OUD en NIEUW
UITGAVEN VOOR DE
HUISVROUW
DE
MODE
HUISVROUW
r
Ook in
bij den
den winter een rauw hapje
maaltijd
G. SCHOORL
GEEN MELK Geen last,
-Heily
ZATERDAG 25 JANUARI 1941
Nog eens
EEN SCHIJNWERPER
GERICHT OP DE
OPVOEDING
past zich aan
I-
Paneermeel.... tot een taart
verwerkt
hoe gaat ge met de melk om?
INKOOP OUD ZILVER
tegen de hoogste waarde
mits „WHO" in de kast
SEGER Co. - A'dam
Hoest-
bonbons
10 cent
DE VROUW EN HAAR TIJD
„Ik word hoe langer hoe raft'liger", zucht
Puntenkaart 1940. „Aan alle kanten hebben
2e me verminkt en gekortwiekt en ik zie er
nu uit als 'n vreeselijk onsymmetrische meet-
kunde-opgave. Binnenkort is er niets meer
van me over dan een ingewikkeld alphabet,
dat wel in de prullemand verdwijnen zal,
want ze zullen zich toch erg moeten haas
ten, als ze al mijn onderdeelen, vóór ik in
m'n nieuwe jaar herboren te voorschijn
treed, nog willen benutten. Ik ben moe en
oud en klein geworden, omdat ik gedurende
mijn bestaan al in zóóveel winkels ben ge
weest en zóóveel goede diensten heb moeten
bewijzen mijn onontbeerlijkheid gaf me
overigens wel voldoening zoodat ik blij
zal zijn, als ik eindelijk rust krijg, in welken
vorm dan ook. Want wanneer ik als een
Phoenix uit mijn asch herrijs, staat me na
tuurlijk weer hetzelfde leventje te wachten
en het zal me een opluchting zijn, nu ein
delijk den laatsten adem uit te kunnen bla
zen ik loop nog maar op één been-
stompje om even bij te kunnen komen
vóór ik van 16 Februari af weer dien einde-
loozen tocht door allerlei winkels en waren
huizen moet gaan ondernemen.
Dit zelfbeklag van de Puntencaart is heuséh
niet zonder reden. Want degenen van ons, die
er tot voor kort erg zuinig mee omgesprongen
hadden en met punten hadden getooverd en ge
woekerd, hebben hoogstwaarschijnlijk, nu de
winter ons alweer de gelegenheid tot ijsvreugde
bood, de laatste kostbare nummertjes geofferd
voor een extra paar wollen kousen of sokjes, een
sjaal of vest. En zij, die het zich konden ver
oorloven nog een hééle pull-over of een wollen
rokje te koopen, waren al bijzonder te benijden.
In ieder geval is deze laatste aanslag op onzen
voorraad cijfers wel van dien aard geweest, dat
er bij niemand meer dan een zielig restantje
van over zal zijn en de Puntenkaart bijna bij
ieder van ons haar laatste veeren heeft moeten
laten. Maar eigenlijk besteedden we de resten
van dit .waardevol bezit met een tamelijk gerust
hart onder het motto „Met Februari moet alles
tóch op zijn".
Wat het nieuwe Puntenkaartenjaar ons zal
brengen, weten we weliswaar nog niet, maar
daar zullen we ons nü nog maar geen zorgen
over maken. Komt tijd, komt raad en we zullen
ook dan nog wel met een schaar kunnen knip
pen en trapsgewijze een stukje papier bewerken,
dat in bijna iederen winkel het „Sesam open u"
is voor laatjes, kastjes en kleerenrekken.
Het is eigenlijk wel spannend, dat je maar
niet meer precies kunt koopen, wat je wilt.
Vroeger was het gemakkelijk een oude jurk met
een nieuw kraagje of sjaaltje op te fleuren, maar
nu gaat dat allemaal niet meer. Het is merk
waardig, dat we daardoor allerlei vernuftige uit
vindingen doen, waartoe we ons zelf nooit in
staat zouden geacht hebben. Van snippertjes zü
of wol zijn werkelijk aardige bloem-motiefjes te
borduren op zakken of bij wijze van epauletten
op de schouders van een te saaie jurk'en randjes
franje of een kwastje hier en daar doen soms
wonderen. Restjes tule (zelfs wel stukjes van
oude glasgordijntjes!) kunnen we verven in de
teint van 'n japonnetje, dat we op willen knappen,
zoodat ze dan dienst kunnen doen als onder
grond voor geappliqueerde reepjes of figuurtjes
van de japonstof zelf het is niet noodig
daarvoor een extra lap aan te spreken; u kimt
het bovenste gedeelte van het lijfje afknippen,
door de tule vervangen en daarop van het afge
knipte stuk de figuurtjes stikken waardoor
het er ineens „gekleed" uitziet. En zoo wordt
onze vindingrijkheid steeds grooter, naar gelang
de van buiten af geboden mogelijkheden kleiner
zijn geworden.
Danis er nog iets, dat zelfs al in versjes
wordt bezongen, die dan gewoonlijk beginnen
met: „Alles op den bon", of: „Ik loop in 130
punten", maar daarachter volgt dan de opsom
ming van hetgeen nog.... vrij is! Behalve de
buitenlucht en de natuur, humor, kopjes thee
en koffie, schuimpjes en chocolaadjes zijn nog
vrij: knoopen en kralen! Hadt u daar al aan
gedacht? Vergeet u dan vooral deze mogelijk
heden niet, want hiermee valt nog veel te be
reiken. Een rij knoopen van boven naar beneden
op een eenvoudige stoffen jurk, een sluiting op
den rug en onderaan op de mouwen of felge
kleurde knoopen op een stemmig japonnetje
(niet meer dan vijf op een mouw), gouden, zil
veren of glazen knoopen op een meer gekleed
gewaad; kralen cirkeltjes op zakjes, kraagjes en
manchetten, och, u zult er ongetwijfeld nog
heel wat bij kunnen verzinnen!
En als straks het nieuwe puntenjaar is inge
treden, kunnen zij, die „er niet uit konden
komen" tóch nog bijpassende lapjes of garni
turen koopen, als de cijferreeks ons den aanschaf
van een ,,heele" nieuwe jurk niet toestaat, om
dat we dan niet genoeg toelatingsbewijzen voor
kousen en dergelijke onontbeerlijkheden zouden
overhouden.
Want het blijft goochelen, ook met de nieuwe
puntenkaart, om de „ins en outs" van de gar
derobe op peil te houden.
JOSEPHINE
Wie jong en slank is en tot het
sporttype hoort zal zichte allen
tijde thuis voelen in een der hier
geschetste swaggers die met een
nieuwe benaming „slip-on" heetcn.
Het is dan ook een soort mantel,
waar men gemakkelijk inwipt en dat gemakke
lijk draagt. Met de groote zakken van het linker
model moet de niet heel slanke vrouw oppassen.
Het thema: van oud tot nieuw, biedt altijd weer
nieuwe varianten. De swaggerjas is lang en
vogue geweest, de nieuwe Weensche collecties
brengen als complet van japon met mantel weer
uitsluitend de swagger. Wie dus zoo'n wijden,
losvallenden mantel bezit, weet, dat ze het er
voorloopig nog mee zal kunnen en moeten
doen. Zetten we ons „iets nieuws" dus noodge
dwongen uit het hoofd, we zinnen dan toch op
vernieuwing" van het oude. De hier gegeven
suggesties kunt u zelf uitwerken; voor het linker
model komt persianer of astrakan in aanmer
king. De rechtermantel is gegarneerd met suede
Een van de smakelijkste gerech
ten, die men met wortelen kan
bereiden, is ongetwijfeld de ècht-
Hollandsche hutspot. Maarde
groote vraag voor de huisvrouwen
is thans, of hutspot ook zonder
vleesch smakelijk kan zijn! Welnu
dat kan hij inderdaad! Wanneer de
huisgenooten twee ons belegen
kaas willen „uitsparen".
2^ K.G. aardappelen, 1 K.G.
wortelen, '/2 pond uien. 1 ons boter
of vet, 2 ons belegen kaas, 1 afge
streken eetlepel zout, 2'/2 kopje
melk.
Maak de wortelen en de uien
schoon en snijd ze fijn. Laat een
deel van de uien met twee eetlepels
boter tien min. zachtjes smoren.
Doe er de wortelen en ruim een
kwart liter water bij. Voeg na tien
min. de schoongeboende of ge
schilde (in stukken gesneden
aardappelen en het zout toe. Laai
alles een half uur zachtjes koken.
Stamp het door elkaar en maak
den hutspot smeuïg door toevoe
ging van de gekookte melk. Roer,
van het vuur, de geraspte kaas er
door. Bak de rest van de uien in
de koekenpan met de rest van
de boter lichtbruin; voeg wat
bloem of aardappelmeel tos, laat
deze even bruin kleuren en maak
de jus af met een scheutje kokend
water. Een deel van de wortelen
kan ook rauw, geraspt door den
hutspot gedaan worden; dit is zeer
smakelijk en tevens vollediger.
Wie een paedagogisch bibliotheekje bezit, zal
goed doen het zoo juist verschenen werkje van
H. Kuitenbrouwer „Voor Galg en Rad" (vierde
schijnwerper-reeks van de Uitgeverij „Het Spec
trum", Utrecht) er bij aan te schaffen wie
geen reeks opvoedkundige boeken bezit, neme
óók kennis van dit boekje, wanneer hij of zij
tot het gilde der ouders, opvoeders of onder
wijzers behoort. Want de inzichten van H.
Kuitenbrouwer en de wijze waarop hij bestaan
de problemen tot hun juiste verhoudingen te
rugbrengt, zullen u, wanneer ge tot nog toe
over dit onderwerp heen leefde, aan het den
ken zetten en wanneer ge modem paedagogisch
geschoold zijt, zal dit boekje in uw denken een
waren opstand ontketenen.
Hoe komt het, vraagt de schrijver zich af,
dat ondanks (is 't ntet beter te zeggen door) de
van alle kanten bestudeerde psychologie van
het kind en de toegepaste paedagogische wijs
heden, in deze eeuw van het kind er toch altijd
nog, precies als vroeger, een gedeelte der jeugd
opgroeit voor Galg en Rad?
Inderdaad is er over de jeugd en de opvoe
ding al heel wat geschreven, maar als er nu
tusschen' al de theorieën over warme-kas-cul-
turen voor de teedere, jonge loten, eens 'n stem
opgaat, die durft zeggen: zet het plantje in den
kouden grond, waar het behoort, laat hagel en
zon en" regen en storm, naar jaargetijde, er
overheen gaan, maar hoed het, zooals een groei
end plantje gehoed moet worden, zie, dan is
dat een gezonde kijk, waar elk weldenkende
opvoeder kennis van moet nemen. Kuitenbrou
wer neemt eerst het gezin en dan de school,
de twee milieu's, waarin het kind opgroeit,
onderhanden. Hij doet het met open oog en
met liefde, daarvoor is hü zelf vader en onder
wijzer. Er worden wijze en zeer rake dingen
gezegd in dit kleine boekje, o.a. „het is beter om
van gemakkelijke ouders dan van moeilijke kin
deren te spreken."
Wat zijn gezonde meening is over het onge
zonde psychologische gewroet, dat van onzen
tjjd is, vervat hij in deze zinsnede: „gepopulari
seerde psycho-analyse heeft een massa men-
schen op de hoogte gebracht, om niet te zeg
gen, in de diepte neergelaten." Nee, hij moet
van al het overdreven, weeë, ongezonde niets
hebben, van de verweekelijkte, zachtzinnig-hu-
mane wijze, waarop moderne paedagogen met
het kind omgaan en het bijvoorbeeld gemaakte
fouten doen inzien. (Het bezinningsstoeltje)
Kuitenbrouwer ziet de dingen zeer reëel, hij
beheerscht zijn stof volkomen, hij heeft open
oog voor de moeilijkheden, die er zijn en hij is
de eerste om het goede te apprecieeren, maar
hij laakt het vele, wat terecht gelaakt moet
en verbeterd kan worden. Wie aanstoot neemt
aan zijn ironischsn toon heeft weinig gevoel
voor humor, want zijn ironie is nooit kwetsend,
hij koos dezen railleerenden trant (die hem
prachtig afgaat) zooals hij in zijn nawoord be
toogt, opzettelijk tegenover de zwaarwichtig
heid, met welke deze materie behandeld pleegt
te worden.
„Voor galg en rad" is niet alleen omwille van
inhoud, stijl en geestigen toon lezenswaard, het
zet aan tot denken. Om u dit te toonen eindi
gen wij met een aanhaling. „Ouders en onder-
de wereld hen maakte, zoo maken zij de kin
deren. In den cirkelgang der opvoeding heeft
daarom de volksopvoeding, heeft dus het gees
telijke peil der samenleving een beslissende
beteekenis. School en gezin zijn van deze sa
menleving producten."
Wie op eenigerlei wijze met de opvoeding van
kinderen is belast, late dit boekje niet ongele
zen. Het vraagt met veel tijd, ge leest het in één
adem. Den kinderen zal het ten goede komen.
A. Bgl-
Het eerste nummer van het maandblad
HUISHOUDING VAN NU uitg.
Van der Marck's Uitg. Mij. N.V.
Roermond,
bevat behalve eenige rapporten van den voedings
raad en raadgevingen op 't gebied van wasch-
behandeling en zeepverbruik, een mehtode om
een versleten mantel te keeren en te modemi-
seeren en een opvoedkundig artikel van dr. L
Berger over de opvoeding in het groote gezin.
Het Januari-nummer van het modeblad
BEGERS MODE FüR ALLE
bevat modieuze modellen voor mantels, japon
nen. blouses en rokken. Mantels zijn zoowel wijd
(swaggermodel) als getailleerd. Aan de japonnen
zijn de gerimpelde lijfjes en de wijde rokjes
nog altijd en vogue. De wollen middagjurkjes ech
ter hebben veelal een rokje met slechts zooveel
ruimte, dat men er zich gemakkelijk in bewegen
kan. Ook de schoolkleeding is niet vergeten.
Raderbladeren zijn bijgevoegd.
HOE VOED IK MIJN GEZIN IN
OORLOGSTIJD? Daamen's
Uitgeversmij. N.V., 's Gravenhage.
is de kleine brochure, waaruit de nuisvrouw de
waarde der dagelijks gebruikte levensmiddelen
leert kennen. Van de recepten (soepen en stamp
petten) die er in zijn opgenomen, nemen we hier
ever de bereidingswijze van
knolselderij met aardappelen.
I kilo kleine selderijknollen, 1 kilo aardappelen,
1 uit, wat bloem, een ei, een klein blikje tomaten-
purée en een klontje boter. De selderijknollen
worden geschild, gewasschen en aan reepjes ge
sneden (direct in water leggen) en gaar gekookt
met wat zout. De aardappelen worden apart
gekookt. De ui in boter bruinfruiten en er met
bloem en tomaten-purée een saus van maken,
waar het kooknat van de selderij bijgegoten
wordt. Aardappelen, selderij en saus door elkaar
roeren en heet opdienen
„Die Mode".
Van dit nieuwe mode-tijdschrift onvingen wij
het eerste nummer ter bespreking. Het ruim ze
ventig pagina's bevattende, fraai uitgevoerde tijd
schrift geeft met teekeningen en foto's weer,
wat de Weensche modehuizen en wat Berlijn
brengt. Eigenlijk verandert het mode-thema
nooit: eenvoudig en sportief eenerzijds, zeer
luxueus voor een ander daguur of een andere
categorie van draagsters. Het blad is bij den
boekhandel verkrijgbaar.
Zonder twijfel maakt de titel zich waar, want
wij zien ensembles voor den schuilkelder en
lichtgevende broches, wij zien meer bontmantels
dan ooit te voren om aan de wolschaarschte
tegemoet te komen, wij zien de avondjaponnen
vervangen door een geraffineerde middagjurk
en de Italiaansche mode breekt nu ook een lans
voor de specifieke huisjapon, want, zegt zij,
wegens de verduistering blijft de vrouw meer
thuis dan anders en de onvoldoende verwar
ming noodzaakt haar naar 'n extra warm klee-
dingstuk te grijpen.
„Het is werkelijk vergissing van uw kant,'
waarschuwt een journaliste haar lezeressen: „om
in huis allerlei afgedankte kleedingstukken om
te hangen en met 'n paar oude pantoffels rond
te sloffen. Als u er op gesteld bent om op straat
zwo elegant en verzorgd mogelijk te verschijnen,
denk er dan aan in huis, voor uw man ook
eenigszins toonbaar te zijn."
Deze „tip" klinkt voor ons, Hollandsche vrou
wen, 'n beetje eigenaardig. Wij hebben er im
mers nooit aan gedacht om thuis ons toilet
zoodanig te verwaarloozen, dat wij wel de anti
pode lijken van onze verschijning in 't openbaar.
In Italië is dit echter lang geen zeldzaamheid.
Men is daar altijd 'n beetje huiverig om een ge
ïmproviseerd bezoek te maken en de vrouw des
huizes in haar ongecultiveerden staat te verras
sen. En de zekerheid, dat men van onverwachte
bezoekers verschoond blijft, draagt er op zijn
beurt toe bij om „het je in huis zoo gemakke
lijk mogelijk te maken". Het leven is een cirkel
gang, nietwaar?
U ziet dus, dat het lang niet overbodig is,
om hier een huisjapon te lanceeren, een japon
die het midden houdt tusschen peignoir en
avondjapon. Fluweel, dat overigens op den ach
tergrond was geraakt, komt hiervoor weer in
aanmerking, ook flanel in mooie, moderne tin
ten en natuurlijk alpenwol en kameelhaar.
Model A is van deze wollige witte stof gemaakt,
heeft een dubbel rijtje knoopjes en twee in
warme kleuren geborduurde zakken.
De capuchon heeft binnenshuis al heel weinig
reden van bestaan, maar het is nu eenmaal 'n
troetelkind van de mode 1940/41. Waarom het
huistoilet er dus ook niet mee versierd? Op
den rug hangend geeft hij wel iets rijks aan
dit mooie rood fluweelen kleed (model B).
Zooals u ziet, zijn ceintuur, zakjes en de kop-
stukjes aan de mouwen rijk bewerkt. Goud
draad was voor deze bewerking het fraaie ma
teriaal. Ook de knoopen zijn er mee geborduurd
Misschien zijt ge van meening, dat de huis
japon voor u een luxe-bezit is; maar dan is het
toch een zeer prettige en draagbare luxe. Ol
gaat ot» verlangen eigenlijk niet juist naar
zoo'n soort gewaad uit, als ge na een griepje ot
een andere wintersche ziekte uit uw slaapkamei
ontslagen wordt en u in den familiekring mag
begeven. Uw gewone peignoir is dan geen ge
schikt kleedingstuk, ge mist de fut om op ge
wone wijze uw toilet te maken een gemak
kelijk zittende losse „housecoat" is dan pre
cies datgene, waarin ge u zoudt willen hullen
Dat ge nu, wanneer de nieuwe punten hun
intrede gaan doen, daarom maar dadelijk een
huisjapon moet aanschaffen, dat willen wij u
echter geenszins raden. Maar het punten
systeem is een tijdelijk systeem.... en niets
belet ons om er nu vast van te droomen, waar
aan we ons, in puntlooze tijden, wat onze garde
robe betreft, te buiten zullen gaan!
C. P.—D.
Een goed samengestelde voeding bevat niet
alleen eiwitten, vetten en koolhydraten, maar
bovendien de voor het lichaam zoo noodzakelijke
„beschermende stoffen".
Deze stoffen treft men vooral aan in rauwe
groenten en vruchten. Daarom moet men ze
geregeld als aanvulling bij de gekookte spijzen
geven. Wanneer de vruchten schaarsch of duur
zijn, maar ook in tijden van overvloedig fruit is
een rauw hapje aan te raden. Het zou een
belangrijke verbetering beteekenen in den voe
dingstoestand wanneer ieder er een gewoonte
van maakt eiken dag wat rauwe vruchten of
een rauw gerechtje te gebruiken. Men kan ook
volstaan met ramenas of geraspten wortel op de
boterham.
Meen niet, dat zooiets in den winter niet voor
elkaar te brengen is. Integendeel! Elk seizoen
brengt zijn eigen groenten voort en al die
groenten zijn voor ons doel te gebruiken. Zoo
doende krijgt men des zomers geheel andere
rauwe hapjes dan des winters, maar alle zijn,
mits goed toebereid, zeer smakelijk. Juist door
een smakelijke bereiding en een goede combi
natie van de verschillende soorten kan men de
eventueel weifelende houding van de huisge
nooten overwinnen. Voor wie nog nooit rauw
kost gegeten heeft, is de smaak van de rauwe
groenten en kruiden iets onbekends en vreemds;
maar was dit niet precies zoo het geval toen
wij voor het eerst met de nu alom bekende
tomaten kennis maakten?
Het bereiden van groentenslaatjes moet
aangeleerd worden. Reeds na korten tijd krijgt
men er vaardigheid in ze in verschillenden
smaak en kleurencombinaties op te dienen. Een
zeer belangrijk punt is daarbij „het op smaak
af maken" met citroensap of azijn, zout, diverse
tuinkruiden, wat karnemelk, quark, hangop of
slasaus of wat een goede huisvrouw maar vindt
om deze gerechtjes smakelijk te maken. Dit
geeft den doorslag of men aan tafel het resul
taat zal aanvaarden of afwijzen.
De eigen smaak van de groenten moet echter
bewaard blijven en mag niet door de toevoeg
sels overheerscht worden.
In den winter komen als grondstoffen in aan
merking:
Bladgroenten, zooals andijvie, roode kool,
witte kool, savoye kool, zuurkool, Brusselsch
6V" M "*VV «SW* 1.VUUC1C Vit "AVV, ""'-.JV ..ww-,
wijzers worden niet als zoodanig geboren, zij lof, spruitjes, prei, veldsla,
worden door het leven ge- óf misvormd. Zooals 1 Wortelgroenten, als koolraap, winterwortelen,
Elk seizoen brengt z'n eigen groen
ten voort en al die groenten zijn
tot een smakelijken rauwkost ie
verwerken. Hoe, dat leert ons de
Voedingsraad.
knolselderij, radijs, ramenas, bieten, schorsenee-
ren.
Vruchten: appels en citroenen.
Tuinkruiden, waarvan we noemen: peterselie,
bladselderij, ui, lavas (maggiplant) en verschil
lende gedroogde kruiden als tijm, marjolein,
basilicum enz. Het is niet aan te raden een
kruidenmengsel te koopen, daar men dan steeds
met denzelfden smaak werkt. Beter is het de
gedroogde kruiden afzonderlijk aan te schaffen
en ze naar eigen smaak en verkiezing te ge
bruiken.
Bij de bereiding van rauwe gerechten moet
men zeer zorgvuldig te werk gaan. Immers bij
het koken worden ongerechtigheden vernie
tigd, die bij onnauwkeurige rauwe bereiding
blijven bestaan. Men zet allereerst de groenten
gedurende een uur in koud water met zout.
Op een liter water rekent men een afgestreken
eetlepel zout. Daarna wascht en spoelt men ze
onder de kraan flink schoon en legt ze ten
slotte in een vergiet of slaat ze in een slamandje
droog. Na deze voorbehandeling komt pas het
„fijnverdeelen". Dit kan geschieden door snij
den, hakken, knippen, schaven, raspen of ma
len. Steeds gebruike men hiervoor roestvrij ma
teriaal.
Tot slot volgt dan het „aanmaken". Op enkele
uitzonderingen na (ramenas, kool) doet men dit
vlak voor het opdoen. Men maakt hiervoor eerst
het sausje klaar van de gewenschte bestand-
deelen en voegt dan de kruiden en de zeer fijn
gesneden bladgroenten of geraspte wortelgroen
ten er bij.
Het toebereide slaatje geeft men bij het mid
dagmaal of de broodmaaltijden.
Zeer op zijn plaats is het bij gekookte visch.
Deze eet men in den winter meestal alleen met
aardappelen en saus, wat een zeer onvolledige
maaltijd is uit voedingsoogpunt bezien. Ver
schillende slaatjes, bijvoorbeeld andijvie met
bieten, smaken er uitstekend bij en maken het
geheel tot een volwaardigen maaltijd.
In plaats van gekookte groenten bij vleesch
of als een frisch hapje bij het middagmaal
smaakt een rauw slaatje lekker.
Bij de broodmaaltijden is men toch ook ge
wend om nu en dan radijs of sterrekers te ge
bruiken. Momenteel ziet men overal rame
nas. Deze smaakt met wat zout (silderijzout)
uitstekend op de boterham, hetzij geraspt, het
zij in dunne plakjes gesneden. Als afwisseling
hierop probeert U dan eens geraspte wortel of
plakjes appel.
Hoeveelheden groente voor slaatjes zijn moei
lijk aan te geven, daar men het den eenen keer
als hoofdgerecht, een volgenden keer als bijge
recht gebruikt.
Men rekent bij het middagmaal ongeveer
honderd gram rauwe groente per persoon. Met
de aangegeven groenten kan men de volgende
combinaties maken:
Koolraap, geraspte hazelnoten, radijsjes;
zure appelen, bieten, uien;
witte kool, winterwortelen, bieten;
knolselderij, roode kool, komkommer of
augurk;
Brusselsch lof, winterwortelen, bieten. (Dit is
uit te breiden met knolselderij, schorseneeren).
Nu volgt nog een algemeene aanwijzing voor
de bereiding:
Rauwkostslaatje
Beginnen met de bereiding van het sausje.
Dit kan bestaan uit:
olie, azijn of citroensap met verschillende
kruiden;
quark of hangop met azijn of citroensap, mos
terd, tomatenpuree, tuinkruiden of andere
smaakgevende stoffen;
ongezoete gecondenseerde melk met citroen
sap en kruiden of honing (speciaal heel lekker
voor wortelen, knolselderij en prei);
indien men dit heeft, de een of andere toe
bereide slasaus of mayonnaise, eventueel ver
mengd met wat karnemelk of gehakte tuinkrui
den.
In dit sausje komen nu de groenten.
Bladgroenten
De kropjes of de struikjes een uur in water
met zout laten staan. Flink afspoelen en zeer
goed uit laten lekken of droogslaan. Doet men
de groente te nat bij de slasaus dan wordt deze
te veel verdund en gaat de smaak verloren.
De groenten zeer fijn snijden kort voor den
maaltijd en onmiddellijk door het sausje men
gen en opdienen.
Alleen kool maakt hierop een uitzondering.
Deze moet eenigen tijd doortrekken alvorens zij
gebruikt kan worden, daar ze veel stugger is
dan de andere soorten bladgroente. Daarom
wordt zij dikwijls geraspt in plaats van ge
snipperd.
Wortelgroenten en appelen
De groenten dun schillen (bieten, knolselderij
e.a.). Bij andere soorten (winterwortelen en
appelen) is het al voldoende ze flink af te
boenen. Ze nu direct boven het sausje raspen
of schaven, en er telkens doorroeren. Op deze
wijze houdt men van de witte soorten de blanke
kleur en gaat er geen sap verloren.
1 DE VOEDINGSRAAD
Het is vooral in dezen tijd vanzelfsprekend,
dat we zuinig zijn met alle voedingsmiddelen en
niets wat eetbaar is weggooien. Korstjes en
onoogelijke resten oud brood worden dan ook
verzameld en als wij toch een schoteltje in den
oven warm moeten maken, schuiven wij het
bakblik met de opgespaarde broodresten op den
bodem van den oven, waar ze uitdrogen en
lichtbruin worden Door en door droog en knap
pend zijn de resten geschikt om tot paneermeel
verwerkt te worden. Daartoe malen wij ze door
den molen of nemen onze toevlucht tot een
flesch, waarmee we de broodkorsten fijn rollen.
In het laatste geval wordt het paneermeel ge
heel gelijkmatig door het te zeven.
Men verzocht ons. eenige recepten te geven
van paneermeel tot taart verwerkt. Wij laten
er hier twee volgen; het eerste vraagt eenige
eieren en een weinig boter, het tweede eveneens
boter, echter geen eieren. Zonder appelmoes
smaakt het gebak niet.
De ingrediënten maken, dat de recepten m
dezen tijd dan ook niet altijd uitvoerbaar zullen
zijn.
PANEERMEEL-TAART met eieren)
een ons paneermeel, driekwart kilo moesap
pelen, een ons suiker, een theelepel kaneel, een
half ons boter, drie eieren, een ons rozijnen, een
weinig sucade.
De appelen op de bekende wijze tot moes
koken, de suiker en de kaneel er door roeren,
evenals het paneermeel, de gesmolten boter, de
eierdooiers, die met een weinig suiker schuimig
geroerd zijn, de gewasschen en daarna gedroog
de rozijnen, de gesnipperde sucade. Het eiwit
zéér stijf kloppen en dit op het laatste oogenblik
luchtig door de massa mengen. Een springvorm
met boter besmeren en dun met paneermeel
bestrooien. De massa in den geprepareerden
vorm overdoen en de taart in een niet te war
men oven gedurende een a anderhalf uur licht
bruin en gaar bakken.
PANEERMEEL-TAART (zonder eieren)
een ons paneermeel, een kwart ons suiker,
een ons boter, een half ons krenten en rozijnen,
een pond moesappelen, een half ons suiker, ka
neel.
De boter tot room roeren, het paneermeel en
de eerstgenoemde hoeveelheid suiker er door
heen kneden. De appelen op de bekende wijze
tot moes koken, suiker en kaneel toevoegen. Een
springvorm met boter besmeren en met paneer
meel bestrooien. Hierin laag om laag het deeg
en de appelmoes leggen, tusschen beide lagen
in telkens wat gewasschen krenten en rozijnen
strooien; de bovenste laag moet uit deeg be
staan. Ook deze taart in een matig warmen
oven lichtbruin van kleur bakken in een tot
anderhalf uur.
UW KOKIN.
Meer dan éénmaal koken of lang koken en
warm houden is voor alle voedingsmiddelen
ongewenscht, doch het merkwaardige ver
schijnsel doet zich voor, dat huisvrouwen die
dit weten, en vanzelfsprekend ook in toepassing
brengen als 't aardappelen en groenten betreft,
dit niet altijd bedenken, wanneer zij te doen
hebben met melk. Behalve deze fout komen er
bfj melkbehande'iP" "iv verscheidene andere
voor.
Melk is niet alleen net meest volledige voe
dingsmiddel voor den mensch doch ook voor
lagere organismen. Daarom moet met melk
zorgvuldig worden omgegaan. Bovendien neemt
ze gemakkelijk den geur over van andere voe
dingsmiddelen en stoffen, die zich in de nabij
heid bevinden, zoodat het ook uit dat oogpunt
niet onverschillig is waar men ze neerzet.
Het vaatwerk, dat voor melk gebruikt wordt,
moet gaaf zijn, aangezien pannen en kannen
anders moeilijk schoongemaakt kunnen worden.
Ook bij koken van melk in de flesch ge
pasteuriseerde melk behoeft niet gekookt te
worden! worden dikwijls fouten gemaakt.
„Los" gekochte melk dient direct na ontvangst
gekookt te worden, maar dat is dan ook de
eenige keer, dat ze gekookt mag worden; later
is het voldoende deze gekookte melk tot de ge
wenschte temperatuur te verwarmen.
Ir. het belang van het behoud der volledige
voedingswaarde kunnen vele fouten gemakkelijk
worden voorkomen; men neme dus de volgende
wenken in acht:
1. Plaats de melk op een koele, stofvrije,
donkere plaats en niet in de nabijheid van
visch, uien, appelen of andere stoffen met
scherpen geur.
2. Open de flesschen gepasteuriseerde melk
niet voordat de melk noodig is en sluit een
flesch, waarin nog melk over is, niet van de
lucht af, doch leg er liever een los doekje over.
3. Ontvang „losse" melk in een gave, gladde,
goed schoongemaakte pan, die het best alleen
voor melk wordt gebruikt en die voordat de
melk er in gaat, even met koud water wordt
omgespoeld.
4. Kook losse melk liefst dadelijk; vooral in
het begin een kleine vlam gebruiken en er in
roeren als ze flink warm is geworden om. om
aanbranden te voorkomen.
5. Bij het „opkomen" nog even doorroeren;
laat de melk dan nog een a twee minuten
doorkoken.
6. Direct na het koken afkoelen, liefst in koud
stroomend water; het best door de pan open
weg te zetten in een teil in den gootsteen onder
de kalm doorloopende waterkraan; of wel in
een teil met koud water en dit een paar maal
te ververschen. Door af en toe te roeren, wordt
ook de vorming van een vlies bij het afkoelen
voorkomen.
7. Spoel het vaatwerk (pannen, kannen, fles
schen), eerst met koud water om en gebruik
p>as daarna een sopje van warm water.
De huisvrouw die eenige keeren de moeite
neemt deze wenken toe te passen, zal ze daama
verder zonder eenige moeite kunnen opvolgen
Huishoudelijke voorlichting op
Voedingsgebied.
AMSTERDAM
ROKIN «2
OPGERICHT
1868
VOORHEEN KAL VERSTRAAT 51
Vraagt Uw winkelier naar le soort
„WHO"-MELKPOEDER en alle andere
WHO"-producten.
N.Z. VOORBURGWAL 276 - TEL. 31494-35160-36618
vorkrqgboor
Imp..Rottend. Prod. Mij,
WITTE HUIS - Rotterdam