Financiering van den wederopbouw JAN POUWELS Nadere toelichting Gronden voor voedings gewassen Voor elkander bestemd DINSDAG 11 FEBRUARI 1941 NIEUWE BATALJONS GRüNE POLIZEI Verhooging van sommige vleeschpr ijzen? Voorschotten op de Rijks bijdragen Crediet voor opbouw of herstel Zekerheid voor de credieten Financiering met particulier kapitaal Jubilea bij de mijnen De winnaar van den Muziekprijs van Amsterdam DE GROEP SCHOENEN TER JAARBEURS Schuldig aan vele inbrakien Samen op stap Maar het slot speelt zich voor het gerechtshof af Verbouwen van groenten door volkstuinders minder gewenscht Roofoverval te Monster Treinverkeer gestremd Opleving bij Philips Door Rijkscommissaris Dr. Seyss Jnquart geïnspecteerd De ochtendgymnastiek in het radioprogramma Door een auto overreden en gedood Drie centrale landbouworgani saties vergaderen Verplichte levering van vee UIT DE STAATSCOURANT Landmeter bij het kadaster Burgemeester BERTA RUCK Van bevoegde zijde wordt bij het besluit be treffende credieten voor opbouw of herstel van onroerende goederen en schepen en het besluit betreffende hyptoheken in verband met den wderopbouw, welke besluiten in het Verorde ningenblad van 10 Februari zijn afgekondigd, de navolgende toelichting verstrekt: Beide besluiten hebben betrekking op de fi nanciering van den wederopbouw Ingevolge het besluit op de materieele oorlogsschaden staat daartoe in de eerste plaats ter beschikking de Rijksbijdrage in de door het oorlogsgeweld ge leden schade aan gebouwde eigendommen en aan schepen. Alhoewel in beginsel voor het overige de fi nanciering van den wederopbouw aan het par ticulier kapitaal wordt overgelaten, zijn in de praktijk verdere financieringsmaatregelen wen- schelijk gebleken. Naar bekend kunnen op de Rijksbijdragen terzake van gebouwde eigendommen voorschot ten worden opgenomen, voor zooveel betreft woningen van 450 M3. en daar beneden, bij den algemeen gemachtigde voor dén wederopbouw, en voor andere gebouwen bij de stichting Rot terdam 1940 en de provinciale stichtingen voor credietverleening. De taak van de stichtingen met betrekking tot de verstrekking van bouwcredieten was nog niet geregeld, daar het besluit no. 117 1940 be treffende oorlogsmolestcredieten vcor bedrijven zich alleen beperkt tot de verstrekking van be- drijfscredieten. Ingevolge artikel 1 van het be sluit betreffende credieten voor opbouw of her stel van onroerende goederen en schepen kun nen de stichtingen credieten beschikbaar stel len voor opbouw of herstel van boerderijen en voor andere door oorlogsgeweld getroffen on roerende goederen. Voorschotten op de schade vergoeding terzake van door oorlogsgeweld ge troffen schepen worden alleen door den alge meen gemachtigde voor den wederopbouw be schikbaar gesteld. In de praktijk is gebleken, dat met het bedrag der Rijksbijdragen, aangevuld door eigen mid delen of met van derden opgenomen gelden de minder-draagkrachtigen dikwijls niet tot her bouw zouden kunnen overgaan. Verdere finan cieringsmaatregelen zijn noodig voor opbouw van die complexen gebouwen, die er moeten komen en zonder staatshulp niet zullen kunnen worden tot stand gebracht. In sommige gevallen zal hiertoe in het belang van de volkshuisvesting tot. de verstrekking van overbruggingsbijdragen moeten worden overgegaan Overigens zal door credieten in deze financieele behoeften moeten worden voorzien. De beide besluiten hebben de strekking aan deze credietverstrekking een basis te verschaffen. Het besluit betreffende credieten voor opbouw of herstel heeft betrekking op: a. credieten voor herstel of opbouw van boer derijen; b. credieten voor herstel of opbouw van an dere gebouwde eigendommen; c. credieten voor herstel van beschadigde schepen en voor den aanbouw of den aankoop van nieuwe schepen. Alles voor zooveel gebouwd moet worden ten behoeve van minder draagkrachtigen, die zonder overheidshulp niet tot herbouw zouden kunnen komen. Ad. A. De wederopbouw van boerderijen wordt verzorgd door het bureau wederopbouw boerde rijen te Amersfoort. Voorzoover de opbouwkosten het bedrag der van Rijkswege te verleenen bijdrage te boven gaan, kan, zoo noodig, voor het verschil een crediet bij de desbetreffende stichting worden opgenomen. Dit crediet, dat als regel wordt verstrekt op basis van een 30-jarige annuïteit van 5pCt. voor rente en aflossing, wordt door de stichtingen beschikbaar gesteld. Hiervoor wordt een hypotheek op de boerderij gevestigd, welke rang neemt naar den datum van in schrijving. Voor deze credieten heeft het rijk geen voorrang boven oude hypothecaire schuld- eischers bedongen, daar als regel de waarde van het land die van de hoeve te boven gaat. Ad. B. Voor woningen beneden 450 M3. wor den credieten voor herbouw door tusschenkomst van het gemeentebestuur door den algemeen gemachtigde beschikbaar gesteld met toepassing van de hypotheekregeling 1940. In andere ge vallen worden, zoo noodig, tot beperkte bedra gen credieten door de stichtingen verstrekt. In beide gevallen als regel tegen een rentevergoe ding van 4 pCt. 's jaars. Voor de financiering van herstel van geleden schade zal men der halve steeds terecht kunnen bij de stichtingen tot het opnemen van een voorschot en een cre diet ter financiering van het herstel. Als regel zal in totaal kunnen worden opgenomen het bedrag der geraamde Rijksbijdrage (hierover wordt met de schade-enquête-commissie overleg gepleegd) vermeerderd met ten hoogste 50pCt. dier bijdrage. Voor zoover het opgenomen cre diet niet met de Rijksbijdrage kan worden ver rekend, zal het restant in ten minste 50 jaar moeten worden afgelost. Voor het eerste jaar kan voor credieten beneden f 10.000 met 2 pCt rente genoegen worden genomen. Ad. C. Voor herstel van beschadigde schepen of aanbouw en aankoop van nieuwe schepen, worden boven het bedrag der Rijksbijdrage in de schade door den algemeen gemachtigde voor den wederopbouw credieten beschikbaar gesteld, voor zoover hierin door het particuliere kapi taal en met name door de scheepshypotheek- banken niet kan worden voorzien. In alle onder b en c genoemde gevallen zal tot zekerheid van het overheidscrediet een in schrijving op het betreffende pand of schip worden genomen, resp. ten behoeve van de gemeente, de stichting of het rijk. Aan deze inschrijvingen zijn eenige bijzonderheden ver bonden, die in het besluit betreffende de credie ten voor opbouw of herstel nader worden ge regeld. Deze inscnrijvingen n.l., die dezelfde kracht hebben als gewone hypotheken, kunnen worden gevestigd zonder notariëele akte door inlevering van een borderel bij den hypotheek bewaarder. Voorts nemen deze inschrijvingen rang boven de hypotheken tot en met 15 Mei 1940 ingeschreven en boven de tweede en vol gende hypotheken van na dien datum. De mogelijkheid om bij eenvoudig borderel een inschrijving op het goed te vestigen, geldt ook voor de onder a genoemde stichtingscredieten ten behoeve van den opbouw van boerderijen. Een bijzondere maatregel is voorts getrof fen ten behoeve van den ouden eersten hypothecairen schuldeischer, die bij toe passing van het vorenstaande, tweede hypo thecaire schuldeischer zou worden. Het be sluit betreffende hypotheken in verband met den wederopbouw bepaalt n.l., dat een der gelijke, nu tweede geworden hypothecaire "schuldeischer van alle bedingen zal kunnen gebruik maken, welke het burgerlijk wetboek toestaat aan eerste hypothecaire schuld- eischers, zoodat deze hypotheken, behoudens den voorrang voor de overheidscredieten, ge acht kunnen worden eerste hypotheken te zyn. Ten aanzien van dit voorrecht der overheid dient in aanmerking te worden genomen, dat door het Rijk vooraf een tegemoetkoming in de schade is beschikbaar gesteld, terwijl zoo noodig in daarvoor in aanmerking komende gevallen nog overbruggingsbijdragen door het Rijk zullen worden veneend. Om benadeeling van oude hypothecaire schuldeischers te voorkomen, is voorts bepaald, dat de stichtingscredieten slechts dan het bedrag der Rijksbijdrage zullen mogen overtreffen, inoien het goed óf niet met hypo theken is bezwaard, dan wel de eerste hypothe caire schuldeischer zich met de verleening van het crediet en de vestiging van den voorrang in verband daarmede accoord verklaart. Het zij nogmaals herhaald, dat vorenstaande evedietmaatregeien slechts dan zullen worden toegepast, voor zoover verdere financieringshulp oij den wederopbouw Staatstaak moet worden geacht. In het algemeen zal de verdere financie- r.ng aan het particuliere kapitaal moeten worden overgelaten. Voor zoover eigenaar en ook be staande eerste hypothecaire schuldeischers daar toe niet bij machte zijn en derden het nooaige geld voor aen wederopbouw verschaffen, zal door oen algemeen gemachtigde de rangorde tusscncn nieuwe en oude hypothecaire schuldeischers op het goed, ingevolge art. 14, lid 4 van het be sluit op de materieele oorlogsschade, worden ge regeld. Hiervoor zullen weldra nadere richt lijnen worden bekend gemaakt. Als voornaamste bepaimg zullen deze in houden, dat de oude hypotheken haar rang behouden tot het bedrag van de waarde op 9 Mei 1940 aan oen onuergrond en het niet verloren gegane gedeelte der opstallen toe te kennen, vermeerderd tenzij in zeer bijzondere gevallen door den secretaris generaal van het departement van Financiën een andere rangschikking is goedgekeurd met tenminste 50 pet. van de van over heidswege verleende bijdrage terzake van de aan het pand geleden oorlogsschade. De hypotheek, die ter financiering van den opbouw wordt verstrekt (opbouw hypo theek), volgt alsdan op het aldus beperkte hypotheekrecht der oude hypothecaire schuldeischers. Voor het gedeelte, waarvoor de oude hypotheken haar rang niet behou den, volgen zij in rang op de opbouwhypo- theek. Ook voor de opbouwhypotheek geldt weder het besluit betreffende hypotheken in verband met den wederopbouw. Derhalve wordt ook de z.g. opbouwhypotheek, ofschoon naar rang een tweede hypotheek, geacht een eerste hypotheek te zijn en alle bedin gen te kunnen bevatten, welke het burgerlijk wetboek toestaat aan de eerste hypothecaire schuldeischers. Heden herdenkt de heer L. J. Vonhoegen, be- drijfsinspecteur der Domaniale Mijn-Maat- Maatschappij N.V., te Kerkrade den dag, waar op hij vóór 40 jaar voor het eerst zijn krachten gaf aan den ondergrondschen mijnarbeid. Geboren op 1 Juli 1883 te Kohlscheid, begon hij zijn loopbaan als mijnwerker op 11 Febr. 1901 bij de mijn „Lauerweg" te Kohlscheid. Terwijl hij op laatstgenoemde mijn de functie van hulpopzichter vervulde, bezocht hij de mijn- school te Aken en behaalde in 1909 het opzich tersdiploma. Van 1 April 1913 t/m 31 Maart 1936 was de heer Vonhoegen achtereenvolgens als afdeelings- opzichter, meester-opzichter en laatstelijk als hoofdopzichter in dienst van de Staatsmijnen. Sedert 1 April 1936 vervult deze mijn-vete raan, die in onze mijnindustrie een zeer goede reputatie geniet, de verantwoordelijke functie van bedrijfsinspecteur der oudste kolenmijn in Europa. De mijnwerker P. J. Vrenlo te Kerkrade viert Woensdag zijn 40-jarig arbeidsjubileum in de ondergrondsche werken van de Domaniale Mijn. Het is een zeldzaamheid, dat een mijnwerker in dezelfde mijn 40 jaren werkzaam is. De vijf broers van Vrenlo zijn eveneens mijnwerker in de Domaniale mijn, evenals zijn zoons. Zijn grootvader werd in genoemde mijn door een doodelijk ongeval getroffen. De muziekprijs van de gemeente Amster dam viel ten deel aan den Hilversuifischen componist Jan Pouwels, organist van de Luthersohe kerk in zijn woonplaats. Deze prijs zal zijn werk voor het eerst brengen op het repertoire van het Concertgebouw orkest, dat het bekroonde werk, volgens een aan de prijsvraag verbonden voorwaarde, zal uitvoeren. Eenige jaren geleden had het Utrechtsch Stedelijk Orkest onder Willem van Otterloo reeds een symphonie van Pouwels od het pro gramma staan. De N.C.R.V. bracht zijn decla- matorium over „Wie is het, die zoo hoog gezeten" uit Vondels „Lucifer" en een decla- matorium „Kindersproke" naar den tekst van Marie Boddaert. Schuurman speelde met de Hilversumsche Orkestvereeniging zijn Burlesque. Pouwels' belangstelling voor de muziek leefde echter al in zijn zeer jonge jaren. Niettemin stuitte' hij op ouderlijken tegenstand, toen hij zich verder in de muziek wilde bekwamen en zoo kwam hij na de middelbare school In den handel terecht, dien hij eenige jaren trouw bleef. Hij was achter in de twintig, toen hij het Conservatorium kon gaan bezoèken, waar hij als hoofdvak orgel studeerde bij C. de Wolf Theoretische vakken onderwezen hem Thierie en Dresden. De bekroonde orkestsuite werd gecomponeerd naar aanleiding van de prijsvraag. Met voort varendheid en groote concentratie heeft Pou wels gewerkt, want de partituur, die voor groot orkest geschreven is, vertoont onder de drie deelen de data 1 Juni, 11 Juli en 14 Augustus 1940. Op de laatstgehouden September-beurs heeft een aantal schoenfabrikanten met een gezamen- lijken stand een proef genomen om weder van het jaarbeursintermediair gebruik te maken. Deze proefneming is' zoo goed geslaagd, dat op de a.s. 44ste Nederlandsche Jaarbeurs, die te Utrecht van 11 tot en met 20 Maart wordt ge houden, door verschillende vr t -anstaande Nederlandsche schoenfabrikanten een groote ruimte in beslag zal worden genomen. Ditmaal hebben deze fabrikanten een aantal monsterkamers op de 4e verdieping gehuurd. De inbrekers L. d. B. en P. C. v. Ote Utrecht, die de politie te Velzen (N.H.) gearresteerd heeft en beiden redicivisten zijn, hebben de politie van Apeldoorn bekend in de laatste maanden aldaar ongeveer tien inbraken gepleegd te heb ben. Zij kwamen per fiets of per trein van Utrecht naar Apeldoorn en slcegen dan, even als in andere plaatsen van ons land, hun slag O-m. waren zij de daders van vijf inbraken, welke op een nacht in het begin van Novem ber bij verschillende zakenmenschen aan den Zwolscheweg te Apeldoorn gepleegd zijn. Verder hadden zij aldaar op andere nachten ingebro ken in villa's aan de Eerste Beukenlaan, de Jachtlaan en den Soerenscheweg en in een kruidenierswinkel aan den Amhemscheweg. Een Rotterdamsche jongeling, in den kring zijner vrienden en vriendinnen bekend als „Mooie Toon", was met een Amsterdamsche juf frouw op stap geweest in de eerste helft van Augustus j.l. Het tweetal belandde in den Circusbar te Scheveningen, waar de juffrouw zooveel aan Bacchus offerde, dat zij de controle over zichzelf verloor. Zij moest van een zekere gelegenheid gebruik maken, vanwaar zij na een kwartier kon terugkeeren, doch in die spanne tijds was de jongeman er vandoor gegaan. Andere bezoekers hadden opgemerkt, dat „Mooie Toon" iets uit het taschje had gehaald, dat de juffrouw op een stoel had laten liggen. Dat „iets" bleek een be drag van 1800 plus een "gouden armband te zijn. Aangifte werd hiervan bij de politie gedaan, doch bij het onderzoek werd aan het licht ge bracht, dat de juffrouw in haar verliefdheid den jongeman had toegezegd, dat hij over haar ge- heele bezit mocht beschikken, om er te zamen met haar een café mee te beginnen, mits hij haar ook verder als zijn levensgezellin zou beschou wen. In den Circusbar had haar gedrag hem In den loop der vorige week heeft de secre taris-generaal van het departement van Bin- nenlandsche Zaken, namens zijn ambtgenoot van landbouw en Visscherij een circulaire aan de gemeentebesturen gezonden, waarin er aan werd herinnerd, dat ten dienste van de voedselvoor ziening van ons land tal van maatregelen zijn genomen, teneinde de bodemproductie zoo hoog mogelijk op te voeren. Gewezen werd op de wenschelijkheid, dat de gemeentebesturen alle medewerking verleenen om gvonden, waarover zij de beschikking heb ben, ten volle voor den verbouw van voedings gewassen in aanmerking te deen komen. Deze circulaire is het onderwerp van bespre king geweest door het college van rcgeer'ngs- commissarissen. Naar wij vernemen,ste'den dezen zich op het standpunt, dat het verbouwen van groenten door volkstuinders minder ge wenscht is. Iets anders is het wat betreft het verbouwen van late aardappelen en bruine boonen. De kweek van groente vergt veel zorg en levert dikwijls een teleurstelling op, terwij! een betrekkelijk groote hoeveelheid kunstmest moet worden aangewend. Daar kunstmest is gedistribueerd, levert dit reeds een moeilijkheid op. Bovendien is de toestand zoo. dat op het moment, dat de volkstuintjes hun groentenoogst zullen geven, er ook voldoende aanvoer zal zijn van den beroepsteler. Daartegenover vragen late aardappelen en bruine boonen weinig mest terwijl de oogst hiervan, in tegenstelling met groenten, zelden of nooit mislukt. In den nacht van 22 op 23 Maart van het vorige jaar werd te Monster ten huize van, de alleenwonende bejaarde weduwe Van der N. ingebroken. Toen de vrouw den inbreker trachtte te ver jagen, greep deze haar beet, duwde haar' een prop in den mond en dwong haar tot aan wijzing van de plaats, waar zij haar geld had geborgen. Op die wijze gelukte het den inbreker een bedrag van ƒ90.te rooven, doch reeds enkele dagen daarna viel hij in handen van de politie. Het was de 25-jarige koopman J. H uit Den Haag. Hij werd door de Haagsche rechtbank tot twee jaren gevangenisstraf veroordeeld. Bewerende, dat een meisje, met wie hij om gang had, hem tot de inbraak had aangespoord en dat hij niet ten volle zijn daad had beseft, kwam de veroordeelde in hooger beroep bij het Haagsche gerechtshof. De advocaat-generaal heeft Maandag beves tiging geëischt van het vonnis, waarbij naar zijn oordeel reeds verminderde toerekeningsvatbaar heid in aanmerking was genomen. Uitspraak 24 Februari. Maandagmiddag omstreeks vier uur ontspoor den te Giessendam de laatste twee wagens van een goederentrein. De wagens, een beiaden en een ledige, kwamen dwars over de rails te lig gen en versperden de beide sporen. Het treiu- verkeer op het traject DordrechtNijmegen werd hierdoor gestremd. Persoonlijke ongeluk ken kwamen niet wor. De oorzaak van de ont sporing is onbekend. In Eindhoven doet zich het opmerkelijke feit voor, dat eenerzijds de nijverheid met angst en zorg de toekomst tegemoet ziet wegens het voor de cjeur staand gebrek aan grondstoffen en an derzijds men in de industrie een groote opleving waarneemt. Dit laatste is. volgens de Telegraaf, het geval bij de N.V. Philips, waar groote Duitsche orders geplaatst zijn voor radiolampen en radio-appa raten. Het voornemen bestaat dan ook, om zelfs door aanbouw de fabricagemogelijkheid te ver- echter dusdanig gehinderd, dat hij althans dien avond niet langer in haar gezelschap wilde ver blijven. Het geld en den armband zeide hij in bescherming te nebben genomen in afwachting van eventueele verdere onderhandel'ngen, doch toen de juffrouw in nuchterheid haar aangifte gestand hield, zag hij van elke op een huwelijk gelijkende verbintenis met haar af en gaf haar heur bezit terug. Niettemin ging de rechtzaak door en e'schte 1 October, gelijk destijds gemeld, de officier van justitie bij de Haagsche recht bank tegen den jongeman zes maanden gevan genisstraf. De rechtbank evenwel sprak hem op 15 October vrij, hetgeen den officier aanleiding gaf tot het instellen van hooger beroep. Maandag behandelde het Haagsche gerechts hof deze zaak en de advocaat-generaal zeide het standpunt van den officier te deelen, dat deze handelwijze van den verdachte als diefstal moest worden aangemerkt en met zes maanden diende te worden gestraft. Verdachte bracht te zijner verdediging nog in het midden, dat hij geen oogenblik de bedoeling heeft gehad, zich het bezit van de juffrouw toe te eigenen zonder haar instemming en dat,in dien zulks wel het geval zou zijn geweest, hij daartoe voldoende gelegenheid zou hebben ge had in de hotels of in de taxi's, toen zij daarin samen waren, doch stellig niet in den bar, waar vijf of zes personen aanwezig waren, die duide lijk konden waarnemen, dat hij den kostbaren inhoud uit het taschje nam. Het hof zal 24 Februari uitspraak doen. grooten. De vennootschap ziet zich zelfs voor de noodzaak geplaatst haar arbeidskrachten sterk uit te breiden. De laatste weken zijn reeds dui zend man nieuw personeel aangenomen en thans hebben de Philipsfabrieken ongeveer twaalfhon derd nieuwe arbeidskrachten noodig, van wie ongeveer tweederde deel meisjes zijn. Thans is deze oplossing voor het geval gevonden, dat uit de tabaksnijverheid, waarin de grondstoffen- positie steeds moeilijker wordt, de noodige krach ter. voor de Philips-fabrieken zullen gevonden worden. Stram in de houding stenden Maandagmiddag op het IJsclubterrein aan het Museumplein te Amsterdam drie bataljons grtine Polizei opge steld. Ze zijn in Nederland gekomen om drie hier aanwezige bataljons af te lossen en wer den nu door Rijkscommissaris, Rijksminister ai Seyss Inquart geïnspecteerd. Ze hadden daartoe een carré gevormd met het front naar de Kom- mandantur, aan welke zijde zich verschillende hooge officieren en autoriteiten hadden verza meld. O.m. bevonden zich daar generaal Schu mann, commandant van de Ordnungspolizei, Brigadeführer Knoblauch, die Brigadeführer Rauter, de chef der S.S. in Nederland, verte genwoordigende, Senator Boemcker, de Beauf- tragter voor de stad Amsterdam, Kreisleiter Paustian, leider van de Duitsche kolonie in de hoofdstad en eenige Nederlandsche marechrus- see-officieren. Korte bevelen weerklonken '.oen dr. Seyss-Inquart het terrein betrad. Terwijl het muziekkorps van de Polizei een presenteer- marsch speelde, inspecteerde de Rijkscommissa ris de bataljons, waarna hij de troepen toesprak. De Rijkscommissaris begroette de manschap pen en sprak de verwachting uit, dat zij hun volle krachten zullen inzetten in een tijd, waar in iedere Duitsche man en iedere Duitsche vrouw het uiterste moeten geven om dezen grooten beslissenden strijd met succes ten einde te brengen, een strijd, die niet alleen beslist over eigen lot maar ook over dat van onze kin deren en over dat van de toekomstige genera ties. „Wij allen", zoo zeide hij verder, „hebben de zekerheid, dat het een goede strijd is. De Fiihrer heeft in uiterste zelfoverwinning alles gedaan om hem te vermijden, maar de Engelschen hadden tot onze vernietiging besloten, omdat dit ver- eenigde Duitsche volk een veel te sterke machts factor is. Wij zijn thans echter aangetreden om onze levensrechten eens en voor altijd veilig te stellen". In het verdere verloop van zijn toespraak wees de Rijkscommissaris er op. dat men tegenover de Nederlandsche bevolking niet als vijand moest optreden, maar dat tegen elke poging tot ongeregeldheden, die hier of daar mogelijk zou zjjn en die alleen zou kunnen berusten op een grenzelooze onwetendheid of een gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef, met volle sterkte en zoo scherp mogelijk zou moeten worden opgetre den. Ten slotte wees de Rijkscommissaris nog een* op de bijzondere taak, die de Duitsche politie hier te vervullen heeft. Het imposante militaire schouwspel werd be sloten met het spelen van het Deutschland- en Horst Wessellied. waarna de Rijkscommissaris met zijn gevolg per auto naar den Dam reed voor het défilé der troepen. Ook dit défilé werd begustigd door prachtig weer en door eenige honderden toeschouwers gadegeslagen. Hun ge duld werd eenigszins op den proef gesteld want eerst tegen vijf uur arriveerde de Rijksconv"1?- saris met de hooge officieren op den Dam. waar voor hem een podium, belegd met tapijten en omringd door palmen was opgeslagen, dat ge flankeerd werd door twee hooge Hakenkruis banieren. Ook de zwarte S.S.-vlag wapperde op het plein, waar de Duitsche en Amsterdams.'he politie, onder leiding van hoofdinspecteur Mod derman. voor de afzetting zorgde. Terwijl de tegenover het podium opgestelde stafmuziek- korps marschen speelde, defileerde een half uur lang de auto's van de nieuwe bataljons der griir.e Polizei voorbij, volledig uitgerust met keuken wagens en Roode Kruis auto's, met zware en 'ichte mitrailleurs, geschut en zelfs eenige pant serwagens. Het défilé verliep vlot en in uitste kende orde en gaf een breeden indruk van toe rusting en de paraatheid van de Duitsche grüne Polizei. Maandag bracht de Nederlandsche omroep de eerste les in ochtendgymnastiek, aldus meldt het A.N.P. Deze lessen worden voortaan regel matig eiken morgen gegeven en wel tweemaal over beide zenders, namelijk van kwart vóór acht tot vijf minutpn vóór acht en van tien minuten vóór half negen tot half negen. Het deelnemen is den luisteraars wel zeer ge makkelijk gemaakt. Het doel: een krachtig en gezond Nederlandsch Volk, zal trouwens zonder twijfel iederen luisteraar na aan 't hart liggen. De lessen worden gegeven door mej. Willy Both en den heer Wim Fcnds. Te Belveld is Zaterda. avond om tien uur de heer J. K. uit Belveld op den rijweg, ter hoogte van de stuw, door een vrachtauto aangereden. De man werd met zware verwondingen naar het ziekenhuis overgebracht, waar hij Zondag is overleden. Bij den aanvang van de eerste vergadering in 1941 van de dagelijksche besturen der drie cen trale landbouworganisaties, droeg de voorzitter van den Katholieken Nederlandschen boeren- en tu ndersbond het presidium en het secretariaat over aan het Ned. landbouw-comité, onder dank zegging voor de tijdens zijn voorzitterschap ver- ieende medewerking. Volgens de regeling der huisslachtingen is het niet geoorloofd een tweede of derde varken te slachten, ind en de verrekening der bonnen met het eerste geslachte varken nog niet heeft plaats gehad. Het gevaar bestaat, dat men het tweede en zeker het derde varken pas zal kunnen slachten in een tijd, welke ongesch'kt is voor huisslach ting. Om aan die bezwaren tegemoet te komen zou de regeling zoo dienen te zijn. dat de tweede en derde hu'sslachting zouden plaats hebben uiterlijk in Maart. Besloten werd dit punt met d§n directeur-ge neraal van de voedselvoorziening te bespreken De vergadering was van gevoelen, dat de onlangs gepubliceerde prijsverhooging van verschillende soorten krachtvoer, welke een stijging der productiekosten van slachtvee, eieren en varkens heeft veroorzaakt, ook een prijsverhooging voor de genoemde producten behoort mee te brengen. Besloten werd bij de bevoegde instanties in dien geest de noodige stappen te doen. De aandacht werd er op gevestigd, dat de vast gestelde telersprijs van de zandaardappelen van goede kwalitteit te laag is in verhouding tot de kleiaardappelen van minder goede consumptie rassen als bintje er aipha. Zelfs is de prijs van goede zandaardappelen van het ras roode star maar weinig hooger dan d.e van veenaardappe- len. De vergader.ng achtte deze prijsverhouding onjuist en besloot aan te dringen op een hooge- ren prijs voor goede kwaliteit zandaardappelen. Als gevolg van de verhooging van den prijs van het varkensmeel en van de verminderde voeder toewijzing hebben verschillende varkensmesters, die een contract met de regeering hadden afge sloten aangaande het mesten van varkens, deze overeenkomst opgezegd. De vraag rijst hoe in dezen verder moet worden gehandeld. De vergade ring was van oordeel, dat de mesters niet te vo ren op de hoogte gesteld zijn van de verhooging van den voederprijs noch van de lagere voeder toewijzing, zoodat de overeenkomst als vervallen kan worden beschouwd. Besloten werd een en ander met den directeur-generaal van de voed selvoorziening te bespreken. Uitvoerig werd van gedachten gewisseld om trent het aan de C.L.C. uitgebrachte rapport aangaande verplichte levering van rundvee, waarbij verschillende opmerkingen nader werden bezien. In het bijzonder werd nog eens de na druk gelegd op de wenschelijkhe.d van een re geling voor het vetweidersbedrijf, opdat dit voor de vleeschvoorziening belangrijke bedrijf zal kunnen blijven functionneeren. Voorts werd opnieuw het pleit gevoerd voor het uitbetalen van geleverd drachtig vee naar gebruikswaarde in plaats van naar slachtwaarde. Thans gebeurt het vaak dat voor goede gcbruiks- dieren een gering bedrag wordt ontvangen. Besloten werd deze aangelegenheid te bevoeg- der plaatse in bespreking te brengen. Mededeeling werd gedaan van stappen welke bij het centraal distributiekantoor zijn gedaan ten gunste van een verbetering van de brandstoffenvoorziening ten platte- lande. Gebleken is dat zich bij de brandstof fenvoorziening zeer groote moeiijkheden voordoen. In de vergadering werd er de nadruk op ge legd, dat in de huishoudingen ten platielande ook des zomers steenkolen beschikbaar moeten zijn, aangezien het middagmaal op een kolen- fornuis moet worden gereedgemaakt. Besloten werd zich niet bij de tegenwoordige voor het platteland ongunstige verdeeling der beschik bare brandstof neer te leggen, doch na te gaan op welke wijze in de toekomst verbetering kan worden verkregen. Gerekend te zijn ingegaan I Februari 1941, zijn benoemd tot landmeter van het kadaster: G. Smit te Zierikzee; W. J. Hemmes te Brieile; W. van Mameren te Rotterdam: G. F Witt te Arnhem; S. M. Meeiker te Almeloo; B. H. Rienks te Groningen; A. Scheffer te Eindhoven; IJ Feenstra te Winschoten; G. Bierma te Zwolle; F. van den Hoonaard te Roermond; J. Beetsma t.e Eindhoven; H. Hommes te Leeuwarden; G. W. van Bruggen te Sneek; W. F. van Beek te Hoorn; K. E. Renkema te Zwolle; J. G. Huijther te Zwolle; D. ,E. Doornbos te Eindhoven, allen Lijaelijk landmeter van het kadaster. J. Reyers is, gerekend van 1 Februari 1941 af, opnieuw tot burgemeester van de gemeenten Kamerik en Zegveld benoemd. door 3 Nadruk verboden Daarom neem ik dezen jongen, een gedemo- biliseerden strijder. Deze ééne was geboren om het meisje gelukkig te maken, haar man te zijn. Hij is eveneens eenzaam; verward door de te leurstellingen in onze hedendaagsche wereld, jongensachtig uitroepend: „Wat idioot toch alle maal!" Ook hem hebt ge dikwijls gezien. Hon derden als hij. En elk van die honderden heeft een geschiedenis! Geschiedenissen, die verschil len van elkaar, doch die ook weer in groote lijnen overeenkomen met deze, die ik schrijf van dit paartje. Deze jongen zal vertellen, wat hij beleefd heeft; het meisje zal zeggen, wat er op dat moment in haar eigen leven omging Ik wil, dat ze u laten zien, hoe het besloten schijnt, deze twee, als zoovele anderen, gescheiden te houden en welke strijd er gevoerd moet worden tusschen de moderne Liefde en de macht der Conventie. Deze twee, de jonge Jack Smith en de kleine Julia, zijn voorbeelden. Wat is uw antwoord op hun probleem? In dit hoofdstuk stelt de jongeman de eerste Vraag. Doet hij verstandig? Hoe zal de houding van het meisje zjjn, als hij spreekt? HOOFDSTUK II DE JONGEN VERTELT Ik heb het gevraagd. Waarom heb ik me toch als zoo'n ezel aange steld? Ik sprak haar aan. Lieve hemel, als 'k daar aan denk! 't Gebeurde zoo Onder 't ontbijt dacht ik telkens bij mezelf: „Wie niet waagt, wie niet wint," en „verlegen goed deugt niet." Ik wilde winnen of althans een kans wagen, om die mooie kleine fee van mijn morgenwande ling te winnen! En er was toch geen hoop op eenig succes, tenzij ik zelf een soort begin maakte. De kwestie was: was ik van plan, altijd maar in dezelfde sleur te blijven voortgaan, eenzaam en neerslachtig, ellendig, zonder conversatie, den ganschen dag te werken, en den ganschen avond op mijn kamer boven een boek te zitten kniezen? Altijd maar, iederen morgen opnieuw het meisje te ontmoeten, dat alles in mijn leven zou kunnen zijn en haar zonder meer te laten gaan? Zoo dichtbij en toch zoo veraf! Zoo dichtbij, dat ik iedere lijn van haar ken; zoo dichtbij, dat ik de bruine, zijige krul, die haar wang streelt, zou kunnen aanraken! Zoo veraf, dat ik niet eens weet, hoe ze heet of waar ze woont! Zonder eenige hoop op kennismaking, tenzij.... Het leek de eenige weg. „Als ze het begrijpt," dacht ik, „is alles in orde. Als ze 't kwalijk neemt is alles mis! Iets is toch nog beter dan niets!" Ja, aan 't ontbijt was ik in de „Jack-Smith- vooruitmaar"-stemming. Op straat, toen ik haar klein paars hoedje naar me toe zag dobberen op een vijftig meter afstand tusschen al die menschen.... ontzonk me de moed opnieuw! Ik dacht: „zou ik zoo'n waaghals zijn, om haar aan te spreken? Het gaat niet!" Ik wandelde voort; zij kwam nader, al dichter en dichterbij, tot ik de kleur van hatir oogen kon zien. Ze zijn van dat soort, dat verandert; zij leken vanmorgen meer blauw dan grijs, misschien, omdat de zon zoo helder scheen. En plotseling liet ik het plan, om zoo'n waag hals te zijn, weer varen. Ik keek haar in het gezicht, toen ze naar me toekwam. Weet je, het leek (natuurlijk een vergissing van me), dat ze notitie van me nam, dat ze me niet enkel aan zag als iets, dat ze eiken dag op haar weg tegen kwam, als de omnibussen, maar als een mede schepsel, dat een vriend zou kunnen zijn. Ik had 't glad mis, zooals later bleek. Maar ik dacht werkelijk, dat haar wangen zich die per kleurden, toen ik naderde. Ik meende wer kelijk, dat er iets om haar mond trilde, dat bijna een glimlach had kunnen worden, als ze zich niet bedwongen had. „Nu vooruit!" dacht ik. Ik opende mijn mond om te spreken. In één moment was ik alles vergeten, wat ik van plan geweest was te zeggen; mijn naam en hoe ik me zelf moest introduceeren, omdat er niemand anders was om het te doen en hoe ik nagedacht had over de manier, om kennis met haar te maken en of we geen vrienden konden zijn? Dat alles was weg! In plaats daarvan hoorde ik mezelf met een stem, die aan een ander, een soort flirt, kon behoord hebben, uit- blaten: „Goeden morgen!" Ik had heel anders willen beginnen. En toen, hemel, als ik daaraan denk, zou ik me zelf in stukken kunnen trappen. Wat er ge beurde was dit.... Er gebeurde niets. Zij liep rechtdoor, alsof ze me niet gezien of gehoord had. Maar dat had ze wel. Ze keek neen! Zelfs dat gunde ze me niet! Daar kwam een trek over haar gezicht van een ijzige somberheid, zooals je die, wanneer Je in Februari uit visschen bent, wel eens over het glanzende meer ziet komen, als de zon plotse ling achter de wolken schuil gaat. Ik voelde me bevroren, stijf bevroren! Voor wat soort vent had ze me gehouden? Misschien had ik me ook zoo aangesteldZij had het recht, een pummel, die haar op straat aansprak, aan Te kijken met een blik van: „Ik ken je niet." Daarbij was het misschien bij haar opgekomen, dat ik zou trachten haar te volgen! (Wat wist zij er van, hoe ik over zooiets dacht!) Wel, weet je hoeveel aanmoediging er uitgaat van een borstwering van bajonetten? Nu, ze gaf me ongeveer hetzelfde gevoel, terwijl ze haastig voortstapte en ook ik doorliep. Ik wenschte, dat ik mijn tong had afgebe ten, of dat ik door het hclsche granaatvuur stom geslagen was, vóór ik zooiets in mijn hoofd had kunnen halen. Wat moest zij wel gedacht hebben?.... Vreeselijk. HET MEISJE VERTELT Weet je, wat ik vandaag zou willen? Och, dat ik dezen morgen kon uitwisschen, zooals een kind een foutieve som uitveegt op de lei. Er is iets vreeselijks gebeurd. Ik moest ruw en onvriendelijk zijn tegen een van onze jongens, die vier jaar lang voor ons hebben gestreden, 't Was tegen één van onze verdedigers! Dat ik zoo'n mispunt was!.... Of stond ik volkomen in mijn recht? Ik wou, dat ik wist, wat ik er van .denken moest. Het was Zilver-Ster met het knappe gezicht... Vanmorgen zag ik hem als gewoon'ijk aanko men in die oude overjas en met dien lichtgrij- zen hoed op en ik dacht, zooals ik dat al zoo dikwijls gedaan heb: „Ik wou, dat we elkaar goeden morgen konden wenschen!" Ineens, toen hij zóó dicht bij me was, dat ik het kleine litteeken kon zien, dat juist een vrij diep kuiltje in zijn kin lijkt, wist ik, dat hij me dezen keer zou aanspreken. Hij richtte zich op, maakte een lichte bewe ging met zijn hoed en zei: „Ehgoedenmor- gen," op een lieve, verlegen manier. O, mijn hart sprong op van blijdschap en leek in de handen te klappen (als harten handen hebben) en uit te roepen: „Goedenmorgcn, mijn heer Zilver-Ster! Goedenmorgen, het is een prachtige dag vandaag, niet!" Maar in plaats van te antwoorden staarde ik langs hem heen en liep door, alsof hij een stuk krantenpapier was. Ik weet, dat grootma hierover zeer voldaan zou zijn geweest. Zij zou gezegd hebben: „Heel goed, Julia. Ik ben zoo blij, dat mijn meisje aan stonds haar houding kende. Elk meisje, dat zou willen toonen, dat ze een dame is, zou juist ge daan hebben als jij: in een waardige houding recht doorloopen en geen notitie nemen van den man, die de brutaliteit had, haar aan te spreken. Goed gedaan, lieveling!" Maar dat zou onverdiende lof zijn! Ik deed het, omdat ik niet anders kon. Op dat moment kreeg mijn gezicht zoo ongeveer de u.tdrukking van een gasmasker. Zonder dat ik er iets aan kon doen, juist zooals de rug van onze kat zich kromt op het zien van een foxterrier op straat! Instinct, veronlerstel ik. De kat blaast! Een be schaafd meisje zet dat strakke gez'cht, wanneer ze eenige attentie ondervindt van vreemden, die niet aan haar zijn voorgesteld. Vertelt men ons niet, dat wij een man zonder een enkel woord kunnen doen verstaan, dat zijn attenties ons niet welkom zijn? Deze niet-geïntroluceerde at tenties (zoo leert men ons) beteekenen. dat een man lichtzinnig lenkt over het meisje, waar mee hij spreekt Oh. ik zou het niet hebben kunnen verdragen, dat Zilver-Ster dacht, dat ik geen „net" meisje wast (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 3