Bedrijfsresultaten van den landbouw
r
I
Mislukte roofoverval
woestijnhavik
De cijfers hebben slechts een
betrekkelijke waarde
Het „Pesthuys" in Maastricht
Driemaal is scheepsrecht
Overeenstemming der
telefoontarieven
WINTERHULP^NEDERLAND
Diefstallen op groote schaal
DONDERDAG 30 JANUARI 1941
Limburg
Overijssel
Dreigt weer gevaar?
Fabrieksbrand te Venlo
Brandweer voorkomt erger
Vader vergreep zich aan
zijn baby
De raad van Maasbracht
is obstinaat
PERSOONSBEWIJZEN
Kind verdronken
Een der beide daders gearresteerd
TEXTIELDISTRIBUTIE
BOND VOOR HEEMKUNDE
Samenwerking tusschen op dit
terrein werkende organisaties
Verlaging kosten nevenapparatuur
MOEDIGE REDDER
GEHULDIGD
Maatregelen bij het verzekerings
wezen
VERGADERING V.V.V.
„HET GEULDAL"
Voor 1941 een nadeelig saldo
op de begrooting
De actie in Limburg
AUTOSNELWEG EIND
HOVEN—MAASTRICHT
Ten nadeele van de N.V. Olie
fabrieken „De Toekomst"
te Wormerveer
Sigarenwinkelier zocht
bijverdienste
Hij speelde een grof spelletje kaart
Eeti nachtelijke jacht
Frauduleuze varkensslachter
moest zijn buit wegwerpen
Aan de gevolgen overleden
In bijt geraakt en verdronken
Waterbouwwerk aanbesteed
Tegen brugleuning gesmakt
UIT DE STAATSCOURANT
Onderwijs
Rijksverzekeringsbank
-De-
door ALBERT M. TREYNOR
De bedrijfsresultaten van den landbouw
zijn in het afgeloopen boekjaar (19391940)
over het algemeen beter geweest dan in de
laatste voorafgaande jaren. Over het alge
meen, want hier en daar zijn de inkomsten
niet gestegen. Gelijk reeds te zien was uit
de cijfers, welke een of twee maanden terug
door enkele boekhoudbureaux waren gepu
bliceerd, vertoont de akkerbouw een stijging;
de veehouderij leverde hier en daar resul
taten op, welke beter waren dan het vorige
boekjaar en welke op andere plaatsen die
van het voorafgaande jaar niet overtroffen.
Meestal zijn ze nog niet zoo hoog, dat zij de
beste jaren uit het laatste decennium te bo
ven gaan. Deze tendenz blijkt ook weer uit
'de cijfers van enkele gebieden, die dezer
dagen bekend zijn geworden.
In Limburg, waar de gegevens verschaft wor
den door het boekhoudbureau van den Limburg-
schen Land- en Tuinbouw-Bond, was het boek
jaar 1939/1940 het beste sinds twaalf jaar. In
Noord-Limburg, waar het boekhoudbureau de
cijfers van 537 bedrijven kon verwerken was de
netto-winst per h.a. f 82.44 tegen f 46.63 in
1938/1939. In Zuid-Limburg waren deze getallen
f 48.23 en f 17.48. De gegevens uit laatst ge
noemd landbouwgebied verkreeg men aan de
hand der boekhouding van 208 bedrijven. De
gemiddelde grootte van het bedrijf in Noord-
Limburg was 14.38 h.a. en dit leverde een ge
middelde winst op van f 1182.19. In Zuid-Lim
burg was de gemiddelde bedrijfsgrootte 18.23
h.a. en de gemiddelde winst per bedrijf f 870.23.
De hoogere opbrengsten van dit jaar zijn te
danken aan den zeer goeden oogst en aan de
stijging der graanprijzen; dezelfde oorzaken dus.
die men in andere deeien van het land ook ge
vonden heeft. Uit de Limburgsche cijfers blijkt
ook nog en het is zeer de moeite waard hier
aan aandacht te besteden dat het bedrijf in
Noord-Limburg, hetwelk in het algemeen be
langrijk kleiner is dan dat in Zuid-Limburg,
per h.a. een vrij aanzienlijk hoogere winst heeft
gemaakt dan het bedrijf in het zuiden der pro
vincie. Het zou voorbarig zijn hieraan al te ver
gaande gevolgtrekkingen te verbinden, doch wel
mag het gelden als een bewijs, dat het kleine
bedrijf een behoorlijk bestaan kan opleveren,
indien het aan bepaalde voorwaarden voldoet en
indien de prijzen van de landbouwproducten
rusten op een reëele basis. Het verschijnsel, dat
het kleine bedrijf per h.a. rendabeler is dan
het groote, is niet nieuw. De bewijzen hiervoor
kan men ook vinden in no. 2 van de „Verslagen
en mededeelingen van de Directie van den
Landbouw 1940", welk deel o.a. beschrijft „De
economische toestand van den landbouw in 1938/
1939". Daarnaast zijn er nog een aantal publi
caties en cijfers, die deze meening staven, het
geen voor den landbouw in Nederland van zeer
groot belang is.
Dezer dagen zijn ook enkele cijfers bekend ge
maakt over de provincie Overijssel en wel door
het boekhoudbureau van de Overijsselsche
Landbouw Maatschappij en door dat van den
Aartsdiocesanen Boeren- en Tuindersbond. Het
boekhoudbureau van de O. L. M. heeft tot ge
woonte zoo spoedig mogelijk na het afsluiten
van het boekjaar de resultaten van bedrijven
bekend te maken. Uit deze publicatie, welke van
begin Juni dateert, bleek, dat de bedrijfswinst
per h.a. tegenover 1938/1939 meer dan verdub
beld was, doch nog niet reiken kon tot de
hoogte van 1937/1938. De verhoogde winst tegen
over 1938/1939 was te danken aan den beteren
oogst der granen, aan de verhoogde prijzen der
akkerbouwproducten en aan den verkoop van
paarden tengevolge van de vorderingen bij het
uitbreken van den oorlog in September 1939.
Het. ligt voor de hand, dat de cijfers' van deze
tien bedrijven slechts betrekkelijke waarde heb
ben, omdat hun aantal te gering is, dan dat men
er algemeene conclusies aan zou kunnen ver
binden. Uit de thans gepubliceerde cijfers blijkt
dan ook, dat de stijging van de netto-inkom
sten nog hooger is dan de tien bedrijven had
den uitgewezen. Vooral is dit't geval in het veen
gebied, waar akkerbouw de voornaamste plaats
inneemt. Gemiddeld is over de 1500 bedrijven,
welke dit boekhoudbureau onderzocht, de netto
opbrengst gestegen met f 48.25 per h.a. De vee
houderij vertoont weinig of geen stijging, even
min de varkenshouderij. In het weidegebied
heeft de verkoop van melk en zuivel aanzienlijk
meer opgebracht dan het vorige jaar; evenzoo
in het veengebied. In de zandstreken daarente
gen en langs den IJssel zijn deze opbrengsten
ongeveer gelijk gebleven.
Ook het boekhoudbureau van den A.B.T.B.
komt tot gelijke conclusie als dat van de O.L.M.
Ook uit deze cijfers bliikt, dat de inkomsten te
genover 1938/1939 zeer sterk gestegen zijn. Er
bestaat echter een vrij groot verschil tusschen
de uitkomsten welke de O.L.M.. heeft berekend
en die, welke de A.B.T.B. verkregen heeft. Het
Overijsselsche Landbouwblad heeft de uitkom
sten met elkaar vergeleken en moet bekennen,
dat het voor deze groote verschillen geen ver
klaring kan vinden. De O.L.M. houdt de boek
houding bij van een grooter aantal bedrijven
met een grootere totaal-oppervlakte dan de A.B.
TB., doch hierin kan men de verklaring toch
niet zoeken. Dit zou wel het geval kunnen zijn.
indien hier en daar kleine verschillen aan den
dag zouden komen en als de afwijkingen niet
meer dan een paar gulden zouden bedragen.
Maar een verschil van ruim honderd gulden in
de bruto-inkomsten per h.a. kan men niet weg
praten met te wijzen op het grooter aantal boek
houdingen van een bureau in vergelijking met
het andere. Het blad van de O.L.M. zet de sta
tistiek nopens het zandgebied van het eigen
bureau en van den A.B.T.B. naast elkaar en het
verschil is te frappant om deze cijfers hier niet
te vermelden. Terwijl de A.B.T.B. komt tot een
bedrag van f 291.33 als inkomsten per h.a. geeft
de O.L.M. hiervoor f 393.46 op. De redacteur
van het Overijsselsche Landbouwblad verbindt
hieraan de conclusie, dat de gegevens, waarover
de landbouwboekhoudbureaux beschikken, niet
zonder meer geschikt zijn om te dienen voor het
berekenen van de financieele resultaten van den
landbouw. Deze berekeningen kunnen slechts
een zeer globaal inzicht geven en hebben slechts
zeer betrekkelijke waarde. De vraag doet zich
dan ook voor, of de publicaties van de Directie
van den Landbouw over den economischen toe
stand van den landbouw wel betrouwbaar zijn
Dat is geen verwijt aan welk adres dan ook, en
zeker niet aan bovengenoemde Directie. Deze
immers maakt in haar publicaties voldoende
voorbehoud ten aanzien van de waarde der sta
tistieken. Deze vraag mag hoogstens dienen als
een voor de betrokken instanties eigenlijk
overbodige aansporing otn te zoeken naar
een methode, die een goed inzicht kan geven in
de werkelijke financieele resultaten van den
Nederlandschen landbouw.
E
Dinsdagavond vergaderde de gemeenteraad
van Maastricht. Onder de ingekomen stukken
was een adres tot behoud der ruïne Lichten
berg, ingezonden door Nationaal Pront. B. en W.
verklaarden zich diligent.
Bij de bespreking van het uitbreidingsplan
constateerde de heer J. Schaepkens van Riemst
met voldoening, dat het ontwerp terreinen voor
verbindingen tusschen Juliana- en Albertkanaal
ten N. der stad open liet.
Een voorstel tot verhuren van het z.g. „Pest
huys" gaf aanleiding tot debatten. De voorstan
ders van afbreken van dit schilderachtige ge
bouw roerden zich terdege; ze noemden het
zonder architectonische waarde en hinderlijk
voor het verkeer. De tegenstanders lieten zich
ook niet onbetuigd; e werd zelfs van vandalisme
gesproken, doch niettemin werd het voorstel
tot verhuren verworpen met 15 tegen 11 stem
men, waardoor het merkwaardige gebouw en
het intieme pleintje ervoor opnieuw in gevaar
zijn gekomen.
Aangenomen werden voorstellen tot verleenen
van tijdelijken duurtetoeslag op salarissen be
neden f 1900 van gemeentepersoneel en aan
gaande aankoop van verschillende panden tot
saneering der Stokstraat.
In behandeling kwam de gemeentebegrooting.
Aangezien de raadsleden gelegenheid gehad had
den hun opmerkingen vooraf te maken kon het
stuk nu zeer vlot afgehandeld worden. Wen-
schen werden nog wel geuit, o.a. betreffende de
bebouwing der Raadhuisstraat, de reorganisatie
der kas-administratie, speelterreinen voor kin
deren, restauratie der Bonnehoutenkazerne. enz.
De voorzitter, jhr. mr. Michiels van Kesse-
nich, waarschuwde tegen de vele verlangens, in
verband met de tijdsomstandigheden. Ook de
Wethouders gingen op de gemaakte opmerkin
gen in, waarna de begrooting verder geheel kon
worden afgehandeld.
In de fabriek van chemische en technische
artikelen van den heer E. Nettesheim in de
Heutzstraat te Venlo brak dezer dagen brand
uit.
De brand, die waarschijnlijk is ontstaan door
dat een vlam in een ketel sloeg, waarin boenwas
werd bereid, breidde zich snel uit.
De eigenaar en een bediende, die in de fabriek
aanwezig waren, trachtten nog met behulp van
de aanwezige brandbluschapparaten het vuur
te dooven, doch slaagden daarin niet.
In allerijl werd de hulp van de brandweer
ingeroepen. Deze was spoedig met haar motor
spuit ter plaatse. Onder leiding van den com
mandant, den heer A. Goossens, werd onmiddel
lijk met het blusschingswerk begonnen. Nadat
de slangen waren aangesloten op een der in de
nabijheid gelegen brandkranen, gaf de brand
weer volop water, zoodat men het vuur, dat de
zoldering van het aangetaste fabrieksgedeelte
dreigde te vernielen, weldra meester was. Vei
ligheidshalve werden diverse bescheiden elders
ondergebracht.
De brand bleef evenwel tot het aangetaste fa
brieksgedeelte beperkt. Dit gedeelte brandde
evenwel grootendeels uit, terwijl dit lokaal ook
veel waterschade kreeg. Het op de zoldering
aanwezige pakmateriaal en de voorraden bleven
gespaard.
De schade wordt door verzekering gedekt.
Verleden week kreeg een arts te Rotterdam
achterdocht ten aanzien van de doodsoorzaak
van een jeugdig meisje. Daardoor kwam een ge
val van doodslag aan het licht. De vader, de 27-
jarige loswerkman H. L., wonende in de omge
ving van het Noordplein, verloor door het aan
houdend huilen van het kind zijn kalmte en ver
greep zich in zijn woede aan het kind, dat slechts
drie maanden oud is. L. is thans naar het huis
van bewaring overgebracht.
Dinsdagnamiddag heeft de gemeenteraad van
Maasbracht voor de derde maal in successie den
heer P. Krekelberg met algemeene stemmen tot
gemeente-ontvanger van Maasbracht benoemd.
En weer zal burgemeester Geraedts tegen deze
benoeming in beroep moeten gaan.
De vorige ontvanger stierf in April 1940 en de
heer Krekelberg werd tijdelijk plaatsvervanger.
Bij schrijven van 23 Juli 1940 werd door den
secretaris-generaal de cumulatie van de functie
van gemeente-ontvanger gelast tusschen Maas
bracht en Montfort. Daar moest de raad niets
van hebben. Midden Augustus en daarna weer
in December benoemde de raad weer den heer
Krekelberg. Deze besluiten werden als zijnde in
strijd met de wet vernietigd. Maar daar had de
raad maling aan en benoemde thans voor de
derde maal den heer Krekelberg.
Een hartige discussie ging aan deze stemming
vooraf. Het eene raadslid vond deze geschiedenis
en het optreden van den burgemeester, die ge
zegd had den raad uit te sluiten, beleedigend.
Een ander vond de benoeming van een vreemde
in 't nadeel der gemeente en een derde dat het
dan beter was den heelen raad maar naar huis
te sturen, als men toch maar „ja" moest knikken
op alles.
Tot slot werd goedgevonden al de stukken,
deze kwestie rakend, op te zenden naar de be
voegde instanties.
In het uitvoeringsbesluit betreffende de in
voering van persoonsbewijzen lezen wij bü mo
del 2: persoonsbewijzen bedoeld in de Wet van
10 Februari 1910 (Staatsblad no. 55).
De bedoelde wet heeft betrekking op het Ne-
derlandsch onderdaanschap van de bevolking
van Nederlandsch-Indië. Art. 1 bepaalt:
„Ook wanneer zij geen Nederlanders zijn vol
gens de wet op het Nederlanderschap en het
ingezetenschap, zijn Nederlandsche onderdanen:
le. zij, die in Nederlandsch-Indië zijn geboren
uit ouders aldaar gevestigd, of, is de vader niet
bekend, uit een aldaar gevestigde moeder;
2e. de in Nederlandsch-Indië geborenen, wier
ouders niet bekend zijn;
3e. de echtgenoote of niet hertrouwde weduwe
van een onderdaan als bedoeld onder le en 2e;
4e. de buiten Nederlandsch-Indië geboren on
gehuwde kinderen van een onderdaan als be
doeld in dit artikel, zoolang die nog geen acht
tien jaar oud zijn;
5e. de buiterf Nederlandsch-Indië uit ouders,
die onderdanen zijn volgens dit artikel, geboren
kinderen, wanneer zij na hun huwelijk of na hun
achttiende jaar in het Koninkrijk gevestigd zijn
of zich aldaar vestigen, benevens hunne vrouw
of hunne ongehuwde kinderen, die nog geen
achttien jaar oud zijn, indien zij zich mede in
het Koninkrijk vestigen."
Dinsdagmiddag werd het bijna 6-jarige doch
tertje van de familie Kortekaas te Nieuwerbrug
gevonden in een bijt in den Ouden Rijn. Om
wonenden brachten het kind op het droge. Een
tweetal doktoren slaagde er niet in de levens
geesten op te wekken.
In den laten Dinsdagavond werd te Lepel
straat de 66-jarige landbouwer J. van Overveld,
toen hij thuis kwam en zijn fiets in het berg
hokje wilde plaatsen, door twee personen over
vallen. Een hunner sloeg met een z.g. vlaszeis
naar hem, gelukkig zonder hem te raken. Op
het hulpgeroep van den landbouwer kwam zijn
zoon toeloopen. De onverlaten achtten het toen
geraden het op een loopen te zetten. Zij wisten
in het duister te ontkomen.
Inmiddels werd de gemeentepolitie gewaar
schuwd. Op aanwijzing van Van O., die een der
daders r/sende herkend te hebben, poogde de
politie dezen te achterhalen, doch deze achter
volging leverde geen resultaat op. Woensdag
ochtend echter werd hü gearresteerd. Het was de
24-jarige S. van L. uit Lepelstraat, die tijdens
zijn verhoor een bekentenis aflegde. Naar den
tweeden dader wordt nog gezocht.
Omtrent de aanleiding vernamen wij, dat Van
O. Dinsdag eenige koeien had verkocht. De op
brengst daarvan, een som van ongeveer 1500
gulden, had hij in zijn zak. Voordat hij huis
waarts keerde, had hij zich in een gezelschap,
waartoe ook de gearresteerde behoorde, hierover
uitgelaten.
De directeur van het Rijksbureau voor tie dis
tributie van textielproducten door den handel
(D. T. H.) deelt in overleg met het departement
van Handel, Nijverheid en Scheepvaart mede,
dat met ingang van 1 Februari a.s. de huidige
regeling voor de textieldistributie komt te ver
vallen.
De nieuwe regeling is opgenomen in handlei
ding 5. Het Rijksbureau heeft uitgebreide maat
regelen getroffen, teneinde te bewerkstelligen,
dat alle ingeschrevenen bij dat Rijksbureau de
handleiding tijdig en vrijwel gelijktijdig ont
vangen.
De nieuwe regeling zal tevens in de dagbladen
bekend worden gemaakt.
Van officieele zijde meldt het AN.P.:
Was tot voor kort de belangstelling voor de
heemkunde beperkt tot bepaalde kringen en
vereenigingen. thans breekt het inzicht baan,
dat de kennis en het behoud van ons heem een
zaak is, die ons geheele volk aangaat. Wij her
inner enin dit verband slcehts aan de radio
voordracht van prof. van Dam, den nieuwen
secretaris-generaal van het departement van
Opvoeding. Wetenschap en Cultuurbeschending.
De betrekkelijk geringe waardeering voor het
eigen heem bracht met zich mede. dat er wel
verschillende organisaties bestonden die zich
of met een onderdeel of zijdelings met de heem
kunde bezig hielden, dat echter een bond voor
heemkunde in den zin, zcoals deze thans nood
zakelijk is. volkomen ontbrak. Het eenige wat
er op dit gebied bestond was de sedert een enkel
jaar bestaande Commissie voor Heemkunde, in
welker commissie vertegenwoordigers van ver
scheidene organisaties zitting hebben.
Eenige personen, die zich op dit gebied be
wegen. hebben daarom besloten, over te gaan
tot de oprichting van een „Bond voor Heem
kunde". Het voorzitterschap hiervan is toever
trouwd aan prof. dr. J Jeswiet te Wage-
ningen; het secretariaat aan den heer G. A. v.
Schaik, Verspronckweg 100. te Haarlem.
Deze bond stelt zich ten doel de beoefening
van de heemkunde in den meest algemeenen zin
De naasting door het Rijk der gemeentelijke
telefoonnetten te Amsterdam, 's Gravenhage en
Rotterdam maakte het gewenscht overeenstem
ming te brengen tusschen de daar geldende ta
rieven voor aansluitingen en neventoestellen en
die in de andere Rijksnetten. Voor de abonné's
in de drie groote steden zijn de tariefswijzigin
gen inmiddels voor het grootste deel reeds van
kracht geworden, terwijl de rest op 1 April as-
ia werking treedt. Voor de overige telefoon
netten zijn eenige tariefswijzigingen voor de
nevenapparatuur op komst, welke op 1 Maart
a.s. ingaan. Deze wijzigingen beteekenen in
hoofdzaak, n.l. voor de serietoestellen, de stop
contacten en de extra-telefonen een verlaging.
Slechts voor een enkel onderdeel b.v. de
nevenaansluitingen welke via de telefooncen
trale worden tot stand gebracht kan de her
ziening tot gevolg hebben, dat de betrokken
abónné iets meer moet betalen. De nieuwe tarie
ven worden in de na 1 Maart a.s. verschijnende
locale gidsen opgenomen.
De burgemeester van Groningen, mr. P. W J
H. Cort van der Linden, heeft op het stadhuis
van Groningen aan Lourens Stienstra, wonende
Menadostraat 30 a te Groningen, hulde gebracht
voor diens moedig optreden bij het redden van
een drenkeling op 4 December j.l. en hem als
belooning daarvoor een gift uitgereikt, welke
door de plaatselijke afdeeling van de „Winter
hulp Nederland" hiertoe beschikbaar is gesteld.
Op dien datum was Stienstra bij zijn huis
werkzaam, toen hij plotseling hulpgeroep uit de
richting van het Boterdiep hoorde. Hij snelde
toe, en toen hij zag, dat een jongetje ongeveer
midden in het kanaal lag, begaf hij zich
hoewel hij niet kon zwemmen onmiddellijk
te water en smaakte het genoegen het kind tot
dicht bij den wal te brengen. Hier werd het
door de omstanders gegrepen en uit het water
gehaald. Het kind was reeds bewusteloos, maar
kwam na toepassing van kunstmatige ademha
ling na eenigen tijd weer bij.
De voorzitters van de Kamers van Koophan
del en Fabrieken voor Amsterdam en Rotter
dam hebben benoemd tot leden en plaatsver
vangende leder, van de commissie, bedoeld in
artikel 1, lid 2, sub 5, van het besluit d.d. 22
November 1940 betreffende bijzondere maatre
gelegen op het gebied van het verzekeringswe
zen (besluit no. 213/1940 in verordeningenblad
no, 38/1940), (deze commissie is benoemd in
verband met sommige buitenlandsche veraeke-
riiresaigentscihappen, waairbij betalingsmoeilijk
heden dreigen)
Tot voorzitter: J. F. Scheltema, oud-hoofd
directeur van de Assurantie-Maatschappij De
Nederlanden, van 1845, te 's-Graven'hage, tot
plaatsvervangend voorzitter: J. C. Johanknegt,
lid van de firma J. C. J. Knegt en Zonen te
Amsterdam; tot lid mr. J. Offerhaus, advocaat
en procureur te Rotterdam; tot plaatsvervan
gend lid mr. F. Baron van der Feltz, advocaat
en procureur te, Amsterdam; tot lid W. F. Loc
horst, lid van het accountantskantoor de Kra
mer en Lokhorst te Amsterdam; tot plaatsver
vangend lid drs. J. Paardekooper, lid van het
accountantekantoor Brands en Paardekooper
te Rotterdam.
van het woord, hetgeen met zich mede brengt
de bevordering èn plaatselijk, èn over het ge
heele land van de onderlinge samenwerking
tusschen de vele organisaties welke zich thans
op dit terrein bewegen. Ieder, die instemt met
het streven van dezen bond. wordt verzocht,
hiervan spoedig mededeeling te doen aan het
secretariaat.
Maandagavond hield de V.V.V. „Het Geuldal"
haar najaarsvergadering. De voorzitter achtte
het niet gewenscht de leening van 4400 aan
de Kasteelstichting op te zeggen: het geld zal
toch slechts in buitengewone gevallen uitgege
ven mogen worden, terwijl verder de Stichting
reeds 6000 aan de V.V.V. ter beschikking stel
de voor propaganda.
Uit het jaarverslag bleek, dat het aantal le
den en begunstigers 150 bedraagt. De inkomsten
bedroegen 1795, de uitgaven 2031; er is dus
een tekort van 436.
In 1941 zal men geen folders verspreiden, we
gens te hooge kosten; men zal een flink bedrag
beschikbaar stellen voor reclame in de dagbla
den; hiervoor zal de gemeente een groote sub
sidie (minstens 1000) verleenen. Bij persoon
lijke aanvrage zal men den ouden hotelgids toe
sturen.
Aan de gemeente heeft men een subsidie van
1000 aangevraagd; „Het Geuldal" 'zelf stelt
nog 500 beschikbaar, zoodat 1500 vrij komt
voor courantenreclame. De gemeente zal ook
het vreemdelingenverkeer van Houthem steu
nen door een subsidie naar verhouding
De uitgaven voor 1941 werden begroot op
2704, de inkomsten op 2065. Men hoopt het
nadeelig saldo te kunnen verkleinen uit de in
komsten van de nieuwe leden, die tot de V.V.V.
zullen toetreden.
Zooals de heer Schaepkens van Riempst, ge
westelijk directeur van het Winterhulpwerk in
Limburg, op een vergadering ten stadhuize van
Roermond mededeelde, heeft de eerste collecte
voor het Winterhulpwerk in deze province op
gebracht 50.000 en de tweede slechts ongeveer
30.000. Aan behoeftigen kon de eerste maal
echter uitgedeeld worden 60.000 en de tweede
maal zelfs 150.000, dus het vijfvoud van de op
brengst der collecte. Limburg telt ongeveer
48.000 personen, die voor een uitkeering in aan
merking komen. Per hoofd kon dus een bedrag
van 3 besteed worden. Vooral voor kinderrijke
gezinnen beteekent dat een flinke welkome hulp.
Blijkens een schrijven van den Rijks Water
staat zal te Maastricht een viaduct gebouwd
worden over den autosnelweg EindhovenMaas
tricht, die in aanleg is. Zooals bekend zal deze
weg met een groote brug bij Wessem over de
Maas gaan en dan afbuigen naar Maastricht.
Daar waar deze autoweg juist een kruising van
twee dorpstraten zal snijden, zal het viaduct ge
bouwd worden. Het gemeentebestuur had be
zwaren geopperd tegen een gewone kruising dezer
wegen en Waterstaat ging daarmee accoord.
Dinsdagavond om tien uur werd op de Zaan-
brug tusschen Wormerveer en Wormer de in
Wormer wonende ongeveer 35-jarige stoker T„
die op de fiets van zijn werk huiswaarts keer
de, door de politie aangehouden ter controle
van den inhoud van twee benzineblikken, die
achter op de fiets waren bevestigd. Het vermoe
den van de politie, dat hierin boterolie, afkom
stig uit de oliefabriek „De Toekomst", waar de
aangehoudene werkt, werd vervoerd, bleek juist
te zijn. De stoker werd gearresteerd en overge
bracht naar het bureau van politie te Wormer
veer, waar hij aan een verhoor werd onder
worpen.
In den loop van den dag zijn verschillende
huiszoekingen verricht, waarbij een groot aan
tal gestolen artikelen in beslag werd genomen.
Negen personen, allen vaste arbeiders bij ge
noemde fabriek, voornamelijk stokers en machi
nisten, zijn gearresteerd. De hoofddaders zullen
ter beschikking van de justitie worden gesteld.
In totaal werden in beslag genomen zestien
zakken steenkolen, ongeveer honderd Eter bo
terolie, 29 baallakens (vütdoeken) en verder ge
reedschappen, machine-onderdeelen, leer enz
De diefstallen, die hoofdzakelijk in de nach
telijke uren plaats vonden, waren door de ds-
rectie nog niet ontdekt.
Bij de politie te Rotterdam kwamen den laat-
sten tijd klachten binnen van menschen, die bij
hazardspel soms gedeelten van hun weekloon
verloren. De politie zette haar posten uit en
kreeg er de lucht van, dat een bewoner van het
Noorden, de 37-jarige sigarenwinkelier G. C. M.
des avonds klanten achter zijn winkel ontving
en met hen een spelletje „petoet" speelde, waar
bij het om bedragen van dubbeltjes en kwartjes
ging.
Eenige dagen geleden deed de politie des
avonds omstreeks half negen een inval bü dezen
M. Zij kon gemakkelijk hooren, dat in het
souterrain kaart gespeeld werd en op het bellen
van de poUtiemannen werd eerst na eenigen tijd
geopend.
Vier mannen werden aangetroffen en meege
nomen naar het bureau Bergsingel, waar zij
werden verhoord. Drie hunner speelden slechts
een ondergeschikte rol, want het bleken klanten
van den sigarenwinkelier te zijn, die bij hem
op visite kwamen ten einde een spelletje kaart
te spelen, echter tegen vrij grof geld. Zij werden
daarom heengezonden, maar M. werd den nacht
op het bureau gehouden, ten einde volledig ge
hoord te kunnen worden.
M. vertelde, dat hij dit zaakje op touw had
gezet, om zijn klanten van de sigarenzaak, die
uiteraard niet meer zoo floreerde als voorheen,
tevreden te houden. Na deze mededeeling kon
proces-verbaal worden opgemaakt terzake van
het beroepmatig geven van gelegenheid tot ha
zardspel. Na het verhoor is de man op vrije
voeten gesteld. Hü zal zich eerlang voor het
gerecht hebben te verantwoorden.
Dinsdagavond omstreeks half twaalf werd
een wielrijder op weg van Krommenie naar
Wormerveer door de pohtie gesommeerd te
stoppen, daar hij een groote vracht scheen te
vervoeren, hetgeen op dit nachtelijk uur ver
dacht voorkwam. Aan de sommatie werd geen
gevolg gegeven. De fietser trachtte in de duis
ternis te ontsnappen, hetgeen hem gelukte ech
ter niet, dan nadat hij de vracht, een half var
ken, van de fiets had geworpen. Het vleesch
werd in beslag genomen en zal later, na te zijn
gekeurd, in de distributie worden gebracht. Het
onderzoek der poEüe is zoo ver gevorderd, dat
spoedig tot arrestatie van den frauduleuzen
slachter zal kunnen worden overgegaan.
Maandagavond geraakte de 68-jarge J. J.
Donker uit de Westerbeekstraat te Rotterdam bij
het station in de Rosestraat bekneld tusschen de
treeplank en het perron, doordat hij te vroeg
uit een rijtuig van een stoomtrein der R.TM.
stapte. Het slachtoffer kreeg inwendige kneu
zingen en werd in het Zuider Ziekenhms opge
nomen. Hoewel de gevolgen van het ongeluk zich
aanvankelijk niet zoo ernstig Eeten aanzien, is
de man thans aan zijn verwondingen overleden
Te Nieuwerbrug (bij Bodegraven) is Dinsdag
middag het 6-jarig dochtertje van de familie
Kortekaas door onbekende oorzaak in een bijt
van den Ouden Rijn geraakt en verdronken.
De Rijkswaterstaat heeft aanbesteed het ma
ken van een waterkeerenden dijk langs de Zuid
zijde van den Amer met bijkomende werken
tusschen den mond van de Donge en Drimme-
len.
Het laagste werd ingeschreven door A. Volkers
te Sliedrecht, voor f 282.000.
Voorts werd aanbesteed het afdammen van
de Kreeksche haven en het bouwen van een
duikersluis in gewapend beton in den verbin
dingsweg 1 tusschen weg no. 16 van het Rijks
wegenplan 1938 en den toegang tot den Maas
tunnel in de gemeenten IJsselmonde en Rot
terdam.
Laagste inschrijfster was de fa. G. v. Dijk en
Zn. te Hardinxveld voor f 149.900.
Toen een vrachtauto, welke uit de richting
Nijmegen kwam, plotseling op de Niersbrug te
Gennep remde en daardoor een kleine zwenking
maakte op het brugdek, werd de op dat moment
passeerende wielrijder C. rut Cuyk aangereden.
C. werd tegen de brugleuning gesmakt waardoor
hjj zware inwendige kneuzingen opliep. Op dok
tersadvies werd het slachtoffer naar het zieken
huis te Nijmegen overgebracht, waar hij aan de
bekomen verwondingen is overleden.
Benoemd tot leeraar in vasten dienst aan de
Rijks H.B.S. te Meppel: P. J. Smink en J. C. H.
Bol, beiden thans tijdelijk leeraar aan die
school.
Met ingang van 1 April 1941 is aan N J. H.
Drion op zijn verzoek eervol ontslag verleend
als referendaris bij de Rijksverzekeringsbank.
51
Nadi-uk verboden
Darwin zag den doodsangst in de oogen van 't
dier. De mannen achter hem konden geen an
der mikpunt vinden en dus schoten ze op wat
ze zagen, >t lichaam van den kameel, dat hun
hardnekkig den doortocht versperde. Een twee
de schot klonk een derde. De kameel kreunde
en wankelde op zijn pooten.
Toen verzamelde plotseling het dier zijn laat
ste krachten. De spieren in de voorpooten tril
den. Darwin werd gewaarschuwd. Nog een
oogenblik en het woedende dier zou zich op
hem storten, naakte gele tanden en trappelende
hoeven, een gewicht van een ton zou hem mee
slepen in den gapenden afgrond.
Darwin legde het ouderwetsche geweer aan
en vuurde. Er was geen tijd om na te denken.
Het ging tusschen hem en den kameel. Hij
trachtte door de rookwolken heen te gluren en
bereidde zich al op den dood voor. Maar er ge
beurde niets. De rook trok op. Hij zag een
vormlooze massa op de rotsen liggen. En toen,
voordat hjj wist wat er gebeurde, maakte het
dier een krampachtige beweging met de poo
ten en stortte in de diepte.
De kameel was verdwenen. Niets stond nu
meer den krijgsEeden in den weg. Op hetzelfde
oogenblik reeds gluurde de eerste man om den
hoek.
Darwin had gehoopt, dat de eerste tegen
stander, dien hij zou ontmoeten, sheikh Atejan
mocht zijn. Er waren verschillende kwesties
tusschen hen, die nu eindelijk eens uit den weg
geruimd moesten worden. Maar blijkbaar had
Atejan een veiliger plaats uitgekozen, niet zoo
aan 't hoofd van den troep. De man, die in 't ge
zicht kwam was kleiner en zwaarder gebouwd,
een Arabier met een breed gezicht en een kool
zwarten baard.
Hij droeg een geweer bij zich, maar hij had
zijn schot op den kameel afgevuurd.Er was nu
geen tijd om te laden. De beide mannen wier
pen hun geweer weg en liepen op elkander toe.
Maar de ontmoeting zou niet plaats hebben.
Weer klonk er een schot. De krijgsman wan
kelde, uitte een vreeselijken kreet, stak zijn ar
men boven zijn hoofd en verdween in den af
grond.
Dadelijk nam een tweede man de plaats van
den eersten in, een lange, sterke soldaat met
een geladen geweer. Hij kwam den hoek om, de
wreede blik in zijn oogen maakte plaats voor
doodsangst. Want een tweede geweeschot klonk
en de man viel dood voor Darwin's voeten neer.
Een derde krijgsman gluurde om den hoek.
zag het lot, dat zijn kameraden getroffen had
en trok zich weer snel terug. Een kogel maakte
een eind aan het leven van den vluchteling.
Voor het eerst durfde Darwin naar de over
zijde te gluren. De kogels ketsten nu tegen de
rotsen, maar Jad en Imbarak waren veiEg ver
borgen achter een paar hooge rotsblokken. Deze
twee bewaakten den hoek aan de overzijde en
om hem te bereiken moesten de vijanden zich
bloot geven. De krijgers uit Taj trokken zich
nu achter de rotsblokken terug en uitten hun
woede door een wild snelvuur.
Nu was het Darwin voor een oogenblik ver
gund, om op adem te komen. Hij keek weer
naar de overzijde en zag hoe de Gouverneur en
de beide meisjes dekking hadden gezocht voor
de kogels. Zij keken niet in zijn richting, maar
staarden in de lucht en waren geheel verdiept
in wat ze daar zagen. Onder de donkere wrong
van het zwarte haar zag Littlejohn's gezichtje
aschgrauw. Met open mond en wijdgesperde
oogen staarde ze naar boven. Hij volgde nieuws
gierig haar bEk. Hij voelde, dat er wat ging ge
beuren.
De slaaf van den afgrond hing met de voeten
naar beneden in het midden van den kabel. Hij
hield zijn armen uitgestrekt. Ver beneden hem,
aan het eind van het touw, hing Oedipus Aba.
Zachtjes schommelde zijn Echaam heen en
weer.
Kalm, alsof de vaste grond binnen het bereik
van zijn teenen was, liet de slaaf den kabel los
en pakte het afhangende touw. Hij klemde het
stevig tusschen zijn beenen en liet zich naar be
neden zakken. Zijn schapenvel lag los om zijn
schouders. De wind speelde onder het kleeding-
stuk en plotseling zeilde het weg in de ruimte.
Behalve den doek om zijn lendenen was hij
naakt een uitgemergeld Echaam met uit
stekende ribben, bruin gebrand, op zwart af,
doordat het lange jaren aan de lucht was bloot
gesteld.
Zijn lange haren, die waarschijnlijk in jaren
niet geknipt waren, bewogen in den wind. Het
waren blonde, krullende haren het haar van
een blanke!
Darwin voelde, hoe zijn hart in zijn keel
klopte. De slaaf gleed langs het touw naar be
neden en draaide zich naar Darwin toe. Voor 't
eerst zag deze zijn gezicht. En toen wist hij!
Het was een mager, vertrokken gezicht en
in de oogen stond een uitdrukking van waan
zin te lezen. Het was slechts een schaduw van
het vroolijke jongensgezicht met de verstandige,
lachende oogen.
Maar voor Darwin was een onderzoek van
jaren geëindigd. Hij had zijn broeder gevonden!
De slaaf van den afgrond was Allan Darwin!
HOOFDSTUK XXVII.
Darwin Bet zijn hoofd zakken en sloot zijn
oogen. De emotie was te heftig. Plotseling
schreeuwde hij het uit.
„Allan! Allan Darwin!"
De jongen draaide om het touw heen. terwijl
hij naar beneden gleed. Hij was nog geen vijf
en twintig jaar, maar zag er uit als een oud
man. Toen hij aan het uiteinde van het touw
was gekomen, gluurde hü verwonderd naar den
man, die hem daar op de rotsen stond aan te
staren. Hü glimlachte, maar nergens bleek uit,
dat hü den ander herkend had of dat hü zich
iets herinnerde.
„Allan!" ontroerd klonk Darwin's stem. „Je
zond om me en ik ben gekomen. Kun je je dat
dan niet herinneren? Ik heb in de woestijn
naar je gezocht, jaren lang. Ik ben het, David.
Je broeder! Ik ben David Darwin!"
Maar er kwam geen verheugde glans in de
doffe oogen. De jongen scheen geen Ëngelsch
meer te verstaan. Hij sprak in het sabir en hü
zag er int als een kind, dat kwaad heeft ge
daan. „Ik smeek uhet was niet mijn
schuld!" zei hij „Het touw was weggeschoten,
voor ik het kon pakken. Maar ik zal het nu zoo
gauw mogelijk weer bij u brengen."
Hij stak zijn bloote voeten in de onderste
lus en bracht het touw in beweging, terwijl hij
met zijn tengere lichaam achterover leunde.
Oedipus Aba hing slap tusschen de touwen,
meer dood dan levend. Hij werkte niet mee.
Maar de jongen kreeg het touw toch in bewe
ging, langzaam in het begin, toen vlugger en
vlugger.
En terwül Darwin toekeek, zag hü opeens
weer een tuin voor rich en een blond jongetje
op een schommel tusschen de appelbloesems,
dat juichend hooger en hooger schommelde.
Ook de slaaf van den afgrond schommelde. Ge
durende vier lange jaren was dit rijn eenige
bezigheid geweest. Hü was slechts door één ge
dachte bezield! De man op de rotsen wachtte op
hem.
Darwin begreep, dat hij niet herkend was.
Die oogen smeekten hem slechts om niet on
geduldig te worden. Zij zouden net zoo smee-
kend naar een van de vele andere reizigers ge
keken hebben, die naar de overzüde wilden.
Allan Darwin kon zich niets meer herinneren.
Gedurende de vreeselijke jaren in eenzaamheid
doorgebracht in de woeste bergen van El-Go-
many, had hij zijn geheugen verloren.
Twee brandende tranen liepen langs Darwin's
gezicht. Dit was het einde van zijn zoeken. Een
tijdje geleden had hij alleen maar gehoopt op
de zekerheid, dat rijn broeder dood was. En
eigenlijk was Allan Darwin dood. Er was slechts
een uitgemergeld lichaam overgebleven, de
knaap had nog slechts een slaafsch instinct voor
gehoorzaamheid en een paar smeekende bedroef
de oogen, die konden zien, maar die nooit meer
begrijpen zouden.
Hooger en hooger schommelde het touw over
den afgrond. Dichter en dichter kwam het bü
de rotsen.
Nu kwam hij om den broeder te redden, die
zooveel lange tragische jaren getracht had, hem
op te sporen. Maar hü wist het niet. Automa
tisch deed hü rijn werk. De man, die op de rot
sen stond te wachten, was een vreemdeling voor
hem. Als hij nog eenige emotie voelde, dan was
het alleen een vrees om gestraft te worden
(Wordt vervolgd).