ONDER GODS TROUWE HOEDE Betaling van de loonbelasting Belangen en plichten van boer en arbeider OORLOGSSaUDE inspanning van geheele volk het Moordaanslag gepleegd op zijn dochter ZATERDAG 1 MAART 1941 Eerste Zondag van de Vasten Restaurant DORRIUS Acht jaar tegen dader geëischt Jongelui uit de stad in het landbouwbedrijf DUITSCH LANDGERECHT Voor Winterhulp Nederland LEES DAN i het boeiende, heldere hoopgevende boek HET EltiDE DER TIJDEN Eatiliteiten voor aangeslagenen inkomstenbelasting 1940/1941 Zandvoortsche commissaris van politic Naar Hilversum gedetacheerd 200 GOUDEN TIENTJES GESTOLEN Benoemingen Spoorwegraad WAT DOET GE LIEVER? N.V. Bouwkas „ROHYP", A'dam-C., Spuistr. 219-221 RECHTSZAKEN Van valsche aanklacht vrijgesproken Valsche verklaring uit medelijden! Naar verboden zender geluisterd Stadsjongelui op den akker Veelevering en prijsverschil ONDERLINGE VERZEKERING maatschappij f 850.000.000 f 175.000.000 Halfjaarl. Schade-uitkeering AFLEVERING VOGELZAAD UIT DE STAATSCOURANT Burgemeester Onderwijs N otariaat N. Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam. PLATS OU JOUR EN LA CARTE Het verblindend-witte licht van den Verre zen Christus, die als Overwinnaar der duister nissen heerlijker en stralender opstond uit de donkerte van het graf, schijnt ook in dezen tijd van inkeer en boete, waarin wij ons op het vreugdevolle Paaschfeest voorbereiden. De Vasten is een tijd van ernst, maar het te geen tijd van vreugdeloosheid. Ook al tem pert de Kerk Haar vreugde, de heerlijke waar heid van Christus' Verrijzenis staat Haar steeds voor den geest als een blijvende steun en een sterkte in den strijd. Wanneer wij in boete en enthouding inkeeren tot ons zelf, dan is dit, opdat wij met Christus lijdende ook met Chris tus zullen verrijzen en zoo onze vréugde meer volkomen zij. Maar die ernst moet gepaard gaan met een kinderlijk Godsvertrouwen. De H. Kerk die ons op Aschwoensdag reeds liet bidden dat wij dezen tijd zouden aanvaarden ..congrua pietate", met passende kinderliefde", legt ons dezen Zondag in de wisselende ge zangen den negentigsten psalm in den mond als een leefregel voor den geheelen Vastentijd, op dat wij ons toch vooral bewust zouden worden van de voortdurende bezorgdheid van onzen Hemelschen Vader, Wiens trouw ons altijd be schermt tegen alle kwaad. »,Wie onder de schutse' van den Allerhoogste woont, zal verwij.Ien onder de bescherming van den God öes Hemels." Deze psalm is by uitnemendheid de Psalm van het vertrouwen op God te midden Van den strüd en van de beproeving. In adjutorio Altissimi: onder de schutse van den Allerhoogste. Dat vertrouwen op God moet ons vooral vervullen lb deze Vasten in oorlogstyd, welke voor velen misschien de groote Vasten van hun leven zal be kekenen. Juist nu de dagen donker zijn en de hood groot, nu de onzekerheid over de toe komst aanzit als een sombere gezel by onzen maaltijd, moeten wij in grooter vertrouwen heengaan naar Onzen Vader, die voor alles zor gen zal. „Nu is het de gunstige tijd, nu is het de dag des heils" (Epistel). Bij alle onzekerheden is Gods liefde de eeni- Se zekerheid; tegenover de wisselvalligheid en bedrieglijkheid der menschen blijft Hij het onwankelbare steunpunt, de eenig Waarachtige. De schaduw van den oorlog is gekomen over ons dierbaar Vaderland. Maar wij zouden ver keerd doen als wy daarin niet tevens zagen oen H. Wil Gods die ons daardoor behoedde Voor veel oppervlakkigheid, voor te groot egoïs me en ons bracht tot ernst en ink»er. Die in keer zaï ons ieerenj dat het duister dat ons omgeeft dikwijls niets anders is dan de scha duw van den wiekslag van Gods bescherming •■Met zyn wieken zal H ij u over schaduwen, en onder Zyn vleuge len vindt gij een schuilplaats." Ook Christus, ons levend voorbeeld in alle omstandigheden van het leven, werd „door den Geest naar de woestyn ge leid, om door den duivel bekoord te worden." Wanneer wij thans leven in een woestijn van liefdeloosheid, zorgen en leed, dan weten wij toch, dat wy zelfs daar sterk kunnen zyn in Gods kracht, om te midden van alle zorgen de zaligheid te belijden van allen „die hongeren en dorsten naar de rechtvaardigheid." „Waat niet van brood al leen leeft de mensch, maar van alle woord, dat voortkomt uit den mond van God." Alle aardsche bezit, de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid wegen niet op te gen de vreugde die God heeft bereid voor allen die Hem liefhebben en zich buigen voor het gebod: „Gij zult den Heer uw God aanbidden en Hem alleen dienen." De opvattingen van den Christen ko men vaak in strijd met de opvattingen der wereld, omdat de Christen zich steeds weet in de hoede van Gods zorgende liefde. Ook in bitterste armoede is Gods liefde zyn rijkdom; zij is zijn vreugde in de beproe vingen „Als treurenden, toch steeds verheugd; Als armen, en velen maken wy rijk; Als bezitloozen, toch bezitten wij alles." (Epistel). Wij weten, dat ons leven „met Christus ver borgen is in God." Deze overtuiging maakt onze ziel onoverwinbaar. Dat is de kostbare parel, „waarvoor men het al met winst ver liest"; dat is de blijdschap, die niemand ons kan ontnemen. Omdat wy met Christus ons veilig weten in Gods armen, mogen wij bidden: „Gy z ij t myn beschermer en mijn toevlucht, mijn God, op wien ik vertrouw." En Gods antwoord daarop luidt: „Omdat hy op Mij heeft vertrouwd, zal Ik hem redden, Ik zal hem beschermen, omdat hy Myn Naam heeft gekend" Alle moeilijkheden en gevaren, tegenslagen en beproeving, alle aanvallen van den duivel en van de wereld, alle vurige pijlen van onzen vijand stuiten af op het ondoordringbaar schild van Gods trouw. „Als met een schild zal Zijn trouw u o m g e v e n." Zoo kunnen de beproevingen van den tyd ons, wanneer wy sterk staan in Gods trouw, slechts dichter brengen bij God, die de wegen der menschen leidt en de wereld houdt in den palm van Zyn hand. K. e9rijpt ge het Evangelie over het Einde der Tijden wel? enJ ge de volgorde der teekenen Ie aan het Einde voorafgaan? ffe weten wat de Bijbel leert °ver de persoon van den Antichrist? Pe. soms door oncontroleerbare Profetieën van den wijs gebracht1 wilt ge ook den zin van dezen tijd begrijpen door JEAN DU PLESSIS wet een voorwoord van H. de Greeve, pr. 'ng. f 3.40 groot formaat geb. f 4.45 verkrijgbaar bij den boekhandel en bij UITGEVERIJ DE TOORTS HEEMSTEDE In j 14 p„K„e Nederlandsche Staatscourant van voerin^h^riu1941 is °Pgenomen de vijfde uit- de secreten ng loonbelasting 1940, waarin Biuanciën r]S~generaal van het departement van van het b«n,^°r d® uitvoerin2 van artikel 42 hike voor.sr'hnft °P de loonbelasting noodzake- 10 deTvtSl heeft geseven. degene, die i* ten ls vooreerst bepaald.dat lasting over het n^fiSlasen 'n °*e inkomstenbe- tend terzake van i ÜngJaar 1940/41 uitslui ten arbeid en diP ti nstbetrekking verrich- komsten geniet, welke* ans voor 1 Mei 1941 in- onderworpen, op 2ijn a"lc*>nbelasting zijn krijgt over vier maanden it 6611 ontheffing dus voor zoodanige aangebannen" eel een derde gedeelte van den t*? dfn/e' gen. aanslag bedra- hr^Ie,ne' daarentegen behalve voor on rengst van m dienstbetrekking verrichten a?- eesinr» Vens n0g V00r andere opbrengst is aan- onthftrt' Verkr'igt een geringere ontheffing De Bij het vorenstaande wordt opgemerkt, dat janspraak op ontheffing ook bestaat, indien «et thans genoten loon zoo gering is, dat hier op geen loonbelasting wordt ingehouden. Het Verzoek om ontheffing kan worden gesteld op de z.g. werknemersverklaring, welke de werkne mer Ingevolge artikel 11, 2e lid, van het be sluit op de loonbelasting bij zyn werkgever in levert en welke de werkgever verplicht is aan den inspecteur door te zenden. De meeste werk nemers zullen mitsdien reeds hun verzoek om ontheffing bij de invulling van de werknemers- verklaring hebben gedaan. Indien zulks niet het geval is kan het verzoek alsnog bij af zonderlijken brief worden gedaan. Uiteraard zal net met mogelijk zyn, dat de inspecteurs in korten tijd op het zeer groote aantal verzoeken om ontheffing beschikken. Teneinde te voorkomen, dat de aangeslagenen daardoor in moeilijkheden komen, heeft de se- cr<Havis-generaal van het departement van Fi nanciën den ontvangers medegedeeld, dat de Aangeslagenen. die een verzoek om ontheffing ®bben ingediend, moeten geacht worden voor nal d!rrde van hun aanslag in de belastingen het inkomen uitstel van betaling te heb ben ontvangen, totdat op hun verzoek is be slist. Personen wier aanslag voor een belangrijk gedeelte betrekking heeft op andere inkomsten dan die uit een dienstbetrekking, wordt echter in hun eigen belang aangeraden meer dan tweederde gedeelte van hun aanslag te vol doen, aangezien de aan hen te verleenen ont heffing, zooals uit het .vorenstaande volgt, min der dan een derde zal bedragen. Ten overvloede wordt hierbij opgemerkt, dat, indien te veel ls betaald, natuurlijk aanspraak op teruggaaf be staat. De aangeslagenen, die een verzoek om ont heffing hebben ingeleverd, behoeven de» ont vanger niet om uitstel voor een derde gedeelte te verzoeken. De ontvangers Verkrijgen een op gaaf van deze aangeslagenen van den inspec teur. Nog door een anderen maatregel is den per sonen, die aan de loonbelasting zijn onderwor pen en nog een aanslag in de inkomstenbe lasting over het belastingjaar 1940/41 geheel of gedeeltelijk moeten betalen, een tegemoetko ming verleend. De secretaris-generaal van het departe ment van Financiën heeft den ontvangers medegedeeld, dat aan de aangeslagenen, die op de vermelde wijze een verzoek om ont heffing hebben gedaan, ten minste acht termijnen voor de betaling van den aanslag worden toegekend. Zoodoende vervalt om een voorbeeld te noemen van een aanslag, welke in November 1940 is gedag- teekend, de laatste termijn niet 30 April 1941, doch eerst op 31 Juli 1941. Totdat op het verzoek om ontheffing is beslist, ver valt dus iedere maand een achtste gedeelte van twee derde van den aanslag. In Empe (gemeente Brummen) heeft in den avond van 10 October JJ. de 49-jarige fabrieks arbeider G. J. Z., een moordaanslag gepleegd op zyn dochter. Het meisje had reeds lang verkeering met een jongen uit de buurt, zeer tegen den zin van haar vader. Er was herhaaldelyk oneemgneid geweest over deze vrijage en de ruzie liep zoo hoog, dat het meisje besloot de ouderlijke wo ning te verlaten. Op den bewusten avond had zij aan de politie gevraagd, om 7 uur aan het huis te komen, opdat zU on<Jer toezicht haar eigendommen kon meenemen. Om 6 uur was alles al ingepakt en daar alles thuis rustig was verloopen, wachtte zy de komst van de politie niet af. Bij haar vertrek riep de vader haar na, dat moeder haar* nog even wilde spreken. Nauwelijks in de woning terug gekeerd, loste de vader op nog geen twee meter afstand een revolverschot op haar, waarbij de kogel rakelings langs het meisje vloog. Door wild heen en weer te loopen, voorkwam de docn- ter dat de vader goed kon richten: Het gelukte haar buiben de deur te komen, doch ze was nauwelijks buiten of opnieuw floot een kogel vlak langs de dochter heen. Op haar vlucht kwam het meisje in een sloot terecht. De vader sprong haar na en sloeg haar met de revolver, waarin blijkbaar geen patronen meer zaten, op het hoofd. Zoodat zij bloedend werd gewond De politie, die inmiddels ter plaatse was ge komen, arresteerde den vader die intussc'nen nog een buurman had bedreigd en sloot hem in. Eenige weken geleden werd de vader door den kantonrechter te Zutphen veroordeeld tot 14 dagen gevangenisstraf wegens het in zijn bezit hebben van een vuurwapen. Vrijdag stond hij wegens poging tot doodslag voor de rechtbank terecht. Hy zeide, dat hy veel spijt had van het gebeurde. Op een vraag van den rechter, ontkende hij, dat hy van te voren het plan had gekoesterd, zijn dochter te dooden. Als getuigen werden de dochter en de buur man A. Lammers gehoord. Lammere, die ge tuige was van het drama, vertelde, dat de da der een bijzondere man was. De Offiicier van Justitie, mr. Des Tombe, achtte de poging tot moord bewezen. Hij wenschte niet in te gaan op de tydsomstandig- heden, daar deze een ander licht op de /.aak geven. Hij vond de daad meer dan beestachtig. Hoe wel de dader in het rapport minder toereke ningsvatbaar wordt verklaard, achtte de officier wel termen aanwezig voor een strenge straf. Hij eischte acht,jaar gevangenisstraf met ter be schikkingstelling van de regeering. Als verdediger was mr. James, uit Apeldoorn, aan verdachte toegevoegd. Deze drong oo een lichtere straf aan. Uitspraak 14 Maart. By besluit van den Secretaris-Generaal van het departement van Justitie is bepaald, dat de commissaris van politie te Zandvoort, te vens commissaris van Rijkspolitie, mr. P. L. J Reyinga, met ingang van heden te Hilversum is gedetacheerd om aldaar de functie van com missaris van politie waar te nemen. Naar men ons uit Zandvoort nader schrijft, zal bovenstaand bericht in de badplaats gedeel telijk de vrees wegnemen dat de commissaris, die aldaar zeer gezien is, voor goed zou vertrek ken. Mr. Reyinga heeft in de weinige jaren, dat hy te Zandvoort is, diverse blijken van groo te bekwaamheid gegeven. Hij wist o.a. bij de groote gebeurtenissen in den zomer het ver keer steeds zoo te leiden dat alles een vlot verloop had. Waarnemend commissaris van politie is in specteur Vreman. Een bewoner van de Phoenixstraat te Delft heeft by de politie aangifte gedaan van dief stal van 200 gouden tientjes uit zyn woning. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat deze diefstal is gepleegd door een dienstbode, die thans verdwenen is. In verband hiermede verzoekt de Commis saris van Politie aldaar opsporing en aanhou ding van mej. J. C. de Vrijer, oud 33 jaar en wonende te De'.ft, als verdacht van diefstal. Naar wy vernemen, zyn in de plaats van de heeren E. Enthoven te Baarn en I. J. Span jaard Dzn. te Hengelo, wien op hun verzoen eervol ontslag werd verleend, tot 1 Juni 1942 benoemd tot leden van den Spoorwegraad de heer A. Ledeboer te Almelo, lid van de afd. Grootbedrijf van de K. v. K. en F. voor Twente, en de heer C. D. van Vliet, voorzitter van den Alg. Bond van Forensen te Bussum, tot dus verre plaatsvervangend lid. De dagelijksche besturen der drie centrale landbouw-organisaties zijn 25 Februari j.l. in vergadering bijeen gekomen, waarbij voor de eerste maal de drie landarbeïdersbonden waren vertegenwoordigd. De voorzitter, de heer H. D Louwes uit Uirum. hield een toespraak, waarin hy zeide, dat de samenwerking er een van geleidelijke ontwikkeling is en dat daarin haar sterkte ligt. Zij is verkregen door niets te forceeren en daarin ligt dan ook de zekerheid, dat zij den storm dezer tijden zal kunnen doorstaan en dat zij voor verderen uitbouw vatbaar is. De organisatorische ontmoeting van landbouwers en landarbeiders was er tot voor kort een van loonoverleg, met het on miskenbare element van belangentegen stelling. 4 Zonder nu voor heden en toekomst dit element te willen verdoezelen, kan worden vastgesteld, aldus spr., dat eensdeels dit element zijn strijdkarakter gaat verliezen terwijl anderzijds organen ter beschikking staan, om bij de loonbepaling het machts begrip meer en meer te vervangen door dat der sociale gerechtigheid Daardoor is een sfeer geschapen, waarin het agrarisch volksdeel en de agrarische vraag stukken niet meer gezien worden in het licht van een belangentegenstelling tusschen werk gevers en werknemers, maar in de eerste plaats als een ondeelbaar geheel, waarin de belangen en d«^ plichten van boer en arbeider eng ver bonden zijn binnen het raam van het volk. De eerste stap op dezen ontwikkelingsweg werd volgens spr. gezet toen in den herfst van 1930 in den nood der uitgebroken landbouw crisis de organisaties samen gingen overleggen, hoe dezen nood te lenigen. Dit overleg bleef een incidenteel karakter behouden totdat in het voorjaar van 1940 besloten werd tot een ir.eer geregelde samenwerking, welke in de sociale sectie van het Ned. Landbouw Secre tariaat tot werkelijkheid werd. Hier bleek, dat zich zeer vele punten voor deden, waarover vruchtbaar overleg moge lijk was, en daarom werd overeengekomen dat de samenwerking met de landarbeiders- bonden voortaan niet meer uitsluitend zou plaats vinden in de sociale sectie van het Ned. Landbouw Secretariaat, maar dat er voortaan een geregeld overleg zou plaats hebben in den top zeiven, dta dus de gere geld gehouden vergaderingen van de drie C. L. O. en den N. P. F. voortaan voor het overleg omtrent de gemeenschappelijke belangen zouden worden aangevuld met vertegenwoordigers der drie landarbeiders bonden. Hierna werd overgegaan tot de behandeling van de agenda. Besproken wero de vraag of- het mogelyk is, een lichaam in het leven te roepen dat als afzetorganisatie kan optreden voor landbouwproducten, bijv. ten aanzien van consumptieaardappelen. Mede in verband met de positie van den handel moet het nood zakelijk worden geacht, dat onder leiding van de drie C. L. O. de oprichting van dergelijke lichamen wordt voorbereid. Besloten werd, dit Duur wonen in een huurhuis en Uw leven lang huur betalen? of Goedkoop wonen in een eigen huis en toch in 20 jaar het huis geheel afbetalen? Hooge Hypotheek-rente betalen of het rente-bedrag gebruiken om Uw schuld af te lossen? Vraagt inlichtingen bij de Het A.N.P. meldt: Voor het Duitsche iandgerecht heeft Vrijdag terecht gestaan de slager D. uit Velp, die in beroep was gekomen omdat hem naar zyn ver klaring ten onrechte een geldboete van f 10 was opgelegd wegens beleediging van de Duitsche weermacht. Toen op Zaterdag 11 Mei van het vorig jaar Nederlandsche krijgsgevangenen door Duitsche soldaten door Velp werden geleid, heeft de sla ger door zijn knecht M. aan de Nederlandsche militairen worst laten uitdeelen. Toen de knecht hem vroeg, of hij ook worst aan de Duitschers mocht geven, zou beklaagde gezegd hebben: „Dat is goed, maar dan moet je de worst eerst vergiftigen". Althans zoo luidde de aanklacht van den knecht tegen zyn p>atroon, welke aan klacht bij de politie door een vroegeren knecht als getuige werd ondersteund. De behandeling voor het Landgerecht stelde deze zaak echter in een geheel ander daglicht. Beklaagde ontkende ten stelligste, de hem ten laste gelegde woorden te hebben gebezigd, en zeide, dat het hier een wraakneming betrof van den knecht M. dien hij eind Juni wegens her haalde fraude heeft ontslagen en die deswege is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevan genisstraf van vier maanden en tot een geld boete. De knecht M„ als getuige gehoord, gaf dit laatste toe en eveneens, dat het van zyn kant wel eenigszins een wraakneming was. Hij bleef echter volhouden, dat beklaagde de gewraakte woorden wel degelijk gebezigd had, zooals de vroegere knecht P. bij de politie had verklaard. Maar toen kwam deze P. ais getuige naar voren en liet de verbijsterende mededeeling hooren, dat hy dien dag in het geheel niet in den winkel van beklaagde was geweest en dat zijn verklaring bij de jpolitie gelogen was. Hij had medelijden gehad met M. over het ontslag en op verzoek van M. had hij zich bereid verklaard, een valsche getuigenis af te leggen. Deze woorden ontlokten nechter Joppich woorden van afkeuring en de vraag, hoe de getuige toch tot zoo'n lage daad kon komen. Getuige zeide, dat hij zijn medewerking ge heel uit medelijden met M. had toegezegd, ten einde den slager op deze wijze te nop>en, M. toch zijn werkgeld door te betalen. Toen dit met een bedreiging met een aanklacht niet gelukte, is de aanklacht gevolgd, waarbij hij zijn valsche verklaring heeft afgelegd. Bij de politie had hij dit niet zoo erg gevonden, maar nu hij een eed zou moeten afleggen, wilde hij zijn geweten niet bezwaren. Niettegenstaande deze thans eerlijke getuige nis bleef de ontslagen knecht M. volhouden, dat P. wèl in- den winkel was en de uitlating van den slager eveneens gehoord had. Overeenkomstig den eisch van den Staatsan- walt heeft daarop de rechter den slager vrij gesproken, aangezien het hier een wraakneming betreft, terwijl de slagersknecht bovendien schuldig is aan uitlokking tot meineed. De rechter noemde het ongelooflijk, wat hier is gebeurd. Wat M. heeft gedaan, is in hooge mate ergerlijk en afkeurenswaardig, terwijl P., die zich lichtzinnig bereid heeft verklaard, er töe mede te werken, dat iemand onschuldig zou worden veroordeeld, eveneens een zeer te mis prijzen lage handeling heeft verricht. Volgens het A.N.P. zal de Staatsanwalt, die aanvankelijk onmiddellijke gevangenneming van M. had willen vragen, dit geval aan de Neder landsche Justitie voorleggen ter vervolging we gens het uitlokken tot meineed. Vervolgens stond terecht het echtpaar Van H. uit Zwolle, dat een zaak in radio-artikelen drijft. Aan den man was ten laste gelegd, dat hy herhaaldelyk naar den Engelschen zender had geluisterd en daarover met anderen had gesproken, en aan zijn echtgenoote, dat zij had meegeluisterd. Voor het hooren van eenige getuigen werd de zaak van den man uitgesteld. Tegen de vrouw, die bekende, dat zy wel eens had geluisterd, als zij toevallig in de kamer was doch zei, nooit zelf de radio te hebben aan gezet, vorderde de Staatsanwalt vier maanden gevangenisstraf niet aftrek van het voorarrest, dat drie maanden en tien dagen heeft geduurd. De rechter verminderde de straf tot drie maanden en twee weken, omdat het hier niet zoo'n ernstig geval betrof. In het algemeen voegde hy aan zijn vonnis de opmerking toe. dat het nu eindelijk uit moest zijn met het luisteren naar verboden zenders. Iedereen weet, dat het verbod een onderdeel is van de oorlogs maatregelen en dat overtreding daarvan niet straffeloos kan worden toegelaten. De rechter gaf daarom nogmaals de waarschuwing, dat ieder, die zich aan dit verbod niet stoort, zich aan strenge straffen blootstelt. punt te bespreken met den directeur-generaal van de voedselvoorziening. Van gedachten werd gewisseld met betrek king tot de plaatsing van stedelijke jongelui van beiderlei kunne in het landbouwbedrijf. Besloten werd, in samenwerking met de samenwerkende boerinnenbonden een com missie van voorbereiding in te stellen met het doel een schema te ontwerpen van de eischen, waaraan deze jongelieden moeten voldoen om voor plaatsing in aanmerking te komen. Het is voorts de bedoeling om de plaatsing op te dragen aan provinciale in stanties n overleg met het departement van Sociale Zaken. De aandacht wordt er op gevestigd, dat door den onder de directie van den landbouw ressor- teerenden dienst der kiene boerenbedrijven zeer nuttig werk is verricht ten behoeve van ucze categorie van bedrijven, waartoe behoorde het. organiseeren van cursussen, mede onder leiding van bedrijfsconsulenten. Naar het schijnt wordt met dit bij uitstek sociale werk niet voortgegaan. Besloten werd, deze aangelegenheid te bespreken met den directeur-generaal van den landbouw. Bij de kwestie betreffende de veelevering werd bet volgende naar voren gebracht. Bij doorverkoop van het geclassificeerde vee zijn binnen de classificatie niet onbe langrijke prijsverschillen mogelyk. Naar werd medegedeeld, zijn niet overal de meest geschikte personen met doorverkoop belast. Besloten werd, stappen tc doen, opdat de georganiseerde landbouw de gelegenheid krijgt, advies uit te brengen over de samen stelling der commissies. Aangezien het verbouwen van brouwgerst bij zondere eischen stelt aan raszuiverheid van het zaaizaad, rassenkeuze, drogen en afdorschen van het gewas, is het noodzakelijk, dat er een zeker prijsverschil bestaat tusschen gewone gerst en brouwgerst. Thans bedraagt dit verschil slechts 1 C.50 per 100 K-G- Besloten werd, dit punt te bespreken met den GEVESTIGD T£ IEtEEOON S-GSAVENHAGE 11-3041 Afd. A. Woningen, inboedels, enz. tot 50.000.— Verzekerd voor ruim: Afd. B. Andere risico's tot 1.000.000. Verzekerd voor ruim: Verzekert U voor de volledige kosten van herbouw of nieuwaanschaf in aansluiting op de Rijksbijdrage. Alle schaden over het vorig halfjaar (Afd. A.) werden in Januari volledig uitgekeerd, zonder eenige na-heffing. Afdeeling CASCO-verzekering Als klasse III van afd. D. is ingesteld een molestverzekerlng voor casco's van binnen vaartuigen, ook voor de vaart buiten Ne derland. Admin.-adres voor deze afdeeling: Fa. Gebr. v. Buren, Minervahuis, Meent 106, tel. 34572, R'dam. Wendt U tot Uw Assurantiebezorger! directeur-generaal van de voedselvoorziening Als gevolg van het bijzondere karakter -an de veehouderij in Zeeland, welke veel meer dan in de andere provincies op de mesterjj is gericht worden normaal practisch alle kalveren, welke in die provincie worden geboren, aangehouden. Thans is echter door de voorschriften, gesteld aan het aanhouden van stieren, deze aanfok ge halveerd, zeer tot schade van de vleeschproduc- tie Aangezien door middel van het afsluiten van mestcontracten kan worden zorggedragen, dat de ongekeurde stieren niet voor den dekdienst worden gebruikt, werd besloten, te bevcegder plaatse er op aan te dringen, den aanfok van stierkaiveren in die provincie vrij te laten. In een Dondeulagavona gehouden radio-rede beeft mr. M. M. Rost van Tonningen het werk van Winterhulp Nederland besproken en daar bij volgens het A.N.P. o.a. gezegd, dat wie zelf uit eigen aanschouwing in de lange jaren van verarming, die achter ons liggen, den nood van ons eigen volk kent, weet, dat hiertegen alleen een eensgezinde inspanning van het heele volk baat. en het vanzelf spreekt, dat alleen organisatie van den nationalen arbeid op den grondslag van het beginsel, dat in de eerste plaats de behoeften van het eigen volk moeten warden gedekt, op den duur in dezen toestand afdoende verbetering kan aanbrengen. Degenen echter, die onder hoogen nood ge bukt zijn, de 250.000 families, die in dezen tijd door barren nood getroffen zijn, kunnen niet wachten op het voltooien van een nieuwe or ganisatie van den arbeid, die trouwens eerst in vredestijd haar volle ontplooiing kan vinden. Wij moeten vervuld zijn van een ontembaar verlangen om elke verder aantasting van de volksgezondheid door de armoede te verhinde ren. Daartoe is een offer noodzakelijk van een omvang, die de tot nu toe welgestelden zelf voor groote zorgen kan plaatsen. Het afwijzen van de bereidheid daartoe beteekent de ongebrei delde handhaving van den nood van honderd duizenden, die daarbij voor hun geheelen levens duur lichamelijk en geestelijk kunnen worden verwoest. De Winterhulp Nederland is de organisatie, waarbinnen de eensgezindheid van ons volk op sociaal gebied zich zal kunnen voltrekken. Het beginsel van de Winterhulp verwerpt de liefda digheid. De huidige organisatie moet beschouwd worden als .een eersten opzet, een begin van een groei der sociale eensgezindheid van ons volk. In dien zin beschouwd is de naam Winterhulp eigenlijk te beperkt. De bedoeling is, dat de organisatie, die men op het oogenblik Winterhulp Nederland noemt, zich op den duur door de bereidwilligheid van alle Nederlanders, die van goeden willen zijn, ongeacht hun gezindheid, ontwikkelt tot een sociale gemeenschap voor het gansche volk in winter en zomertijd. Diegenen, die noch uit eigen aanschouwing, noch in geschrift van de ontzettende toestan den van de kinderen van ons eigen volk hebben kennis genomen, zouden met het waarachtige deelnemen aan dezen nood den weg tot de har ten van het volk hebben betreden. Zij zouden daarmede deelnemen aan een werk, dat het geluk en de eensgezindheid van ons volk kan verwezenlijken. Ieder weet, dat deze arbeid in vollen oorlogs tyd, als tal van goederen schaarsch zijn gewor den, buitengewoon moeilijk is. Doch dit moet ons eerder een aansporing zijn, onze krachts inspanning te verdubbelen. Als wij na het einde van den oorlog aan een werkelijken arbeidsopbouw van ons land kunnen beginnen, als wij m.a.w. de krachten van het heele volk moeten verzamelen, om deze op de doelmatigste wyze in te zetten voor de productie dier goederen, waaraan dit volk behoefte heeft, dan zal het noodig zijn, dat de krachten der honderdduizenden werkers op dat oogenblik en in de toekomst ongerept zullen zijn gebleven. Deze instandhouding van de volksgezondheid kan echter niet worden overgelaten aan de ver nederende en genadiglijk toegeworpen bedee ling. Het is de dure plicht van de geheele volks gemeenschap, hier met alle krachten aan te werken. De naastenzorg van het Nederlandsche volk moet van de geboorte tot aan den sterfdag tot den eersten plicht van de heele natie worden gerekend. In dezen tijd van groote sociale omwentelin gen in de wereld moge de jeugd beginnen elkan der in dezen de hand te reiken. Laten de ouders dat zij aan andere kinderen niet het lot mogen toebeaeelen, waarvoor zij hun eigen kinderen zouden willen sparen. De mannen en vaders zullen andere vrouwen en kinderen niet in den nood willen laten, dien zij van hun eigen vrouw en kind hebben afge wend. Laten wy ons allen scharen in het leger van de Winterhulp. Laten wy Nederlanders dit schoone werk aangrijpen als de gelegenheid, el kander te leeren kennén. Zooveel vooroordeelen, die ons in het verleden 1 verdeeld hebben, zullen als een kaartenhuis in eenstorten. als wy bereid zijn. bij elk die va. goeden wille is dien goeden wil te onderken nen. Als in de eerstvolgende dagen in de straten en aan de huizen wederom voor het groote doei wordt ingezameld, bedenk dan, dat elk dezer inzamelaars is een vrijwilliger in dienst van zijn volk en dat alleen een waarlijk offer, dat het ontzeggen van eigen behoeften oplegt, een daad is, die in dienst van uw volk wordt verricht. Laten wij thans de handen ineenslaan en laat eens het nageslacht van ons kunnen zeggen, dat het Nederlandsche volk in den oorlog van het jaar 1941 aan alle volken der wereld een voor beeld gaf van waarachtige eensgezindheid en van bloedsgebondenheid. hen aanmoedigen om de bete broods eerlijk met alle kinderen van ons volk te deelen. De Nederlandsche moeders mogen bedenken. Het rijksbureau voor de voedselvoorziening m oorlogstijd vestigt er de aandacht op. dat de in de bladen van Vrijdag 21 Februari 1941 ver schenen bekendmaking betreffende de aflevering van eenige soorten mengvoeders aldus gelezen dient te worden, dat vogelzaad wel afgeleverd mag worden aan personen, die niet op een klan tenlijst voorkomen. Het geplaatst zijn op een klantenlijst is dus alleen vereischt ten aanzien van de aflevering van ochtendvoer en gemengd graan; het is niet vereischt bij aflevering van ochtendvoer en ge mengd graan tegen ontvangst van een witten bestelbon. J. Kastelein, is op zijn verzoek met ingang van 1 Maart 1941 uit den dienst als burgemees ter van de gemeente Aalsmeer eervol ontslagen. Voor het tijdvak van 1 Maart 1941 tot 1 Maart 1942 is wederom benoemd tot assistent aan de landbouwhoogeschool te Wageningen, J. Wilcke, aldaar. Benoemd zijn tot notaris binnen het arron dissement Arnhem, ter standplaats de gemeente Nijmegen: W. G. Weier, candidaat-notaris. al daar; binnen het arrondissement Alkmaar, ter standplaats de gemeente Avehom, A. T. Wit, candidaat-notaris aldaar; binnen het arrondissement Middelburg, ter standplaats de gemeente Middelburg: J. L. Her- togs, candidaat-notaris aldaar; binnen het arrondissement 's-Gravenhage, ter standplaats de gemeente Katwijk; A. W ,C. Verhees, candidaat-notaris te Katwijk aan Zee; binnen het arrondissement Zwolle, ter stand plaats de gemeente Stad-Vollenhoven: mr J. J. J. van Kluyve, candidaat-notaris aldaar; binnen het, arrondissement 's-Gravenhage, ter standplaats 's-Gravenhage: M. H. Kleyn, candidaat-notaris aldaar, (vac, v. d. Giessen); binnen het arrondissement Haarlem, ter standplaats de gemeente Zaandam: J. de Jong, candidaat-notaris te Zaandam; binnen het arrondissement Haarlem ter standplaats de gemeente Haarlem. J. de Heede, candidaat-notaris aldaar; binnen het arrondissement Rotterdam, ter standplaats de gemeente Ridderkerk: L. Sme- iik, candidaat-notaris aldaar; binnen het arrondissement Arnhem, ter stand plaats de gemeente Huissen: A. M. van Rijcke- vorsel, candidaat-notaris aldaar; binnen het arrondissement Groningen, ter standplaats de gemeente Ezinge: H. R. Jor.ker, candidaat-notaris te Groningen; binnen het arrondissement Maastricht, ter standplaats de gemeente Sittard: mr. J. J. van Wessém, candidaat-notaris aldaar; binnen het arrondissement Maastricht, ter I stndplaats de gemeente Nieuwenhagen: J. P. [h. Houx, candidaat-notaris te Maastricht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 11