HET VERKEER TER ZEE AMNESTIE VOOR VERZUIMDE BELASTINGAANGIFTEN R.K. BOEKHANDELAREN EN UITGEVERS BIJEEN Voor elkander bestemd VRIJDAG 14 MAART 1941 Maatregelen bij Verordening afgekondigd Regelende verordening op komst Kerkelijk leven Vervangingsmaterialen op de Jaarbeurs Industrialisatie en brandstoffen- economie PACHTOPDRIJVINGS- BESLUIT Nadere regelingen getroffen DE ONTBINDING DER VRIJMETSELARIJ Tentoonstelling te Haarlem ZAAN DAMS BOETE IN DE GEMEENTEKAS JONGETJE DOODGEREDEN Bejaarde brandstichter gegrepen Schuldbrieven aan toonder Bij aanrijding gedood Varkens clandestien geslacht Besprekingen over „collectieve reclame" en de groote gemeen- schaps-gedachte Belangrijke besprekingen Arbeider verongelukt GEBEDSNOVEEN VOOR DEN VREDE Tot O. L. Vrouw Hulp der Christenen BERTA RUCK Ue Je ik bcei wat is gaan verbeelden. Ik ben niet Dus. ook daar heb ik geluk, 't Is van groot be Even daarna Eing Phyllis met Doris mee naar Maar, wat er ook was, de tweelingen gaven Aan een 13 Maart verschenen verordening van den rijkscommissaris voor het bezette Neder- landsche gebied, houdende maatregelen betref fende het verkeer ter zee, ontleenen wij: Artikel 1. De kapitein van ieder schip, dat Uit zee een haven in het bezette Nederlandsche gebied binnenloopt of uit zulk een haven naar zee vertrekt, is verplicht, bij de bevoegde „Ha- fenüberwachungsstelle" van de Duitsche oor- loesmarine lijsten van schepelingen en passa giers voor het door hem gevoerde schip in te dienen. De lijsten moeten bij binnenkomende schepen terstond na het binnenloopen, bij vertrekkende schepen uiterlijk 48 uren voor het vertrek wor den ingediend. Artikel 2. In de lijsten van schepelingen en passagiers dienen alle personen, die zich bij het binnenloopen of by het vertrek aan boord van het schip bevinden, te zyn vermeld. Namen van personen, die zich niet aan boord bevinden, mogen in de lijst niet worden opgenomen. Voor het opmaken van de ïysten van schepe lingen en passagiers dient gebruik te worden gemaakt van de bij de „Hafenüberwachungs- stellen" der Duitsche oorlogsmarine verkrijgbare officieele formulieren. Zij moeten in drievoud werden ingediend. schepen terstond na het binnenloopen, by ver trekkende schepen uiterlijk twaalf uur vóór het vertrek worden ingediend. Indien lading wordt ingenomen, moeten de seheepsgegevens uiteriyk twaalf uren, voordat met laden begonnen wordt, worden ingediend. Slechts die goederen, welke in de ladings papieren zijn vermeld, mogen zich als lading aan boord bevinden. De schepelingen mogen slechts voorwerpen, welke tot hun eigen uitrusting behooren, by zich aan boord hebben. Zendingen (brieven en alle soorten van post) voor het buitenland mogen door schepelingen en door passagiers slechts met toestemming van de „Hafenüberwachungsstelle" worden vervoerd. Hij die opzetteiyk of door zijn schuld in strijd handelt met de voorschriften van ceze veror dening wordt door den rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (commissaris- generaal voor Financiën en Economische Zaken) met een tuchtrechteiyke straf van ten hoogste f 20.000 voor elk geval afzonderiyk gestraft. op goede werking. Van deze punten gaan koor den naar een voor het paneel opgesteld rneet- bord, dat een indruk verschait van de werk- wyze, welke het instituut toepast. Een doorsneeteekening toont den proefstand voor onderzoek van haarden en kachels op ca paciteit en nuttig effect( terwyi een grafische voorstelling het aantal deelnemers aan de stokerscursussen, welke sedert 1923 door het instituut worden gegeven, geeft. Een diagram toont productie en verbruik van steenkolen en cokes in 1938 in Nederland. Door een schema tische voorstelling krijgt men met een oogopslag een indruk van de werkingssfeer van het Insti tuut. Een slagzin noodigt uit. eventueele moei- lykheden aan het instituut voor te leggen. Artikel 3 bepaalt o.a., dat by de ïy'sten van schepelingen en passagiers de vereischte legi timatiepapieren (paspoorten, persoonsbewijzen, monsterboekjes) van de in de lijsten voor komende personen dienen te worden bijgevoegd. Bij binnenloopende schepen mag ingevolge artikel 4 het verkeer tusschen het schip en den wal eerst een aanvang nemen, wanneer de ïysten van schepelingen en passagiers zyn ingediend en de „Hafenüberwachungsstelle" dit verkeer heeft toegestaan. By vertrekkende schepen is het verkeer tus schen het schip en den wal verboden nadat dp „Hafenüberwachungsstelle" het schip voor het vertrek heeft vrijgegeven. Op Nederlandsche schepen mogen als schepeling slechts Nederlanders, Nederland sche onderdanen of personen van Duitsche nationaliteit worden aangemonsterd, mits zy in het bezit zyn van een paspoort of per soonsbewijs en van een monsterboekje (art. 5). Personen, wier monsterboekje eerst na 10 Mei 1940 is uitgeschreven, mogen slechts met toestemming van de „Hafenüberwa chungsstelle" worden aangemonsterd. Op neutrale schepen mogen blijkens ar tikel 6 als schepeling Nederlanders en Nederlandsche onderdanen slechts met toe stemming van de „Hafenüberwachungsstelle" worden aangemonsterd. De paspoorten en persoonsbewüzen dezer per sonen moeten by den Nederlandschen ambte naar van aanmonstering in bewaring worden gegeven. Deze mogen hun slechts met toestem ming van de „Hafenüberwachungsstelle" weder worden overhandigd. In artikel 7 lezen wü: De kapitein van ieder Nederlandsch schip dient, wanneer een schepeling, die Nederlander of Nederlandsch onderdaan is, buiten het be zette Nederlandsche gebied het schip onbevoegd verlaat, dan wel wegens ziekte of anderszins achtergelaten wordt, daarvan aangifte te doen. Deze aangifte dient in de door de Duitsche Weermacht bezette gebieden by de „Hafénüber- Wachungsstelle", in neutrale landen by den be voegden Duitschen consul terstond, althans vóór het vertrek van het schip, te worden gedaan. By de aangifte dient het monsterboekje van de betreffende schepelingen te worden overge legd. Artikel 8 zegt, dat, indien een schepeling wegens ziekte of anderszins buiten het be zette Nederlandsche gebied moet worden achtergelaten, de kapitein er voor zorg dient te dragen, dat het bedrag, benoodigd voor den terugkeer van den achtergelatene naar het bezette Nederlandsche gebied, by de in stantie, bij welke de aangifte overeenkomstig artikel 7 moet worden gedaan, wordt ge stort. Volgens artikel 9 mag de bemanning, met Inbegrip van den kapitein, buiten het bezette Nederlandsche gebied slechts met vergunning Worden aangevuld. Deze vergunning wordt in de door de Duitsche weermacht bezette gebie den door de bevoegde „Hafenüberwachungs stelle", in neutrale landen door den Duitschen consul verleend. Artikel 10 zegt dat schepeling noch pas sagier van een Nederlandsch schip zich in neutrale landen in verbinding mag stellen met de diplomatieke vertegenwoordigingen Van de voormalige Nederlandsche regeering. Ten aanzien van de lading wordt in een der 'olgende artikelen bepaald dat de kapitein van dieder schip, dat uit zee e enhaven in het bezette Nederlandsche gebied binnenloopt of uit zulk Cen haven naar zee vertrekt, verplicht is, by de ■.Hafenüberwachungsstelle" de seheepsgegevens cp het daarvoor bestemde officieele formulier, hetwelk by de „Hafenüberwachungsstelle" ver krijgbaar is, in te dienen. Deze gegevens moeten by binnenloopende Onder den druk der tijden laat het mensche- lijk vernuft zich van zijn scherpsten kant zien. Tallooze producten, die niet meer voorradig zijn, worden vervangen. De mensch had vroe ger nooit gedacht wol te kunnen leveren, uit melk vervaardigd; stroo, eens slechts verpak kingsmateriaal, is nu, gemengd met cement, gepromoveerd tot bouwmateriaal. Een overzicht van hetgeen op het gebied van vervangingsmaterialen in dit laatste halfjaar tot stand is gekomen, verschaft de inzending van het centraal instituut voor Industrialisatie op de Jaarbeurs te Utrecht. Op een tien-tal tableaux worden nieuwe grondstoffen en nieuwe producten tentoonge steld. De achtergrond wordt gevormd door een schilderij, waarboven als tekst staat; onder den druk der tyden groeit nieuwe energie. Op overzichtelijke wijze worden vervangen de bouwmaterialen getoond, zooals holle bak- steenen, nieuwe bouwplaten', nieuwe steensoor ten, oliearme verven etc., nieuwe textielpro ducten, zooals melkwol, papieren garens etc.. kunstleder en producten daarvan, geregene reerde rubber, verschillende voorbeelden van petroleumvervanging, nieuwe producten in de verpakkingsindustrie en tenslotte eenige in Nederland gewonnen oppervla.ktedelfstoffen, welke door den Nederlandschen Opbouwdienst zyn opgegraven. Direct aansluitend aan deze inzending vindt men in den stand van het Rijksinstituut voor brandstoffeneconomie een paneel met de af beelding van een schema van een gasgenerator voor auto's, waarop zijn aangegeven de punten, waar opmetingen worden gedaan ter keurinj By beschikking van de secretarissen-generaal van het departement van Landbouw en Vis- schsrij en van Justitie zijn nadere regelen ge troffen betreffende gras- en hooiverkoopingen, het inscharen van vee en het Pachtprysopdry- vingsbesluit 1940. Verkoopingen van gras (al of niet op stam), hooi (anders dan per gewicht), hooilandverpach- tingen en inscharing van vee worden voor de toepassing van dit besluit als verpachtingen be schouwd. Het is voortaan verboden, een pachtovereen komst of een overeenkomst tot wyziging of aanvulling van een pachtovereenkomst te slui ten, indien de bedongen pachtprijs hooger is dan die, welke voor het verpachte gold in het jaar 1939 voor of op 1 September. Voorts is het verboden zonder goedkeuring van het bevoegde pachtbureau: a. vee in een weide ter inscharing aan te ne men of gras of hooi, als bedoeld in de tweede alinea, te verkoopen of ten verkoop aan te bieden; b. een inscharingsovereenkomst aan te gaan; c. eenige vergoeding terzake van inscharen aan te nemen; d. aan een overeenkomst, als bedoeld jnder a en b, welke gesloten is vóór de inwerkingtreding van deze beschikking, uitvoering te geven. Het Arbeitsbereich der N.S.D.A.P. te Haarlem organiseert in het voormalige Logegebouw, Riperdastraat l'jp, aldaar, een tentoonstelling betreffende de Vrymetselary. Zaterdag 15 Maart, 's middags om drie uur, wordt deze expositie geopend. Het ligt volgens „Het Volk" in het voorne men van den Burgemeester-Regeeringscom mlssaris van Zaandam, zyn invloed by de autoriteiten aan te wenden, opdat de boete van f 500.000. op te brengen door de gemeente Zaandam, in de gemeentekas wordt gestort. Hij zou voornemens zyn dit geld o.a. aan te wenden voor een pensioenfonds voor de boot werkers, aldus het blad. Te Sittard is Donderdagmiddag op den ryks- weg het achtjarige zoontje van de familie Z. te Stadbroek, dat bij het spelen plotseling den weg overstak, door een uit de richting Geleen ko menden zwaren transportwagen gegrepen en daarbij vrijwel op slag gedood. Het lijkje is naar het R. K. ziekenhuis De Goddeiyke Voorzienigheid overgebracht. Woensdag is naar het huis van bewaring te Roermond overgebracht en opgesloten de 80- jarige J. van W., geboren te Grave, wegens brandstichting in de Abdy Lilbosch der paters Trappisten te Echt. Hij had sinds enkele dagen ziefi te Echt ge vestigd en was onlangs met een flinke uit- gaanskas uit de rijkswerkinrichting Veenhuizen ontslagen. De paters ïyden groote schade. Groote hoeveelheden stroo zijn verbrand, even als verschillende landbouwmachines. De ge bouwen, waarin de brand gesticht is, stonden dicht bij de Abdij, die behouden kon biyven, tengevolge van de gunstige windrichting. Bij besluit van de secretarissen-generaal van de departementen van Justitie en van Handel, Nijverheid en Scheepvaart betreffende vergade ringen van houders van schuldbrieven aan toonder is bepaald, dat besluiten eener verga dering, bedoeld in artikel 7, eerste lid, der Wet op de vergadering van houders van schuld brieven aan toonder, mede kunnen betreffen vorderingen, welke reeds langer dan een jaar opeischbaar zyn. Dit besluit treedt in werking op den dag züner afkondiging, 13 Maart 1941. Het vervalt met in gang van 1 Januari 1942. Ter hoogte van café De Tol te Gennep is de ruim 60-jarige P. Philipsen uit die gemeente door een vrachtauto aangereden en vrijwel op slag gedood. Het slachtoffer was vader van een groot gezin. Donderdag stond voor den kantonrechter te Amersfoort een man uit Hoogland terecht, die in November twaalf varkens op clandestiene wijze had geslacht en het vleesch tegen hoogen prijs had verkocht. De verdachte zeide, daarmede het publiek te hebben willen dienen. De ambtenaar eischte f 1000 boete subsidiair 4 maanden r. «rr.tenls. De kantonrechter veroordeelde den verdachte tot f 300 boete, subsidiair 100 dagen hechtenis. Het O.M. zal in hooger beroep gaan. Naar men ons mededeelt, is er een veror dening op komst, waarin amnestie wordt verleend voor bepaalde verzuimen ten op zichte van den fiscus. In de laatste maanden zijn meermalen van overheidswege oproepingen gedaan tot aanmel ding of aangifte van bepaalde vermogensbe- standdeelen, hetzy op grond van deviezenpolitiek hetzij op grond van belastingpolitiek (deviezen- verordening 1940, de verordeningen nrs. 155/40, 203/40, 35/41, derde uitvoeringsbesluit sperr- markenbelasting). Door deze oproepingen wer den personen, die deze vermogensbestanddeelen by een vroegere gelegenheid, byv. om belasting te ontgaan, niet hadden aangegeven in moeilijk heden gebracht. Zij moesten immers vreezen, door de huidige aanmelding kans te loopen voor het vroegere yerzuim te worden gestraft. Daar door werd hun de vervulling van hun plicht in sommige gevallen aanzienlijk bemoeilykt. Evenals in het Rijk is ook hier het grootste belang gelegen in het bereiken van een zoo groot mogelijke eerlijkheid in belasting- en deviezen- zaken en van fiscaal standpunt uit, vooral met het oog op ten deele reeds uitgevoerde, ten deele nog voor de deur staande belastinghervormin gen. Deze hervormingen moeten den Staat de middelen verschaffen, Welke hü tot bestrijding van de vooral door den oorlog aanzienlijk geste gen uitgaven dringend behoeft. Te dien einde is het niet alleen noodig, dat de belastingtarieven ten deele worden verhoogd, maar ook, dat de inning der belastingen volle diger wordt bereikt. Vermeld kunnen worden de noodzakeiyke uitbouw van de belastingcontrole en de beoogde invoering van de consultatie in belastingzaken in de betrekkingen tot het Duitsche Rijk en mogelijk ook tot andere staten. Door deze voorgenomen maatregelen, welke in de eerste plaats de fiscale rechtvaardigheid die nen, zullen, naar valt aan te nemen, alle geval len van oneeriykheid opgespoord worden. Het kan echter niet het oogmerk van de over heid zijn, zooveel mogelijk burgers wegens over tredingen te straffen, overtredingen, welke wel licht voor een groot deel door de verhoudingen in een vroegeren en anderen tijd mogelijk zyn gemaakt. Veeleer moet het taak der overheid zijn, deze zondaars nog voor hun betrapping op een voor hen zoo zacht mogelijke wijze tot eer- ïykheid te brengen en daardoor weder in de sociale gemeenschap terug te voeren, of hun al thans op zijn minst de mogeiykheid daartoe te geven en op deze wü'ze tegeiykertyd hun presta tievermogen voor de toekomst aan het algemeen belang dienstbaar te maken. Deze oogmerken dient de op komst zijnde verordening, doordat zij een algemeene en uniforme belasting- en devie- zenamnestie behelst. Artikel 1 schept een aangifteplicht voor alle tot nu toe verheimeiykte vermogensbestanddee len en aan belasting onderhevige feiten. Daar door wordt niet slechts een recht op amnestie, maar ook een plicht daartoe ingevoerd. Artikel 2 omschrüft den kring van de mel- dingsplichtige personen. Artikel 3 bepaalt de instanties, waaraan de aangifte moeten worden gericht. De meidings- plichtigen kunnen zelf niet uitmaken, voor welke overige instanties de verschillende aan te geven vermogensbestanddeelen en feiten nog van be lang zijn. De aangewezen instanties zullen even tueele verdere instanties mededeehng doen. Artikel 4 bepaalt den termijn voor aangifte, welke loopt tot 15 April 1941. Mogelijkheid tot verlenging is in afzonderlijke gevallen mogeiyk gemaakt. Artikel 5 behelst de uitwerking van de amnes tie. De amnestie biedt zeer verstrekkende voor- deelen om daardoor een ieder terugkeer tot eer lijkheid zoo gemakkeiyk mogeiyk te maken en wel: 1. Vryheid van straf (ook van tuchthuis straffen) 2. verstrekkende bevryding van bybetalings- plicht; 3. verbod van onderzoek naar van nu af aan fiscaal niet meer belangryke gebeurtenissen, teneinde daardoor zooveel mogeiyk met het schaamtegevoel rekening te houden. Art. 6 sluit de gevolgen der amnestie algeheel uit, wanneer de aangifte niet volledig is. Ge- deelteiyke amnestie doet zich in dit geval niet voor. Verder is bepaald, dat de amnestie in zoo verre niet in werking treedt, als de aangifte- plichtige of de meldingsplichtige reeds mededee- ling heeft gedaan, dat bevoegde instanties van hun verzuimen kennis dragen. Artikel 7 bepaalt by overtreding van den aan gifteplicht een verdubbeling van de op zichzelve reeds toepassehjke straf en, in net geval van be dreiging met vrijheidsstraf subsidiair boete, een vrijheidsstraf in elk geval. Hierin komt het be ginsel tot uitdrukking, dat het staatsgezag in de toekomst zonder pardon tegen die fraudeurs zal optreden, die ook deze gelegenheid en plicht tot algeheele schoonmaak niet gebruiken en zich daardoor ook thans nog buiten de sociale ge meenschap houden. Artikelen 8 en 9 bevatten bepalingen over de uitvaardiging van uitvoerings- en aanvuiiings- bepalingen, alsmede over het inwerkingtreden van de verordening, n.l. op den dag van haar afkondiging. In hotel „Pays Bas" te Utrecht hield de R.K. Nederl. Boekhandelaren- en uitgevers-vereeniging „St. Jan" haar algemeene vergadering, onder presidium van den heer P. Brand, aan wiens openings-rede wij het volgende ontleenen: Onze laatste algemeene vergadering is gehou den op 25 October 1939, by welke gelegenheid wy tevens het vyftienjarig bestaan van onze vereeniging hebben herdacht. Sindsdien is op elk terrein in ons vaderland reeds veel geschied en veranderd. Toch behoort het juist tot de taak van den uitgever op de allereerste plaats, maar ook van den boekhandelaar, dat zy hun tyd volledig we ten te begrijpen, ja zelfs, dat zy hun tyd vooruit zyn. Het publiek moet gebracht worden in een geestelyk evenwicht. Deze taak is moeilijk en eischt van den uitgever en boekhandelaar, naast een helder oordeel, groote bezonnenheid Wy zullen by het beoordeelen van de aan ons toegezonden kopieën en bij de keuze van onze boeken dubbel waakzaam moeten zyn. Onze taak wordt echter veel verlicht; wy, katholieken, hebben 'n veiligen gids in het kerkeiyk leergezag. Wanneer wy de resultaten van het uitgevers bedrijf en van den boekhandel van het afgeloo- pen jaar beschouwen, dan meen ik, mede op gezag van anderen, te mogen constateeren, dat deze, niettegenstaande de maanden Mei, Juni en Juli beneden pari waren, dat deze toch zyn mee gevallen: de boekhandel en dus ook de uitgevery heeft niet over belangstelling van het Neder landsche publiek te klagen gehad. Het Is een opmerkelijk feit, dat het ernsti ge, het religieuze boek momenteel grooten aftrek vindt. Belangryk voor ons is de vraag, zullen de behaalde resultaten zich in de toekomst Hand haven? Een andere vraag is deze: heeft onze vereeni ging ook nu nog reden van bestaan? Uit de circulaire, die door het bestuur ie het begin van Augustus is rondgezonden, is u ge bleken, dat het bestuur hierop met een volmon dig „ja" heeft geantwoord. Al had deze vereeniging niets anders tot stand gebracht, dan het samenstellen van en uitgeven van den katalogus „St. Jan" en het eerste sup plement, dan zou daarmede reeds het bestaans recht van St. Jan voldoende zyn aangetoond. Welnu, dit werk moet de vereeniging olijven voortzetten. Alvorens te besluiten gedenkt spr. de leden der vereeniging die sinds de laatste algemeene vergadering aan de vereeniging door den dood zyn ontvallen, n.l. de heeren H. J. Dieben, mr. Henri Schaapveld en de heer Frans Jos. Weyers. Alvorens deze rede uit te spreken memoreerde spr. den 75sten verjaardag van den heer .G. Th. van Rossum, waarby de wensch werd uitge sproken, dat deze figuur nog lang behouden mocht blyven voor „St. Jan". Aan het door den secretaris uitgebrachte ver slag ontleenen wy: Enkel leden bedankten voor het lidmaat schap, doch door toetreding van verschillende nieuwe leden bleef het ledental constant. Het bestuur blijft zich er van bewust dat noch het Vereenigingsbelang, noch de alge meene vakbelangen gediend zyn met erkenning van personen, die niet voldoen aan de redelyke eischen van vakmanschap. Tot de buitengewone vraagstukken die het Bestuur onder zijn aandacht kreeg behoorde o.m. de kwestie der Statutenwyziging. De bui tengewone omstandigheden maakten het echter op z'n minst twijfelachtig of het wenschelijk was een statutenwyziging door te voeren; om deze reden besloot het bestuur voorloopig van een wyziging af te zien. Het vraagstuk van het bedienden-lid maatschap behoort eveneens tot de buiten gewone vraagstukken. De besprekingen leid den nog niet tot definitieve conclusies. Vermelding verdient voorts de door het secre tariaat, in den persoon van den heer P. Coe bergh, gevoerde actie inzake de aansluiting van een aantal leden, van St. Jan bij het Centraal Boekhuis. Deze actie werd met groot succes bekroond. Evenmin mag onvermeld blyven het succes van de stappen terzake de ongeoorloofde kortingen bij levering aan de St. Vincentius Bibliotheken. De Idil werkt thans weer en zal zulks blyven doen. De rekening en verantwoording over 1938 1939 werd goedgekeurd op een totaalbedrag van f 3538.74, waarna de begrooting 1949—'41 vast gesteld werd op een totaal van f 1100. In verband met het aftreden van de zich niet herkiesbaar stellende heeren P. Coebergh en M. van Rossum werden tot bestuursleden gekozen de heeren C. Hesseling en J. Winters. Den heer P. Coebergh, die 10 jaar lang secretaris van „St. Jan" is geweest, werd dank gebracht voor het vele door hem tot stand gebrachte werk In dit dankwoord werd ook betrokken de heer M. van Rossum, die in korten tijd ook veel wist te presteeren. Aan de orde kwam vervolgens de bespreking van „Collectieve reclame", waarby o.m. ter sprake werd gebracht de uitgave „18 Karaats" Er werd op gewezen, dat leden der propaganda- commissie van „St. Jan" zouden kunnen sa menwerken met vertegenwoordigers van „18 Karaats", ten einde de „collectieve reclame" zoo vruchtbaar mogeiyk te doen zyn. In de commissie werden gekozen de heeren Oomens en Bogaart. Mr. F. P. Th. Rohling heeft vervolgens een uitvoerige inleiding gehouden over het onder werp; „Is het gewenscht, dat de bedienden van R.K. Uitgevers en Boekhandelaren lid worden van St. Jan?", waarop spr. een bevestigend ant woord gaf, erop wyzend, dat bedienden deel uitmaken van het bedrijf en daarom dus ook belang hebben by de bedryfs- d.i. de gezamen- lyke belangen. Wettelijk bezien staan de par tyen tegenover elkaar, maar deze voorstelling van zaken) is een juridische constructie, die het wezen van de onderlinge verhouding geen recht doet wedervaren. Een bedryf is een geheel, en alles, wat dient, om dat geheel samen te stel len, behoort dus tot de onderdeeien van dat bedryf, zoodat er sprake is van een groote ge meenschapsgedachte. Merkwaardig is hierby nochtans, dat er groote vryheid bestaat in het wederzijds opzeggen van zijn lidmaatschap der gemeenschap, terwyl ook het bepaien van een loon nog zeer individualistisch geschiedt. Verklaarbaar is het door een en ander, dat de partyen van patroons en arbeiders tegen over elkaar zyn gaan staan. Komt men echter meer tot de overtuiging, dat men eigeniyk niet tegenover elkaar staat, doch naast elkaar, dan zou het voor de hand liggen, dat het tegen over elkaar staan van organisaties ook zou ver- dwynen. Alsdan zou het moeilyk zijn, de ge- zamenlyke belangen gezamenlyk te behartigen, zyn functie als secretaris. waarby nochtans, een hiërarchisch verschil in één organisatie mogelijk zou blijven. De vraag doet zich intusschen vor:o welke bedienden kunnen in „St. Jan" worden opgenomen? Vak bekwaamheid, en het gedurende eenigen tyd lid geweest zyn van een zelfde bedryf spelen hier bij volgens spr. een rol. Een moeilyker vraag is dan nog: welke moet nu de aard zyn van het lidmaatschap? Ten opzichte van het bedryf zullen wellicht andere rechten gelden dan ten opzichte van de vereenigingsbelangen. Er zullen zich moeilijkheden voordoen, maar onoplosbaar zullen 'deze niet zyn. Van een goede onderlinge verstandhouding zal het bedrijf ongetwijfeld goede vruchten plukken. Hoofdzaak, aldus spr., is momenteel, dat men zich bewust wordt, dat een bedrijf een arbeids gemeenschap is. En door goeden geest zullen vele moeilijkheden opgelost kunnen worden Diverse aanwezigen namen deel aan een dis cussie over dit onderwerp. O.m. werd naar voren gebracht, dat by op neming van de bedienden niet alleen een be- dryfsbelang moet gediend worden, doch dat ook persoonlijke belangen van de bedienden behar tigd moeten worden. Het bedrijf heeft in de arbeidsgemeenschap den plicht, niet alleen den bedienden, maar ook den patroons een loon te geven voor hun ar beidsprestaties; niet de patroon alleen is ver plicht, voor het onderhoud van de bedienden te zorgen. Er werd op aangedrongen, by alle respect voor de idealen, op reëelen grondslag te staan. Te Mierlo-Hout is C. in de fabriek van Claus' garen- en weefindustrie door een in werking zijnde machine gegrepen en eenige malen rond geslingerd. In het St. Antoniusgasthuis is de man aan zyn verwondingen bezweken. Men verzoekt ons opneming van het volgende: In het Heiligdom van Onze Lieve Vrouw in 't Zand te Roermond worden elk jaar vier geza menlijke novenen gehouden als voorbereiding op de grootste Mariafeesten. Velen nemen in zulke dagen hun toevlucht tot de Hulp der Christenen, de Lieve Vrouw in t Zand, en velen kunnen later ook getuigen, door Haar in de Noveendagen op bijzondere wyze te zyn geholpen. De komende Noveen van 1625 Maart als voorbereiding op het feest van O. L. Vrouw Boodschap, zal dit jaar een bijzonder karakter hebben. Op aanvrage van vele Maria-vereerders wordt ter eeee van O. L. Vroirw, Hulp der Christenen gehouden voor een spoedigen, rechtvaardigen en duurzamen vrede. Het is immers de vurige wensch van den H. Vader te Rome, dat we voor den vrede bidden tot Maria. We kunnen daarby Maria aanroenen onder verschillende titels, maar zeker is een der mooiste en kracht dadigste titels, waaronder we Haar in dezen tijd kunnen aanroepen, de titel van Hulp der Christenen. Onder dien titel nu wordt Maria in Haar wonderbeeld van de Lieve Vrouw in t Zand byzonder vereerd. Om het gebed onder deze noveen zoo krach tig mogelyk te maken, wordt zy dit jaar niet alleen gehouden door de Inwoners van Roer mond en omstreken, maar over heel Neder land. Om het houden van de Noveen te vergemak- Men kan zeggen, dat er geen tegenstellingen 1 keliiken, is een apart Noveengebed opgesteld ...Owinnv Xot I f—\ T VT-._TT..1- -j~- zouden moeten bestaan, maar een feit is, dat er tegenstellingen zyn, voortkomend uit het feit, dat ieder individu zijn persoonlyk belang moet behartigen. Tenslotte bleek men het in principe eens te zijn met de houding van het bestuur, dat de volwaardige bedienden in deze organi satie wenscht toe te laten. Bij de uitwerking van een en ander zal reke ning worden gehouden met de statuten. Bij de rondvraag nam de heer P. Coebergh met eenige toepasselijke woorden afscheid uit voor den vrede, tot O. L. Vrouw, Hulp der Christenen, welk gebedje verkrygmaar is by de Redactie, Kapel in 't Zand te Roermond. Alle Katholieken worden uitgenoodigd ge durende deze noveen dus van 1625 Maart dagelijks iets extra te doen ter eere van Maria. Dit kan o.a. bestaan in het bidden van 't noveengebed of het rozenhoedje voor die intentie; in 't bijwonen van de H. Mis of Lof; het ontvangen van de H. Communie of door een bezoek overdag aan de kerk of het doen van een of andere versterving. Wanneer allen, die daartoe in de gelegen heid zyn, aan deze bid- en boete-noveen deel nemen, zal het gezamenlyk gebed tot Maria zeker bydragen tot het verkrijgen van den vrede. door 30 Nadruk verboden M/ant zoo gauw ik met haar alleen was, zei ze: 'Mijn lieve jongen! Ik meen het, je bent een Ve jongen. Jack, ik ben zoo bly hiermee. O, Wett het niet. Ik voel me gelukkiger, dan bog ooit gedacht had, te zullen worden.' *M/at bedoelt ze daarmee?) „Ik voel me zoo dankbaar. Ik kan mijn arme, ^Betizinnige baby absoluut aan je toevertrou wd, dat weet ik!'' Zie je, Phyllis is de jongste j? de lieveling; zij is nooit boos over iets, dat jj^üis zegt, doet of draagt. Zij denkt, dat Phyl- Vo biets verkeerds doen kan, omdat zy op haar a^r ïykt. dat tlaar vader betreft, hy zei: „1Ben bly, JaLPhyllis zoo verstandig geweest is, je haar de ^°°rd te Seven. Ik had nooit gedacht, dat'ze dingen zoo zou opnemen!" wat bedoelde hij?) bti Zien zou, wat goed voor haar was," zei beer Carteret, „een jonge kerel als jij, die ïooai slagen zal bestendig als een rots en niet ür-n? wel, je weet, hoe ik over je generatip Smith. Ik meen, dat de oorlog niet veel dering gebracht heeft, behalve, dat men zoo afgemat als zy, wanneer het aankomt od een dag werken en een dans daarna! Je had mij moeten zien, toen ik vyf en twintig was!!" Zie je, mijnheer Carteret is één van die man nen, die er niet tegen kunnen, dat zy geen vijf en twintig mfer zyn, nog lang, nadat zij al vyf en veertig zyn. Het eene oogenblik zullen ze tegen meisjes zeggen: „Denk er aan, ik kon je grootvader zijn,'' en het volgende oogenblik: „Noem me alsjeblieft niet mijnheer!" Op zijn kleeren is hij even precies als op zijn zaken. Het soort man, dat eiken morgen urenlang de badkamer ..bezet'" houdt en eindelijk in een zij den chambercloak te voorschijn komt, geparfu meerd en wel. Zoo vertelde Phyllis mij. Als haar beste not „vamshing cream" geheel en al verdwenen was, kon zij er zeker van zijn, dien on de glasplaat van „Harry's" waschtafel terug te vinden tusschen de rijen flesschen van speciale dingen voor het haar, voor de tanden en voor de huid. Toch is mynheer Carteret buitenge woon aardig en populair. Zeer gezien ook door de superieuren op onze Groote Lyn. Dat zal my goed van pas komen. Dus, wat mijn toekom- stigen schoonvader betreft, ben ik ook gelukkig. Mijn toekomstige zwagers heb ik nog niet ge zien. zy zyn beiden op een schip, maar zy heb ben telegraphisch hun gelukwenschen gezon den. De eene drukte zich misschien 'n beetje... verrassend uit: „Raad Je aan, als vriend, den buit spoedig in de wacht te sleepen." Wel, hfi zei het tamelijk leuk en onofficieel. lang, hoe Je met je „aangetrouwde familie" over weg kunt, vooral wat de mannen betreft. Grappig, dat ik heelemaal niet wist, dat myn verloofde!drie getrouwde zusters had. Den Zondag na onze verloving nam ze me mee, om kennis te gaan maken met twee van haar. „Arme jongen! Akelig voor je, al die inspec ties, hè?" lachte Phyllis onderweg. „Maar alle verloofde lui moeten door dien zuren appel by ten. Wees blij, dat het maar één vreemd huis is vandaag. Myn zuster Doris woont by Daphne, zoolang hun mannen in Duitschland zijn. Het zijn tweelingen. Ik ben benieuwd hoe ze over jou zullen denken en jij over haar?" Ik vond Daphne, zoowel als Doris vroolijk, mooi blond en aardig, meer gelijkend op me vrouw Carteret dan Phyllis; en juist het soort vrouwen, dat je verwachten zou in één van die met roode pannen gedekte huisjes, die men in Wimbledon ziet, met een tennisveld en veel menschen in de buurt, die zot op tennissen zyn. „Tennis Je?'' was het eerste, wat de twee lingzusters mij vroegen, en ze stelden de vraag tegeiykertijd. Eveneens, toen ze me vroegen: „Ben je een bridgespeler?" Onder het thee drinken, waren ze alle twee heel lief tegen me. Ik zag. dat ze een nogal mannelijk soort thee bereid hadden in de eetkamer, in plaats van in den ietwat luehtigen salon, met ansjovis-croquet- jes, die ik moest eten. terwyl ze nog heet wa ren! Zij noemden Phyllis „schat" en zeiden, dat haar kapsel haar zoo vreeselijk leuk stond. de slapende baby kyken en bleef ik met Daphne alleen. „Ik vind het dapper van u, dat u gekomen is. is het niet/ vreeselyk, zoo door een heele familie gekeurd te worden?" „Niet, als ik aangenomen word. Niet, als u my als zwager dragelyk vindt!" „O zeker!" antwoordde Daphne blozend. (Ik houd wel van vrouwen, die blozen kunnen). „O, we zijn werkelijk blij. Ik weet zeker dat Doris er ook zoo over denkt. We vinden het echt aardig. Wy hadden nooit gedacht, dat Phyllis...." Zij hield op, een beetje onnoozel. „Nooit gedacht, dat Phyllis, wat?" „O niets. Maar we hadden van Phyllis nooit gedacht dat ze in staat zou zijn, van iemand als u te houden!" „Waarom niet?" lachte ik. .Ren ik dan zoo afstootend?" „O, natuurlijk .niet! Wy wij vinden Je alleraardigst. Maar men kan van te voren nooit weten, van wien een meisje houden zal, is 't wel? Het onverwachte gebeurt altyd, niet? Doris en ik vinden, dat dit werkelijk heel, heel goed voor Phyllis is!" Ook dit begreep ik niet volkomen. Iedereen was biy geweest, maar ook verrast, dat ik het was, Jack Smith, dien Phyllis wilde trouwen. Voor mij is het ook een verrassend geluk. Maar daar schijnt een speciale verrassing te zyn, waarvan ik de eigenlyke reden nog niet ken.... hun goedkeuring; dus met myn schoonzusters bofte ik ook al weer. „Echte schatten," geeuwde Phyllis op den terugweg, „maar ik krijg een vreeselyk verlan gen, om al het porcelein uit het heele huis in hun groote piano te smijten en schreeuwend weg te hollen. Him huis is als millioenen andere. Hetzelfde heldere dak en dezelfde* vensters. De zelfde rose-roomkleurige salon met rissen kra len langs het eléctrisch licht! Dezelfde varens in denzelfden pot op hetzelfde tafeltje! Dezelfde groote witte kinderwagen in de hal, dezelfde foto's van schoolvriendinnen in avondkleeding in dezlfde zilveren lijstjes! Alles precies het zelfde als overal." „Ik wed dat hun echtgenooten toch wel ver schil zullen opmerken. Als die twee uit Duitsch land thuis komen zal het voor hen niet zijn als overal, 't Is de vrouw des huizes die 't 'm doet. Ik...." Ik nam haar handen en zei tegen haar nog steeds eenigszins verlegen wat deze dingen be trof: „Wanneer jy er was, Phyllis, zou ik elk interieur prachtig vinden 1" Phyllis lachte opgewekt tegen me. ,jy bent 'n goeierd, ook Zy ging haastig verder: „Mijn oudste zus is heel anders dan de tweelingen. Ik ben bang, dat je niet-van haar zult houden. Maar ik zal je er niettemin volgenden Zondag heen sturen. Zy woont in Surrey in een vischvyver." „Wat?" zei ik nog al verbysterd. Phyllis babbelde maar vroolijk door (ze is sinds ons engagement in een buitengewone stemming): „O, het is een huis, dat aan de forelvisschery behoort. Door krankzinnigen voor krankzinnigen gebouwd. De schoorsteenen liggen op één hoogte met 'den grooten verkeersweg, links waarvan het huis naar het water helt. De voordeur brengt je in de slaapkamer, boven, de salon ziet uit op het kippenhok, het front is aan den achterkant en de achterkant is op het grasveld. Zóó'n architectuur is het!" Na dit alles was ik zeer benieuwd, hoe het zijn zou. Toch ook eer 'n beetje zenuwachtig over die andere zuster. Phyllis vertelde, dat haar bijnaam „Flapuit" was. omdat zij altyd flink hardop zei. wat de heele familie veinsde, niet op te merken. Toen wy den volgenden Zondag naar de natte wildernissen van Surrey gingen (hemel, wat kan het in die streek regenen) gebeurde er iets vreemds. Zoo gauw myn oog viel op dit eigen aardige landhuis te midden van de bosschen, met zyn reeksen plassen en vijvers, omgeven door bamboe en druipende rhododendronjtrui- ken, kreeg ik het gevoel, dat men op sommige plaatsen krijgt, als men deze voor het eerst ziet. „Hallo!.... Hier zal ik gelukkig zyn. op een of andere maier, op een of anderen tijd Vreemd! Toen.... weg was het! Het gevoel verdween en ik werd aan Phyllis' oudste zuster voorgesteld. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 3