Polyploïdie bij planten Laatste Nieuws ,,Het Gele Huis" Bristol Portsmouth gebombardeerd Strijd bij Keren opnieuw ontbrand De positie van Turkije H DINSDAG 18 MAART 1941 Schrijvers bij een schilderij IN VELE GEVALLEN VAN PRACTISCHE WAARDE Canadeesche brandweerlieden voor Engeland gevraagd NIEUWE SCHEEPSVERLIEZEN DER ENGELSCHEN ALG. VER. VOOR BLOEM BOLLENCULTUUR Aantal leden liep in 1940 met 280 terug „VOOR DE KUNST" Hendrik Andriessen Joanna Diepenbrock L.T.B.-AFDEELING TUINDERS OPGERICHT ZWEMMEN ZWEMCOMPETITIE KRING HAARLEM Jeugdig H.P.C.-er won het num mer 100 meter borstcrawl DAMES-HOCKEY H.H.IJ.C.B.D.H.C. 3—0 VELSEN-NOORD GENOOTSCHAP STILLE OMGANG Clearingkoersen Alg. Vergadering Holl. Bloem bollenkweekers Genootschap Weekmenu van de Centrale Keuken Veiling van Nederlandsche meesters Sherwood Anderson overleden (Berichten reeds geplaatst in een deel onzer vorige oplaag) (Gedeeltelijk gecorrigeerd) Britsche arbeiders moeten zich melden voor scheepsbouw Aanleg van Duitsche soldatenkerkhoven Groot koelschip en duikboot verloren gegaan ZWEEDSCHE TROEPEN OPGEROEPEN Duitsch weermachtsbericht Ital. weermachtsbericht Aanvallen afgeslagen Overeenkomst BelgradoBerEj deze week verwacht De a«£ oudi Uw volk in stand; sieuni hei grooie gezin. Winterhulp van allen voor allen. STAD In het Weekblad voor de Bloembollencultuur staat het eerste deel van het jaarverslag der Alg. Vereeniging. Herdacht wordt mr. dr. A. Baron Röell, die sedert 1925 eerelid der ver eeniging was. Dankbaar herinnert zich de ver eeniging de persoonlijke medewerking van den overledene bij de laatste twee groote tentoon stellingen in 1925 en 1935. De lijst der eereleden telt thans nog 16 na men. Op 31 December had de vereeniging in totaal 4229 contribuanten; het aantal leden liep met 280 terug. Hoewel ook verscheidene leden over leden is het aantal, dat in verband met de omstandigheden het lidmaatschap opzegde, zeer groot. De oorlogstoestand heeft ook een neerdruk- kenden invloed uitgeoefend op het werk der vereeniging, maar niettemin was het een zeer druk jaar, vooral in verband met de moeilijke vraagstukken der organisatie. Voor de leden van de vereeniging „Voor de Kunst" gaf Hendrik Andriessen een lezing over „het Fransche lied", waarna Joanna Diepen brock een tiental moderne Fransche liederen zong van Chausson, Fauré, Debussy en Roussel. De spreker gaf als kort resumé het volgende: „In het ideale geval gaan componist en dich ter uit van dezelfde bron, legt de componist den weg terug' af, waar tevoren het gedicht is ont staan. Door 't lezen en beleven der woorden vindt de componist den oorsprong van 't gedicht en het is daar, dat hij tot de muziek, tot de toon zetting van het gedicht komt. In het wezen der „poésie pure" een begrip lat uiteraard het sterkst op de z.g. symbolisten ?an toepassing is, doch dat niettemin ook voor mdere generaties van dichters kan gelden rinden d'chter en componist een eenheid. Het is leze eenheid en niet de illustratieve tekstver- danking, die de werkelijke waarde van het lied naakt. Vaak is het gedicht meer de aanleiding tot aet ontstaan van de muziek, dan dat het er de jorzaak van is." Een en ander werd door Andriessen verduide lijkt, o.a. met voorbeelden aan het klavier. Spre ker behandelde eerst het tijdvak der troubadours, wees op de poovere hulpmiddelen die aan hen ten dienste stonden: 'n luit en 'n paar accoor- den, doch die vergezeld gingen van een overvloed van poëzie. Hoe zij zongen voor de kasteelbewo ners en via eerzucht de edelste kunst brachten. Na de verschillende soorten, verhalend en wer kelijkheid, behandeld, het onderling verschil en de overeenkomst er van aangetoond te hebben, kwam de spreker tot de conclusie dat het lied beter is, naarmate minder het soort is te be palen. Het voornaamste is niet de vorm, maar de uitwerking. Een zeer interessant voorbeeld van verschillen de wijze van toondichten, van gevoelsuitingen door middel van muziek, gaf Andriessen met den door hem zoo bij toeval opgekomen zin: „On ne badine pas avec l'amour" van de Musset, een zin, die „evengoed van een troubadour of van een bewoner naast een betonfabriek" had kun nen zijn. A. gaf een voorbeeld hoe een trouba dour dezen* regel, staande voor een deftig huis, gezongen en hoe b.v. een César Franck hem ge toonzet zou hebben. Hoe bij componisten als César Franck een overvloed van muzikaliteit de waarde van een gedicht over het hoofd deed zien. Men kon spreken van gemis aan literair besef, zoo leelijk waren soms de gekozen teksten. Aangaande den idealen toestand zei spreker, dat dan de dichter bü het schrijven een interne melodie moet hebben gehad en deze melodie door een componist moet zijn teruggevonden. Vervolgens verklaarde A., dat er geen aparte dichterstaal bestaat, de taal van den dichter dezelfde is als van ons. De meerdere waarde van dichters woorden, de poëtische schoonheid er van is echter n'et nader te verklaren. Van de te zingen liederen nam Andriessen één van Chausson en één van Debussy tot nader voorbeeld. Mejuffrouw D. vertolkte hierna „La Caravane" en „Le charme" van Arnest Chausson, die „de school van Franck bewonderde, een vriend was van Debussy, doch wiens schrijfwijze nog een voudig en primitief moet worden genoemd." De verhaaltrant van het eerste lied is duidelijk weergegeven en streng volgehouden. „Le charme" is mooi genuanceerd. Van Fauré werd gezongen „Larmes" en „Ar- pège", hederen met de duidelijke kenmerken van het komend impressionisme, van de totaal ver- d"'i''nende romantiek. De „Trois chansons de Bilitis", teksten van Pierre Louys, terecht poëtisch-proza genoemd, muziek van Debussy, vertegenwoordigden het meest verfijnde Fransche genre met zijn uiterst subtiele klankbeelden en teere nuances. Van Roussel waren gekozen: „Huit d'autom- ne", „Sur un songe" en „Coeur en péril" (de laatste in een bekenden Spaanschen dansvorm geschreven). De eerstgenoemde zijn Debus- syaansch en niet zoozeer specifiek-Roussel ge schreven. Met de uitvoering dezer liederenreeksen ging het er vanzelfsprekend niet om, de aandacht te vestigen op het „materiaal", door den com ponist aangewend, maar om het „resultaat" van dichter en componist aan te toonen. En dit doel werd bere'kt. Zangeres en pianist vormden even als dichter en componist een eenheid. Beide executanten zijn inzake het moderne Fransche lied hoogstaande artisten. De stemmiddelen van mej. Diepenbrock mogen wel niet op één lijn gesteld kunnen worden met die onzer vooraan staande zangeressen, haar uitstekende voor drachtskunst vergoedt veel. De Schouwburgzaal was tamelijk matig bezet. Hield het fraaie voorjaarsweer zoovele „Voor de Kunst "-leden van dezen middag af? Het suc ces was er niet minder door! O. K. andijvie; Donderdag 20 Maart zuurkool; Vrijdag 21 Maart bieten (indien voorradig visch); Za terdag 22 Maart roode kool; Maandag 24 Maart witte kool; Dinsdag 25 Maart: aardappelsoep. In een der zalen van den Haarl. Kegelbond kwamen verschillende katholieke tuinders uit Haarlem en omgeving bijeen onder leiding van het bestuur van de Kath. Tuindersvereeniging Haarlem en omstreken. In zijn openingswoord wees de heer Van Schagen op het besluit van de vorige vergade ring der vereeniging, waarbij de leden zich had den uitgesproken voor een collectieve aanslui ting bij den L.T.B. Het gevolg hiervan is, dat de vereeniging zal worden ontbonden en daar voor een L.T.B.-afdeeling in de plaats zal ko men. Met algemeene stemmen werd vervolgens for meel besloten tot ontbinding van de vereeniging en werd namens het hoofdbestuur van den L.T.B. de afdeeling Haarlem Tuinders van deze organisatie officieel geïnstalleerd. Hiertoe nam de heer P. G. Tel het woord, die zich verheugde over deze van vitaliteit getuigende beslissing der kath. tuinders in Haarlem en omgeving. Trouwens, aldus spr., deze vitaliteit en aanhan kelijkheid aan de eigen principleele organisatie demonstreeren zich in geheel ons bisdom. Getui genis hiervan legt het met sprongen stijgende ledental der organisatie af. Nadat spr. had ge wezen op de beteekenis der organisatie als ka tholiek verband, legde hij den nadruk er op, deze organisatie ook te benutten voor de so ciaal-economische en vaktechnische belangen. Velerlei hulpbronnen staan den leden ten dienste. Hoewel het bestuur van de ontbonden vereeni ging zich en bloc had teruggetrokken, werden alle bestuursleden als leden van de L.T.B.- afdeeling herkozen, zoodat thans in het bestuur zitting hebben de heeren C. van Schagen, voor zitter, N. P. Doesburg, secretaris, G. J. v. d. Veldt, penningmeester, W. M. de Boer en G. Wigchert. Bij de vaststelling van de contributie kwam de vergadering tot het accoord, naast de bonds- contributie van 5 een contributie van 1 te heffen voor de afdeeling. In dit verband deelde de heer Tel mede, dat het hoofdbestuur ter dekking van de oprichtingskosten en ter inzet van de actie 25 aan de afdeelingskas zal ver strekken. Deze mededeeling werd met bijzon deren dank aanvaard. Voorts werd het afdeelingsreglement vastge steld. Gedurende de rondvraag werd door een der aanwezige leden de aandacht gevestigd op de Boete-processies van den L.T.B. Spr. drong aan op deelname van alle leden der afdeeling aan de Boete-processie, welke in het najaar zal worden gehouden. Met algemeene stemmen werd hiertoe besloten. De afgevaardigde van het hoofdbestuur wees hierna op verschillende thans actueele acties. Spr. noemde in dit verband de pachtkwesties, ontslagverordening, kunstmestvoorzienlng, teelt regeling en zoo meer. Daarbij verzocht spr., bij moeilijkheden zich vrijelijk tot het bondssecre- tariaat te wenden, doch niet eerst zelf of door anderen eenige kwestie te „verprutsen". Naar aanleiding van deze mededeelingen ontspon zich een geanimeerde gedachtenwisseling, waarbij velerlei verlangens naar voren werden gebracht In verband met bovenstaand verslag wijzen wij er nog op, dat Haarlem thans twee L.T3.- afdeelingen rijk is, een voor de veehouders en een voor de tuinders. De zesde ontmoeting van de zwemcompetitie van Kring Haarlem heeft weer enkele verras singen opgeleverd. De jeugdige H.P.C.-er T. Kloots won in den prachtigen tijd van 1 min. 6 sec. het nummer 100 meter borstcrawl. De Haarlem-dames, die nog een goede kans op den kampioenstitel in de damescompetitie hadden, werden met twee ploegen in de 5 maal 66 meter estafette gedisqualificeerd. Op het eerste nummer van deze zesde ont moeting werd door een flink aantal zwemmers een tijd gemaakt van beneden de 1 min. 12 sec In de laatste serie viel de beslissing omtrent de eerste plaatsen. De spannende strijd tusschen Smits van Haarlem en Kloots van H.P.C. werd met gering verschil door den H.P.C.-er gewen nen. Smits maakte een tijd van 1 min. 6,8 sec. De derde plaats was voor den ouden gerouti- neerden Jan van Hemsbergen met een tijd van 1 min. 9,8 sec. N. Schoone (V.Z.V. 1 min. 10 sec.), L. ten Berge (D.WR. 1 min. 10,5 sec.), J. Snoeks (D.W.R. 1 min. 10,6 sec.), H. J. Kollerie (D.W.R. I min. 10,6 sec.), R. Kuit (Haarlem 1 min. 11 sec.), P. Kramer (H.P.C. 1 min. 11,3 sec.), J. Stammes (H.P.C. 1 min. 11,4 sec.) en B. Frankenthal (H.V.G.B. 1 min. 11,6 sec.) maak ten goede tijden. De estafette werd een prachtige overwinning voor D.W.R. De Waterratten-dames lieten de andere ploegen ver achter zich en maakten een tijd van 4 min. 11,6 sec. H.P.C. werd tweede met 4 min. 16 sec. De beide Haarlem-ploegen werden beide gedisqualificeerd, waardoor V.Z.V. met een tijd van 4 min. 39 sec. de derde plaats be zette. De 66 meter rugslag was voor den all round zwemmer A. H. Sipkema, die ook reeds succes sen op den schoolslag en borstcrawl in voor gaande wedstrijden had geboekt. Met een tijd van 51,8 sec. bleef hij den anderen ver de baas. Ook op dit nummer was T. Kloots goed op dreef, door tweede te worden met een tijd van 54 sec. De D.W.R.-zwemmer Snoeks kwam eveneens goed voor den dag; voor de 66 meter had hij 54,5 sec. noodig. De vierde en de vijfde plaats waren voor Haarlemmers; R. Kuit met 54,7 sec. en C. Zeeman met 54,8 sec. Door B.D.H.C. te slaan heeft H.H.Y.C. het ongeslagen kampioenschap van de afdeeling A, Den HaagHaarlem behaald. Dit Haagsche elftal met de vele „sterren" heeft bewezen mo menteel het sterkste dames-elftal in den lande te zijn. Er is geen zwakke plek in het elftal te bekennen en het was geen slechte prestatie van B.D.H.C., tegen deze keurploeg met 30 te verliezen. B.D.H.C. had het tegen het wisselende aanvalsspel van H.H.Y.C. zwaar te verantwoorden, want al wist de Bloemendaal- sche middenlinie het spel meermalen te ver plaatsen, mej. Offerhaus en mej. Piel gaven de Bloemendaalsche voorhoede vrijwel geen kans om een schot te lossen en steeds keerden de Haagschen terug. Vooral het goede positiespel viel bij H.H.Y.C. op en ook in technisch op zicht waren zij de meerderen. Na de rust domineerde H.H.Y.C. nog meer dan daarvoor, doordat B.D.H.C. vermoeid raak te en het tempo nfet meer kon volgen. De Haagschen wonnen zonder veel inspanning door doelpunten van mej. Kruize, Tellegen en Broese v. Groenau. Het bestuur van het Genootschap De Stille Omgang Amsterdam, heeft den leden een cir culaire toegezonden, waarin zij het betreurt, dat dit jaar door de tijdsomstandigheden de jaarlijksche Omgang niet gehouden kan wor den. Om toch de leden in staat te stellen hun liefde en dankbaarheid aan het H. Sacrament te toonen zal Zaterdag 22 Maart, des avonds om acht uur, een plechtig Lof gehouden wor den, waaronder predikatie door den kansel redenaar pater v. Buggenem, van Egmond. Zondag 23 Maart 's morgens om 9 uur ge zongen H. Mis, met generale H. Communie. Onder deze H. Mis predikatie van pater v. Buggenem. Voorts is er den geheelen dag, tot 's avonds half zes aanbidding, waarvoor alle leden op bepaalden tijd hun bidhalfuurtje thuis hebben ontvangen. Ten slotte wordt er op gewezen, dat dit jaar de contributie niet betaald hoeft te worden, doch de schaalcollecte, welke Zaterdagavond onder het lof gehouden wordt, dient om de on kosten te bestrijden en wordt ten zeerste aan bevolen. Koersen voor stortingen op 18 Maart 1941 tegen verplichtingen luidende in: Reichsmarken 75.36. Belga's 30.1432. Fransche francs 3.768. Zwitsersche francs 43.56. Lires 9.87. Deensche kronen 36.37. Noorsche kronen 42.82. Zweedsche kronen 44.85. Tsjechische kronen (oude schulden) 6.42. Tsjechische kronen (nieuwe schulden) 7.54. Dinar (oude schulden) 3.43. Dinar (nieuwe schulden) 4.23. Turksche ponden 1.45 Yi. Lewa 2.30. Pengö (oude schulden) 36.519. Fengö (nieuwe schulden) 45.89: Zloty (oude schulden) 35. Zloty (nieuwe schulden) 37.68. Ieder kan zijn eigen meening hebben over het bekende schilderij van A. C. Willink, dat „Het Gele Huis" voorstelt en waarvan men het model in de Vossiusstraat te Amsterdam moet zoeken. In elk geval bezit zijn Gele Huis kwa liteiten, dit zal eenieder toegeven, die het doek sterk in de herinnering bevestigen en doen leven. Maar het ondergaan van de atmosfeer in dit doek blijft voor iederen beschouwer iets persoonlijks, zij is niet noodzakelijk luguber of verstikkend of vertrouwenwekkend. De een vindt misschien vriendelijk, wat den ander als zeer dreigend en als „stervende cultuur" voorkomt. Daarom was het een goede en verstandige keuze, toen H. J. Smeding een aantal schrijvers verzocht, hun indrukken over dit schilderij neer te leggen in een novelle. 1) Tusschen de uiter sten, luguber en vriendelijk, bleven immers ge noeg variaties en nuances mogelijk. De verbeel ding kon in allerlei richting werken. Was aldus verscheidenheid mogelijk in de opvatting van de beteekenis van het object, daarmee werd nog niet bereikt het verkrijgen van zooiets als een overzichtelijk letterkundig tijdsbeeld, om de eenvoudige reden, dat men in onzen tijd niet kan spreken van bepaalde richtingen, waarin althans de prozaschrijvers van Neder land zich bewegen. Want een Coolen, een Vest dijk, een Eekhout, een Bordewijk en Last, ze zijn wat betreft hun opvattingen en werkwijze zóózeer verschillend, dat men van bepaalde letterkundige groepen onder de prozaïsten moeilijk kan spreken. Voor het verkrijgen van een letterkundig tijdbeeld is de opzet van dezen bundel korte verhalen dan ook te beperkt. Men zou alle talentvolle schrijvers hebben moeten uitnoodigen Dit wil niet zeggen, dat deze representatie van tien schrijvers en schrijfsters niet interes sant vergelijkingsmateriaal zou bieden. Ofschoon hierbij onmiddellijk weer de restrictie gemaakt moet worden, dat niet alle „huurders" van „Het Gele Huis" in hun werkstuk op het voordeeligst uitkomen. De novelle van Coolen en het sprookje van Henriëtte van Eyck (wat typeert deze schrijf ster beter dan deze verteltrant?) zijn ongetwij feld het best geslaagd. Dat Coolen met deze vertelling bewezen zou hebben een schrijver te zijn, zooals Smeding in zijn Inleiding sugge reert, meen ik te kunnen bestrijden, op grond van het feit dat hij dit reeds lang bewezen heeft. Om bij een van zijn bekendste werken te blijven: Coolen heeft bijvoorbeeld met zijn „Dorp aan de Rivier" lang geleden bewezen, dat hij tot meer in staat is, dan alleen het beschrij ven van de Peel en haar bewoners. Wel echter neemt deze novelle een aparte plaats in onder Coolens werk. Zij is meer „modem" dan de rest van zijn oeuvre, als men wil. Bij hem is het gele huis niet de verstoffelijking van het „Noodlot", dat den een tot verderf, den ander tot doffe berusting dwingt, als in Walschap's pessimistische impressie het geval is, of dat een egocentrische vrouw zenuwziek moet maken, zooals Emmy van Lokhorst het, zij het onbevredigend, doet voorkomen. Bij Coo len, wordt de verteller onweerstaanbaar door het huis aangetrokken, om mee te leven met de lotgevallen van de bewoners. Maar dit huis is niet de oorzaak van de leefwijze dezer men- schen, het is een soort kroongetuige voor de „ik"-persoon, die ziet hoe in de eene helft, door egoïsme, geen plaats meer blijft voor liefde en vlak daarnaast een kind de levende getuigenis is van een gelukkig huwelijk. We vinden bij Coolen de schildering van een maatschappij, waarin haat en liefde naast elkaar tieren en bloeien, een aanklacht tegen den burgerlijken hoogmoed, die, van binnen rot, er van buiten uitziet als een gepleisterd graf. Henriëtte van Eyck's gele huis herbergt een rattenwereldje, dat ondanks de waarschuwin gen van een wijze zich zat eet aan de genietin gen, die voor het grijpen liggen en tenslotte in zijn geblaseerdheid een rampzalig einde vindt, vloekend op de goedheid, die het met schatten overlaadde. En dit motief uitgewerkt in een luchtigen verteltrant en met een fijnen humor, zoodat men zich al gauw gewonnen geeft. Anne Mulder moet het niet zoozeer van het toch geestige als wel van een joviaal soort humor hebben in haar vertelsel, dat toch wel eenige kwaliteiten bezit. Ook de jonge schrijfster Anna Blaman komt niet onverdienstelijk voor den dag. Toch bezit haar schets geen gebonden eenheid, zij eindigt wat abrupt met dien „veertienden Mei", die als een „deus ex machina" fungeert. Maar vooral in de beschrijving van dien veertienden Mei toont zij, waartoe zij in staat is. „Zo werd het Mei. „Het leven had op die manier nog jaren „kunnen duren. „Maar het werd 14 Mei 1940. „14 Mei 1940, vergeet dat niet." Zoo wordt met de simpelste middelen de drei ging van dien dag geschilderd, het herhalen van den datum houdt een verschrikking in. Mis schien zal de een of ander schouderophalend zeggen: „Het is de herinnering die u parten speelt." Dan leze hij het verhaal. Van Bordewijk is er een impressie, waarin hij De algemeene vergadering van het Hollandsch Bloembollenkweekers Genootschap, die de vorige week werd uitgesteld, zal nu gehouden worden op Woensdag 24 Maart om 11 uur in café-res taurant Brinkmann te Haarlem. Het weekmenu van de Centrale Keuken te Haarlem luidt als volgt: Woensdag 19 Maart Bij het onderzoek naar de erfelijke eigen schappen van planten en dieren is gedurende de laatste decennia groote aandacht gewijd aan de structuur der celkernen. Vooral werd onderzocht het gedrag der zgn. chromosomen of kemlissen: de donkere banden, welke de celkernen steeds in een bepaald aantal vertoo- nen. Al geruimen tijd weet men, dat de kernen bij een plant of dier steeds een dubbel stel chro mosomen bevatten; zij zijn, wat men noemt: diploid. Bij zeer veel soorten en rassen heeft men ook reeds het aantal bepaald der kernlis sen welke de diploïde kernen bezitten. Nu is het een opvallend feit, dat bij plan tensoorten en rassen, waarbij dit aantal be kend is, dus bijv. 38 bedraagt, soms afwij kende vormen voorkomen met tweemaal, driemaal of nog meerdere malen het nor male getal. In zulke gevallen spreekt men dan resp. van tetraploïde, hexaploïde etc., in het algemeen van polyploïde kernen. Bij deze vormen is gewoonlijk de vruchtbaar heid bewaard, zoodat de voortplanting wel degelijk, hoewel soms in beperkte mate, voortgang vindt. Het kan echter ook gebeuren dat de po lyploïdie een ander beeld vertoont. Het aantal chromosomen bedraagt dan anderhalf, twee- en-een-half etc. maal het diploïde aantal; het aantal der chromosomengarnituren is dan dus drie, vijf etc., en het aantal der afzonderlijke chromosomen kan oneven zijn. Nu ligt het, in verband met het optreden eener zgn. reductie- deeling vór de vorming der stuifmeelkorrels en eicellen bij een plant, voor de hand, dat in dit geval deze deeling tot een onregelmatig resul taat moet voeren. Gevolg hiervan is, dat geen vruchtbaar zaad ontstaat; de planten blijven steriel. Zulke vormen kunnen uit den aard der zaak alleen worden vermenigvuldigd door enten of stekken (zooals bij fruitboomen)of doordat zich zaad vormt zonder voorafgaande bevruch ting (zooals bij den Leeuwentand). Polyploïdie, ook in den normalen vorm waar bij de vruchtbaarheid bewaard is gebleven, komt in de natuur veel voor. Dergelijke soor ten of rassen zijn dan spontaan ontstaan, als erfelijke „mutaties". Maar ook kunstmatig kan polyploïdie worden opgewekt. Men leerde reeds zulke rassen kweeken door het behande len van gewone, diploïde planten met chemi sche middelen, met koude en hitte, Röntgen stralen en wondprikkels. Vooral werd het on derzoek op dit gebied bevorderlijk, toen Blakeslee •n Avery vonden dat colchicine, een giftige stof die in de Herfsttijloos voorkomt, in vele gevallen polyploïdie opwekt. Met behulp van dit alcaloïd heeft men reeds verschillende nieuwe rassen met grootei aantal chromoso men, en wel vooral tetraploïde vormen, kun nen kweeken. Wat het uiterlijk voorkomen der polyploïde planten betreft: deze zijn meestal grooter en robuuster dan de stamvormen. Dit geldt zoo wel voor de afmetingen der cellen als voor die van bladeren en bloemen, vruchten en zaden. De aldus gekweekte vormen zijn vaak van prac- tisch belang. Zoo bleek de opbrengst van een bepaalde tomatensoort met 74 pCt. te zijn gestegen; bij een andere tomaat werd verdub beling van gehalte aan vitamine C geconsta teerd. In deze gevallen moet van voordeelen voor den kweeker worden gesproken: in an dere gevallen daarentegen treedt nadeel op door langzamer groei of grooter watergehalte. Toch kunnen ook deze eigenschappen weer voordeelig worden, zooals wanneer bij radijs of sla pas laat bloemvorming optreedt, of het blad van een groente malscher wordt. niet op zijn voordeeligst uitkomt, evenals trou wens Smeding, met zijn dubbele bijdrage. Jef Last vermengt bp vernuftige wijze droom en werkelijkheid, een gordiaanschen knoop, waar in hij zijn tekort aan liefde bekent. Tenslotte vermelden we Elisabeth Zernike, met haar verbeelding van een wrang burger lijke familie. „De garnalen vallen niet grooter," laat ze een vischboer zeggen. Het is bijna een Leitmotiv voor de doffe onvoldaanheid en de cynische berusting in het milieu dat zij heeft geschilderd. Willink's schilderij heeft niet aan eiken proza schrijver een meesterstuk ontlokt, maar som migen in ieder geval iets interessants in de pen gegeven. En de gedachte, die dezen bundel deed ontstaan, was curieus genoeg. S. I. K. 1) Het Gele Huis te huur, Andries Blitz, Amsterdam. Op de veiling van oude schilderijen door de firma Hans W. Lange te Berlijn werden hooge prijzen voor oude Nederlandsche meesters be taald. Een werk, dat men aan Rembrandt toe schrijft, werd uit de veiling teruggenomen. Het duurste stuk was een Jan Steen, „Twistende Boeren";'t bracht 76.000 mark op. „Het Vertrek in het Landhuis", van Pieter de Hoogh, bracht 74.000 mark op. Een schilderij van Jan van Goyen gang voor 45.000 mark van de hand, een werk van Adriaan van Ostade voor 37.000 mark en een van Aart de Gelder eveneens voor 37.000 mark. Voor een doek van Jan Sibereehts werd 35.000 mark betaald, voor een schilderij van Albert Cuyp 31.000 mark, van Hendrik Aver- kamp 32.000 mark en voor een werk van Hiero- nymus Bosch 30.000 mark. Verder was er nog een tweede schilderij van Jan Steen, dat 51.000 mark opbracht. Te Colon in Panama is, naar het Handelsblad verneemt, de Amerikaansche schrijver Sherwood Anderson op 64-jarigen leeftijd overleden. Sherwood Anderson werd in Camden, Ohio, geboren als zoon van 'n zadelmakersknecht. Zijn jonge jaren waren zeer bewogen. Hij is fabrieks arbeider geweest, paardenoppasser op renbanen en vrijwilliger in den Spaansch-Amerikaanschen oorlog. Daarop was hq directeur geworden van een verffabriek, maar op een goeden dag (hij was toen veertig jaar) kreeg hij er genoeg van en ging zwerven; hij voelde zich tot de negers aangetrokken, die hij boven de blanken stelde. Een tijdlang schreef hij teksten voor adverten ties tot hij in verbinding kwam met Theodore Dreiser en zelf korte verhalen en romans ging schrijven. Bijzonder bekend werden zijn romans „Wi- nesburg Ohio" over het leven in een stadje met al het kleine gedoe daaraan verbonden en ,Dark Laughter", waarin een jonge neger wordt verheerlijkt en ..Poor White" (in 't Nederlandsch vertaald onder den titel „Arme Blanken"), de geschiedenis van een Amerikaanschen straat jongen, die zich zelf ontwikkelt en met veel moeite hoogerop komt. Voorts schreef hij o.a. „Ket Brandon", „Shewrood Anderson's Note book", „Puzzled America", „Horses and Mten" en „Hello Towns". Zijn oeuvre kenmerkte zich door zijn in opstand komen tegen het moderne, ge- standariseerde Amerika en zijn reactie tegen de overblijfselen, die een taai leven hebben, van de puriteinsche overtuigin jn de V. S. De vruchtbaarheid is zooals reeds boven werd opgemerkt bij polyploïde planten niet zelden verminderd, terwijl vaak ook de nieuwe kweekproducten gevoeliger zijn voor allerlei uitwendige invloeden. Ook hier echter treden uitzonderingen op: zoo werd bij de tomaat Mikado, een tetraploïden vorm, grooter vorst bestendigheid waargenomen. Soms ook ziet men geheel onverwachte gevolgen optreden, zooals het kleiner worden eener bepaalde soort na ver dubbeling van het aantal der chromosomen. Van voordeel is ook, dat verschillende poly ploïde rassen een groote levenskracht vertoonen. Sommige groeien goed in streken waar de di- ploïden niet tegen de omstandigheden bestand blijken te zijn. Merkwaardig is verder dat de polypoïden, die wij in de natuur aantreffen, meestal levenskrachtig zijn. Toch ligt dit eigenlijk voor de hand, want waar een zwak kere soort ontstaat zal deze vrij spoedig in den strijd om het bestaan ten onder gaan. Ter wijl bovendien het grooter aantal chromosomen der polyploïden de kans vermeerdert, dat ook een grooter aantal gunstige eigenschappen sa mentreft. Het is dus niet te verwonderen dat sommige polyploïde vormen zich uitstekend we ten te handhaven. Op de practische beteekenis dezer nieuwe vormen werd reeds gewezen. Grooter vrucht opbrengst beteekent vanzelf een voordeel. Als grooter bloemen ontstaan, of heller bloemkleuren, zal de kweeker hiermee even eens zijn voordeel kunnen doen. Gunstige eigenschappen zijn ook een hooger gehalte aan vitamine C, of winterhardheid, zooals soms bij polyploïden optreedt. Nadeelige eigenschappen daarentegen zijn: grooter gevoeligheid voor uitwendige omstandig heden. geringer vruchtbaarheid en hooger watergehalte. Soms ook vertoonen de nieuwe soorten een neiging, weer in den diploïden vorm over te gaan. Polyploïdie brengt dus aldus concludeert dr. Schwanitz in de „Umschau in Wissenschaft und Technik" op zich genomen nog geen verbetering met zich mee. Maar wel vormt zij voor den kweeker een middel om verbeteringen te bereiken. NEW YORK, 17 Maart. (D.N.B.). De Associated Press meldt uit Toronto, dat de burgemeester van deze stad telegrafisch verzoek ontvangen heeft van den burge meester van Londen om nog meer Canedee- sche brandweerlieden naar de Britsche hoofdstad en andere Engelsche steden te willen zenden. Naar de Britsche berichtendienst meldt moe ten vóór a.s. Donderdag alle mannen van twin tig jaar en ouder in Groot-Brittannië, die op een of andere manier in aanmerking komen voor werk in den Engelschen scheepsbouw, zich by een bureau van het ministerie van Arbeid aanmelden. Slechts wie reeds in den scheeps bouw werkzaam is, behoeft zich niet te laten inschrijven. BERLIJN, 7 Maart (D.N.B.). De Fiihrer heeft ter gelegenheid van de herdenking der ge vallenen last gegeven tot den aanleg van waar dige soldatenkerkhoven ter bijzetting van de gevallenen van dezen oorlog. Met de uitvoe ring belastte hij den chef vhn het opperbevel der weermacht. Tot algemeen bouwtechnisch adviseur benoemde hij prof. Wilhelm Kreis. Verder wordt bericht dat de Duitsche weermacht in Frankrijk Zondag op alle Fransche militaire begraafplaatsen, waar Duitsche soldaten begraven zijn, plechtighe den heeft gehouden. Bijzonder indrukwek kend waren die op de begraafplaats Ivry te Parijs en op Bagneux NEW YORK, 17 Maart. (D.N.B.) Vol gens een mededeeling van New Yorksche marinekringen is het op een na grootste motorschip met koelinrichting, de 11.900 brt. groote African Star, door vijandelijke actie tot zinken gebracht. Het schip hoorde te Londen thuis en was eigendom van de Blue Star Line. Naar verder wordt gemeld deelde de Brit sche admiraliteit Zondagavond mede, dat de Engelsche duikboot Slapper over tijd is en als verloren beschouwd moet worden. De familie leden van de slachtoffers zijn op de hoogte ge bracht. (De Snapper was in 1935 van stapel geloopen Zij had een waterverplaatsing van 670 ton en een bemanning van veertig koppen. Haar snel heid bedroeg 15 zeemijlen boven en 10 zee mijlen onder water. De bewapening bestond tu' zes torpedolanceerbuizen, een stuk geschut van 7.6 centimeter en een machinegeweer.) Tevens bericht het D. N. B., dat Duitsche bommenwerpers met grooten actieradius 350 K.M. ten Westen van de Donegal-baai (Noord- Ierland) een aanval hebben gedaan op eer zwaarbewapenden Britschen koopvaarder van 5000 br. tón. Deze aanval had zooveel succes dat de vrachtboot met slagzij bleef liggen, ter wijl zich veel rook ontwikkelde, zoodat zij als verloren beschouwd kan worden. STOCKHOLM, 17 Maart. (D.N.B.) Naar T.T. meldt, zijn plotseling Zweedsche troepen onder de wapenen geroepen, in verband waarmede de regeering aan de pers de volgende mededeeling heeft verstrekt: „Het feit, dat het winterhalfjaar geen groote oorlogsgebeurtenissen gebracht heeft, beteekent niet, dat dezelfde rust ook in het voorjaar en den zomer zal voortduren. Ook wanneer wij geen reden hebben aan te nemen, dat een eventueele activeering van den oorlog der groote mogend heden rechtstreeksche gevolgen voor Zweden zal hebben, moeten wij er toch op bedacht zijn een effectieve neutraliteitswacht te hebben. Dit is de reden, waarom onze verdedigingsparaetheid eenigszins versterkt is. Voor zoover net onder de wapenen roepen op korten termijn is geschied, is dit geen teeken van een verontrustenden toe stand, doch het is slechts een deel van de proe ven, die ten aanzien van de doeltreffendheid van het Zweesche oproepsysteem moeten worden genomen. Bovendien kan medegedeeld worden, dat onafhankelijk hiervan bij bepaalde onder titelen nog steeds verloven worden verleend en ook in de toekomst zullen worden verleend." BERLIJN, 17 Maart (D.N.B.). Het opperbevel van de Weermacht maakt bekend: Het luchtwapen heeft vannacht verscheidene belangrijke militaire doelen in Zuid-Engeland aangevallen. De havenwerken van Bristol en Avonmouth werden met goede uitwerking ge bombardeerd. Ook de haveninrichtingen van Portsmouth kregen treffers van zwaar kaliber- Overdag brachten Duitsche verkenningsvliegtui gen op 350 K.M. ten Westen van Ierland twee gewapende vijandelijke koopvaardijschepen met tezamen 4000 brt. tot zinken. Bij een aanval van Duitsche jachtvliegtuigen op Malta werd een vijandelijke jager van het type Hurricane neergeschoten. De vijand vloog noch overdag noch des nachts naar Duitschland of naar de bezette gebieden- ERGENS IN ITALIë, 17 Maart (Stefani) Het 283ste communiqué van het Italiaansche hoofdkwartier luidt: „Aan het Grieksche front normale bedrijvig' heid van patrouilles en artillerie. Onze vliegtui' gen hebben de vijandelijke troepen gebombar deerd. Britsche vliegtuigen hebben een aanval gedaan op een onzer luchtbases. Onze jachttoer stellen grepen snel in en schoten een vliegtuig van het type Wellington neer. Bij een aanval op Malta hebben Duitsche jagers een Hurricane neergeschoten. In Noord-Afrika heeft de Duitsche luchtmacht verscheidene autoparken aangevallen. In Oost-Afrika is de strijd in den sector-Kereh opnieuw ontbrand. De vijand valt onophoudeliF aan, maar wordt overal door onze troepen afge' slagen. Bij den vijandelijken luchtaanval 0? Diredawa, waarvan het weermachtsbericht vah gisteren melding maakte, hebben onze jager twee vijandelijke vliegtuigen neergeschoten Twee andere vliegtuigen zijn neergehaald den sector-Keren. In den nacht van 14 op 15 Maart heeft een Ëh' gelsch vliegtuig in de haven van Valona ee hospitaalschip, dat gereed was om gewonde aan boord te nemen, getorpedeerd. De verliez®1 waren zeer gering." vaardigde Sadak, een vriend van den Turkse1 ISTANBOEL, 17 Maart (S.P.T.) Vddf UigUC ïjctUdh-j Cvll VAltiilU. Vctxl UCii X LiA f minister van Buitenlandsche Zaken en hoo redacteur van het blad Akscham, schrijf- een hoofdartikel o.a.„Sinds de Duitschers Bulgarije zijn, staat Turkije in het middelp der belangstelling van de wereld. Eden - Ankara bezocht, maar men moet niet dat Turkije's politiek van buiten af beïnv kan worden. Onze houding blijft ongewijzigd „p zij is duidelijk. Turkije blijft trouw aan *-j, verplichtingen en wenscht met andere 'jj; normale betrekkingen te onderhouden." "'.„„pt noemt den brief van Hitier aan den pres1 Inonoe „een manifest van hoffelijkheid". Naar de Berlijnsche correspondent N. Rott. Crt. meldt wordt het in de B0^at hoofdstad zeer waarschijnlijk genoemd, d Joego-Slavië deze week zijn 110 Lst definitief zal bepalen en een overeenkom^ met Duitschland zal sluiten, hetwelk d heelen Balkan zal consolideeren. Al is deze manier van uitdrukken het woord Dr t mogendhedenpact ook vermeden, het W toch ongeveer op hetzelfde neer als op t° treding tot dat pact.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 4