Pater D. Fr. X. Duynstee O.E.S.A. 1" --t?£Wva'vou Wat de Jaarbeurs ons brengt Nederland en de strijd van Duitschland 1 Welke weg staat open? 6oo- f ïooo- 12000 - oU»og« Liefde voor de Eucharistie en liefde voor zijn Orde waren zijn levenskenmerken o« o°'*°roen- Kerkelijk leven Nieuwe wegen gezocht Toespraak van Ministerial- dirigent Hans Fritzsche ,0.- 1 i 50." 80.- U°°~ 7n0 - 130.- 500 - t 4UU' Toepassing van onze bijzondere hèr-dispositie methode is dè aangewezen weg Ondermaatsche visch in beslag genomen Gen.-maj. G. H. C. Cramer overleden DINSDAG 11 MAART 1941 Utrecht 6an griep 16 Toerisme, voorlichting etc. BENOEMINGEN IN HET AARTSBISDOM UIT DE STAATSCOURANT R ijksverkeersinspectie Schoenen lederindustrie Hls men op reis gaat, JU^ beschermen Ongekende moeilijkheden eener zij ds en veelbelovende ver schijnselen anderzijds Bouwen en materialen Een representatieve greep Een speciaal cachet KINDJE DRONK LOOG In gierput gestikt Overboord gevallen en verdronken Frauduleus geslacht vee in beslag genomen In het klooster der paters Augustijnen te Eindhoven is Zaterdag, na een langdurige ziekte, meermalen voorzien van de H.H. Sacramenten, overleden pater Dominicus Fr. X Duynstee O.E.S.A., directeur van het Eucharistisch Bureau te Amsterdam. Het gansche priesterleven van den overledene is gekenmerkt geweest door twee bijzondere eigenschappen: de liefde voor de Eucharistie en de liefde voor zijn orde, voor de Augustijnen. Van het begin af van zijn priesterlijk leven heeft hij voor de Orde gewerkt en haar geschie denis bestudeerd. Het is in dit verband wel Uiterst merkwaardig, dat zijn eerste geschrift, hetwelk in 1903 van de pers is gekomen, was de Publicatie van een door hem ontdekt hand schrift in de universiteitsbibliotheek van WUrz- hurg; dat handschrift bevatte de polemiek, ^elke gevoerd is tusschen Maarten Luther en diens leermeester, Bartholomeus van Usingen, «n welke handelde over de Eucharistie. Hier kon men reeds zien, welk terrein hij voor zijn studie kiezen zou. Na op 15 Augustus 1898 in Utrecht priester gewijd te zijn door Z.H. Exc. mgr. H. v. d. We tering z.g., studeerde hij van 1899 tot 1903 te tVurzburg in de Kerkgeschiedenis. Doch ook daarna heeft hij naarstig zijn studie voortgezet 2ij eischte zeer veel van zijn tijd, doch heeft hem ook groote voldoening gegeven. Het mooiste van alles was wel, dat zij geprezen is door H. den Paus. In 1929 was zijn werk over Staarten Luther voltooid. Hij had de drie dee pen, waaruit het bestond, aangeboden aan kar dinaal Van Rossum, die hem dringend verzocht, dat werk persoonlijk aan den Paus te willen Overhandigen. In de particuliere audiëntie, die H. hem tqt dit doel verleende, sprak deze °ver zijn publicaties en roemde vooral 't door Pater Duynstee in 1910 gepubliceerde werk over Kerk en Staat, waarin hij de figuur van Aegi- dius Romanus beschreef, en dat handelde over het primaat der Pausen. Deze Aegidius Roma- hUs is waarschijnlijk de schrijver geweest van de beroemde Unam Sanctam. Dit werk over de Aegidiaansche school werd door den Paus zeer geprezen en Hij raadde den Augustijnen aan, hun geschiedenis te bestudeeren, want juist de Augustijnen hebben in de late middeleeuwen het primaat der Pausen vurig verdedigd. .Van dat werk over de Aegidiaansche school verschillende deelen verschenen. Deze we- 'cnschapp^lkte arbeid zou reeds een levens perk op zich zijn geweest, maar pater Duynstee Pas tevens een priester, die in het volle leven heeft gestaan. Van Petrus Canisius wördt ge- ^Rd. dat hij zooveel gereisd, zooveel gepreekt eh zooveel geschreven heeft, dat hij met elk van deze drie zijn gansche leven zou hebben kun- hen vullen. Min of meer zou men iets dergelijks Vah pater Duynstee kunnen beweren. In 1903 Pcrd hij kapelaan te Amsterdam. Hier heeft hij hr samenwerking met de toenmalige katholieke directrice van het Binnengasthuis, mej. M. De- hi"ucs, een vereeniging voor R. K. verpleegsters opgericht, die zich weldra over een aantal Plaatsen van Nederland uitbreidde. In 1903, toen ons land juist de groote spoorwegstaking had hlcPgemaakt, richtte hij de R.K. Vereeniging Petrus van P. T. T.-persomeel oip. Voorts Pas hij de pater spiritualis van de processie haar Heiloo. By vele Amsterdammers zal nog in dankbare herinnering leven het werk, dat pater Duynstee heeft gedaan voor de zielzorg van de zieken m het Binnengasthuis. In samenwerking met de ^enmaligen directeur, dr. Stumpf, werd des Zondags in een der gehoorzalen voor verpleeg sters en patiënten een plechtige H. Mis opge dragen, waarbij een dameskoor onder leiding J[an mej. M. Norteau de gezangen uitvoerde "utroerend moet het zijn geweest, als de kleine Patiënten, die door pater Duynstee waren voor-, hereid, hun eerste H. Communie deden. Als huidjes gekleed werden deze, vaak ten doode opgeschreven kinderen op een brancard de tij delijke kapel binnengereden, om daar voor de perste maal van hun leven en soms ook tege- 'ik voor de laatste maal Christus te ontvan- Pch, met Wien ze na korten tijd voor eeuwig Pereenigd zouden zijn. öat blijft nog altijd een van de mooiste din gen, die door toedoen van pater Duynstee tot stand zijn gebracht en het is jammer, dat dit Perk door omstandigheden niet kon blijven h^taan. Van 1915 tot 1918 is pater Duynstee prior ge lest van het klooster te Eindhoven. In 1918 jachtte hem nog een zware taak, want in dat Jaar werd hij door zijn overste aangewezen als Pastoor te Utrecht. Hij kreeg daar de taak een h'eUwe kerk te bouwen, de kerk van O. L. Vrouw ^ah Goeden Raad aan den Vleutenscheweg, j aJke heel zijn pastoraat een echt zorgenkind h is geweest. !h Utrecht heeft pater Duynstee ook gewerkt •oor den Stillen Omgang. Hij heeft daar een deeling opgericht, welke tot de grootste van f^derland is uitgegroeid. Bij gelegenheid van ?6t vijftig-jarig bestaan van de Vereeniging ^aP den Stillen Omgang werd pater Duynstee ®h ook aangezocht om de groote feestrede in et Concertgebouw te Amsterdam te houden. 2ijn naam bhjft onafscheidelijk verbonden aan Utrechtsch Genootschap, welks eerste direc- 6dr hij was. g Dp instignatie van den heer Alph. Elsenburg r een der oprichters van het Amsterdamsche "Welschap, werd te Utrecht contact gezocht jh verkregen met pastoor F. X. Duynstee, die I/hg Was zjjn kerk te bouwen en die als kape- v ah in Amsterdam zijn sporen op het gebied >ah de stille Omgang-devotie had verdiend d Amsterdam had hij zich doen kennen als b_h groote ijveraar, die met woord en daad v». hd waren zjjn predikaties gedurende de ^hakelweek op het Begijnhof den Stillen mgang propageerde, ken? december 1921 werd op de statuten de b ""kelijke goedkeuring verkregen, alsmede de Uoeming van pastoor Duynstee tot directeur, tto^t het genootschap sindsdien officeel be- nu werd de bedevaartstad per fiets be- Voo de kerkelijke plechtigheden vonden in de j, ''malige st. Augustinuskerk plaats aan het ar*i, Oen Amsterdammers beter bekend als g6 'e eerste jaren waren de moeilijkste, er was bete geld en er moest noS veel gedaan en ver- Worden om op het plan te geraken, j^ep hef Genootschap thans staat, fcetwecteur duynstee kwam alras met ingrij- l0o de Plannen voor den dag, n l. met het laten trej 11 Van een extra-trein. Het aantal extra- Ha eU groeide, want telken jare steeg het j aI deelnemers. v°orai Ciez° geleidelijke ontwikkeling "was fret V,as directeur Duijnstee, die de stuwkracht en Lfljj gaf de groote lijnen aan, waarlangs een betn^„=®r moest plaats vinden; met onderdeelen vermoeide mannen. Hy ontbrak nooit by den omgang. Noch vermoeienis, noch dienzelfden dag te houden vasten-meditaties, noch de soms min der goede lichamelyke dispositie, weerhielden hem aan het hoofd van zijn mannen-broeders den omgang te maken. Toen hij enkele jaren geleden voor studie redenen te Rome verbleef, haastte hij zich in een onafgebroken vermoeienden treinreis naar het Sticht te begeven om nog tijdig aan te komen, teneinde den jaarlijkschen omgang mede te kunnen maken. Opgezet en begonnen door eenvoudige leeken, heeft de directeur door zyn stuwing naar boven en door zijn grooten ijver en bekwaamheid het. Genootschap zien wassen tot een goed werkende en goed gefundeerde organisatie, welke tot mo del dient van andere. Sinds was hy secretaris van den Ned. Euch. Bond, alsmede hoofdbestuurslid en directeur van iet Eucharistisch Bureau en tevens redacteur van het orgaan van den Eucharistischen Bond „De H. Eucharistie.' Als directeur van het bureau heeft hij in verschillende plaatsen afdeelingen opgericht en nieuw leven gebracht daar waar dit verslapte. Eveneens ijverde hij bizonder voor de Inter nationale Eucharistische Congressen. Zoo leidde h;i de Hollandsche afdeeling op de congressen te Buenos Aires in 1935 en Manilla 1937 en woonde ook het congres te Budapest bii. By al het drukke werk, dat zijn functie mee bracht vond hy nog gelegenheid om te stu- deeren en twee deelen over het primaat dei- Pausen te publiceeren. Met pater Duynsbee is een groot werker voor het Eucharistisch leven in Nederland heengegaan, waaraan hij al zijn krachten en gaven wüdde volgens een richting, die h;j reeds in den aanvang van zijn priesterleven had uitgestippeld. De plechtige gezongen Metten en Uitvaart geschieden resp. Dinsdagavond zeven uur en Woensdagmorgen half elf uur in de Klooster kerk te Eindhoven. Daarna begrafenis op het Kloosterkerkhof Mariënhage. bruikehjke ruimte op de 2de verdieping zal be zetten. Wij moeten er tenslotte nog de aandacht op vestigen, dat wie grondig geïnformeerd wil zyn over de toeristische mogelijkheden in ons land, een bezoek dient te brengen op de 5e verdieping bij de Vereenigingen voor Vreemdelingenver keer, A.N.W.B., K,N,A,C. en het Verbond van Vereenigingen voor Veilig Verkeer. Bij het zakendoen heeft men er voorts reke ning mede te houden dat de overheid meer en meer onder den invloed der oorlogsomstan digheden heeft moeten ingrijpen in de ver houdingen van het bedrijfsleven en andere be sognes van den handel. Een groot aantal stands geven daaromtrent velerlei inlichtingen, terwijl ook een bezoek aan den voorlichtingsdienst van de Rijksverzeke ringsbank en de Raden van Arbeid niet ver zuimd mag worden door den zakenman. zyne Hoogwaardige Excellentie de Aartsbis schop van Utrecht heeft benoemd tot Pastoor te Dalfsen den Zeereerwaarden heer J. Galama, leeraar aan het Seminariete Apeldoorn. Mr. J. A. M. van Oorschot zal voorloopig tot uiterlyk 1 Maart. 1942 de functie van rijks inspecteur van het verkeer te 2wolle blijven vervullen. Benoemd is tot lid van de commissie van advies der rijksvakschool voor de leder- en schoenindustrie, met daaraan verbonden ryks- proefstation en voorlichtingsdienst ten bate der leder- en schoenindustrie te Waalwyk, de heer A. A. de Kort te Waalwijk. t 0.30 en i O.&O Bil Apothekers hpr ?f:icle hij zich niet, dat was het werk voor D^tuur. l5uijtlgave*van het woord bezittend, wist directeur ih cu 0 !let heilig enthousiasme los te slaan «erU «uien van deze dikwerf tengevolge van ^are dagtaak en gemis aan nachtrust Niet. minder dan ongeveer 10o verzamel-na- men zyn noodig geweest om in groote trekken aan te geven, wat deze Jaarbeurs te Utrecht brenrgt op het terrein Vredenburg, op den be- ganen grond van het Utrechtsche Jaarbeurs gebouw, in de Beatrixhal en op de vijf verdie pingen. Alvorens op byzonderheden en onderdeelen In te gaan waartoe dezer dagen nog ruimschoots gelegenheid zal geboden wor den willen wy by den aanvang van deze zeer omvangryke Jaarbeurs enkele alge- ir.een-oriënteerende gedachten naar voren brengen, waarby ons de Jaarbeurs-courant goede diensten heeft bewezen; Er is wel geen terrein, waar de distributie maatregelen zulke ingrüpende gevolgen mede brengen, als dat der voedings- en genotmid delen. Groot- en detailhandel immers zien zich telkens opnieuw geplaatst voor nieuwe en ge woonlijk vèr-strekkende maatregelen. By het uitputten van de voorraden en het uitsluiten van de invoermogelykheden worden steeds meer ar tikelen in de. distributie betrokken. Meer dan ooit zien de leverancier en winkelier zich dus genoodzaakt, het contact te verinnigen, waarbij het aanknoopen van nieuwe relaties voordeelen kan opleveren. Op vele desbetreffende vragen en verlan gens geeft thans de op de 3e en gedeel telijk op de 4e verdieping ondergebrachte afdeeling voedings- en genotmiddelen eenig antwoord. Tegenover de moeilükheden, waarmede juist genoemde groep te kampen heeft, is het voor de kunstnijverheid en de mode-industrie als een veelbelovend verschynsel te beschouwen dat het publiek meer en hoogere eischen gaat stellen aan de artistieke hoedanigheden van interieur, gebruiksvoorwerpen en kleeding. In dit verband zal het dan ook wenscheiyk zyn, zich, uit welbegrepen eigenbelang, ter Beurze te laten oriënteeren omtrent de vele nieuwtjes, welke met den gewijzigden smaak rekening houden. Nieuwe wegen moeten ook gezocht worden door de textiel- en kleedingindustrie, teneinde aan de moeiiykheden het hoofd te kunnen bie den. Het deelnemen van deze belangryke groep mag gelden als een bewijs, dat er nog mogeiykheden bestaan, welke van groote beteekenis zyn. Ongeveer honderd der voornaamste industrieën zullen een collectie vertoonen in een zeer smaak vol geheel; speciaal de resultaten, welke bereikt werden met de verwerking van „melkwol", zullen een bijzondere attractie blijken te zyn. Als een topprestatie van de Nederlandsche Kunstzijde-industrie beschouwt men de verwer king van de nieuwe naai- en industriegarens uit Tenax-rayon. Veel valt natuurlijk te vermeiden over de groep huishoudelijke artikelen. Het behoeft dan ook niet te verwonderen, dat, behalve op de tweede verdieping, vele deelnemers aan deze groep zich nog hebben gevestigd op verschillende in de ge bouwen verspreide plaatsen. Kwaliteit en onbe grensde keuze eenerzijds en massa-verbruik an- derzyds verplichten den inkooper ongetwijfeld, zich van een en ander grondig op de hoogte te stellen. Als een aaneengesloten geheel nemen de voor naamste Nederlandsche Schoenfabrikanten we derom aan deze Beurs deel met speciale collec ties en de allerlaatste nouveauté's. Een kenmerkend verschijnsel van de voor- Jaarsbeurzen is zooals men weet de aan wezigheid van technische groepen en afdee lingen. Wat de groep bouwmaterialen en wegenbouw betreft, vestigt men als volgt de aandacht op deze verheugende deelneming: Konden aanvankelijk in de bouwwereld de meest uiteenloopende meeningen worden beluis terd aangaande de ontwikkeling van de bouw nijverheid de deelneming van de groep Bouwmaterialen en Wegenbouw aan de voor- jaarsbeurs bewijst, dat wederopbouw, nieuw- en afbouw de bedryvigheid belangrijk stimuleeren. Doch juist nu aan het gebruik van sommige bouwmaterialen belangrijke beperkingen zijn op gelegd, is het van belang zich op de hoogte te stellen van de thans bestaande mogelijkheden op dit gebied. De groep Bouwmaterialen en Wegenbouw biedt daartoe een uitgezochte gelegenheid! Hier kun nen fabrikant en architect, aannemer en uit voerder, handelaar en afnemer zich met elkan der over de problemen verstaan en zich op nieuwe toepassingen oriënteeren, en wel in de parterre-ruimten van de gebouwen, de afzon derlijke Bouwmaterialenpaviljoens en op het terrein Vredenburg. In de Beatrixhal zyn wederom de machine industrie, metaalnijverheid en electrotechniek tot een by'zonder representatieve groep samen getrokken, die thans van byzonder belang is, omdat heden ten dage in menig bedrijf het uiterste van de productie-capaciteit wordt ge vergd, zoodat voorlichting ook hier zeer nood zakelijk moet geacht worden. De industrieel en de bedrijfsleider hebben er thans het grootste belang bij, te weten, op welke wijze zij hun onderneming het best kun nen dienstbaar maken aan de eischen van het oogenblik en niet. minder aan de eischen, welke in de toekomst op den voorgrond zullen treden Paraatheid, indien de tijdsomstandigheden het sein geven tot omschakeling van het bedrijf, tot herziening van tot dusver gevolgde methodes en systemen, is thans dwingend geboden. De machine-industrie, de metaalnijverheid en de electrotechnische industrie presenteeren op deze beurs datgene, wat voor de uitrusting van fabrieken, voor de uitvoering van technische werken en voor de verbetering van het produc tie-apparaat actueel is! Waar ook verlichting (ondanks verduistering) en verwarming (niettegenstaande het komend zomerseizoen) een groote rol spelen in het hedendaagsche leven, daar kan redelijkerwijze verwacht worden, dat ook de betreffende afdee ling weer druk bezocht zal worden. Iedere winkelier, installateur, enz. weet, dat in dezen tijd van licht- en brandstofrantsoe- neering het publiek er belang bij heeft, dat het over doelmatige verlichting en verwarming beschikt. Hiermede kan men zijn voordeel doen. De deelnemers in de groep Verlichtings- en Verwarmingsartikelen hebben dit begrepen en er rekening mede gehouden bij het samenstel len van de collecties. Daaronj ls het thans zaak, dat belanghebbenden zich dezer dagen met deze groep in verbinding stellen en zich laten in lichten over verkoopsmogelijkheden in de naaste toekomst. De Bond Kunst en Industrie is op deze Beurs vertegenwoordigd op de vijfde ver dieping en draagt een heel bijzonder cachet. Allereerst door haar uiterlijke verschoning: alle stands immers maken onderdeel uit van een, onder eenzelfde architectuur opgebouwde expositie-ruimte, waarin zooveel mogeiyk pro- fyt getrokken is van de voordeelen, welke door bijzondere belichting en aankleeding der stands kunnen worden verkregen. Een speciaal cachet draagt deze afdeeling voorts, doordat alle tot dezen Bond behoorende deelnemers kunstenaars tot hun beschikking hebben om naast de degelijkheid ook de schoon heid van het artikel te waarborgen. Wij hopen hier nog nader op terug te komen. Ondanks de uitzonderlijke omstandigheden, waaronder momenteel het internationale leven verkeert, telt de Beurs toch nog een aantal bui- tenlandsche secties. Duitschland neemt deel met een officieele in zending van den Werberat der deutschen Wirt- schaft, waarbij speciale aandacht zal worden gevraagd voor papier en papierwaren, alsook voor kunstvoorwerpen. Annex vindt men de ge bruikelijke groep individueele Duitsche deel nemers. De collectieve Zwitsersche sectie zal men wederom in de Beatrix-hal aantreffen, terwijl België ditmaal weder in vollen omvang de ge- Het ANP. meldt: Ministerialdirigent Hans Fritzsche, die leider is van de dagelijksche persconferenties te Berlijn en een bekende figuur als radiospreker, heeft dezer dagen een bezoek gebracht aan ons land, waarby hij Zaterdag j.l. een persconferentie, zooals deze dagelijks aan den Kneuterdijk door den Pressedezement, den heer W. Janke, wor den geleid, heeft bijgewoond. Op verzoek van een der aanwezige journalisten hield de heer Fritz sche hier een toespraak, welke hij aanvankelijk niet ter publicatie had bedoeld, doch welke voor het Nederlandsche publiek belangwekkend ge noeg is, om haar toch weer te geven. De heer Fritzsche begon met te zeggen, dat hy in de dagen, die hy in Nederland reeds had doorgebracht, ook enkele Hollandsche kranten had gelezen. Het is hem daarbij opgevallen hoe officieele mededeelingen van Duitsche instanties dikwyls op de derde of vierde pagina waren af gedrukt of hoe sommige kranten berichten, die hun lezer wellicht niet zouden „liggen", om zich zelfte verontschuldigen, van de toevoeging: A.N.P." of „naar het A.N.P. ons meldt" voor zagen. Iedere lezer zou dan wel begrijpen, zoo redeneert men dan, dat het desbetreffende be richt niet uit de pen van de eigen redactie komt, maar van een instantie, waarmede men het niet al te nauw moet nemen. Hij had ook artikelen gezien, waarin met journalistieke handigheid tot uitdrukking werd gebracht, dat een Duitsche overwinning eigenlijk nog niet zoo heel zeker was. Om deze handigheidjes heeft de heer Fritzsche geglimlacht. Het is een kunst een volk te be ïnvloeden. Wij Duitsche nationaal-socialisten, zoo zeide hij, zijn meestesr op dit gebied en wij hebben wat dit betreft een 14 jaren lange practijk achter ons liggen. Wy hebben haar tot zulk een hoogte opgevoerd, dat niemand ons nog een rad voor de oogen kan draaien. „Hoewel ik toen echter geglimlacht heb," zoo ging de heer Fritzsche voort, „is er toch ook een gevoel van diep respect en begrip over mij gekomen voor dit volk, dat zoo patriottisch is, en ik heb de moei iykheden aangevoeld, waarin dit volk, nu het een mogendheid in zijn land heeft, waarmede het een oorlog heeft gevoerd, verkeert. De heer Fritzsche begrypt daarom, dat men de woorden; „Wir wollen euch nichts nehmen, sondem mit Ihnen gemenisam an ein neues Europa arbeiten" met eenig wantrouwen heeft ontvangen. De grondslag bij de beoordeeling van het tegenwoordige conflict in Europa blijft de vraag of deze oorlog veroorzaakt is door Duitschland. De Engelschen zeggen: „het is zoo." Wij zeggen: ,het is niet zoo" en wel om de volgende redenen: Dat een volk de in een besloten ruimte wonende volksgenooten allen in één staat wil opnemen is een van de primitiefste natuurrechten, die be staan, en het heeft geen zin hierover te discus sieeren. Dat is het, hetgeen in Oostenrijk en in Sudetenland heeft plaats gehad. Met betrekking tot het bezetten van Bohemen, Moravië en van Slowakije kan gezegd worden, dat, wanneer een volk zich in zijn natuurlijke ontwikkeling be dreigd gevoelt door een staat, die zich als de avant-garde van vijandelijke machtsconstellaties beschouwt, dat het dan voor klaarheid moet zor gen. Dat deze dingen zich op een dergelyke wijze hebben toegespitst, is niet de schuld van Duitschland, maar van Tsjecho-Slowakije. Verder is er de kwestie Polen. Ik herinner aan het aanbod van den Führer in het voorjaar van 1939, Danzig aan het Rijk terug te geven en een verkeers- en spoorweg aan te' leggen door den Corridor. Dit aanbod was absoluut eerlijk ge meend en de Polen hadden het kunnen aanne men. Toen de Führer dit voorstel deed, sche merden hem de wenschen van den Poolschen staatsman Pilsoedski voor den geest, die er steeds op had gewezen, dat de toekomstige politiek van Polen gericht moest zijn op een samenwerking met Duitschland. Temeer waar de grenzen van Duitschland en Polen, vooral ook wat het „Volkstum" betreft geheel in elkander overlie pen, had de Führer bij de overweging van zijn aanbod een soort Dultsch-Poolsche symbiose m gedachte, waarbij de twee staten tot een vruchtbare .samenwerking zouden kunnen ko men. Aan den waanzin van de Poolsche politici Kwitanties voor bedragen hierboven vermeld, komen wel eer.s onbetaald terug en bij hèr-aanbieding is het resultaat niet veel beter. Wat staat den crediteur, die nog geen strenge maatregelen wil, dan te doen Vraagt vrijblijvend alle gewenschte inlichtingen bij DE ORIëNTATIE- EN DISPOSITIE-CENTRALE gevestigd sedert 1933 Kassierskanioor voor h e r-d isposiiies TELEFOON 47157 - AMSTELSTRAAT 14 - AMSTERDAM-C. is het te wyten, dat dit plan tot mislukking was gedoemd en dat alle hoop om tot een vergelyk te komen in rook opging. Hierna brak de oor log met Polen uit en op dat oogenblik veranderde de grondslag van het aanbod van den Führer. Dan ziet hij de lijn, waarlangs zich de historische ontwikkeling van Europa zal moeten voltrekken en besluit hij de levensruimte van Duitschland niet slechts voor zyn leven, maar ook voor die van de komende generaties veilig te stellen en tegelijkertyd de schanddaad van het pact van Versailles uit te wisschen. De Führer heeft in de jaren 1938—1939 den Engelschen meermalen het sluiten van een zeer vergaand verdrag voorgesteld en de Führer heeft in zyn latere redevoeringen verschillende malen den sluier opgelicht, welke over de bijzonder heden van dit pact was uitgespreid. Het was zijn bedoeling met Engeland tot een soort ar beidsgemeenschap te komen, waarby hij van Engeland een garantie voor de Duitsche levens- ruimte vroeg. Eerst toen ook dit voorstel niet te verwerkelijken was en bleek, dat de Engelschen „So Oder so, früh oder spat" dit nieuwe Duitsch land toch te lijf wilden, eerst toen greep de Führer de Polen aan met het gevolg, dat En geland Duitschland den oorlog verklaarde. Het is niet de bedoeling van den Führer ge weest het Duitsche leger over de grenzen te sturen en geheel Europa tot Duitsch gebied te maken. Het was slechts zijn doel het verjongde Duitschland te beveiligen. Thans moeten wij echter uit den loop der gebeurtenissen de conse quenties trekken en wij willen een nieuw Europa scheppen. Daarom zijn wij ook hier. Wij staan hier in een strijd om de verwerkelijking van een groot ideaal. Ik kan echter uw gedachtengang volgen. Er zijn op het oogenblik geen groote militaire gebeurtenissen te zien en er speelt zich, althans voor u, niets belangrijks meer af. De invasie van Engeland blyft lang uit en is in uw oogen nog zeer problematisch. U ziet nog niets, dat er op duidt dat de oorlog spoedig ten einde zal zijn en het gevolg is, dat het begrip, dat reeds begon door te schemeren, plotseling vervluchtigde en dat overbleef het patriottisme. Dan kwamen de herinneringen aan betere tij den weer boven, tyden waarin men onder be scherming van de Engelschen stond en waarin men beter zaken kon doen. En dan komt de wensch weer op, het de^i Duitschers moeilyk te maken. Ik wil u het volgende zeggen, zoo vervolgt de heer Fritzsche zijn betoog: Wanneer de Führer gewild zou hebben, dan zou hij den oorlog met ongehoorde Duitsche offers reeds lang tot een goed einde hebben kunnen doorzetten, tenmin ste in Europa. Wanneer dan een of andere democratische mogendheid van overzee lust zou hebben gevoeld, den strijd voort te zetten, dan zou dit een kamp zijn geweest, die, al mocht hy ook jaren duren, ons met geen enkele onge rustheid zou hebben vervuld betreffende den afloop. De Führer heeft deze offers niet gewild en wanneer hij ze niet gewild heeft, dan is het omdat hy bloed wil sparen» zoolang hij dit kan. Hy is echter niet aan tijd gebonden en wordt door niemand gedwongen in den kortst mogelyken tyd een definitief eind aan den oor log te maken. Hij kan als opperbevelhebber het Europeesche continent ook daar beheerschen waar de Duitsche legers op het oogenblik nog niet staan en hij kan de djngen zich rustig laten ontwikkelen. Zoo zal hij tot den eindstrijd komen, dien hij, wanneer hij het sneller zou willen doen, slechts ten koste v3n groote offers aan menschenlevens zou kunnen bereiken. Er is op het Europeesche continent thans niets meer, dat de Duitsche legermacht niet zou kunnen verhinderen. Wanneer het haar echter mogelijk is het omstreden gebied voor haar verderschrijdende buitenlandsche politiek te winnen zonder een schot te lossen, dan zal zij dit zeker doen. Daarvan kan men overtuigd zyn Het Duitsche leger behoeft slechts een enkele schrede te doen om de keuze tusschen capitu latie en strijd te vergemakkelyken. Het is dus een voldongen feit, dat het continent reeds thans vast in Duitsche hand is en nu komt de groote vraag wat Duitschland eigenlijk met dit continent wil doen. Het antwoord hierop is: Duitschland doet niets met dit continent. Duitschland is niet als imperialistische ver overaar deze landen binnengerukt, doch slechts ter veiligstelling van zijn eigen levensrechten. Het laat daarom de vorming van de toekomst van deze landen geheel aan hen zelf over. Dat Duitschland, wanneer de oorlog eenmaal voor bij is, de zich voordoende problemen niet met gevouwen handen zal probeeren op te lossen, maar ook het woord zal voeren en misschien een regeling zal voorstellen, die het als de beste beschouwt, "is een kwestie van de toekomst. Als voorbeeld wilde spr. hier het Jodenprobleem aanhalen. Er bestaat in het Nederlandsche volk misschien een algemeen menschelijke sympathie voor eenige Joden, wier ware schuld helaas door de hier aanwezige publiciteitsorganen niet juist is aangetoond. Uit deze golf van sympathie is een zekere oppositie gegroeid. In Duitschland bestond reeds 80 jaar een anti-semietische be weging, die echter doortastende maatregelen steeds 'van de hand had gewezen. Deze anti- semietische beweging heeft 50 jaar lang enthou siaste vertegenwoordigers gehad zonder dat evenwel het Jodenprobleem tot oplossing ge raakte. Toen echter het nationaal-socialisme de overtuiging bijgebracht had, dat het toch veel menschelijker was, dit Jodenvraagstuk ra dicaal op te lossen, ging het ineens en er is een regelüig gevonden, waarby de thans leven de Joodsche generatie weliswaar een moeilijken tijd doormaakt, doch die in haar geheel toch het Joodsche volk ten nutte komt. Het nationaal-socialisme is dien weg gevolgd, dien de ijverigsten onder de Joden, namelyk de Zionisten, zelf hadden aangewezen en het gaf den Joden de mogelykheid zich in een gebied te vestigen dat meer met hun levenswijze in overeenstemming kwam. Hier in Nederland be; staat hetzelfde probleem en wanneer het groo te in centraal Europa gelegen Duitschland dit probleem heeft opgelost, dan zal het overige Europa op de een of andere manier hieruit leering moeten trekken. Tot slot van zijn beschouwing over het Joden probleem wilde spr. nog het volgende zeggen: Duitschland zal dezen oorlog winnen omdat het byna geen Joden meer heeft en omdat de Joden, die er nog zijn, niets meer te vertellen hebben. Wanneer wij de Joden nog zouden hebben, dan zou deze oorlog precies zoo verloopen als de Wereldoorlog. Thans is er echter geen mensch meer in Duitschland, die zich iets anders voor stelt dan een Duitsche overwinning Wij hebben thans geen Joden meer, die afwis selend op de hoogste hoogten en üi de diepste diepten verkeeren en die zich den moed voelen ontzinken, wanneer het beslissende oogenblik is aangebroken. Wij zijn thans Duitschers onder elkaar en daarom is het geloof dat wy in de overwinning hebben thans onaantastbaar. Men maakt ons wel eens het verwijt: Jullie gebruikt vele mooie woorden, maar wat jullie zeggen, is toch eigenlijk maar propaganda en propaganda is iets, dat nauw verband houdt met demagogie, hetgeen op haar beurt onge veer synoniem is aan leugens. Jullie propaganda is eigenlyk wel een beetje verdacht. Ik kan hierop antwoorden: Voor ons is propaganda geen verdacht middel. Wij verstaan onder pro paganda niet het propageeren van leugens of valsche parolen, maar wij zien in de propaganda een middel, dat in onze binnenlandsche politiek reeds ongehoorde successen heeft weten te oog sten. In de jaren 19181919 was het Duitsche volk, na een oorlog, die vier jaren geduurd had en die twee millioen dooden had gekost, geheel verscheurd en werd het in een revolutie gestort. Het was toen zoo, dat het Duitsche volk nog slechts uit 70 millioen atomen werd gevormd, tusschen welke geen verbinding bestond. Op dit oogenblik waren er V:rscheidene menschen, die goede ideeën hadden voor het herstel van hun land en die met een rein geweten het beste wilden doen voor hun volk. Zy konden dit ech ter niet verwerkelijken, omdat zy er niet in slaagden het volk te overtuigen. Dan treedt echter Adolf Hitler naar voren. Hij is niet alleen vervuld van de gedachte zyn volk naar een betere toekomst te brengen, doch hij heeft ook de gave zijn toehoorders hiervoor enthousiast te maken. Hij gaf slagwoorden en parolen uit, die door iedereen werden begrepen en doorge geven en die het volk tot een eenheid te zamen smeedden, welke in staat was haar eigen lots- vorming in handen te nemen. U zult begrijpen waarom deze propaganda ons ook heden nog heilig is en dat zij niet misbruikt wordt om leugens te vertellen. Wij verstaan onder pro paganda de kunst uit een massa menschen de gemeenschappelijke grondgedachten van hun leven te distilleeren en hun deze voor oogen te houden. Wat ik geloof, dat hier in Holland ontbreekt, vervolgde de heer Fritzsche zyn be schouwing, dat is de bedoeling het Nederland sche volk begrip bij te brengen voor datgene, wat werkelyk voor zijn toekomst noodzakelijk is en dat de gemeenschappelijke basis voor het leven van alle Germaansche volkeren moet uit maken. Het nationaal-socialisme, dat den Duit- schen staat van heden heeft geschapen en dat den Duitschen staat van morgen in zich draagt, is zelf veel te veel nationaal dan dat het het nationalisme van andere volkeren zou willen miskennen of verachten. Het nationaal-socialisme weet hoe het Duit sche volk onder het imperialisme van andere volkeren geleden heeft en het weet het zoo goed, dat het niet het imperialisme van de toekomst wil zyn. Het verlangt echter een Europa, waar in het Duitsche volk veilig gesteld is zonder voortdurend drie of vier millioen soldaten onder de wapenen te moeten houden. Dit nieuwe Europa zal alleen dan gevormd worden, wanneer het zich niet zelf vormen wil. Ieder kan een goed patriot zijn, op voorwaarde echter, dat hy tevens een goed Europeaan is. Het 2-jarig zoontje van de familie S. te Weert, dat in een onbewaakt oogenblik gedronken had uit een fleschje loog, is aan de gevolgen over leden. De chef-veldwachter te Lemmer heeft by een vischhandelaar een party van 100 kg. onder maatsche snoekbaars, welke voor verkoop ge reed lag, in beslag genomen. Tegen den han delaar is proces-verbaal opgemaakt en de visch is onder de armen verdeeld. Voorts heeft de chef-veldwachter, in samen werking met de centrale recherche van Amster dam, op 6e Lemmerboot 28 kisten ondermaat sche snoekbaars in beslag genomen. Tegen den handelaar-verzender is proces-verbaal opge maakt. Te 's-Gravenhage is op 75-jarigen leeftija overleden generaal-majoor tit. G. H. C. Cramer. De teraardebestelling van het stoffelijk over schot zal Woensdag a.s. om 2.30 uur op Oud Eik en Duinen aldaar geschieden. Te Veenwoudcn is het 2-jarig zoontje van den veehouder H. J. v. d. Veen in een gierkolk ge raakt en gestikt. De 41-jarige beurtschipper Hoekstra uit Hol- werd is te Eewal onder Birdaard door te strui kelen overboord gevallen en verdronken. Te Ederveen zijn Zondag uit een betonnen put bij een landbouwer niet minder dan elf frauduleus geslachte varkens in besiag geno men, terwijl bovendien bij den landbouwer G. een groote voorraad spek in beslag is genomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 9