OUD en NIEUW UITGAVEN VOOR DE HUISVROUW DE MODE HUISVROUW r Ook in bij den den winter een rauw hapje maaltijd G. SCHOORL GEEN MELK Geen last, -Heily ZATERDAG 25 JANUARI 1941 Nog eens EEN SCHIJNWERPER GERICHT OP DE OPVOEDING past zich aan I- Paneermeel.... tot een taart verwerkt hoe gaat ge met de melk om? INKOOP OUD ZILVER tegen de hoogste waarde mits „WHO" in de kast SEGER Co. - A'dam Hoest- bonbons 10 cent DE VROUW EN HAAR TIJD „Ik word hoe langer hoe raft'liger", zucht Puntenkaart 1940. „Aan alle kanten hebben 2e me verminkt en gekortwiekt en ik zie er nu uit als 'n vreeselijk onsymmetrische meet- kunde-opgave. Binnenkort is er niets meer van me over dan een ingewikkeld alphabet, dat wel in de prullemand verdwijnen zal, want ze zullen zich toch erg moeten haas ten, als ze al mijn onderdeelen, vóór ik in m'n nieuwe jaar herboren te voorschijn treed, nog willen benutten. Ik ben moe en oud en klein geworden, omdat ik gedurende mijn bestaan al in zóóveel winkels ben ge weest en zóóveel goede diensten heb moeten bewijzen mijn onontbeerlijkheid gaf me overigens wel voldoening zoodat ik blij zal zijn, als ik eindelijk rust krijg, in welken vorm dan ook. Want wanneer ik als een Phoenix uit mijn asch herrijs, staat me na tuurlijk weer hetzelfde leventje te wachten en het zal me een opluchting zijn, nu ein delijk den laatsten adem uit te kunnen bla zen ik loop nog maar op één been- stompje om even bij te kunnen komen vóór ik van 16 Februari af weer dien einde- loozen tocht door allerlei winkels en waren huizen moet gaan ondernemen. Dit zelfbeklag van de Puntencaart is heuséh niet zonder reden. Want degenen van ons, die er tot voor kort erg zuinig mee omgesprongen hadden en met punten hadden getooverd en ge woekerd, hebben hoogstwaarschijnlijk, nu de winter ons alweer de gelegenheid tot ijsvreugde bood, de laatste kostbare nummertjes geofferd voor een extra paar wollen kousen of sokjes, een sjaal of vest. En zij, die het zich konden ver oorloven nog een hééle pull-over of een wollen rokje te koopen, waren al bijzonder te benijden. In ieder geval is deze laatste aanslag op onzen voorraad cijfers wel van dien aard geweest, dat er bij niemand meer dan een zielig restantje van over zal zijn en de Puntenkaart bijna bij ieder van ons haar laatste veeren heeft moeten laten. Maar eigenlijk besteedden we de resten van dit .waardevol bezit met een tamelijk gerust hart onder het motto „Met Februari moet alles tóch op zijn". Wat het nieuwe Puntenkaartenjaar ons zal brengen, weten we weliswaar nog niet, maar daar zullen we ons nü nog maar geen zorgen over maken. Komt tijd, komt raad en we zullen ook dan nog wel met een schaar kunnen knip pen en trapsgewijze een stukje papier bewerken, dat in bijna iederen winkel het „Sesam open u" is voor laatjes, kastjes en kleerenrekken. Het is eigenlijk wel spannend, dat je maar niet meer precies kunt koopen, wat je wilt. Vroeger was het gemakkelijk een oude jurk met een nieuw kraagje of sjaaltje op te fleuren, maar nu gaat dat allemaal niet meer. Het is merk waardig, dat we daardoor allerlei vernuftige uit vindingen doen, waartoe we ons zelf nooit in staat zouden geacht hebben. Van snippertjes zü of wol zijn werkelijk aardige bloem-motiefjes te borduren op zakken of bij wijze van epauletten op de schouders van een te saaie jurk'en randjes franje of een kwastje hier en daar doen soms wonderen. Restjes tule (zelfs wel stukjes van oude glasgordijntjes!) kunnen we verven in de teint van 'n japonnetje, dat we op willen knappen, zoodat ze dan dienst kunnen doen als onder grond voor geappliqueerde reepjes of figuurtjes van de japonstof zelf het is niet noodig daarvoor een extra lap aan te spreken; u kimt het bovenste gedeelte van het lijfje afknippen, door de tule vervangen en daarop van het afge knipte stuk de figuurtjes stikken waardoor het er ineens „gekleed" uitziet. En zoo wordt onze vindingrijkheid steeds grooter, naar gelang de van buiten af geboden mogelijkheden kleiner zijn geworden. Danis er nog iets, dat zelfs al in versjes wordt bezongen, die dan gewoonlijk beginnen met: „Alles op den bon", of: „Ik loop in 130 punten", maar daarachter volgt dan de opsom ming van hetgeen nog.... vrij is! Behalve de buitenlucht en de natuur, humor, kopjes thee en koffie, schuimpjes en chocolaadjes zijn nog vrij: knoopen en kralen! Hadt u daar al aan gedacht? Vergeet u dan vooral deze mogelijk heden niet, want hiermee valt nog veel te be reiken. Een rij knoopen van boven naar beneden op een eenvoudige stoffen jurk, een sluiting op den rug en onderaan op de mouwen of felge kleurde knoopen op een stemmig japonnetje (niet meer dan vijf op een mouw), gouden, zil veren of glazen knoopen op een meer gekleed gewaad; kralen cirkeltjes op zakjes, kraagjes en manchetten, och, u zult er ongetwijfeld nog heel wat bij kunnen verzinnen! En als straks het nieuwe puntenjaar is inge treden, kunnen zij, die „er niet uit konden komen" tóch nog bijpassende lapjes of garni turen koopen, als de cijferreeks ons den aanschaf van een ,,heele" nieuwe jurk niet toestaat, om dat we dan niet genoeg toelatingsbewijzen voor kousen en dergelijke onontbeerlijkheden zouden overhouden. Want het blijft goochelen, ook met de nieuwe puntenkaart, om de „ins en outs" van de gar derobe op peil te houden. JOSEPHINE Wie jong en slank is en tot het sporttype hoort zal zichte allen tijde thuis voelen in een der hier geschetste swaggers die met een nieuwe benaming „slip-on" heetcn. Het is dan ook een soort mantel, waar men gemakkelijk inwipt en dat gemakke lijk draagt. Met de groote zakken van het linker model moet de niet heel slanke vrouw oppassen. Het thema: van oud tot nieuw, biedt altijd weer nieuwe varianten. De swaggerjas is lang en vogue geweest, de nieuwe Weensche collecties brengen als complet van japon met mantel weer uitsluitend de swagger. Wie dus zoo'n wijden, losvallenden mantel bezit, weet, dat ze het er voorloopig nog mee zal kunnen en moeten doen. Zetten we ons „iets nieuws" dus noodge dwongen uit het hoofd, we zinnen dan toch op vernieuwing" van het oude. De hier gegeven suggesties kunt u zelf uitwerken; voor het linker model komt persianer of astrakan in aanmer king. De rechtermantel is gegarneerd met suede Een van de smakelijkste gerech ten, die men met wortelen kan bereiden, is ongetwijfeld de ècht- Hollandsche hutspot. Maarde groote vraag voor de huisvrouwen is thans, of hutspot ook zonder vleesch smakelijk kan zijn! Welnu dat kan hij inderdaad! Wanneer de huisgenooten twee ons belegen kaas willen „uitsparen". 2^ K.G. aardappelen, 1 K.G. wortelen, '/2 pond uien. 1 ons boter of vet, 2 ons belegen kaas, 1 afge streken eetlepel zout, 2'/2 kopje melk. Maak de wortelen en de uien schoon en snijd ze fijn. Laat een deel van de uien met twee eetlepels boter tien min. zachtjes smoren. Doe er de wortelen en ruim een kwart liter water bij. Voeg na tien min. de schoongeboende of ge schilde (in stukken gesneden aardappelen en het zout toe. Laai alles een half uur zachtjes koken. Stamp het door elkaar en maak den hutspot smeuïg door toevoe ging van de gekookte melk. Roer, van het vuur, de geraspte kaas er door. Bak de rest van de uien in de koekenpan met de rest van de boter lichtbruin; voeg wat bloem of aardappelmeel tos, laat deze even bruin kleuren en maak de jus af met een scheutje kokend water. Een deel van de wortelen kan ook rauw, geraspt door den hutspot gedaan worden; dit is zeer smakelijk en tevens vollediger. Wie een paedagogisch bibliotheekje bezit, zal goed doen het zoo juist verschenen werkje van H. Kuitenbrouwer „Voor Galg en Rad" (vierde schijnwerper-reeks van de Uitgeverij „Het Spec trum", Utrecht) er bij aan te schaffen wie geen reeks opvoedkundige boeken bezit, neme óók kennis van dit boekje, wanneer hij of zij tot het gilde der ouders, opvoeders of onder wijzers behoort. Want de inzichten van H. Kuitenbrouwer en de wijze waarop hij bestaan de problemen tot hun juiste verhoudingen te rugbrengt, zullen u, wanneer ge tot nog toe over dit onderwerp heen leefde, aan het den ken zetten en wanneer ge modem paedagogisch geschoold zijt, zal dit boekje in uw denken een waren opstand ontketenen. Hoe komt het, vraagt de schrijver zich af, dat ondanks (is 't ntet beter te zeggen door) de van alle kanten bestudeerde psychologie van het kind en de toegepaste paedagogische wijs heden, in deze eeuw van het kind er toch altijd nog, precies als vroeger, een gedeelte der jeugd opgroeit voor Galg en Rad? Inderdaad is er over de jeugd en de opvoe ding al heel wat geschreven, maar als er nu tusschen' al de theorieën over warme-kas-cul- turen voor de teedere, jonge loten, eens 'n stem opgaat, die durft zeggen: zet het plantje in den kouden grond, waar het behoort, laat hagel en zon en" regen en storm, naar jaargetijde, er overheen gaan, maar hoed het, zooals een groei end plantje gehoed moet worden, zie, dan is dat een gezonde kijk, waar elk weldenkende opvoeder kennis van moet nemen. Kuitenbrou wer neemt eerst het gezin en dan de school, de twee milieu's, waarin het kind opgroeit, onderhanden. Hij doet het met open oog en met liefde, daarvoor is hü zelf vader en onder wijzer. Er worden wijze en zeer rake dingen gezegd in dit kleine boekje, o.a. „het is beter om van gemakkelijke ouders dan van moeilijke kin deren te spreken." Wat zijn gezonde meening is over het onge zonde psychologische gewroet, dat van onzen tjjd is, vervat hij in deze zinsnede: „gepopulari seerde psycho-analyse heeft een massa men- schen op de hoogte gebracht, om niet te zeg gen, in de diepte neergelaten." Nee, hij moet van al het overdreven, weeë, ongezonde niets hebben, van de verweekelijkte, zachtzinnig-hu- mane wijze, waarop moderne paedagogen met het kind omgaan en het bijvoorbeeld gemaakte fouten doen inzien. (Het bezinningsstoeltje) Kuitenbrouwer ziet de dingen zeer reëel, hij beheerscht zijn stof volkomen, hij heeft open oog voor de moeilijkheden, die er zijn en hij is de eerste om het goede te apprecieeren, maar hij laakt het vele, wat terecht gelaakt moet en verbeterd kan worden. Wie aanstoot neemt aan zijn ironischsn toon heeft weinig gevoel voor humor, want zijn ironie is nooit kwetsend, hij koos dezen railleerenden trant (die hem prachtig afgaat) zooals hij in zijn nawoord be toogt, opzettelijk tegenover de zwaarwichtig heid, met welke deze materie behandeld pleegt te worden. „Voor galg en rad" is niet alleen omwille van inhoud, stijl en geestigen toon lezenswaard, het zet aan tot denken. Om u dit te toonen eindi gen wij met een aanhaling. „Ouders en onder- de wereld hen maakte, zoo maken zij de kin deren. In den cirkelgang der opvoeding heeft daarom de volksopvoeding, heeft dus het gees telijke peil der samenleving een beslissende beteekenis. School en gezin zijn van deze sa menleving producten." Wie op eenigerlei wijze met de opvoeding van kinderen is belast, late dit boekje niet ongele zen. Het vraagt met veel tijd, ge leest het in één adem. Den kinderen zal het ten goede komen. A. Bgl- Het eerste nummer van het maandblad HUISHOUDING VAN NU uitg. Van der Marck's Uitg. Mij. N.V. Roermond, bevat behalve eenige rapporten van den voedings raad en raadgevingen op 't gebied van wasch- behandeling en zeepverbruik, een mehtode om een versleten mantel te keeren en te modemi- seeren en een opvoedkundig artikel van dr. L Berger over de opvoeding in het groote gezin. Het Januari-nummer van het modeblad BEGERS MODE FüR ALLE bevat modieuze modellen voor mantels, japon nen. blouses en rokken. Mantels zijn zoowel wijd (swaggermodel) als getailleerd. Aan de japonnen zijn de gerimpelde lijfjes en de wijde rokjes nog altijd en vogue. De wollen middagjurkjes ech ter hebben veelal een rokje met slechts zooveel ruimte, dat men er zich gemakkelijk in bewegen kan. Ook de schoolkleeding is niet vergeten. Raderbladeren zijn bijgevoegd. HOE VOED IK MIJN GEZIN IN OORLOGSTIJD? Daamen's Uitgeversmij. N.V., 's Gravenhage. is de kleine brochure, waaruit de nuisvrouw de waarde der dagelijks gebruikte levensmiddelen leert kennen. Van de recepten (soepen en stamp petten) die er in zijn opgenomen, nemen we hier ever de bereidingswijze van knolselderij met aardappelen. I kilo kleine selderijknollen, 1 kilo aardappelen, 1 uit, wat bloem, een ei, een klein blikje tomaten- purée en een klontje boter. De selderijknollen worden geschild, gewasschen en aan reepjes ge sneden (direct in water leggen) en gaar gekookt met wat zout. De aardappelen worden apart gekookt. De ui in boter bruinfruiten en er met bloem en tomaten-purée een saus van maken, waar het kooknat van de selderij bijgegoten wordt. Aardappelen, selderij en saus door elkaar roeren en heet opdienen „Die Mode". Van dit nieuwe mode-tijdschrift onvingen wij het eerste nummer ter bespreking. Het ruim ze ventig pagina's bevattende, fraai uitgevoerde tijd schrift geeft met teekeningen en foto's weer, wat de Weensche modehuizen en wat Berlijn brengt. Eigenlijk verandert het mode-thema nooit: eenvoudig en sportief eenerzijds, zeer luxueus voor een ander daguur of een andere categorie van draagsters. Het blad is bij den boekhandel verkrijgbaar. Zonder twijfel maakt de titel zich waar, want wij zien ensembles voor den schuilkelder en lichtgevende broches, wij zien meer bontmantels dan ooit te voren om aan de wolschaarschte tegemoet te komen, wij zien de avondjaponnen vervangen door een geraffineerde middagjurk en de Italiaansche mode breekt nu ook een lans voor de specifieke huisjapon, want, zegt zij, wegens de verduistering blijft de vrouw meer thuis dan anders en de onvoldoende verwar ming noodzaakt haar naar 'n extra warm klee- dingstuk te grijpen. „Het is werkelijk vergissing van uw kant,' waarschuwt een journaliste haar lezeressen: „om in huis allerlei afgedankte kleedingstukken om te hangen en met 'n paar oude pantoffels rond te sloffen. Als u er op gesteld bent om op straat zwo elegant en verzorgd mogelijk te verschijnen, denk er dan aan in huis, voor uw man ook eenigszins toonbaar te zijn." Deze „tip" klinkt voor ons, Hollandsche vrou wen, 'n beetje eigenaardig. Wij hebben er im mers nooit aan gedacht om thuis ons toilet zoodanig te verwaarloozen, dat wij wel de anti pode lijken van onze verschijning in 't openbaar. In Italië is dit echter lang geen zeldzaamheid. Men is daar altijd 'n beetje huiverig om een ge ïmproviseerd bezoek te maken en de vrouw des huizes in haar ongecultiveerden staat te verras sen. En de zekerheid, dat men van onverwachte bezoekers verschoond blijft, draagt er op zijn beurt toe bij om „het je in huis zoo gemakke lijk mogelijk te maken". Het leven is een cirkel gang, nietwaar? U ziet dus, dat het lang niet overbodig is, om hier een huisjapon te lanceeren, een japon die het midden houdt tusschen peignoir en avondjapon. Fluweel, dat overigens op den ach tergrond was geraakt, komt hiervoor weer in aanmerking, ook flanel in mooie, moderne tin ten en natuurlijk alpenwol en kameelhaar. Model A is van deze wollige witte stof gemaakt, heeft een dubbel rijtje knoopjes en twee in warme kleuren geborduurde zakken. De capuchon heeft binnenshuis al heel weinig reden van bestaan, maar het is nu eenmaal 'n troetelkind van de mode 1940/41. Waarom het huistoilet er dus ook niet mee versierd? Op den rug hangend geeft hij wel iets rijks aan dit mooie rood fluweelen kleed (model B). Zooals u ziet, zijn ceintuur, zakjes en de kop- stukjes aan de mouwen rijk bewerkt. Goud draad was voor deze bewerking het fraaie ma teriaal. Ook de knoopen zijn er mee geborduurd Misschien zijt ge van meening, dat de huis japon voor u een luxe-bezit is; maar dan is het toch een zeer prettige en draagbare luxe. Ol gaat ot» verlangen eigenlijk niet juist naar zoo'n soort gewaad uit, als ge na een griepje ot een andere wintersche ziekte uit uw slaapkamei ontslagen wordt en u in den familiekring mag begeven. Uw gewone peignoir is dan geen ge schikt kleedingstuk, ge mist de fut om op ge wone wijze uw toilet te maken een gemak kelijk zittende losse „housecoat" is dan pre cies datgene, waarin ge u zoudt willen hullen Dat ge nu, wanneer de nieuwe punten hun intrede gaan doen, daarom maar dadelijk een huisjapon moet aanschaffen, dat willen wij u echter geenszins raden. Maar het punten systeem is een tijdelijk systeem.... en niets belet ons om er nu vast van te droomen, waar aan we ons, in puntlooze tijden, wat onze garde robe betreft, te buiten zullen gaan! C. P.—D. Een goed samengestelde voeding bevat niet alleen eiwitten, vetten en koolhydraten, maar bovendien de voor het lichaam zoo noodzakelijke „beschermende stoffen". Deze stoffen treft men vooral aan in rauwe groenten en vruchten. Daarom moet men ze geregeld als aanvulling bij de gekookte spijzen geven. Wanneer de vruchten schaarsch of duur zijn, maar ook in tijden van overvloedig fruit is een rauw hapje aan te raden. Het zou een belangrijke verbetering beteekenen in den voe dingstoestand wanneer ieder er een gewoonte van maakt eiken dag wat rauwe vruchten of een rauw gerechtje te gebruiken. Men kan ook volstaan met ramenas of geraspten wortel op de boterham. Meen niet, dat zooiets in den winter niet voor elkaar te brengen is. Integendeel! Elk seizoen brengt zijn eigen groenten voort en al die groenten zijn voor ons doel te gebruiken. Zoo doende krijgt men des zomers geheel andere rauwe hapjes dan des winters, maar alle zijn, mits goed toebereid, zeer smakelijk. Juist door een smakelijke bereiding en een goede combi natie van de verschillende soorten kan men de eventueel weifelende houding van de huisge nooten overwinnen. Voor wie nog nooit rauw kost gegeten heeft, is de smaak van de rauwe groenten en kruiden iets onbekends en vreemds; maar was dit niet precies zoo het geval toen wij voor het eerst met de nu alom bekende tomaten kennis maakten? Het bereiden van groentenslaatjes moet aangeleerd worden. Reeds na korten tijd krijgt men er vaardigheid in ze in verschillenden smaak en kleurencombinaties op te dienen. Een zeer belangrijk punt is daarbij „het op smaak af maken" met citroensap of azijn, zout, diverse tuinkruiden, wat karnemelk, quark, hangop of slasaus of wat een goede huisvrouw maar vindt om deze gerechtjes smakelijk te maken. Dit geeft den doorslag of men aan tafel het resul taat zal aanvaarden of afwijzen. De eigen smaak van de groenten moet echter bewaard blijven en mag niet door de toevoeg sels overheerscht worden. In den winter komen als grondstoffen in aan merking: Bladgroenten, zooals andijvie, roode kool, witte kool, savoye kool, zuurkool, Brusselsch 6V" M "*VV «SW* 1.VUUC1C Vit "AVV, ""'-.JV ..ww-, wijzers worden niet als zoodanig geboren, zij lof, spruitjes, prei, veldsla, worden door het leven ge- óf misvormd. Zooals 1 Wortelgroenten, als koolraap, winterwortelen, Elk seizoen brengt z'n eigen groen ten voort en al die groenten zijn tot een smakelijken rauwkost ie verwerken. Hoe, dat leert ons de Voedingsraad. knolselderij, radijs, ramenas, bieten, schorsenee- ren. Vruchten: appels en citroenen. Tuinkruiden, waarvan we noemen: peterselie, bladselderij, ui, lavas (maggiplant) en verschil lende gedroogde kruiden als tijm, marjolein, basilicum enz. Het is niet aan te raden een kruidenmengsel te koopen, daar men dan steeds met denzelfden smaak werkt. Beter is het de gedroogde kruiden afzonderlijk aan te schaffen en ze naar eigen smaak en verkiezing te ge bruiken. Bij de bereiding van rauwe gerechten moet men zeer zorgvuldig te werk gaan. Immers bij het koken worden ongerechtigheden vernie tigd, die bij onnauwkeurige rauwe bereiding blijven bestaan. Men zet allereerst de groenten gedurende een uur in koud water met zout. Op een liter water rekent men een afgestreken eetlepel zout. Daarna wascht en spoelt men ze onder de kraan flink schoon en legt ze ten slotte in een vergiet of slaat ze in een slamandje droog. Na deze voorbehandeling komt pas het „fijnverdeelen". Dit kan geschieden door snij den, hakken, knippen, schaven, raspen of ma len. Steeds gebruike men hiervoor roestvrij ma teriaal. Tot slot volgt dan het „aanmaken". Op enkele uitzonderingen na (ramenas, kool) doet men dit vlak voor het opdoen. Men maakt hiervoor eerst het sausje klaar van de gewenschte bestand- deelen en voegt dan de kruiden en de zeer fijn gesneden bladgroenten of geraspte wortelgroen ten er bij. Het toebereide slaatje geeft men bij het mid dagmaal of de broodmaaltijden. Zeer op zijn plaats is het bij gekookte visch. Deze eet men in den winter meestal alleen met aardappelen en saus, wat een zeer onvolledige maaltijd is uit voedingsoogpunt bezien. Ver schillende slaatjes, bijvoorbeeld andijvie met bieten, smaken er uitstekend bij en maken het geheel tot een volwaardigen maaltijd. In plaats van gekookte groenten bij vleesch of als een frisch hapje bij het middagmaal smaakt een rauw slaatje lekker. Bij de broodmaaltijden is men toch ook ge wend om nu en dan radijs of sterrekers te ge bruiken. Momenteel ziet men overal rame nas. Deze smaakt met wat zout (silderijzout) uitstekend op de boterham, hetzij geraspt, het zij in dunne plakjes gesneden. Als afwisseling hierop probeert U dan eens geraspte wortel of plakjes appel. Hoeveelheden groente voor slaatjes zijn moei lijk aan te geven, daar men het den eenen keer als hoofdgerecht, een volgenden keer als bijge recht gebruikt. Men rekent bij het middagmaal ongeveer honderd gram rauwe groente per persoon. Met de aangegeven groenten kan men de volgende combinaties maken: Koolraap, geraspte hazelnoten, radijsjes; zure appelen, bieten, uien; witte kool, winterwortelen, bieten; knolselderij, roode kool, komkommer of augurk; Brusselsch lof, winterwortelen, bieten. (Dit is uit te breiden met knolselderij, schorseneeren). Nu volgt nog een algemeene aanwijzing voor de bereiding: Rauwkostslaatje Beginnen met de bereiding van het sausje. Dit kan bestaan uit: olie, azijn of citroensap met verschillende kruiden; quark of hangop met azijn of citroensap, mos terd, tomatenpuree, tuinkruiden of andere smaakgevende stoffen; ongezoete gecondenseerde melk met citroen sap en kruiden of honing (speciaal heel lekker voor wortelen, knolselderij en prei); indien men dit heeft, de een of andere toe bereide slasaus of mayonnaise, eventueel ver mengd met wat karnemelk of gehakte tuinkrui den. In dit sausje komen nu de groenten. Bladgroenten De kropjes of de struikjes een uur in water met zout laten staan. Flink afspoelen en zeer goed uit laten lekken of droogslaan. Doet men de groente te nat bij de slasaus dan wordt deze te veel verdund en gaat de smaak verloren. De groenten zeer fijn snijden kort voor den maaltijd en onmiddellijk door het sausje men gen en opdienen. Alleen kool maakt hierop een uitzondering. Deze moet eenigen tijd doortrekken alvorens zij gebruikt kan worden, daar ze veel stugger is dan de andere soorten bladgroente. Daarom wordt zij dikwijls geraspt in plaats van ge snipperd. Wortelgroenten en appelen De groenten dun schillen (bieten, knolselderij e.a.). Bij andere soorten (winterwortelen en appelen) is het al voldoende ze flink af te boenen. Ze nu direct boven het sausje raspen of schaven, en er telkens doorroeren. Op deze wijze houdt men van de witte soorten de blanke kleur en gaat er geen sap verloren. 1 DE VOEDINGSRAAD Het is vooral in dezen tijd vanzelfsprekend, dat we zuinig zijn met alle voedingsmiddelen en niets wat eetbaar is weggooien. Korstjes en onoogelijke resten oud brood worden dan ook verzameld en als wij toch een schoteltje in den oven warm moeten maken, schuiven wij het bakblik met de opgespaarde broodresten op den bodem van den oven, waar ze uitdrogen en lichtbruin worden Door en door droog en knap pend zijn de resten geschikt om tot paneermeel verwerkt te worden. Daartoe malen wij ze door den molen of nemen onze toevlucht tot een flesch, waarmee we de broodkorsten fijn rollen. In het laatste geval wordt het paneermeel ge heel gelijkmatig door het te zeven. Men verzocht ons. eenige recepten te geven van paneermeel tot taart verwerkt. Wij laten er hier twee volgen; het eerste vraagt eenige eieren en een weinig boter, het tweede eveneens boter, echter geen eieren. Zonder appelmoes smaakt het gebak niet. De ingrediënten maken, dat de recepten m dezen tijd dan ook niet altijd uitvoerbaar zullen zijn. PANEERMEEL-TAART met eieren) een ons paneermeel, driekwart kilo moesap pelen, een ons suiker, een theelepel kaneel, een half ons boter, drie eieren, een ons rozijnen, een weinig sucade. De appelen op de bekende wijze tot moes koken, de suiker en de kaneel er door roeren, evenals het paneermeel, de gesmolten boter, de eierdooiers, die met een weinig suiker schuimig geroerd zijn, de gewasschen en daarna gedroog de rozijnen, de gesnipperde sucade. Het eiwit zéér stijf kloppen en dit op het laatste oogenblik luchtig door de massa mengen. Een springvorm met boter besmeren en dun met paneermeel bestrooien. De massa in den geprepareerden vorm overdoen en de taart in een niet te war men oven gedurende een a anderhalf uur licht bruin en gaar bakken. PANEERMEEL-TAART (zonder eieren) een ons paneermeel, een kwart ons suiker, een ons boter, een half ons krenten en rozijnen, een pond moesappelen, een half ons suiker, ka neel. De boter tot room roeren, het paneermeel en de eerstgenoemde hoeveelheid suiker er door heen kneden. De appelen op de bekende wijze tot moes koken, suiker en kaneel toevoegen. Een springvorm met boter besmeren en met paneer meel bestrooien. Hierin laag om laag het deeg en de appelmoes leggen, tusschen beide lagen in telkens wat gewasschen krenten en rozijnen strooien; de bovenste laag moet uit deeg be staan. Ook deze taart in een matig warmen oven lichtbruin van kleur bakken in een tot anderhalf uur. UW KOKIN. Meer dan éénmaal koken of lang koken en warm houden is voor alle voedingsmiddelen ongewenscht, doch het merkwaardige ver schijnsel doet zich voor, dat huisvrouwen die dit weten, en vanzelfsprekend ook in toepassing brengen als 't aardappelen en groenten betreft, dit niet altijd bedenken, wanneer zij te doen hebben met melk. Behalve deze fout komen er bfj melkbehande'iP" "iv verscheidene andere voor. Melk is niet alleen net meest volledige voe dingsmiddel voor den mensch doch ook voor lagere organismen. Daarom moet met melk zorgvuldig worden omgegaan. Bovendien neemt ze gemakkelijk den geur over van andere voe dingsmiddelen en stoffen, die zich in de nabij heid bevinden, zoodat het ook uit dat oogpunt niet onverschillig is waar men ze neerzet. Het vaatwerk, dat voor melk gebruikt wordt, moet gaaf zijn, aangezien pannen en kannen anders moeilijk schoongemaakt kunnen worden. Ook bij koken van melk in de flesch ge pasteuriseerde melk behoeft niet gekookt te worden! worden dikwijls fouten gemaakt. „Los" gekochte melk dient direct na ontvangst gekookt te worden, maar dat is dan ook de eenige keer, dat ze gekookt mag worden; later is het voldoende deze gekookte melk tot de ge wenschte temperatuur te verwarmen. Ir. het belang van het behoud der volledige voedingswaarde kunnen vele fouten gemakkelijk worden voorkomen; men neme dus de volgende wenken in acht: 1. Plaats de melk op een koele, stofvrije, donkere plaats en niet in de nabijheid van visch, uien, appelen of andere stoffen met scherpen geur. 2. Open de flesschen gepasteuriseerde melk niet voordat de melk noodig is en sluit een flesch, waarin nog melk over is, niet van de lucht af, doch leg er liever een los doekje over. 3. Ontvang „losse" melk in een gave, gladde, goed schoongemaakte pan, die het best alleen voor melk wordt gebruikt en die voordat de melk er in gaat, even met koud water wordt omgespoeld. 4. Kook losse melk liefst dadelijk; vooral in het begin een kleine vlam gebruiken en er in roeren als ze flink warm is geworden om. om aanbranden te voorkomen. 5. Bij het „opkomen" nog even doorroeren; laat de melk dan nog een a twee minuten doorkoken. 6. Direct na het koken afkoelen, liefst in koud stroomend water; het best door de pan open weg te zetten in een teil in den gootsteen onder de kalm doorloopende waterkraan; of wel in een teil met koud water en dit een paar maal te ververschen. Door af en toe te roeren, wordt ook de vorming van een vlies bij het afkoelen voorkomen. 7. Spoel het vaatwerk (pannen, kannen, fles schen), eerst met koud water om en gebruik p>as daarna een sopje van warm water. De huisvrouw die eenige keeren de moeite neemt deze wenken toe te passen, zal ze daama verder zonder eenige moeite kunnen opvolgen Huishoudelijke voorlichting op Voedingsgebied. AMSTERDAM ROKIN «2 OPGERICHT 1868 VOORHEEN KAL VERSTRAAT 51 Vraagt Uw winkelier naar le soort „WHO"-MELKPOEDER en alle andere WHO"-producten. N.Z. VOORBURGWAL 276 - TEL. 31494-35160-36618 vorkrqgboor Imp..Rottend. Prod. Mij, WITTE HUIS - Rotterdam

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 9