De Rijksmiddelen in
Februari
BOEK EN BLAD
Uit andere bladen
Tidoeïfiaal van dag
jZcmd
Ovet
Wolken
WINTERHÜLP^NEDERLAND
Biscuitfabriek „Victoria"
DINSDAG 18 MAART 1941
Belastingen brachten f 16 millioen
meer op dan het vorige jaar
De directe belastingen
De overige middelen
Vergadering te Leeuwarden
BEURS VAN NEW YORK
CHRIS LANOOY
ZESTIG JAAR
Belangstelling van vele zijden
RIJBEWIJS VERLENGEN?
DUITSCHE HELDEN-
GEDENKDAG
Geneeskundig onderzoek
voor het huwelijk
Belangrijke kunstveiling
te München
De rede van den Rijks
commissaris
rr>%
laten, t ex-dfr.
I ex-recht, ex-coup.
op dat oogenblik beschouwen. De hoogste wol
zoeken van al datgene wat ln en om ons ia.
Een vergissing
Hocke in en om Haarlem
B.M.H.C.Amsterdam 42
Apothekersassistent
DAMES-HOCKEY
AmsterdamRood Wit 40
OFFICIEELE PUBLICATIE VAN HET DEPARTEMENT
VAN LANDBOUW EN VISSCHERU
Distributie van boter en vet
i
Aan het overzicht van den stand der rijks
middelen op ultimo Februari van dit jaar wordt
het volgende ontleend:
Het zuiver bedrag der kohieren voor deze
belastingen bedroeg op 28 Februari 65.537.764
of bijna 16.664.000 meer dan het vorig jaar.
Hiervan bracht de grondbelasting 4.307.775
op of 2.318.997 meer: de inkomstenbelasting
32.525.186 of 999.353 meer; de vermogens
belasting 6.424.992 of 218.713 minder; de
verdedigingsbelasting 3.032.418 of 410.573
minder; de opcenten op de gemeentefondsbe
lasting 10.903 702 of 4.631.156 meer en de
nieuwe winstbelasting 8.343.688.
Ook het verloop van deze middelen over Fe
bruari in vergelijking met dezelfde maand van
het vorig jaar is niet onbevredigend te noe
men. Bedroeg de opbrengst in Februari 1940
f 34.746.055, thans is deze 44.841.916 of ruim
f 10 millioen hooger. Hierbij dient voorts in
aanmerking te worden genomen, dat het vons
laar nog onder deze groep middelen voorkwam
de dividend- en tantièmebelasting, waarvoor
de maanijeüjksche raming op 2/ millioen was
gesteld, doch toen in Februari ruim 1 millioen
pilden opbracht, welk bedrag in het bovenver
melde totaal niet in begrepen. Verder komen
thans twee nieuwe belastingen in het staatje
roor en wel de loonbelasting, welke in Februari
f 7.742.318 heeft opgebracht en de waardever-
meerderingsbelasting, welker opbrengst ad
f 21.181 echter geen invloed op de totaalop
brengst heeft.
De opbrengsten der verschillende middelen
Pc: ren over Februari van dit jaar de volgende,
vaarbij die van het vorig jaar tusschen haakjes
tijn vermeld: rechten op den invoer 2.023 362
(ƒ9.653.604), statistiekrecht ƒ98.996 \f 194.032),
icci.jns op zout ƒ490.556 (ƒ229.866), accijns op
jeslacht 1.341.492 (ƒ787.640), accijns op wijn
f149.975 (ƒ72.466), accijns op het gedistilleerd
f3.535.407 (ƒ2.645.391), accijns op bier ƒ1.028.923
(ƒ680.786), accijns op suiker ƒ5.879.707,
4.851292), accijns op tabak ƒ6.736.396
(ƒ3.356.328), omzetbelasting ƒ7.463.227 (vorig j
f6.556.980), couponbelasting ƒ457.863 (ƒ551.592),
rechten van zegel ƒ895.027 915.252), rechten
fan registratie ƒ841.692 (ƒ692.182), rechten van
successie, van overgang bij overlijden en van
schenking ƒ6.023.350 (ƒ3.506.598) en de belas
ting op gouden en zilveren werken 112.436
52.042).
Over de eerste twee maanden van dit jaar be
droeg de opbrengst van deze belastinggroep
89.429.982, tegenover 76.602.225 het vorig jaar.
Slechts drie middelen toonden een daling tot
een totaalbedrag van ruim 15 millioen en we'
de rechten op den inveer, het statistiekrecht en
de couponbelasting. Alleen de daling van de
rechten op den invoer bedroeg over deze twee
maanden reeds ruim 14millioen. Het meest
gestegen is de opbrengst van den accijns op ta
bak en wel met ruim 6,4 millioen. Daarop vol
gen de omzetbelasting met ruim 5 millioen, de
accijns op het gedistilleerd met 2,6 millioen, de
rechten van successie van overgang bij over
lijden en van schenking met 1millioen, do
accijns op suiker met ruim 1 millioen en de ac
cijns op bier met bijna 1 millioen.
Zaterdagmiddag is te Leeuwarden een verga
dering gehouden van de Winterhulp Nederlano
met de collectanten en collectrices in de pro
vincie Friesland.
De provinciale directeur, de heer L. Dekker
dankte allen, die hun krachten aan dit werk
hebben gegeven. Hij wees er op, dat de giften
tot nu toe niet zoo rijkelijk hebben gevloeid ais
verwacht mocht worden en deelde mede. dat
in de provincie 132.000,— is uitgekeerd.
Vervolgens werd vertoond een film Betreffen
de het werk van de Armenzorg, waarbij de heer
De Lange, directeur van Maatschappelijk Hulp
betoon te Harlingen, iets vertelde over het ar
menbezoek.
Aan het slot van de vergadering werd eer
dringend beroep gedaan op collectanten.
De Pinguimaak door H. van Gelle-
cum, Uitg. A. W. Sijthoff's Uitg. Mij.
N.V., Leiden. i
De Pinguïn is een fabriek van alpaca-artikelen
te Amsterdam. Op het kantoor van deze fabriek
wordt iemand vermoord in het bijzijn van drie j
nienschen, die practisch gesproken den moord
geen van allen zien. Enkele nachten later wordt
een van de firmanten vermoord Van Geile-
cum is nooit met één lijk tevreden door j
emand die er niet is. Hoewel dit erg ingewikkeld
is. weet de politie het drama toch te ontknoopen
en zij doet daarmee een zeer knap werk. Van
Gellecum kan een vlotten, spannenden detec
tive-roman schrijven, dien men graag in één
rek uitleest en waaraan men hier en daar' van-
wege den humor aardig wat pleizier beleeft, j
Men neemt daarom gaarne de min of meer me-
lodramatische na-ontknooping gaarne op den
koop toe. Ze zou best gemist kunnen worden,
maar er zijn nu eenmaal menschen, die het
doorgezaagde weesmeisje maar niet vergeten
kunnen. Dit alles te maken tot het bewijs van
de stelling, dat wij geschoven worden door een
fatum en dat wij geen vrijen wil hebben, is
ronduit belachelijk. In geleerde kringen heet dat
latius hos, in de gewone taal keukenmeiden stijl.
Dit is jammer, want een vakkundige keukenmeid
is een te waardevol persoon om zoo gehoond te
worden. En het wordt algemeen geacht smake
loos te zijn als een romanschrijver in voetnoten
verwijst naar zijn vorige boeken. Niettemin blij
ven er in dit boek nog ruim 220 bladzijden over,
die voldoen aan alle eischen, welke men aan een
goeden detective-roman mag stellen. Zij voldoen
er zelfs ruimschoots aan.
v. E.
op de graven gelegd namens de weermacht door
den Ortskommandant Oberstleutnant Burck-
hardt en namens de Ortsgruppe door de Hitier -
jugend. Drie leden der Ortsgruppe hadden zich
met de Rijksvlag voor de graven opgesteld.
Ortsgruppenleiter Görbing sprak een herden
kingsrede uit, waarin hij om. herinnerde aan
de groote wapenfeiten door het Duitsche leger
n het afgeloopen jaar volbracht en waarin hij
de bereidheid van lederen Duitscher beklem-
.oonde, om met het offer van zijn leven in te
.Laan voor het welzijn van zijn vaderland. De
gestorven kameraden zijn niet dood in den
geest van hen die leven.
Terwijl het vaandel neeg brachten allen hun
dooden den groet. Hiermede was deze plech-
tighe'd ten einde.
In vele steden van ons land zijn Zondag her
denkingen gehouden voor de gevallen Duitsche
militairen.
Te Nijmegen werd om tien uur door de weer
macht op „Rustoord" een herdenkingsplechtig
heid gehouden. Zij werd bijgewoond door ver
tegenwoordigers van verschillende afdeelingen
van de weermacht, o.w. was de Ortskommandant
en voorts door den Duitschen consul. Een majoor
sprak een rede uit. De manschappen stonden in
carré opgesteld om 't heldenkerkhof Daar waren
ook aanwezig vertegenwoordigers van de
N S.D.A.P., de N.S.N.A.P., de W.A. en de N.S.B.
Namens de verschillende groepen werden fraaie
kransen gelegd op de graven, welke met lente
bloemen waren versierd.
Eenzelfde plechtigheid heeft ook plaats gehad
op het soldatenkerkhof te Mook.
Ook te Leeuwarden is op het Ehrenfriedhof
een hulde gebracht. Des ochtends om zes uur
werd aan den ingang de Duitsche oorlogsvlag
geheschen, waarna te acht uur kransen werden
gelegd op de 43 graven. Nadat vervolgens aan
den ingang de eerewacht was betrokken, schaar
den zich eenigen tijd 'ater een dertigtal officie
ren en een groot getal manschappen met de
kapel van het luchtwapen rondom de graven.
De kapel bracht treurmuziek ten gehocre,
waarna ook hier de oorlogsvlag werd geheschen
en een krans werd gelegd namens den gevol
machtigde van den Rijkscommissaris in de pro
vincie Friesland en door den heer H Paul uit
naam van de N.S.D.A.P Leeuwarden.
Des avonds te zes uur rukte de eerewacht in
en werden de vlaggen neergelaten.
In de gisteren te Dordrecht gehouden alge-
meene jaarlijksche vergadering van aandeelhou
ders der N.V. Biscuitfabriek „Victoria" zijn de
balans, winst- en verliesrekening over 1940 goed
gekeurd. Het dividend werd overeenkomstig het
voorstel van commissarissen vastgesteld op 6
procent.
De heer O. Bossaert werd als commissaris der
vennootschap herkozen.
De handel op de New Yorksche effectenbeurs
was bij de opening vrij beperkt, daar men over
het algemeen slechts op voorzichtige wijze zijn
besluiten nam. Met belangstelling werd kennis
genomen van een aantal gunstige inkomsten-
cijfers, daar hieruit bleek, dat enkele firma's,
ondanks den toenemenden belastingdruk, nog
in staat zijn bevredigende resultaten te berei
ken. Een belangrijke stimuleerende werking ging
daarvan echter niet uit.
Na de kalme, goed prijshoudende, gedeeltelijk
zelfs iets vastere opening, werd het koersbeeld
eenigszins verdeeld, doch de koersschommelin
gen bleven van beperkten omvang. Ook tijdens
het verdere verloop trad geen verandering in
de algemeene houding in.
Met het oog op de vele punten van onzeker
heid, bepaalde de kooplust zich feitelijk tot spe
cialiteiten, fondsen van scheepsbouwondeme-
mingen, enkele petroleumaandeelen, alsmede
public Utilities en chemische waarden, die kleine
koerswinsten konden behalen. Bewapeningsfond
sen waren in de meeste gevallen fractioneel la
ger. Dit gold eveneens voor staalwaarden. Uni
ted Aircraft steeg een punt In koers. De handel
bleef voor het overige loom. Tijdens het laatste
beursuur begonnen de koersen neiging tot dalen
te vertoonen.
De beurs sloot onregelmatig.
Vandaag werden 672 fondsen verhandeld.
Daarvan zijn er 260 ln koers gestegen, 250 ge
daald. De noteeringen der 270 overige bleven
onveranderd.
De kunstpottenbakker Chris Lanooy, te Epe,
heeft Zondag onder groote belangstelling zijn
zestigsten verjaardag gevierd. Tot de talrijke
personen, die hem aan huis kwameif gelukwen-
schen, behoorden burgemeester mr. dr. I. N.
Th. Diepenhorst, van Epe, en vele notabelen
uit deze en de omliggende plaatsen. De heer
Lanooy ontving veel schriftelijke en telegrafi
sche gelukwenschen. alsmede bloemstukken en
andere geschenken, afkomrtig van kunste
naars, vereerders en vrienden, uit verschillende
deelen van het land.
De heer Lanooy zal in verband met zijn zes
tigsten verjaardag in April een tentoonstelling
van zijn werken in Den Haag houden en in
Mei in Amersfoort. Een tentoonstelling in Am
sterdam is in voorbereiding. De voorgenomen
tentoonstelling te Rotterdam zal voorioopig
uitgesteld worden.
Naar aanleiding van vele binnenkomende vra
gen maakt de A.N.W.B. de automobilisten en
motorrijders er opmerkzaam op, dat onder de
huid ge wetgeving rij vaardigheidsexamens in
het algemeen alleen moeten worden afgelegd,
indien het oude rijbewijs langer dan vijf jaar is
vervallen. Bovendien gaat de geldigheid van een
nieuw rijbewijs in op den dag van afgifte en
niet op den dag, volgende op den vervaldag van
het oude rijbewijs. Men behoeft dus voorioopig
geen haast te maken, als men niet van een mo
torrijtuig gebruik kan maken. De A.N.W.B. advi
seert echter, niet te wachten tot het verkeer
met motorrijtuigen weer normaal is, aangezien
het aantal aanvragen dan zóó overstelpend zal
zijn, dat men met vertraging rekening moet
houden.
Zondag was voor het geheele Duitsche volk
de heldengedenkdag, gewijd aan hen, die voor
hun vaderland het leven lieten. Ook te 's-Her-
togenbosch werd deze dag met een eenvoudige
doch treffende plechtigheid gevierd. De groep
graven van Duitsche militairen, welke te
s-Hertogenbosch en omgeving sneuvelden of
aan hun op het slagveld bekomen verwondingen
het leven lieten en op het kerkhof te Orthen
ter aarde werden besteld, was met bloemen
versierd, terwijl een gelijke versiering was aan
gebracht op de in de nabijheid gelegen graven
van een Nederlandschen, een Franschen en een
Belgischen militair. Bij de Duitsche graven was
een eerewacht opgesteld. Te ongeveer tien uur
des morgens begaf zich een gezelschap van volks-
genooten der gesneuvelden op het kerkhof voor
een herdenkingsplechtigheid. Kransen werden
In de op 15 dezer te 's-Gravenhage gehouden
ledenvergadering der vereeniging Geneeskundig
onderzoek voor het huwelijk werd voorzien in
eenige in het bestuur ontstane vacatures. Het
bestuur bestaat thans uit dr. G. P. Frets, voor
zitter; prof. M. A. van Bouwdijk Bastiaanse,
vice-voorzitter; A. J. G. P. Septer, secretarib-
penningmeester; mevr. W. Wijnaendts Fran
ckenDyserinck en mevr. Cato van der Pijl,
arts, leden.
'Nadat van bestuurszijde de beteekenis van
de doelstelling der vereeniging nader was toe
gelicht, volgde een bespreking van de richtlij
nen bij het werk der vereeniging. Hierbij bleek,
dat men zich de taak ruim denkt, n.l. bevorde
ring van een tijdig onderzoek, niet vlak voor
het huwelijk, doch eerder, liefst nog voor de
verloving, vooral ook met het oog op het nage
slacht.
Vastgesteld werd, dat in de eerste plaats ver
breiding van kennis omtrent de erfelijkheid ge-
wenscht is, d.w.z. het populariseeren dezer ken
nis.
Het mede in verband hiermede door het be
stuur ontworpen werkprogram werd daarna
goedgekeurd.
Op de kunstveiling te München bracht een
doek van den Italiaanschen meester Veronese,
uit de zestiende eeuw, 34.000 R.M. op.
Het portret van den doge Conaro, door Ru
bens geschilderd naar een nu verloren schilderij
van Titiaan, werd voor 10.000 R.M. verkocht.
Van een verzameling van 116 schilderijen van
oude meesters werden er 106 voos den globalen
prijs van 216.950 R.M. toegewezen.
Oude meubelen en Chineesche kunstvoorwer
pen vonden slechts weinig liefhebbers.
Hieronder laten wij nog eenige citaten volgen
uit artikelen, gewijd aan de rede van den
Rijkscommissaris.
De „Deutsche Zeitung in den N i e-
derlanden", die Seyss Inquarts rede vooral
beschouwt als een antwoord op de wanordelijk
heden, welke plaats vonden, schrijft o.m.:
„De Rijkscommissaris zoowel als de be
velhebber van de Weermacht hebben telkens
weer te kennen gegeven, dat zij in het
Nederlandsche broedervolk niet den vijand
zien, maar een nabuur, die tevens bloedver
want is. Zij staan hier als vertegenwoordi
gers van de belangen van het Duitsche en
Nederlandsche volk, tegelijk echter als de
beveiligers van den toestand, dien de ons
opgedrongen strijd eischt. Het is even dui
delijk, waartoe de arbeid voeren moet als
welke voorwaarden hem gesteld zijn".
En iets verder schrijft de „Deutsche Zeitung":
„Wie van Nederlandsche zijde het ant
woord van den Rijkscommissaris, dat tege
lijk ook een uitvoerige schildering geeft
van zijn opdracht, laat dienen tot een ge
wetensonderzoek en er in positieven zin
mee tracht klaar te komen, verricht een
werk, dat tot zegen van het Nederlandsche
volk zal strekken. Ieder afzonderlijk ziet
zich thans, zonder dat hem nog uitwegen
openstaan, voor de vraag naar het lot van
zijn land en volk gesteld".
In „Nederlandsch Dagblad' schrijft
Arnold Meyer, de leider van Nationaal Front,
o.m.
„Zeer opmerkelijk is, dat de Rijkscom
missaris blijkens zijn rede zeer bijzondere
belangstelling heeft voor de Nederlandsche
geschiedenis en bij de beschrijving daarvan
uitdrukkelijk erkent en vaststelt, dat wij
een afzonderlijk volk zijn met een eigen aard
en dat de geschiedenis van ons volk een zeer
luisterrijke geweest is. „De bewering zal niet
worden uitgesproken, dat de Nederlanders
in die tijden niet een bijzonderen eigen aard
hadden" zei de hoogste Duitsche autoriteit
hier te lande. Maar'tevens en we erken
nen volmondig dat het goed is, dat ook dit
aan Nederlanders wordt voorgehouden
zei de Rijkscommissaris, dat de Nederlan
ders en Duitschers niet één volk zijn ge
worden maar niettemin naar den bloede
verwante volkeren zijn, wat vanzelfsprekend
zijn practische consequenties heeft.
Kortgeleden (no. 203 en 204) verschenen
in ons dagblad twee hoofdartikelen over
Marnix' pleidooi te Worms. De Nederlanden
konden haast geen stand meer houden te
genover de opdringende Spaansche over
macht en Mamix spoedde zich naar den
Rijksdag te Worms om daar hulp van den
Keizer in te roepen op grond van het feit,
dat de Nederlanden en het Rijk „geallieer
den en buren" waren.
Naar aanleiding van het historische feit,
dat de oproep van Marnix zonder gevolg
bleef, zegt de Rijkscommissaris: „Toen heeft
het Rijk gefaald". Later heeft de Repu
bliek der Vereenigde Nederlanden de wacht
betrokken ln het Westen, niet slechts voor
eigen behoud, maar in feite ook voor alle
Germaansche volkeren tegenover het op
dringende Romanendom. Het redde de Zui
delijke Nederlanden keer op keer uit den
Gallischen klauw. En bij de door die Repu
bliek georganiseerde coaHtie-oorlogen tegen
het Frankrijk van Lodewijk XIV verkreeg
het den steun van den Keizer, bedreigd door
hetzelfde gevaar, die in 1578 op den Rijks
dag van Worms niet gegeven werd.'Toen was
er meer begrip bij beide volkeren voor de
gemeenschappelijke belangen dan in den tijd
van Willem van Oranje. Zoo had het be-
hooren te blijven, doch door allerlei om
standigheden richtte ons volk zich naar
Engeland, in strijd met de natuur der din
gen en tegen het landsbelang. Daarbij 'ge
voegd de zelfgenoegzaamheid tengevolge
van weelde en het gebrek aan staatkundige
leiding moest het in ons land tot een
catastrophe komen".
Aan het artikel van Arnold Meyer, dat niet
alleen de belangstelling verdient van hen, die
op inzichten uit zijn, maar ook van de misschien
te velen, die slechts nieuwsgierig zijn naar fei
ten, het is n.l. bepalend voor de houding,
welke Nationaal Front den eerstkomenden tijd
zal aannemen ontleenen wij ook nog het vol
gende:
„De Rijkscommissaris heeft het nog eens
herhaald, dat hij het Nederlandsche volk
niet wil benauwen, noch het een politieke
overtuiging wil opdringen.
De Rijkscommissaris behoudt zich van
zelfsprekend het recht voor zijn voorkeur
te hebben en hij motiveert een voorkeur
behandeling als het in formatie mogen
marcheeren met er op te wijzen, dat de
Slotk.
Slotk.
Slotk.
Slotk.
17 '3
15/3
14 '3
13/3
Allied Chem
15014
150
14914
147%
American Can
8514
86*14
86%
86%
40
39%
39%
Amer Tel Tel
16114
16114
161 f
164
Am. Tobacco B
68%
6814
68%
68%
Anac. Copper
24%
24%
24%
24'4
Atchis Topeka
23 "i
24
2314
23
Baltim. Ohio
314
3%
3%
3%
Bethlehem St.
79";
7914
78%
78'4
Canada Pacif.
314
3%
3%
3%
Chrysler Corp
6716
6711
66%
69%
21%
2114
2114
Delaw Huds
20
19%
19%
19%
Eastman Kod
132
131
13214
Gener. Electric
33%
33%
33%
32%*
Gen. Motors
43%
43%
43%
Hudson Motor
3%
8%
3%
3%
Intern. Nickel
86%
26%
29%
2614
Int. Tel. a Tel.
2%
3%
2%
214
N. Y. Central.
12%
12%
12%
12%
Pennsylvania
23%
23%
23%
23%
Radio Corp
AH
4%
4",
4
St. Oil N.-Jsr»?
3516
35
34%
3514
TJntcm pacific
77",
7714
7714
77%
Un. St. Rubber
22%
22%
22'4
21%
Un. St. Steel
57%
58%
57 '4
57
West in? house
9514
9414
95
Woolworth
3014
30
30
30
Omzet: 380.000
bied.
Een catastrophaie wolkbreuk, die de Ameri-
kaansche filmstad Hollywood onlangs teis
terde, geeft ons aanleiding hier een beschou
wing te laten volgen over het verschijnsel:
wolken.
Het lijkt bijna een triomf der natuur, dat
zelfs de ervaren meteoroloog van heden nog
niet met zekerheid kan zeggen, door welke
oorzaken de wolken ontstaan en weer verdwij
nen, zich vormen en veranderen en bij alle
veelvormigheid zich toch in bepaalde groepen
rangschikken. Daar zijn dan de massale sta
pelwolken, die tengevolge van hun inwendige
beweging en de daardoor veroorzaakte voortdu
rende vormverandering op de fantasie van de
menschen inwerken. Daar zijn de rustige, on
eindig uitgestrekte wolklagen of stratus. Zij
kunnen als een grijze muur groote gedeelten
van den hemel bedekken of zich tot zwevende
strepen groepeeren. En wie kent niet de scha
penwolkjes, de lievelingswolken van zoo menig
i dichter? Alto-cumulus noemt de meteoroloog
hen, omdat zij alleeh in hoogere luchtlagen te
vin-en zijn. Ten slotte zijn daar de ragfijne,
geheimzinnige vederwolkjes, die dikwijls zeer
plotseling den diepblauwen hemel bedekken,
als reusachtige waaiers of veeren van groote
hoogte ons toewenken en evenzoo plotseling als
zi) gekomen zijn, weer kunnen verdwijnen.
Geheimzinnig, omdat zij het komende weer
voorspellen en twintig uur tevoren voor storm
en regen kunnen waarschuwen.
Met de hier aangegeven benamingen is de
groote verschridenhe'd der vormen nog hng
niet uitgenut. Practisch kan men (zooals Aber-
cromby, Howards en anderen het reeds in 1885
deden) de gewone vormen onderscheiden en
als verder kenteeken de hoogte van de wolken
ken zijn de vederwolken, die vermoedelijk be
staan uit zuivere ijskristallen en die men kan
aantreffen op hoogten van 10.000 a 30.000 me
ter. Belangrijk lager volgen de cirro-stratus,
als bolvormige wolken de cirro-cumulus. Weer
een stuk lager de middelgroote (600 a 1200 me
ter) stratus en alto-cumulus. De stratuswol-
ken van deze laag komen voor opgelost in stre
pen en vonnen, evenals de alto-cumulus, de
bekende mooi-weers-wolken. De wolken van de
onderste étage, strato-cumulus en nimbus, zijn
minder vriendelijk, omdat met hen het weer
bedenkelijk begint te worden, als het dat niet
reeds is. Onder nimbus verstaat men de don
kere regenwolken, die zoo vaak boven onze
hoofden dreigen. Als de stratuswolken vlak bo
ven de aarde zijn, noemen wij het mist.
Tot zoover de indeeling in soorten. Toch
mag hier een uitspraak van den bekenden me
teoroloog Fr. Jul. Hann niet vergeten worden.
Bij de buitengewone verscheidenheid der wol
kenvormen, waarvan vele zich dikwijls ook
tegelijk aan den hemel vertoonen, en bij de
vele overgangen van de vormen ln elkaar mag
men niet verwachten, onder elke omstandigheid
deze wolken-soorten in een van de bovenge
noemde klassen te kunnen onderbrengen.
Over het ontstaan der afwisselende vorming
van de wolken verschilt men thans nog even
zoo van meening als vijftig jaar geleden. Ze
ker is, dat twee dingen voor de wolkenvorming
van belang zijn: de dynamische afkoeling van
opstijgende lucht en haar verschillende hori
zontale snelheid. DaamaaBt zullen straHngs- en
vermengingsprocessen geen onbelangrijken in
vloed hebben. En tens'otte zal men. vooral voor
de wolken van de hoogere lagen, met de electri-
citeit rekening moeten houden als een factor
voor de wolkenvorming.
Het eenvoudigste is de vorming van stapel
wolken. De stijgende lucht komt in relatief rus
tende luchtlagen en krijgt door de condensatie
den vorm van een bol. Dit kan men vergelijken
met den damp, die wordt uitgestooten door een
stilstaande locomotief. Wij kunnen bij stapel
wolken toch sterke inwendige beweging en
voortdurende vormverandering waarnemen.
Koppen schieten op, torens vonnen zich, fan
tastische gestalten verschijnen en verdwijnen.
Deze beweging wordt niet door horizontale
luchtstroomingen veroorzaakt, maar wijst op
stroomingen, die in de wolk zelf hun oorsprong
hebben. De kracht, die de vochtige lucht in
de hoogte drijft, is de latente warmte van den
'n de wolken gecondenseerden waterdamp. Als
de stapelwolken een groote hoogte bereikt heb
ben, kunnen voor het opzwellen ook de vrijko
mende hoeveelheden vloeistof, de plotseling tot
bevriezen gebrachte waterdruppeltjes, de oor
zaak zijn. Zoo kan men ook verklaren, dat men
vormveranderingen in den regel aan den boven
sten rand van de wolken waarneemt.
De stapelwolken verheffen zich meestal bo
ven een vlak stuk land, dat het doolpunt van
de stijgende lucht bepaalt. Hoe droger de
lucht, des te hooger moet zij stijgen, om het
dooipunt te bereiken, des te hooger ligt ook de
basis der cumuli.
De oorzaken van de stratus-vorming zijn wel
zeer verschillend. In het algemeen kan men
zich hun vorming zoo voorstellen: vochtige
lucht, die boven de aarde hangt, koelt plotse
ling af, condenseert en wordt door de warmte-
ultstraling van de aarde in den nacht of in
den winter opgeheven. De daarboven liggende
lucht moet daarvoor zeer droog zijn. Als lucht
stroomingen over oneffenheden van de aarde
gaan, kunnen zich staande wolkengolven vor
men, als een rivier, die over een rotsachtigen
bodem gaat. Men heeft zelfs waargenomen (Cl.
Abbo, Stefenson), dat dergelijke wolkengolven
bepaalde berggroepen die de oorzaak waren,
precies weergeven.
Het minst verklaard is de vorming van de
hoogere wolkenlagen, vooral die van de hooge
circuswolken. De oorzaken van het ontstaan
van deze lichte, vezelachtige wolkjes in de reeds
zeer waterarme hoogste luchtlagen kunnen ook
heel verschillend zijn. Men kan in het algemeen
zeggen, dat de wolkenvorming zeer verschillend
is en misschien nooit geheel verklaard kan wor
den, ofschoon de naar kennis hongerende
mensch niet zal nalaten, naar de oorzaken te
Blauwe rook van sigaren en sigaretten krin
gelde omhoog door het vertrek. De oude heer
Verberne nipte eens aan zijn glas en begon met
het verhaal dat de aanwezigen, goede vrienden
en bekenden, hem hadden gevraagd, ofschoon
de meesten van hen het wel reeds kenden.
Ik was vijf-en-twintig en zoo juist afgestu
deerd, toen mijn oom trouwde. Eigenlijk was hij
geen oom van mij, maar de vriendschapsbanden
tusschen mijn vader en hem waren zoo nauw
dat wij, kinderen, niet beter wisten of hij was
onze bloedeigen oom Kasper.
Oom Kasper was dan getrouwd, en niets was
natuurlijker dan dat ik eens naar hem toe zou
gaan, om kennis te maken met mijn nieuwe
tante. Oom zou me afhalen van den trein, want
hij moest daar toch dien dag in de buurt zijn
en nam dien „sleepdienst" graag op den koop
toe, zooals hij het uitdrukte. Enfin, ik kwam
aan, vond oom
Kasper op het """"""j
perron en felici-
teerde hem van
harte.
Daarna wan-
derden we naar I
zijn huis, terwijl
hij honderd uit praatte over de goede eigen
schappen van de nieuwe tante. Ik verwachtte
een lieve, statige vrouw te zullen ontmoeten
van even in de veertig.
Oom had den sleutel nog niet in het slot ge
stoken, of het dienstmeisje kwam zeggen dat
er een heer op hem zat te wachten. Hij excu
seerde zich daarom en vroeg me of ik ook zon
der hem kennis kon maken met tante. Voordat
ik had geantwoord, was hij al verdwenen, zoo
dat er niets anders, voor mij op zat dan alleen
naar binnen te gaan.
Nauwelijks had ik de kamerdeur achter mij
dichtgedaan, of ik viel er haast tegen aan van
verbazing! Want voor mij zag ik een allerliefst
meisje van drie, vier-en-twintig jaar, dat op
mij toekwam en zei: „Ha, en is dat nu neef
Frederik?" Waarop ik niets anders wist te ant
woorden dan dat ik inderdaad bedoelde neef
was.
Intusschen was ik nog lang niet van mijl
verbazing bekomen. Was dit nu de nieuwe tante
Marga? De oneerbiedige vraag kwam in mij op,
hoe oom Kasper in 's hemelsnaam met haar in
aanraking was gekomen. Ik moet nogal vreemd
hebben staan te kijken. Tante vroeg tenminste
of er iets vreemds aan haar te zien was. Ik
haastte me om te zeggen dat ik eenigszins ver
moeid was van de reis.
Er ontspon zich tenslotte toch een normaal
gesprek, en met veel moeite gelukte het mij,
haar aan te spreken met „tante Marga", of
schoon het mij beslist onmogelijk was, werkelijk
een tante in haar te zien. Tevens was ik nog
steeds niet over mijn verwondering heen, dat
oom Kasper zulk een jonge en bekoorlijke vrouw
had gekrjgen.
Midden in het gesprek, toen ik gezegd had:
„Ja, het was héél prettig op studie, tante,"
viel zij mij plotseling in de rede: „Zeg toch niet
aldoor tante tegen mij. Ik voel me zoo oud,
wanneer iemand van vijf-en-twintig mij nu al
tante noemt, want ik ben zelf pas één-en-
twintig!"
„WatHoeHet duizelde mij een
oogenblik. Mijn oom, de goedhartige zakelijke
man met het lichte embonpoint, over de veertig,
was gehuwd met een meisje van één-en-twin
tig? En wat voor een meisje! Een uit duizen
den, zou ik durven zeggen! Ik werd op hetzelfde
moment jaloersch op mijn oom en verliefd op
mijn tante!
„Maar wat moet ik dan zeggen?" bracht ik
stamelend uit. „Nichtofof....?" An
dere mogelijkheden schoten mij niet dadelijk te
binnen. Dat scheen ook niet noodig te zijn,
want vroolük antwoordde zij: „Ach, nicht!
Waarom al die officieele termen? Noem me
eenvoudig Els!"
Wat moest dat bettekenen? Oom had mij ge
schreven dat ik kennis zou maken met een tan
te Marga. Doch van Margaretha kon ik wer
kelijk geen Els afleiden. Hoe vielen deze beide
namen met elkaar te rijmen?
Terwijl deze vraag me nog in het hoofd
woelde, ging de deur open en trad oom Kasper,
gul lachend, binnen. „Wel", informeerde hij
vriendelijk. „Wel kinderen, zijn jullie bij elkaar
in den smaak gevallen?" Ik mompelde van
„Verbazend," maar verwonderde me reeds over
deze nieuwe complicatie. Noemde oom zijn vrouw
„kind"? Onmogelijk was het natuurlijk niet. Ze
was nog zoo jong, dat ze ongeveer zijn dochter
zou kunnen zijn. En werkelijk, tot mijn intense
verbazing vroeg hij: „Hoe vind je mijn dochter,
Freek?"
Ik keek hem met groote oogen aan. „Doch
ter?" stotterde ik.
Enfin, laat lk kort zijn. Ik had in het geheel
niet kennis gemaakt met tante Marga, want deze
kwam eerst 's middags thuis en bleek volkomen
aan mijn verwachtingen te beantwoorden. Het
lieve meisje dat ik voor mijn nieuwe tante had
aangezien, was niemand anders dan haar doch
ter, nu natuurlijk stiefdochter van oom Kasper.
Die goede oom moet een groot menschenken-
ner geweest zijn. Hij noodigde mij tenminste
uit, een weekje bij hem te willen blijven lo-
geeren. Dat aanbod nam ik met beide handen
aan! En aan een week had ik niet genoeg, want
toen ik vertrok, liet ik me door oom graag de
belofte afpersen, spoedig nog eens terug te
komen.
En nu kom ik nog heel geregeld bij oom Kas.
Want mijn vrouw wil, dat spreekt vanzelf, op
gezette tijden wel eens naar haar moeder toe...!
(Nadruk verboden).
nationaal-socialisten (kennelijk is hier deze
verzamelnaam gebruikt voor de N.S.B.-ers)
duidelijk hebben bewezen den weg van de
lotsgemeenschap met het Duitsche volk te
willen gaan.
Die lotsgemeenschap in 'n Germaanschen
Statenbond wenschen wij eveneens van
ganscher harte. Den weg, dien de N.S.B.
daarbij bewandelt, zullen wij niet bewan
delen, al was het alleen hierom dat deze
weg doodloopt. Onze weg is een duidelijke
en klare. Het nationaal-socialisme is een
universeele leer. Het zal bij ieder volk een
aan dat volk aangepaste gestalte moeten
aannemen. Zonder die volkseigen gestalte zal
het geen volksgemeenschap kunnen winnen.
Over die gestalte van een Nederlandsch
nationaal-socialisme mogen wij, Nederlan
ders van de eerste ure der nieuwe gedachte
in Nederland, die vasthoudend en stabiel in
houding hebben gewerkt zeker een oordeel
geven.
Wij behooren het zelfs te geven. Wij ziiri
er toe verplicht, zoowel tegenover ons volk
als tegenover de Duitsche autoriteiten. Het
gaat er namelijk niet om of hier een afge
scheiden groepje volkomen gescheiden van
het volk den weg tot samenwerking Inslaat:
het gaat er om, dat via een beweging het
geheele volk wordt meegetrokken in die
samenwerking. En de beweging, die met
dezelfde vrijheden uitgerust als de N.S.B.
dat zou kunnen, die eenige beweging is
„Nationaal Front"."
Tenslotte citeeren wij de „Volkskrant":
„Geen tweede 10e Mei Is een negatief
postulaat; er is ook een positief, waaraan
het Nederlandse volk in zijn overgrote
meerderheid bereid is te voldoen'.
Wij bedoelen en bezigen hier het woord
zelf van den rijkscommissaris „het grote
werk van de opbouw van ons Germaanse
gemeenschapsgebied en daarmee van een
nieuw Europa."
De bereidheid van ons volk om deze taak
te aanvaarden wortelt in het besef der
noodzakelijkheid van een sterk vastelands
Europa onder leiding van Duitsland en
Italië.
Voor de Germaanse volken ligt het voor
de hand, dat zij zich om het Duitse rijk
scharen, niet als vazal-staten, maar als
volken, die, aan de Germaanse eenheid
trouw, uit hun eigen nationaal besef kunnen
leven.
Voor ons land komt er, in tegenstelling
met de Scandinavische rijken, dit bijzondere
bij, dat het over uitgestrekte gebiedsdelen
overzee beschikt die van een volk van
negen millioen zielen er een van zeventig
millioen maken.
Ook dit bezit bréngen wij in als ons
aandeel in de Germaanse gemeenschap:
een economische factor van uitzonderlijke
betekenis vóór continentaal Europa."
B.M.H.C. heeft de theoretfsche kans op de
eerste plaats weten te behouden door een ver
diende overwinning op Amsterdam te behalen.
Amsterdam begon uitstekend, want de eerste
aanval, goed van opzet en snel uitgevoerd,
leverde reeds een doelpunt op, dat van den
stick van Hazemeijer kwam. Hoewel B.M.H.C.
Amsterdam terugdrong, was het toch de
snelle Reodenboirg, die op zijn oude plaats
spelende, den bal herhaaLdelijk in den slag
cirkel van het Bloemendaalsche doel wist te
plaatsen. Uit een korten hoekslag maakte de
Roos onhoudbaar gelijk en een fraai 2e doel
punt van Schmeink gaf B.M.H.C. een verdien
den 21 voorsprong in de eerste speeihelft.
Na de rust ging de strijd na een kort over
wicht van B.M.H.C. gelijk op. Aan beide zijden
gingen kansen verloren en er zat minder vaart
in het spel dan voor de rust. Amsterdam maak
te door Roodenburg gelijk. Het laatste kwartier
was voor B.M.H.C., dat den stand op 42
bracht.
De stand In de Westelijke eerste klasse is
thans:
H.D.M. 12 9 3 0 21 42—16
B.M.H.C. 11 7 2 2 16 20—12
H.H.Y.C. 12 6 3 3 15 24—21
Togo en H.V.C. sluiten de rij met elk 6 pun
ten. H.D.M. behoeft slechts van H.V.C. te win
nen om het kampioenschap te behalen.
AMSTERDAM Geslaagd de heer J. Leenen
en de dames A. M. de Goey te Rotterdam en
G Bakker te Zaandam.
Rood Wit, dat het kampioenschap van de ai"
deeling GooiAmsterdam voor het grijpen had,
stelde danig teleur. Door deze eerste nederlaag
is Rood Wit met Amsterdam in puntenaanta1
gelijk gekomen en een beslissingswedstrijd om
de eerste plaats zal waarschijnlijk noodzakelijk
blijken. Rood Wft kan veel beter dan het Zon
dag deed. De gevolgen van de dwaze compe-
titie-fndeeling, waartegen Rood Wit zich vruch
teloos verzet heeft, wreken zich. Klinkende
overwinningen tegen zwakke tegenstanders heb
ben geen waarde. Wedstrijden tegen B.D.H.C.,
dp Haagsche eerste klassers, waren ook in dl"
seizoen mogelijk geweest. Amsterdam was in
technisch opzicht niet de meerdere, maar be
streed Rood Wit met het juiste wapen; snel
heid! Mej. v. d. Pol liet zich herhaaldelijk
passeeren en ook mej. Loeb was minder stick-
vast dan gewoonlijk. De voorhoede hfeld het
spel te kort in tegenstelling met die van Am
sterdam waarin mej. Syke Kruize en mej. Raber.
de maaksters van de doelpunten, uitblonken-
Reeds met de rust had Amsterdam een 3
voorsprong en met mej. Smithuijsen aan het
hoofd bleven de gastvrouwen ook na de rust
sterker.
De Secretaris-Generaal van het departement van Landbouw en Vis-
scherij maakt met betrekking tot de distributie van boter en vet bekend,
dat verkoopers van gebakken visch, pommes frites, croquetten. gehakt
ballen, poffertjes, wafelen en ander oliegebak, indien zij voorheen van de
Nederiandsche Zuiveicentrale toewijzingen ontvingen en dus b(j deze in
stantie waren ingeschreven, zich tot den plaatselijken distributiedienst
dienen te wenden met het verzoek om te worden ingeschreven onder de
groep „Instellingen" Voorzoover zij in verband met hun omzet voor het
verstrekken van toewijzingen in aanmerking komen, behooren zij de ln
hun bezit zijnde „heele" bonnen van de boter- of vetkaart wekelijks op
een door dén plaatselitken distributiedienst vast te stellen dag bij dien
dienst dus niet bij de Zuiveicentrale in te leveren ter verkrijging
van toewijzingen, welke recht geven op het koopen van vet of spijsolie
Bedrijven, die in verband met bun omzet niet voor het verstrekken van
toewijzingen in aanmerking komen, kunnen hun voorraad aanvullen door
de in hun bezit zijnde „heele" bonnen door te geven aan hun leverancier.
De met ,1/50 rantsoen boter enz." gemerkte bonnen, welke de be
trokken winkeliers van hun klanten hebben ontvangen, kunnen zij bij de
plaatselijke distributiediensten inleveren tegen losse rantsoenbonnen vet
of spijsolie met dien verstande, dat bj1 het verstrekken van rantsoen
bonnen spijsolie 1% rantsoen boter of vet wordt gelijkgesteld met 1 rant
soen spijsolie Voorts kunnen alle bedrijven, die tot dusverre toewijzingen
van de Nederlandsche Zuivercentrale hebben ontvangen desgewenscht
van den plaatselijken distributiedienst een voorschot wisselbonnen krijgen,
overeenkomende met ten hoogste 25 pet. van den maandomzet, met dien
verstande dat aan één bedrijf in geen geval meer dan 1.000 wisselbonnen
„1/50 rantsoen boter enz." zullen worden verstrekt.
Uiteraard dienen belanghebbenden er rekening mede te houden, dat
zij bij het inruilen der met „1/50 rantsoen boter enz. gemerkte bonnen
voldoende bonnen als wieselbonnen overhouden.
Ter verkrijging van nadere inlichtingen met betrekking tot het boven
staande, b.v. over de wijze, waarop de bonnen op de opplakvellen moeten
"'orden geplakt, dienen belanghebbenden zich te vervoegen bij de plaatse
lijke distributiediensten. - - -
Ten slotte wordt er nog eens de aandacht op gevestigd dat da ver
koopers van poffertjes, wafelen e.d. tevens verplicht zqn bu aflevering
daarvan de noodige bonnen van dg broodkaart of de bloemkaart van bun
klanten in ontvangst te nemen.