De Rijksmiddelen in Februari BOEK EN BLAD Uit andere bladen Tidoeïfiaal van dag jZcmd Ovet Wolken WINTERHÜLP^NEDERLAND Biscuitfabriek „Victoria" DINSDAG 18 MAART 1941 Belastingen brachten f 16 millioen meer op dan het vorige jaar De directe belastingen De overige middelen Vergadering te Leeuwarden BEURS VAN NEW YORK CHRIS LANOOY ZESTIG JAAR Belangstelling van vele zijden RIJBEWIJS VERLENGEN? DUITSCHE HELDEN- GEDENKDAG Geneeskundig onderzoek voor het huwelijk Belangrijke kunstveiling te München De rede van den Rijks commissaris rr>% laten, t ex-dfr. I ex-recht, ex-coup. op dat oogenblik beschouwen. De hoogste wol zoeken van al datgene wat ln en om ons ia. Een vergissing Hocke in en om Haarlem B.M.H.C.Amsterdam 42 Apothekersassistent DAMES-HOCKEY AmsterdamRood Wit 40 OFFICIEELE PUBLICATIE VAN HET DEPARTEMENT VAN LANDBOUW EN VISSCHERU Distributie van boter en vet i Aan het overzicht van den stand der rijks middelen op ultimo Februari van dit jaar wordt het volgende ontleend: Het zuiver bedrag der kohieren voor deze belastingen bedroeg op 28 Februari 65.537.764 of bijna 16.664.000 meer dan het vorig jaar. Hiervan bracht de grondbelasting 4.307.775 op of 2.318.997 meer: de inkomstenbelasting 32.525.186 of 999.353 meer; de vermogens belasting 6.424.992 of 218.713 minder; de verdedigingsbelasting 3.032.418 of 410.573 minder; de opcenten op de gemeentefondsbe lasting 10.903 702 of 4.631.156 meer en de nieuwe winstbelasting 8.343.688. Ook het verloop van deze middelen over Fe bruari in vergelijking met dezelfde maand van het vorig jaar is niet onbevredigend te noe men. Bedroeg de opbrengst in Februari 1940 f 34.746.055, thans is deze 44.841.916 of ruim f 10 millioen hooger. Hierbij dient voorts in aanmerking te worden genomen, dat het vons laar nog onder deze groep middelen voorkwam de dividend- en tantièmebelasting, waarvoor de maanijeüjksche raming op 2/ millioen was gesteld, doch toen in Februari ruim 1 millioen pilden opbracht, welk bedrag in het bovenver melde totaal niet in begrepen. Verder komen thans twee nieuwe belastingen in het staatje roor en wel de loonbelasting, welke in Februari f 7.742.318 heeft opgebracht en de waardever- meerderingsbelasting, welker opbrengst ad f 21.181 echter geen invloed op de totaalop brengst heeft. De opbrengsten der verschillende middelen Pc: ren over Februari van dit jaar de volgende, vaarbij die van het vorig jaar tusschen haakjes tijn vermeld: rechten op den invoer 2.023 362 (ƒ9.653.604), statistiekrecht ƒ98.996 \f 194.032), icci.jns op zout ƒ490.556 (ƒ229.866), accijns op jeslacht 1.341.492 (ƒ787.640), accijns op wijn f149.975 (ƒ72.466), accijns op het gedistilleerd f3.535.407 (ƒ2.645.391), accijns op bier ƒ1.028.923 (ƒ680.786), accijns op suiker ƒ5.879.707, 4.851292), accijns op tabak ƒ6.736.396 (ƒ3.356.328), omzetbelasting ƒ7.463.227 (vorig j f6.556.980), couponbelasting ƒ457.863 (ƒ551.592), rechten van zegel ƒ895.027 915.252), rechten fan registratie ƒ841.692 (ƒ692.182), rechten van successie, van overgang bij overlijden en van schenking ƒ6.023.350 (ƒ3.506.598) en de belas ting op gouden en zilveren werken 112.436 52.042). Over de eerste twee maanden van dit jaar be droeg de opbrengst van deze belastinggroep 89.429.982, tegenover 76.602.225 het vorig jaar. Slechts drie middelen toonden een daling tot een totaalbedrag van ruim 15 millioen en we' de rechten op den inveer, het statistiekrecht en de couponbelasting. Alleen de daling van de rechten op den invoer bedroeg over deze twee maanden reeds ruim 14millioen. Het meest gestegen is de opbrengst van den accijns op ta bak en wel met ruim 6,4 millioen. Daarop vol gen de omzetbelasting met ruim 5 millioen, de accijns op het gedistilleerd met 2,6 millioen, de rechten van successie van overgang bij over lijden en van schenking met 1millioen, do accijns op suiker met ruim 1 millioen en de ac cijns op bier met bijna 1 millioen. Zaterdagmiddag is te Leeuwarden een verga dering gehouden van de Winterhulp Nederlano met de collectanten en collectrices in de pro vincie Friesland. De provinciale directeur, de heer L. Dekker dankte allen, die hun krachten aan dit werk hebben gegeven. Hij wees er op, dat de giften tot nu toe niet zoo rijkelijk hebben gevloeid ais verwacht mocht worden en deelde mede. dat in de provincie 132.000,— is uitgekeerd. Vervolgens werd vertoond een film Betreffen de het werk van de Armenzorg, waarbij de heer De Lange, directeur van Maatschappelijk Hulp betoon te Harlingen, iets vertelde over het ar menbezoek. Aan het slot van de vergadering werd eer dringend beroep gedaan op collectanten. De Pinguimaak door H. van Gelle- cum, Uitg. A. W. Sijthoff's Uitg. Mij. N.V., Leiden. i De Pinguïn is een fabriek van alpaca-artikelen te Amsterdam. Op het kantoor van deze fabriek wordt iemand vermoord in het bijzijn van drie j nienschen, die practisch gesproken den moord geen van allen zien. Enkele nachten later wordt een van de firmanten vermoord Van Geile- cum is nooit met één lijk tevreden door j emand die er niet is. Hoewel dit erg ingewikkeld is. weet de politie het drama toch te ontknoopen en zij doet daarmee een zeer knap werk. Van Gellecum kan een vlotten, spannenden detec tive-roman schrijven, dien men graag in één rek uitleest en waaraan men hier en daar' van- wege den humor aardig wat pleizier beleeft, j Men neemt daarom gaarne de min of meer me- lodramatische na-ontknooping gaarne op den koop toe. Ze zou best gemist kunnen worden, maar er zijn nu eenmaal menschen, die het doorgezaagde weesmeisje maar niet vergeten kunnen. Dit alles te maken tot het bewijs van de stelling, dat wij geschoven worden door een fatum en dat wij geen vrijen wil hebben, is ronduit belachelijk. In geleerde kringen heet dat latius hos, in de gewone taal keukenmeiden stijl. Dit is jammer, want een vakkundige keukenmeid is een te waardevol persoon om zoo gehoond te worden. En het wordt algemeen geacht smake loos te zijn als een romanschrijver in voetnoten verwijst naar zijn vorige boeken. Niettemin blij ven er in dit boek nog ruim 220 bladzijden over, die voldoen aan alle eischen, welke men aan een goeden detective-roman mag stellen. Zij voldoen er zelfs ruimschoots aan. v. E. op de graven gelegd namens de weermacht door den Ortskommandant Oberstleutnant Burck- hardt en namens de Ortsgruppe door de Hitier - jugend. Drie leden der Ortsgruppe hadden zich met de Rijksvlag voor de graven opgesteld. Ortsgruppenleiter Görbing sprak een herden kingsrede uit, waarin hij om. herinnerde aan de groote wapenfeiten door het Duitsche leger n het afgeloopen jaar volbracht en waarin hij de bereidheid van lederen Duitscher beklem- .oonde, om met het offer van zijn leven in te .Laan voor het welzijn van zijn vaderland. De gestorven kameraden zijn niet dood in den geest van hen die leven. Terwijl het vaandel neeg brachten allen hun dooden den groet. Hiermede was deze plech- tighe'd ten einde. In vele steden van ons land zijn Zondag her denkingen gehouden voor de gevallen Duitsche militairen. Te Nijmegen werd om tien uur door de weer macht op „Rustoord" een herdenkingsplechtig heid gehouden. Zij werd bijgewoond door ver tegenwoordigers van verschillende afdeelingen van de weermacht, o.w. was de Ortskommandant en voorts door den Duitschen consul. Een majoor sprak een rede uit. De manschappen stonden in carré opgesteld om 't heldenkerkhof Daar waren ook aanwezig vertegenwoordigers van de N S.D.A.P., de N.S.N.A.P., de W.A. en de N.S.B. Namens de verschillende groepen werden fraaie kransen gelegd op de graven, welke met lente bloemen waren versierd. Eenzelfde plechtigheid heeft ook plaats gehad op het soldatenkerkhof te Mook. Ook te Leeuwarden is op het Ehrenfriedhof een hulde gebracht. Des ochtends om zes uur werd aan den ingang de Duitsche oorlogsvlag geheschen, waarna te acht uur kransen werden gelegd op de 43 graven. Nadat vervolgens aan den ingang de eerewacht was betrokken, schaar den zich eenigen tijd 'ater een dertigtal officie ren en een groot getal manschappen met de kapel van het luchtwapen rondom de graven. De kapel bracht treurmuziek ten gehocre, waarna ook hier de oorlogsvlag werd geheschen en een krans werd gelegd namens den gevol machtigde van den Rijkscommissaris in de pro vincie Friesland en door den heer H Paul uit naam van de N.S.D.A.P Leeuwarden. Des avonds te zes uur rukte de eerewacht in en werden de vlaggen neergelaten. In de gisteren te Dordrecht gehouden alge- meene jaarlijksche vergadering van aandeelhou ders der N.V. Biscuitfabriek „Victoria" zijn de balans, winst- en verliesrekening over 1940 goed gekeurd. Het dividend werd overeenkomstig het voorstel van commissarissen vastgesteld op 6 procent. De heer O. Bossaert werd als commissaris der vennootschap herkozen. De handel op de New Yorksche effectenbeurs was bij de opening vrij beperkt, daar men over het algemeen slechts op voorzichtige wijze zijn besluiten nam. Met belangstelling werd kennis genomen van een aantal gunstige inkomsten- cijfers, daar hieruit bleek, dat enkele firma's, ondanks den toenemenden belastingdruk, nog in staat zijn bevredigende resultaten te berei ken. Een belangrijke stimuleerende werking ging daarvan echter niet uit. Na de kalme, goed prijshoudende, gedeeltelijk zelfs iets vastere opening, werd het koersbeeld eenigszins verdeeld, doch de koersschommelin gen bleven van beperkten omvang. Ook tijdens het verdere verloop trad geen verandering in de algemeene houding in. Met het oog op de vele punten van onzeker heid, bepaalde de kooplust zich feitelijk tot spe cialiteiten, fondsen van scheepsbouwondeme- mingen, enkele petroleumaandeelen, alsmede public Utilities en chemische waarden, die kleine koerswinsten konden behalen. Bewapeningsfond sen waren in de meeste gevallen fractioneel la ger. Dit gold eveneens voor staalwaarden. Uni ted Aircraft steeg een punt In koers. De handel bleef voor het overige loom. Tijdens het laatste beursuur begonnen de koersen neiging tot dalen te vertoonen. De beurs sloot onregelmatig. Vandaag werden 672 fondsen verhandeld. Daarvan zijn er 260 ln koers gestegen, 250 ge daald. De noteeringen der 270 overige bleven onveranderd. De kunstpottenbakker Chris Lanooy, te Epe, heeft Zondag onder groote belangstelling zijn zestigsten verjaardag gevierd. Tot de talrijke personen, die hem aan huis kwameif gelukwen- schen, behoorden burgemeester mr. dr. I. N. Th. Diepenhorst, van Epe, en vele notabelen uit deze en de omliggende plaatsen. De heer Lanooy ontving veel schriftelijke en telegrafi sche gelukwenschen. alsmede bloemstukken en andere geschenken, afkomrtig van kunste naars, vereerders en vrienden, uit verschillende deelen van het land. De heer Lanooy zal in verband met zijn zes tigsten verjaardag in April een tentoonstelling van zijn werken in Den Haag houden en in Mei in Amersfoort. Een tentoonstelling in Am sterdam is in voorbereiding. De voorgenomen tentoonstelling te Rotterdam zal voorioopig uitgesteld worden. Naar aanleiding van vele binnenkomende vra gen maakt de A.N.W.B. de automobilisten en motorrijders er opmerkzaam op, dat onder de huid ge wetgeving rij vaardigheidsexamens in het algemeen alleen moeten worden afgelegd, indien het oude rijbewijs langer dan vijf jaar is vervallen. Bovendien gaat de geldigheid van een nieuw rijbewijs in op den dag van afgifte en niet op den dag, volgende op den vervaldag van het oude rijbewijs. Men behoeft dus voorioopig geen haast te maken, als men niet van een mo torrijtuig gebruik kan maken. De A.N.W.B. advi seert echter, niet te wachten tot het verkeer met motorrijtuigen weer normaal is, aangezien het aantal aanvragen dan zóó overstelpend zal zijn, dat men met vertraging rekening moet houden. Zondag was voor het geheele Duitsche volk de heldengedenkdag, gewijd aan hen, die voor hun vaderland het leven lieten. Ook te 's-Her- togenbosch werd deze dag met een eenvoudige doch treffende plechtigheid gevierd. De groep graven van Duitsche militairen, welke te s-Hertogenbosch en omgeving sneuvelden of aan hun op het slagveld bekomen verwondingen het leven lieten en op het kerkhof te Orthen ter aarde werden besteld, was met bloemen versierd, terwijl een gelijke versiering was aan gebracht op de in de nabijheid gelegen graven van een Nederlandschen, een Franschen en een Belgischen militair. Bij de Duitsche graven was een eerewacht opgesteld. Te ongeveer tien uur des morgens begaf zich een gezelschap van volks- genooten der gesneuvelden op het kerkhof voor een herdenkingsplechtigheid. Kransen werden In de op 15 dezer te 's-Gravenhage gehouden ledenvergadering der vereeniging Geneeskundig onderzoek voor het huwelijk werd voorzien in eenige in het bestuur ontstane vacatures. Het bestuur bestaat thans uit dr. G. P. Frets, voor zitter; prof. M. A. van Bouwdijk Bastiaanse, vice-voorzitter; A. J. G. P. Septer, secretarib- penningmeester; mevr. W. Wijnaendts Fran ckenDyserinck en mevr. Cato van der Pijl, arts, leden. 'Nadat van bestuurszijde de beteekenis van de doelstelling der vereeniging nader was toe gelicht, volgde een bespreking van de richtlij nen bij het werk der vereeniging. Hierbij bleek, dat men zich de taak ruim denkt, n.l. bevorde ring van een tijdig onderzoek, niet vlak voor het huwelijk, doch eerder, liefst nog voor de verloving, vooral ook met het oog op het nage slacht. Vastgesteld werd, dat in de eerste plaats ver breiding van kennis omtrent de erfelijkheid ge- wenscht is, d.w.z. het populariseeren dezer ken nis. Het mede in verband hiermede door het be stuur ontworpen werkprogram werd daarna goedgekeurd. Op de kunstveiling te München bracht een doek van den Italiaanschen meester Veronese, uit de zestiende eeuw, 34.000 R.M. op. Het portret van den doge Conaro, door Ru bens geschilderd naar een nu verloren schilderij van Titiaan, werd voor 10.000 R.M. verkocht. Van een verzameling van 116 schilderijen van oude meesters werden er 106 voos den globalen prijs van 216.950 R.M. toegewezen. Oude meubelen en Chineesche kunstvoorwer pen vonden slechts weinig liefhebbers. Hieronder laten wij nog eenige citaten volgen uit artikelen, gewijd aan de rede van den Rijkscommissaris. De „Deutsche Zeitung in den N i e- derlanden", die Seyss Inquarts rede vooral beschouwt als een antwoord op de wanordelijk heden, welke plaats vonden, schrijft o.m.: „De Rijkscommissaris zoowel als de be velhebber van de Weermacht hebben telkens weer te kennen gegeven, dat zij in het Nederlandsche broedervolk niet den vijand zien, maar een nabuur, die tevens bloedver want is. Zij staan hier als vertegenwoordi gers van de belangen van het Duitsche en Nederlandsche volk, tegelijk echter als de beveiligers van den toestand, dien de ons opgedrongen strijd eischt. Het is even dui delijk, waartoe de arbeid voeren moet als welke voorwaarden hem gesteld zijn". En iets verder schrijft de „Deutsche Zeitung": „Wie van Nederlandsche zijde het ant woord van den Rijkscommissaris, dat tege lijk ook een uitvoerige schildering geeft van zijn opdracht, laat dienen tot een ge wetensonderzoek en er in positieven zin mee tracht klaar te komen, verricht een werk, dat tot zegen van het Nederlandsche volk zal strekken. Ieder afzonderlijk ziet zich thans, zonder dat hem nog uitwegen openstaan, voor de vraag naar het lot van zijn land en volk gesteld". In „Nederlandsch Dagblad' schrijft Arnold Meyer, de leider van Nationaal Front, o.m. „Zeer opmerkelijk is, dat de Rijkscom missaris blijkens zijn rede zeer bijzondere belangstelling heeft voor de Nederlandsche geschiedenis en bij de beschrijving daarvan uitdrukkelijk erkent en vaststelt, dat wij een afzonderlijk volk zijn met een eigen aard en dat de geschiedenis van ons volk een zeer luisterrijke geweest is. „De bewering zal niet worden uitgesproken, dat de Nederlanders in die tijden niet een bijzonderen eigen aard hadden" zei de hoogste Duitsche autoriteit hier te lande. Maar'tevens en we erken nen volmondig dat het goed is, dat ook dit aan Nederlanders wordt voorgehouden zei de Rijkscommissaris, dat de Nederlan ders en Duitschers niet één volk zijn ge worden maar niettemin naar den bloede verwante volkeren zijn, wat vanzelfsprekend zijn practische consequenties heeft. Kortgeleden (no. 203 en 204) verschenen in ons dagblad twee hoofdartikelen over Marnix' pleidooi te Worms. De Nederlanden konden haast geen stand meer houden te genover de opdringende Spaansche over macht en Mamix spoedde zich naar den Rijksdag te Worms om daar hulp van den Keizer in te roepen op grond van het feit, dat de Nederlanden en het Rijk „geallieer den en buren" waren. Naar aanleiding van het historische feit, dat de oproep van Marnix zonder gevolg bleef, zegt de Rijkscommissaris: „Toen heeft het Rijk gefaald". Later heeft de Repu bliek der Vereenigde Nederlanden de wacht betrokken ln het Westen, niet slechts voor eigen behoud, maar in feite ook voor alle Germaansche volkeren tegenover het op dringende Romanendom. Het redde de Zui delijke Nederlanden keer op keer uit den Gallischen klauw. En bij de door die Repu bliek georganiseerde coaHtie-oorlogen tegen het Frankrijk van Lodewijk XIV verkreeg het den steun van den Keizer, bedreigd door hetzelfde gevaar, die in 1578 op den Rijks dag van Worms niet gegeven werd.'Toen was er meer begrip bij beide volkeren voor de gemeenschappelijke belangen dan in den tijd van Willem van Oranje. Zoo had het be- hooren te blijven, doch door allerlei om standigheden richtte ons volk zich naar Engeland, in strijd met de natuur der din gen en tegen het landsbelang. Daarbij 'ge voegd de zelfgenoegzaamheid tengevolge van weelde en het gebrek aan staatkundige leiding moest het in ons land tot een catastrophe komen". Aan het artikel van Arnold Meyer, dat niet alleen de belangstelling verdient van hen, die op inzichten uit zijn, maar ook van de misschien te velen, die slechts nieuwsgierig zijn naar fei ten, het is n.l. bepalend voor de houding, welke Nationaal Front den eerstkomenden tijd zal aannemen ontleenen wij ook nog het vol gende: „De Rijkscommissaris heeft het nog eens herhaald, dat hij het Nederlandsche volk niet wil benauwen, noch het een politieke overtuiging wil opdringen. De Rijkscommissaris behoudt zich van zelfsprekend het recht voor zijn voorkeur te hebben en hij motiveert een voorkeur behandeling als het in formatie mogen marcheeren met er op te wijzen, dat de Slotk. Slotk. Slotk. Slotk. 17 '3 15/3 14 '3 13/3 Allied Chem 15014 150 14914 147% American Can 8514 86*14 86% 86% 40 39% 39% Amer Tel Tel 16114 16114 161 f 164 Am. Tobacco B 68% 6814 68% 68% Anac. Copper 24% 24% 24% 24'4 Atchis Topeka 23 "i 24 2314 23 Baltim. Ohio 314 3% 3% 3% Bethlehem St. 79"; 7914 78% 78'4 Canada Pacif. 314 3% 3% 3% Chrysler Corp 6716 6711 66% 69% 21% 2114 2114 Delaw Huds 20 19% 19% 19% Eastman Kod 132 131 13214 Gener. Electric 33% 33% 33% 32%* Gen. Motors 43% 43% 43% Hudson Motor 3% 8% 3% 3% Intern. Nickel 86% 26% 29% 2614 Int. Tel. a Tel. 2% 3% 2% 214 N. Y. Central. 12% 12% 12% 12% Pennsylvania 23% 23% 23% 23% Radio Corp AH 4% 4", 4 St. Oil N.-Jsr»? 3516 35 34% 3514 TJntcm pacific 77", 7714 7714 77% Un. St. Rubber 22% 22% 22'4 21% Un. St. Steel 57% 58% 57 '4 57 West in? house 9514 9414 95 Woolworth 3014 30 30 30 Omzet: 380.000 bied. Een catastrophaie wolkbreuk, die de Ameri- kaansche filmstad Hollywood onlangs teis terde, geeft ons aanleiding hier een beschou wing te laten volgen over het verschijnsel: wolken. Het lijkt bijna een triomf der natuur, dat zelfs de ervaren meteoroloog van heden nog niet met zekerheid kan zeggen, door welke oorzaken de wolken ontstaan en weer verdwij nen, zich vormen en veranderen en bij alle veelvormigheid zich toch in bepaalde groepen rangschikken. Daar zijn dan de massale sta pelwolken, die tengevolge van hun inwendige beweging en de daardoor veroorzaakte voortdu rende vormverandering op de fantasie van de menschen inwerken. Daar zijn de rustige, on eindig uitgestrekte wolklagen of stratus. Zij kunnen als een grijze muur groote gedeelten van den hemel bedekken of zich tot zwevende strepen groepeeren. En wie kent niet de scha penwolkjes, de lievelingswolken van zoo menig i dichter? Alto-cumulus noemt de meteoroloog hen, omdat zij alleeh in hoogere luchtlagen te vin-en zijn. Ten slotte zijn daar de ragfijne, geheimzinnige vederwolkjes, die dikwijls zeer plotseling den diepblauwen hemel bedekken, als reusachtige waaiers of veeren van groote hoogte ons toewenken en evenzoo plotseling als zi) gekomen zijn, weer kunnen verdwijnen. Geheimzinnig, omdat zij het komende weer voorspellen en twintig uur tevoren voor storm en regen kunnen waarschuwen. Met de hier aangegeven benamingen is de groote verschridenhe'd der vormen nog hng niet uitgenut. Practisch kan men (zooals Aber- cromby, Howards en anderen het reeds in 1885 deden) de gewone vormen onderscheiden en als verder kenteeken de hoogte van de wolken ken zijn de vederwolken, die vermoedelijk be staan uit zuivere ijskristallen en die men kan aantreffen op hoogten van 10.000 a 30.000 me ter. Belangrijk lager volgen de cirro-stratus, als bolvormige wolken de cirro-cumulus. Weer een stuk lager de middelgroote (600 a 1200 me ter) stratus en alto-cumulus. De stratuswol- ken van deze laag komen voor opgelost in stre pen en vonnen, evenals de alto-cumulus, de bekende mooi-weers-wolken. De wolken van de onderste étage, strato-cumulus en nimbus, zijn minder vriendelijk, omdat met hen het weer bedenkelijk begint te worden, als het dat niet reeds is. Onder nimbus verstaat men de don kere regenwolken, die zoo vaak boven onze hoofden dreigen. Als de stratuswolken vlak bo ven de aarde zijn, noemen wij het mist. Tot zoover de indeeling in soorten. Toch mag hier een uitspraak van den bekenden me teoroloog Fr. Jul. Hann niet vergeten worden. Bij de buitengewone verscheidenheid der wol kenvormen, waarvan vele zich dikwijls ook tegelijk aan den hemel vertoonen, en bij de vele overgangen van de vormen ln elkaar mag men niet verwachten, onder elke omstandigheid deze wolken-soorten in een van de bovenge noemde klassen te kunnen onderbrengen. Over het ontstaan der afwisselende vorming van de wolken verschilt men thans nog even zoo van meening als vijftig jaar geleden. Ze ker is, dat twee dingen voor de wolkenvorming van belang zijn: de dynamische afkoeling van opstijgende lucht en haar verschillende hori zontale snelheid. DaamaaBt zullen straHngs- en vermengingsprocessen geen onbelangrijken in vloed hebben. En tens'otte zal men. vooral voor de wolken van de hoogere lagen, met de electri- citeit rekening moeten houden als een factor voor de wolkenvorming. Het eenvoudigste is de vorming van stapel wolken. De stijgende lucht komt in relatief rus tende luchtlagen en krijgt door de condensatie den vorm van een bol. Dit kan men vergelijken met den damp, die wordt uitgestooten door een stilstaande locomotief. Wij kunnen bij stapel wolken toch sterke inwendige beweging en voortdurende vormverandering waarnemen. Koppen schieten op, torens vonnen zich, fan tastische gestalten verschijnen en verdwijnen. Deze beweging wordt niet door horizontale luchtstroomingen veroorzaakt, maar wijst op stroomingen, die in de wolk zelf hun oorsprong hebben. De kracht, die de vochtige lucht in de hoogte drijft, is de latente warmte van den 'n de wolken gecondenseerden waterdamp. Als de stapelwolken een groote hoogte bereikt heb ben, kunnen voor het opzwellen ook de vrijko mende hoeveelheden vloeistof, de plotseling tot bevriezen gebrachte waterdruppeltjes, de oor zaak zijn. Zoo kan men ook verklaren, dat men vormveranderingen in den regel aan den boven sten rand van de wolken waarneemt. De stapelwolken verheffen zich meestal bo ven een vlak stuk land, dat het doolpunt van de stijgende lucht bepaalt. Hoe droger de lucht, des te hooger moet zij stijgen, om het dooipunt te bereiken, des te hooger ligt ook de basis der cumuli. De oorzaken van de stratus-vorming zijn wel zeer verschillend. In het algemeen kan men zich hun vorming zoo voorstellen: vochtige lucht, die boven de aarde hangt, koelt plotse ling af, condenseert en wordt door de warmte- ultstraling van de aarde in den nacht of in den winter opgeheven. De daarboven liggende lucht moet daarvoor zeer droog zijn. Als lucht stroomingen over oneffenheden van de aarde gaan, kunnen zich staande wolkengolven vor men, als een rivier, die over een rotsachtigen bodem gaat. Men heeft zelfs waargenomen (Cl. Abbo, Stefenson), dat dergelijke wolkengolven bepaalde berggroepen die de oorzaak waren, precies weergeven. Het minst verklaard is de vorming van de hoogere wolkenlagen, vooral die van de hooge circuswolken. De oorzaken van het ontstaan van deze lichte, vezelachtige wolkjes in de reeds zeer waterarme hoogste luchtlagen kunnen ook heel verschillend zijn. Men kan in het algemeen zeggen, dat de wolkenvorming zeer verschillend is en misschien nooit geheel verklaard kan wor den, ofschoon de naar kennis hongerende mensch niet zal nalaten, naar de oorzaken te Blauwe rook van sigaren en sigaretten krin gelde omhoog door het vertrek. De oude heer Verberne nipte eens aan zijn glas en begon met het verhaal dat de aanwezigen, goede vrienden en bekenden, hem hadden gevraagd, ofschoon de meesten van hen het wel reeds kenden. Ik was vijf-en-twintig en zoo juist afgestu deerd, toen mijn oom trouwde. Eigenlijk was hij geen oom van mij, maar de vriendschapsbanden tusschen mijn vader en hem waren zoo nauw dat wij, kinderen, niet beter wisten of hij was onze bloedeigen oom Kasper. Oom Kasper was dan getrouwd, en niets was natuurlijker dan dat ik eens naar hem toe zou gaan, om kennis te maken met mijn nieuwe tante. Oom zou me afhalen van den trein, want hij moest daar toch dien dag in de buurt zijn en nam dien „sleepdienst" graag op den koop toe, zooals hij het uitdrukte. Enfin, ik kwam aan, vond oom Kasper op het """"""j perron en felici- teerde hem van harte. Daarna wan- derden we naar I zijn huis, terwijl hij honderd uit praatte over de goede eigen schappen van de nieuwe tante. Ik verwachtte een lieve, statige vrouw te zullen ontmoeten van even in de veertig. Oom had den sleutel nog niet in het slot ge stoken, of het dienstmeisje kwam zeggen dat er een heer op hem zat te wachten. Hij excu seerde zich daarom en vroeg me of ik ook zon der hem kennis kon maken met tante. Voordat ik had geantwoord, was hij al verdwenen, zoo dat er niets anders, voor mij op zat dan alleen naar binnen te gaan. Nauwelijks had ik de kamerdeur achter mij dichtgedaan, of ik viel er haast tegen aan van verbazing! Want voor mij zag ik een allerliefst meisje van drie, vier-en-twintig jaar, dat op mij toekwam en zei: „Ha, en is dat nu neef Frederik?" Waarop ik niets anders wist te ant woorden dan dat ik inderdaad bedoelde neef was. Intusschen was ik nog lang niet van mijl verbazing bekomen. Was dit nu de nieuwe tante Marga? De oneerbiedige vraag kwam in mij op, hoe oom Kasper in 's hemelsnaam met haar in aanraking was gekomen. Ik moet nogal vreemd hebben staan te kijken. Tante vroeg tenminste of er iets vreemds aan haar te zien was. Ik haastte me om te zeggen dat ik eenigszins ver moeid was van de reis. Er ontspon zich tenslotte toch een normaal gesprek, en met veel moeite gelukte het mij, haar aan te spreken met „tante Marga", of schoon het mij beslist onmogelijk was, werkelijk een tante in haar te zien. Tevens was ik nog steeds niet over mijn verwondering heen, dat oom Kasper zulk een jonge en bekoorlijke vrouw had gekrjgen. Midden in het gesprek, toen ik gezegd had: „Ja, het was héél prettig op studie, tante," viel zij mij plotseling in de rede: „Zeg toch niet aldoor tante tegen mij. Ik voel me zoo oud, wanneer iemand van vijf-en-twintig mij nu al tante noemt, want ik ben zelf pas één-en- twintig!" „WatHoeHet duizelde mij een oogenblik. Mijn oom, de goedhartige zakelijke man met het lichte embonpoint, over de veertig, was gehuwd met een meisje van één-en-twin tig? En wat voor een meisje! Een uit duizen den, zou ik durven zeggen! Ik werd op hetzelfde moment jaloersch op mijn oom en verliefd op mijn tante! „Maar wat moet ik dan zeggen?" bracht ik stamelend uit. „Nichtofof....?" An dere mogelijkheden schoten mij niet dadelijk te binnen. Dat scheen ook niet noodig te zijn, want vroolük antwoordde zij: „Ach, nicht! Waarom al die officieele termen? Noem me eenvoudig Els!" Wat moest dat bettekenen? Oom had mij ge schreven dat ik kennis zou maken met een tan te Marga. Doch van Margaretha kon ik wer kelijk geen Els afleiden. Hoe vielen deze beide namen met elkaar te rijmen? Terwijl deze vraag me nog in het hoofd woelde, ging de deur open en trad oom Kasper, gul lachend, binnen. „Wel", informeerde hij vriendelijk. „Wel kinderen, zijn jullie bij elkaar in den smaak gevallen?" Ik mompelde van „Verbazend," maar verwonderde me reeds over deze nieuwe complicatie. Noemde oom zijn vrouw „kind"? Onmogelijk was het natuurlijk niet. Ze was nog zoo jong, dat ze ongeveer zijn dochter zou kunnen zijn. En werkelijk, tot mijn intense verbazing vroeg hij: „Hoe vind je mijn dochter, Freek?" Ik keek hem met groote oogen aan. „Doch ter?" stotterde ik. Enfin, laat lk kort zijn. Ik had in het geheel niet kennis gemaakt met tante Marga, want deze kwam eerst 's middags thuis en bleek volkomen aan mijn verwachtingen te beantwoorden. Het lieve meisje dat ik voor mijn nieuwe tante had aangezien, was niemand anders dan haar doch ter, nu natuurlijk stiefdochter van oom Kasper. Die goede oom moet een groot menschenken- ner geweest zijn. Hij noodigde mij tenminste uit, een weekje bij hem te willen blijven lo- geeren. Dat aanbod nam ik met beide handen aan! En aan een week had ik niet genoeg, want toen ik vertrok, liet ik me door oom graag de belofte afpersen, spoedig nog eens terug te komen. En nu kom ik nog heel geregeld bij oom Kas. Want mijn vrouw wil, dat spreekt vanzelf, op gezette tijden wel eens naar haar moeder toe...! (Nadruk verboden). nationaal-socialisten (kennelijk is hier deze verzamelnaam gebruikt voor de N.S.B.-ers) duidelijk hebben bewezen den weg van de lotsgemeenschap met het Duitsche volk te willen gaan. Die lotsgemeenschap in 'n Germaanschen Statenbond wenschen wij eveneens van ganscher harte. Den weg, dien de N.S.B. daarbij bewandelt, zullen wij niet bewan delen, al was het alleen hierom dat deze weg doodloopt. Onze weg is een duidelijke en klare. Het nationaal-socialisme is een universeele leer. Het zal bij ieder volk een aan dat volk aangepaste gestalte moeten aannemen. Zonder die volkseigen gestalte zal het geen volksgemeenschap kunnen winnen. Over die gestalte van een Nederlandsch nationaal-socialisme mogen wij, Nederlan ders van de eerste ure der nieuwe gedachte in Nederland, die vasthoudend en stabiel in houding hebben gewerkt zeker een oordeel geven. Wij behooren het zelfs te geven. Wij ziiri er toe verplicht, zoowel tegenover ons volk als tegenover de Duitsche autoriteiten. Het gaat er namelijk niet om of hier een afge scheiden groepje volkomen gescheiden van het volk den weg tot samenwerking Inslaat: het gaat er om, dat via een beweging het geheele volk wordt meegetrokken in die samenwerking. En de beweging, die met dezelfde vrijheden uitgerust als de N.S.B. dat zou kunnen, die eenige beweging is „Nationaal Front"." Tenslotte citeeren wij de „Volkskrant": „Geen tweede 10e Mei Is een negatief postulaat; er is ook een positief, waaraan het Nederlandse volk in zijn overgrote meerderheid bereid is te voldoen'. Wij bedoelen en bezigen hier het woord zelf van den rijkscommissaris „het grote werk van de opbouw van ons Germaanse gemeenschapsgebied en daarmee van een nieuw Europa." De bereidheid van ons volk om deze taak te aanvaarden wortelt in het besef der noodzakelijkheid van een sterk vastelands Europa onder leiding van Duitsland en Italië. Voor de Germaanse volken ligt het voor de hand, dat zij zich om het Duitse rijk scharen, niet als vazal-staten, maar als volken, die, aan de Germaanse eenheid trouw, uit hun eigen nationaal besef kunnen leven. Voor ons land komt er, in tegenstelling met de Scandinavische rijken, dit bijzondere bij, dat het over uitgestrekte gebiedsdelen overzee beschikt die van een volk van negen millioen zielen er een van zeventig millioen maken. Ook dit bezit bréngen wij in als ons aandeel in de Germaanse gemeenschap: een economische factor van uitzonderlijke betekenis vóór continentaal Europa." B.M.H.C. heeft de theoretfsche kans op de eerste plaats weten te behouden door een ver diende overwinning op Amsterdam te behalen. Amsterdam begon uitstekend, want de eerste aanval, goed van opzet en snel uitgevoerd, leverde reeds een doelpunt op, dat van den stick van Hazemeijer kwam. Hoewel B.M.H.C. Amsterdam terugdrong, was het toch de snelle Reodenboirg, die op zijn oude plaats spelende, den bal herhaaLdelijk in den slag cirkel van het Bloemendaalsche doel wist te plaatsen. Uit een korten hoekslag maakte de Roos onhoudbaar gelijk en een fraai 2e doel punt van Schmeink gaf B.M.H.C. een verdien den 21 voorsprong in de eerste speeihelft. Na de rust ging de strijd na een kort over wicht van B.M.H.C. gelijk op. Aan beide zijden gingen kansen verloren en er zat minder vaart in het spel dan voor de rust. Amsterdam maak te door Roodenburg gelijk. Het laatste kwartier was voor B.M.H.C., dat den stand op 42 bracht. De stand In de Westelijke eerste klasse is thans: H.D.M. 12 9 3 0 21 42—16 B.M.H.C. 11 7 2 2 16 20—12 H.H.Y.C. 12 6 3 3 15 24—21 Togo en H.V.C. sluiten de rij met elk 6 pun ten. H.D.M. behoeft slechts van H.V.C. te win nen om het kampioenschap te behalen. AMSTERDAM Geslaagd de heer J. Leenen en de dames A. M. de Goey te Rotterdam en G Bakker te Zaandam. Rood Wit, dat het kampioenschap van de ai" deeling GooiAmsterdam voor het grijpen had, stelde danig teleur. Door deze eerste nederlaag is Rood Wit met Amsterdam in puntenaanta1 gelijk gekomen en een beslissingswedstrijd om de eerste plaats zal waarschijnlijk noodzakelijk blijken. Rood Wft kan veel beter dan het Zon dag deed. De gevolgen van de dwaze compe- titie-fndeeling, waartegen Rood Wit zich vruch teloos verzet heeft, wreken zich. Klinkende overwinningen tegen zwakke tegenstanders heb ben geen waarde. Wedstrijden tegen B.D.H.C., dp Haagsche eerste klassers, waren ook in dl" seizoen mogelijk geweest. Amsterdam was in technisch opzicht niet de meerdere, maar be streed Rood Wit met het juiste wapen; snel heid! Mej. v. d. Pol liet zich herhaaldelijk passeeren en ook mej. Loeb was minder stick- vast dan gewoonlijk. De voorhoede hfeld het spel te kort in tegenstelling met die van Am sterdam waarin mej. Syke Kruize en mej. Raber. de maaksters van de doelpunten, uitblonken- Reeds met de rust had Amsterdam een 3 voorsprong en met mej. Smithuijsen aan het hoofd bleven de gastvrouwen ook na de rust sterker. De Secretaris-Generaal van het departement van Landbouw en Vis- scherij maakt met betrekking tot de distributie van boter en vet bekend, dat verkoopers van gebakken visch, pommes frites, croquetten. gehakt ballen, poffertjes, wafelen en ander oliegebak, indien zij voorheen van de Nederiandsche Zuiveicentrale toewijzingen ontvingen en dus b(j deze in stantie waren ingeschreven, zich tot den plaatselijken distributiedienst dienen te wenden met het verzoek om te worden ingeschreven onder de groep „Instellingen" Voorzoover zij in verband met hun omzet voor het verstrekken van toewijzingen in aanmerking komen, behooren zij de ln hun bezit zijnde „heele" bonnen van de boter- of vetkaart wekelijks op een door dén plaatselitken distributiedienst vast te stellen dag bij dien dienst dus niet bij de Zuiveicentrale in te leveren ter verkrijging van toewijzingen, welke recht geven op het koopen van vet of spijsolie Bedrijven, die in verband met bun omzet niet voor het verstrekken van toewijzingen in aanmerking komen, kunnen hun voorraad aanvullen door de in hun bezit zijnde „heele" bonnen door te geven aan hun leverancier. De met ,1/50 rantsoen boter enz." gemerkte bonnen, welke de be trokken winkeliers van hun klanten hebben ontvangen, kunnen zij bij de plaatselijke distributiediensten inleveren tegen losse rantsoenbonnen vet of spijsolie met dien verstande, dat bj1 het verstrekken van rantsoen bonnen spijsolie 1% rantsoen boter of vet wordt gelijkgesteld met 1 rant soen spijsolie Voorts kunnen alle bedrijven, die tot dusverre toewijzingen van de Nederlandsche Zuivercentrale hebben ontvangen desgewenscht van den plaatselijken distributiedienst een voorschot wisselbonnen krijgen, overeenkomende met ten hoogste 25 pet. van den maandomzet, met dien verstande dat aan één bedrijf in geen geval meer dan 1.000 wisselbonnen „1/50 rantsoen boter enz." zullen worden verstrekt. Uiteraard dienen belanghebbenden er rekening mede te houden, dat zij bij het inruilen der met „1/50 rantsoen boter enz. gemerkte bonnen voldoende bonnen als wieselbonnen overhouden. Ter verkrijging van nadere inlichtingen met betrekking tot het boven staande, b.v. over de wijze, waarop de bonnen op de opplakvellen moeten "'orden geplakt, dienen belanghebbenden zich te vervoegen bij de plaatse lijke distributiediensten. - - - Ten slotte wordt er nog eens de aandacht op gevestigd dat da ver koopers van poffertjes, wafelen e.d. tevens verplicht zqn bu aflevering daarvan de noodige bonnen van dg broodkaart of de bloemkaart van bun klanten in ontvangst te nemen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 2