Adriaan Florisze Inbrekerscomplot geknipt f 27 millioen tekort in Rotterdam w Hotel uitgebrand Smokkelaars in de val geloopen ZONDAG 5 JANUARI 1941 Het magere mannetje door den muur Kinderbijslagwet en wethouders Toch werd ondanks ernstigen schok de energie niet gedoofd LOU BANDY Verzoek om ook deze functionaris sen in het genot van kinder bijslag te stellen Bureau generatoren en tankgas Brabantsch-Zeeuwsche Nood- Handelsbeurs Teleurstelling bij de bedrijven Tekort zeven maal zoo .hoog i Natuurlijk is het havenbedrijf het zwaarst GROOTSTE VEILINGOMZET VAN ONS LAND? STIKSTOFMEST UIT NOORWEGEN A. A. de Jongh overleden Meer aan het licht Twee gezochten INVOER VAN CELLULOSE Geuite vrees inzake dekking ongegrond DOKTER J. D. HEFTING OVERLEDEN ,,'t Losse Hoes" op den Holterberg Groote partijen koopwaar in beslag genomen Ook handlangers gegrepen Duisternis in Rotterdam Storing in de electriciteits- voorziening Ook in Den Haag Else Hocks heeft in 1939 bij de uitgeverij van Herder te Preiburg in Breisgau een levens geschiedenis laten verschijnen van paus Adrianus VI. Het boek, dat goed gedrukt en toooi geïllustreerd is, draagt ten titel „Der letzte Deutsche Papst". De schrijfster meent, dat deze titel juist is, en wijdt het eerste hoofd stuk van haar werk aan de rechtvaardiging dier meening. Adrianus de Zesde, zoo betoogt zij, Doemde Duitschland zijn vaderland. Misschien Was het correcter, dit anders uit te drukken er te zeggen, dat hij zijn vaderland „Duitsch land" noemde. Dit is namelijk niet hetzelfde. Vervolgens betoogt zij, dat de Nederlandsche Paus begraven werd in de Duitsche kerk te Rome, de zoogenaamde Santa Maria deli' Anima, wier hoofdgebouw in 1514 voltooid werd, doch die eerst na 's Pausen dood werd afge werkt. Van deze Duitsche kerk, gesticht op initiatief van het Duitsche Genootschap te Rome, legde de keizerlijke gezant Mattheus Lang in het jaar 1500 den eersten steen; op den toren werd den dubbelen rijksadelaar een plaats ingeruimd en aan de knooppunten van het gewelf vertoonen de sluitsteenen de wape nen van de zeven keurvorsten. Maar het graf monument in deze kerk is opgericht door den Nederlandschen kardinaal Enkevoirt, de ont werper en de beeldhouwer waren Italiaansche kunstenaars. Indien de Duitschers van dier. tijd den overleden Paus tot de hunnen hadden gerekend, gelijk de schrijfster ons wil doen gelooven, dan verzuimden zij menige kans om hit besef tot uitdrukking te brengen. Wij hou den ons dan ook liever aan de opvatting, dat Adriaan VI beschouwd' moet worden als een Nederlandsche Paus. Toch is Else Hocks de eerste niet, die Adriaan fan Utrecht een Duitscher noemt. Zelfs Gregoro vius besluit in zijn „Grabdenkmaler der Papste", Waarin hij zoo laatdunkend oordeelt over den „braven, gemelijken hoogleeraar", die tot de hoogste waardigheid in de Kerk werd uitverko ren, zijn korte beschouwing over dezen on gewonen Renaissance-paus met de woorden. „Hadrian VI. War der letzte Deutsche und Aus- lander überhaupt, der auf dem Stuhle Petri sasz." Doch Ranke noemt hem Nederlander, en Wie zal ons kwalijk nemen, dat wij, in een mee- ningsverschil tusschen Gregorovius en Ranke, den laatste volgen? Het grafmonument in de Duitsche kerk te Rome vat in een opschrift 's Pausen levensloop als volgt samen: „Paus Hadrianus de Zesde uit Utrecht, een voorname stad van Nederduitschland, die, of-, schoon hij uiterst weinig neiging had tot de schittering der aardsche zaken, wegens zijn on vergelijkelijke bedrevenheid in de gewijde we tenschappen en wegens de vrome terughoudend heid zijner zeer deugdzame ziel door vrije be slissing van de grooten tot leeraar van Keizer Karei V, tot gezant der kerk in Tortosa, tot lid van het Heilig College, tot stadhouder in Spanje en eindelijk op Gods ingeving, hoe we. hij afwezig was, tot opperherder van de Chris tenheid geroepen werd, leefde 64 jaar, 6 maan den, 13 dagen, en stierf den 18en October in het jaar des heils 1523, het tweede jaar van zijn Pontificaat." Als Paus heeft hij kort geregeerd, te kort om door te voeren wat hij beoogde, maar lang ge noeg toch om te toonen, wie hij was. Hij heeft zijn hooge waardigheden als een zwaren last ge dragen. Behalve den korten levensloop, hierbo ven weergegeven, behelst zijn grafmonument de tragische levensspreuk van den teleurgestelden man: Proh Dolor 1 Quantum Refert in Quae Tempora Cujusque Virtus Incidat. Dit zijn woorden, die Adriaan zioh tijdens zijn Pontificaat als verzuchting heeft laten ontval len, en ze be teekenen: „Helaas, hoezeer komt het er op aan, in wat voor tijden de deugd van Wien dan ook zich moet vertoonen." Men leest nit deze woorden dat hij zich niet opgewasser zou hebtien gevoeld tegen het tijdperk, waarin hü leven en regeeren moest. Ranke, die hem als een kamergeleerde op den Heiligen Stoel be schouwt en Gregorovius, die hem met ever. weinig woorden een „vromen pedant" noemt, beklagen beiden den mislukkeling, dien zij in Adrianus zien; oordeelt Pastor rechtvaardiger, ook hij behandelt Adriaan van Utrecht als een tragische figuur, of althans als een man, die zijn glorie gemist heeft. Is het niet vraagt men zich af omdat deze Duitsche schrijvers te weinig den Neder lander in hem zagen, dat zij Adriaan Florisze van Utrecht op deze wijze beschouwen? Want el droeg zijn kort Pontificaat, allerzijds tegen gewerkt, en ook in de historie vaak belachelijk gemaakt, de vruchten niet, die het conclave er zich bij de Pauskeuze van nad voorgesteld, zün zielsgesteltenis was aan de toedracht der omstandigheden minder onderhevig dan aan de kracht van klare beginselen, waarbij hij innerlijk wel een bevrediging vond, wanneer hij Uiterlijk zijn werk gedwarsboomd zag. Men kan smalend spreken over zijn teruggetrokken vroomheid, maar het is altijd gevaarlijk, ove» de vroomheid smalend te spreken. Zij wreekt zich niet zienderoogen, doch zij verwerft zich haar recht op een andere wijze „Omnis gloria ejus ab intus", haar roem hangt zoozeer van geen feiten af, maar komt van binnen uit. „H; wil niet de priesters sieren met de Kerk, maar de Kerk sieren met de priesters" heeft de Nederlandsche Paus gezegd, en dit woord be wijst, dat hij de verhoudingen, die ook voor hemzelven golden, goed zag. Schittert zijn ge daante niet door hetgeen de Kerkhistorie haat toedraagt aart roem: de geschiedenis van de Kerk zou het vertellen niet waard zijn, wanneer zij niet versierd werd door' gestalten als deze, die grootsch kunnen zijn buiten het waarne mingsveld van het oog der wereld. Immers het doel der Kerk is aan deze, niet aan de Wereld- sche, grootheid geboeid. Daarbij telt vroomheid zwaarder dan succes. Toch was het lang geen eenvoudige taak, welke mejuffrouw Hoeks zich oplei, toen zij besloot het leven van Adrianus den Zesde te vertellen. Zeker, zij had Burmann, zij had Ritter van Höfler, zij had Pastor, die vóór h-aa. hetzelfde werk ondernamen, zij kon gegevens bijeen zoeken in velérlei litteratuur, waaronder tij nog den zevenden jaargang der Mededeelin- gen van het Nederlandsch Historisch Instituut te Rome, met de gegevens van dr. J. F. M. Sterck over paus Adrianus VI veronachtzaamde, maar de moeilijkheid met den Hollandschen Paus is minder, de feiten zijns levens te kennen dan de bewegingen zijns gemoeds te raden, en hoe zwaarder een ambtsgewaad weegt, hoe dof fer gewoonlijk ook de harteklop daaronder hoorbaar wordt. Omwoeld door de geschiedenis, bleef Adriaan Florisze zijn leven lang een zeer eenzame man Hij mocht het vertrouwen genieten van de hoogst geplaatsten: met het wegschenken van eenzelfde vertrouwen, als hij zoo vaak ontving, kon hij slechts spaarzaam zijn. Wij weten dan ook veel over hem, maar wij kennen hem slecht. Zooals er kunstenaars bestaan, vfier natuur open en bloot ligt in hun werk, terwijl anderer in het hunne veeleer hun menschelijkheid schijnen te verbergen dan te onthullen, zoo bestaan er vromen, die zich duidelijk karakte- riseeren door hun deugd en anderen, voor wie de deugd veeleer een vluchtoord schijnt voor hun intiemste trekken. De Hollandsche Paus behoort tot de laatste categorie. Vooral de neiging van allerlei hagiographen om het heele zieleleven van hun held tot sim pele deugd te vereenvoudigen, gaat in-dit geval niet op. Het geestelijk leven van Paus Adrianus w&s niet eenvoudig, daarvoor voelde de man zich te smartelijk overbelast met verantwoorde lijkheid. Hij heeft ook in het binnenste van zijn ziel bittere crisistoestanden ervaren; dit blijkt wel uit verscheidene zijner woorden. Al te ge makkelijk maakt men zich af van de psycho logie door hem „een professor" te noemer., want zonder kwaad te willen denken van dit ambt, mag men toch aannemen, dat er verschil tusschen professoren bestaat, en het is in de geschiedenis juist een interessante vraag, wat voor soort professor nu wel de leermeester van Karei den Vijfde geweest is. Een beetje saai? Laat ons rondweg toegeven, dat wij het gelooven. Het doet niet te kort aar. den eerbied, dien de wetenschap vraagt, dat zij wel eens verkondigd wordt door deden, die als voordrachtskunstenaar mislukken zouden. Bo vendien is Adriaan inzonderheid beroemd om zijn privatissima! Hij zal de saaiheid over zich hebben gehad van de uiterst nauv'gezetten, eti die is op het oog aan de saaiheid van de ziel- loozen verwant, maar heeft een voornamere reden van bestaan. In elk geval begon hij zijn loopbaan als hoogleeraar in de philosophic en muntte hij uit ir de mathematiek, het recht en de theologie; dit is alles bij elkaar genoeg om ons te verzekeren, dat hij aan gedegenheid vergoedde wat hij eventueel aan onderhoudend heid te kort kwam. Erasmus woonde zijn lessen bij, en hield dat vol. Dit kan ten bewijze strek-1 ken, dat ze niet stomvervelend waren. Meer is er niet van te zeggen. Wij zouden ons wellicht een duidelijker beeld van den Paus kunnen vormen, wanneer zijn vroegste jeugd niet zoo zwaar in het duister hing. Hy werd te Utrecht geboren in 1459 en zijn vader was waarschijnlijk scheepstimmerman. Of dit feit nu voldoende is om met Gregorovius te be sluiten, dat Paus Adriaan, in tegenstelling tot zijn voorgangers op den Heiligen Stoel, die uit weelderige milieus voortkwamen, was opgevoed in de school van armoede en behoefte, staat zeker te bezien. Waarom zou een Utrechtsche scheeps timmerman in het Bourgondische tijdperk arm moeten zijn? Voordat men heele schepen tim meren kan, al zijn het dan rivierschepen, moet er toch iets omgegaan zijn in den winkel, en heel het gedrag van Paus Adriaan geeft veeleer te vermoeden, dat hij soberheid had geërfd dan dat hij tot haar was gedwongen geweest. Wij moeten hem zien als een laat-middeleeuwsch burgermanskind met gegoede principes, die thuis, aan de werf, werden aangekweekt en door de broeders van het gemeene leven ontwikkeld. Werklust is niet altijd het gevolg van honger, en bij betrekkelijk eenzijdige naturen als die van Adriaan Florisze beantwoordt onverdroten Ijver dikwijls aan verzekerde zorgeloosheid, die dan nog lang geen weelde behoeft te zijn. Het is mis schien veeleer een tekort in zijn opvoeding ge weest, dat hij op den materieelen kant van het leven niet behoefde te letten. Toen eenmaal bleek hoe goed hij studeeren kon, waren de mid delen spoedig gevonden om hem niets anders meer te laten doen. En hy heeft zoo mogen wy gelooven gestudeerd met die woedende zucht naar boekenkennis, waarvan de onervare ne eenvoudig geen idee bezit. Weetgierig niet alleen, maar weetgulzig, zoodat hij er bleek van zag en zich van alle knapenspel onthield om tyd te sparen voor lectuur: zoo is hy man geworden, reeds eenzelvig voordat hy eenig probleem van de eenzaamheid ter oplossing tegenover zich vond. Zoo is hy (moeten wy by gebrek aan fei ten voortveronderstellen) ook priester geworden. Het weelde-schuwe, dat hem bijbleef, en dat hem gehaat maakte bij de Romeinsche bevolking van de Renaissance, was niet de vrucht van angstige worsteling tegen daemonen, doch de natuurtrek van den knappen Hollander, die in een hoeksken by een boeksken zijn heelal vond, allen aard- schen glans als waterverf beschouwend. Hij was één-en-dertig Jaar toen hij professor werd in Leuven. Al had hij misschien in Eek- hardt en Ruusbroec zooveel niet gelezen als me juffrouw Hoeks insinueeren wil, geleefd had hij zeker nog minder, en het ls wel door deze lange levensvreemheid misleid, dat Gregorovius hem een pedant noemt. Wat zegt zoo'n minachtend woord? Het is maar een toonaard. Eenige toon hoogten hooger in de waardeering mag Adriaan Florisze in 1490 een „ingetogen jonge geleerde" heeten. Maar dan beginnen voor hem de moei- lijkheden pas. A. V. D. (Van onzen Haagschen redacteur) Er is zoo'n beetje de klad gekomen in het nobele inbrekersvak. De jonge generatie doet nauwelijks meer moeite om ergens binnen te komen. Zy drukken een ruitje in, halen een deurknop om en zijn op hun operatie terrein. Een beetje klimmen, dat is meestal alles. Zwaar werk, zooals in de dagen van weleer, neen, dan had je die oude inbrekers moeten zien. Als die hun slag sloegen had den ze hem om zoo te zeggen verdiend aan den zwaren arbeid, dien zij moesten verrich ten. Iets van dien ouden geest is herleefd in een groepje jongelieden, die, vervuld van goede kerstvoornemens, in den nacht van 27 op 28 December een „kraak" hebben ge pleegd in een filiaal van de firma de Gruyter aan de Hobbemastraat te Den Haag. Een dergelijk filiaal bevat voor heeren in brekers allerlei aantrekkelijks, koffie-balen, suiker-dito's, enzoovoort, enzoovoort. Maar hoe erin te komen en hoe dergelijke nogal opvallende voorwerpen naar buiten te krygen? Het filiaal van de Gruyter aan de Hobbema straat nu ligt omsloten door huizen, die geen van alle des nachts worden bevolkt. Het grenst aan de achterzijde aan de achterzijde van een pakhuis, waar bloemen-verkoopers, wanneer zy in de stad zaken hebben gedaan, hun wagentjes met of zonder de bloemetjes nog erop dat ligt eraan of ze goede zaken deden stallen. Tot het gilde van de bloemenverkoopers nu behoorde een zekere 32-jarige M. J. B., die geleideiyk, al stallende, poolshoogte had genomen en zich een sleutel van het pakhuis had weten te verschaf fen. Een avond voor Kerstmis ging hy op zün eentje eens op nauwkeuriger verkenning uit en kwam tot de bevinding, dat er maar één middel bstond om in het aanlokkeiyke pakhuis van het filiaal door te dringen, door de muur! Dat moest don maar gebeuren, vond-ie. Het was een 1%- steens-muur en hy zag geen mogeiykheid daar op zijn eentje doorheen te komen, aangezien hy van een engelen-natuur volkomen gespeend was. Hij zocht dus contact met eenige spitsbroeders, die zich op den reeds genoemden avond van den 27-sten, gewapend met breekyzers, voorhamers en dergeiyke instrumenten aan het fietsen- bergplaatsje vervoegden, zy hebben zwaar gewerkt, ocharme! Hun slagen konden niet worden gehoord, de buurt was zoo goed als onbewoond. Vier uren aan een stuk stonden zy te breken en te bikken en toen hadden zij een gat in den muur, waar een mager mannetje net, met een beetje duwen en helpen, doorheen zou kun nen komen, zy namen elkander de maat. De 26-jarige C. J. M. bleek de smalste. Het onder- maatsche mannetje werd door zijn drie collega's Het hoofdbestuur van de Federatie van ver- eenigingen van R. K. gemeenteraadsleden heeft zich gewend tot de colleges van Gedeputeerde Staten in de onderscheidene provincies met een adres, waarin er op wordt aangedrongen, dat ook aan wethouders kinderbijslag wordt toegekend. De tekst van het adres luidt als volgt: „HoogEdelGestrenge Heeren, Het bestuur der Federatie van vereenigingen van R. K. gemeenteraadsleden in Nederland moge zich ter uitvoering van een desbetreffend besluit der algemeene vergadering harer leden met het navolgende tot uw college richten. Nu het wethouderschap in gemeenten van eenige beteekenis een dusdanigen omvang heeft aangenomen, dat het den geheelen of een aan merkelijk gedeelte van den werkdag eischt en het wethoudersambt ten deele een soortgelijk karakter heeft gekregen als bij ambteiyke ver houdingen, zou onze organisatie het ten zeerste toejuichen, indien ook de wedde der wethouders daarmee eenigermate in overeenstemming werd gebracht en indien met name op die wedde een kinderbijslag op den voet van de regeling, neer gelegd in het Rijksbezoldigingsbesluit, zou kun nen worden toegekend. Hoe men ook over den aard en het karakter van het wethoudersambt denkt, een feit ls het. dat de wethouders een wedde genieten, en men heeft geleidelik erkend, dat buiten deze vergoeding aanleiding bestond voor het toeken nen van wachtgeld en pensioen. Op 1 Januari a.s. nu treedt de Kinderbijslag wet van 23 December 1939, S. 806, zooals de wet laatstelijk is aangevuld, in werking. Daarmee heeft de wetgever over de geheele linie zoowel voor het overheidspersoneel als voor het personeel in dienst van ondernemingen, pri vaatrechtelijke rechtspersonen en beoefenaars van een vrij beroep het beginsel van den kinder, bijslag erkend en ingevoerd. Daar formeel de wethouders niet onder de Kinderbijslagwet vallen, zullen zij welhaast de eenigen zün, die, een salaris ontvangend, geen kinderbijslag als correctie daarop zullen genie ten. Daarom mogen wy uw college beleefd verzoe ken, het daarheen te willen leiden, dat ook de wedden der wethouders in dezen zin zullen wor den verbeterd." Ingevolge de in de Nederlandsche Staatscou rant van 27 December j.l. opgenomen generator en tankgasbeschikking no. 1 is bij het Centraal instituut voor industrialisatie ingesteld het Bureau generatoren en tankgas. De directeur van dit bureau kan vergunningen verleenen voor de vervaardiging en het gebruik van gas generatoren en tankgas-installaties, alsmede onderdeelen daarvan. Aanvragen voor vergunningen dienen dus niet meer gericht te worden tot het Centraal in stituut voor industrialisatie, maar tot het bo vengenoemd bureau. Dit is gevestigd te 's Gra- venhage, Bezuidenhoutscheweg 39 De tweede Noodbeurs voor de Zeeuwsche en Zuid-Hollandsche eilanden is Donderdag 9 en Vrijdag 10 Januari. De belangstelling is groot, en hieruit bhjkt dat deze noodbeurs in eene groote behoefte voorziet. Zaterdag is de gemeentebegrooting van Rot terdam voor 1941 verschenen. Deze ontwerpbegrooting doet verwachten, dat de dienst een nadeelig saldo zal toonen van f 27.300.000, ongeveer f 18.000.000 wegens der ving van inkomsten en f 5.000.000 wegens hoo- gere uitgaven. Hbe ernstig de schok was, welken Rot terdam te doorstaan kreeg, aldus B. en W„ de Rotterdamsche energie werd niet ge doofd. Alom zet men zich tot daden van herstel. Daaruit biykt, dat de wil om Rot terdam opnieuw tot bloei te brengen den nood overheerscht. De omstandigheden, waarin Rotterdam verkeert, hebben uiteraard grooten invloed op zün financieel bestel. Terwyi de oorlogstoestand en voornamelijk de achteruitgang in het scheepvaartverkeer het vorige jaar reeds hun stempel op de begrooting drukten, moet thans rekening worden gehou den met nieuwe uitgaven tot herstel en weder opbouw van gemeentelijke diensten en bedry- ven, maar voornamelijk met een sterke vermin dering van de inkomsten. Teruggang van de middelen moet deels wor den toegeschreven aan algemeene factoren, die tot uitdrukking komen in de lagere uitkeering uit het gemeentefonds, deels aan invloeden van plaatselyken aard, zooals verlies van belang rijke objecten en afzetgebieden voor de ge- meenteiyke bedryven. Voor een minder groot deel ls het becyferde tekort aan hoogere uit gaven te wyten. De werkelijk groote kosten, verbonden aan het herstel van oorlogsschade, zijn echter nog niet in den gewonen dienst opgenomen, omdat deze of door den Staat worden ge financierd, df voor zoover zij nu reeds kunnen worden genoemd bij den kapi- taaldienst zullen worden ondergebracht. Niettemin ondergaan veel groepen van uit gaven den invloed van de büzondere omstandig heden, waaronder de dienst thans wordt ge voerd. De uitkomst van de bedryven is nog nimmer zoo teleurstellend geweest. In 1940 bedroeg het totaal van de voordeelige saldi f8.620.000 en van de nadeelige saldi f 4.145.000, zoodat tenslotte nOg een voordeel bleef van f4.475.000. Voor 1941 is het eerste totaal geraamd op f 5.353.000, het tweede op f 9.222.000, derhalve biyft een nadeel te over bruggen van f 3.869.000. Daar ook de retributie met f 514.000 was gedaald ls de begrootings- positie in totaal ruim f 8.858.000 ongunstiger geworden. Ook hier ligt de oorzaak voornamelük in de ontvangsten. Zoo daklden de ontvangsten uit electrische strpomlevering wegens ver mindering van afzetmogeiykheid met f2.587.000, of met ruim 17 procent. Het laat zich aanzien, dat de tarieven voor gas en electriciteit verhoogd zullen moeten worden, om de prysstyging van de kolen te compenseeren. getroffen. Het nadeelige saldo is van f 744.498 tot f5.078.235 opgeloopen. De raming zeehaven geld „f 4.350.000 voor 1940" verviel o.a. Op den gewonen dienst zijn nog geen uitgaven geraamd terzake van rente en aflossingen van leeningen; die voor de uitvoering van werken, welke ten deele strekken ter vervanging van door oor logsgeweld getroffen gemeente-eigendommen, gesloten zullen moeten .worden. Het is deels toe te schrijven aan de om standigheden, dat terzake van den omvang van den wederopbouw en het financieele aandeel van de gemeente in de diverse uit gaven nog geen regeling getroffen is, deels ook aan het feit, dat nog niet bekend is, voor welk deel de werken, waarvan de plan nen gereed liggen, tot uitvoering zullen ge bracht kunnen worden. Inmiddels zullen veel werken, ook die, welke niet met herstel van oorlogsgeweldschade ver band houden, moeten worden uitgevoerd. B. en W. denken hierby aan den bouw van een twee de snelfiltergebouw van de waterleiding en uit breiding van de electriciteitsfabriek, het voort zetten van de werkzaamheden aan de tweede p3troieumhaven en de verbetering van de Waal haven. Voorts zal de bouw van een tunnel onder de Nieuwe Maas worden voltooid en zullen de werken voor de traverse door de stad zooveel mogeiyk worden bespoedigd. Voor de uitvoering hiervan is de medewerking van de betrokken organen verzekerd. Juist nu is het de tyd, zoo besluiten B. en W., op herstel bedacht te zyn en de voorwaarden te scheppen, waaronder de grootste havenstad van Nederland eerlang weer haar taak in het wereldverkeer zal kunnen vervullen. Slechts met het oog op een betere toekomst za het tijdelijke groote tekort op de begrooting kunnen worden aanvaard. i Ook de Utrechtsche Veiling heeft in haar omzet de opwaartsche richting, die de veilingen in de laatste helft van 1940 maakten, gevolgd. Haar vooruitgang, vergeleken bij den omzet van 1939 bedraagt ongeveer f 1.400.000. Met haar omzet van ruim f 3.800.000 heeft de Utrechtsche Veiling zich hoogstwaarschynlijk aan de spits der Nederlandsche veilingen geplaatst. Naar we vernemen kan binnenkort een zen ding van ongeveer 7000 ton kalk-stikstoffen uit Noorwegen in ons land verwacht worden, ten behoeve van den land- en tuinbouw. Aan dit product is sinds het uitbreken van den oorlog nogal behoefte gekomen, doch door deze aan vulling, zal hierin voor een deel voorzien kun nen worden. De eerste zendingen kunnen reeds spoedig worden verwacht, en de geheele party zal eind Februari aanwezig kunnen zijn. De meststoffen zullen verpakt zijn in papieren zakken, zy zullen ruim 20 pCt. zuivere stikstof bevatten. In 84-jarigen ouderdom is te 's Gravenhage overleden de heer A. A. de Jongh, oud-hoofd inspecteur der opium-regie in Ned.-Indië en oud-burgemeester van Hoorn. door den muur gewurmd en toog aan den arbeid. Hy bemachtigde een paar baaltjes koffie, een paar baaltjes suiker, niet minder dan 40 fles- schen sla-olie, een aantal fleschjes bier en een partij boter en margarine. En kroop toen weer, getrokken door zijn vrienden, terug in het schuurtje. Toen rees de vraag: hoe de buit daaruit te krijgen. Gedachtig wellicht het verhaal van het Bredasche turfschip, wierpen de vier gezworenen zich op een der bloemenwagentjes. zy goten de koffie over in een paar zinken teilen, die in het schuurtje stonden, borgen den heelen boel in een bakfiets, versierden het geheel kunstig met bloemetjes en togen in alle vroegte processies- gewys door Se duisternis naar de Lange Beesten markt, waar B., de geestejyke vader van het plannetje, woonde, en laadden daar den boel uit. De bakfiets zetten zy elders neer en toen togen zy te bedde. Te huis, te-vreden en te bed, niet waar Uitgerust van hun zwaren arbeid togen zy echter aanstonds weer,aan het werk. De gesto len waar moest verzilverd worden, zy begon nen met de koffie de „bloemen-koffie" in dit geval aan te bieden aan een koffiehuis houder. Zeer vernuftig gevonden! Deze bood hen f 250 voor het partytje. Intusschen had echter de politie niet alleen een aangifte gekregen, maar ook lont geroken, zy deed een inval in de woning van den gees telijken vader B„ en vond daar inderdaad de resten van de kraak. Deels goed verborgen. Zoo zaten de veertig sla-olieflesschen in een kin derwagen. Of er nog een kind óók in lag, sub sidiair op de olie dreef, zegt het verhaal er niet bij. De inval in het perceel aan de Lange Bees tenmarkt leverde echter niet alleen suiker en sla-ole op. Daar stond in deze woning ook een verdacht mooi radiotoestel. Ook dat kon wel eens op een minder recht schapen wuze verkregen zijn. Inderdaad. B. had het bemachtigd by een inbraak, die hij tezamen met twee andere leden van het illustere de- Gruyter-gezelschap en een broer van een dezer, een zekeren P. M., 22 jaar oud, had gepleegd. Hy had daar op 30 October niet alleen dit Philips- toestel weggehaald, doch ook een paar fietsen en een partijtje lampen. Door opensiuiting had hij zich bij afwezigheid van de bewoners, toe gang verschaft. Van het een komt het ander. Toen B. eenmaal door de mand was geval len, kwam er nog meer aan het licht. B. had in zijn kwaliteit als bloemenkoopman waarge nomen met de blijkbaar scherpe opmerkings gave, die hem eigen is. dat by een van zijn klanten aan de 's Gravezandelaan niet alleen „iets te halen" viel, maar dat deze menschen ook vaak des voormiddags niet thuis waren. Hy heeft dezen tip doorgegeven aan den mageren die door den muur van de Gruyter kroop, als mede aan een der anderen van het gezelschap. Dezen hebben zich samen via een leegstaande tweede etage toegang verschaft tot de woning en hebben er een stel gouden sieraden, alsmede een tweetal geldkistjes weggenomen. Thuis hebben zij op him gemak deze beide kistjes opengebroken, er een zestig gulden uitgehaald en de sieraden hebben zy in verschillende café's die zij bezochten, verkocht of, wie weet, aan een meiske met een paar lieve oogjes cadeau gedaan! De magere muurkruiper, te wiens huize de leege geldkistjes werden gevonden, bleek boven dien in het l-3zit te zijn van een kauw-gummi- ballen-automaat, dien hij in October van een kiosk aan het Vaillantplein had afgerukt. Zoo maar afgerukt! De ballen had hy opge snoept. Zonder een cent in de automaat te wer pen. Zoo maar' Van dit heele edele stelletje heeft de politie op het oogenblik een'drietal leden in arrest: ten eerste den geestelyken vader van het sloo- perswerkje aan de Hobbemastr., den 32-jarigen M. J. B.; vervolgens den 26-jarigen schilder C. J. M., die als een muisje door den muur kroop; en tenslotte den 22-jarigen P. M. die bij het in- braakje by den fietsenbaas betrokken was. Voortvluchtig zijn echter nog een zekere 39- jaxige los werkman Gabriel Meyer, die het laatst heeft gewoond op de Lange Beesten markt en die reeds werd gezocht om een straf van anderhalf jaar uit te zitten voor een in Den Haag gepleegden diefstal. In Juni van dit jaar is deze veroordeeling uitgesproken en sindsdien weet zich deze Gabriël voortvluchtig te houden. Eveneens wordt nog gezocht de 39- jarige los werkman Jacob Cornells van Splun- der, die het laatst op het Hoogezand woonde en die ook door de Rotterdamsche politie in verband met eên serie rijwieldiefstallen wordt gezocht. Een knap stelletje by elkaar! Van bevoegde zijde wordt er de aandacht op gevestigd, dat de in de pers geuite vrees, dat de voor invoer van cellulose uit Scandi navië naar Nederland gestelde contingenten om redenen van deviezenpolitiek niet zou den kunnen worden gebruikt, ongegrond is. De vastgestelde contingenten cellulose zyn integendeel geheel door betalingsmogeiyk- heden gedekt. In 75-jarigen ouderdom is Zaterdag te 's Gra- venhage overleden de heer J. D. Hefting, oud voorzitter van den Verzekeringsraad, voorzitter van de Nederlandsche centrale vereeniging tot bestrijding der tuberculose. Joan Diderik Hefting werd 21 Juli 1865 te Nieuwolda (Gron.) geboren. Hij studeerde in de geneeskunde aan de universiteit te Groningen en was na het artsdiploma te hebben behaald, eenigen tyd als assistent aan de chirurgische kliniek aldaar verbonden. Daarna vestigde hy zich als geneesheer te Eenrum en werd ver volgens benoemd tot controleerend geneesheer bij de Rijksverzekeringsbank. Behalve het presidium van de Ned. centrale vereeniging tot bestrijding der tuberculose, welke functie de heer Hefting sedert 1928 heeft be kleed, had hy het voorzitterschap van de in- validiteitscoöperatie en in 1934 het voor zitterschap van den Verzekeringsraad op zich genomen. Laatstbedoeld college ls eenige jaren geleden opgeheven. Dokter Hefting was ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw en officier in de orde van Oranje-Nassau. De teraardebestelling zal woensdag 8 Januari op de algemeene begraafplaats aan de Kerk hoflaan te 's Gravenhage geschieden. inierhulp Nederland, Voor hel volk, door hel volk. Geen gunsi maar eereplichi. Volbreng de eereplichi van hei volk, door hei volk. Zaterdagmiddag is het bekende hotel „t Lósse Hoes" staande op den Holterberg, door tot nu toe onbekende oorzaak door brand verwoest. Het hotel was eigendom van den heer Metzger. Op het moment dat de brand uitbrak, waren er geen gasten in het hotel. Dank zij de goede samenwerking tusschen de plaatselijke politie en ambtenaren van den Centraien Crisis Controledienst, is het te Ukmaar gelokt 'wederom een belang- rijke ontduiking van de distributie- en hamsterbepalingen te ontdekken. Het was den ambtenaren en de pohtie opge vallen, dat zekere Th. H. van G. op zeer vlotte wijze handel in levensmiddelen dreef, zoodat op grond van enkele aanwyzingen het vermoeden rees, dat ernstig tegen de bestaande wetteiyke bepalingen werd gezondigd. Toen men na een zorgvuldig onderzoek vol doende gegevens had, is men tot ingrijpen over gegaan. Daarbij kwam aan het licht, dat door v. G. een groote partij koffie, zeep en meel frauduleus werd verhandeld. Het overgroote deel van deze partij kon nog worden ach terhaald en ls in beslag genomen. Tegen v. G„ die een volledige Dekentenls af legde en van wien bleek, dat hy weinig fraaie middelen gebruikte om de goederen los te krij gen, is proces-verbaal opgemaakt. Uit het uitgebreid onderzoek kwam vast te staan, dat verschillende tusschenpersonen hun bemiddeling bij de transacties hadden verleend. Voorts bleek, dat de Alkmaarsche winkelier S. M. H_ die ook bij de groote smokkelzaak van begin December jl. was betrokken, weder om als bemiddelaar was opgetreden. Ook dc filiaalhouder S. uit Den Helder, die eveneens by de vorige zaak betrokken Was, had zich thans wederom aan oneerlijke leveranties schul dig gemaakt. Ook tegen deze beiden is proces verbaal opgemaakt. In verband met deze arrestatie kwam tevens aan het licht, dat de fabrikant G. onge veer 100.000 K.G. grondproducten (aardappe len, meel, rijst, gort, havermout e.d.) In stryd met de Landbouw-crisiswet voorhanden had Ook in dit geval werd proces-verbaal opge maakt, terwijl de goederen in beslag werden genomen. Aan de ambtenaren, die door goe den speurzin en volhardend werk weer een aantal misdadige elementen onschadelijk maak ten, kan een woord van lof niet worden ont houden. In het bijzonder geldt dit voor de crisis- contróle-ambtenaren Boonakker, Willemse en De Jong, die onder leiding werken van mr. Francken, districtschef van den contróledienst, terwijl bij de politie het onderzoek werd gedaan door de afdeeling byzondere wetten, onder lei ding van hoofdagent van politie Staats. De liedjeszanger, conferencier en revuekomiek Lou Bandy vierde Zaterdag zyn zilveren srrtts- tenjubileum. Des middags werd in hotel De Twee Steden te Den Haag een receptie gehouden, waar vele vrienden, medewerkers en artisten den jubi laris, die vergezeld was van zijn echtgenoote en dochtertje, hun gelukwenschen kwamen aan bieden. Onder de velen die hem kwamen feliciteeren, waren leden van het huldigingsoomité. n.l. mevr. L. Bouwmeester—Sandbergen, dr. A. K. W. Amtzenius, mr. J. J. van Bolhuis, mr. P. J. de Kanter en dr. L. A. Rademaker; voorts de heer Buziau met zyn echtgenoote en zoon. Louis Bouwmeester, D. Siem, directeur van de Ned. Bioscoop Trust, D. Reese, het personeel van het Theater Scala, waar Bandy thans voorstellingen geeft van de revue „Zonder bon", en vele anderen. Er waren bloemstukken van mevrouw BouwmeesterSandbergen, van de N.V. Theater Maatschappy en het technische personeel van het theater Scala. Ook aan de woning van den heer Bandy waren vele bloem stukken en gelukwenschen bezorgd. De jubilaris bedankte in een geestige speech allen, in het byzonder mevrouw Bouwmeester voor den onvergetehjken dag aan hem bereid. Nog geruimen tyd bleef men gezellig byeen Zaterdagmorgen is storing ontstaan in de lectriciteitsvoorziening te Rotterdam, hoofd- sakelyk in het oostelyk stadsdeel. In vele ge vallen werden .menschen verstoken van electrisch licht, terwyl ook de Rotterdamsche electrische tram op een zeer druk morgenuur werd gestag neerd. De oorzaak van deze storing staat nog niet ast. Vry spoedig nadat het euvel zich open baarde, wist het gemeentelyk electriciteitsbedryf een en ander te ondervangen. Door de storing in de stroomlevering te Rot terdam werd de centrale in Den Haag plotseling voor de noodzakelykheid geplaatst, alléén in de geheele stroombehoefte in haar gebied te voor zien. Gedurende den tyd van het nemen van de noodige maatregelen was de spanning op het geheele net lager dan normaal. Daardoor heeft ook het tramverkeer geruimen tyd stil gestaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 5