Actieve sociale politiek in Nederland Kunst en zaken in Rotterdam De Ordnungspolizei in haar vrijen tijd Voor elkander Inbraak te Rotterdam Kerkelijk leven DONDERDAG 13 FEBRUARI 1941 Beschouwing in de Rheinische Landeszeitung Openbare werkverschaffing De loonpolitiek De visscher van Burgers Dierenpark Ontslagen van alle rechts vervolging Tentoonstelling van werkstukken in den Haagschen dierentuin Groote hoeveelheid textiel- goederen gestolen MISHANDELING OP DE LOOSDRECHTSGHE PLAS Drie jongelui staan terecht S. V. d. BERGH OVERLEDEN Onderhoud rivierwerken Varken gestolen en geslacht Het nieuwe Leeskabinet en de herbouw van Blaauw- hoedenveem UIT DE STAATSCOURANT Rijksmuseum Kröller-Müller Onderwijs Belastingen Departement van Financiën Eervol ontslag EM. PASTOOR CREFCOEUR 91 JAAR &ERTA RUCK litVNÉ C111 fl Het A. N. P. meldt uit Berlijn: De Rheinische Landeszeitung publiceert on- Öer bovenstaand opschrift een hoofdartikel van tie hand van den president der „Reichsknapp- heit" (de rijksorganisatie van mijnwerkers), Reinhard Jakob, die als leider van de afdee- "hg sociale zaken bij den Rijkscommissaris voor de bezette Nederlandsche gebieden de rechterhand is van commissaris-generaal dr. dimmer. De schrijver herinnert er aan, dat, toen in Juni 1940 het Duitsche burgerlijke bestuur on eer leiding van Rijksminister dr. Seyss Inquart 'h de bezette Nederlandsche gebieden terstond uen wederopbouw ter hand nam, een der eer- ete zorgen van den Rijkscommissaris was, on- Verwijld een actieve sociale politiek te organi seren. De uitvoering van deze belangrijke taak S in handen van de afdeeling sociale zaken J'an het rijkscommissariaat. Dat zij hierbij van zijde der Nederlandsche autoriteiten in het ^gemeen een tegemoetkomende houding en '°yalen steun ontmoette, moet reeds aanstonds a's verheugend feit gememoreerd worden. De heer Jakob vervolgt dan: Voor bijzonder Broote moeilijkheden zag het Duitsche bestuur ?ich geplaatst op het gebied van de tewerk stelling. Hier ging het er niet slechts om, te Verhinderen, dat de na de bezetting van Ne derland aangetroffen massale werkloosheid nog Verder steeg, doch onverwijld moesten de noo- *%e maatregelen genomen worden, waardoor zou kunnen worden verminderd en zoo mo gelijk geheel opgeheven. Reeds voor het ui breken van den oorlog telde ®j*en in Nederland ruim 180.000 werkloozen. Mid den Juni 1940 waren bij de gemeentelijke ar beidsbeurzen 300.000 mannelijke en 22.000 vrou- iVelyke, te zamen rond 322.000 werkloozen inge schreven. Hierbij kwamen nog ongeveer 70 000 gedemobiliseerde soldaten, zoodat het aantal Officieel bekende werkloozen rond 400.000 be joeg. Dit beteekent, dat er ten gevolge van den °°rlog nog eens ongeveer 220.000 werkloozen bij V'aren gekomen. In deze cijfers zijn niet begre- j?®h de zoogenaamde onzichtbare werkloozen, uie om verschillende redenen hadden nagelaten ~'ch bij de arbeidsbeurzen te melden. Hun aan- 'al is met 25 tot 30 procent van' de te boek gaande werkloozen zeker niet te hoog geschat, °odat men zeker niet te veel zegt wanneer men r-' aantal na den oorlog zonder werk zijnde jbenschen in Nederland op een half millioen «telt. Den len December 1940 was het aantal der Werkloozen gedaald tot 138.901. Dat beteekent, Wanneer men ook hier nog rekening houdt met zeker aantal onzichtbare werkloozen, dat '°t genoemd tijdstip minstens 300 tot 500 000 Nederlanders weder aan arbeid en brood waren beholpen. Juist de tewerkstelling heeft op het Gebied van den herbouw en het opruimingswerk verwoeste streken en dorpen, voor het weder "P gang brengen van het bedrijfsleven en het Verkeer aanzienlijke resultaten opgeleverd. De straf georganiseerde tewerkstelling der aanwe- S'Se werkloozen waarborgde zeer spoedig den terugkeer tot normale verhoudingen, zoodat •Uen de oorlogsschade spoedig te boven zal zijn Bekomen. In dit verband vormde een verdere belang rijke ontlasting de zeer groote behoefte aan Arbeidskrachten der Duitsche bouwdiensten, die Sich uiterst actief en leidinggevend in de we- beropbouwmaatregelen hebben ingeschakeld. De enorme behoefte van het Duitsche be drijfsleven aan arbeidskrachten, in het bijzon der aan vaklieden van lederen aard, is een be kend feit. Het ligt dus voor de hand, dat een Verder zeer belangrijke vermindering van het Broote aantal werkloozen ook bewerkstelligd k°h worden door op groote schaal bemiddeling e verleenen voor de tewerkstelling van Neder- 'ahdsche werkloozen in Duitschland. Deze be- briddelingsactie werd dan ook terstond met k> *racht ter hand genomen. .De resultaten hiervan zijn neergelegd in een 'Jgevoegd statistiekje, waaruit blijkt, dat het SSbtal Nederlandsche werkkrachten in Duitsch- 'abd gestegen is van 23.572 per eind Juli tot °7-705 tegen het einde van Januari. De schrijver zet dan uiteen, dat dit resultaat Vad qe bemiddelingsactie als bevredigend moet borden beschouwd, te meer, daar de aanwer- v'hg geschiedt op den grondslag van vrijwillig heid en verder rekening gehouden moet worden 'bet de groote moeilijkheden, welke te over winnen zijn, waarvan genoemd worden de uit gesproken familiezin van den Nederlander en "e gehechtheid aan zijn geboortegrond, alsmede het wantrouwen tegen het nieuwe Duitschland. °P de scholing van vaklieden, zoo vervolgt "ékob, is in het algemeen weinig de nadruk gelegd. Reeds zijn echter de eerste stappen ge- ®aan op het gebied van opleiding van vaklie den. Deze maatregelen zullen evenwel nog wor- eh uitgebreid. Om de nog aanwezige reserves onzichtbare werkloozen op groote schaal te 10biliaeeren en voor de tewerkstelling te win- "eh, werd door het uitschrijven van de bij ver ordening van den Rijkscommissaris in Neder- ar*d ingevoerde identiteitskaarten de mogelijk- >eid geschapen een overzicht te krijgen van alle °8 niet ingeschreven werkloozen. Ook is men bezig de nog aanwezige werkloozen grondig op lichamelijke geschiktheid te onderzoeken en te zitten. Op het oogenblik worden onder Duitsche leiding alle werkloozen aan een grondig ge neeskundig onderzoek onderworpen. Tot Decem ber 1940 zijn meer dan 100.000 personen volgens Duitsch voorbeeld geneeskundig onderzocht. De uitslag hiervan is tegen de verwachting ongun stig. Slechts ongeveer 40 tot 45 pet. van de aanwezige werkloozen is ten volle tot werken in staat en geschikt om in Duitschland aan werk te worden geholpen. Niet minder dan ze ven procent moet hetzij als blijvend, hetzij als tijdelijk invalide worden beschouwd. Het plan is deze onderzoekingen voort te zet ten en nog uit te breiden. De resultaten er van zullen een waardevolle basis zijn voor verdere maatregelen ter verruiming van de werkgele genheid. Bij de uitvoering van deze maatregelen zullen de volgens Duitsche aanwijzingen grootsch op gezette maatregelen voor openbare werkver schaffing een steeds belangrijker rol spelen. Mogelijkheden tot werkverschaffing zijn in Ne derland in zeldzaam rijke mate aanwezig, het winnen van nieuw land uit de zee, verbetering van den grond, het reguleeren van den water stand, het aanleggen van dijken en het oprui men van fortificaties zijn slechts enkele groepen uit de ruime keuze van bestaande mogelijkheden. Daarbij gaat het uitsluitend om werkzaam heden van de grootste beteekenis voor de uit breiding en het in stand houden van de grond slagen der levensmiddelenvoorziening, die daar enboven nog het voordeel van groote arbeids intensiteit hebben. Op het oogenblik zijn bij zulke werken rond 40.000 werkloozen ingescha keld. Het plan is, deze maatregelen zoo uit te breiden, dat hier 120.000 werkloozen te werk kunnen worden gesteld. Om ook den Nederlandschen autoriteiten op het gebied van arbeidsaangelegenheden het noo- dige gezag en de noodige bevoegdheid te geven voor de uitvoering van een van staatswege ge leide arbeidsverruiming, moest aanstonds tot een grondige reorganisatie worden overgegaan. Jakob herinnert er aan, dat het stelsel van ge meentelijke abeidsbeurzen vervangen is door een alles omvattend staatsbureau waartoe de noo dige wettelijke basis geschapen werd door de verordening van 24 September en vervolgt dan: Hoewel ook de ervaringen van de Duitsche autoriteiten bij dezen maatregel ten nutte ge maakt zijn, is toch het nieuwe stelsel der ar beidsbemiddeling gegrond op de bijzondere ver houdingen in Nederland. Er is rekening gehou den met de economische omstandigheden in de verschillende deelen des lands. Bij strenge cen tralisatie van de leiding is de uitvoering der mate gedecentraliseerd, dat overal rekening ge houden wordt met de belangen van de schep pende bevolking eenerzij ds en de landbouw- en gemeentebelangen anderzijds. Na het tot stand komen van de reorganisatie zullen ook in Neder land alle voorwaarden geschapen zijn voor re geling van het gebruik der arbeidskrachten over eenkomstig de staatspolitieke behoeften en de daarboven staande belangen van het algemeen en daarmede voor blijvende opheffing van de werkloosheid. Op het gebied ran de loonpolitiek, zoo gaat Jakob voort, had na de bezetting van Nederland in de eerste plaats het scheppen van stab'ele loon- en arbeidsverhoudingen de aandacht der Duitsche autoriteiten. Na te hebben herinnerd aan het verbod van loons- en salarisverhooging, dat gevolgd weid door het verbod van loons- en salarisverlaging, wijst de schrijver er op, dat een principieele en voor Nederland ook geheel nieuwe regeling van het peil der loonen en salarissen en van de andere arbeidsvoorwaar den werd ingevoerd met de verordening van den Rijkscommissaris van 28 November. In deze verordening is het principe, dat slechts partijen bevoegd zijn, looncontracten te sluiten, gehand haafd. Echter heeft de Staat thans in verstrek kende mate het recht in te grijpen. Evenals het bedrijfsleven van een volk zich aan belasting door den Staat moet onderwerpen, wanneer zij aan de belangen van het algemeen geheel ten goede dient te komen, zoo kan, aldus Jakob, ook de bepaling van het peil der loonen en de andere arbeidsvoorwaarden de leiding van den staat niet ontberen. De nieuwe verordening biedt den Staat de mogelijkheid, in het arbeids leven de noodige veiligheid, orde en rust te brengen. De uitvoering is volgens de instructies van den secretaris-generaal van het departe ment van Soc;ale Zaken de taak van de rijks bemiddelaars. Zij zijn voortaan verantwoordelijk voor het bewaren van den arbeidsvrede. De arbeidsvrede is en blijft dus in Nederland gewaarborgd. De noodige juridische grondslagen zijn thans geschapen om alle maatregelen te kunnen nemen, die noodig zijn, om, met in acht neming van de sociale belangen der scheppen de bevolking, het evenwicht tusschen loonen en prijzen tot stand 'te brengen. Daarmede is de mogelijkheid van storingen in het economische en openbare leven, waarvan ten slotte ook de werknemers slechts nadeelen ondervindt, voor goed uitgeschakeld. Op het gebied van de sociale verzekering is reeds bereikt, dat de Duitsche rijksminister van Arbeid de in Duitschland werkzame Nederlan ders ook met betrekking tot hetgeen gedaan wordt op- het gebied der gezinshulp in de ziekte verzekering gelijk gesteld heeft met de Duitsche 'arbeidskameraden. Voorts kon bereikt worden, dat Nederlandsche arbeiders, die ziek uit Duitschland terugkeeren of tijdens een verlof in Nederland ziek worden, dezelfde verzekerings- rechtelijke behandeling genieten als wanneer zij in Duitschland zouden verblijven. Deze sociale maatregelen hebben zeer aanzienlijk bijgedragen tot het welslagen der groote bemiddehngsactie voor tewerkstelling in Duitschland. Op het gebied der ouderdoms- en invaliditeits verzekering is een regeling in voorbereiding, op grond waarvan de in Duitschland werkzame Ne derlanders hun aanspraken en rechten in de Nederlandsche Invaliditeits- en Ouderdomsver- zekering behouden. De zeer nauwe economische betrekkingen en banden tusschen het Groot-Duitsche rijk en Nederland, die niet in de laatste plaats ook af hankelijk zijn van de voorwaarden voor een ge meenschappelijk gebruik van arbeidskrachten, zoo besluit Jakob, maken een uitgebreide samen werking ook op het gebied van de sociale ver zekering en de bevordering der gezondheid abso luut noodzakelijk. De eerste hoopgevende maat regelen zijn hiertoe reeds in belangrijk aantal getroffen. Er wordt met alle krachten aan ge werkt, opdat deze zooveel mogelijk bevorderd en steeds verder uitgebreid worden. Woensdag 5 Februari stond voor den Arahem- schen Kantonrechter terecht de visscher E. D. uit Westervoort. Deze man had ten behoeve van de beesten uit Burgers Dierenpark gevischt in den Rijn op een vérstrekkende vergunning, die werd afgegeven op den achttienden Mei door den burgemeester van Arnhem, terwijl deze al dan niet terecht optrad als vertegenwoordiger van den inspecteur der visscherijwet. De Ambt°- naar van het O. M. eischtte een geldboete van f 10, subs, vijf dagen. Mr. Couvret pleitte ont slag van rechtvervolging, hetwelk Woensdagmor gen door den Kantonrechter, mr. Bervoets, op de volgende gronden werd verleend: Artikel 1, 2e lid van het riviervisscherij-regle ment zegt dat dit reglement als geheel toepas selijk is op wateren, waarin aan' binnenvissche- Woensdagmiddag werd in den Haagschen dierentuin een tentoonstelling geopend van werkstukken, door soldaten van de Ord nungspolizei in vrijen tijd vervaardigd. Aan de op fleurige wijze versierde wanden han gen honderden schilderijen, aquarellen en teekeningen en op de tafels zijn dikwijls juweeltjes van huisvlijt op velerlei terrein uitgestald. In tegenwoordigheid van tal van zijn officie ren, van officieren van de rij ksveldwacht en de marechaussee en van enkele commissarissen der Haagsche politie, hield generaal Schumann, commandant der Ordnungspolizei, een openings rede, waarin hij uiteenzette, dat met den „vrijen tijd"-wedstrijd, waarvan deze tentoon stelling het resultaat is, tweeërlei doel werd be oogd. De soldaten maken hun vrijen tijd ten nutte op een wijze, die hen in de gelegenheid stelt zich te oefenen in hun beroep. Het kwam er dan ook niet op aan groote kunstwerken te scheppen, maar om dét te vervaardigen, waartoe men uit hoofde van zijn burgerberoep de kunde bezat en men heeft met plezier aan zijn werk stukken gearbeid. Dat blijkt wel duidelijk op de tentoonstelling, die tal van kunstvolle voorwer pen omvat, dikwijls met zeer bescheiden en be perkte hulpmiddelen vervaardigd. De expositie is er bovendien het bewijs van, dat ook op cul tureel terrein door de Duitsche politie wordt gearbeid. Generaal Schumann hoopte tenslotte, dat het initiatief in vruchtbaren grond zou vallen bij de Nederlandsche kameraden. Nadat hij de tentoonstelling voor geopend had verklaard, werden door hem aan die manschap pen, die alleen of groepsgewijze de best geslaag de werkstukken hadden ingezonden, oorkonden uitgereikt. Wij wezen reeds op de talrijke schilderijen en kleurteekeningen, die de wanden sieren en waarbij zeer verdienstelijke zijn. Het zijn door gaans landschappen: Een Hollandsche molowitje. een oude kerktoren in een verdroomd stadje, maar ook portretten zijn er bij. Een groot schil derij van den Führer staat op het platform, waar een strijkje van de Ordnungspolizei voor de muzikale opluistering zorgt. Gemeenschap pelijke arbeid zijn de maquettes van onderko mens, seinstations en van een idyllisch oud stadje, tot in de kleinste kleinigheden minutieus afgewerkt, waaraan soms door heele onderdeelen werd gearbeid. Maar ook bij de inzendingen van enkelingen zijn er, die de moeite waard zijn. Vooral zij, die blijkens de aan de voorwerpen gehechte kaartjes schrijnwerker van beroep zijn, maakten kunstwerken. Anderen legden zich toe op figuurzagen en met succes. Een prachtige smeedijzeren tafellamp staat er naast een houten dito en beiden worden beschenen door een kamerlamp met uitgesneden hertenfiguren. Zelfs keurig-gekleede poppen en geborduurde kussens en kleedjes zijn op deze tentoonstelling te bezichtigen en het behoeft wel geen betoog, dat de dichters en de compo nisten rijkelijk zijn vertegenwoordigd. Het werk is in keurig gecalligrafeerde schriften vervat. Een liedje, gewijd aan een „Kleines meisje aus aem Niederland" trof ons daarbij bijzonder. rij gedaan wordt. In de dagvaarding werd D. ten laste gelged het strafbare feit gepleegd te hebben in den Rijn. Hierbij ontbrak het zinsdeel „zijnde een water, waarin de binnen visscher ij wordt uitgeoefend". Hoewel het aan D. ten laste ge legde bewezen werd verklaard, moest de Kan tonrechter verdachte op juridische gronden ontslaan van rechtsvervolging. Zonder het ont brekende zinsdeel was het riviervisscherij-regle ment niet toepasselijk. Dinsdagnacht is ingebroken in de Confectie fabriek der firma L. de V. in de Aleidisstraat te Rotterdam. Zeven coupons heerenstof ter waarde van on geveer duizend gulden werden gestolen. Vier koffers met handschoenen en dameskousen, die klaar gezet waren, hebben de inbrekers achter gelaten. Ook aan de fabriek van R. M., die in hetzelfde pand gevestigd is, heeft men een bezoek ge bracht. Twaalf tafelkleeden, 54 paar handschoe nen en negen dozijn paar heerensokken werden hier gestolen. De politie stelt een onderzoek in. Drie jongelieden van 18, 19 en 20 jaar. woon achtig te Loosdrecht, hadden zich, naar het A.N.P. meldt, voor de Utrechtsche rechtbang te verantwoorden ter zake van mishandeling. Het drietal had op het ijs een schaatsenrijder, die een insigne van de NSHA.P. droeg aange vallen en mishandeld. Alle drie bekenden het hun ten laste gelegde. Zij gaven toe, dat wat zij gedaan hadden, niet op zijn plaats was geweest. De aangevallene had zelf om clementie voor de jongemannen verzocht, omdat zij in onwetendheid hadden ge handeld. Geen van hen was ooit eerder met de Justitie in aanraking geweest. De officier van justitie eischte tegen ieder een maand gevangenisstraf. Mr. Ter Laan hield een uitvoerig pleidooi, waarin hij wees op het kwajongensachtige van dit voorval en herinnerde aan de clementie, welke de aangevallene had verzocht. Na in raadkamer te zijn geweest veroordeelde de rechtbank den 18-jarigen W. en den 20- jarigen K. tot veertien dagen gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. Zij kwamen derhalve meteen op vrije voeten. De 19-jarige K. werd veroordeeld tot 50 gulden boete subs. 14 dagen hechtenis. Uit Nice wordt, zoo meldt de Telegraaf, het overlijden bericht van den vroegeren Nederland- scnen grootindustrieel, den heer S. van den Bergh, destijds president-directeur van de N.V Van den Bergh's fabrieken en directeur van de Margarine-Unie. De heer Van den Bergh, geboren te Oss en in Nederland het laatst woonachtig op „De Wilt- zangh" te Wassenaar, bereikte den leeftijd van bijna 77 jaren. Hy is lid geweest van den Rotterdamschen gemeenteraad, van de Kamer van Koophandel aldaar, voorts van de Tweede Kamer en na 1909 van de Eerste Kamer Woensdag is te Maastricht aanbesteed het onderhoud der rivierwerken van de Maas van ae Belgische grens (by Eysden) tot kilometerraai 250 van de Bergsche Maas (b.d. Mond van de Donge) ged. 1941 in vier perceelen. Perceel 1: J. F. H. Bauman, Grave f 2148 Perceel 2: J. M. Dekkers, Papendrecht f 17.400. Hoogste inschrijver F. H. van der Pluym, Ros malen f 19.800. Perceel 3: Gebr. F. en Th. de Clerk, Werken dam f 156.735. Hoogste inschryver F. H. van der Pluym, Rosmalen f 340.000. Perceel 4: Gebr. P. en Th. de Klerk, Werken dam f 73.545. Hoogste inschryver J. van Loon, Werkendam f 97.500. Gecombineerde inschryving voor de perceelen 3 en 4 van de Gebr. P. en Th. de Klerk, Wer kendam met f 229.000. Te Rotterdam is aanbesteed het maken van een rioolgebouw met bekomende werken aan de Gooilandstraat in Rotterdam-Zuid. Ingeso- men waren vijftig biljetten. Laagste, N.V. Flat gebouw Duinrande te 's Gravenhage, voor f 60.700. De vorige week deed een inwoner van Hoeve laken bij de politie aangifte, dat uit zijn hok een varken was gestolen. De opsporing van het beest werd derhalve verzocht. Thans is gebleken, dat twee mannen uit Nij- kerkerveen het varken op den weg hadden zien loopen en het mee naar huis namen, waar het beest werd geslacht. Het vleesch is achterhaald en in beslag genomen. Tegen de daders is wegens diefstal en frau duleus slachten proces-verbaal opgemaakt. (Van onzen oorrespondent) Onder de cultuurschatten, die in Rotterdam verleren gingen, nam de prachtige verzameli.g oude boeken, kaarten en prenten van het Rot- terdamsch Leeskabinet een heel belangrijke plaats in. Het Leeskabinet werd in hei jaar 1853 gesticht en sindsdien door vele vrienden en belangstellenden, die o.a. de vereeniging „Vrien den van het Leeskabinet" vormden, met allerlei giften en schenkingen verrijkt. Het gebouw van het „Rotterdamsch Lees kabinet" stond aan de Gelderschekade, dus in het hartje van het oude Rotterdam. In de lees zaal had men een heel mooi overzicht van de oude havens. Maar het gebouw was ten zeerste verouderd en eigenlijk primitief ingericht. Men moest er trapje af, trapje op. En de verlichting liet veel te wenschen over. Daartegenover was de verzameling boeken bijzonder be.angrijk en ten aanzien van nieuwe uitgaven op elk ge bied was het „Rotterdamsch Leeskabinet" up to date. Het sloeg zich dan ook aardig door de voor cultureele instellingen moeilijke tijden heen. verbeterde, waar verbeterd kon worden en mocht zich aldus in een flink aantal leden verheu gen, waardoor de exploitatie over het algemeen loonend was. Door speciale tentoonstellingen ter gelegenheid van bijzondere gebeurtenissen bleef het leeskabinet ook de belangstelling van niet-leden trekken. Dan kwam uit de nogal stoffige kasten veel interessants te voorschijn. Vooral ten aanzien van de geschiedenis van Rotterdam en omgeving was het leeskabinet goed voorzien. Zijn verzameling oudere en nieu were kunst, meerendeels prenten en oude druk ken, mocht er in elk opzicht zijn. Ze is helaas vrijwel geheel verloren gegaan. Maar zooals het met de meeste instellingen op cultureel gebied in Rotterdam het geval was. men is niet bij de pakken neer gaan zitten. Gelukkig ondervond het bestuur de grootste medewerking van de Erasmus Stichting. Dezp stichting is een schepping van D. van Rijcke- vorsel, een Rotterdamsch geleerde, die zich een bekenden naam verworven heeft door zijn on derzoekingen op het gebied van het aardmag netisme. Het doel er van was, diens kunstver zameling intact te houden en ten bate van het gemeenebest aan te wenden. Ze werd onderge bracht in het paleisachtige huis van den ge leerde aan de Farklaan. De Erasmus Stichting stelde haar deuren open voor wat er van het „Rotterdamsch Leeskabi net"- was overgebleven. Nu had het bestuur direct allerlei schenkingen ontvangen en weten te verwerven. Bovendien hadden vele leden dik wijls kostbare boekwerken in leen gehad en in menig geval waren die aldus gered geworden. Men had dus spoedig een kleine verzameling bijeen en deze, aangevuld met de duizenden prachtige werken van dr. van Riickevorsel's boekerij, vormen thans een collectie, welke als uitgangspunt kan werden gebezigd voor het aanleggen van een nieuwe bibliotheek, die de oude, welke een der rijkste en belangrijkste van Nederland was, evenaren kan. Hierop is thans het streven van het bestuur gericht Wat de leden betreft, die zijn er in alle op zichten op vooruitgegaan. Hun leeszaal is een der fraaiste kamers van het huis, een kleine zaal, prachtig gemeubileerd en vol artistieke kostbaarheden. Op het meer practische gebruik gerichte verbouwingen, die de oude sfeer intact lieten, bieden een comfort, waarnaar men in het oude leeskabinet tevergeefs zocht. Reeds is men zoover, dat men een aparte kamer heeft kunnen inrichten voor hetgeen als cp oud-Rotterdam betrekking hebbend, bijeen kon worden gebracht. Het „Rotterdamsch Lees kabinet" heeft zich thans geschaard in de rü der Rotterdamsche instellingen, die er op uit zijn, kunst, cultuur en wetenschap in het nieuwe Rotterdam op een peil te brengen, nog hooger dan vroeger het geval was. Hand in hand met het streven naar een al- geheele wedergeboorte op geestelijk gebied gaat dat op zakelijk terrein. Dit is trouwens typisch Rotterdamsch. Heeft de winkelstand inmiddels getoond, er niet voor terug te schrikken, zijn laatste reserves in den nieuwbouw te steken, ook het grootbedrijf heeft zich aan het werk gezet, om wat verloren was te herstellen. Het beleid der kopstukken in de groote havenbedrijven wordt eveneens beheerscht door de gedachte, dat Rotterdam voorbestemd is, een uiterst belangrijke rbl te spelen in den op bouw van het nieuwe Europa en in de nieuwe economische ordening van het Europeesche vasteland, te oordeelen naar uitlatingen van de bestuurderen van Blauwhoedenverm-Vriesse- veem, het geweldige havenbedrijf, dat een be langrijk deel van de Rotterdamsche activiteit beheerscht. De N.V. was in Mei op zeven verschillend? punten gevestigd Van haar inrichtingen zyn gelukkig de voornaamste gespaard gebleven. Daartegenover werd het centrale kantoorgebouw verwoest. Aan de Rechter Maasoever gingen voorts peulvruchtendrogery en de koffiepellerij verloren en aan den Linker Maasoever verschil lende pakhuizen en loodsen. Door de verschil lende bedrijven, die door de N.V. in stand werden gehouden, o.a. een peulvruchtenreini- gingsbedriif, was de export van peulvruchten over zee in Rotterdam geconcentreerd. De N.V. bezat aan de Leuvehaven, dus vlakbij de oude binnenstad, enkele pakhuizen, die vooral als opslagplaatsen voor de kleinbedrijven gezocht waren. Het geweldige silo- en pakhuispand St. Job aan de Parkhaven, is gespaard gebleven. Het js nog steeds volledig in gebruik en wel voor het drogen van binnenlandsch graan, opdat dit beter bewaard kan blijven. Maar het 4500 M2 groote pakhuizencomplex aan de Rijnhaven N".Z. werd met den grond gelijk gemaakt, terwyl de voorraden van millioenen guldens verloren gin gen. Hier heeft men reeds een nieuwe loods ge bouwd, zij het dan op veel kleinere schaal. In het alg meen is men in staat geweest, de activiteit van het bedrijf hier en daar in an dere richtingen te stuwen. O.a. houdt men zich thans onledig met- de organisatie van het ver voer van goederen van en naar de Scandinaaf- sche landen. De gunstige vooruitzichten en de mog lykheden, die men verwacht, zoodra de zeeën weer vrii zijn, waren voor de leiders van het concern aanleiding plannen te teramen, om het verloren gegane op grootere schaal, dan het voorheen bestond, te herstellen. Aan h t architectenbureau J. J. Kanters werd op dracht gegeven een nieuw kantoorgebouw te ontwerpen. Dit zal verrijzen aan den St. Jobs- weg, in de buurt van het gebouw St. Job. Dit nieuwe kantoorgebouw zal blijkens mededeelin- gen van d? directie, een 150 tot 160 employé's kunnen herbergen, alsmede een moderne en brandvrije administratie. Intussehen zal een ge deelte van het kantoorgebouw aan den handel verhuurd worden. Er wordt bovendien een mon sterzaal ingericht, voor het uitzetten van vei lingmonsters. Wat de brandvrije administratie betreft, de kern hiervan wordt in stalen kasten opgebor gen, die dank zij een feilloos werkend" instal latie in haar geheel bij een druk op den knop in den grond verzinkt en dan in de brandvrije kluis terecht komt. Het kantoorgebouw moet een soort centrum worden voor het cps'.agbe- drijf. Het ligt gunstiger voor het bedrijf dan het oude op de Leuvehaven. Er tegen aan wor den de nieuwe peulvruchtendrogerij en koffie pellerij gebouwd. Het totale aan den St. Jobs- weg te bebouwen oppervlak bedraagt twee dui zend vierkante meters. Op het programma der directie staan verder een aantal loodsen en pakhuizen, ingericht voor alle soorten ladingen, welke in de Rotter damsche haven aankomen. Het bedrijf van Blaauwhoedenveem—Vriesseveem zal er in bij zondere mate door gemoderniseerd worden. De kosten worden voorloopig op twee millioen gul den geschat. Men heeft gemeend, in deze moeilyke dagen dit bedrag te kunnen foumeeren. zulks nadat gebleken was, dat ren groote medewerking viel te verwachten van B'auwhoedenveemVriesse veem te Amsterdam en relaties in andere lan den van Europa en zelfs in de Vereenigde Staten. Rotterdam zit waarlijk niet stil, in het groot noch in het klein Ingesteld is een commissie van bijstand voor het rijksmuseum KröUerMuller en zijn in die commissie benoemd tot lid en voorzitter ir. G. C. Bremer, rijksbouwmeester, te Wassenaar, tot lid en secretaris dr. D. Hannema, Directeur van het museirm Boymans, te Rotterdam, tot lid H. P. Bremmer, kunstcriticus, te 's-Graven- hage. Wederom is tydeiyk benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S. te Helmond: E. J. Ddkkers. Aan de R. H. B. S. te Velsen is tijdelijk be noemd tot leerares mej. A. E. Ruysch van Dugteren, wonende te Amsterdam. Aan C. van Dalen, ontvanger der directe belas tingen, invoerrechten en accijnzen ter inspectie der directe belastingen te Haarlem, is met in gang van 1 April 1941 op zijn verzoek eervol ontslag uit 's Rijks dienst verleend. Met ingang van 5 Februari 1941 is by het 'epartement van Financiën bevorderd tot ad junct-commies W. van Dop, thans schryver le niasse. Gerekend met ingang van 1 Januari 1941, is benoemd tot commies by het departement van Financiën mr. G. F. W. Hartung, thans werk zaam op arbeidsovereenkomst. Op het daartoe door hen gedane verzoek is eervol ontslag verleend uit den militairen dienst aan den reserve-kapitein D. A. W. He.iskes, van het wapen der genie, en aan de reserve eerste luitenants R. J. Boer en R. W. P. de Vries, beiden van het wapen der infanterie. Op Maandag 17 Februari a.s. hoopt de zeer- eerw. heer N. M. J. Crefcoeur, em. pastoor te Vught, zyn 91en verjaardag te vieren. Pastoor Crefcoeur mag zich nog steeds in een goede gezondheid verheugen en draagt nog iedenen morgen de H. Mis op in de kapel van het St. Elisabethsgesticht te Vught. Hij is de oudste priester van het Bossche diocees en een der oudste inwoners van Vught. Pastoor Crefcoeur is de eenig overgeblevene van den cours van 1862, de eenige van de pries ters, die op 30 Mei 1874 door Mgr. Diepen, coadjutor-bisschop van Mgr. Zwysen, in de kathedrale kerk van Sint Jan tot priester werd gewijd. Pastoor Crefcoeur werd 17 Februari 1850 in Den Bosch geboren. Nadruk verboden Niemand mocht er op zijn eiland komen, zouden de rose scheepjes vertrappen, het. Witte zand bederven door voetsporen na te Jaten en dat wilde die jongen niet. Toch had "ij altijd geweten, dat er iemand komen zou. •baar die zou daar niet rondloopen. Zij zou ziJn zooals de nimfen en meerminnen, maar biet heelemaal zoo onbereikbaar. Een meisje! Op een dag kwam ze in zijn droom. Hij zag haar gezicht niet. Zij sprak ook niet, maar „was" er. Het scheen hem zóó wonderlyk, i~at ik geen woorden kan vinden om het te beschrijven. Toen hij wakker werd, had hy tranen in de oogen, omdat hy wist, dat hij ziin heele leven eenzaam zou zijn, zoo het "reisje uit zijn droomen geen werkelykheid worden. Toen moest hij naar school, kreeg allerlei dingen om aan te denken, maar hij bleef zich hat meisje uit zijn droom herinneren, dacht Soms onder zijn studie ineens aan haar. Op of anderen nacht zou hy haar weer terug zien. Hy bad er werkelijk om; bad innig in adem- gefluister, dat zy toch nog eens zou ko men. t Werd morgen en hy had haar niet ge zien. Hij kon haar niet vergeten en als de andere jongens leelijke streken uithaalden, kon hij ei niet aan meedoen, omdat hij aan haar dacht. Destijds had hij een boezemvriend, maar zelfs hem kon hij niets over zijn eiland vertellen. Hij werd een groote kerel, een als ieder an der. Zooals hij zijn er duizenden, maar ze zijn waarschijnlijk minder eenzaam. Zelfs toen hij achttien en negentien was, vergat hij het meisje van zijn droomen niet. Hij had haar gezicht niet eens gezien, maar hij noemde haar bij een onnoozel bijnaampje: „Jill,'' om dat zijn eigen naam „Jack" was. En omdat hij haar op het dageraadseiland het eerst ge zien had, hield hij vel van den zonsopgang. In de nare, spookachtige morgenschemerin gen in Frankrijk, als de bleeke, ongeschoren gezichten elkaar aanstaarden, niet wetend of ze dood waren, droomden of dat het werke lijkheid was, trachtte die jongen soms weg te komen, om stil naar de lucht te kunnen ky- ken en te hopen, dat hy niet gedood zoil wor den, vóór hij het meisje zijner droomen zag. Wel, hij bleef leven en zag haar ten laatste. Hij kwam haar in de straten tegen en zag voor het eerst haar gezichtje. Daarna zag hy het alle dagen. Heel gauw begreep hij, dat zij het meisje was, waar hij op gewacht had, of schoon zij hem niet eens zag of opmerkte. Hij was er heel zeker van, omdat hij voelde, dat zij de eenige was, die zijn eenzaamheid zou kunnen verjagen, ook al was zyn beste vriend gestorven. Hij meende, dat zij bestemd waren, om elkanders vriend te zyn (hy en zij), omdat hij zich zoo gelukkig voelde als hij haar zag. Dat zij elkaar nog niet gesproken hadden, was niet het minste bezwaar. Maar eindelijk moest hij spreken. Hij deed het vanmorgen. Hier sloeg ik het zesde, versch beschreven velletje om. Mijn hemel! Wat een epistel! Zou een meisje zooiets begrijpen, peinsde ik. Ik klemde mijn oude pijp tusschen de tan den, want nu ging het er op aankomen. Vreemd, ik was er absoluut van overtuigd, dat hier, na vier jaren oorlog en wat daarbij komt, de eigen lijke strijd van mijn leven gekomen was. Een strijd tusschen mij en allerlei onbeduidendhe den, die mij beletten, kennis met dat meisje te maken. M'n kleine dame, u weet, wat er gebeurde. Ik sprak en u dacht, dat ik me wat „al te vrij" aanstelde. Als u tot hiertoe dezen onzin gelezen heeft, zult u wel weten, hoe ik eigen lijk over u dacht. Een ideaal, dat verwezen lijkt, een droom, die werkelijkheid geworden is. Ik was lomp. Ik was ten einde raad en maakte een verkeerd begin. Kunt u het mij vergeven? Zou ik opnieuw mogen beg'nnen? Heeft u broers, die ik zou kunnen leeren kennen? Of bloedverwanten, die hun „veto" over mij zouden kunnen uitspreken, om het zoo maar eens uit te drukken, en er over zou den kunnen beslissen, of ik het soort man ben, waarmee u zou mogen kennis maken? Zou ik eerst 'n poosje omgang met hen mogen hebben in myn proeftyd? Ik wil niet „bluffen", maar ik zou toch graag dit willen zeggen uw vrienden mogen ge rust naar mij informeeren èn wat betreft myn betrekking (ik zal het adres geven) èn wat betreft myn diensttyd. Myn escadron- commandant (ik noemde zyn naam) zal al- tyd een goed woord voor me doen, dat weet ik. Ik vraag enkel een kans, om u te ontmoe ten. Ik kan u niet voorbij laten gaan en stom en hulpeloos blijven wachten, tot u uit mijn gezichtskring, uit mijn leven verdwijnt. Geef me alstublieft een klein beetje hoop. Als u mij den eersten keer, dat we elkaar weer tegenkomen, aan zult kijken, maar voor een ondeelbaar oogenblik, zal ik dat als een teeken beschouwen, dat u mij die ééne kans wilt ge ven, dat en ook niets meer. Het zou alles voor me beteekenen, want ik ben de uwe JACK SMITH Toen staarde ik op den stapel papier, dien ik beschreven had. Maar ik was nog niet van plan, hem over te lezen. Ik wist wat ér in stond. Heel mijn hart. Grappig, dat het allemaal zoo natuurlijk leek op dat oogenblik! Geen vèrgezochte of zelfs té idiote sentimentaliteit. Het leek de doodeenvou digste oplossing. Ik zou den brief in een enve loppe steken en met een ouderwetsch stempel van moeder dichtlakken. Dan zou ik hem 's mor gens aan het jongetje van de hospita geven, 't Is een geschikt kereltje, een padvinder, gek op soldaatje spelen en dat steeds mijn oppasser wil zijn. Ik dacht tegen hem te zeggen: „Stanley, zoo gauw als ik uitga, moet je klaar zijn, om een echt verkennerswerk te doen. Je moet me op twintig passen afstand volgen. Wanneer ik een jonge dame met een paarsen hoed op voor- by ga, zal ik je met mijn wandelstok een teeken geven. Als je vlak bij haar bent, moet je stil staan en haar de enveloppe overhandigen." Ik was er volkomen zeker van, dat alles goed zou gaan. Zij zou den brief lezen en begrijpen, zou mij mijn kans geven. Het „kon" niet anders gaan. Ik was overgelukkig, opnieuw vul de de rooskleurige nevel mijn kamer, vervaagde alles, behalve een blij-lieflijken droom van haar en mij samen Vreemd, dat men zich zoo kan laten gaan en opstijgen tot den hemel weet welke hoogte. Dan plotseling vlugger dan een vliegtuig neer storten kan ploft men met een schok weer in het dagelijksche leven terug, om te besef fen, dat men in het paradijs van een dwaas heeft rondgedoold en dat de dingen, die zoo heel natuurlijk leken, absoluut onmogelijk zijn Een kleinigheid kan er de oorzaak van zijn. In mijn geval was het al een heel nietig ding. dat me deed neertuimelen. Enkel een tik op de deur. Opspringend riep ik: „Binnen!'' HOOFDSTUK IV DE JONGEN VERTELT De man, die binnenkwam, was die snuiter van het kantoor, waarvan ik je verteld heb, dat hij zoo goed met meisjes overweg kon. Grantham heet hij, bijgenaamd „Slim." Hy is een lang- beenige, levendige kerel van het vroolijke soort Met zijn altyd prettig lachend gezicht kwam hij binnen en vroeg me: „Zeg, ouwe jongen, heb je een briefje van tien voor me te leen tot mor gen? Ik ging uit en kwam tot de ontdekking, dat ik geen cent op zak heb en ik moet een taxi hebben. Ik ga met een meisje dansen." Onder zijn wyde, tamelijk korte, met een leeren riem vastgegespte soldatenjas droeg hij zijn avondkleeren. Hij is het soort kerel, dat van zijn kleeding werk moet maken. Wat me zelf betreft, is dat niet de moeite waard om er zich over te bekommeren. Maar je zou je ook geen twee lui kunnen voorstellen, die zoo wei nig op elkaar lijken als Grantham en ik. We verschillen evenveel in ons doen en laten als kryt van kaas, werkelyk. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 3