Leo de Groote
De wederopbouw van Rotterdam
Volkszangcursus te
Den Haag'
Kameraadschapsavond
te 's-Gravenhage
Henri Hermans
gehuldigd
Nederl. arbeidsdienst
ZONDAG 9 FEBRUARI 1941
Vraagstukken Voor huis
eigenaren Van de oude
binnenstad
VAN WEEK TOT WEEK
Ned. federatie van beeldende
kunstenaarsvereenigingen
Pastoor P. de Gronckel
bij val gewond
Belangstelling uit muziekkringen
HISTORISCHE ONDERZOE
KINGEN TE MIDDELBURG
BAS VAN DER VEER t
De arbeid in den land
en tuinbouw
Een gemeenschapsavond
van den staf
Duitsche opdrachten voor de
Ned. industrie
Deze week wordt een reeks
vergaderingen gehouden
Luit.-gen. P. A. Spaan
overleden
Limb. R.K. Banketbakkersbond
Inleiding van dr. Jop Pollmann
Nieuwbouw en verkaveling in
Rhenen en Veenendaal
Opdrachten verstrekt en plannen
goedgekeurd
Willem Andriessen in het hoofd
bestuur van de N. O. K.
Wijziging Radioprogamma
Eten reeks geschriften uit het christelijk ver
leden en heden, wordt onder leiding van dom
H. J. Scheerman, Benedictijn der Egmonder
Priorij, verzorgd voor de uitgeverij van de N.V.
de Roomsch Katholieke Boekcentrale te Am-"
sterdam. De deeltjes van deze reeks zien er niet
pompeus uit; men kan hun zonder overdrij
ving een kloosterlijken eenvoud toeschrijven. In
zeker opzicht betreuren wü dit. Want hoe sti-
muleerend het ook weze, dat juist van de Eg-
monder Priorij het initiatief uitgaat tot zulk
een belangwekkende cultureele serie, men be
treurt toch, dat dit voorname initiatief zich
moet aanpassen bij den smaak van den tijd
die het dikke boek veracht en die zijn min
achting voor geestelijke waarden zelfs uitdrukt
in de formaten der populaire geschriften. Een
tijdperk leest niet goed, dat Sint Augustinus
leest in brochure-formaat en dat de dogma
tische waarheid slechts toelichten kan m pro-
paganda-werkjes. De waarheid is van nature
mededeelzaam en past zich dus aan. Maar zij
is ook de natuurlijke vijandin van de reclame
Sint Augustinus „slikt" men niet als de be
faamde Pinkpillenbrochuren, en hij verdraagt
met tegenzin, dat hij wordt neergehaald tot
het ordinaire niveau van het hedendaagsche
vlugschrift, dat ons in eenige minuten ant
woordt op de vragen des dags. Sint August!
nus is meer dan 1500 jaar oud. Zulk een be
jaardheid veronderstelt een zekere waardigheid,
die b.v. niet in acht behoeft te worden geno
men, wanneer iemand oivs komt voorlichten
over zaken van practisch belang, zooals b.v.
tafelmanieren. Het kookboek van J. W. I. Weru-
meus Buning, dat allen eerbied van nette lie
den verdient, is, om maar iets te noemen, van
geringer cultuurbeteekenis dan het commen
taar van Sint Augustinus op het Evangelie
Van Sint Jan, maar het is beter uitgegeven.
De serie „Getuigen", geredigeerd door dom
H. J. Scheerman O.S.B., kan voor elke beurs
goedkoop genoeg zijn en is dit inderdaad -
toch is ze voor het oog te verwant aan de din
gen, die het oog van ervaren lezers gaarne
voorbijziet. Aanpassen is goed, maar men moet
een klein beetje weten, waaraan! Wij mogen
bly zijn, dat deze klassieke serie zoo „goed
koop" is in materieelen zin, wij moeten be
treuren, dat ze zoo „goedkoop" is in formeelen
zin. Want al is ze geestelijk ook zoo waarde-
rijk, dat wij haar deeltjes, tot heden versche
nen, gaarne en met klem aanbevelen aan alle
ontwikkelde katholieken, ze is naar het uiterlijk
te conform aan onbeduidende propagandalec-
tuur.
In de serie „Getuigen" verschenen tot he
den drie deeltjes. Ze kosten vijf en zestig cent
per stuk. Dat is, bij lichaamlijk voedsel verge
leken, niet duur. De eerste twee deeltjes be
helzen het commentaar van Sint Aug-ustinus
op Sint Jan. Dit wordt nog vervolgd. Wij ko
men ter zijner tijd daarop terug. Sint Augusti
nus' werk vertoont een volheid van gedachten,
een gedegenheid van betoog, een preciesheid van
formuleering en een dichterlijkheid van voor
stellingswijze, waarvoor ook het minst ge
oefende bevattingsvermogen van nature open
staat. Hij heeft voor den katholiek, wat Von-
Machine 5
del voor den Nederlander heeft: een stem, die
doorhaar familieverwantschap al duidelijk is,
ofschoon de dingen, welke hij zegt, niet op het
eerste gehoor ten volle worden verstaan.
Het derde deeltje bevat Brieven en Preeken
van Sint Leo den Groote, den mystieken Paus
uit het midden van de vijfde eeuw, het tijd
perk van de volksverhuizingen.
Deze documenten handelen over het geheim
der Menschwording van het Woord en bestrij
den o.m. de ketterij van Eustyches, die beweer
de, dat er in Christus geen waarlijk mensche-
ltjke natuur was, doch dat de menschwording
slechts schijn zou geweest zijn. Dit is de leer
der zoogenaamde Monophysieten, en zij is actu-
eeler dan men op het eerste gezicht zou zeggen.
Want nu de materialistische Bijbelkritiek over
het hoogtepunt heen is, komt er een „spiritua
listische" Bijbelkritiek op, die zich om „den
historischen Jesus" weinig bekommert, omdat
zij meent, de Goddelijke Openbaring voldoen
de uitgedrukt te zien in de „Jesus-legende",
ongeacht haar historische waarheid. Het God
delijke van Jesus wordt geïsoleerd van het aard-
sche voorkomen van een Verlosser. Zelfs een
auteur als Cyriel Verschaeve vertoont na Pa-
pini een neiging, de goddelijkheid van den
Verlosser als het ware los te maken van de
geschiedenis en uit moderne overwegingen iets
af te doen aan het menschelijke karakter van
den „hoofdpersoon der Evangeliën".
Voor zulke auteurs is het werkje van Paus
Leo onschatbaar van waarde. Deze Paus hecht
groote beteekenis aan de „tijdelijke" afstam
ming van Jesus Christus en aan het histori
sche feit van de Menschwording. Wat hij
schrijft, is ook voor onzen tijd nog actueel.
„Dien de sluwheid van den duivel als een
mensch op de proef stelt, Hem worden als
God door de Engelen diensten bewezen. Hon
ger hebben, dorst lijden, vermoeid worden
en slapen is, zooals duidelijk is, iets men-
schelijks, maar met vijf brooden vijf dui
zend menschen verzadigen en aan de Sama-
ritaansche vrouw levend water schenken,
dat, wanneer het geput is, aan dengene, die
drinkt, verleent om geen dorst meer te heb
ben; op den rug van de zee wandelen, zon
der dat de voeten wegzinken, en door den
storm te gebieden de opgezweepte golven
doen liggen, dat is zonder twijfel iets god
delijks.
Zooals het dus, om veel andere dingen
voorbij te gaan, niet tot dezelfde natuur be
hoort, om een gestorven vriend met mede
lijdend gevoel te beweenen en hem, nadat
de afsluiting van het graf, waarin hij reeds
vier dagen lag, verwijderd was, met gebie
dende stem weer tot het leven op te wek
ken; of aan het kruis te hangen en het licht
in nachtelijk duister te veranderen en alle
elementen te doen beven; of met nagels door
boord te zijn en de poorten van het paradijs
voor het geloof van den moordenaar te ont
sluiten, zoo behoort het ook niet tot de
zelfde natuur te zeggen: „Ik en de Vader
zijn één" en te zeggen: „De Vader is groo-
ter dan Ik."
Want ofschoon in den Heer Jezus Chris
tus de persoon van God en den Mensch
één is, is het toch iets anders, waarom in
beiden de versmading gemeenschappelijk,
iets anders, waarom de heerlijkheid gemeen
schappelijk is. Want van ons bezit Hij de
menscheid, die minder is dan de Vader, van
den Vader bezit Hij dezelfde gelijke God
heid met den Vader."
Dit is uit den leerstelligen brief van Paus
Leo aan Flavianus, bisschop van Constanti-
nopel. In deze uitgave, verzorgd door dom.
Adr. Huyg O.S.B. vindt men vervolgens den
brief van Paus Leo aan Keizer Leo, en daarna
een reeks „getuigenissen" over de mensche
lijke natuur van den Zaligmaker, waaraan wij
dit getuigenis ontleenen van Sint Athanasius.
Hoe hebben zij, die Christenen genoemd
worden, ook maar durven twijfelen, of de
Heer, die uit Maria voortkwam, wel volgens
Zijn wezen en natuur Gods Zoon is, maar
volgens het vleesch uit het zaad van David
en het vleesch van de Heilige Maria?
Wie lezen kan, zal wel inzien, dat het boekje
met teksten van Paus Leo hóógst „actueel" is.
Een belangrijke vraag onzer dagen is de vraag
naar de menschelijkheid van Jesus Christus;
van die vraag begreep Paus Leo in de vijfde
eeuw de strekking. Het antwoord, dat iemand
op deze vraag geeft, bepaalt den vorm van zijn
Christendom.
Men vergeet zoo licht, dat de waarheid van
het Evangelie een concrete waarheid is en
zoekt dus de waarde in iets abstracts. Aldus
maakt men Jesus tot Iemand, aan wien het
menschelijke geheel onverschillig was.
Maar „een gestorven vriend met medelij
dend gevoel te beweenen" was aan Jesus niet
vreemd. Hierop legt Paus Leo den grootsten
nadruk.
Het Woord is Vleesch geworden, en lang
voordat Sint Bernard de menschelijke gedaante
van Jesus met teedere verbeeldingskracht vóór
ons deed verschijnen, begreep Leo de Groote,
dat wij Jesus niet kunnen beminnen, wanneer
wij Zijn menschelijkheid van Hem en ons ver
vreemden. Het eenvoudige en goedkoope boekje
van Sint Leo de Groote „Over de Menschwor
ding van Christus" mag dan ook in deze zeer
goede Nederlandsche vertaling worden ontvan
gen als een „boek voor dezen tijd". Wij aar
zelen niet, het een boek voor den nieuwen tijd
te noemen. Want de tijd vernieuwt zich alleen
door eeuwige waarheden in waarde te durven
herstellen. Wie daarvoor terugschrikt, kan al
leen maar „modem" zijn. A. v. D.
Naar men ons mededeelt, is Vrijdag op uit-
noodiging van den Weermachtsbevel hebber in
Nederland, den generaal der vliegers Pr. Chris
tiansen, in Den Haag een kameraadschapsavond
gehouden. Tot de aanwezigen behoorden ook de
Rijkscommissaris voor het bezette Nederland
sche gebied, rijksminister Seyss-Inquart, zijn
naaste medewerkers en officieren van den staf
van den Weermachtsbevelhebber. Tijdens den
gemeenschappelijken maaltijd hield de Rijks
commissaris een toespraak, waarin hij wees op
de bijzonder hartelijke verhouding en de ka
meraadschappelijk samenwerking, welke tus-
schen de Weermacht en zijn instanties bestaat.
Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan der
Nederlandsche federatie van beeldende kunste
naarsvereenigingen ontving Zaterdagmiddag het
bestuur der jubileerende federatie in het Rijks
museum te Amsterdam de besturen der vier en
twintig aangesloten vereenigingen.
De hoofddirecteur van het Rijksmuseum, dr.
P. Schmidt Degener, wenschte de jubilaresse
met enkele woorden geluk, waarna de besturen
het bestuur der federatie namens de vereenigin
gen de hand kwamen drukken.
Na deze receptie werd door het dagelijksche
bestuur der federatie een krans gehangen in
het Rembrandthuis, daarmede tot uitdrukking
brengende den eerbied, dien het tegenwoordige
kunstenaarsgeslacht koestert voor zijn geeste
lijke voorgangers.
Deze onderlinge herdenkingsmiddag werd be
sloten met een maaltijd.
Pastoor P. J. C. de Gronckel, van Limbricht,
is met zijn fiets gevallen, tengevolge van de glad
heid van den weg. Hij werd met een ernstige
bekkenfractuur in het ziekenhuis te Sittard op
genomen.
Zaterdagochtend 11 uur is op het stadhuis te
Maastricht de officieele huldiging geweest ter
gelegenheid van het zilveren dirigentenjubileum
van Henri Hermans aan het Stedelijk Orkest
van Maastricht. De burgemeester, jhr. mr. W.
Michiels van Kessenich, huidige Henri Hermans
niet alleen als hoofdambtenaar van de gemeente
maar ook als voortreffelijk musicus en befcwaam
muziekpaedagoog; die o.a. door zijn jarenlange
reeksen volksconcerten het peil der muziek te
Maastricht op groote hoogte bracht en den mu-
zlkalen smaak der breede massa wist 'te ver
edelen.
Na het dankwoord van Henri Hermans volgde
een druk-bezochte receptie, waarop niet alleen
vrijwel het geheele georganiseerde muziek
leven van Maastricht vertegenwoordigd was,
maar waarbij ook uit kringen van geheel Lim
burg, waar Hermans met zijn orkest geregeld
concerten geeft, belangstelling werd getoond. De
secretaris van het hoofdbestuur van Toonkunst,
dr. P. Cronheim, uit Amsterdam, de componist
Marius Monnikendam, mede namens de Vereeni-
ging voor Hedendaagsche Muziek en het Ge
nootschap van Nederlandsche componisten,
vertegenwoordigers van de Nederlandsche Fede
ratie van Harmonie- en Fanfaregezelschappen
en nog andere vertegenwoordigers van het Ne
derlandsche muziekleven gaven daarbij eveneens
blijk van hun belangstelling. Onder de talrijke
bloemstukken waren er om. van prof. dr. Willem
Mengelberg, dr. Rudolf Mengelberg en Eduard
van Beinum.
Op de openliggende terreinen te Middelburg
is het thans mogelijk op historisch terrein na
dere onderzoekingen te doen. Daarvoor zullen
de Rijkscommissie voor monumentenzorg en het
Rijksmuseum Voor oudheden te Leiden hun
kennis aanwenden.
Voor eerstgenoemde instantie zal de heer
Bom voornamelijk een onderzoek naar de waar
de der ter zijde van de nieuwe kerk blootge-
komen boven- en ondergrondsche steenen bouw
werken een onderzoek instellen en ook op het
terrein waar destijds 's Gravensteen stond, de
plaats, waar destijds de graven van Holland
hun recht spraken. De tweede instantie zal zich
met de oudere tijden bezighouden en een onder
zoek instellen naar eventueele houten fundee
ringen en naar de plaats, waar eertijds de
grachten van Middelburg liepen.
Het onderzoek is door het museum opgedra
gen aan de conservators dr. W. D. van Wijn
gaarden en dr. W. C. Braat.
In het R.K. Ziekenhuis aan het Westeinde te
's-Gravenhage is na een korte ongesteldheid
overleden de te Veere gevestigde schilderes Bas
van der Veer.
Mej. Elisabeth van der Veer werd 23 Juni 1887
te Schoonhoven geboren. Zij was leerlinge van
den Delftschen schilder B. A. Bongers en van
de Haagsche Academie. Bas van der Veer schil
derde ook portretten, maar is vooral bekend
geworden als illustratrice. In het Italiaansch
restaurant Chez Elize op de Hooikade heeft zij
tezamen met Jenny van Hoboken op jute een
groot schilderij gemaakt, waar zij langen tijd
aan gewerkt hebben. Het is een typisch Hol-
landsch tafereel met een nationaal onderwerp.
Haar laatste werk had zij eenige dagen ge
leden, toen zij uit Veere in Den Haag kwam. bij
Eliza's Vlucht, het nieuwe eethuis in de Molen
straat, gebracht, waar zooveel kunstenaars bij
een plegen te komen.
Men schrijft ons van bevoegde zijde:
Na dezen langen winter zal straks het werk
in den landbouw veel aandacht vergen, zoodat
de vraag naar landarbeiders ongetwijfeld be
langrijk zal zijn. Uit de werkloosheidscijfers
blijkt al, dat het aanbod van landarbeiders niet
zoo groot is als andere jaren, zoodat de ver
wachting, dat landarbeiders dit voorjaar niet
werkloos behoeven te zijn, gerechtvaardigd is.
Zelfs zal wel de noodige zorg aan de verdeeling
der beschikbare krachten moeten worden be
steed. Om te bereiken, dat iedere werkgever kan
beschikken over de krachten, die hij noodig
heeft, is het noodzakelijk, dat de werkgevers in
het landbouw-, tuinbouw- en veenbedrijf, die
arbeidskrachten noodig zullen hebben, tijdig
aan de arbeidsbeursen of de agentschappen der
arbeidsbemiddeling mededeeling doen van het
aantal en de soort arbeiders, die zij in dienst
willen nemen, benevens de tijdvakken, waarin
deze arbeiders noodig zijn, alsmede de arbeids
voorwaarden.
Zoowel in het belang van de werkgevers en
werknemers in den landbouw als in het alge
meen belang, wordt de medewerking van de
werkgevers verzocht. Het Rijksarbeidsbureau wil
alle medewerking verleenen, doch het moet, om
doelmatig te kunnen werken en allen zoo goed
mogelijk te dienen, tijdig over voldoende gege
vens beschikken. Slechts dan zal het mogelijk
zijn op afdoende wijze hulp te verleenen bij de
voorziening van landarbeiders.
Op initiatief van den commandant van den
Arbeidersdienst is dezer dagen een begin ge
maakt met het leggen van een algemeen kame
raadschappelijk contact tusschen het geheele
personeel van den staf van hoog tot laag, dat
daartoe bijeen kwam in de groote zaal van het
gebouw Excelsior te Den Haag.
Deze eerste avond werd geopend met een per
soonlijk woord van den commandant, den heer
J. P. Breunese, tot ieder van zijn medewerken
den. Hij ontvouwde nog eens in den breede zijn
inzichten over den Nederlandschen arbeids
dienst, die boven den partij-politieken strijd
moet staan, veeleer de op dit gebied bestaande
tegenstellingen moet helpen verbruggen. Het
woord „kameraadschap" moet in den Arbeids
dienst levenden inhoud krijgen: als kameraden
moeten onze Nederlandsche jongens allen ar
beid, hoe eenvoudig deze ook moge zijn, met
elkander verrichten.
Wanneer die geest van kameraadschap den
heelen staf heeft doordrongen, het is daartoe,
dat avonden als deze worden georganiseerd
en wanneer ieder lid van den staf, op welke
plaats hij ook staat, bezield is met een groot-
vaderlandsch idealisme, dan alleen, aldus spr.,
is het mogelijk dat van dit centrum uit een
sterke invloed uitgaat naar de geheele Neder
landsche jeugd en dat deze er spontaan toe
wordt gebracht zich met enthousiasme aan de
eertaak te wijden: een half jaar van haar leven
arbeid te verrichten op Nederlandschen bodem
voor het eigen volk. Het devies van den Arbeids
dienst „lek dien", moet het devies zijn van ieder,
die voor dezen dienst werkt, ook van hen die bij
den staf een taak te vervullen hebben. Het moet
het devies van allen zijn, van hoog tot laag,
van den afdèelingschef tot den eenvoudigen wer
ker.
De rede van den commandant oogstte een in
stemmend applaus. Na dezen emstigen inzet
nam de avond verder een gezellig verloop. Kapi
tein Tiggers liet alle aanwezigen zingen, mee
zingen met de leerlingen van het Centraal Mu-
ziek-Instituut, die ook afzonderlijk onder luiden
bijval eenige liederen ten beste gaven. Kapitein
Tiggers oogstte ook in dit gezelschap het succes,
dat hij deeds zoovele malen oogstte: hij maakte
ook de stroefste tongen los voor het „Pak aan",
en zelfs voor de oonladder.
„De kooperen Knoopen Band", gevormd uit
leden van de voormalige Marine-kapel, die zich
op het podium had opgesteld, zorgde voor de
begeleiding en de verdere muzikale opluistering
van den avond.
Het Centraal Sportopleidings-Instituut gaf
eenige scherm- en Jiu jitsu-demonstraties en
een athletiek-vertooning ten beste, welke allen
met gespannen aandacht volgden en dankbaar
werden begroet. En tusschen dit alles door werd
in een sfeer van gezelligen samenzijn het „infor-
meele contact" opgenomen, dat, naar wensch
van den commandant, tot kameraadschap moet
uitgroeien.
Tegen tien uur werd deze gezellige avond be
sloten met een spontaan zonder initiatief van
kapitein Tiggers gezongen „Pak aan",
(Van onzen correspondent)
Stap voor stap wordt er klaarheid ge
bracht in de aangelegenheid van Rotterdams
wederopbouw. De situatie wordt, ten spijt
van alle energieke maatregelen en resolute
besluiten, nog steeds gekenmerkt door de in
vele opzichten groote moeilijkheden en on
voorziene omstandigheden.
Wat de huiseigenaren van de oude binnen
stad betreft, in zooverre ze om bepaalde rede
nen niet het plan hebben, tot herbouw van hun
verwoeste bezit over te gaan, kunnen ze thans
rekening houden een nieuwen maatregel, waar
bij in principe bepaald wordt, dat hun in de
buitenwijken nieuwe grond zal worden toege
wezen. Dit geldt zoowel voor woon- en winkel
huizen als voor bedrijven. Maar zeker is tevens
dat wie zijn bedrijf of winkel nergens anders
dan in de oude binnenstad hebben kan, daarin
terug zal kunnen keeren. Men is slechts van
plan, datgene weg te laten, wat niet strikt nood
zakelijk is voor het goed functionneeren van 't
mechanisme van 't kantoor- en winkelcentrum,
dat in een zeer ruime bebouwing op den vrijge
komen grond zal worden opgetrokken.
Vanwege de Economische Hoogeschool worden
al sinds geruimen tijd onder leiding van prof.
Boerman enquêtes op verschi lend gebied inge
steld, waarin wordt nagegaan, wat voor een
goed geordende binnenstad noodig is.
Het ligt voor de hand, dat men op de een
of andere manier iets probeeren moet, zulks
overigens op de basis van wetenschappelijke ge
gevens. Het ideaal zou natuurlijk zijn. een zoo
verscheiden mogelijke binnenstad te bouwen en
dan een ieder uit te noodigen, het beste uit te
zoeken. Dit is echter eenvoudig niet te doen.
Wat nu de huiseigenaren en bezitters van
kleine perceelen betreft, velen hunner zullen
hun bezit moeten afstaan ten bate van het ge
heel, en zich dus met grond in de buitenwijken
moeten vergenoegen. Ook te dien aanzien doe
men inmiddels al direct allerlei problemen op.
De grond in de oude city was hier en daar ta
melijk duur of wordt, wanneer hij door het
nieuwe stratenplan gunstiger komt te liggen,
vanzelf duurder. De eigenaar zal dan in de bui
tenwijken meer grond verlangen, dan hij in de
binnenstad bezeten heeft. Hierover is nog geen
beslissing genomen. Men zal vermoedelijk zoo
veel doenlijk elk geval afzonderlijk beschouwen
Aan dubbel zooveel grond zou eventueel na
tuurlijk een bebouwing vast zitten, dubbel zoo
groot als vroeger. Hier schuilt natuurlijk even
eens een moeilijkheid, die overwonnen moet
worden.
Overigens staat thans wel als zeker vast, dat
het nieuwe winkelcentrum uit nauwe straten
zal bestaan, waardoor de city een intiem ka
rakter krijgt, hetgeen trouwens ook ten zeerste
noodig is voor het scheppen van een gezellige
sfeer. Tegelijkertijd wordt dit centrum van het
snelverkeer afgesloten.
De huiseigenaren, die om zoo te zeggen uit
de city verdwijnen, zullen uiteraard het beste
doen, de hoofden bij elkander te steken en 'over
te gaan tot collectief bouwen, hetgeen vooral
aanbeveling verdient voor woningen enz. Ze
weten overigens op het oogenblik nog niet, waar
ze aan toe zijn. De definitieve regeling is er
nog steeds niet. Zooals we een vorige maal reeds
schreven, zal Rotterdams wederopbouw vermoe
delijk over een langere periode geschieden dan
men oorspronkelijk verwachtte. Aldus zal een
eenigszins natuurlijke groei verwezenlijkt kun
nen worden, al blijft de regeling van boven af
naar van zelf spreekt de ordenende instantie.
Dat hier niet getraineerd wordt, maar slechts
rret omzichtigheid te werk wordt gegaan, daar
van kunnen zich de verschillende organisaties
overtuigen, die zich gedurende de laatste maan
den in den vorm van commissies en stichtingen
uit de belanghebbenden hebben gevormd.
Zoo heeft de Stichting tot behartiging van de
belangen der door den oorlog getroffen bedrijven
aan haar leden medegedeeld, de overtuiging te
hebben gekregen, dat het Bureau voor den We
deropbouw van Rotterdam met groote omzichtig
heid te werk gaat en Jat het memorandum, door
haar namns de leden op het bureau gedepo
neerd, ernstig is overwogen, terwijl verder met
de grootste omzichtigheid te werk wordt ge
gaan.
De onzekerheid, die er nog steeds omtrent de
uiteindelijke verkaveling der gronden bestaat, is
zelfs voor de gemeente aanleiding geweest, het
intieme pleintje achter het stadhuis, dat op het
Delftschevaart uitkomt, te laten bebouwen.
Dit pleintje werd tot dusver hoofdzakelijk
voor parkeerterrein gebruikt. Het is nog slechts
enkele jaren geleden met vrij hooge kosten aan
gelegd. Thans is men er bezig, de bestrating te
verwijderen en de fundamenten te leggen voor
een noodgebouw, waarin de nieuwe persoonsbe
wijzen zullen worden uitgereikt. Tachtig amb
tenaren zullen er in worden ondergebracht. Het
wordt een gebouw met een oppervlakte van dui
zend vierkante meters.
De dienst voor den Wederopbouw heeft thans
ook zijn inzicht medegedeeld over den tijdsduur,
waarin een groot deel van den Rotterdamschen
middenstand zich in de huidige nood winkels zal
moeten behelpen. Deze tijdsduur wordt op on
geveer zes jaar geschat. En men veronderstelt,
dat hij voor de grootere noodgebouwen wel lan
ger zal zijn, zulks ook met het oog op de nood
zakelijkheid van een normale afschrijving. Im
mers, al deze gebouwen zijn door particulieren
neergezet.
Trouwens, het semi-permanente heeft onwil
lekeurig de neiging, permanent te worden. Als
voorbeeld halen we hier aan het z-g. Witte Dorp
tusschen Rotterdam en Schiedam, bij de z.g.
Hooge Boomen. Dit complex arbeiderswoningen
werd in 1918 volgens een ontwerp van architect
Oud neergezet, als noodhulp. Nog heden ten
dage echter is het bewoond en zeer gezocht. Er
te nooit een woning vrij.
Een bepaalde categorie huiseigenaren staat in
verband met den wederopbouw voor een bijzon
der ingewikkeld probleem. Een aantal huizen
werd door het oorlogsgeweld slechts gedeeltelijk
verwoest, maar door de bewoners verlaten. De
eigenaars hebben in vele gevallen een schadegift
bekomen, om tot herstel te kunnen overgaan
Door de bijzondere omstandigheden heeft ait
herstel op zich laten wachten en in den tus-
sshentijd hebben onverantwoordelijke elemen
ten de huizen van binnen half gesloopt. Bijna
ai het hout is er uit gehaald, om verstookt te
worden.
Ook voor deze gedupeerden, die thans voor een
veei grootere schade zitten dan die, veroorzaakt
door het oorlogsgeweld, is een commissie ra de
bies gekomen, met het doel, zoo snel mogelijk
tot een regeling te geraken.
Intusschen blijkt steeds meer, dat ai het pra
ten en onderhandelen, het bestudeeren en ver
gelijken, alhoewel het oogenschijnlijk het
rhythme van den wederopbouw leek te vertra
gen, in werkelijkheid tot belangrijke consequen
ties' en resultaten voeren, waarvan eerlang in
de practijk bijzonder groote voordeelen zullen
worden ondervonden.
Efficiency is hier net wachtwoord. Zoo
men er b.v. naar streven, hiervoor in aanmer
king komende bedrijven en bedrijfjes te concern
treeren in een buurt, waar zich b.v. de beurt
en bodediensten gevestigd hebben. Hierdoor zal
o.a een belangrijke besparing worden verkre
gen in de vervoerkosten. Terwijl vroeger veel tijd
verloren werd met het heen en weer brengen
van goederen en pakketten, zal een voor alle
betrokkenen' belangTijke besparing verkregen
worden. Verder zal men trachten, bedrijfspan
den zoo te bouwen, dat de achterkant er van op
een parallel loopende straat uitkomt, waardoo:
de achterzijde voor de expeditie kan worden
ingericht. Centrale garages in straten, die hoofd
zakelijk voor grossiers zullen worden aangewe
zen en binnenplaatsen, welke mogelijkheid bie
den tot ongestoord in- en overladen, waardoor
opstopping in de straten voorkomen wordt, deze
en dergelijke vraagstukken worden momenteel
van alle kanten bekeken.
In de eerste maanden na de bezetting werden
oe opdrachten, welke van Duitsche zijde werden
verstrekt aan de Nederlandsche industrie uit
gevoerd met behulp van de grondstoffen, welke
zich hier in het land bevonden. Toen echter in
ae laatste maanden van het vorige jaar deze
voorraden sterk verminderden, werd de maat
regel getroffen, dat Duitschland zelf zorg zou
dragen voor de hier te lande te verwerken
grondstoffen, in hoofdzaak ijzer en staal en
non-ferrometalen. Deze maatregel werd uitge
voerd in het belang van beide landen. Neder
land kon daardoor immers zelf verder van eigen
grondstoffen profiteeren, terwijl Duitschland de
zekerheid had, dat geen stagnatie zou optreden,
doordat op een gegeven oogenblik de noodige
grondstoffen zouden ontbreken.
De grondslag voor de nieuwe regeling is dus
"dat geen opdrachten hier komen, waarvoor geen
grondstoffen beschikbaar zijn. Met grondstoffen
worden hier bedoeld zoowel grondstoffen in na
ture- als documenten, op grond waarvan het ma
teriaal uit Duitschland kan worden betrokken.
Om nu een doelmatige verdeeling van Duit
sche opdrachten in Nederland te bereiken, ver
strekt de „Zentralauftragsstelle" in Den Haag
aan Duitsche bestellers op aanvraag gegevens
omtrent de hiervoor in aanmerking komende
Nederlandsche ondernemingen. Als opdrachten
in dezen geest gelden alle opdrachten van Duit
sche firma's en openbare lichamen (waaronder
de Weermacht) aan Nederlandsche onderne
mingen.
Bestaan er reeds relaties tusschen een Duit-
schen besteller en een Nederlandsche onderne
ming, of stelt de Duitsche besteller prijs op uit
voering van de opdracht door een bepaalde Ne
derlandsche onderneming, dan zal de Zentral
auftragsstelle hiermee zooveel mogelijk rekening
houden.
Om nu aan deze nieuwe regeling betere be
kendheid te geven, wordt in het land een aantal
bijeenkomsten belegd, waarop een en ander
voor industrieelen en handelaren nader verdui
delijkt zal worden. Ter inleiding hiervan gaat
aan deze reeks bijeenkomsten vooral een door
de Zentralauftragsstelle georganiseerde vergade
ring, welke Maandag a.s. te 11 uur zal worden
gehouden in het paleis aan den Kneuterdijk te
's-Gravenhage.
In deze vergadering zal het woord worden ge
voerd door den commissaris-generaal voor fi
nanciën en economische zaken, dr. H. Fisch-
böck, die zal spreken over de grondslagen dezer
nieuwe regeling. Voorts zullen daar nog spreken
ing. Nimtz, leider der Zentralauftragsstelle, over
de technische uitvoering en dipl. kfm. Metzger,
deskundige op het gebied van de grondstoffen-
voorziening, over hetzelfde onderwerp.
De reeks vergaderingen, waarvan hierboven
sprake is, wordt deze week gehouden. Deze bij
eenkomsten worden georganiseerd door de rijks-
bureaux voor ijzer en staal en voor non-ferro
metalen, in samenwerking met de Zentralauf
tragsstelle. De vergaderingen zijn als volgt:
Utrecht: Dinsdag, 10 uur, in het Jaarbeurs
gebouw.
Amsterdam: Woensdag, 10 uur, in Krasna-
polsky.
Dordrecht: Donderdag, 11 uur, in Americain.
Groningen: Vrijdag, 2 uur, in de harmonie.
Maastricht: Vrijdag, 2 uur, in den Stads
schouwburg.
Hengelo: Zaterdag, 10 uur, in het Amstelhotel.
In andere plaatsen van het land zullen ook
dergelijke bijeenkomsten worden gehouden en
wel in de dagen 1015 Maart.
Te Velp is overleden, op 87-jarigen leeftijd, de
gepens. luitenant-generaal tit. P. A. Spaan. De
thans overledene werd 11 December 1853 gebo
ren. In 1875 werd hij tweede luitienant bij het
3de regiment infanterie. In 1911, toen hij kolo
nel, commandant van het" 10de regiment infan
terie was, werd hij, op verzoek, gepensionneerd.
Tot 1922 was hij vervolgens militie-commandant
van de provincie Utrecht.
Hü is ook verscheidene jaren plaatsvervan
gend Raad in het Hoog Militair Gerechtshof ge
weest. Hy was officier in de Orde van Oranje-
Nassau
De jaarvergadering van den Limb. R. K. Ban
ketbakkersbond, te Maastricht gehouden, had
een feestelijk karakter wegens het 10-jarig be
staan van den bond. De voorzitter, de heer J.
Duchateau (Maastricht) hoopte, dat de dioce
sane bond in de toekomst in groei en bloei zou
tegemoet gaan. De bestuursleden, de heeren J.
Duchateau (Maastricht), J. Bemaerts, secreta
ris (Heerlen), J. Wasenberg, penningmeester
(Roermond) en J. Schrage (Sittard) herdachten
hun 10-jarig bestuurslidmaatschap.
Blijkens het jaarverslag van den secretaris
traden in het afgeloopen jaar 10 nieuwe leden
toe. Ten gevolge van de distributie-bepalingen
gaven de toestanden in het bedrijf aanleiding
tot moeilijkheden, die evenwel met groote voort
varendheid werden bestreden. De vakexamens
van den Limburgschen bond hadden een goed
resultaat. De financieele toestand is niet on
gunstig.
De aftredende bestuursleden, de heeren Du
chateau en Wassenberg, werden herkozen.
Besloten werd o.m. dit Jaar weer vak-cursus
sen voor het rijksdiploma te houden te Venlo
en te Maastricht.
Na een geanimeerde discussie over het be
stellen op Zondag werd besloten deze aange
legenheid van een plaatselijk standpunt te be
zien. Wegens de verhooging van de contribu
tie van den landelijken bond werd bepaald om
voor de diocesane organisatie vijf gulden te
heffen.
Weei gij niei, dai zij die in de
renbaan loopen, wèl allen
loopen, maar dai slechis één
den prijs behaalt. Loopt dus
zóó, dat ook gij dien behalen
moogt. En hij, die in hei wor
stelperk optreedt, legt zich
een volkomen onthouding op.
Zij doen hei om een vergan
kelijke kroon te ontvangen,
wij om een onvergankelijke.
Epistel.
In het „Clubhuis" aan de Van Speykstraat te
Den Haag, is Zaterdagmiddag de eerste cursus
geopend van een serie, welke zullen worden ge
organiseerd door de vereeniging „Het Neder
landsche Lied". Het gaat bij deze cursussen uit
sluitend om de practische beoefening van den
volkszang, waarbij geen theorie wordt gegeven.
Dr. Jop Pollmann, de aigemeene cursusleider
der vereeniging, hield een inleiding, waarin
hij de vreugde van het volkslied besprak. Hij
zette uiteen, dat men deze vreugde niet door
woorden kan mededeelen aan anderen, die moet
men zelf hebben ondergaan door mee te zingen.
Het wezen van den volkszang kan men even
min benaderen door te luisteren, doch slechts
door zingen en nog eens zingen. Vervolgens ging
spr. na, hoe het op het oogenblik is gesteld met
den Nederlandschen volkszang en het volkslied.
Wij moeten optornen tegen ernstige wantoestan
den en daarvoor vragen wij een offer van toe
wijding, ernst en hard werken, aldus spr. Hy
meent echter, dat thans de tyd is aangebroken
om in deze richting te gaan werken en aandacht
te vragen voor het oude Nederlandsche lied. Het
is een groot werk, daar men de kracht van den
volkszang niet gering mag achten; wij zijn die
krachten vergeten. De geschiedenis levert ver
schillende voorbeelden op van deze krachten. De
volkszang smeedt het volk tot een eenheid, rijk
staat naast arm, oud naast jong, allen zijn
slechts zingende Nederlanders.
Vervolgens wees de heer Pollmann er op, hoe
wij, Nederlanders, onzen volkszang hebben ver-
flbarloosd, zoodat er nauwelijks iets van leven
te bekennen valt. Er zijn wantoestanden en wan
begrippen ontstaan; zoo is er veel smakeloosheid
en bombast binnengeslopen, terwijl het mooie
echte Nederlandsche lied is prijsgegeven voor
import uit het buitenland. Daarom moet alies
van den grond af worden opgebouwd. Het Neder
landsche lied werd vroeger als een van de aller
schoonste erkend en is een groot goed van ons
volk. Wij moeten daarom terug tot ons eigen
Nederlandsche lied. Op onze cursussen, verklaar
de spr., zullen dan ook alleen die liederen gezon
gen worden, welke zich door de traditie aan ons
volkskarakter hebben aangepast. Uit de cursus
sen te Doorn en Weert ontstaat een kern, die
leiding geeft aan de zangcursussen, waarvan
Den Haag thans de primeur heeft. Door deze
cursussen zal het mooie Nederlandsche lied uit
de stoffige archieven weer worden teruggebracht
tot ons volk, waarbij, door middel van ons volks
lied, wordt medegewerkt aan den opbouw van
ons volk.
Na deze inleiding vingen de aanwezigen, onder
leiding van den heer Joop Schouten, aan met
het instudeeren van verschillende oud-Neder-
landsche liederen.
Onder d entitel „De wederopbouw van Stad
en Land" lezen wij in het Tijdschrift voor Volks
huisvesting en Stedebouw o.a. het volgende om
trent het ambtsgebied Utrecht:
RHENEN
Omtrent de plannen tot herverkaveling zijn
de bezwaren der belanghebbenden ingekomen en
behandeld. De toewijzing der grom en kan zeer
binnenkort worden tegemoetgezien.
Opdrachten tot ontwerpen voor den nieu
wen bouw in de binnenstad zijn aan de daar
voor aangewezen groep van vijftien architec
ten, welke werken in onderling contact onder
bemiddeling van Ir. C. Pouderoyen, groo-
tendeels verleend.
Een bescheiden aantal plannen voor nieuwen
bouw buiten de binnenstad, welke zijn opge
maakt onder supervisie van architect J. B. van
aer Haar, is goedgekeurd.
De bouw van acht en twintig gemeentewonin
gen in de binnenstad, ontworpen door de archi
tecten Berghoef en Vegter. is gegund.
VEENENDAAL
De toewijzing an de herverkavelde gronden
binnen het wederopbouwplan kan binnenkort
worden verwacht.
Door zijn vele verplichtingen als dirigent en
zijn werkzaamheden in andere steden heeft de
heer Otto Glastra van Loon zich genoodzaakt
gezien zijn functie als lid van het hoofdbestuur
van de algemeene Nederlandsche kunstenaarsor
ganisatie de N.O.K. neer te leggen. Hij behoorde
tot een der initiatiefenmers tot de oprichting
van de N.O.K.
In zijn plaats is door het afdelingsbestuur
van de afdeeling muziek van de N.O.K., bestaan
de uit de heeren Louis van Tulder (voorzitter).
Piet Zwager (secretaris), Willem Pijper, Willem
van Otterloo. H. Stips en H. Smedes, de heer
Willem Andriessen, directeur van het Muziek
conservatorium te Amsterdam, aangezocht den
vrijkomenden hoofdbestuurszetel te willen aan
vaarden. De heer Andriessen heeft zich hiertoe
bereid verklaard.
Als plaatsvervangend hoofdbestuurslid van
deze afdeeling zalu optreden de heer touts van
Tulder, voorzitter van de Vereeniging van Ne
derlandsche Vocalisten.
Gedurende den tijd, dat het programma van
Hilversum 2 via den draadomroep kan worden
beluisterd, vervalt met ingang van 21 Februari
a-s. op Hilversum 1 de uitzending op Vrijdagen:
Gruss aus der Heimat", met de daaraan voor
afgaande gramofoonmuziek.