraat een 32-jarige man in een werk-
kuil van de tramremise gevallen Met een lin-
kerdijbeenfractuur is het slachtoffer naar het
Binnengasthuis overgebracht.
Kort na vier uur is Woensdagmiddag in de
Frans Halsstraat een 66-jarige voetganger ge
struikeld. Hij sloeg tegen den grond en werd
met een hoofdwonde en een hersenschudding
in het Binnengasthuis opgenomen.
Op het politiebureau aan de Mamixstraat
bevindt zich een jongeman van 19 jaar, die er
van verdacht wordt distributiebescheiden te
hebben vervalscht. Achter een verloopen bon
zou de jongen een nummer geplaatst en ver
volgens getracht hebben deze bon in te wisse
len.
De jongeman zal voor den officier van justi
tie geleid worden.
Van 4 tot 23 Januari worden nieuwe schilde
rijen van Quiryn van Tiel tentoongesteld in
de Kunstzaal van Lier Rokin 126.
De opening zal plaats hebben Zaterdagmid
dag om twee uur.
De politie van het bureau Warmoesstraat
heeft een 27-jarigen man aangehouden onder
de verdenking van diefstal van een rüwiel.
Deze man, een logementbewoner, die reeds eer
der met de politie in aanraking is geweest, had
eenige maanden geleden in het centrum der
stad een fiets gehuurd en haar vervolgens te
gelde gemaakt.
Berichten reeds geplaatst in een
deel van onze vorige oplaag)
Op Oudejaarsavond omstreeks kwart over
acht is bij het passeeren van den onbewaakten
overweg op den z.g. Hoogedonk een truck met
trailer, bestuurd door den chauffeur J. van
Zundert, uit Zegge, door een uit Breda komen
den goederentrein gegrepen. De truck werd van
den oplegger afgerukt en kwam in de sloot
langs de spoorbaan terecht. De oplegger bleef
op de tweede lijn staan.
Een personentrein uit Roosendaal is eenigen
tijd later tegen den oplegger gebotst. De loco
motief ontspoorde, na het voertuig over een
afstand van circa veertig meter te hebben
medegesleurd. De oplegger werd daarbij volko
men vernield, als het ware gemangeld tusschen
den goederentrein, de locomotief en de perso-
nenwagons. Het mag derhalve een wonder
heeten, dat de bestuurder van de truck met
trailer geen enkel letsel bekwam.
Onder de treinpassagiers zijn geen slachtof
fers te betreuren. Wel echter heeft dit ongeluk
het leven gekost aan den geleider van den
goederentrein, den heer Van Remmen uit
's Hertogenbosch. Deze had zich na de botsing
op de spoorbaan begeven teneinde zich te ver
gewissen van de gevolgen en werd door den per
sonentrein gegrepen. Hü was op slag dood.
heid, steeds zwoegend en zoekend naar nieuwe
mogelijkheden, allerlei kwellingen en kommer
nissen ten spüt, trouw aan zich zelf....
Vlaamsch en dicht bij het cenvoudig-volksche.
vroom en aanhankelijk, romantisch doch kloek,
werkelijker dan het waarneembare dat niets
méér doet dan opdoemen en verschijnen, staaf
hij stoer in 't aanschijn der tijden als de dich-
ter-schilder van een gansch oorspronkelüke en
nieuwe innigheid."
Zooals Servaes daar Woont, in zijn origineele
woning te Sint Martens-Latem, aan de prach
tige Leiebocht, zullen wel weinig kunstenaars
wonen. Journalisten zyn er hem gaan felicitee-
ren met zijn hooge onderscheiding. Bij den
dichterlijken, met fraaie boomen begroeiden
oever, bouwde hü zich vele jaren geleden een
huis, indrukwekkend en stevig en tevens wij
dingsvol als een klein Karthuizerklooster. En
daar ontvangt hij met de minzaamheid van
den Cisterciënsermonnik, dien hij met zooveel
liefde geschilderd heeft, zün rust- en kunst-
lievenden bezoeker. En hij leidt hem rond in
dit huis. Hier de groote ontvangkamer, als
een kapittelzaaltje met een stemmig uitzicht op
den tuin. Het moet er bijzonder gezellig zijn
tijdens de koude winterdagen, wanneer de schil
der er zit naast het knapperend haardvuur en
met vaderlijken trots zijn zeven zingende er.
musiceerende kinderen gadeslaat. En terwijl
Servaes aldus glimlachend een tipje oplicht
van den sluier, over zijn gelukkig familiaal
leven, leidt hij den bezoeker naar het geweldig
atelier, waarin hij zijn kostbare werken heeft
opgestapeld. Den bezoeker bevangt het gevoel
alsof hij een kerk is binnengetreden. Tegen de
hooge wanden prijken de reusachtige ontwer
pen van de brandramen, die op de Wereldten
toonstelling te Parijs 1937 zooveel succes ge
kend hebben. Op het middenstuk de schepping
van Adam en Eva, op de zijvleugels: de zonde
val en de rehabilitatie. Wat verder tegen den
muur. het ontwerp van een wandtapüt, de
Evangelisatie van de Roodhuiden door de
Gentsche Franciscanen verbeeldende. En dan
een haast onuitputtelijke rijkdom van teeke-
ningen in kool, de modellen van zijn fresco's
en schilderijen in de abdij van Orval, verschil
lende doeken uit zijn cyclus van het Maria-
leven, boeren- en monnikenkoppen, enz.
Maar Servaes is ook de schilder van het
Leie-landschap. Dit landschap toont hij den
bezoeker in een van zijn geheimzinnigste as
pecten: de Leie bij maanlicht. Reuzen-groot
rijst de gouden maanbol boven de donkere
rivier, die tusschen de gebogen silhouetten der
boomen. hare breede golving voortstuwt. Alles
is hier mysterieuze betoovering en oerkracht.
En zoo is Servaes in al zijn landschappen.
Naar aanleiding van de hooge onderschei
ding Welke den kunstenaar thans is te beurt
gevallen, begroet Vlaanderen in Servaes eer.
van zijn waarlijk groote en met züh volk ver
groeide kunstenaars.
BERLIJN, 2 Januari (D.N.B.) Het opper
bevel van de weermacht maakt bekend:
Een in den Stillen Oceaan opereerend
Duitsch oorlogsschip meldt als partieel resul
taat van zijn successen het tot zinken brengen
van tien vij-andelijke of in dienst van den vijand
varende koopvaarders met eon gezameaiijksn
inhoud van 64.155 br. r. t. De bemanningen van
de tot zinken gebrachte schepen zijn door het
Duitsche oorlogsschip op een eiland in de Stille
Zuidzee in veiligheid gebracht.
Bij de gewapende verkenning op r.en eersten
Januari werd in de nabijheid van Aldebourgh
een Engelsch patrouille-vaartuig in brand ge
schoten en een ander dergelijk vaartuig ten
Oosten avn Ramsgate door voltreffers van
bommen zwaar beschadigd.
In den afgeloopen nacht hebben Duitsche
gevechtsvliegtuigen talrijke voor den oorlog
belangrijke doelen in midden en Zuid-Oost-
Engeland succesvol met bommen bestookt.
Britsche vliegtuigen hebben in den afgeloopen
nacht in Noord-West-Duitschland op drie
plaatsen bommen laten vallen, die eenige
schade aangericht hebben. Vijf personen wer
den gedood, verscheidene gewond. Een vijan
delijk vliegtuig van het type-Vickers Welling
ton werd bij een luchtgevecht neergeschoten.
ERGENS IN ITALIË, 2 Jan. (Stefani). Het
209de communiqué van het Italiaansche hoofd
kwartier luidt als volgt:
In het grensgebied van Cyrenaica bedrüvig-
heid van artillerie en patrouilles aan het front
van Bardia. In het gebied van Giarabub. het
terrein, waar het gevecht is geleverd, waarvan
melding is gemaakt in het communiqué van
Woensdag, hebben wij wapenmateriaal, munitie
en door den vijand achtergelaten vrachtwagens
verzameld.
Vüandelijke luchtaanvallen op onze vliegvel
den in Cyrenaica hebben lichte schade doen
ontstaan en geen slachtoffers gemaakt. Het in
grijpen van jachtvliegtuigen en het vuren van
het afweergeschut was doeltreffend, een vüan-
delijk vliegtuig werd neergeschoten. Onze for
maties jacht- en aanvalsvliegtuigen hebben tal
rijke gemechaniseerde detachementen en een
vijandelijke verschansing gebombardeerd en mei
mitrailieurvuur bestookt. Al onze vliegtuigen
zün teruggekeerd.
Aan het Grieksche front operaties van plaat-
selük karakter. Ondanks de ongunstige weers
omstandigheden hebben onze luchtformaties met
succes bommen van klein kaliber geworpen op
vüandelijke installaties.
In Oost-Afrika plaatselijke acties van patrouil
les en artillerie. Vijandelijke vliegtuigen hebben
onze plaatsen in Abessinië gebombardeerd zon
der schade te veroorzaken.
BERLIJN, 2 Jan. (D.N.B.) In den nacht
van 1 op 2 Januari zijn kleine formaties van
het Duitsche luchtwapen gestart voor den aan
val op Liverpool. De weersomstandigheden wa
ren, vergeleken met de voorafgaande dagen, iets
beter geworden, zoodat de vliegtuigen hun bom
men bij tamelijk helder zicht konden neerwer
pen en goede successen behaalden. Kleine groe
pen en afzonderlük vliegende machines deden
aanvallen op militaire en industrieele doelen in
een reeks andere steden. O.m. werden Londen,
Sheffield, Yarmouth en Harwich met bommen
bestookt.
BERLIJN, 2 Jan. (D.N.B.) Britsche bom
bardementsvliegtuigen zijn in den afgeloopen
nacht Noordwest-Duitschland binnengevlogen en
hebben op eenige plaatsen brand- en brisant
bommen neergeworpen. Militaire schade werd
niet aangericht, maar drie fabrieksinstallaties en
verscheidene particuliere huizen werden bescha
digd. Een der aanvallende toestellen werd door
nachtjagers neergeschoten.
De duisternis heeft Dinsdagmorgen aan de
Troelstrakade te 's-Gravenhage nog een slacht
offer geiëscht, buiten den 42-jarigen wielrijder
P. M. B. uit de Vier Heemskinderenstraat Ge
bleken is n.l. dat om ongeveer denzelfden tüd
op de Troelstrakade de 54-jarige voetganger A.
M. van der V. uit de Melis stokelaan door de
duisternis misleid te water is geraakt. Later
werd zün stoffelük overschot bü het dreggen
opgehaald. De geneeskundige dienst bracht het
lijk over naar het ziekenhuis aan den Zuidwal.
Nieuwjaarsdag heeft personeel van de rivier
politie te Rotterdam uit de Merwehaven het
stoffelijk overschot opgehaald van den 51-jarigen
schipper H. de Groot, gewoond hebbende aan
boord van het sleepschip „Noordstem", afkom
stig uit Groningen. De G. is Maandagavond
door de duisternis misleid te water geraakt en
verdronken.
Het Engelsche luchtwapen heeft, naar het
A. N. P. meldt, in den nacht van oud op nieuw
een groot aantal brand- en brisantbommen ge
worpen. In verhouding tot dit aantal is de scha
de aan burgereigendommen niet aanzienlijk. In
één plaats zijn drie woonhuizen getroffen en
uitgebrand en eenige andere ernstig beschadigd.
Een man, een vrouw en een kind werden hier
bij zwaar gewond. In drie andere plaatsen zün
in totaal drie woonhuizen getroffen. Een brand
in een slaapkamer, waar een brandbom was
gevallen, is snel gebluscht.
In het postverkeer met België en Luxemburg
gelden de eenigen tü'd geleden bekend gemaakte
taalbeperkingen niet meer.