SAMBO DE OLIFANT
Laatste Nieuws
Beursoverzicht
BEURS VAN AMSTERDAM
ff BOUVY-4^ luuoetotehentfeoaf ge&u jacCcum.
|!|rabclla
Biologie met wijde
perspectieven
Prof. Jordan over causale
verklaring van het Leven
Aanvallen aan Grieksche
front afgeslagen
WESTERWOUDT HöFTE
II
de verschrikkelijke
DOOR BERTHA RUCK
VRIJDAG 3 JANUARI 1941
EEN GAINSBOROUGH?
Te voorschijn gekomen
uit een pakhuis
Italiaansch weermachtsbericht
G. G. WALRAVEN
Benoemd tot commissaris van
politie te 's Gravenhage
MEISJE TE HEEMSTEDE
VERMIST
Markt in reactie;
kalme handel.
ADVIEZEN VOOR BELEGGINGEN
Verder verloop
MARKTEN
VRIJDAG 3 JANUARI 1941
Het is nog niet lang geleden, dat natuur-
philosophie beschouwd werd als een stokpaardje
van enkele onverbeterlijke metaphysici, die maar
niet wilden inzien hoe de triomftocht der exacte
wetenschappen hun abstracte constructies over
bodig had gemaakt. Thans schrijft een beroemd
physicus als de Nobelprijswinnaar Max Planck
ir- Die Na-i-.vwiss-nrchaften, dat hij „het mete-
physisch reëele als onontbeerlijke premisse der
natuurwetenschap beschouwt, en het geloof
daaraan als den wortel van den onderzoekings-
drang der geleerden" en deze uitlating is
zeker in overeenstemming met 't inzicht van vele
onderzoekers. Zelfs kan men waarnemen, hoe er
teekenen aanwezig zijn van een wijsbegeerte der
natuur, die juist in natuurwetenschappelijke
kringen groeiende is en wellicht eens zeer
waardevolle resultaten zal afwerpen.
In ons land is het aantal der physici en bio
logen. die een wijsgeerige visie op het natuur
gebeuren voorstaan, zeker niet groot Maar wel
vindt men onder hen een figuur als den Utrecht-
schen hoogleeraar. prof. H J. Jordan, die reeds
in verschillende geschriften de vraag behandel
de, waarin de eigen kenmerken van het orga
nisch leven moeten worden gezocht En deze
dierphysioloog toont daarbij steeds een philo-
sophische scholing te bezitten, waardoor inder
daad een vruchtbare bespreking der vraag: „Wat
is het organisch leven?" mogelijk blijkt te
worden.
Wij verheugen ons daarom over het feit,
dat prof. Jordan zijn Inzichten op dit ge
bied in duidelijken vortn heeft samengevat
door een boekje, hetwelk in de serie „Uit
Leven en Wetenschap" is verschenen (N.V.
Noord-Hollandsche Uitgevers Mij., Amster
dam 1940). De titel luidt: „De causale ver
klaring van het Leven. Haar invloed op het
godsdienstig en wijsgeerig denken" Hieruit
blijkt reeds, dat den schrijver van meet af
aan de wijde perspectieven voor oogen ston
den, waartoe zijn onderwerp kan voeren.
De biologie immers wordt wel en terecht
tot de natuurwetenschappen gerekend, maar
neemt daaronder dan toch een bijzondere plaats
in, omdat in het levende wezen zoo duidelijk een
hoogere ordening van processen zichtbaar wordt.
Zij is daardoor tevens verwant aan de echte
geesteswetenschappen, en bepaalde stroomingen
in de theoretische biologie oefenden dan ook
een duidelijken invloed op veler levensbeschou
wing uit. Men denke slechts aan de materia
listische theorieën over het organisch leven van
een Ernst Haeckel, die langen tijd voor velen
den godsdienst als het ware vervingen. De in
vloed dezer eenzijdig „causaal" georiënteerde
verklaringswijze van het leven, dat daardoor
ineenschrompelde tot een ingewikkeld samen
stel van zuiver physische cn chemische oorzaken
en volstrekt niets meer dan dat, is nog waar
te nemen, zooals uit biologische geschriften kan
blijken. Daarom ook bezit Jordan's boekje, waar
in juist deze „causale verklaring" nader op haar
waarde en onwaarde wordt onderzocht, zeker
actueele waarde.
Waardevol is dit ook door den origineelen be
toogtrant. De auteur redeneert als bioloog, die
zich niet van te voren aan een bepaald wijsgee
rig stelsel wil binden; en deze onbevangenheid
verhoogt zeker de waarde van vele zijner be
schouwingen, Tenminste voorzoover hij er
werkelijk in slaagt bepaalde apriorismen, die
aan bepaalde wijsgeeren werden ontleend en
niet voldoende verantwoord zijn, inderdaad te
vermijden. Er is op sommige punten van zijn
betoog een duidelijk Kantiaansche inslag waar
neembaar, die voor ons de waarde van enkele
der conclusies verzwakt. En tevens verklaart
waarom Jordan soms blijkt te worstelen met een
dualisme, waarin voor de vraag: hoe de krach
ten der anorganische natuur in het organisme
aan het leven dienstbaar werden, geen bevre
digend antwoord wordt gevonden.
Zoo kan men als lacune in zijn betoog oJ.
aanmerken het bezigen van een beperkt cau-
saliteitsbegrip, dat alleen werkoorzaken van
mechanischen aard omvat. Aristoteles reeds
dacht synthetischer, door het doel tevens als
„oorzaak" te betitelen. De Utrechtsche hoog
leeraar echter is gewoonlijk zeer ad rem bij
zijn kritiek tegen het „causaal dogmatisme" van
Haeckel cs., maar faalt soms bij een meer
eonstructieven gedachtengang. Of beter gezegd:
hij beperkt zich dan strikt tot conclusies, die
de grenzen der theoretische biologie niet over-
Een paar matrozen liepen toe en merkten, dat Flip een flinke
wond aan zijn hoofd had. Half versuft werd hij naar zijn kooi
gedragen en toen hy weer goed wakker werd, lag hij in bed
met een verbonden hoofd. Jan kwam net aanloopen met een
glas melk en Hobby, het hondje, kwam ook eens kijken.
Na een paar dagen, toen Flip wat opgeknapt was, zei de ka
pitein: „Jullie hebt je goeden wil getoond, voor matroos zijn
jullie niet geschikt. Jullie worden koksmaatjes en moeten mij
bedienen." Dat beviel den jongens best.
schrijden. Waagt hij zich echter een enkele maal
op echt natuurphilosophisch gebied, dan blijft
de invloed zichtbaar van een Kantiaansch-sub-
jectieven gedachtengang, die tenslotte slechts
een geforceerde eenheid tusschen natuurweten
schappelijk en wijsgeerig denken weet te be
reiken.
Overigens echter vindt men in dit werkje veel
heldere en waardevolle gedachten, die tevens
afdoende kritiek op een materialistische visie
bevatten. Dit blijkt om. bij de bespreking der
bekende proeven van Pawlow, waartegenover de
éénheid van het psychisch leven wordt beklem
toond. Ook spreekt Jordan duidelijk de waarheid
uit, dat geest en stof niet tot elkaar kunnen
worden herleid. Merkwaardig is verder het feit,
hetwelk overigens in de biologische literatuur
volstrekt niet alléén staat, dat vanzelf, vooral
bjj bespreking van ontwikkelingsprocessen, aan
het potentie-begrip groote waarde wordt toege
kend.
Men kan dan ook de beschouwingen van
dezen wysgeerig georiënteerden physioloog
op vele plaatsen betitelen als prolegomena
voor een gezonde natuurphilosophie ook
al is de auteur huiverig op dit gebied con
clusies te trekken, die soms toch wel voor
de hand liggen.
Tevens vindt men hierby velerlei moderne ge
gevens op biologisch gebied op duidelyke wijze
besproken en tevens zoo dat de diepere betee
kenis dezer feiten zichtbaar wordt. Vooral trof
ons de heldere behandeling der vraag naar den
aard der ultravira, waarbij de schrijver tot de
conclusie komt, dat discussie hierover dient te
worden uitgesteld, tot door onderzoek meer hel
derheid is verkregen. Als theoretisch bioloog ver
dient Jordan dan ook herhaaldelijk onze op
rechte bewondering; als wijsgeer echter volgt
hij nog te zeer' een gedachtengang, die door
haar subjectivistischen inslag een al te zwakke
basis voor natuurphilosophie biedt.
M. B.
N.V. Taaainiou Efa>-Qw»Bejiwn
In het Dordtsch Museum hangt thans een
landschap, dat aan den Engelschen schilder
Thomas Gain borough (17271788) wordt toe
geschreven.
Het Rott. Nbld. vertelt op welke wijze het in
het bezit is gekomen van iemand te Dordrecht
Het was in 1938 dat een groothandelaar in
schilderijen te Dordrecht een tip kreeg om eens
naar Londen te gaan, waar hem een partij
schilderijen zou worden getoond. Hoe groot de
partij zou zijn en waar hij haar zou kunnen
vinden, werd nog niet verklapt. Eerst moest
hij door de tip betalen- De handelaar betaalde
en werd in Londen naar een oud pakhuis ge
bracht, waar niet minder dan vier duizend
oude schilderijen onder stof van jaren opge
borgen lagen. De partij had toebehoord aan
een Engelschen collectionneur uit de vorige
eeuw, heette het; en nu waren de erfgenamen
in moeilijkheden geraakt. Reeds 25 jaar lagen
de schilderijen daar en wie er zin in had moest
alles ongezien nemen.... of laten liggen. Er
waren wel eens candidaatkoopers op komen
dagen, maar zy hadden het toch niet gewaagd,
een paar duizend pond in.... een stofnest te
steken. Wel mocht vermoed worden, dat er iets
goeds onder zou zitten, maar het risico was
toch te groot.
De Dordtenaar was echter niet bang op zee
en, uitgaande van de ervaring, dat de stout
moedige dikwyls aan het langste eind trekt,
sloot hy den koop. Kort voor den oorlog be
reikten ettelijke karreVrachten de Merwestad
en opnieuw Vulden de spanramen een oud pak
huis tot de nok. De grossier engageerde een
restaurateur en die toog aan den arbeid, we
ken, maanden achtereen. Hij verfrischte de
doeken, gaf ze de noodige vernisbaden en de
koopman-eigenaar wierp er nieuwe, moderne of
namaak-oude lysten om, zette ze ten deele voor
zjjn winkelramen, liep met andere exemplaren
de veilingen af en was met de winst tevreden.
Hij kwam er op den duur wel mee uit en ver-
moedelyk zeer goed, omdat de kwaliteit door-
éengenomen, zonder nu bepaald uit te blinken,
toch geenszins minderwaardig was. De meeste
doeken waren Van de hand van 19de eeuwsche
Engelsche schilders.
Maar toen er na een half jaar nog geen en
kel meesterwerk te voorschijn was gekomen,
verslapte de aandacht en werden de handtee-
keningen ternauwernood meer nagegaan.
En zoo kon het gebeuren en gebeurde het,
dat een ten deele schoongemaakt doek, voluit
en duidelijk links onderaan gesigneerd: Thos.
Gainsborough, 1776, dagen achtereen gewoon
tusschen de rest in den winkel stond.
Het landschap stond er rustig zijn beurt af
te wachten, kreeg een encadrement en trok de
aandacht van een Gorinchemschen collega, dié
het werk overnam, omdat hij het mooi Vond.
De naam zei hem blijkbaar niets.
Juist was de koop gesloten, toen een Dordt-
sche collectionneur binnentrad. Hij onderzocht
het doek en bemerkte terstond met een ver
doekt schilderij te doen te hebben, dat hem
onmiddellijk vertelde, hoezeer de vroegere be
zitter het had gewaardeerd, anders zou deze
voor het behoud niet zooveel kosten hebben
gemaakt en begreep, dat hier een gokje alles
zins te verdedigen was.
Hij kocht het doek en toen de mogelijkheid
vast stond, dat er misschien een Gainsborough
ontdekt .was, vroeg de Dordtsche museumdirec
teur belet, die voor een raadsel stond en niet
kon begrijpen, hoe men in Engeland zoo'n
puntgaaf stuk ooit had kunnen loslaten!
Het hangt dus nu in bruikleen in het Dordt
sche museum, officieel niet op naam van Gains
borough. Maar de signatuur staat er onder. En
de experts overleggen
(Gedeeltelijk gecorrigeerd
ERGENS IN ITALIË, 3 Jan. (Stefani). Het
Italiaansche hoofdkwartier publiceert commu
niqué no. 210:
In het grensgebied van Cyrenaica heeft onze
artillerie haar afweervuur gericht op vijande
lijke gemechaniseerde formaties en vlootstryd-
krachten. Bombardementsvliegtuigen hebben
vele malen een der vooruitgeschoven bases van
den vijand aangevallen, alsmede schepen nabij
de kust, waarbij een kruiser werd geraakt. An
dere luchtstrijdkrachten richtten bommen en
mitrailleurvuur op gemechaniseerde formaties
aan het front van Bardia en in de woestyn.
Onze vliegtuigen keerden alle terug.
Aan het Grieksche front werden aanvallen in
eenige sectoren, welke een plaatselijk karakter
hadden, volledig afgeslagen. Onze koene over
val bracht de vijandelijke elementen op de
vlucht en leverde krijgsgevangenen op.
Vijandelijke vliegtuigen hebben Elbasan ge
bombardeerd, waar zy eenige verliezen veroor
zaakten onder de burgerbevolking.
Uit Oost-Afrika niets van belang te melden.
een bankbiljet van tien gulden en een groote,
lichtbruine citybag, inhoudende kleeding. Vast
staat, dat zij per trein van Heemstede naar
Amsterdam vertrokken is. Signalement: lengte
circa 1.60 meter, vry mager postuur, donker
haar, donkerbruine oogen, een sproetig gelaat.
Zy was gekleed met geruiten, groenen mantel
met groenen shawl, rood regenkapje, lage, brui
ne schoenen met drukknoopen, donkerblauwe
regenjas over den arm.
Ons wordt medegedeeld:
In verband met de aanvaarding van het
amlbt van commissaris van politie, tevens
waarnemend hoofdcommissaris van politie te
s-Gravenhage op 13 Januari as., zal de heer
C. C. Walraven met ingang van dien datum,
zyn functie van commissaris van politie te
Alkmaar niet meer uitoefenen.
De heer C, C. Walraven is leider van de
sectie politie van het Rechtsfront der NJ3.B
De burgemeester van Heemstede verzoekt na
mens de ouders opsporing en terugbrenging van
de minderjarige H. M. Frugte, geboren te
Dordrecht 14 Maart 1924, zonder beroep, wo
nende Binnenweg 44, Heemstede. Zij heeft in
verband met huiselijke oneenigheid 30 Decem
ber 1940 omstreeks 5 uur namiddags de ouder -
ïyke woning vertaten met medeneming van
Amsterdam, 3 Januari 1941
Ter New Yorksche beurze is op het geleidelyk
licht koersavans gedurende byna een geheele
week, gisteren een reactie ingetreden. De gewel
dige uitgaven, welke door de Amerikaansche re
geering voor de bewapening en andere doelein
den worden aangewend, waardoor de Ameri
kaansche Staatsschuld in de naaste toekomst tot
60 milliard zou stijgen met een jaarlykschen
rentelast van 2 milliard, heeft, naar gemeld
wordt, by de instanties aanleiding gegeven tot
bezorgdheid. Men voorziet nieuwe experimenten
tot dekking der uitgaven, waarom de Federal
Reserve Board aan het Congres zou voorstellen,
indien mogelijk, inflatie te voorkomen en in het
bijzonder er den nadruk op zou leggen, presi
dent Roosevelt's volmacht inzake het devaluee-
ren van den dollar te ontnemen.
Het tegengaan van inflatie zou een koersstij
ging in Wallstreet voorkomen, of tot een daling
aanleiding kunnen geven, waarom men gisteren
in de houding van de Fed. Res. Board een reden
vond voor minderen kooplust op de aandeelen-
markt.
De stemming in Wallstreet werd gisteren te
vens eenigszins ten nadeele beïnvloed door de
opgave van de agenten van het Britsche minis
terie van Financiën te New York, van den ver
koop van Amerikaansche fondsen in Engelsch
bezit. Volgens deze opgave is slechts een ge
deelte geliquideerd en verwacht men nieuwe
verkoopen, hetgeen uiteraard aan de stemming
der beurs niet ten goede kan komen. Intusschen
blijkt uit de omzetten van gisteren, dat het
aanbod, in verband met bovengenoemde gege
vens niet bijzonder groot is geweest.
Ten onzent nam men vandaag nota van de
berichten omtrent de monetaire politiek in de
Vereenigde Staten en van de houding van Wall
street. Men overtuigde zich, dat men in de
toekomst wel meer nieuws omtrent de ontwikke
ling in verschillende landen zal vernemen, welke
door de feiten al dan niet zullen worden be
vestigd. Men nam derhalve vandaag ter beurze
een kalme houding aan, waarom de handel
reeds bij opening niet groot was.
In navolging van Wallstreet bleek onze Ame
rikaansche afdéeling minder gunstig gedispo
neerd te zijn en was de stemming zwakker en
voor staal- en koperfondsen speciaal flauw. Op
te merken viel echter, dat het ter markt komen
de materiaal niet groot was. Steels en Bethl.
Steel boekten reacties van resp. 2/, en 2 dollar.
Republic Steel moest 1 punt prijsgeven. Ana
conda, Kennecott Copper leden verliezen van
a De handel in genoemde soorten verliep
zeer kalm. Carboundry, Gen. Motors, Vliegtuig-
COMMISSIONNAIRS IN EFFECTEN
N. Z. Voorburgwal 158 - Amsterdam-
Telef. 40634 Beurs Telef. 49834
41634 na zes u. 80025
aandeelen boekten eveneens eenige koersverlie
zen onder gering aanbod. Voor Spoorwegshares
was de stemming licht verdeeld en over het al
gemeen niet flauw.
Op de Petroleumafdeeling was voor Kon. Olie
eenig aanbod, waardoor het fonds 3 pCt. lager
opende en hierna nog 1 pCt. terugliep. Het aan
bod was gering en spoedig na opening kromp de
handel in. Van Amerikaansche oil-shares no
teerde Shell Union y8 a leger, terwijl Tidewa
ter vrijwel onveranderd bleef. Op de Suikeraf-
deeling was de affaire eveneens van bescheiden
omvang. H.V.A. had een aanbod te verwerken en
gaf 4 pCt. prijs. Vorstenlanden Cultuur leed een
verlies van 3 pCt., waarby eveneens het aanbod
gering was.
In Nisu en Java Cultuur kwam men voor-
loppig niet tot handel.
Tabaksaandeelen leden ook van de alge
meen zwakkere beursstemming en kwamen
alle op lager niveau te land. Zoo moest Oude
Deli 3 tot 4 pCt. prijsgeven op 278%, Senembah
en Deli Batavia leden een iets geringer ver
lies van 1 a 2 pCt.
De Rubbermarkt opende weer zeer kalm met
weinig affaire eveneens in een zwakkere tot
flauwe stemming. Zoo adviseerde men A'dam
Rubber oj> 288 en even later op 285 a 286 pCt.,
echter zonder tot handel te komen. De overige
soorten waren eveneens gedrukt.
Van industrieele aandeelen opende Philips-
lampen 2 a 3 pCt. lager bij een omzet van
slechts een enkel stukje. Unilever kon zich ook
niet aan de algemeen zwakkere beursstemming
onttrekken en bleef ruim 1 pCt. onder de pry-
zen van gisteren.
Aku echter maakte op dit alles een uitzon
dering en kon aanvankelyk ruim 1 pCt. verbe
teren op 109 a 109% pCt. by tamelyk levendi-
gen handel. Later trok de koers nog iets aan.
Aandeelen Nederl. Ford en Fokker werden bij
opening tamelijk prijshoudend geadviseerd.
Van beleggingen waren Nederlandsche Staats
fondsen gPed prijshoudend
Op de Scheepvaartafdeeling was de stemming
niet beter en moesten Unies 1 y22 pet. prijs
geven. Japanlijn en Kon. Boot ïagen eveneens
zwakker. Vaarten ruim 2!4 pet. lager by giste
ren vergeleken.
By verder verloop was de stemming een wei
nig verdeeld. Steeds en Bethl. Steel konden
licht in koers verbeteren. Koninklijke olie toon
de geen verandering. HVA brokkelde 23 pet.
in koers af. A'dam Rubber werd 57 pet. be
neden gisteren verhandeld. Tabakken bleven
zwak, terwijl Scheepvaartaandeelen nbg een
weinig terugliepen.
Aku ontmoette goede vraag en liep 23 pet.
op. Philipslampen waren later iets beter van
toon.
Van beleggingen was de Oude HolL Schuld
als Integralen en de Oude Drieën vaster.»
De 33'A pet. 1938 kon 3/8 verbeteren.
Prolongatie 2% pet.
ALKMAAR, 3 Jan. Kaasmarkt. Aanvoer 7300 kg.
7 fabr. Edammers 35.00. Handel vlug.
BROEK OP LANGENDIJK, 3 Jan. 800
K.G. Roode kool f 4,50; 9400 K.G. Gele kool
f 3,80; 16400 K.G. Deensche witte kool f 3,10;
1100 K.G. Peen f 3,30; 800 K.G. Bieten f 2,50.
LEEUWARDEN, 3 Jan. Veemarkt. Stieren:
5 Enter. 65 vette koeien, 1087 melk- en kalf-
koeien 170—420, 95 pinken, 2 vette kalveren.
403 nuchtere kalveren, 346 vette schapen, weide-
schapen en lammeren, 19 drachtige, magere
zeugen en loopen, respectievelijk 120230, 80
1.20, 2550, 120 kleine biggen 1324, 30 bokken
en geiten. Totaal aanvoer 2132 stuks.
Eierhandel: kipeieren aangevoerd 7000 k.g.;
eendeneieren aangevoerd 50 k.g., prijs 6 tot 7 ct.
per stuk.
Pluimvee: slachthanen 1.00 tot 1.75,
slachtkippen 1.00 tot 1.75.
Vereeniging van zuivelmaatschappyen: Edam
mer kaas 20 plus 44.per 100 k.g.; idem 40
plus 67.50 per 100 k.g., Goudsche 20 plus 44.
per 100 k.g., idem 40 pl. 67.50 per 100 k.g., brood
kaas 40 plus 67.50 per 100 k.g.
Overzicht: Stieren aanvoer zeer kort, geen no
teering. Vette koeien aanvoer zeer kort, geen
noteering. Melk- en kalfkoeien aanvoer minder,
handel kalm, pryzen prijshoudend. Pinken aan
voer minder, handel kalm, prijzen ongeveer
prijshoudend. Vette kalveren geen noteering.
Nuchtere kalveren geen noteering. Drachtige
zeugen, magere zeugen en.loopers aanvoer kort,
handel stil, prijzen prijshoudend. Biggen aan
voer minder, handel kalm, prijzen iets duurder.
Wolvee en lammeren aanvoer iets ruimer, han
del flauw, pryzen iets duurder. Wolvee en lam
meren aanvoer iets ruimer, handel flauw, pry
zen iets duurder. Voor de Nederlandsche Vee
houderijcentrale werden 900 koeien en 400 nuch
tere kalveren gekocht. De N.V.C. nam 46 var
kens over.
NOORDSCHARWOUDE, 3 Jan. 1725 kg. Rooate
kool 4.50, 12000 kg. Deensche Witte kool 3.10.
WOERDEN, 3 Jail. Kaasmarkt. Aanvoer
8 partijen kaas: met ryksmerk ie kw. ƒ41.50,
met rijksmerk 2e kwal. ƒ40.50. Handel vlug.
ZWOLLE, 3 Jan. Aangevoerd werden 6 1/16
vaten boter, prijs 2.20. Handel kalm. 30.000 kip
eieren 1.07 per kg. Huiden: Koehuiden 141/2
ct., pinkenvellen 15 1/2 ct., stierenvellen 22 ct.,
grasvellen 20 ct. per 1/2 kg., paardenhuiden 8.50
per stuk. Prijzen lager.
ZWOLLE, 3 Jan. Veemarkt. Aangevoerd
2030 stuks, als: 1087 runderen, 101 graskalveren,
390 nuchtere kalveren, 38 schapen, 12 geiten,
167 schrammen, 13 varkens, 222 biggen. Men
besteedde voor neurende en versch gekalfde
koeien 370450, dito vaarzen en schotten 240
375, gustekoeien voor de vetweide of stal 170
260, dito vaarzen 240300, voorjaarskalvende
koeien 200—320, 11/2-jarige pinken 200—265,
jonge fokkalveren 105—145, 6-weeksche biggen
1317, 14-weeksche dito 1721, drachtige var
kens 100160, magere dito 85135, schapen
2535 per stuk.
Overzicht: Gebruiksvee weinig aanvoer, han
del stug. Voorjaarskalvende en gustekoeien,
vaarzen en pinken prijshoudend, handel traag.
Fokkalveren weinig aanvoer, prijzen stationnair.
Weideschapen prijzen stabiel. Biggen handel
stug, loopers, drachtige, magere en vette var
kens prijzen stationnair.
IJMUIDEN, 3 Jan. Visch. Schar 13.50—17, Bot
105.00—115, alles per 50 kg. Spiering 8085 ct.
per kg.
Kustvisschers, open booten: K.W. 160 34.—,
IJm. 27.—' IJm. 359 25.—, IJm. 30 17.—.
Vorige
Slotk.
Staatsleeningen
4% Nederl. 1940 II 9744
3% Nederl. 1896—05 78 i
3 pet. Nederl. 1937 83
3—3'A Nederl. 1938 88
2% N.W. Schuld 67
3% Indië 1937 89 4
5A Youngleen. 1940
Banken
Koloniale Bank '99
Ned. Ind. Handelsb137
Cert. Handel-My'30
Industrieën
Unilever '31 i
Calvé Delft £7*
Alg. Kunstzijde
Van Berkei's Pat
Philips ili*
Ned. Ford
Fokker
Industrieën Buitenland
Anaconda 314J-
Kennecott 40
Bethlehem Steel 89 4
U. S. Steel 74
Rep. Steel 27
Intern. Nickel 30
N. Am. Aviation
Am. Car Foundry 35
General Motors ^5 i
Am. Enka 50
Petroleum
Kon. Olie 278 4
Continental Oil 2141
Shell Union Oil 12-ft
Onderhands- en executiekoers
Open.
Heden
98
78 i
89 4
67 4
89 4
199
137
130
1294
77
112
46
208 4
340
195
314
39|
86 4
711
26-jf
29
18 4
34 i
55
50 4
273 4
214
12 i
Vorige
Slotk.
Tidewater u-ft-
Rubber
A'dam Rubber 293
Bandar 230
Deli Batavia Rubber 227
Serbadjadi 135 4
Silau 120 J
V. I. C. 0190
Intercontin. Rubber 5 f
Scheepvaart
Java Chin. Japan 164 f
HollandAmerika Lijn 125 4
Kon. Ned. Stoomb167 f
Scheepvaart-Unie 190
Rott. Lloyd 154
St. Mij. Nederland 160 4
Suiker
H. VA. 458
Jav. Cultuur 288
N. I. S. U274 4
Vorstenlanden 134 4
Tabak
Deli Batavia 206 4
Oude Deli 282
Oostkust 168
Senembah 220
Spoorwegen
Illinois Cert
New York Cert17
Pennsylvania 27 4
South. Pac11 J
South. Railw15 4
Stotk.
Heden
11 4
286
225
222
133
1184
187
54
161 4
122 4
165
186 4
152
158
450
288
274
131 4
200
278 4
168 4
218
10}
17 4
27 f
111
15 4
ex dividend
nominaal
GO
De eenvoudige gewonde met zyn arm in een
reusachtig verband keek ongeloovig op naar den
deftigen dokter in zyn jacket. Toen vroeg hy
tamelijk boos, maar ditmaal niet meer tegen
den dokter, doch tegen de onbekende, die hem
zoo happig in kennis had gesteld met zuster
Arabella's onbehoorlyk gedrag:
„Wat moet ik dan gelooven van al die smoes
jes over weggestuurd en onbehoorlyk gedragen
en
„Dat heeft ze zelf zoo gewild," bekende dok
ter Henderson, met iets van trots en wanhoop
in zyn gezicht. „En toch ben ik de eenige die
schuld heeft. Want den laalsten keer begon ik
haar weer over myn liefde te praten en ze wei
gerde...."
„Nou heb ik werkeiyk met je te doen, dok
ter," zei de jonge Sidney bewogen, „ik weet wat
het is, als Arabella je den bons geeft...."
„Toch moet dat n°6 heel anders geweest zijn,"
antwoordde de ander. „Ze is tenslotte vanaf
het eerste oogenblik, dat ze je gezien heeft op
ja verliefd geweest. Maar by mij was het heel
anders. Ze vond het alleen maar Jammer voor
me en dat zei ze ook, maar zoo vriendelyk, dat
ik er het hoofd bij verloor. Ik zal myn gedrag
op geen enkele wijze trachten te verontschul
digen. Zonder verlof te vragen nam ik zuster
Ames in myn armen en kuste haar.
Het was de eerste en laatste en eenige maal,
zoolang 2c dokter ben en zyn zal," zei de jonge
man met treffende spijt, „en natuuriyk moest
ik juist gesnapt worden door,.'.." en hy hield
nu even op en voegde er geheimzinnig fluisterend
aan toe„door die kat van een nachtchef.
Natuurlijk heb ik miss Ames onmiddellijk ver
teld, dat ik het ontzettend jammer vond, dat
dit alles zoo moest uitloopen, ofschoon ik te
vens eerlyk genoeg was om te bekennen, dat ik
er geen oogenblik spijt van zou hebben, indien
ik voor mijn verder leven veroordeeld zou wor
den om aan niets anders meer te mogen denken
dan aan dien fatalen zoen. Ik voegde er ten
slotte aan toe, dat ik het hospitaal onmiddellijk
zou verlaten, omdat ik tenslotte de eenige
schuldige was.
Maar toen stoof je verloofde zoo tegen me
op, dat ik er een oogenblik beduusd onder werd.
Ze had al eens van me gehoord, dat ik een
moeder heb die de laatste jaren blind is ge
worden en verder nog twee zusters die geheel
afhankelijk zijn van myn inkomen als dokter
In dit gesticht. Ze stelde me toen op echt vrou
welijke wijze voor het volgend vraagstuk: ik had
te kiezen: mijn betrekking er aan te geven en
mijn geheele familie tot den bedelstaf te bren
gen, en tevens haar eeuwigen toom met me om
te dragen voor myn schandelijk gedrag, dan wel
toe te staan, dat zy alle schuld op zich nam,
waardoor ik zou worden gehandhaafd, mijn
moeder en myn zusters van den ondergang ge
spaard bleven en tevens haar kwijtschelding in
ontvangst te nemen. Eerst wanneer ik vast en
zeker toestemde, dat zy en niet ik het hospitaal
zou verlaten, kon ze me vergeven voor die klei
nigheid, zooals ze het noemde, zy voer zoo
tegen me uit, ze werd zoo overspannen, ze be
gon zoo te schreeuwen en te keer te gaan tegen
die laffe mannen, die zoo maar hun moeder en
zusters in den steek lieten voor dat belachelyke
woord van eer, dat ik tenslotte moest zwichten
voor haar doorslaande argumenten en er in toe
stemde, dat zy zou vertrekken. Ik heb echter
reeds alle maatregelen genomen, dat zuster
Ames niet lang het slachtoffer zal blijven van
haar edelmoedig offer. Nog vanmiddag heb ik me
laten inschrijven by het Roode Kruis, dat me
spoedig genoeg naar het vaste land zal zenden,
hoop ik. By mijn ontslagname heb ik 'n vol
ledig rapport gevoegd over wat zich hier heeft
voorgedaan en de reden, waarom zuster Ames
aanvankelyk de geheele schuld op zich wenschte
te nemen. Dan zal zuster Ames...."
Op dit oogenblik ging de stem van den jongen
sympathieken dokter geheel verloren in een
ontzettend lawaai op de gang, dat al dichter
en dichter bij kwam. Men hoorde een schort
scheuren, schoenen driftig stampen en tenslotte
werd de deur van de zaal opgengeworpen. Een
dopkere maar krachtige stem sprak driftig:
„Ja, het kan me niks bommen of het al of
niet mag. Je kunt voor mijn part naar de pomp
loopen, zuster. Ik heb zyn naam op de lyst ge
zien en ik weet, dat hy hier is en dan houdt
jullie heele bestuur met al zyn reglementen en
zUn draken van directrices me niet tegen.
Ik...."
De volgende seconde schoot Peggy, die zich
bescheiden had teruggetrokken, nog juist bij
tijds toe om het scherm op te vangen, dat an
ders vast en zeker door de aanstormende zus
ter Ames omvergeloopen zou zyn.
Ze stond reeds gereed om te vertrekken en
had haar mantel en kapje aan. Nu wierp ze
zich zqnder eenige complimenten om den hals
van haar Sidney.
De hemel moge weten, wat er gebeurd zou
zyn in dit hospitaal, waarvan de traditioneele
rust sinds de komst van zuster Ames reeds meer
dan eenmaal door de benauwende spanning was
bedreigd, indien deze revolutionnaire inbreuk
op de eeuwenoude tradities en reglementen niet
was samengevallen met nog een verrassender
gebeurtenis.
Want het is inderdaad een feit van gewicht,
wanneer een hertogin, en dan nog wel de meest
gekende en gevreesde hertogin vah het Lon-
densche gezelschapsleven en een bekend wel
doenster van het St. Hester's Hospitaal, voor
cmt ryden en door haar chauffeur aan de di
rectrice laat weten, dat ze een van de ver
pleegsters wenscht uit te noodigen voor een
middagritje. En vooral indien ze die verpleeg
ster met naam en toenaam specificeert.
Ja, op dit meer dan kritieke oogenblik kwam
de hertogin van Countshire als een deus ex ma
china de feiten geweld aandoen door haar sim
pele uitooodiging tot zuster Arabella Ames.
Wat moest men die gevreesde weldoenster la
ten weten?
De Hooge Macht in de persoon van de kleine
zelfbewuste directrice liet het ditmaal heel wy-
selijk aan Arabella zelf over....
Uit alle ramen van het binnenplein hingen
koppen van verpleegsters en doktoren om den
uittocht van de in ongenade gevallen sollici
tante te aanschouwen. Die uittocht kreeg wer
kelijk iets van een zegetocht.
Het fijne gezichtje onder het zwarte hoedje
had zich gewend tot het blozende meisjesgezicht
onder het verpleegsterskapje.
„Mi6S Ames, mijn lieve kleine vriendin, je
bent vreeselijk achterop in het vertellen van
allerlei avonturen, waarin jij de hoofdrol hebt
gespeeld," begon de hertogin, terwijl de auto
wegzoemde naar het Park. „Waïys dat nu weer
met die laatste berichten, die ik van je gehoord
heb, dat je wegens onbehoorlijk gedrag van St.
Hester's bent weggejaagd? Volkomen waar na
tuurlijk, daar twijfel ik geen oogenblik aan.
Vertel eens op."
„Nou, hertogin," begon Arabella op een erg
verontwaardigden toon, „waarom moeten wij
daar altyd voor bloeden? Dacht je, dat ik het
zoo leuk vind om een gezicht te hebben waar
iedere man z'n tanden in wil zetten. Ik heb
hem heusch niet aangemoedigd, dat kan ik je
wel zeggen, maar ik kan ze toch allemaal niet
r aanblaffen als ik dien jongen Eric heb ge
inO, dat weet u nog niet, hé, maar die
heeft zyn streken thuis gekregen, 't Is schande
om iemand zoo te laten zitten!"
„Heeft Eric Cattermole je laten zitten?" yroeg
de hertogin belangstellend en zich spitsend op
een nieuw schandaaltje.
„Mij?" vroeg Arabella met een hevigen zwaai
van verontwaardiging en minachting. „Daar
heb ik hem de kans niet toe gegeven. Nee, Peg
gy, bedoel ik. Nou, ik heb d'r eerst eens goed
gezegd waar het op stond, en dat ze niks min
der was dan al die andere spoken, waar hy zoo
gek op was en nou.... teen heeft ze zich ook
een beetje laten gelden, dat snap je en toen, o
je had het moeten zien, hertogin, hoe of ik me
had toegetakeld
„Toegetakeld? Maar wat had dat nu met Peg
gy uit te staan?" vroeg de hertogin als een
kind, dat voor het eerst een nieuw sprookje
hoort en het nog niet erg best vatten kan.
„Wel, begrijp je dat dan niet?" zei Arabella.
„Dat moest toch dienen om mij als het ware
buiten schot te brengen."
„Buiten schot?" tastte de gevreesde hertogin
van Countshire al meer en meer in het duister
van deze dubbele liefdesintrige.
„Natuurlijk! Want toen ik me zoo'n beetje
aanstelde als een barmeid had ie gauw genoeg
van me.... o, je had er by moeten zijn! Je
had er by moeten zyn!" riep Arabella uit, in
de herinnering aan dat spelletje en de herto
gin, die de meest luxueuze gebeurtenissen van
het groote leven had meegemaakt, had inder
daad gaarne het kroningsfeest van den koning
gegeven voor dit avondje. „Hij wist niet waar je
het had, toen ik hem over de tafel vroeg....
nee maar en toen ik hem later zoo maar Enekje
noemde...."
(Slat volg»