HET VERKEER TER ZEE
AMNESTIE VOOR VERZUIMDE BELASTINGAANGIFTEN
R.K. BOEKHANDELAREN
EN UITGEVERS BIJEEN
Voor elkander
bestemd
VRIJDAG 14 MAART 1941
Maatregelen bij Verordening
afgekondigd
Regelende verordening
op komst
Kerkelijk leven
Vervangingsmaterialen op
de Jaarbeurs
Industrialisatie en brandstoffen-
economie
PACHTOPDRIJVINGS-
BESLUIT
Nadere regelingen getroffen
DE ONTBINDING DER
VRIJMETSELARIJ
Tentoonstelling te Haarlem
ZAAN DAMS BOETE IN DE
GEMEENTEKAS
JONGETJE DOODGEREDEN
Bejaarde brandstichter
gegrepen
Schuldbrieven aan toonder
Bij aanrijding gedood
Varkens clandestien geslacht
Besprekingen over „collectieve
reclame" en de groote gemeen-
schaps-gedachte
Belangrijke besprekingen
Arbeider verongelukt
GEBEDSNOVEEN VOOR
DEN VREDE
Tot O. L. Vrouw Hulp der
Christenen
BERTA RUCK
Ue
Je
ik
bcei wat is gaan verbeelden. Ik ben niet
Dus. ook daar heb ik geluk, 't Is van groot be
Even daarna Eing Phyllis met Doris mee naar
Maar, wat er ook was, de tweelingen gaven
Aan een 13 Maart verschenen verordening van
den rijkscommissaris voor het bezette Neder-
landsche gebied, houdende maatregelen betref
fende het verkeer ter zee, ontleenen wij:
Artikel 1. De kapitein van ieder schip, dat
Uit zee een haven in het bezette Nederlandsche
gebied binnenloopt of uit zulk een haven naar
zee vertrekt, is verplicht, bij de bevoegde „Ha-
fenüberwachungsstelle" van de Duitsche oor-
loesmarine lijsten van schepelingen en passa
giers voor het door hem gevoerde schip in te
dienen.
De lijsten moeten bij binnenkomende schepen
terstond na het binnenloopen, bij vertrekkende
schepen uiterlijk 48 uren voor het vertrek wor
den ingediend.
Artikel 2. In de lijsten van schepelingen en
passagiers dienen alle personen, die zich bij het
binnenloopen of by het vertrek aan boord van
het schip bevinden, te zyn vermeld. Namen van
personen, die zich niet aan boord bevinden,
mogen in de lijst niet worden opgenomen.
Voor het opmaken van de ïysten van schepe
lingen en passagiers dient gebruik te worden
gemaakt van de bij de „Hafenüberwachungs-
stellen" der Duitsche oorlogsmarine verkrijgbare
officieele formulieren. Zij moeten in drievoud
werden ingediend.
schepen terstond na het binnenloopen, by ver
trekkende schepen uiterlijk twaalf uur vóór het
vertrek worden ingediend. Indien lading wordt
ingenomen, moeten de seheepsgegevens uiteriyk
twaalf uren, voordat met laden begonnen wordt,
worden ingediend.
Slechts die goederen, welke in de ladings
papieren zijn vermeld, mogen zich als lading
aan boord bevinden.
De schepelingen mogen slechts voorwerpen,
welke tot hun eigen uitrusting behooren, by zich
aan boord hebben.
Zendingen (brieven en alle soorten van post)
voor het buitenland mogen door schepelingen
en door passagiers slechts met toestemming van
de „Hafenüberwachungsstelle" worden vervoerd.
Hij die opzetteiyk of door zijn schuld in strijd
handelt met de voorschriften van ceze veror
dening wordt door den rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied (commissaris-
generaal voor Financiën en Economische Zaken)
met een tuchtrechteiyke straf van ten hoogste
f 20.000 voor elk geval afzonderiyk gestraft.
op goede werking. Van deze punten gaan koor
den naar een voor het paneel opgesteld rneet-
bord, dat een indruk verschait van de werk-
wyze, welke het instituut toepast.
Een doorsneeteekening toont den proefstand
voor onderzoek van haarden en kachels op ca
paciteit en nuttig effect( terwyi een grafische
voorstelling het aantal deelnemers aan de
stokerscursussen, welke sedert 1923 door het
instituut worden gegeven, geeft. Een diagram
toont productie en verbruik van steenkolen en
cokes in 1938 in Nederland. Door een schema
tische voorstelling krijgt men met een oogopslag
een indruk van de werkingssfeer van het Insti
tuut. Een slagzin noodigt uit. eventueele moei-
lykheden aan het instituut voor te leggen.
Artikel 3 bepaalt o.a., dat by de ïy'sten van
schepelingen en passagiers de vereischte legi
timatiepapieren (paspoorten, persoonsbewijzen,
monsterboekjes) van de in de lijsten voor
komende personen dienen te worden bijgevoegd.
Bij binnenloopende schepen mag ingevolge
artikel 4 het verkeer tusschen het schip en
den wal eerst een aanvang nemen, wanneer
de ïysten van schepelingen en passagiers zyn
ingediend en de „Hafenüberwachungsstelle" dit
verkeer heeft toegestaan.
By vertrekkende schepen is het verkeer tus
schen het schip en den wal verboden nadat dp
„Hafenüberwachungsstelle" het schip voor het
vertrek heeft vrijgegeven.
Op Nederlandsche schepen mogen als
schepeling slechts Nederlanders, Nederland
sche onderdanen of personen van Duitsche
nationaliteit worden aangemonsterd, mits zy
in het bezit zyn van een paspoort of per
soonsbewijs en van een monsterboekje
(art. 5).
Personen, wier monsterboekje eerst na 10
Mei 1940 is uitgeschreven, mogen slechts
met toestemming van de „Hafenüberwa
chungsstelle" worden aangemonsterd.
Op neutrale schepen mogen blijkens ar
tikel 6 als schepeling Nederlanders en
Nederlandsche onderdanen slechts met toe
stemming van de „Hafenüberwachungsstelle"
worden aangemonsterd.
De paspoorten en persoonsbewüzen dezer per
sonen moeten by den Nederlandschen ambte
naar van aanmonstering in bewaring worden
gegeven. Deze mogen hun slechts met toestem
ming van de „Hafenüberwachungsstelle" weder
worden overhandigd.
In artikel 7 lezen wü:
De kapitein van ieder Nederlandsch schip
dient, wanneer een schepeling, die Nederlander
of Nederlandsch onderdaan is, buiten het be
zette Nederlandsche gebied het schip onbevoegd
verlaat, dan wel wegens ziekte of anderszins
achtergelaten wordt, daarvan aangifte te doen.
Deze aangifte dient in de door de Duitsche
Weermacht bezette gebieden by de „Hafénüber-
Wachungsstelle", in neutrale landen by den be
voegden Duitschen consul terstond, althans vóór
het vertrek van het schip, te worden gedaan.
By de aangifte dient het monsterboekje van
de betreffende schepelingen te worden overge
legd.
Artikel 8 zegt, dat, indien een schepeling
wegens ziekte of anderszins buiten het be
zette Nederlandsche gebied moet worden
achtergelaten, de kapitein er voor zorg dient
te dragen, dat het bedrag, benoodigd voor
den terugkeer van den achtergelatene naar
het bezette Nederlandsche gebied, by de in
stantie, bij welke de aangifte overeenkomstig
artikel 7 moet worden gedaan, wordt ge
stort.
Volgens artikel 9 mag de bemanning, met
Inbegrip van den kapitein, buiten het bezette
Nederlandsche gebied slechts met vergunning
Worden aangevuld. Deze vergunning wordt in
de door de Duitsche weermacht bezette gebie
den door de bevoegde „Hafenüberwachungs
stelle", in neutrale landen door den Duitschen
consul verleend.
Artikel 10 zegt dat schepeling noch pas
sagier van een Nederlandsch schip zich in
neutrale landen in verbinding mag stellen
met de diplomatieke vertegenwoordigingen
Van de voormalige Nederlandsche regeering.
Ten aanzien van de lading wordt in een der
'olgende artikelen bepaald dat de kapitein van
dieder schip, dat uit zee e enhaven in het bezette
Nederlandsche gebied binnenloopt of uit zulk
Cen haven naar zee vertrekt, verplicht is, by de
■.Hafenüberwachungsstelle" de seheepsgegevens
cp het daarvoor bestemde officieele formulier,
hetwelk by de „Hafenüberwachungsstelle" ver
krijgbaar is, in te dienen.
Deze gegevens moeten by binnenloopende
Onder den druk der tijden laat het mensche-
lijk vernuft zich van zijn scherpsten kant zien.
Tallooze producten, die niet meer voorradig
zijn, worden vervangen. De mensch had vroe
ger nooit gedacht wol te kunnen leveren, uit
melk vervaardigd; stroo, eens slechts verpak
kingsmateriaal, is nu, gemengd met cement,
gepromoveerd tot bouwmateriaal.
Een overzicht van hetgeen op het gebied
van vervangingsmaterialen in dit laatste
halfjaar tot stand is gekomen, verschaft de
inzending van het centraal instituut voor
Industrialisatie op de Jaarbeurs te Utrecht.
Op een tien-tal tableaux worden nieuwe
grondstoffen en nieuwe producten tentoonge
steld. De achtergrond wordt gevormd door een
schilderij, waarboven als tekst staat; onder den
druk der tyden groeit nieuwe energie.
Op overzichtelijke wijze worden vervangen
de bouwmaterialen getoond, zooals holle bak-
steenen, nieuwe bouwplaten', nieuwe steensoor
ten, oliearme verven etc., nieuwe textielpro
ducten, zooals melkwol, papieren garens etc..
kunstleder en producten daarvan, geregene
reerde rubber, verschillende voorbeelden van
petroleumvervanging, nieuwe producten in de
verpakkingsindustrie en tenslotte eenige in
Nederland gewonnen oppervla.ktedelfstoffen,
welke door den Nederlandschen Opbouwdienst
zyn opgegraven.
Direct aansluitend aan deze inzending vindt
men in den stand van het Rijksinstituut voor
brandstoffeneconomie een paneel met de af
beelding van een schema van een gasgenerator
voor auto's, waarop zijn aangegeven de punten,
waar opmetingen worden gedaan ter keurinj
By beschikking van de secretarissen-generaal
van het departement van Landbouw en Vis-
schsrij en van Justitie zijn nadere regelen ge
troffen betreffende gras- en hooiverkoopingen,
het inscharen van vee en het Pachtprysopdry-
vingsbesluit 1940.
Verkoopingen van gras (al of niet op stam),
hooi (anders dan per gewicht), hooilandverpach-
tingen en inscharing van vee worden voor de
toepassing van dit besluit als verpachtingen be
schouwd.
Het is voortaan verboden, een pachtovereen
komst of een overeenkomst tot wyziging of
aanvulling van een pachtovereenkomst te slui
ten, indien de bedongen pachtprijs hooger is
dan die, welke voor het verpachte gold in het
jaar 1939 voor of op 1 September.
Voorts is het verboden zonder goedkeuring
van het bevoegde pachtbureau:
a. vee in een weide ter inscharing aan te ne
men of gras of hooi, als bedoeld in de tweede
alinea, te verkoopen of ten verkoop aan te
bieden;
b. een inscharingsovereenkomst aan te gaan;
c. eenige vergoeding terzake van inscharen aan
te nemen;
d. aan een overeenkomst, als bedoeld jnder a
en b, welke gesloten is vóór de inwerkingtreding
van deze beschikking, uitvoering te geven.
Het Arbeitsbereich der N.S.D.A.P. te Haarlem
organiseert in het voormalige Logegebouw,
Riperdastraat l'jp, aldaar, een tentoonstelling
betreffende de Vrymetselary.
Zaterdag 15 Maart, 's middags om drie uur,
wordt deze expositie geopend.
Het ligt volgens „Het Volk" in het voorne
men van den Burgemeester-Regeeringscom
mlssaris van Zaandam, zyn invloed by de
autoriteiten aan te wenden, opdat de boete van
f 500.000. op te brengen door de gemeente
Zaandam, in de gemeentekas wordt gestort.
Hij zou voornemens zyn dit geld o.a. aan te
wenden voor een pensioenfonds voor de boot
werkers, aldus het blad.
Te Sittard is Donderdagmiddag op den ryks-
weg het achtjarige zoontje van de familie Z. te
Stadbroek, dat bij het spelen plotseling den weg
overstak, door een uit de richting Geleen ko
menden zwaren transportwagen gegrepen en
daarbij vrijwel op slag gedood.
Het lijkje is naar het R. K. ziekenhuis De
Goddeiyke Voorzienigheid overgebracht.
Woensdag is naar het huis van bewaring te
Roermond overgebracht en opgesloten de 80-
jarige J. van W., geboren te Grave, wegens
brandstichting in de Abdy Lilbosch der paters
Trappisten te Echt.
Hij had sinds enkele dagen ziefi te Echt ge
vestigd en was onlangs met een flinke uit-
gaanskas uit de rijkswerkinrichting Veenhuizen
ontslagen. De paters ïyden groote schade.
Groote hoeveelheden stroo zijn verbrand, even
als verschillende landbouwmachines. De ge
bouwen, waarin de brand gesticht is, stonden
dicht bij de Abdij, die behouden kon biyven,
tengevolge van de gunstige windrichting.
Bij besluit van de secretarissen-generaal van
de departementen van Justitie en van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart betreffende vergade
ringen van houders van schuldbrieven aan
toonder is bepaald, dat besluiten eener verga
dering, bedoeld in artikel 7, eerste lid, der Wet
op de vergadering van houders van schuld
brieven aan toonder, mede kunnen betreffen
vorderingen, welke reeds langer dan een jaar
opeischbaar zyn.
Dit besluit treedt in werking op den dag züner
afkondiging, 13 Maart 1941. Het vervalt met in
gang van 1 Januari 1942.
Ter hoogte van café De Tol te Gennep is de
ruim 60-jarige P. Philipsen uit die gemeente
door een vrachtauto aangereden en vrijwel op
slag gedood. Het slachtoffer was vader van een
groot gezin.
Donderdag stond voor den kantonrechter te
Amersfoort een man uit Hoogland terecht, die
in November twaalf varkens op clandestiene
wijze had geslacht en het vleesch tegen hoogen
prijs had verkocht.
De verdachte zeide, daarmede het publiek te
hebben willen dienen. De ambtenaar eischte
f 1000 boete subsidiair 4 maanden r. «rr.tenls.
De kantonrechter veroordeelde den verdachte
tot f 300 boete, subsidiair 100 dagen hechtenis.
Het O.M. zal in hooger beroep gaan.
Naar men ons mededeelt, is er een veror
dening op komst, waarin amnestie wordt
verleend voor bepaalde verzuimen ten op
zichte van den fiscus.
In de laatste maanden zijn meermalen van
overheidswege oproepingen gedaan tot aanmel
ding of aangifte van bepaalde vermogensbe-
standdeelen, hetzy op grond van deviezenpolitiek
hetzij op grond van belastingpolitiek (deviezen-
verordening 1940, de verordeningen nrs. 155/40,
203/40, 35/41, derde uitvoeringsbesluit sperr-
markenbelasting). Door deze oproepingen wer
den personen, die deze vermogensbestanddeelen
by een vroegere gelegenheid, byv. om belasting
te ontgaan, niet hadden aangegeven in moeilijk
heden gebracht. Zij moesten immers vreezen,
door de huidige aanmelding kans te loopen voor
het vroegere yerzuim te worden gestraft. Daar
door werd hun de vervulling van hun plicht in
sommige gevallen aanzienlijk bemoeilykt.
Evenals in het Rijk is ook hier het grootste
belang gelegen in het bereiken van een zoo groot
mogelijke eerlijkheid in belasting- en deviezen-
zaken en van fiscaal standpunt uit, vooral met
het oog op ten deele reeds uitgevoerde, ten deele
nog voor de deur staande belastinghervormin
gen. Deze hervormingen moeten den Staat de
middelen verschaffen, Welke hü tot bestrijding
van de vooral door den oorlog aanzienlijk geste
gen uitgaven dringend behoeft.
Te dien einde is het niet alleen noodig, dat
de belastingtarieven ten deele worden verhoogd,
maar ook, dat de inning der belastingen volle
diger wordt bereikt. Vermeld kunnen worden de
noodzakeiyke uitbouw van de belastingcontrole
en de beoogde invoering van de consultatie in
belastingzaken in de betrekkingen tot het
Duitsche Rijk en mogelijk ook tot andere staten.
Door deze voorgenomen maatregelen, welke in
de eerste plaats de fiscale rechtvaardigheid die
nen, zullen, naar valt aan te nemen, alle geval
len van oneeriykheid opgespoord worden.
Het kan echter niet het oogmerk van de over
heid zijn, zooveel mogelijk burgers wegens over
tredingen te straffen, overtredingen, welke wel
licht voor een groot deel door de verhoudingen
in een vroegeren en anderen tijd mogelijk zyn
gemaakt. Veeleer moet het taak der overheid
zijn, deze zondaars nog voor hun betrapping op
een voor hen zoo zacht mogelijke wijze tot eer-
ïykheid te brengen en daardoor weder in de
sociale gemeenschap terug te voeren, of hun al
thans op zijn minst de mogeiykheid daartoe te
geven en op deze wü'ze tegeiykertyd hun presta
tievermogen voor de toekomst aan het algemeen
belang dienstbaar te maken. Deze oogmerken
dient de op komst zijnde verordening, doordat zij
een algemeene en uniforme belasting- en devie-
zenamnestie behelst.
Artikel 1 schept een aangifteplicht voor alle
tot nu toe verheimeiykte vermogensbestanddee
len en aan belasting onderhevige feiten. Daar
door wordt niet slechts een recht op amnestie,
maar ook een plicht daartoe ingevoerd.
Artikel 2 omschrüft den kring van de mel-
dingsplichtige personen.
Artikel 3 bepaalt de instanties, waaraan de
aangifte moeten worden gericht. De meidings-
plichtigen kunnen zelf niet uitmaken, voor welke
overige instanties de verschillende aan te geven
vermogensbestanddeelen en feiten nog van be
lang zijn. De aangewezen instanties zullen even
tueele verdere instanties mededeehng doen.
Artikel 4 bepaalt den termijn voor aangifte,
welke loopt tot 15 April 1941. Mogelijkheid tot
verlenging is in afzonderlijke gevallen mogeiyk
gemaakt.
Artikel 5 behelst de uitwerking van de amnes
tie. De amnestie biedt zeer verstrekkende voor-
deelen om daardoor een ieder terugkeer tot eer
lijkheid zoo gemakkeiyk mogeiyk te maken en
wel:
1. Vryheid van straf (ook van tuchthuis
straffen)
2. verstrekkende bevryding van bybetalings-
plicht;
3. verbod van onderzoek naar van nu af aan
fiscaal niet meer belangryke gebeurtenissen,
teneinde daardoor zooveel mogeiyk met het
schaamtegevoel rekening te houden.
Art. 6 sluit de gevolgen der amnestie algeheel
uit, wanneer de aangifte niet volledig is. Ge-
deelteiyke amnestie doet zich in dit geval niet
voor. Verder is bepaald, dat de amnestie in zoo
verre niet in werking treedt, als de aangifte-
plichtige of de meldingsplichtige reeds mededee-
ling heeft gedaan, dat bevoegde instanties van
hun verzuimen kennis dragen.
Artikel 7 bepaalt by overtreding van den aan
gifteplicht een verdubbeling van de op zichzelve
reeds toepassehjke straf en, in net geval van be
dreiging met vrijheidsstraf subsidiair boete, een
vrijheidsstraf in elk geval. Hierin komt het be
ginsel tot uitdrukking, dat het staatsgezag in de
toekomst zonder pardon tegen die fraudeurs zal
optreden, die ook deze gelegenheid en plicht tot
algeheele schoonmaak niet gebruiken en zich
daardoor ook thans nog buiten de sociale ge
meenschap houden.
Artikelen 8 en 9 bevatten bepalingen over de
uitvaardiging van uitvoerings- en aanvuiiings-
bepalingen, alsmede over het inwerkingtreden
van de verordening, n.l. op den dag van haar
afkondiging.
In hotel „Pays Bas" te Utrecht hield de R.K.
Nederl. Boekhandelaren- en uitgevers-vereeniging
„St. Jan" haar algemeene vergadering, onder
presidium van den heer P. Brand, aan wiens
openings-rede wij het volgende ontleenen:
Onze laatste algemeene vergadering is gehou
den op 25 October 1939, by welke gelegenheid
wy tevens het vyftienjarig bestaan van onze
vereeniging hebben herdacht. Sindsdien is op elk
terrein in ons vaderland reeds veel geschied en
veranderd.
Toch behoort het juist tot de taak van den
uitgever op de allereerste plaats, maar ook van
den boekhandelaar, dat zy hun tyd volledig we
ten te begrijpen, ja zelfs, dat zy hun tyd vooruit
zyn. Het publiek moet gebracht worden in een
geestelyk evenwicht.
Deze taak is moeilijk en eischt van den
uitgever en boekhandelaar, naast een helder
oordeel, groote bezonnenheid
Wy zullen by het beoordeelen van de aan
ons toegezonden kopieën en bij de keuze
van onze boeken dubbel waakzaam moeten
zyn. Onze taak wordt echter veel verlicht;
wy, katholieken, hebben 'n veiligen gids in
het kerkeiyk leergezag.
Wanneer wy de resultaten van het uitgevers
bedrijf en van den boekhandel van het afgeloo-
pen jaar beschouwen, dan meen ik, mede op
gezag van anderen, te mogen constateeren, dat
deze, niettegenstaande de maanden Mei, Juni en
Juli beneden pari waren, dat deze toch zyn mee
gevallen: de boekhandel en dus ook de uitgevery
heeft niet over belangstelling van het Neder
landsche publiek te klagen gehad.
Het Is een opmerkelijk feit, dat het ernsti
ge, het religieuze boek momenteel grooten
aftrek vindt.
Belangryk voor ons is de vraag, zullen de
behaalde resultaten zich in de toekomst Hand
haven?
Een andere vraag is deze: heeft onze vereeni
ging ook nu nog reden van bestaan?
Uit de circulaire, die door het bestuur ie het
begin van Augustus is rondgezonden, is u ge
bleken, dat het bestuur hierop met een volmon
dig „ja" heeft geantwoord.
Al had deze vereeniging niets anders tot stand
gebracht, dan het samenstellen van en uitgeven
van den katalogus „St. Jan" en het eerste sup
plement, dan zou daarmede reeds het bestaans
recht van St. Jan voldoende zyn aangetoond.
Welnu, dit werk moet de vereeniging olijven
voortzetten.
Alvorens te besluiten gedenkt spr. de leden
der vereeniging die sinds de laatste algemeene
vergadering aan de vereeniging door den dood
zyn ontvallen, n.l. de heeren H. J. Dieben, mr.
Henri Schaapveld en de heer Frans Jos. Weyers.
Alvorens deze rede uit te spreken memoreerde
spr. den 75sten verjaardag van den heer .G. Th.
van Rossum, waarby de wensch werd uitge
sproken, dat deze figuur nog lang behouden
mocht blyven voor „St. Jan".
Aan het door den secretaris uitgebrachte ver
slag ontleenen wy:
Enkel leden bedankten voor het lidmaat
schap, doch door toetreding van verschillende
nieuwe leden bleef het ledental constant.
Het bestuur blijft zich er van bewust dat
noch het Vereenigingsbelang, noch de alge
meene vakbelangen gediend zyn met erkenning
van personen, die niet voldoen aan de redelyke
eischen van vakmanschap.
Tot de buitengewone vraagstukken die het
Bestuur onder zijn aandacht kreeg behoorde
o.m. de kwestie der Statutenwyziging. De bui
tengewone omstandigheden maakten het echter
op z'n minst twijfelachtig of het wenschelijk
was een statutenwyziging door te voeren; om
deze reden besloot het bestuur voorloopig van
een wyziging af te zien.
Het vraagstuk van het bedienden-lid
maatschap behoort eveneens tot de buiten
gewone vraagstukken. De besprekingen leid
den nog niet tot definitieve conclusies.
Vermelding verdient voorts de door het secre
tariaat, in den persoon van den heer P. Coe
bergh, gevoerde actie inzake de aansluiting van
een aantal leden, van St. Jan bij het Centraal
Boekhuis. Deze actie werd met groot succes
bekroond. Evenmin mag onvermeld blyven het
succes van de stappen terzake de ongeoorloofde
kortingen bij levering aan de St. Vincentius
Bibliotheken.
De Idil werkt thans weer en zal zulks blyven
doen.
De rekening en verantwoording over 1938
1939 werd goedgekeurd op een totaalbedrag van
f 3538.74, waarna de begrooting 1949—'41 vast
gesteld werd op een totaal van f 1100.
In verband met het aftreden van de zich niet
herkiesbaar stellende heeren P. Coebergh en M.
van Rossum werden tot bestuursleden gekozen
de heeren C. Hesseling en J. Winters. Den heer
P. Coebergh, die 10 jaar lang secretaris van
„St. Jan" is geweest, werd dank gebracht voor
het vele door hem tot stand gebrachte werk
In dit dankwoord werd ook betrokken de heer
M. van Rossum, die in korten tijd ook veel wist
te presteeren.
Aan de orde kwam vervolgens de bespreking
van „Collectieve reclame", waarby o.m. ter
sprake werd gebracht de uitgave „18 Karaats"
Er werd op gewezen, dat leden der propaganda-
commissie van „St. Jan" zouden kunnen sa
menwerken met vertegenwoordigers van „18
Karaats", ten einde de „collectieve reclame"
zoo vruchtbaar mogeiyk te doen zyn. In de
commissie werden gekozen de heeren Oomens
en Bogaart.
Mr. F. P. Th. Rohling heeft vervolgens een
uitvoerige inleiding gehouden over het onder
werp; „Is het gewenscht, dat de bedienden van
R.K. Uitgevers en Boekhandelaren lid worden
van St. Jan?", waarop spr. een bevestigend ant
woord gaf, erop wyzend, dat bedienden deel
uitmaken van het bedrijf en daarom dus ook
belang hebben by de bedryfs- d.i. de gezamen-
lyke belangen. Wettelijk bezien staan de par
tyen tegenover elkaar, maar deze voorstelling
van zaken) is een juridische constructie, die het
wezen van de onderlinge verhouding geen recht
doet wedervaren. Een bedryf is een geheel, en
alles, wat dient, om dat geheel samen te stel
len, behoort dus tot de onderdeeien van dat
bedryf, zoodat er sprake is van een groote ge
meenschapsgedachte. Merkwaardig is hierby
nochtans, dat er groote vryheid bestaat in het
wederzijds opzeggen van zijn lidmaatschap der
gemeenschap, terwyl ook het bepaien van een
loon nog zeer individualistisch geschiedt.
Verklaarbaar is het door een en ander, dat
de partyen van patroons en arbeiders tegen
over elkaar zyn gaan staan. Komt men echter
meer tot de overtuiging, dat men eigeniyk niet
tegenover elkaar staat, doch naast elkaar, dan
zou het voor de hand liggen, dat het tegen
over elkaar staan van organisaties ook zou ver-
dwynen. Alsdan zou het moeilyk zijn, de ge-
zamenlyke belangen gezamenlyk te behartigen, zyn functie als secretaris.
waarby nochtans, een hiërarchisch verschil in
één organisatie mogelijk zou blijven. De vraag
doet zich intusschen vor:o welke bedienden
kunnen in „St. Jan" worden opgenomen? Vak
bekwaamheid, en het gedurende eenigen tyd lid
geweest zyn van een zelfde bedryf spelen hier
bij volgens spr. een rol. Een moeilyker vraag is
dan nog: welke moet nu de aard zyn van het
lidmaatschap? Ten opzichte van het bedryf
zullen wellicht andere rechten gelden dan ten
opzichte van de vereenigingsbelangen.
Er zullen zich moeilijkheden voordoen, maar
onoplosbaar zullen 'deze niet zyn.
Van een goede onderlinge verstandhouding
zal het bedrijf ongetwijfeld goede vruchten
plukken.
Hoofdzaak, aldus spr., is momenteel, dat men
zich bewust wordt, dat een bedrijf een arbeids
gemeenschap is. En door goeden geest zullen
vele moeilijkheden opgelost kunnen worden
Diverse aanwezigen namen deel aan een dis
cussie over dit onderwerp.
O.m. werd naar voren gebracht, dat by op
neming van de bedienden niet alleen een be-
dryfsbelang moet gediend worden, doch dat ook
persoonlijke belangen van de bedienden behar
tigd moeten worden.
Het bedrijf heeft in de arbeidsgemeenschap
den plicht, niet alleen den bedienden, maar ook
den patroons een loon te geven voor hun ar
beidsprestaties; niet de patroon alleen is ver
plicht, voor het onderhoud van de bedienden
te zorgen.
Er werd op aangedrongen, by alle respect
voor de idealen, op reëelen grondslag te staan.
Te Mierlo-Hout is C. in de fabriek van Claus'
garen- en weefindustrie door een in werking
zijnde machine gegrepen en eenige malen rond
geslingerd. In het St. Antoniusgasthuis is de
man aan zyn verwondingen bezweken.
Men verzoekt ons opneming van het volgende:
In het Heiligdom van Onze Lieve Vrouw in 't
Zand te Roermond worden elk jaar vier geza
menlijke novenen gehouden als voorbereiding
op de grootste Mariafeesten. Velen nemen in
zulke dagen hun toevlucht tot de Hulp der
Christenen, de Lieve Vrouw in t Zand, en
velen kunnen later ook getuigen, door Haar in
de Noveendagen op bijzondere wyze te zyn
geholpen.
De komende Noveen van 1625 Maart als
voorbereiding op het feest van O. L. Vrouw
Boodschap, zal dit jaar een bijzonder karakter
hebben.
Op aanvrage van vele Maria-vereerders wordt
ter eeee van O. L. Vroirw, Hulp der Christenen
gehouden voor een spoedigen, rechtvaardigen
en duurzamen vrede. Het is immers de vurige
wensch van den H. Vader te Rome, dat we
voor den vrede bidden tot Maria. We kunnen
daarby Maria aanroenen onder verschillende
titels, maar zeker is een der mooiste en kracht
dadigste titels, waaronder we Haar in dezen
tijd kunnen aanroepen, de titel van Hulp der
Christenen. Onder dien titel nu wordt Maria
in Haar wonderbeeld van de Lieve Vrouw in
t Zand byzonder vereerd.
Om het gebed onder deze noveen zoo krach
tig mogelyk te maken, wordt zy dit jaar niet
alleen gehouden door de Inwoners van Roer
mond en omstreken, maar over heel Neder
land.
Om het houden van de Noveen te vergemak-
Men kan zeggen, dat er geen tegenstellingen 1 keliiken, is een apart Noveengebed opgesteld
...Owinnv Xot I f—\ T VT-._TT..1- -j~-
zouden moeten bestaan, maar een feit is, dat
er tegenstellingen zyn, voortkomend uit het feit,
dat ieder individu zijn persoonlyk belang moet
behartigen.
Tenslotte bleek men het in principe eens
te zijn met de houding van het bestuur, dat
de volwaardige bedienden in deze organi
satie wenscht toe te laten.
Bij de uitwerking van een en ander zal reke
ning worden gehouden met de statuten.
Bij de rondvraag nam de heer P. Coebergh
met eenige toepasselijke woorden afscheid uit
voor den vrede, tot O. L. Vrouw, Hulp der
Christenen, welk gebedje verkrygmaar is by
de Redactie, Kapel in 't Zand te Roermond.
Alle Katholieken worden uitgenoodigd ge
durende deze noveen dus van 1625 Maart
dagelijks iets extra te doen ter eere van
Maria. Dit kan o.a. bestaan in het bidden van
't noveengebed of het rozenhoedje voor die
intentie; in 't bijwonen van de H. Mis of Lof;
het ontvangen van de H. Communie of door
een bezoek overdag aan de kerk of het doen
van een of andere versterving.
Wanneer allen, die daartoe in de gelegen
heid zyn, aan deze bid- en boete-noveen deel
nemen, zal het gezamenlyk gebed tot Maria
zeker bydragen tot het verkrijgen van den
vrede.
door
30
Nadruk verboden
M/ant zoo gauw ik met haar alleen was, zei ze:
'Mijn lieve jongen! Ik meen het, je bent een
Ve jongen. Jack, ik ben zoo bly hiermee. O,
Wett het niet. Ik voel me gelukkiger, dan
bog ooit gedacht had, te zullen worden.'
*M/at bedoelt ze daarmee?)
„Ik voel me zoo dankbaar. Ik kan mijn arme,
^Betizinnige baby absoluut aan je toevertrou
wd, dat weet ik!'' Zie je, Phyllis is de jongste
j? de lieveling; zij is nooit boos over iets, dat
jj^üis zegt, doet of draagt. Zij denkt, dat Phyl-
Vo biets verkeerds doen kan, omdat zy op haar
a^r ïykt.
dat tlaar vader betreft, hy zei: „1Ben bly,
JaLPhyllis zoo verstandig geweest is, je haar
de ^°°rd te Seven. Ik had nooit gedacht, dat'ze
dingen zoo zou opnemen!"
wat bedoelde hij?)
bti Zien zou, wat goed voor haar was," zei
beer Carteret, „een jonge kerel als jij, die
ïooai slagen zal bestendig als een rots en niet
ür-n? wel, je weet, hoe ik over je generatip
Smith. Ik meen, dat de oorlog niet veel
dering gebracht heeft, behalve, dat men
zoo afgemat als zy, wanneer het aankomt od
een dag werken en een dans daarna! Je had
mij moeten zien, toen ik vyf en twintig was!!"
Zie je, mijnheer Carteret is één van die man
nen, die er niet tegen kunnen, dat zy geen vijf
en twintig mfer zyn, nog lang, nadat zij al vyf
en veertig zyn. Het eene oogenblik zullen ze
tegen meisjes zeggen: „Denk er aan, ik kon
je grootvader zijn,'' en het volgende oogenblik:
„Noem me alsjeblieft niet mijnheer!" Op zijn
kleeren is hij even precies als op zijn zaken.
Het soort man, dat eiken morgen urenlang de
badkamer ..bezet'" houdt en eindelijk in een zij
den chambercloak te voorschijn komt, geparfu
meerd en wel. Zoo vertelde Phyllis mij. Als
haar beste not „vamshing cream" geheel en al
verdwenen was, kon zij er zeker van zijn, dien on
de glasplaat van „Harry's" waschtafel terug te
vinden tusschen de rijen flesschen van speciale
dingen voor het haar, voor de tanden en voor
de huid. Toch is mynheer Carteret buitenge
woon aardig en populair. Zeer gezien ook door
de superieuren op onze Groote Lyn. Dat zal my
goed van pas komen. Dus, wat mijn toekom-
stigen schoonvader betreft, ben ik ook gelukkig.
Mijn toekomstige zwagers heb ik nog niet ge
zien. zy zyn beiden op een schip, maar zy heb
ben telegraphisch hun gelukwenschen gezon
den. De eene drukte zich misschien 'n beetje...
verrassend uit:
„Raad Je aan, als vriend, den buit spoedig in
de wacht te sleepen."
Wel, hfi zei het tamelijk leuk en onofficieel.
lang, hoe Je met je „aangetrouwde familie" over
weg kunt, vooral wat de mannen betreft.
Grappig, dat ik heelemaal niet wist, dat myn
verloofde!drie getrouwde zusters had. Den
Zondag na onze verloving nam ze me mee, om
kennis te gaan maken met twee van haar.
„Arme jongen! Akelig voor je, al die inspec
ties, hè?" lachte Phyllis onderweg. „Maar alle
verloofde lui moeten door dien zuren appel
by ten. Wees blij, dat het maar één vreemd huis
is vandaag. Myn zuster Doris woont by Daphne,
zoolang hun mannen in Duitschland zijn. Het
zijn tweelingen. Ik ben benieuwd hoe ze over jou
zullen denken en jij over haar?"
Ik vond Daphne, zoowel als Doris vroolijk,
mooi blond en aardig, meer gelijkend op me
vrouw Carteret dan Phyllis; en juist het
soort vrouwen, dat je verwachten zou in één
van die met roode pannen gedekte huisjes, die
men in Wimbledon ziet, met een tennisveld en
veel menschen in de buurt, die zot op tennissen
zyn.
„Tennis Je?'' was het eerste, wat de twee
lingzusters mij vroegen, en ze stelden de vraag
tegeiykertijd. Eveneens, toen ze me vroegen:
„Ben je een bridgespeler?" Onder het thee
drinken, waren ze alle twee heel lief tegen me.
Ik zag. dat ze een nogal mannelijk soort thee
bereid hadden in de eetkamer, in plaats van in
den ietwat luehtigen salon, met ansjovis-croquet-
jes, die ik moest eten. terwyl ze nog heet wa
ren! Zij noemden Phyllis „schat" en zeiden,
dat haar kapsel haar zoo vreeselijk leuk stond.
de slapende baby kyken en bleef ik met Daphne
alleen.
„Ik vind het dapper van u, dat u gekomen
is. is het niet/ vreeselyk, zoo door een heele
familie gekeurd te worden?"
„Niet, als ik aangenomen word. Niet, als u
my als zwager dragelyk vindt!"
„O zeker!" antwoordde Daphne blozend. (Ik
houd wel van vrouwen, die blozen kunnen).
„O, we zijn werkelijk blij. Ik weet zeker dat
Doris er ook zoo over denkt. We vinden het
echt aardig. Wy hadden nooit gedacht, dat
Phyllis...."
Zij hield op, een beetje onnoozel.
„Nooit gedacht, dat Phyllis, wat?"
„O niets. Maar we hadden van Phyllis nooit
gedacht dat ze in staat zou zijn, van iemand
als u te houden!"
„Waarom niet?" lachte ik. .Ren ik dan zoo
afstootend?"
„O, natuurlijk .niet! Wy wij vinden Je
alleraardigst. Maar men kan van te voren
nooit weten, van wien een meisje houden zal,
is 't wel? Het onverwachte gebeurt altyd, niet?
Doris en ik vinden, dat dit werkelijk heel, heel
goed voor Phyllis is!"
Ook dit begreep ik niet volkomen. Iedereen
was biy geweest, maar ook verrast, dat ik het
was, Jack Smith, dien Phyllis wilde trouwen.
Voor mij is het ook een verrassend geluk. Maar
daar schijnt een speciale verrassing te zyn,
waarvan ik de eigenlyke reden nog niet ken....
hun goedkeuring; dus met myn schoonzusters
bofte ik ook al weer.
„Echte schatten," geeuwde Phyllis op den
terugweg, „maar ik krijg een vreeselyk verlan
gen, om al het porcelein uit het heele huis in
hun groote piano te smijten en schreeuwend weg
te hollen. Him huis is als millioenen andere.
Hetzelfde heldere dak en dezelfde* vensters. De
zelfde rose-roomkleurige salon met rissen kra
len langs het eléctrisch licht! Dezelfde varens
in denzelfden pot op hetzelfde tafeltje! Dezelfde
groote witte kinderwagen in de hal, dezelfde
foto's van schoolvriendinnen in avondkleeding
in dezlfde zilveren lijstjes! Alles precies het
zelfde als overal."
„Ik wed dat hun echtgenooten toch wel ver
schil zullen opmerken. Als die twee uit Duitsch
land thuis komen zal het voor hen niet zijn als
overal, 't Is de vrouw des huizes die 't 'm doet.
Ik...."
Ik nam haar handen en zei tegen haar nog
steeds eenigszins verlegen wat deze dingen be
trof: „Wanneer jy er was, Phyllis, zou ik elk
interieur prachtig vinden 1"
Phyllis lachte opgewekt tegen me. ,jy bent
'n goeierd, ook
Zy ging haastig verder: „Mijn oudste zus is
heel anders dan de tweelingen. Ik ben bang,
dat je niet-van haar zult houden. Maar ik zal
je er niettemin volgenden Zondag heen sturen.
Zy woont in Surrey in een vischvyver."
„Wat?" zei ik nog al verbysterd.
Phyllis babbelde maar vroolijk door (ze is
sinds ons engagement in een buitengewone
stemming): „O, het is een huis, dat aan de
forelvisschery behoort. Door krankzinnigen voor
krankzinnigen gebouwd. De schoorsteenen liggen
op één hoogte met 'den grooten verkeersweg,
links waarvan het huis naar het water helt. De
voordeur brengt je in de slaapkamer, boven, de
salon ziet uit op het kippenhok, het front is
aan den achterkant en de achterkant is op het
grasveld. Zóó'n architectuur is het!"
Na dit alles was ik zeer benieuwd, hoe het
zijn zou. Toch ook eer 'n beetje zenuwachtig
over die andere zuster. Phyllis vertelde, dat haar
bijnaam „Flapuit" was. omdat zij altyd flink
hardop zei. wat de heele familie veinsde, niet
op te merken.
Toen wy den volgenden Zondag naar de natte
wildernissen van Surrey gingen (hemel, wat kan
het in die streek regenen) gebeurde er iets
vreemds. Zoo gauw myn oog viel op dit eigen
aardige landhuis te midden van de bosschen,
met zyn reeksen plassen en vijvers, omgeven
door bamboe en druipende rhododendronjtrui-
ken, kreeg ik het gevoel, dat men op sommige
plaatsen krijgt, als men deze voor het eerst
ziet.
„Hallo!.... Hier zal ik gelukkig zyn. op een
of andere maier, op een of anderen tijd
Vreemd! Toen.... weg was het! Het gevoel
verdween en ik werd aan Phyllis' oudste zuster
voorgesteld.
(Wordt vervolgd.)