Polyploïdie bij planten
Laatste Nieuws
,,Het Gele Huis"
Bristol Portsmouth
gebombardeerd
Strijd bij Keren opnieuw
ontbrand
De positie van Turkije
H
DINSDAG 18 MAART 1941
Schrijvers bij een schilderij
IN VELE GEVALLEN VAN
PRACTISCHE WAARDE
Canadeesche brandweerlieden
voor Engeland gevraagd
NIEUWE SCHEEPSVERLIEZEN
DER ENGELSCHEN
ALG. VER. VOOR BLOEM
BOLLENCULTUUR
Aantal leden liep in 1940
met 280 terug
„VOOR DE KUNST"
Hendrik Andriessen
Joanna Diepenbrock
L.T.B.-AFDEELING
TUINDERS OPGERICHT
ZWEMMEN
ZWEMCOMPETITIE KRING
HAARLEM
Jeugdig H.P.C.-er won het num
mer 100 meter borstcrawl
DAMES-HOCKEY
H.H.IJ.C.B.D.H.C. 3—0
VELSEN-NOORD
GENOOTSCHAP
STILLE OMGANG
Clearingkoersen
Alg. Vergadering Holl. Bloem
bollenkweekers Genootschap
Weekmenu van de Centrale
Keuken
Veiling van Nederlandsche
meesters
Sherwood Anderson overleden
(Berichten reeds geplaatst in
een deel onzer vorige oplaag)
(Gedeeltelijk gecorrigeerd)
Britsche arbeiders moeten zich
melden voor scheepsbouw
Aanleg van Duitsche
soldatenkerkhoven
Groot koelschip en duikboot
verloren gegaan
ZWEEDSCHE TROEPEN
OPGEROEPEN
Duitsch weermachtsbericht
Ital. weermachtsbericht
Aanvallen afgeslagen
Overeenkomst BelgradoBerEj
deze week verwacht
De a«£
oudi Uw volk in stand;
sieuni hei grooie gezin.
Winterhulp van allen voor allen.
STAD
In het Weekblad voor de Bloembollencultuur
staat het eerste deel van het jaarverslag der
Alg. Vereeniging. Herdacht wordt mr. dr. A.
Baron Röell, die sedert 1925 eerelid der ver
eeniging was. Dankbaar herinnert zich de ver
eeniging de persoonlijke medewerking van den
overledene bij de laatste twee groote tentoon
stellingen in 1925 en 1935.
De lijst der eereleden telt thans nog 16 na
men.
Op 31 December had de vereeniging in totaal
4229 contribuanten; het aantal leden liep met
280 terug. Hoewel ook verscheidene leden over
leden is het aantal, dat in verband met de
omstandigheden het lidmaatschap opzegde, zeer
groot.
De oorlogstoestand heeft ook een neerdruk-
kenden invloed uitgeoefend op het werk der
vereeniging, maar niettemin was het een zeer
druk jaar, vooral in verband met de moeilijke
vraagstukken der organisatie.
Voor de leden van de vereeniging „Voor de
Kunst" gaf Hendrik Andriessen een lezing over
„het Fransche lied", waarna Joanna Diepen
brock een tiental moderne Fransche liederen
zong van Chausson, Fauré, Debussy en Roussel.
De spreker gaf als kort resumé het volgende:
„In het ideale geval gaan componist en dich
ter uit van dezelfde bron, legt de componist den
weg terug' af, waar tevoren het gedicht is ont
staan. Door 't lezen en beleven der woorden vindt
de componist den oorsprong van 't gedicht en
het is daar, dat hij tot de muziek, tot de toon
zetting van het gedicht komt.
In het wezen der „poésie pure" een begrip
lat uiteraard het sterkst op de z.g. symbolisten
?an toepassing is, doch dat niettemin ook voor
mdere generaties van dichters kan gelden
rinden d'chter en componist een eenheid. Het is
leze eenheid en niet de illustratieve tekstver-
danking, die de werkelijke waarde van het lied
naakt.
Vaak is het gedicht meer de aanleiding tot
aet ontstaan van de muziek, dan dat het er de
jorzaak van is."
Een en ander werd door Andriessen verduide
lijkt, o.a. met voorbeelden aan het klavier. Spre
ker behandelde eerst het tijdvak der troubadours,
wees op de poovere hulpmiddelen die aan hen
ten dienste stonden: 'n luit en 'n paar accoor-
den, doch die vergezeld gingen van een overvloed
van poëzie. Hoe zij zongen voor de kasteelbewo
ners en via eerzucht de edelste kunst brachten.
Na de verschillende soorten, verhalend en wer
kelijkheid, behandeld, het onderling verschil en
de overeenkomst er van aangetoond te hebben,
kwam de spreker tot de conclusie dat het lied
beter is, naarmate minder het soort is te be
palen. Het voornaamste is niet de vorm, maar
de uitwerking.
Een zeer interessant voorbeeld van verschillen
de wijze van toondichten, van gevoelsuitingen
door middel van muziek, gaf Andriessen met den
door hem zoo bij toeval opgekomen zin: „On ne
badine pas avec l'amour" van de Musset, een
zin, die „evengoed van een troubadour of van
een bewoner naast een betonfabriek" had kun
nen zijn. A. gaf een voorbeeld hoe een trouba
dour dezen* regel, staande voor een deftig huis,
gezongen en hoe b.v. een César Franck hem ge
toonzet zou hebben. Hoe bij componisten als
César Franck een overvloed van muzikaliteit de
waarde van een gedicht over het hoofd deed
zien. Men kon spreken van gemis aan literair
besef, zoo leelijk waren soms de gekozen
teksten.
Aangaande den idealen toestand zei spreker,
dat dan de dichter bü het schrijven een interne
melodie moet hebben gehad en deze melodie
door een componist moet zijn teruggevonden.
Vervolgens verklaarde A., dat er geen aparte
dichterstaal bestaat, de taal van den dichter
dezelfde is als van ons. De meerdere waarde van
dichters woorden, de poëtische schoonheid er
van is echter n'et nader te verklaren.
Van de te zingen liederen nam Andriessen één
van Chausson en één van Debussy tot nader
voorbeeld.
Mejuffrouw D. vertolkte hierna „La Caravane"
en „Le charme" van Arnest Chausson, die „de
school van Franck bewonderde, een vriend was
van Debussy, doch wiens schrijfwijze nog een
voudig en primitief moet worden genoemd." De
verhaaltrant van het eerste lied is duidelijk
weergegeven en streng volgehouden. „Le charme"
is mooi genuanceerd.
Van Fauré werd gezongen „Larmes" en „Ar-
pège", hederen met de duidelijke kenmerken van
het komend impressionisme, van de totaal ver-
d"'i''nende romantiek.
De „Trois chansons de Bilitis", teksten van
Pierre Louys, terecht poëtisch-proza genoemd,
muziek van Debussy, vertegenwoordigden het
meest verfijnde Fransche genre met zijn uiterst
subtiele klankbeelden en teere nuances.
Van Roussel waren gekozen: „Huit d'autom-
ne", „Sur un songe" en „Coeur en péril" (de
laatste in een bekenden Spaanschen dansvorm
geschreven). De eerstgenoemde zijn Debus-
syaansch en niet zoozeer specifiek-Roussel ge
schreven.
Met de uitvoering dezer liederenreeksen ging
het er vanzelfsprekend niet om, de aandacht
te vestigen op het „materiaal", door den com
ponist aangewend, maar om het „resultaat" van
dichter en componist aan te toonen. En dit doel
werd bere'kt. Zangeres en pianist vormden even
als dichter en componist een eenheid. Beide
executanten zijn inzake het moderne Fransche
lied hoogstaande artisten. De stemmiddelen van
mej. Diepenbrock mogen wel niet op één lijn
gesteld kunnen worden met die onzer vooraan
staande zangeressen, haar uitstekende voor
drachtskunst vergoedt veel.
De Schouwburgzaal was tamelijk matig bezet.
Hield het fraaie voorjaarsweer zoovele „Voor
de Kunst "-leden van dezen middag af? Het suc
ces was er niet minder door!
O. K.
andijvie; Donderdag 20 Maart zuurkool; Vrijdag
21 Maart bieten (indien voorradig visch); Za
terdag 22 Maart roode kool; Maandag 24 Maart
witte kool; Dinsdag 25 Maart: aardappelsoep.
In een der zalen van den Haarl. Kegelbond
kwamen verschillende katholieke tuinders uit
Haarlem en omgeving bijeen onder leiding van
het bestuur van de Kath. Tuindersvereeniging
Haarlem en omstreken.
In zijn openingswoord wees de heer Van
Schagen op het besluit van de vorige vergade
ring der vereeniging, waarbij de leden zich had
den uitgesproken voor een collectieve aanslui
ting bij den L.T.B. Het gevolg hiervan is, dat
de vereeniging zal worden ontbonden en daar
voor een L.T.B.-afdeeling in de plaats zal ko
men.
Met algemeene stemmen werd vervolgens for
meel besloten tot ontbinding van de vereeniging
en werd namens het hoofdbestuur van den
L.T.B. de afdeeling Haarlem Tuinders van deze
organisatie officieel geïnstalleerd. Hiertoe nam
de heer P. G. Tel het woord, die zich verheugde
over deze van vitaliteit getuigende beslissing
der kath. tuinders in Haarlem en omgeving.
Trouwens, aldus spr., deze vitaliteit en aanhan
kelijkheid aan de eigen principleele organisatie
demonstreeren zich in geheel ons bisdom. Getui
genis hiervan legt het met sprongen stijgende
ledental der organisatie af. Nadat spr. had ge
wezen op de beteekenis der organisatie als ka
tholiek verband, legde hij den nadruk er op,
deze organisatie ook te benutten voor de so
ciaal-economische en vaktechnische belangen.
Velerlei hulpbronnen staan den leden ten
dienste.
Hoewel het bestuur van de ontbonden vereeni
ging zich en bloc had teruggetrokken, werden
alle bestuursleden als leden van de L.T.B.-
afdeeling herkozen, zoodat thans in het bestuur
zitting hebben de heeren C. van Schagen, voor
zitter, N. P. Doesburg, secretaris, G. J. v. d.
Veldt, penningmeester, W. M. de Boer en G.
Wigchert.
Bij de vaststelling van de contributie kwam
de vergadering tot het accoord, naast de bonds-
contributie van 5 een contributie van 1 te
heffen voor de afdeeling. In dit verband deelde
de heer Tel mede, dat het hoofdbestuur ter
dekking van de oprichtingskosten en ter inzet
van de actie 25 aan de afdeelingskas zal ver
strekken. Deze mededeeling werd met bijzon
deren dank aanvaard.
Voorts werd het afdeelingsreglement vastge
steld.
Gedurende de rondvraag werd door een der
aanwezige leden de aandacht gevestigd op de
Boete-processies van den L.T.B. Spr. drong aan
op deelname van alle leden der afdeeling aan
de Boete-processie, welke in het najaar zal
worden gehouden. Met algemeene stemmen werd
hiertoe besloten.
De afgevaardigde van het hoofdbestuur wees
hierna op verschillende thans actueele acties.
Spr. noemde in dit verband de pachtkwesties,
ontslagverordening, kunstmestvoorzienlng, teelt
regeling en zoo meer. Daarbij verzocht spr., bij
moeilijkheden zich vrijelijk tot het bondssecre-
tariaat te wenden, doch niet eerst zelf of door
anderen eenige kwestie te „verprutsen". Naar
aanleiding van deze mededeelingen ontspon zich
een geanimeerde gedachtenwisseling, waarbij
velerlei verlangens naar voren werden gebracht
In verband met bovenstaand verslag wijzen
wij er nog op, dat Haarlem thans twee L.T3.-
afdeelingen rijk is, een voor de veehouders en
een voor de tuinders.
De zesde ontmoeting van de zwemcompetitie
van Kring Haarlem heeft weer enkele verras
singen opgeleverd. De jeugdige H.P.C.-er T.
Kloots won in den prachtigen tijd van 1 min.
6 sec. het nummer 100 meter borstcrawl. De
Haarlem-dames, die nog een goede kans op den
kampioenstitel in de damescompetitie hadden,
werden met twee ploegen in de 5 maal 66 meter
estafette gedisqualificeerd.
Op het eerste nummer van deze zesde ont
moeting werd door een flink aantal zwemmers
een tijd gemaakt van beneden de 1 min. 12 sec
In de laatste serie viel de beslissing omtrent de
eerste plaatsen. De spannende strijd tusschen
Smits van Haarlem en Kloots van H.P.C. werd
met gering verschil door den H.P.C.-er gewen
nen. Smits maakte een tijd van 1 min. 6,8 sec.
De derde plaats was voor den ouden gerouti-
neerden Jan van Hemsbergen met een tijd van
1 min. 9,8 sec. N. Schoone (V.Z.V. 1 min. 10
sec.), L. ten Berge (D.WR. 1 min. 10,5 sec.), J.
Snoeks (D.W.R. 1 min. 10,6 sec.), H. J. Kollerie
(D.W.R. I min. 10,6 sec.), R. Kuit (Haarlem
1 min. 11 sec.), P. Kramer (H.P.C. 1 min. 11,3
sec.), J. Stammes (H.P.C. 1 min. 11,4 sec.) en
B. Frankenthal (H.V.G.B. 1 min. 11,6 sec.) maak
ten goede tijden.
De estafette werd een prachtige overwinning
voor D.W.R. De Waterratten-dames lieten de
andere ploegen ver achter zich en maakten een
tijd van 4 min. 11,6 sec. H.P.C. werd tweede met
4 min. 16 sec. De beide Haarlem-ploegen werden
beide gedisqualificeerd, waardoor V.Z.V. met
een tijd van 4 min. 39 sec. de derde plaats be
zette.
De 66 meter rugslag was voor den all round
zwemmer A. H. Sipkema, die ook reeds succes
sen op den schoolslag en borstcrawl in voor
gaande wedstrijden had geboekt. Met een tijd
van 51,8 sec. bleef hij den anderen ver de baas.
Ook op dit nummer was T. Kloots goed op dreef,
door tweede te worden met een tijd van 54 sec.
De D.W.R.-zwemmer Snoeks kwam eveneens
goed voor den dag; voor de 66 meter had hij
54,5 sec. noodig. De vierde en de vijfde plaats
waren voor Haarlemmers; R. Kuit met 54,7 sec.
en C. Zeeman met 54,8 sec.
Door B.D.H.C. te slaan heeft H.H.Y.C. het
ongeslagen kampioenschap van de afdeeling A,
Den HaagHaarlem behaald. Dit Haagsche
elftal met de vele „sterren" heeft bewezen mo
menteel het sterkste dames-elftal in den lande
te zijn. Er is geen zwakke plek in het elftal te
bekennen en het was geen slechte prestatie
van B.D.H.C., tegen deze keurploeg met
30 te verliezen. B.D.H.C. had het tegen het
wisselende aanvalsspel van H.H.Y.C. zwaar te
verantwoorden, want al wist de Bloemendaal-
sche middenlinie het spel meermalen te ver
plaatsen, mej. Offerhaus en mej. Piel gaven de
Bloemendaalsche voorhoede vrijwel geen kans
om een schot te lossen en steeds keerden de
Haagschen terug. Vooral het goede positiespel
viel bij H.H.Y.C. op en ook in technisch op
zicht waren zij de meerderen.
Na de rust domineerde H.H.Y.C. nog meer
dan daarvoor, doordat B.D.H.C. vermoeid raak
te en het tempo nfet meer kon volgen. De
Haagschen wonnen zonder veel inspanning door
doelpunten van mej. Kruize, Tellegen en Broese
v. Groenau.
Het bestuur van het Genootschap De Stille
Omgang Amsterdam, heeft den leden een cir
culaire toegezonden, waarin zij het betreurt, dat
dit jaar door de tijdsomstandigheden
de jaarlijksche Omgang niet gehouden kan wor
den.
Om toch de leden in staat te stellen hun
liefde en dankbaarheid aan het H. Sacrament
te toonen zal Zaterdag 22 Maart, des avonds
om acht uur, een plechtig Lof gehouden wor
den, waaronder predikatie door den kansel
redenaar pater v. Buggenem, van Egmond.
Zondag 23 Maart 's morgens om 9 uur ge
zongen H. Mis, met generale H. Communie.
Onder deze H. Mis predikatie van pater v.
Buggenem. Voorts is er den geheelen dag, tot
's avonds half zes aanbidding, waarvoor alle
leden op bepaalden tijd hun bidhalfuurtje thuis
hebben ontvangen.
Ten slotte wordt er op gewezen, dat dit jaar
de contributie niet betaald hoeft te worden,
doch de schaalcollecte, welke Zaterdagavond
onder het lof gehouden wordt, dient om de on
kosten te bestrijden en wordt ten zeerste aan
bevolen.
Koersen voor stortingen op 18 Maart 1941
tegen verplichtingen luidende in:
Reichsmarken 75.36.
Belga's 30.1432.
Fransche francs 3.768.
Zwitsersche francs 43.56.
Lires 9.87.
Deensche kronen 36.37.
Noorsche kronen 42.82.
Zweedsche kronen 44.85.
Tsjechische kronen (oude schulden) 6.42.
Tsjechische kronen (nieuwe schulden) 7.54.
Dinar (oude schulden) 3.43.
Dinar (nieuwe schulden) 4.23.
Turksche ponden 1.45 Yi.
Lewa 2.30.
Pengö (oude schulden) 36.519.
Fengö (nieuwe schulden) 45.89:
Zloty (oude schulden) 35.
Zloty (nieuwe schulden) 37.68.
Ieder kan zijn eigen meening hebben over
het bekende schilderij van A. C. Willink, dat
„Het Gele Huis" voorstelt en waarvan men het
model in de Vossiusstraat te Amsterdam moet
zoeken. In elk geval bezit zijn Gele Huis kwa
liteiten, dit zal eenieder toegeven, die het doek
sterk in de herinnering bevestigen en doen
leven. Maar het ondergaan van de atmosfeer
in dit doek blijft voor iederen beschouwer iets
persoonlijks, zij is niet noodzakelijk luguber of
verstikkend of vertrouwenwekkend. De een vindt
misschien vriendelijk, wat den ander als zeer
dreigend en als „stervende cultuur" voorkomt.
Daarom was het een goede en verstandige
keuze, toen H. J. Smeding een aantal schrijvers
verzocht, hun indrukken over dit schilderij neer
te leggen in een novelle. 1) Tusschen de uiter
sten, luguber en vriendelijk, bleven immers ge
noeg variaties en nuances mogelijk. De verbeel
ding kon in allerlei richting werken. Was aldus
verscheidenheid mogelijk in de opvatting van
de beteekenis van het object, daarmee werd
nog niet bereikt het verkrijgen van zooiets als
een overzichtelijk letterkundig tijdsbeeld, om
de eenvoudige reden, dat men in onzen tijd
niet kan spreken van bepaalde richtingen,
waarin althans de prozaschrijvers van Neder
land zich bewegen. Want een Coolen, een Vest
dijk, een Eekhout, een Bordewijk en Last, ze
zijn wat betreft hun opvattingen en werkwijze
zóózeer verschillend, dat men van bepaalde
letterkundige groepen onder de prozaïsten
moeilijk kan spreken. Voor het verkrijgen van
een letterkundig tijdbeeld is de opzet van dezen
bundel korte verhalen dan ook te beperkt. Men
zou alle talentvolle schrijvers hebben moeten
uitnoodigen
Dit wil niet zeggen, dat deze representatie
van tien schrijvers en schrijfsters niet interes
sant vergelijkingsmateriaal zou bieden. Ofschoon
hierbij onmiddellijk weer de restrictie gemaakt
moet worden, dat niet alle „huurders" van „Het
Gele Huis" in hun werkstuk op het voordeeligst
uitkomen.
De novelle van Coolen en het sprookje van
Henriëtte van Eyck (wat typeert deze schrijf
ster beter dan deze verteltrant?) zijn ongetwij
feld het best geslaagd. Dat Coolen met deze
vertelling bewezen zou hebben een schrijver
te zijn, zooals Smeding in zijn Inleiding sugge
reert, meen ik te kunnen bestrijden, op grond
van het feit dat hij dit reeds lang bewezen
heeft. Om bij een van zijn bekendste werken te
blijven: Coolen heeft bijvoorbeeld met zijn
„Dorp aan de Rivier" lang geleden bewezen, dat
hij tot meer in staat is, dan alleen het beschrij
ven van de Peel en haar bewoners. Wel echter
neemt deze novelle een aparte plaats in onder
Coolens werk. Zij is meer „modem" dan de
rest van zijn oeuvre, als men wil.
Bij hem is het gele huis niet de verstoffelijking
van het „Noodlot", dat den een tot verderf,
den ander tot doffe berusting dwingt, als in
Walschap's pessimistische impressie het geval
is, of dat een egocentrische vrouw zenuwziek
moet maken, zooals Emmy van Lokhorst het,
zij het onbevredigend, doet voorkomen. Bij Coo
len, wordt de verteller onweerstaanbaar door
het huis aangetrokken, om mee te leven met
de lotgevallen van de bewoners. Maar dit huis
is niet de oorzaak van de leefwijze dezer men-
schen, het is een soort kroongetuige voor de
„ik"-persoon, die ziet hoe in de eene helft, door
egoïsme, geen plaats meer blijft voor liefde en
vlak daarnaast een kind de levende getuigenis
is van een gelukkig huwelijk. We vinden bij
Coolen de schildering van een maatschappij,
waarin haat en liefde naast elkaar tieren en
bloeien, een aanklacht tegen den burgerlijken
hoogmoed, die, van binnen rot, er van buiten
uitziet als een gepleisterd graf.
Henriëtte van Eyck's gele huis herbergt een
rattenwereldje, dat ondanks de waarschuwin
gen van een wijze zich zat eet aan de genietin
gen, die voor het grijpen liggen en tenslotte in
zijn geblaseerdheid een rampzalig einde vindt,
vloekend op de goedheid, die het met schatten
overlaadde. En dit motief uitgewerkt in een
luchtigen verteltrant en met een fijnen humor,
zoodat men zich al gauw gewonnen geeft.
Anne Mulder moet het niet zoozeer van het
toch geestige als wel van een joviaal soort
humor hebben in haar vertelsel, dat toch wel
eenige kwaliteiten bezit.
Ook de jonge schrijfster Anna Blaman komt
niet onverdienstelijk voor den dag. Toch bezit
haar schets geen gebonden eenheid, zij eindigt
wat abrupt met dien „veertienden Mei", die als
een „deus ex machina" fungeert. Maar vooral
in de beschrijving van dien veertienden Mei
toont zij, waartoe zij in staat is.
„Zo werd het Mei.
„Het leven had op die manier nog jaren
„kunnen duren.
„Maar het werd 14 Mei 1940.
„14 Mei 1940, vergeet dat niet."
Zoo wordt met de simpelste middelen de drei
ging van dien dag geschilderd, het herhalen van
den datum houdt een verschrikking in. Mis
schien zal de een of ander schouderophalend
zeggen: „Het is de herinnering die u parten
speelt." Dan leze hij het verhaal.
Van Bordewijk is er een impressie, waarin hij
De algemeene vergadering van het Hollandsch
Bloembollenkweekers Genootschap, die de vorige
week werd uitgesteld, zal nu gehouden worden
op Woensdag 24 Maart om 11 uur in café-res
taurant Brinkmann te Haarlem.
Het weekmenu van de Centrale Keuken te
Haarlem luidt als volgt: Woensdag 19 Maart
Bij het onderzoek naar de erfelijke eigen
schappen van planten en dieren is gedurende
de laatste decennia groote aandacht gewijd
aan de structuur der celkernen. Vooral werd
onderzocht het gedrag der zgn. chromosomen
of kemlissen: de donkere banden, welke de
celkernen steeds in een bepaald aantal vertoo-
nen. Al geruimen tijd weet men, dat de kernen
bij een plant of dier steeds een dubbel stel chro
mosomen bevatten; zij zijn, wat men noemt:
diploid. Bij zeer veel soorten en rassen heeft
men ook reeds het aantal bepaald der kernlis
sen welke de diploïde kernen bezitten.
Nu is het een opvallend feit, dat bij plan
tensoorten en rassen, waarbij dit aantal be
kend is, dus bijv. 38 bedraagt, soms afwij
kende vormen voorkomen met tweemaal,
driemaal of nog meerdere malen het nor
male getal. In zulke gevallen spreekt men
dan resp. van tetraploïde, hexaploïde etc., in
het algemeen van polyploïde kernen. Bij
deze vormen is gewoonlijk de vruchtbaar
heid bewaard, zoodat de voortplanting wel
degelijk, hoewel soms in beperkte mate,
voortgang vindt.
Het kan echter ook gebeuren dat de po
lyploïdie een ander beeld vertoont. Het aantal
chromosomen bedraagt dan anderhalf, twee-
en-een-half etc. maal het diploïde aantal; het
aantal der chromosomengarnituren is dan dus
drie, vijf etc., en het aantal der afzonderlijke
chromosomen kan oneven zijn. Nu ligt het, in
verband met het optreden eener zgn. reductie-
deeling vór de vorming der stuifmeelkorrels en
eicellen bij een plant, voor de hand, dat in dit
geval deze deeling tot een onregelmatig resul
taat moet voeren. Gevolg hiervan is, dat geen
vruchtbaar zaad ontstaat; de planten blijven
steriel. Zulke vormen kunnen uit den aard der
zaak alleen worden vermenigvuldigd door enten
of stekken (zooals bij fruitboomen)of doordat
zich zaad vormt zonder voorafgaande bevruch
ting (zooals bij den Leeuwentand).
Polyploïdie, ook in den normalen vorm waar
bij de vruchtbaarheid bewaard is gebleven,
komt in de natuur veel voor. Dergelijke soor
ten of rassen zijn dan spontaan ontstaan, als
erfelijke „mutaties". Maar ook kunstmatig
kan polyploïdie worden opgewekt. Men leerde
reeds zulke rassen kweeken door het behande
len van gewone, diploïde planten met chemi
sche middelen, met koude en hitte, Röntgen
stralen en wondprikkels. Vooral werd het on
derzoek op dit gebied bevorderlijk, toen Blakeslee
•n Avery vonden dat colchicine, een giftige
stof die in de Herfsttijloos voorkomt, in vele
gevallen polyploïdie opwekt. Met behulp van
dit alcaloïd heeft men reeds verschillende
nieuwe rassen met grootei aantal chromoso
men, en wel vooral tetraploïde vormen, kun
nen kweeken.
Wat het uiterlijk voorkomen der polyploïde
planten betreft: deze zijn meestal grooter en
robuuster dan de stamvormen. Dit geldt zoo
wel voor de afmetingen der cellen als voor die
van bladeren en bloemen, vruchten en zaden.
De aldus gekweekte vormen zijn vaak van prac-
tisch belang. Zoo bleek de opbrengst van
een bepaalde tomatensoort met 74 pCt. te zijn
gestegen; bij een andere tomaat werd verdub
beling van gehalte aan vitamine C geconsta
teerd. In deze gevallen moet van voordeelen
voor den kweeker worden gesproken: in an
dere gevallen daarentegen treedt nadeel op door
langzamer groei of grooter watergehalte. Toch
kunnen ook deze eigenschappen weer voordeelig
worden, zooals wanneer bij radijs of sla pas
laat bloemvorming optreedt, of het blad van
een groente malscher wordt.
niet op zijn voordeeligst uitkomt, evenals trou
wens Smeding, met zijn dubbele bijdrage. Jef
Last vermengt bp vernuftige wijze droom en
werkelijkheid, een gordiaanschen knoop, waar
in hij zijn tekort aan liefde bekent.
Tenslotte vermelden we Elisabeth Zernike,
met haar verbeelding van een wrang burger
lijke familie. „De garnalen vallen niet grooter,"
laat ze een vischboer zeggen. Het is bijna een
Leitmotiv voor de doffe onvoldaanheid en de
cynische berusting in het milieu dat zij heeft
geschilderd.
Willink's schilderij heeft niet aan eiken proza
schrijver een meesterstuk ontlokt, maar som
migen in ieder geval iets interessants in de pen
gegeven. En de gedachte, die dezen bundel deed
ontstaan, was curieus genoeg. S. I. K.
1) Het Gele Huis te huur, Andries Blitz,
Amsterdam.
Op de veiling van oude schilderijen door de
firma Hans W. Lange te Berlijn werden hooge
prijzen voor oude Nederlandsche meesters be
taald. Een werk, dat men aan Rembrandt toe
schrijft, werd uit de veiling teruggenomen. Het
duurste stuk was een Jan Steen, „Twistende
Boeren";'t bracht 76.000 mark op. „Het Vertrek
in het Landhuis", van Pieter de Hoogh, bracht
74.000 mark op. Een schilderij van Jan van
Goyen gang voor 45.000 mark van de hand, een
werk van Adriaan van Ostade voor 37.000 mark
en een van Aart de Gelder eveneens voor 37.000
mark. Voor een doek van Jan Sibereehts werd
35.000 mark betaald, voor een schilderij van
Albert Cuyp 31.000 mark, van Hendrik Aver-
kamp 32.000 mark en voor een werk van Hiero-
nymus Bosch 30.000 mark. Verder was er nog
een tweede schilderij van Jan Steen, dat 51.000
mark opbracht.
Te Colon in Panama is, naar het Handelsblad
verneemt, de Amerikaansche schrijver Sherwood
Anderson op 64-jarigen leeftijd overleden.
Sherwood Anderson werd in Camden, Ohio,
geboren als zoon van 'n zadelmakersknecht. Zijn
jonge jaren waren zeer bewogen. Hij is fabrieks
arbeider geweest, paardenoppasser op renbanen
en vrijwilliger in den Spaansch-Amerikaanschen
oorlog. Daarop was hq directeur geworden van
een verffabriek, maar op een goeden dag (hij
was toen veertig jaar) kreeg hij er genoeg van
en ging zwerven; hij voelde zich tot de negers
aangetrokken, die hij boven de blanken stelde.
Een tijdlang schreef hij teksten voor adverten
ties tot hij in verbinding kwam met Theodore
Dreiser en zelf korte verhalen en romans ging
schrijven.
Bijzonder bekend werden zijn romans „Wi-
nesburg Ohio" over het leven in een stadje met
al het kleine gedoe daaraan verbonden en
,Dark Laughter", waarin een jonge neger wordt
verheerlijkt en ..Poor White" (in 't Nederlandsch
vertaald onder den titel „Arme Blanken"), de
geschiedenis van een Amerikaanschen straat
jongen, die zich zelf ontwikkelt en met veel
moeite hoogerop komt. Voorts schreef hij o.a.
„Ket Brandon", „Shewrood Anderson's Note
book", „Puzzled America", „Horses and Mten" en
„Hello Towns". Zijn oeuvre kenmerkte zich door
zijn in opstand komen tegen het moderne, ge-
standariseerde Amerika en zijn reactie tegen de
overblijfselen, die een taai leven hebben, van de
puriteinsche overtuigin jn de V. S.
De vruchtbaarheid is zooals reeds boven
werd opgemerkt bij polyploïde planten niet
zelden verminderd, terwijl vaak ook de nieuwe
kweekproducten gevoeliger zijn voor allerlei
uitwendige invloeden. Ook hier echter treden
uitzonderingen op: zoo werd bij de tomaat
Mikado, een tetraploïden vorm, grooter vorst
bestendigheid waargenomen. Soms ook ziet men
geheel onverwachte gevolgen optreden, zooals
het kleiner worden eener bepaalde soort na ver
dubbeling van het aantal der chromosomen.
Van voordeel is ook, dat verschillende poly
ploïde rassen een groote levenskracht vertoonen.
Sommige groeien goed in streken waar de di-
ploïden niet tegen de omstandigheden bestand
blijken te zijn. Merkwaardig is verder dat de
polypoïden, die wij in de natuur aantreffen,
meestal levenskrachtig zijn. Toch ligt dit
eigenlijk voor de hand, want waar een zwak
kere soort ontstaat zal deze vrij spoedig in
den strijd om het bestaan ten onder gaan. Ter
wijl bovendien het grooter aantal chromosomen
der polyploïden de kans vermeerdert, dat ook
een grooter aantal gunstige eigenschappen sa
mentreft. Het is dus niet te verwonderen dat
sommige polyploïde vormen zich uitstekend we
ten te handhaven.
Op de practische beteekenis dezer nieuwe
vormen werd reeds gewezen. Grooter vrucht
opbrengst beteekent vanzelf een voordeel.
Als grooter bloemen ontstaan, of heller
bloemkleuren, zal de kweeker hiermee even
eens zijn voordeel kunnen doen. Gunstige
eigenschappen zijn ook een hooger gehalte
aan vitamine C, of winterhardheid, zooals
soms bij polyploïden optreedt. Nadeelige
eigenschappen daarentegen zijn: grooter
gevoeligheid voor uitwendige omstandig
heden. geringer vruchtbaarheid en hooger
watergehalte. Soms ook vertoonen de
nieuwe soorten een neiging, weer in den
diploïden vorm over te gaan.
Polyploïdie brengt dus aldus concludeert
dr. Schwanitz in de „Umschau in Wissenschaft
und Technik" op zich genomen nog geen
verbetering met zich mee. Maar wel vormt zij
voor den kweeker een middel om verbeteringen
te bereiken.
NEW YORK, 17 Maart. (D.N.B.). De
Associated Press meldt uit Toronto, dat de
burgemeester van deze stad telegrafisch
verzoek ontvangen heeft van den burge
meester van Londen om nog meer Canedee-
sche brandweerlieden naar de Britsche
hoofdstad en andere Engelsche steden te
willen zenden.
Naar de Britsche berichtendienst meldt moe
ten vóór a.s. Donderdag alle mannen van twin
tig jaar en ouder in Groot-Brittannië, die op
een of andere manier in aanmerking komen
voor werk in den Engelschen scheepsbouw, zich
by een bureau van het ministerie van Arbeid
aanmelden. Slechts wie reeds in den scheeps
bouw werkzaam is, behoeft zich niet te laten
inschrijven.
BERLIJN, 7 Maart (D.N.B.). De Fiihrer heeft
ter gelegenheid van de herdenking der ge
vallenen last gegeven tot den aanleg van waar
dige soldatenkerkhoven ter bijzetting van de
gevallenen van dezen oorlog. Met de uitvoe
ring belastte hij den chef vhn het opperbevel
der weermacht. Tot algemeen bouwtechnisch
adviseur benoemde hij prof. Wilhelm Kreis.
Verder wordt bericht dat de Duitsche
weermacht in Frankrijk Zondag op alle
Fransche militaire begraafplaatsen, waar
Duitsche soldaten begraven zijn, plechtighe
den heeft gehouden. Bijzonder indrukwek
kend waren die op de begraafplaats Ivry te
Parijs en op Bagneux
NEW YORK, 17 Maart. (D.N.B.) Vol
gens een mededeeling van New Yorksche
marinekringen is het op een na grootste
motorschip met koelinrichting, de 11.900
brt. groote African Star, door vijandelijke
actie tot zinken gebracht. Het schip hoorde
te Londen thuis en was eigendom van de
Blue Star Line.
Naar verder wordt gemeld deelde de Brit
sche admiraliteit Zondagavond mede, dat de
Engelsche duikboot Slapper over tijd is en als
verloren beschouwd moet worden. De familie
leden van de slachtoffers zijn op de hoogte ge
bracht.
(De Snapper was in 1935 van stapel geloopen
Zij had een waterverplaatsing van 670 ton en
een bemanning van veertig koppen. Haar snel
heid bedroeg 15 zeemijlen boven en 10 zee
mijlen onder water. De bewapening bestond tu'
zes torpedolanceerbuizen, een stuk geschut van
7.6 centimeter en een machinegeweer.)
Tevens bericht het D. N. B., dat Duitsche
bommenwerpers met grooten actieradius 350
K.M. ten Westen van de Donegal-baai (Noord-
Ierland) een aanval hebben gedaan op eer
zwaarbewapenden Britschen koopvaarder van
5000 br. tón. Deze aanval had zooveel succes
dat de vrachtboot met slagzij bleef liggen, ter
wijl zich veel rook ontwikkelde, zoodat zij als
verloren beschouwd kan worden.
STOCKHOLM, 17 Maart. (D.N.B.) Naar T.T.
meldt, zijn plotseling Zweedsche troepen onder
de wapenen geroepen, in verband waarmede de
regeering aan de pers de volgende mededeeling
heeft verstrekt:
„Het feit, dat het winterhalfjaar geen groote
oorlogsgebeurtenissen gebracht heeft, beteekent
niet, dat dezelfde rust ook in het voorjaar en
den zomer zal voortduren. Ook wanneer wij geen
reden hebben aan te nemen, dat een eventueele
activeering van den oorlog der groote mogend
heden rechtstreeksche gevolgen voor Zweden zal
hebben, moeten wij er toch op bedacht zijn een
effectieve neutraliteitswacht te hebben. Dit is
de reden, waarom onze verdedigingsparaetheid
eenigszins versterkt is. Voor zoover net onder de
wapenen roepen op korten termijn is geschied, is
dit geen teeken van een verontrustenden toe
stand, doch het is slechts een deel van de proe
ven, die ten aanzien van de doeltreffendheid
van het Zweesche oproepsysteem moeten worden
genomen. Bovendien kan medegedeeld worden,
dat onafhankelijk hiervan bij bepaalde onder
titelen nog steeds verloven worden verleend en
ook in de toekomst zullen worden verleend."
BERLIJN, 17 Maart (D.N.B.). Het opperbevel
van de Weermacht maakt bekend:
Het luchtwapen heeft vannacht verscheidene
belangrijke militaire doelen in Zuid-Engeland
aangevallen. De havenwerken van Bristol en
Avonmouth werden met goede uitwerking ge
bombardeerd. Ook de haveninrichtingen van
Portsmouth kregen treffers van zwaar kaliber-
Overdag brachten Duitsche verkenningsvliegtui
gen op 350 K.M. ten Westen van Ierland twee
gewapende vijandelijke koopvaardijschepen met
tezamen 4000 brt. tot zinken.
Bij een aanval van Duitsche jachtvliegtuigen
op Malta werd een vijandelijke jager van het
type Hurricane neergeschoten.
De vijand vloog noch overdag noch des nachts
naar Duitschland of naar de bezette gebieden-
ERGENS IN ITALIë, 17 Maart (Stefani)
Het 283ste communiqué van het Italiaansche
hoofdkwartier luidt:
„Aan het Grieksche front normale bedrijvig'
heid van patrouilles en artillerie. Onze vliegtui'
gen hebben de vijandelijke troepen gebombar
deerd. Britsche vliegtuigen hebben een aanval
gedaan op een onzer luchtbases. Onze jachttoer
stellen grepen snel in en schoten een vliegtuig
van het type Wellington neer. Bij een aanval op
Malta hebben Duitsche jagers een Hurricane
neergeschoten.
In Noord-Afrika heeft de Duitsche luchtmacht
verscheidene autoparken aangevallen.
In Oost-Afrika is de strijd in den sector-Kereh
opnieuw ontbrand. De vijand valt onophoudeliF
aan, maar wordt overal door onze troepen afge'
slagen. Bij den vijandelijken luchtaanval 0?
Diredawa, waarvan het weermachtsbericht vah
gisteren melding maakte, hebben onze jager
twee vijandelijke vliegtuigen neergeschoten
Twee andere vliegtuigen zijn neergehaald
den sector-Keren.
In den nacht van 14 op 15 Maart heeft een Ëh'
gelsch vliegtuig in de haven van Valona ee
hospitaalschip, dat gereed was om gewonde
aan boord te nemen, getorpedeerd. De verliez®1
waren zeer gering."
vaardigde Sadak, een vriend van den Turkse1
ISTANBOEL, 17 Maart (S.P.T.)
Vddf UigUC ïjctUdh-j Cvll VAltiilU. Vctxl UCii X LiA f
minister van Buitenlandsche Zaken en hoo
redacteur van het blad Akscham, schrijf-
een hoofdartikel o.a.„Sinds de Duitschers
Bulgarije zijn, staat Turkije in het middelp
der belangstelling van de wereld. Eden -
Ankara bezocht, maar men moet niet
dat Turkije's politiek van buiten af beïnv
kan worden. Onze houding blijft ongewijzigd „p
zij is duidelijk. Turkije blijft trouw aan *-j,
verplichtingen en wenscht met andere 'jj;
normale betrekkingen te onderhouden." "'.„„pt
noemt den brief van Hitier aan den pres1
Inonoe „een manifest van hoffelijkheid".
Naar de Berlijnsche correspondent
N. Rott. Crt. meldt wordt het in de B0^at
hoofdstad zeer waarschijnlijk genoemd, d
Joego-Slavië deze week zijn 110 Lst
definitief zal bepalen en een overeenkom^
met Duitschland zal sluiten, hetwelk d
heelen Balkan zal consolideeren. Al is
deze manier van uitdrukken het woord Dr t
mogendhedenpact ook vermeden, het W
toch ongeveer op hetzelfde neer als op t°
treding tot dat pact.