Herstel Rijn- en binnenvaartvloot BOUWPLAN WORDT OPGESTELD Nederlandsche sociale verzekeringen W" w 1 J. VOERMAN OVERLEDEN Dajaksch kralenwerk De Britsche blokkade WOENSDAG 26 MAART 1941 WIJZIGING GESLOTEN VISCHTIJD instoB"ne Vervreemden van bedrijven buitenlanders aan Indisch hoekje Uitkeering voor gekochte vaar tuigen en voor gevorderde, welke zijn verloren gegaan Aanspraken van hypotheek houders e. a. Commissie van uitvoering ingesteld Vroege morgen aan den IJssel, van J. Voerman Bekend landschapschilder uit Hattem Bouw van viaduct aanbesteed Opheldering van misverstand HUISSLACHTING VAN SCHAPEN Regeling in verband met distributie JONGEN DOOR TREIN GEGREPEN inierhulp Nederlands één voor allen, allen één. Rechten van Nederlandsche werk nemers e.a. verzekerden bij Duitsche verzekerings perioden Invaliditeitsverzekering DIEFSTAL VAN JUWEELEN Bruggenbouw aanbesteed inierhulp Nederland: geefi niel alleen, offert ook werkelijk. Goedkeuring vereischt, indien de koopprijs meer dan f 100.000 bedraagt VARKENS GESTOLEN EN GESLACHT Twee jaar gevangenisstraf geëischt Het gevoel voor ornamentkunst bij den Dajak De bepalingen Het 'bepaalde in artikel 1 ia van toepassing wmmÊM Zonderlinge opvatting van menschelijkheid DIERGENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSZORG Bezoek van dr. Fr. Weber aan ons land VAN DE KAR GESLINGERD UIT DE STAATSCOURANT Herbenoeming burgemeester Belastingen Scheepsmetingsdienst Verordeningenblad no. 12 bevat een besluit Van de secretarissen-generaal van de departe menten van Waterstaat, van Fnianciën, van Justitie en van Handel, Nijverheid en Scheep vaart betreffende het herstel van de Rijn- en binnenvaartvloot. Het volgende is er aan ontleend: De koopsommen voor de door de Duitsche militaire autoriteiten aangekochte, in Neder land thuisbehoorendc Rijn- en binnenvaar tuigen, alsmede de vergoedingen voor de door die autoriteiten in gebruik gevorderde, tot bedoelde categorie behoorende vaartui gen, welke zijn verloren gegaan, worden niet aan de rechthebbenden uitbetaald, doch in '8 rijks schatkist gestort, teneinde te waar borgen, dat zij worden besteed voor het her stel van de Rijn- en binnenscheepvaartvloot. De Staat der Nederlanden is jegens de rechthebbenden aansprakelijk voor de uit keering der koopsommen en vergoedingen overeenkomstig de bepalingen van dit be sluit en vrijwaart deswege de Duitsche mili taire autoriteiten. Vanwege den secretaris-generaal van het departement van Waterstaat wordt, in overleg ttet den secretaris-generaal van het departe ment van Financiën, een bouwplan opgesteld tot herstel van de Rijn- en binnenvaartvloot. De uitkeering als boven bedoeld wordt ge regeld bij een nader besluit. In dit besluit zal een regeling omtrent de vergoeding van rente niet ontbreken. De uitkeering zal, behoudens in bijzondere gevallen, geschieden door toewijzing van een ander vaartuig aan den eigenaar van het door de Duitsche autoriteiten gekochte of gevorderde schip. De toewijzing geschiedt door of vanwege den secretaris-generaal van het departement van "Waterstaat. Hij is bevoegd, ook tegen den wil Van den vroegeren eigenaar een vaartuig van hoogere waarde toe te wijzen dan het bedrag van de aan den eigenaar toekomende koopsom of vergoeding, in welk geval hij tevens bepaalt, op welke wijze de hoogere waarde van het toe gewezen vaartuig zal worden betaald of ver rekend. De secretaris-generaal van het departement van Waterstaat regelt de aanspraken van hypo theekhouders en andere zakelijk rechthebben den, alsmede van de op het vaartuig bevoor rechte schuldeischers op de boven bedoelde koopsommen en vergoedingen. Hij kan ter zake daarvan nieuwe zakelijke rechten op het togewezen vaartuig Vestigen en daarbij de rangorde bepalen der bestaande hy potheken ten opzichte van nieuwe, welke ter waarborging van de ter financiering van den herbouw of in verband met de overname van het vaartuig door den rechthebbende verstrekte geldleeningen worden gevestigd. In zooverre voor die financiering door het rijk credieten worden beschikbaar gesteld, kan de secretaris-generaal van het departement van Financiën te dien aanzien de bepalingen, vervat in het besluit Po. 22/1941 betreffende credieten voor opbouw of herstel van onroerende goederen en schepen overeenkomstig toepassen. De aanspraken op uitkeering kunnen noch vervreemd, noch verpand worden behoudens met toestemming van den secretaris-generaal van het departement van Waterstaat. Deze toe stemming wordt in geen geval verleend, indien de rechten van hypotheekhouders en van andere zakelijk rechthebbenden alsmede van de op het vaartuig bevoorrechte schuldeischers niet vol doende gewaarborgd zijn. Ter zake van de uitvoering van dit besluit wordt door den secretaris-generaal van het departement van Waterstaat een commissie Herstel Rijn- en binnenvaartvloot 1941 in gesteld, waarin zitting hebben nevens door de desbetreffende secretarissen-generaal aan te wijzen vertegenwoordigers van de depar tementen van Waterstaat, van Financiën, van Handel, Nijverheid en Scheepvaart en van Justitie een vertegenwoordiger van het Centraal bureau voor de Rijn- en binnen vaart, van de Stichting Nederlandsche par- ticuliere Rijnvaart centrale, van de Stichting Nederlandsche particuliere binnenvaart cen trale en van de scheepshypotheekbanken. De secretaris-generaal van het departement van Waterstaat benoemt den voorzitter en de leden dezer commissie. (Foto Archief V.K.P.) Te Hattem is Dinsdagmiddag na een korte ongesteldheid de bekende landschapschilder J. Voerman overleden in den ouderdom van 84 jaar. Voerman woonde meer dan 50 jaar in Hat tem, waar een schoone natuur hem inspireerde tot het schilderen van fraaie landschappen. Hij was Kampenaar van geboorte en stu deerde van 1876 tot ongeveer 1880 aan de Rijks academie te Amsterdam onder Allebe; daarna werkte htf een jaar te Antwerpen onder Verlat. In 1889 vestigde Voerman zich te Hattem, waar hij zich aan zijn geliefd onderwerp, het landschap en de grootsche wolkenluchten, wijdde. Van Voerman zijn werken aanwezig in de stedelijke musea van Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Voermans verdiensten werden erkend door zijn benoeming tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De hoofdingenieur-directeur titulair van den Rijkswaterstaai in de directie nieuwe wegen III te Arnhem heeft aanbesteed het maken van een viaduct van gewapend beton in weg no. 12 van het Rijkswegenplan 1938, in het ontmoetings punt met weg no. 22 van dit plan, onder de ge meente Jutphaas met bijkomende werken. Laagste inschrijfster was de N.V. Amsterdam- sche Ballast Maatschappij met 110.900. Naar aanleiding van het misverstand, dat in sommige kringen ten aanzien van de bij beschikking van 12 Maart 1941, afdeeling Vis- Scherijen, gebrachte wijziging in den gesloten tijd voor vischsoorten en vischtuigen is ont staan, brengt de secretaris-generaal van tiet departement van Landbouw en Visscherij het navolgende ter kennis van belanghebbenden: Voor 1941 zal de gesloten tijd voor barbeel, blankvoom, brasem, karper, kolblei, meun, fuischvoom, serpeling, sneep en winde ingaan 21 April zoowel voor de rivieren als voor de binnenwateren. Voor baars en snoek is de gesloten tijd dus niet gewijzigd en derhalve 16 Maart j.l. ingegaan, terwijl de gesloten tijd Voor snoekbaars 1 April ingaat en voor zeelt "Sit jaar geen gesloten tijd is vastgesteld. Het gebruik van vischtuigen op de rivieren is toegestaan tot en met 21 April met uit sondering o.m. van den zetangel of fleur, den sieephengel, den hengel, geaasd met visch, en de sleeplijn. Hieruit blijkt dus, dat het visschen biet den gewonen hengel aldaar ook tot en met 21 April is toegestaan. Voor de binnenwateren is de visscherü eveneens verlengd, doch niet langer dan tot en met 31 Maart, en ook daar zijn de reeds hiervoor genoemde snoekvischtuigen uitgezon derd. Wel mag dus met den gewonen hengel Vrorden gevischt tot en met 31 Maart. Deze regeling geldt echter uitsluitend voor zoover In de ruimere en diepere wateren, welke niec binnen een polder zijn gelegen, wordt gevischt. Het visschen in polderwateren, waaronder bi het algemeen alle binnen de boezems of ringvaarten van den polder gelegen wateren bioeten worden verstaan, is alleen toegestaan op vergunning van den inspecteur der vis- Scherijen in het 4e, 6e en 7e district te 's-Gra- *enhage. Voor de drie noordelijke provinciën, Gro ningen, Friesland en Drente, is de gesloten Ischtyd dit jaar 16 Maart ingegaan. De secretaris-generaal van het departement **n Landbouw en Visscherij heeft, nu ook het Schapenvleesch in de distributie is betrokken, Oen regeling vastgesteld voor de huisslachting vati schapen. Deze regeling is analoog aan die van het Huisslachtingsbesluit 1940 varkens, met Jien verstande, dat het verleenen van mach tigingen tot het in hulsslachting slachten van Oehapen gekoppeld Is aan het vereischte, dat in Oen der tijdvakken van 1 Augustus 1937 tot L Augustus 1938, van 1 Augustus 1938 tot 1 Augustus 1939 of van 1 Augustus 1939 tot 1 ^hgustus 1940 een of meer schapen in huis- slachting zijn geslacht, hetgeen ten genoegen van den provincialen voedselcommissaris moet ^°rden aangetoond. By het Varkensbesluit wordt deze eisch slechts ^steld voor tweede en volgende machtigingen. De 15-jarige scholier W. Vogelzang, uit Gel- ?erinalsen> werd Maandagavond op het station Tiel door een binnenloopenden trein gegre- en meegesleurd. In den nacht is in het ziekenhuis Bethesda te Tiel aan de tornen verwondingen overleden. l ...n ••■•111III mi mnnaiMnp Het Verordeningenblad van 25 Maart 1941 bevat o.a. een verordening welke voorloopig regelt de rechten van Nederlandsche werkne mers en andere verzekerden ten aanzien van de Nederlandsche sociale verzekeringen, ingeval Duitsche verzekeringsperioden in aanmerking moeten worden genomen. De leider van de „Gesetzgruppe Soziale Ver- waltung" in het rijkscommissariaat, de heer Jakob, verstrekte ons naar aanleiding der uit vaardiging dezer verordening een uitvoerige toe lichting, die aldus luidt: Over de verzorging van de in Duitschland werkzame Nederlandsche arbeidskrachten in verband met de sociale verzekeringen is reeds vaker geschreven. Uit de tot dusver geschiede publicaties was te zien, dat de voor den Duitschen arbeider ge schapen verstrekkende verzekeringsbescherming principieel ook den Nederlandschen arbeider ten goede komt. In de eerste plaats geldt dit de ziektever zekering. Hierover is reeds eerder uitvoerig geschreven, waarby er op gewezen werd, dat zoowel de in Duitschland tewerkgestelde arbei ders alsook hun in Nederland achtergebleven gezinsleden de volle bescherming van de Duit sche wettelijke ziekteverzekering genieten. Tot deze gezinsleden in den zin der Duitsche sociale verzekeringen behooren in het algemeen ge sproken de echtgenoote en de kinderen. De rijksarbeidsminister heeft echter nu een belangrijke, uitbreiding van den kring dergenen, die aanspraken kunnen laten gel den, ten bate van den Nederlandschen arbeider verordend. Dientengevolge is de gezinshulp ook op de ouders en grootouders van de verzeker den toepasselijk, die met hem in gezinsver band leven en door hem geheel of grooten- deels worden onderhouden. Hetzelfde geldt voor zusters van den verzekerde, die met hem in gezinsverband leven en door hem geheel of grootendeels worden onderhouden. in zoover zü in de plaats van een over leden erf niet slechts tydeiyk afwezige echtgenoote de huishouding van den verze kerde leiden. Door de werkzaamheid van den verzekerde in Duitschland wordt een te voren bestaand gezinsverband principieel niet opgeheven. Met deze regeling heeft het Duitsche rijk op ruime wüze de zorg voor de in Nederland ach tergebleven gezinsleden beveiligd. Ook de on gehuwde arbeider, die van zyn inkomsten ouders of broers of zusters mede moet onder houden, kan nu er op vertrouwen, dat ingeval van ziekte ook voor deze familieleden wordt gezorgd. Bijzonder gewichtige maatregelen worden voorts getroffen inzake de invaliditeits verzekering voor in Duitschland werk- zanje arbeiders. Ook hierin was het standpunt besiissend, dat voor den Nederlandschen arbei der uit zijn mogeiyk slechts voorbijgaande werk zaamheid in Duitschland geenerlei nadeel ten aanzien van zyn invaliditeits- en ouderdoms- verzekering moest ontstaan. Daarom moest ex voor worden gezorgd, dat de tyd, dien hy ln Duitschland werkt en gedurende welken hij pre mies voor de Duitsche sociale verzekeringen betaalt, voor zyn invaliditeitsverzekering wordt medegerekend. Deze noodzakelijkheid leidde tot een over eenkomst tusschen de Duitsche en Nederland sche regeeringsinstanties. Volgens deze regeling, die aan de in het Verordeningenblad nr. 12 ge publiceerde verordening van den secretaris generaal van het departement van Sociale Za ken van 20 Februari 1941 beantwoordt, is bij het samentreffen van Duitsche en Nederland sche verzekeringsperioden voor de bepaling der uitkeeringen de Nederlandsche Rijksverzeke ringsbank bevoegd. Bij het berekenen der betaalde premies zal de bank de Duitsche verzekerings- perioden mede-optellen bij de voor de Ne derlandsche sociale verzekeringen berekende perioden en op dezelfde wüze in aanmer king nemen. Daarmee wordt bereikt, dat de Nederlandsche arbeider door zijn werk ln Duitschland geen nadeel ïydt ten aanzien van zijn invaliditeits- en ouderdomsverzeke- ring. De rechten der Nederlandsche arbei ders moeten alzoo, ook in zoover Duitsche verzekeringsperioden ter sprake komen, uit sluitend by de Rüksverzekeringsbank wor den geldend gemaakt. Tusschen deze en de betreffende Duitsche verzekeringsinstanties vindt overigens een ver rekening plaats. Daar het gansche verzekerings- poces zich zoodoende alleen bij het Nederland sche verzekeringsinstituut afwikkelt, is de ar beider des te beter in staat, voor zijn rechten op te komen. Deze overeenkomst is slechts een voorloopige regeling. Bij het streven, een bespoedigde be veiliging van den Nederlandschen arbeider in geval van invaliditeit tot stand te brengen, heeft men voorloopig van een scheiding van Duitsche en Nederlandsche bevoegdheden in zake de verzekeringsuitkeeringen afgezien. He'' kwam er allereerst op aan, den arbeider nu reeds in staat te stellen, zyn verzekeringsrech ten te kunnen doen gelden. Bij de uitdrukkelijk voorbehouden eindrege- llng zullen de rechten van den Nederlandschen arbeider tegenover de Duitsche sociale-verzeke- keringsinstituten nauwkeurig worden bepaald, waardoor dan ook de Nederlandsche arbeider voor de aan de Duitsche invaliditeitsverzekering betaalde premies uitkeeringen tot dezelfde hoogte zal ontvangen als de Duitsche arbeider. ten aanzien van alle Nederlamdsohe werk nemers, die na 31 December 1936 in het Duitsche rijk verzekerd waren, en zulks voor alle na dien tijd ontstane verzekerings- aaxispraken. By de berekening van de voor loopige uitkeeringen moeten ook de vóór 1 Januari 1937 verstreken tydvakken, ge durende welke de Duitsche verzekering ge duurd heeft, im aanmerking wooden ge nomen. In zoover voor deze werknemers zoowel door de Duitsche, als ook door de Nederlandsche verzekeringsorganen reeds uitkeeringen zijn vastgesteld, bhjven die gelden, zoolang niet een definitieve regeling van kracht is geworden. Het bepaalde in artikel 2 is van toepassing ten aanzien van alle verzekeringsaanspraken, die na 31 December 1934 zyn ontstaan of zul len ontstaan. Uitkeeringen, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 1 en 2, wonden op haar vroegst vooi den tjjd van 1 Januari 1941 af toegekend. Zondagavond laat werd ontdekt, dat bij de juweliersfirma Henri Teulings in de Kerkstraat te 's Hertogenbosch een etalage geplunderd was. Een der portaalvitrines was geforceerd. Door verbreking van een slot was men er in ge slaagd, het draaibare etalageraam te openen, waarna de waardevolle voorwerpen voor het grijpen lagen. Een groot aantal gouden ringen, horloges enz. is verdwenen. De schade beloopt een niet onaanzieniyk bedrag. De Rijkswaterstaat heeft aanbesteed het ma ken van een bovenbouw van de Cottwicher brug in den Rijksweg GoorDelden en de Midden- wegbrug in den provincialen weg EnterBor- nerbroek. Laagste inschryver was: N.V. de Kondor te Amsterdam, voor f 107.870. In Verordeningenblad 1941 no. 12 is opgeno men een verordening van den Rijkscommis saris betreffende het vervreemden van onder nemingen en bedrijven aan buitenlanders. wy ontleenen aan deze verordening het vol gende: Natuurlijke of rechtspersonen, die hun woonplaats in het bezette Nederlandsche gebied hebben of aldaar gevestigd zijn. mogen ondernemingen of bedrijven, welke zich bezighouden met de vervaardiging, be werking of verwerking van goederen (in- dustrieele ondernemingen), alsmede han delsondernemingen niet dan met goed keuring aan natuurlijke of rechtspersonen, die hun woonplaats buiten het bezette Ne derlandsche gebied hebben of daarbuiten gevestigd zijn, vervreemden. Het vervreemden van doelgerechtigdheid behoeft eveneens goedkeuring Het bepaalde is slechts van toepassing voor het geval de koopprijs meer dan f 100.000 bedraagt. De Rijkscommissaris voor het bezette Ne derlandsche gebied (commissaris-generaal voor Financiën en Economische Zaken) kan deze grens in het algemeen of voor bepaalde groe pen van ondernemingen of bedrijven wijzigen. Hij, die opzettelijk in strijd handelt met de voorschriften dezer verordening of met een ingevolge deze verordening gegeven bepaling, opgelegde voorwaarde of verplichting of de zelve ontduikt, wordt met gevangenisstraf van ten hoogste vyf jaren en met geldboete van ten hoogste f 100.000, of met een dezer straf fen gestraft, voor zoover op het feit bij andere voorschriften geen zwaardere straf is gesteld. Naast de straffen kan verbeurdverklaring van de waarden, waarop de strafbare hande ling betrekking heeft, worden uitgesproken. De officier van justitie bij de Rotterdamsche rechtbank heeft tegen den 19-jarigen tuinders knecht P. A. V. te Zoetermeer een gevangenis straf van twee jaar geëischt wegens diefstal. De man had in begin Januari van dit jaar twee varkens gestolen ten nadeele van een landbou wer te Zevenhuizen. Hy had de dieren geslacht en een deel van het vleesch verkocht, zonder daarvoor bonnen in ontvangst te nemen. Ver dachte ontkende. Hij beweerde de varkens van een onbekende te hebben gekocht. Mr. Pool pleitte vrijspraak. Uitspraak 8 April. „De Sultan van Boeloengan N.O. (Borneo) bood by een bezoek een kralenmandje aan van Dajaksch maaksel, een Dajakshc zwaard en een gouden schotel"; las ik eens en toen doemde plotseling het beeld van een Dajaksch hoofd voor me op, dat Resident Van Suchtelen bij diens bezoek aan Apo-Kajan (het was de eer ste keer in 26 jaar, dat een Resident dat deel van Ned. Indië bezocht) had gevraagd of hij namens die bewoners van zyn kampong 'n draagmandijes, sirihmandjes enz. De wijze van versiering verschilt bij de Dajakstammen, waar over de Sultan regeert. Maar één ding hebben ze gemeen: ze geven ex onbewust uiting mee aan hiun behoefte de voorwerpen van dagelijksch gebruik te versieren, hun gevoel voor schoon heid te toornen, wat zich openbaart in leven dige kleuren, fraaie siermotieven, gevoel voor vorm en lyn. In het museum te Leeuwarden bevindt zich een Dajaksch mandje. De bekende bewonderaar van Indonesische kunst, de heer Narme Ottema, schreef er om. van: „Het gevoel, dat de Da- jaks hebben voor ornamentkunst grenst aan het omgeloofelijke. De beelden van mersch en dier, die de aanleiding zijn voor de ornamenten op weefsels, kralenwerk, vlechtwerk, houtsnijwerk zijn op kundige wijze tot allerlei grillige vor men gestyleeid." Ik beeld hierbij een bovenkant van dat sirihmandje af. De figuren stellen voor man en vrouw en den mytischen neushoorn vogel. De kleuren zijn: wit, zwart, geel, rood en groen. Nooit zijn de teekeningen geiyk aan el kaar. In het dorp van het hoofd waarvan ik Aan de bepalingen van artikel 1 van het be sluit van den secretaris-generaal van het de partement van Sociale Zaken betreffende bo vengenoemde voorloopige regeling ontleenen wij: De Rijksverzekeringsbank telt voor de toere kening van den wachttijd en van de voorloo pige uitkeering de tijdvakken, gedurende welke de Duitsche verzekering geduurd heeft, by die, gedurende welke de Nederlandsche verzekering geduurd heeft en gaat daarbij uit van de ver onderstelling, dat over de kalenderweken, ge durende welke de Duitsche verzekering heeft geduurd, rentezegels zyn geplakt van dezelfde waarde als zouden moeten zyn geplakt over eenkomstig de Nederlandsche Invalidi teitswet- Artikel 2 bepaalt, dat voor verzekerden, die onder de Nederlandsche Invaliditeitswet vallen, die hun woonplaats naar het Duitsche ryk over gebracht hebben, of hun weduwen en weezen wanneer aanspraak op rente ontstaat onder voorbehoud van de latere regeling van de be rekening der rente bij samenloop van Duitsche en Nederlandsche verzekeringen in afwijking van het bepaalde in de Invaliditeitswet, de grondslag der him ingevolge de Nederlandsche verzekering toekomende rente voorloopig aldus wordt berekend, alsof de aanspraak op rente ontstaan is op het tijdstip, waarop de woon plaats overgebracht werd. mooden zonnehoed aan „Radja-baoe" (de hooge, groote Radja) cadeau zou mogen doen en of de Resident dien zou willen meenemen en ver zenden. Die zonnehoeden moet men weten, zyn met zeer mooi kralenwerk versierd. Ik haal dit aan om te laten zien, welke hooge waarde „wilden" aan hun kralenwerk toeken nen. Het is het beste dat zy bezitten. Ik weet niet, of hef fraaie mandje met kra lenwerk in Apo-Kajan is gemaakt, ook niet welk mandje is aangeboden. De Dajaks n.l. maken eg verachiüendet; nigmaadjes, ktader- hierboven sprak, fotografeerde ik een dertig tal, alle ongelijk. En de mannen, die de teeke ningen ontwerpen, de vrouwen die de kleuren uitkiezen, de kraaltjes rijgen, gebruiken er geen patroon of handleiding bij! Tot dot vermeld ik, dat er van die figuren magische krachten uitgaan, zoodat de bedoe ling oorspronkelijk was, zich te beschermen te gen Invloeden van booze geesten en aemotnen. Die bedoeling is thans grootendeels verloren gegaan. DR. H. F, THiLEMA. De laatste dagen heeft de Britsch-Ameri- kaansche propaganda getracht de dingen zoo voor te stellen alsof aanwijzingen voor een goeden wil er voor aanwezig waren, dat de in strijd met het volkenrecht zijnde honger- blokkade ten minste jegens de by den oorlog in het geheel niet betrokken bevolking der bezette gebieden en van het onbezette Frank rijk verzacht zal worden In dezen zin is een reeks officieele en semi- officieele verklaringen afgelegd, o.m. In ver band met gesprekken, die de Fransche ambas sadeur Henry Haye heeft gevoerd met bevoeg de instanties in Washington, aldus lezen wij in de Diplo. Hoe het ir. werkelijkheid gesteld is met deze schoone voornemens blijkt uit uitlatingen, die de in opdracht van het Britsche ministerie voor de blokkade met den rang van gezant bU de Britsche ambassade in Washington aange stelde prof. Noel Hall heeft uitgesproken voor zijn vertrek tijdens een persconferentie. Volgens deze verklaringen bestaat het Brit sche blokkadeprogramma er nog steeds uit: „den beproefden druk op het door Duitsch land beheerschte continent In stand te houden". Hoogstens zouden geneesmiddelen en vitami nen voor kinderen toegelaten kunnen worden tot het onbezette Frankrijk. Overigens kwam prof. Noel Hall tot de cynische opvatting: „de blokkade van den aanvoer van levensmiddelen naar Europa is een werk van menschlievend- held omdat dit het dooden van jonge menschen op het slagveld zal verhinderen". Met deze enkele woorden is weer eens de geheele Brit sche inhumaniteitsopvatting onthuld. De Deutsche diploxpatisch-politische Kor- respondenz gaat voort; De nongeroorlog Is, hetgeen op zich zelf reeds een schending van het volkenrecht beteeken:, verklaard aan de vrouwen en kinderen, niet alleen van Duitschland. Engeland heeft vol gens deze gezaghebbende uitlatingen het voor nemen het geheele Europeesche vasteland met zyn geheele bevolking uit te leveren aan ver derf en ziekte, in zooverre het daartoe op eenigerlel wyze in staat is. Vitaminen en ge neesmiddelen moeten natuurlijk slechts een alibi zijn, waarschijnlijk ten believe van zekere helpende volkeren. Verkommering en dood van niet-strijders, ja van menschen. die geheel bul ten den oorlog staan, komt dezen professor zelfs voor als een „werk van menschlievend- heid", wanneer de krijgslieden van dat Groot Brittannië, dat den oorlog wilde, voorbereid de en deed uitbreken, door deze opoffering van onschuldige vrouwen en kinderen gespaard en vrijgesteld kunnen worden van militair op treden. Van Britsche huichelarij, aldus de Diplo, ls men in de wereld waarlijk van alles gewend. Altijd reeds heeft Engeland voor zijn tegen standers de toepassing geprefereerd van een. manier van sterven, welke het vermijdt de daad van geweld als zoodanig naar buiten in het oog loopend aan den dag te doen treden. Bloed vergieten, zooals pleegt voor te komen in den oorlog, is „shocking" in ieder geval, wanneer het door den tegenstander wordt veroorzaakt. Engeland heeft derhalve, zooals ook In het onderhavige geval, een wijze van sterven bij den tegenstander doen ontstaan, waarby geen kreet Van pyn daad en dader verraadt, en honger en ziekte hebben voor den opzettelyken ver wekker stellig het voordeel, dat zonder pijn lek opzien het nagestreefde doel eventueel be reikt kan worden. Zoo ver te gaan, dit proces van wreed wur gen van geborenen en ongeborenen nog te literheerlijken als „werk van menschlievendheid" is het toppunt van die walglijke Britsche hui chelarij en blasphemie, waarvoor zich eigeniyk iedere Britsche soldaat, die ook maar een spoor van ridderlijkheid in zich gevoelt ten diepste zou moeten schamen. Tot zoo ver de Diplo. Men wijst er in ver band hiermede nog op, dat zelfs na het be ëindigen van den wereldoorlog nog 800.000 vteouwen en kinderen aan de gevolgen van de Engelsche blokkade ten gronde zijn gegaan, zulks volgens Duitsche statistieken. De Reichstierarzteführer, dr. Friedrich We ber, ministerialdirektor in het rijksministerie van Binnenlandsche Zaken, heeft een inspectie reis in Nederland gehouden. Hij bezocht niet alleen belangrijke inrichtingen voor diergenees kundig onderzoek en andere diensten, in het bijzonder op het gebied van de gezondheidsleer (vleeschkeuring, slachthuiswezen), maar nam ook de gelegenheid te baat, zich in verbinding te stellen met verscheidene persoonlijkheden uit de diergeneeskundige wetenschap en de practyk, van wie hij een deel reeds jaren kent. Dr. Weber sprak by herhaling zijn tevreden heid over genoemde inrichtingen uit. Maandag reed de knecht van den heer Vis ser te Hensbroek met een driewielige kar, waar op twee zoontjes van den heer D. Loos hadden plaats genomen. Door onbekende oorzaak sloeg het voor de kar gespannen paard op hol. Op het oogenblik dat het voertuig tegen een hek sloeg, werden de beide jongetjes den weg op- geslingerd, waarbij het 4-jarig knaapje zoo on gelukkig terecht kwam, dat het spoedig over leed. J. Voetelink ls met ingang van 27 April 1941 opnieuw tot burgemeester van de gemeente Giethoorn benoemd. De ontvanger der directe belastingen, invoer rechten en accynzen J. Dekker is verplaatst van het kantoor der directe belastingen en ac cijnzen te Tholen naar het kantoor dier midde len te Steenbergen De ontvanger dier midde len H. Eshuis van het kantoor te Asten naar het kantoor te Oosterhout en de ontvanger dier middelen P. Cremer van het kantoor te Ave- reest naar het kantoor te Stadskanaal. De ontvanger der directe belastingen, invoer rechten en accynzen H. A. Kramer is verplaatst van het kantoor der directe belastingen en ac cynzen te Hardenberg naar het kantoor dier middelen te Bergum de ontvanger der directe belastingen, invoerrechten en accynzen J. Men- nink van het kantoor der directe belastingen, invoerrechten en accynzen te 's-Heerenberg naar het kantoor der directe belastingen en accynzen te Groenlo. Aan den scheepsmeter by den Scheepsme tingsdienst te Rotterdam, F. Meyer, is op zijn verzoek met ingang van 1 September 1941 eer vol ontslag uit zyn betrekking verleend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 15