Bouwnijverheid en bouwmaterialen
WINTERHULP IPNEDERIAND
^oor alkander
bestemd
DINSDAG 18 MAART 1941
Steen, die niet gebakken
behoeft te worden
Denken wij hieraan)
Prijsopdrijving gestraft
CHEMISCHE PRODUCTEN
Kerkdijk leüen
DE JAARBEURS
Financieele lasten
Ongebakken steenen
HANDEL IN KAAS
AUTOBOTSING TE VENLO
Scherp optreden van de inspectie
in het geheele land
H. Struve overleden
Notaris J. H. J. van de Mortel f
Commissie van advies ingesteld
ten behoeve van Rijksbureau
TEELT EN HANDEL VAN
TUINZADEN
Van overheidswege regelen gesteld
Nieuw gebouw Ned. Bioscoopbond
Visschen met spieringzegen
HEILIGE WIJDINGEN
Bij de Paters Minderbroeders
Pater Amadeus de Graaf O.F.M.
Vervoerverbod hooi en stroo
G. van de Broek overleden
UIT DE STAATSCOURANT
Ontslag militairen dienst
Burgemeester
Bert,
A RUCK
Een knaap van vijftien zou de witte wollen
bundel misschien toevertrouwd kunnen wor
denwaardoor hij haar twintig jaar later
Heb ik van het begin af aan mijn oogen
niets zou gezegd hebben.
Ik snikte, nam mijn sakdoek, zette de tan
(Wordt vervolgd)
De bouwnijverheid, welke niet ten onrechte
tie „barometer" van het bedrijfsleven wordt ge-
boemd, wordt wel in zeer sterke mate door de
tijdsomstandigheden getroffen.
Reeds in de laatste jaren voor den oorlog
Was de positie in deze bedrijven allesbehalve
rooskleurig.
Aangenomen wordt, dat in ons land jaar
lijks veertigduizend nieuwe woningen moe
ten worden gebouwd, om de volkshuisvesting
op het bestaande peil te houden. In 1936
en 1937 kon de woningbouwproductie dit aan
tal bij lange na niet halen. In de hierboven
genoemde jaren bleef men niet minder dan
14.000 stuks bij dit minimum ten achter. In
de beide daarop volgende jaren was er geluk
kig een kentering ten goede te bespeuren,
men kon toen juist het vereischte minimum
bereiken, maar dan ook niet meer dan dat.
Het spreekt wel vanzelf, dat door den oorlog,
jj'aardoor vele duizenden huizen werden verwoest,
het totaal der woningreserve over het geheele
'and genomen zeer gering was. In sommige
Plaatsen was deze reserve snel verdwenen en ont
bond er een groote vraag naar huizen, een vraag
^'aaraan het overigens uitstekend geoutilleerde
bouwbedrijf bij lange na niet kon voldoen.
De oorzaken hiervan waren een groot gebrek
aan grondstoffen en verder de transport- en
''hancieele problemen. Het grondstoffengebrek
^ordt voor een zeer belangrijk deel veroorzaakt
tioor de stagnatie in den aanvoer van ijzer, an-
tiere metalen en hout, welke niet de eenige, maar
'Och wel de meest belangrijke materialen voor
tien bouwer zijn.
Er werden de noodige maatregelen genomen,
°m de nog aanwezige voorraden van deze ma
terialen op de meest rationeele wijze te besteden,
baarbij natuurlijk in de allereerste plaats aan
tien wederopbouw van de door den oorlog ge
troffen gebieden moest worden gedacht. De heer
tellende materiaalschaarschte liet niet na, in
vloed uit te oefenen op de positie van die ma
terialen, welke hier te lande uit binnenlandsche
grondstoffen en in voldoende hoeveelheid kun-
ben worden geproduceerd. Het gebrek aan bui-
teniandsche materialen was oorzaak van een
°verproductie van gelijkwaardige binnenland
sche producten. De overheid heeft hiertegen de
boodige maatregelen getroffen ah alles wordt in
bet werk gesteld, om de Nederlandsche industrie
°P de been te houden.
De transportmoeilijkheden hangen uiteraard
ten nauwste samen met het gebrek aan motor
brandstoffen. Kan men de grondstoffen- en
transportmoeilijkheden beschouwen als van een
tijdelijk karakter, met de financieele moeilijkhe-
?etl is dit niet het geval. Deze zullen na het
bcrstel der internationale betrekkingen niet zoo
fbOedig hersteld zijn. Vooreerst drukken op het
bouwbedrijf zelf reeds zeer hooge lasten, gevolg
tan de verordeningen op velerlei gebied, die door
be overheid zijn uitgevaardigd, en van de nood
maatregelen, door het bedrijf zelf genomen.
~*aar nog belangrijker zijn de lasten, welke op
bo huizenexploltatie drukken, waardoor de bouw
activiteit wordt geremd.
Ondanks den huidigen toestand in het
bouwbedrijf kunnen de verwachtingen toch
bog hoopvol genoemd worden. Tengevolge
van den grooten achterstand stapelt zich
Cen enorme hoeveelheid werk op. Het bouw
bedrijf heeft den moed niet laten zakken
eh doet alles, wat er gedaan kan worden
bih te maken, wat er in de huidige omstan-
tiigheden van te maken valt.
'tiet behulp van de overheid wordt getracht
eU invoer van onontbeerlijke grondstoffen te
t. n doorgaan, terwijl de bouwstoffenmarkt
lans ook vervangingsmiddelen in den handel
t,ro'igt. Vele binnenlandsche producenten zijn er
®cds in geslaagd artikelen te fabriceeren, welke
's vervangingsmiddelen van moeilijk, of in het
*eheel niet te verkrijgen materialen kunnen die-
®b. in de laboratoria wordt naarstig gezocht
aar grondstoffen, waarvan de invoer thans ge-
eel of gedeeltelijk stilstaat.
°P de jaarbeurs kan men constateeren, dat
nieuwe artikelen en ook vervangingsmld-
eh in drn handel worden gebracht. Men kan
Scheel
tiet
*'en
dat andere materialen en zelfs geheel nieu-
constructies worden beproefd en toegepast.
ftf^et lag aanvankelijk in het voornemen, in een
„Ouderlijke expositie hiervan een overzicht te
tï)Ven, doch door verschillende omstandigheden
u ®st van dit voornemen worden afgezien. Niet-
"bin is er op de vijfde verdieping van het jaar-
he(lrs8ebouw een tentoonstelling ingericht door
Centraal instituut voor industrialisatie, waar
lq b kan zien wat men tegenwoordig ook uit
kan fabriceeren. De klei, welke in groote
Vt.rJ'Celheden in ons land gevonden wordt, werd
kl!oi5er uitsluitend gebezigd voor baksteenen,
bkers, dakpannen en ceramische producten.
^P de jaarbeurs kan men thans ook zien,
'at
klei heel goed te gebruiken is voor
beton- en vloerconstructies. Men heeft daar
bij ook rekening gehouden met de brand-
stoffenschaarschte. Voor het bakken van
steenen en dakpannen heeft men heete
ovens noodig.
Men tracht nu steenen te maken, die niet
gebakken behoeven te worden, en men heeft
deze weten te fabriceeren uit een samenstel
ling van klei, leem en een bepaalde chemi
sche oplossing.
De goede hoedanigheden van dit nieuwe pro
duct worden gevormd door de weervastheid,, ter
wijl het niet in water oplost. Verder wordt hier
een steensoort getoond, welke uit zeepschuim is
vervaardigd. Een bepaald soort magere klei
wordt op snelle wijze met zeepschuim vermengd,
in vormen gegoten en daarna gebakken. Men
verkrijgt hierdoor een ietwat poreuze steen, die
weliswaar niet geschikt is voor alle doeleinden,
doch die wel kan dienen voor het optrekken van
binnenmuren. Beide steensoorten zijn echter
nog niet in den handel verkrijgbaar.
Men kan verder op de beurs zien hoe een
nieuwe verfsoort is uitgedacht, waarbij zooveel
mogelijk lijnolie is bespaard. Deze olie-arme ver
ven zijn speciaal bedoeld voor binnenverfwerk.
Om zooveel mogelijk hout te besparen, wor
den thans kap- en vloerconstructies uitge
voerd in beton, terwijl men er in geslaagd
is, hout zoodanig te verharden, dat men het
geschikt heeft weten te maken voor de ver
vaardiging van verschillende werktuigen.
Men kan er zelfs tandwielen van maken.
Afval van hout wordt omgewerkt tot z.g. bouw
platen, welke op de beurs in vele soorten te zien
zijn. Met het oog op de kans dat er binnenkort
ook geen houtafval meer zal zijn, heeft men reeds
omgezien naar een geschikt vervangingsmiddel
daarvoor. Zoo ligt het in de bedoeling stroo tot
stroovezelplaten te verwerken, terwijl turf aan
gewezen is om kurk voor isolatieplaten te ver
vangen. Dit isolatiemateriaal wil men ook gaan
vervaardigen van carton. Verder neemt men
proeven voor het vervangen van lood door zink,
enz.
De afdeeling bouwmaterialen op de Voorjaars-
beurs is een levend getuigenis, dat de bouw-
materialenhandel en -fabricage niet bij de pak
ken zijn gaan neerzitten. Integendeel, men heeft
getracht om zich zooveel mogelijk aan de hui
dige omstandigheden aan te passen.
i>.v'
Een merkwaardig gebruik. In Hoogeveen worden de geloovigen niet door klok
gelui doch door een trommelslager ter kerke geroepen. Al roffelend maakt deze
een groote wandeling door het stadje en wanneer hij van zijn ronde terugkeert,
volgen hem reeds de eerste kerkgangers. (Foto Fax-Holland)
Krachtens een beschikking van den secretaris
generaal van het departement van Landbouw en
Visscherij kunnen „kaashandelaren met vergun
ning" onderling kaas, met uitzondering van
Limburgsche en Hervesche kaas, verkoopen en
afleveren zonder inlevering van toewijzingen.
Op den Tegelscheweg te Venlo kwamen een
personen auto en een vrachtauto in botsing.
Op het moment, dat beide wagens elkaar zou
den passeeren, moest de luxe-auto naar links
uitwijken, waardoor hij in volle vaart tegen
den vrachtauto reed. De botsing was zoo hevig,
dat de personenauto bijna totaal vernield werd.
De besturder van dezen auto, de heer B„ uit
Leeuwarden, liep zware inwendige kneuzingen
,op; bij de botsing werd hij half uit den wa
gen geslingerd en aldus meegesleurd. Hij werd
naar het ziekenhuis te Venlo overgebracht. De
chauffeur van den vrachtwagen, H., uit Rot
terdam, kwam er met enkele lichte verwon
dingen van af.
Men schrijft ons:
Wat weten de meesten onder ons eigenlijk
af van het leven, dat door de armsten onder
ons volk geleid wordt?
Om nu nog maar niet te spreken van die
genen, die nog in iets betere omstandighe
den verkeeren, den z.g. kleinen middenstand.
Terwijl hier, zü het met veel zorg en moeite,
de eindjes nog wel aan elkaar geknoopt kun
nen worden, heeft bij de eerstgenoemde cate
gorie menschen, uit wier leven het laatste
greintje zonneschijn volkomen verdwenen is, de
dagelijks terugkeerende ellende zulke diepe
wonden geslagen, dat deze menschen, volkomen
willoos, zich andere, betere mogelijkheden niet
meer kunnen voorstellen.
Het is voor velen onzer, laten wij elkaar recht
in de oogen zien, niet prettig, van aange
zicht tot aangezicht met deze menschen te
moeten staan.
We zullen, ons dan min of meer onbehaag
lijk gaan voelen.
We zien dat liever niet, wij voelen ons vei
lig binnen onze vertrouwde muren met onze
eigen kleine zorgen en denken liever niet aan,
spreken nog minder over hen, die het minder
goed „getroffen" hebben.
Maar voor hen, menschen op wier gezicht
geen vreugde meer te lezen is, die we dage
lijks kunnen zien, als we maar wilden, is
meestal weinig ruimte gereserveerd in ons da-
gelijksch denken. Maar wij zijn mede verant
woordelijk voor deze menschen, u en ik, wij
allemaal. Is het daarom niet diep beschamend
voor ons volk, het Nederlandsche volk, dat men
een collectant eenvoudig voorbij wandelt en na
deze „onaangename onderbreking" zich weer
zalig verdiept in het eigen egoïstische wereldje?
Men vergete één ding niet.
Ook nu vraagt een landgenoot om uw daad
werkelijke hulp.
Onlangs hadden wij het voorrecht, in ver
schillende gemeenten persoonlijk te kunnen
spreken met vele Nederlanders, die door de
Winterhulp-actie geholpen werden. Van de vele
gezindten, die om hulp vroegen, willen wij hier
enkele gevallen noemen.
We drukken de klemmende deur open en be
klimmen de trap. Een traplooper is niet aan
wezig. Boven gekomen, vinden wij een nog
jongen man in een ouden versleten erapaud
zitten. De vrouw hangt het weinige waschgoed
rondom de kachel, "die al sinds dagen met
sprokkelhout wordt gestookt.
„Werkt u niet?"
„Nee mijnheer, rheumatiek. Ik krijg wel
steun, maar ja...."
Wij bellen ergens aan. Een kleine jongen opent
de deur.
„Is vader thuis?"
„Ja mijnheer, ik zal hem even roepen."
„Komt u binnen, heeren", wordt er van bo
ven aan de trap geroepen.
Even later zitten we in een kleine kamer,
de deur van het aangrenzende kabinet staat
open, we zien een kleine schoenmakerswerk
plaats.
„Ja mijnheer, elke week moet ik een zeker
aantal paren schoenen afleveren aan Maat
schappelijk Hulpbetoon, anders is er niets, hè?"
Het interieur getuigt van netheid en ijver.
Maar ja, de boel is versleten en dan valt het
niet mee, om er iets van te maken.
„U hebt toch een gift gehad van de Winter
hulp, niet?"
„Ja mijnheer, en dat vond ik 's morgens zoo
maar in de bus liggen. Ik kan u wel vertellen,
dat mijn vrouw eerst heeft zitten hullen, later
hebben we van vreugde door de kamer ge
danst."
Dus u ziet hoe welkom het hier was.
Ons volgend bezoek gold een oud vrouwtje.
Ze was niet thuis. Later op den middag bij
haar terugkomst was ze genegen ons even te
woord te staan.
„Ja mijnheer, ik was niet thuis, hè. Maar ik
werk ook nog."
„U werkt nog? Op uw leeftijd?"
„Mijnheer, ik krijg f 3.— in de week, en als
u bedenkt dat hier nog f 1.25 voor de huur af
gaat, dan begrijpt u, dat ik zoo'n extra centje
best gebruiken kan. Ik ben nu 73 jaar oud en
ik hoop nog vele jaren mee te kunnen.
Ook hier greep de Winterhulp in.
En zoo zijn er nog zoo veel gevallen Dit
kan zoo niet langer voortgaan.
Helpt mede, deze menschen wat meer levens
vreugde te geven, opdat zij zich met onze hulp
kunnen onttrekken aan den greep van de
armoede.
Dan zult ook gij, die steeds afzijdig bleef,
naast alle anderen, die reeds bereidwillig of
ferden, de voldoening smaken, het uwe te heb
ben bijgedragen voor de totstandkoming van
een krachtig Nederlandsch volk.
Over het geheele land zijn de opspo
ringsambtenaren den strijd tegen de prijs
opdrijving en den sluikhandel begonnen,
zooals vele overtreders van de prijsvoor-
schriften tot hun schade heben ondervon
den. Dat behalve de groote steden ook de
kleine plaatsen en het platteland niet aan
de aandacht van de inspectie voor de prijs-
beheersching ontsnapten, blijkt uit de vol
gende beknopte opsomming, die bij wijze van
voorbeeld aan de lange reeks van veroor
deelingen werd ontleend.
Een kruidenier te Nieuwer-Amstel met f 35
boete; een handelaar in turf te Peperga met
f 100 boete; een groentenhandelar te Rijnsburg
met f 150.boete; een schoenwinkel te 's-Gra-
venhage met 4000.een rijwielhandelaar te
Eindhoven met f 50.boete; een bakker te Vlij
men met 750.boete, met publicatie van
de tuchtbeschikking.
Een bouwkundige te Heemstede werd, als
directeur van een naamlooze vennootschap,
welke huizen exploiteert, gestraft met een boete
van f 200.omdat in één geval de huur van
een woning met f 0.25 per week was verhoogd..
Een woningbureauhouder te Hilversum zal voor
een overeenkomstig feit een boete van f 50
moeten betalen.
Te Boskoop is in den ouderdom van 57 jaar
de heer H. W. E. Struve ovrlden. De heer
Struve heeft buitengewoon veel gedaan voor de
organisatie tot het redden van drenkelingen. Hij
was oprichter en eere-voorzitter van de Bos-
koopsche reddingsbrigade Voorts voorzitter van
het district Zuid-Holland van den Nederland-
schen bond tot het redden van drenkelingen en
hoofdbestuurslid van dezen bond. Van het „In
ternationaal Verband für Rettungsschwimmen
an Küst und Innengewassem", even voor het
uitbreken van den oorlog te Ziirieh opgericht,
was de heer Struve een der oprichters, Hij heeft
altijd bijzondere aandacht geschonken aan het
redden van personen uit te water geraakte
auto's.
De heer Struve had groote artistieke gaven.
Als boomkweeker en tuinarchitect heeft hij deze
kunnen uitleven, in de groote bloemententoon
stelling, welke in 1935 te Boskoop werd gehou
den en waarvan hij de ontwerper was. De ten
toonstelling wekte bewondering en verrassing
om de origineele gedachte en conceptie.
De overledene was ridder in de orde van
Oranje Nassau.
De begrafenis zal 19 Maart te 2 uur op de
begraafplaats Oud-Eik-en-Duinen te Den Haag
geschieden.
In den ouderdom van bijna 70 jaar is te Ros
malen overleden de heer J. H. J. van de Mortel,
sinds 1910 notaris te 's-Hertogenbosch.
De overledene was lid van de kamer van toe
zicht op de notarissen, lid van de Lieve Vrouwe
te 's-Hertogenbosch en voorzitter van het
Broederschap, regent van het R. K. Weeshuis
Noordhollandsch waterschap De Koorenwaard.
Hij was commandeur in de Orde van St. Syl
vester, officier in de orde van Oranje Nassau
en officier in de Kroonorde van België.
De plechtige uitvaart 'geschiedt Donderdag
as. in de parochiekerk te Rosmalen waarna het
stoffelijk overschot in het familiegraf wordt
bijgezet.
Ingesteld is een commissie van advies, welke
den secretaris-generaal van het departement
van Handel, Nijverheid en Scheepvaart en den
directeur van het Rijksbureau voor Chemische
producten kan adviseeren in alle aangelegen
heden, samenhangende met de werkzaamheden
van het Rijksbureau voor Chemische producten
en de secties daarvan, alsmede in alle overige
kwesties op het gebied van de productie, de
distributie en de vervanging van chemische
producten.
Tot voorzitter en leden dezer commissie zijn
benoemd: tot lid en voorzitter: prof. dr. H. R.
Kruyt; tot leden: C. H. Buschmann, J. W.
Dekker, dr. W. A. van Dorp, P. B. J. Gips, ir.
G. de Haas, G. Hamer, P. H. A. Hofkamp, C.
H. van den Houten, ir. C. van Loon, prof. mr.
J. van Loon, drs. A. M. Mees, ir. F. G. Waller;
tot secretaris: mr. A. Steinhauser.
Een 17 Maart 1941 in de Nederlandsche Staats
courant verschenen besluit van den secretaris
generaal van het departement van Landbouw
en Visscherij, dat een verdere uitwerking is van
hetgeen reeds op dit gebied bestond, stelt re
gelen vast ten aanzien van het telen, het ver
handelen en afleveren, het vervoeren en den
export van tuinzaden.
De hoofdzaken van deze teeltregeling zijn:
1. De teelt van tuinzaden is verboden, tenzij
met schriftelijke vergunning van de centrale;
2. De vergunning wordt gesplitst in een ver
gunning voor: a. tuinzaden; b. sluitkool, spina
zie, radijs en tuinkerszaad; en c. peulvruchten;
3. Teeltvergunning wordt verleend aan eiken
teler, die in een of meer der jaren 1937, 1938 en
1939 tuinzaden teelde, terwijl de grootte van de
oppervlakten, welke hij met elk der onder 2. ge
noemde groepen mag betelen, gelijk is aan de
oppervlakte, welke hij met de even bedoelde
groepen gewassen beteelde in d a t jaar van de
genoemde drie Jaren, waarin hij de grootste
oppervlakte met tuinzaden beteelde.
De handel in tuinzaden waaronder te ver
staan in- en wederverkoop is slechts toege
staan aan hen, die als zoodanig bij de Neder
landsche Groenten- en Fruitcentrale zijn aan
gesloten. De afzet door telers van eigen geteelde
tuinzaden is slechts geoorloofd, indien zulks
geschiedt aan handelaren in tuinzaden, tenzij
de teler tevens zelf aangeslotene is.
Voorts gelden bepaalde voorschriften voor het
vervoeren of doen vervoeren van tuinzaden.
Voor zoover niet over andere papieren beschikt
wordt, moet het vervoer worden gedekt door
een vervoerbewijs, door of namens de centrale
afgegeven.
De uitvoer van tuinzaden is slechts aan „aan
geslotenen" geoorloofd.
In aansluiting op hetgeen wij reeds hebben
gemeld omtrent de officieele opening van het
nieuwe gebouw van den Nederlandschen Bios
coopbond, waarvan de zetel uit Amsterdam
naar 's-Gravenhage is overgeplaatst, zij nog
medegedeeld, dat in het nieuwe gebouw, gele
gen aan het Koningin Marieplein 19, behalve
de secretaris-generaal van het departement van
Volksvoorlichting en Kunsten, dr. T. Goedewaa-
gen, en de heer H. M. van Triet, voorzitter van
den Ned. Bioscoopbond, aanwezig waren o.a.
de heeren Oberregierungsrat, H. Hushahn, dr.
Zimmer, Filmreferent bij het rijkscommissariaat,
ir. W. L. Z. van de Vegte, raadadviseur aan het
departement van Volksvoorlichting en Kunsten,
tevens voorzitter van de centrale commissie
voor de filmkeuring, mr. P. M. C. J. Hamer,
hoofdcommissaris van politie, en C. C. Wal
raven, plaatsvervangend hoofdcommissaris van
politie in Den Haag, N. Oosterbaan, directeur
van het perswezen, en ook van het departement
van V. en K. de heeren Alb. J. Richel, hoofd
van het bureau filmzaken, J. G. Goverts, hoofd
van de afdeeling muziek, drs. W. J. J. Noordijk
van de afdeeling cultuur en ontspanning, W.
Winkler van de afdeeling theater en dans, de
heeren W. de Groot en H. A. Goedhart van de
afdeeling perswezen, M. Wink, hoofd van de
secretarie van genoemd departement, mr. dr.
II. J. von Brucken Fock, van den raad voor
de volkshuishouding bij de N.S.B., P. J. van
Megchelen, hoofdredacteur van het A.N.P., le
den van den raad van bijstand voor het film
wezen, ds. J. L. Brinkerink en D. de Iongh, le
den van de centrale commissie voor de filmkeu
ring.
De secretaris-generaal van het departement
van Volksvoorlichting en Kunsten hield de
openingsrede.
Na de redevoeringen van de heeren dr. Goe-
dewaagen en Van Triet werden ververschingen
aangeboden, terwijl gelegenheid werd gegeven
tot bezichtiging van het gebouw.
Na de officieele opening volgde voor de ge-
noodigden een filmvoorstelling in het Studio
theater.
De secretaris-generaal van het departement
van Landbouw en Visscherij heeft tot weder
opzegging, doch uiterlijk tot en met 30 April
1941 toegestaan, uitsluitend bij dag met een
spieringzegen te visschen in een of meer vaste
dreven, gelegen in de Lek, bovenwaarts tot de
spoorbrug te Culemborg, de Waal, bovenwaarts
tot de spoorbrug te Zaltbommel, de Nieuwe
Merwede en de Beneden-Merwede.
Zaterdag 22 en Zondag 23 Maart zal Z. H.
Exc. Mgr. Dr. J. H. G. Lemmens, Bisschop van
Roermond, in de kloosterkerk der Paters Min
derbroeders te Weert de Heilige Wijdingen toe
dienen.
Op Zaterdag 22 Maart het H. Subdiaconaat
aan de Fraters: Tarcisius Bertels, Beesd; Theo-
genes Koesnèn, Patjitan; Anectus van Gendt,
Den Haag; Bosco Schinkel, Berkel en Rodenrijs;
Theodatus Sineets, Ohé en Laak; Harold Hoo
geveen, Wassenaar; Canutus Hanssen, Hauge-
sund (Noorwegen); Stanislaus Mulder, Den
Haag; Theophilus Thöni, Maastricht; Aquino
Tjiptapranata, Djimbar; Jacobus Jaspers, Wy-
chen; Aloysius v. d. Wansem, Den Haag; Mo-
nulphus v. d. Eijnden, Groenlo; Cyrillus de Haas,
Den Haag; Albertus Castricum, Haarlem; Vita-
lis Keulaerds, Heerlen; Theodoras Schouten,
Venhuizen; Bemulphus Schnijder, Rotterdam;
Bernardus de Jong, Maastricht; Augustinus
Bertels, Nieuwer-Amstel; Erastus Breuer, Maas
tricht; .Leo Boersma, Haarlem; Petrus Leenders,
Nijmegen; Bonaventura van Schaick, Woerden;
Hieronymus Peters, Helden; Anselmus 'van Eg-
mond, Den Haag; Salvator Baselaar, Ammer-
zoden; Leopold Curfs, Heer; Benedictus Brokx,
Delft; Matthias Goossens, Deurne; Stephanus
de Moei, Hem; Hubertus Hoekstra, Rolsward;
Hugolinus Backelandt, Bergen op Zoom; Win-
fried Lion. Berkel en Rodenrijs; Antonius
Smeets, Voerendaal; Herman Hagen, Ankeveen;
Ludovicus Beckers, Roermond; Angelus Ver
biest, Rotterdam; Canisius Vastbinder, Nijme
gen; Henricus van Dam, Nederhorst den Berg;
Honorius Cox, Venray; Paulus Overeem, Hil
versum; Otho Thomaasse, Amsterdam; Pascha-
lis Maarschalkerweerd, Rotterdam; Sebastianus
Rijnierse, Sloten; Bruno Peperzak, Soerakarta.
Op Zondag 23 Maart het H. Priesterschap aan
de Fraters; Meinulf Landman, Hilversum; Lici-
nius Verbij, Gouda; Roland Maarschalkerweerd,
Rotterdam; Expeditus v. Waas, Gouda; Ismaël
Lambi. Kerkrade; Damasus Castelein, Leiden;
Fidentianus Breukers. Lichtenvoorde: Florentia-
nus Hoogendijk, Medemblik; Simplicius Op-
broek, Roermond; Polycarpus v. d. Zijde, Den
Haag; Barontius Wellink, Bergh; Meinradus
de Cocq van Delwijnen, Amsterdam; Oliverlus
Joosten, Buggenum; Wernhard Lafeber. Gouda;
Eucharius Smit, Den Haag; Lucillianus v. d.
Laan, Blokker; Nemèsius Gondrie. Den Haag;
Randulf Renirie, Rotterdam; Primaldus Wil-
lard, Den Haag; Wïlbert Stoop, Roosendaal;
Egmund Commandeur, Oudorp; Samuël Bek
kers, Cuyk; Reinhard Kammerer. Alkmaar;
Alcmund Gasman, Amsterdam; Gerrold v. d,
Spek, Rotterdam; Antigonus Janssen. Viersen;
Bemold Dassen, Heerlen: Llcerius Schevelier.
Megen; Eelco Brainsma, Bolsward; Radulf
Pruim, Amsterdam; Valericus Moors, Weert;
Abdias v. d. Sande, Tilburg; Gentianus Hogen-
elst, Den Haag; Goar Koot, Den Haag.
Op het feest van Maria Boodschap, 25 Maart,
herdenkt Pater Amadeus de Graaf O.F.M. den
dag, waarop hij 40 jaar geleden werd priester
gewijd. Bijna heel zijn priesterleven heeft hij
zijn sterke persoonlijkheid en talenten in dienst
gesteld van de zielzorg: als kapelaan te Bols
ward, Den Haag en Nijmegen en als pastoor te
Lichtenvoorde en Lochem. Te vroeg voor zijn
wilskracht en zielenijver werd hij door een chro
nische ziekte gedwongen, zich uit de directe
zielzorg terug te trekken. Sedert 1939 geniet hij
een welverdiende rust in het Minderbroeders
klooster te Nijmegen. Vermeerstraat 7.
In een besluit van den secretaris-generaal van
het departement van Landbouw en Visscherij
tot wijziging van het Inleveringsbesluit 1941 hooi
en stroo wordt een vervoerverbod van stroo af
gekondigd met bepaling, dat dit verbod niet
geldt in de door de N.I.C.A. aan te wijzen ge
vallen, alsmede indien en voor zoover het ver
voer gedekt is door een geleidebiljet.
Op 56-jarigen leeftijd is te Bameveld te zij
nen huize vrij plotseling overleden de heer G.
van de Broek, hoofd van een bouwmaterialen-
handel, welke onder zijn leiding werd opgericht
en tot grooten bloei kwam. Aan het maatschap
pelijk leven nam de ontslapene o.m. deel
door zitting te nemen als gemeenteraadslid. Ge-
ruimen tijd was hij ook waarnemend wethou
der.
Aan den officier van administratie der le kl.
J. C. N. Walter is op verzoek met 16 Maart eer
vol ontslag uit den zeedienst verleend, wegens
langdurigen dienst
Mr. A. J. Drenth is met ingang van 1 April
1941 tot burgemeester van de gemeente Nieuwe-
Schans benoemd.
De heer Drenth is op 8 Juni 1905 te Groningen
geboren. Hij is advocaat en procureur te Gro-
j ningen en tevens waarnemend griffier bij de
arrondissementsrechtbank aldaar.
"o0r
i.Nadruk verboden)
33
tle^1 lS het in orde, als een meisje van acht-
een man trouwt, die „tut-tut" zegt tegen
Ch cll8ri-ize haren, als hij in den spiegel kijkt
e grapjes over zijn rheumatiek moet ma-
over het feit' dat hiJ niet mecr 200
hij p lelijk tegen de bergen op kan, als toen
hafn J°ngen was?
%0MUr1^ is het aardiger van hem, om zijn
Nar h1 te lachen- tian er over te grommen.
ehop moest nóch het een nóch het ander
te doen. als hij een werkelijk jong
Ik ëing trouwen.
^fste hoe langer hoe duidelijker, dat het de
Vah d Vereischte in een verloofde is, dat hij
^elfden leeftijd is
v >.tièri °e oud ls dat ongeveer?
J~hher Je je." zei grootma, „dat Jij je
«ejjj noeder, <jje arme Nesta." naar onze oude
gj, racht, vóór die gerestaureerd was en
Zich"^ meter
zou zijn? En weet je nog. hoe ze
.por (jj'e'ing zenuwachtig omkeerde, toen ze
v Hti goeden, ouden Rector moest gaan
de baby op haar armen houden? Je
*^as altijd heel verlegen voor de men-
toen, weet je 't nog, David, keerde
jou en fluisterde gejaagd: „Nee,
ik kan haar niet houden, ik kan niet!" en jij
zei: „Geef haar maar aan mij, moeder. Ik zal
haar wel vast houden!" Zoo'n jonge kerel als
jij. Wij vonden het allen wonderlijk van je,
Daar stond je bij het doopvont, met ons kleine
meisje daar in je armen
„Hemel, ja, da's waar ook," zei David over
de tafel heen, mij glimlachend aanziende.
..Denk toch eens aan, Julia!"
Nog juist op tijd hield ik de woorden terug,
die op mijn lippen lagen: „Hoe vreeselijk!"
En ik begreep, dat dit een zeer billijke grens
was namelijk: van geen enkel meisje verwacht
kan worden, dat zij een man zal trouwen, die
haar gedragen heeft of kón gedragen hebben
bij haar doop, aan het doopvont. Sommige
menschen denken, dat een man zeven jaar ouder
moet zijn dan zijn vrouw; andere denken tien.
Geen enkele moeder zal haar langgejurkte baby
aan een jongen van zeven of tien jaar toe
vertrouwen. Zelfs als hij twaalf was zou het
schepseltje nog door zijn zorgeloosheid op de
cocosmat kunnen vallen.
niet meer zou kunnen trouwen. Zoo kwam ik
tot het besluit, dat héél jonge meisjes zich niet
'^ehoeven te verloven met mannen van vijf en
dertig zelfs
Ik begrijp niet, waarom ik dat nooit te
voren ingezien heb.
Of heb ik het wel gezien?
daarvoor gesloten? En hebben de dingen zich
zóó opgestapeld, dat ik eindelijk voelde den
last te moeten afschudden?
Het gebeurde allemaal in een enkele minuut,
de minuut, waarin ik David Lewis tegen groot
ma hoorde zeggen, dat er, zoover als hij zien
kon. geen enkele reden was, waarom 't kleine
meisje en hij niet in Juni zouden kunnen
trouwen.
In Juni!
Binnen enkele weken!
Het leek, of mijn hart stilstond. Ik hoorde,
hoe grootma en mijn verloofde prettig door
praatten over „schikkingen". Het kantoor was
nu gesloten en er was geen reden, waarom
David Lewis niet zou terugkeeren naar die
lieve oude bank in ons dorp, waar zeker veel
veranderingen zouden plaats hebben. David
dacht binnenkort veertien dagen naar Wales
te gaan. Na zijn terugkeer, zei hij, konden we
in Londen trouwen, heel in stilte. Een man
in Zuid-Wales, een vriend van hem, was in
een van die aardige, ouderwetsche kerkjes, zoo
iets als die van Dickens, pastoor. David vond,
dat een huwelijk in onze omstandigheden daar
echt aardig zou zijn. Dan de wittebroodsweken,
gedeeltelijk te Brighton, dacht hij; daar was
voor het kleine meisje wat vroolijkheid; 'ge
deeltelijk in Llandrindod Wells teen plaats, die
zijn arme moeder en hem zooveel goed gedaan
had). Wat dit huis (grootma's huis in Londen)
betreft, dat zou geen bijzondere moeilijkheden
met zich meebrengen in de huidige omstan
digheden: men kon het ongemeublleerd tegen
een goeden prijs verhuren. Zoodoende kon
grootma vrij naar ons huis komen (dat van
David en mij) zoo gauw we thuis waren.
Deze laatste woorden waren de verschrikke
lijkste, die ik ooit van mijn leven gehoord heb.
Ik kon nauwelijks wachten, tot grootma de
kamer uitging om oois alleen te laten voor
wat zij „het tête-A-tête voor de jonge luid-
Jes" noemt. Ik wist, dat ik toen ineens zeg
gen moest, wat ik te zeggen had.
Anders zou ik er weer aan zien te ontko
men. Ik geloof, dat er ter wereld niets zoo
vreeselijk is als het verbreken van een verloving,
vooral als de persoon in kwestie altijd de
vriendelijkheid zelve geweest is en hij je over
laden heeft met geschenken, als dat collier en
die tasch. O, hoe blij was ik, dat ik geen tijd
had, om over alles goed na te denken. (Het
denken geschiedde enkel diep in mijn hart.
zonder dat ik het mij bewust werd. zooals dat
dikwijls het geval is.) Wat een geluk, dat ik
er nog niet over gedacht had hoe David het
zou opnemen, of mU een voorstelling gemaakt
had van den wreeden slag, die het voor hem
moest zijn, wanneer „zijn kleine lieveling"
hem zonder eenige waarschuwing zou overval
len en hem vertellen dat alles ten einde was.
Het was een beschikking, dat ik weken geleden
dat besluit niet genomen had en ik niet tel
kens weer opnieuw plannen gemaakt had hoe
het 't beste te zeggen.
Want ik geloof, dat ik in al die gevallen zoo'n
lafaard geweest zou zijn dat ik is het geheel
Maar nu! Zoo gauw grootma de deur achter
zich gesloten had, brak ik los.
David," flapte ik er hijgend uit, „David!
Wat dit huwelijk in Juni betreft! Ik moet je
oogenblikkelijk iets zeggen. Dat kan niet! Ik
kan niet met je trouwen! Het gaat niet!"
Haastig keek David mij met zijn vriende
lijke oogen aan. Ik stond daar, mijn heete han
den in elkaar klemmend. Toen was er een
seconde lang een vreeselijke pauze. Daarna zei
David heel eenvoudig geloof ik:
„Wat beteekent dit alles, mijn meisje? Wil je
liever nog niet trouwen? Niet in Juni, goed
dan! Heel goed! Waarom moet het Juni zijn?
Neem er je tijd voor, vrouwtje!"
Maar ik wist, dat uitstel fataal zou zijn.
Hier moest de eindbeslissing komen.
Ik schudde heftig mijn hoofd en zei, op elke
lettergreep den nadruk leggend: „Ik heb geen
tijd noodig, David. O, alsjeblieft. Het spijt me
zoo. Maar dit moet nu afgehandeld worden.
Nog dit oogenblik! Het is akelig van me. Maar
ik wensch niet met je te trouwen. Niet alleen
niet in Juni, maar nooit. Davidl Nooit! Ik
kan het niet doen. Kan 't niet doen, kan
niet
Toen kwamen die idiote tranen opzetten,
deels uit ellende over de gedachte aan zen
huwelijk met hem, deels uit meelij, omdat ik
hem zoo ontzettend pijn moest doen. en deels
uit vrees voor den strijd, dien ik wist. dat ik
nog te strijden zou hebben, vóór ik vrij
zijn.
den op elkaar en herstelde me om zoo samen
hangend mogelijk mijn verklaring te geven.
„David, ik voel, dat ik met jou èl te 'on
gelukkig zou worden!"
„Ongelukkig?" zei David met toonlooze stem.
O, ik hoop, dat geen enkel meisje zoo'n toon
van een man ooit heeft te hooren! Het ver
baast me niets, dat veel meisjes liever trouwen
met wien dan ook, dan een breuk onder de
oogen te zien! Maar ik durfde niet aan trou
wen denken
Ik hijgde. „Jij kunt er niets aan doen. Het
komt door die doopvont. Ik bedoel, omdat jij
mij in mijn doopjurk gedragen hebt. 't Klinkt
-r.zinnig. Ik kan er niets aan doen. Ik ben
een akelig schepsel, dat ik daar niet vroeger
aan gedacht heb,' draafde ik door, zonder hem
e durven aankijken. „Ik had me nooit met
je mogen verloven. Dat zul je me nooit ver
geven. Je zult me haten, maar
„Jou haten, lieveling?" onderbrak David.
Tot mijn verbazing klonk zijn stem heel nor
maal en juist alsof ik er geen onherroepelijke
dingen uitgegooid had. „Jou haten? Waarom?
Omdat je dezen middag van streek bent?"
„O, je begrijpt me niet!" schreide ik bijna.
..Zie je niet, David lief, dat ik zoo vreeselijk
graag niet met je zou trouwen?"
„Vrouwtje, je bent van streek," vertelde hij
me sussend.
Daarna maakten we een paar afschuwelijke
oogenblikken door. waarbij het eene argument
na het andere voor den dag kwam.