Herstel Rijn- en binnenvaartvloot
BOUWPLAN WORDT
OPGESTELD
Nederlandsche sociale verzekeringen
W"
w
1
J. VOERMAN OVERLEDEN
Dajaksch kralenwerk
De Britsche blokkade
WOENSDAG 26 MAART 1941
WIJZIGING GESLOTEN
VISCHTIJD
instoB"ne
Vervreemden van bedrijven
buitenlanders
aan
Indisch hoekje
Uitkeering voor gekochte vaar
tuigen en voor gevorderde, welke
zijn verloren gegaan
Aanspraken van hypotheek
houders e. a.
Commissie van uitvoering
ingesteld
Vroege morgen aan den IJssel, van J. Voerman
Bekend landschapschilder
uit Hattem
Bouw van viaduct aanbesteed
Opheldering van misverstand
HUISSLACHTING VAN
SCHAPEN
Regeling in verband met
distributie
JONGEN DOOR TREIN
GEGREPEN
inierhulp Nederlands
één voor allen, allen één.
Rechten van Nederlandsche werk
nemers e.a. verzekerden bij
Duitsche verzekerings
perioden
Invaliditeitsverzekering
DIEFSTAL VAN JUWEELEN
Bruggenbouw aanbesteed
inierhulp Nederland:
geefi niel alleen, offert ook
werkelijk.
Goedkeuring vereischt, indien de
koopprijs meer dan f 100.000
bedraagt
VARKENS GESTOLEN EN
GESLACHT
Twee jaar gevangenisstraf
geëischt
Het gevoel voor ornamentkunst
bij den Dajak
De bepalingen
Het 'bepaalde in artikel 1 ia van toepassing
wmmÊM
Zonderlinge opvatting van
menschelijkheid
DIERGENEESKUNDE EN
GEZONDHEIDSZORG
Bezoek van dr. Fr. Weber aan
ons land
VAN DE KAR GESLINGERD
UIT DE STAATSCOURANT
Herbenoeming burgemeester
Belastingen
Scheepsmetingsdienst
Verordeningenblad no. 12 bevat een besluit
Van de secretarissen-generaal van de departe
menten van Waterstaat, van Fnianciën, van
Justitie en van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart betreffende het herstel van de Rijn- en
binnenvaartvloot.
Het volgende is er aan ontleend:
De koopsommen voor de door de Duitsche
militaire autoriteiten aangekochte, in Neder
land thuisbehoorendc Rijn- en binnenvaar
tuigen, alsmede de vergoedingen voor de
door die autoriteiten in gebruik gevorderde,
tot bedoelde categorie behoorende vaartui
gen, welke zijn verloren gegaan, worden niet
aan de rechthebbenden uitbetaald, doch in
'8 rijks schatkist gestort, teneinde te waar
borgen, dat zij worden besteed voor het her
stel van de Rijn- en binnenscheepvaartvloot.
De Staat der Nederlanden is jegens de
rechthebbenden aansprakelijk voor de uit
keering der koopsommen en vergoedingen
overeenkomstig de bepalingen van dit be
sluit en vrijwaart deswege de Duitsche mili
taire autoriteiten.
Vanwege den secretaris-generaal van het
departement van Waterstaat wordt, in overleg
ttet den secretaris-generaal van het departe
ment van Financiën, een bouwplan opgesteld
tot herstel van de Rijn- en binnenvaartvloot.
De uitkeering als boven bedoeld wordt ge
regeld bij een nader besluit. In dit besluit zal
een regeling omtrent de vergoeding van rente
niet ontbreken.
De uitkeering zal, behoudens in bijzondere
gevallen, geschieden door toewijzing van
een ander vaartuig aan den eigenaar van
het door de Duitsche autoriteiten gekochte
of gevorderde schip.
De toewijzing geschiedt door of vanwege den
secretaris-generaal van het departement van
"Waterstaat. Hij is bevoegd, ook tegen den wil
Van den vroegeren eigenaar een vaartuig van
hoogere waarde toe te wijzen dan het bedrag
van de aan den eigenaar toekomende koopsom
of vergoeding, in welk geval hij tevens bepaalt,
op welke wijze de hoogere waarde van het toe
gewezen vaartuig zal worden betaald of ver
rekend.
De secretaris-generaal van het departement
van Waterstaat regelt de aanspraken van hypo
theekhouders en andere zakelijk rechthebben
den, alsmede van de op het vaartuig bevoor
rechte schuldeischers op de boven bedoelde
koopsommen en vergoedingen.
Hij kan ter zake daarvan nieuwe zakelijke
rechten op het togewezen vaartuig Vestigen en
daarbij de rangorde bepalen der bestaande hy
potheken ten opzichte van nieuwe, welke ter
waarborging van de ter financiering van den
herbouw of in verband met de overname van
het vaartuig door den rechthebbende verstrekte
geldleeningen worden gevestigd. In zooverre voor
die financiering door het rijk credieten worden
beschikbaar gesteld, kan de secretaris-generaal
van het departement van Financiën te dien
aanzien de bepalingen, vervat in het besluit Po.
22/1941 betreffende credieten voor opbouw of
herstel van onroerende goederen en schepen
overeenkomstig toepassen.
De aanspraken op uitkeering kunnen noch
vervreemd, noch verpand worden behoudens
met toestemming van den secretaris-generaal
van het departement van Waterstaat. Deze toe
stemming wordt in geen geval verleend, indien
de rechten van hypotheekhouders en van andere
zakelijk rechthebbenden alsmede van de op het
vaartuig bevoorrechte schuldeischers niet vol
doende gewaarborgd zijn.
Ter zake van de uitvoering van dit besluit
wordt door den secretaris-generaal van het
departement van Waterstaat een commissie
Herstel Rijn- en binnenvaartvloot 1941 in
gesteld, waarin zitting hebben nevens door
de desbetreffende secretarissen-generaal aan
te wijzen vertegenwoordigers van de depar
tementen van Waterstaat, van Financiën,
van Handel, Nijverheid en Scheepvaart en
van Justitie een vertegenwoordiger van het
Centraal bureau voor de Rijn- en binnen
vaart, van de Stichting Nederlandsche par-
ticuliere Rijnvaart centrale, van de Stichting
Nederlandsche particuliere binnenvaart cen
trale en van de scheepshypotheekbanken.
De secretaris-generaal van het departement
van Waterstaat benoemt den voorzitter en de
leden dezer commissie.
(Foto Archief V.K.P.)
Te Hattem is Dinsdagmiddag na een korte
ongesteldheid de bekende landschapschilder
J. Voerman overleden in den ouderdom van
84 jaar.
Voerman woonde meer dan 50 jaar in Hat
tem, waar een schoone natuur hem inspireerde
tot het schilderen van fraaie landschappen.
Hij was Kampenaar van geboorte en stu
deerde van 1876 tot ongeveer 1880 aan de Rijks
academie te Amsterdam onder Allebe; daarna
werkte htf een jaar te Antwerpen onder Verlat.
In 1889 vestigde Voerman zich te Hattem,
waar hij zich aan zijn geliefd onderwerp, het
landschap en de grootsche wolkenluchten,
wijdde.
Van Voerman zijn werken aanwezig in de
stedelijke musea van Amsterdam, Den Haag en
Rotterdam.
Voermans verdiensten werden erkend door
zijn benoeming tot ridder in de Orde van
Oranje-Nassau.
De hoofdingenieur-directeur titulair van den
Rijkswaterstaai in de directie nieuwe wegen III
te Arnhem heeft aanbesteed het maken van een
viaduct van gewapend beton in weg no. 12 van
het Rijkswegenplan 1938, in het ontmoetings
punt met weg no. 22 van dit plan, onder de ge
meente Jutphaas met bijkomende werken.
Laagste inschrijfster was de N.V. Amsterdam-
sche Ballast Maatschappij met 110.900.
Naar aanleiding van het misverstand, dat
in sommige kringen ten aanzien van de bij
beschikking van 12 Maart 1941, afdeeling Vis-
Scherijen, gebrachte wijziging in den gesloten
tijd voor vischsoorten en vischtuigen is ont
staan, brengt de secretaris-generaal van tiet
departement van Landbouw en Visscherij het
navolgende ter kennis van belanghebbenden:
Voor 1941 zal de gesloten tijd voor barbeel,
blankvoom, brasem, karper, kolblei, meun,
fuischvoom, serpeling, sneep en winde ingaan
21 April zoowel voor de rivieren als voor de
binnenwateren. Voor baars en snoek is de
gesloten tijd dus niet gewijzigd en derhalve
16 Maart j.l. ingegaan, terwijl de gesloten tijd
Voor snoekbaars 1 April ingaat en voor zeelt
"Sit jaar geen gesloten tijd is vastgesteld.
Het gebruik van vischtuigen op de rivieren
is toegestaan tot en met 21 April met uit
sondering o.m. van den zetangel of fleur, den
sieephengel, den hengel, geaasd met visch, en
de sleeplijn. Hieruit blijkt dus, dat het visschen
biet den gewonen hengel aldaar ook tot en met
21 April is toegestaan.
Voor de binnenwateren is de visscherü
eveneens verlengd, doch niet langer dan tot
en met 31 Maart, en ook daar zijn de reeds
hiervoor genoemde snoekvischtuigen uitgezon
derd. Wel mag dus met den gewonen hengel
Vrorden gevischt tot en met 31 Maart. Deze
regeling geldt echter uitsluitend voor zoover
In de ruimere en diepere wateren, welke niec
binnen een polder zijn gelegen, wordt gevischt.
Het visschen in polderwateren, waaronder
bi het algemeen alle binnen de boezems of
ringvaarten van den polder gelegen wateren
bioeten worden verstaan, is alleen toegestaan
op vergunning van den inspecteur der vis-
Scherijen in het 4e, 6e en 7e district te 's-Gra-
*enhage.
Voor de drie noordelijke provinciën, Gro
ningen, Friesland en Drente, is de gesloten
Ischtyd dit jaar 16 Maart ingegaan.
De secretaris-generaal van het departement
**n Landbouw en Visscherij heeft, nu ook het
Schapenvleesch in de distributie is betrokken,
Oen regeling vastgesteld voor de huisslachting
vati schapen. Deze regeling is analoog aan die
van het Huisslachtingsbesluit 1940 varkens, met
Jien verstande, dat het verleenen van mach
tigingen tot het in hulsslachting slachten van
Oehapen gekoppeld Is aan het vereischte, dat in
Oen der tijdvakken van 1 Augustus 1937 tot
L Augustus 1938, van 1 Augustus 1938 tot 1
Augustus 1939 of van 1 Augustus 1939 tot 1
^hgustus 1940 een of meer schapen in huis-
slachting zijn geslacht, hetgeen ten genoegen
van den provincialen voedselcommissaris moet
^°rden aangetoond.
By het Varkensbesluit wordt deze eisch slechts
^steld voor tweede en volgende machtigingen.
De 15-jarige scholier W. Vogelzang, uit Gel-
?erinalsen> werd Maandagavond op het station
Tiel door een binnenloopenden trein gegre-
en meegesleurd. In den nacht is
in het ziekenhuis Bethesda te Tiel aan de
tornen verwondingen overleden.
l ...n ••■•111III mi mnnaiMnp
Het Verordeningenblad van 25 Maart 1941
bevat o.a. een verordening welke voorloopig
regelt de rechten van Nederlandsche werkne
mers en andere verzekerden ten aanzien van
de Nederlandsche sociale verzekeringen, ingeval
Duitsche verzekeringsperioden in aanmerking
moeten worden genomen.
De leider van de „Gesetzgruppe Soziale Ver-
waltung" in het rijkscommissariaat, de heer
Jakob, verstrekte ons naar aanleiding der uit
vaardiging dezer verordening een uitvoerige toe
lichting, die aldus luidt:
Over de verzorging van de in Duitschland
werkzame Nederlandsche arbeidskrachten in
verband met de sociale verzekeringen is reeds
vaker geschreven.
Uit de tot dusver geschiede publicaties was te
zien, dat de voor den Duitschen arbeider ge
schapen verstrekkende verzekeringsbescherming
principieel ook den Nederlandschen arbeider ten
goede komt.
In de eerste plaats geldt dit de ziektever
zekering. Hierover is reeds eerder uitvoerig
geschreven, waarby er op gewezen werd, dat
zoowel de in Duitschland tewerkgestelde arbei
ders alsook hun in Nederland achtergebleven
gezinsleden de volle bescherming van de Duit
sche wettelijke ziekteverzekering genieten. Tot
deze gezinsleden in den zin der Duitsche sociale
verzekeringen behooren in het algemeen ge
sproken de echtgenoote en de kinderen.
De rijksarbeidsminister heeft echter nu
een belangrijke, uitbreiding van den kring
dergenen, die aanspraken kunnen laten gel
den, ten bate van den Nederlandschen
arbeider verordend.
Dientengevolge is de gezinshulp ook op
de ouders en grootouders van de verzeker
den toepasselijk, die met hem in gezinsver
band leven en door hem geheel of grooten-
deels worden onderhouden. Hetzelfde geldt
voor zusters van den verzekerde, die met
hem in gezinsverband leven en door hem
geheel of grootendeels worden onderhouden.
in zoover zü in de plaats van een over
leden erf niet slechts tydeiyk afwezige
echtgenoote de huishouding van den verze
kerde leiden. Door de werkzaamheid van
den verzekerde in Duitschland wordt een te
voren bestaand gezinsverband principieel
niet opgeheven.
Met deze regeling heeft het Duitsche rijk op
ruime wüze de zorg voor de in Nederland ach
tergebleven gezinsleden beveiligd. Ook de on
gehuwde arbeider, die van zyn inkomsten
ouders of broers of zusters mede moet onder
houden, kan nu er op vertrouwen, dat ingeval
van ziekte ook voor deze familieleden wordt
gezorgd.
Bijzonder gewichtige maatregelen worden
voorts getroffen inzake de invaliditeits
verzekering voor in Duitschland werk-
zanje arbeiders. Ook hierin was het standpunt
besiissend, dat voor den Nederlandschen arbei
der uit zijn mogeiyk slechts voorbijgaande werk
zaamheid in Duitschland geenerlei nadeel ten
aanzien van zyn invaliditeits- en ouderdoms-
verzekering moest ontstaan. Daarom moest ex
voor worden gezorgd, dat de tyd, dien hy ln
Duitschland werkt en gedurende welken hij pre
mies voor de Duitsche sociale verzekeringen
betaalt, voor zyn invaliditeitsverzekering wordt
medegerekend.
Deze noodzakelijkheid leidde tot een over
eenkomst tusschen de Duitsche en Nederland
sche regeeringsinstanties. Volgens deze regeling,
die aan de in het Verordeningenblad nr. 12 ge
publiceerde verordening van den secretaris
generaal van het departement van Sociale Za
ken van 20 Februari 1941 beantwoordt, is bij
het samentreffen van Duitsche en Nederland
sche verzekeringsperioden voor de bepaling der
uitkeeringen de Nederlandsche Rijksverzeke
ringsbank bevoegd.
Bij het berekenen der betaalde premies
zal de bank de Duitsche verzekerings-
perioden mede-optellen bij de voor de Ne
derlandsche sociale verzekeringen berekende
perioden en op dezelfde wüze in aanmer
king nemen. Daarmee wordt bereikt, dat
de Nederlandsche arbeider door zijn werk ln
Duitschland geen nadeel ïydt ten aanzien
van zijn invaliditeits- en ouderdomsverzeke-
ring. De rechten der Nederlandsche arbei
ders moeten alzoo, ook in zoover Duitsche
verzekeringsperioden ter sprake komen, uit
sluitend by de Rüksverzekeringsbank wor
den geldend gemaakt.
Tusschen deze en de betreffende Duitsche
verzekeringsinstanties vindt overigens een ver
rekening plaats. Daar het gansche verzekerings-
poces zich zoodoende alleen bij het Nederland
sche verzekeringsinstituut afwikkelt, is de ar
beider des te beter in staat, voor zijn rechten
op te komen.
Deze overeenkomst is slechts een voorloopige
regeling. Bij het streven, een bespoedigde be
veiliging van den Nederlandschen arbeider in
geval van invaliditeit tot stand te brengen,
heeft men voorloopig van een scheiding van
Duitsche en Nederlandsche bevoegdheden in
zake de verzekeringsuitkeeringen afgezien. He''
kwam er allereerst op aan, den arbeider nu
reeds in staat te stellen, zyn verzekeringsrech
ten te kunnen doen gelden.
Bij de uitdrukkelijk voorbehouden eindrege-
llng zullen de rechten van den Nederlandschen
arbeider tegenover de Duitsche sociale-verzeke-
keringsinstituten nauwkeurig worden bepaald,
waardoor dan ook de Nederlandsche arbeider
voor de aan de Duitsche invaliditeitsverzekering
betaalde premies uitkeeringen tot dezelfde
hoogte zal ontvangen als de Duitsche arbeider.
ten aanzien van alle Nederlamdsohe werk
nemers, die na 31 December 1936 in het
Duitsche rijk verzekerd waren, en zulks
voor alle na dien tijd ontstane verzekerings-
aaxispraken. By de berekening van de voor
loopige uitkeeringen moeten ook de vóór
1 Januari 1937 verstreken tydvakken, ge
durende welke de Duitsche verzekering ge
duurd heeft, im aanmerking wooden ge
nomen.
In zoover voor deze werknemers zoowel door
de Duitsche, als ook door de Nederlandsche
verzekeringsorganen reeds uitkeeringen zijn
vastgesteld, bhjven die gelden, zoolang niet een
definitieve regeling van kracht is geworden.
Het bepaalde in artikel 2 is van toepassing
ten aanzien van alle verzekeringsaanspraken,
die na 31 December 1934 zyn ontstaan of zul
len ontstaan.
Uitkeeringen, overeenkomstig het bepaalde in
de artikelen 1 en 2, wonden op haar vroegst vooi
den tjjd van 1 Januari 1941 af toegekend.
Zondagavond laat werd ontdekt, dat bij de
juweliersfirma Henri Teulings in de Kerkstraat
te 's Hertogenbosch een etalage geplunderd was.
Een der portaalvitrines was geforceerd. Door
verbreking van een slot was men er in ge
slaagd, het draaibare etalageraam te openen,
waarna de waardevolle voorwerpen voor het
grijpen lagen. Een groot aantal gouden ringen,
horloges enz. is verdwenen. De schade beloopt
een niet onaanzieniyk bedrag.
De Rijkswaterstaat heeft aanbesteed het ma
ken van een bovenbouw van de Cottwicher brug
in den Rijksweg GoorDelden en de Midden-
wegbrug in den provincialen weg EnterBor-
nerbroek.
Laagste inschryver was: N.V. de Kondor te
Amsterdam, voor f 107.870.
In Verordeningenblad 1941 no. 12 is opgeno
men een verordening van den Rijkscommis
saris betreffende het vervreemden van onder
nemingen en bedrijven aan buitenlanders.
wy ontleenen aan deze verordening het vol
gende:
Natuurlijke of rechtspersonen, die hun
woonplaats in het bezette Nederlandsche
gebied hebben of aldaar gevestigd zijn.
mogen ondernemingen of bedrijven, welke
zich bezighouden met de vervaardiging, be
werking of verwerking van goederen (in-
dustrieele ondernemingen), alsmede han
delsondernemingen niet dan met goed
keuring aan natuurlijke of rechtspersonen,
die hun woonplaats buiten het bezette Ne
derlandsche gebied hebben of daarbuiten
gevestigd zijn, vervreemden.
Het vervreemden van doelgerechtigdheid
behoeft eveneens goedkeuring
Het bepaalde is slechts van toepassing
voor het geval de koopprijs meer dan
f 100.000 bedraagt.
De Rijkscommissaris voor het bezette Ne
derlandsche gebied (commissaris-generaal voor
Financiën en Economische Zaken) kan deze
grens in het algemeen of voor bepaalde groe
pen van ondernemingen of bedrijven wijzigen.
Hij, die opzettelijk in strijd handelt met de
voorschriften dezer verordening of met een
ingevolge deze verordening gegeven bepaling,
opgelegde voorwaarde of verplichting of de
zelve ontduikt, wordt met gevangenisstraf van
ten hoogste vyf jaren en met geldboete van
ten hoogste f 100.000, of met een dezer straf
fen gestraft, voor zoover op het feit bij andere
voorschriften geen zwaardere straf is gesteld.
Naast de straffen kan verbeurdverklaring
van de waarden, waarop de strafbare hande
ling betrekking heeft, worden uitgesproken.
De officier van justitie bij de Rotterdamsche
rechtbank heeft tegen den 19-jarigen tuinders
knecht P. A. V. te Zoetermeer een gevangenis
straf van twee jaar geëischt wegens diefstal. De
man had in begin Januari van dit jaar twee
varkens gestolen ten nadeele van een landbou
wer te Zevenhuizen. Hy had de dieren geslacht
en een deel van het vleesch verkocht, zonder
daarvoor bonnen in ontvangst te nemen. Ver
dachte ontkende. Hij beweerde de varkens van
een onbekende te hebben gekocht.
Mr. Pool pleitte vrijspraak.
Uitspraak 8 April.
„De Sultan van Boeloengan N.O. (Borneo)
bood by een bezoek een kralenmandje aan van
Dajaksch maaksel, een Dajakshc zwaard en een
gouden schotel"; las ik eens en toen doemde
plotseling het beeld van een Dajaksch hoofd
voor me op, dat Resident Van Suchtelen bij
diens bezoek aan Apo-Kajan (het was de eer
ste keer in 26 jaar, dat een Resident dat deel
van Ned. Indië bezocht) had gevraagd of hij
namens die bewoners van zyn kampong 'n
draagmandijes, sirihmandjes enz. De wijze van
versiering verschilt bij de Dajakstammen, waar
over de Sultan regeert. Maar één ding hebben
ze gemeen: ze geven ex onbewust uiting mee
aan hiun behoefte de voorwerpen van dagelijksch
gebruik te versieren, hun gevoel voor schoon
heid te toornen, wat zich openbaart in leven
dige kleuren, fraaie siermotieven, gevoel voor
vorm en lyn.
In het museum te Leeuwarden bevindt zich
een Dajaksch mandje. De bekende bewonderaar
van Indonesische kunst, de heer Narme Ottema,
schreef er om. van: „Het gevoel, dat de Da-
jaks hebben voor ornamentkunst grenst aan het
omgeloofelijke. De beelden van mersch en dier,
die de aanleiding zijn voor de ornamenten op
weefsels, kralenwerk, vlechtwerk, houtsnijwerk
zijn op kundige wijze tot allerlei grillige vor
men gestyleeid." Ik beeld hierbij een bovenkant
van dat sirihmandje af. De figuren stellen voor
man en vrouw en den mytischen neushoorn
vogel. De kleuren zijn: wit, zwart, geel, rood en
groen. Nooit zijn de teekeningen geiyk aan el
kaar. In het dorp van het hoofd waarvan ik
Aan de bepalingen van artikel 1 van het be
sluit van den secretaris-generaal van het de
partement van Sociale Zaken betreffende bo
vengenoemde voorloopige regeling ontleenen
wij:
De Rijksverzekeringsbank telt voor de toere
kening van den wachttijd en van de voorloo
pige uitkeering de tijdvakken, gedurende welke
de Duitsche verzekering geduurd heeft, by die,
gedurende welke de Nederlandsche verzekering
geduurd heeft en gaat daarbij uit van de ver
onderstelling, dat over de kalenderweken, ge
durende welke de Duitsche verzekering heeft
geduurd, rentezegels zyn geplakt van dezelfde
waarde als zouden moeten zyn geplakt over
eenkomstig de Nederlandsche Invalidi teitswet-
Artikel 2 bepaalt, dat voor verzekerden, die
onder de Nederlandsche Invaliditeitswet vallen,
die hun woonplaats naar het Duitsche ryk over
gebracht hebben, of hun weduwen en weezen
wanneer aanspraak op rente ontstaat onder
voorbehoud van de latere regeling van de be
rekening der rente bij samenloop van Duitsche
en Nederlandsche verzekeringen in afwijking
van het bepaalde in de Invaliditeitswet, de
grondslag der him ingevolge de Nederlandsche
verzekering toekomende rente voorloopig aldus
wordt berekend, alsof de aanspraak op rente
ontstaan is op het tijdstip, waarop de woon
plaats overgebracht werd.
mooden zonnehoed aan „Radja-baoe" (de hooge,
groote Radja) cadeau zou mogen doen en of
de Resident dien zou willen meenemen en ver
zenden. Die zonnehoeden moet men weten, zyn
met zeer mooi kralenwerk versierd.
Ik haal dit aan om te laten zien, welke hooge
waarde „wilden" aan hun kralenwerk toeken
nen. Het is het beste dat zy bezitten.
Ik weet niet, of hef fraaie mandje met kra
lenwerk in Apo-Kajan is gemaakt, ook niet
welk mandje is aangeboden. De Dajaks n.l.
maken eg verachiüendet; nigmaadjes, ktader-
hierboven sprak, fotografeerde ik een dertig
tal, alle ongelijk. En de mannen, die de teeke
ningen ontwerpen, de vrouwen die de kleuren
uitkiezen, de kraaltjes rijgen, gebruiken er geen
patroon of handleiding bij!
Tot dot vermeld ik, dat er van die figuren
magische krachten uitgaan, zoodat de bedoe
ling oorspronkelijk was, zich te beschermen te
gen Invloeden van booze geesten en aemotnen.
Die bedoeling is thans grootendeels verloren
gegaan.
DR. H. F, THiLEMA.
De laatste dagen heeft de Britsch-Ameri-
kaansche propaganda getracht de dingen zoo
voor te stellen alsof aanwijzingen voor een
goeden wil er voor aanwezig waren, dat de
in strijd met het volkenrecht zijnde honger-
blokkade ten minste jegens de by den oorlog
in het geheel niet betrokken bevolking der
bezette gebieden en van het onbezette Frank
rijk verzacht zal worden
In dezen zin is een reeks officieele en semi-
officieele verklaringen afgelegd, o.m. In ver
band met gesprekken, die de Fransche ambas
sadeur Henry Haye heeft gevoerd met bevoeg
de instanties in Washington, aldus lezen wij
in de Diplo.
Hoe het ir. werkelijkheid gesteld is met deze
schoone voornemens blijkt uit uitlatingen, die
de in opdracht van het Britsche ministerie
voor de blokkade met den rang van gezant bU
de Britsche ambassade in Washington aange
stelde prof. Noel Hall heeft uitgesproken voor
zijn vertrek tijdens een persconferentie.
Volgens deze verklaringen bestaat het Brit
sche blokkadeprogramma er nog steeds uit:
„den beproefden druk op het door Duitsch
land beheerschte continent In stand te houden".
Hoogstens zouden geneesmiddelen en vitami
nen voor kinderen toegelaten kunnen worden
tot het onbezette Frankrijk. Overigens kwam
prof. Noel Hall tot de cynische opvatting: „de
blokkade van den aanvoer van levensmiddelen
naar Europa is een werk van menschlievend-
held omdat dit het dooden van jonge menschen
op het slagveld zal verhinderen". Met deze
enkele woorden is weer eens de geheele Brit
sche inhumaniteitsopvatting onthuld.
De Deutsche diploxpatisch-politische Kor-
respondenz gaat voort;
De nongeroorlog Is, hetgeen op zich zelf reeds
een schending van het volkenrecht beteeken:,
verklaard aan de vrouwen en kinderen, niet
alleen van Duitschland. Engeland heeft vol
gens deze gezaghebbende uitlatingen het voor
nemen het geheele Europeesche vasteland met
zyn geheele bevolking uit te leveren aan ver
derf en ziekte, in zooverre het daartoe op
eenigerlel wyze in staat is. Vitaminen en ge
neesmiddelen moeten natuurlijk slechts een
alibi zijn, waarschijnlijk ten believe van zekere
helpende volkeren. Verkommering en dood van
niet-strijders, ja van menschen. die geheel bul
ten den oorlog staan, komt dezen professor
zelfs voor als een „werk van menschlievend-
heid", wanneer de krijgslieden van dat Groot
Brittannië, dat den oorlog wilde, voorbereid
de en deed uitbreken, door deze opoffering van
onschuldige vrouwen en kinderen gespaard
en vrijgesteld kunnen worden van militair op
treden.
Van Britsche huichelarij, aldus de Diplo, ls
men in de wereld waarlijk van alles gewend.
Altijd reeds heeft Engeland voor zijn tegen
standers de toepassing geprefereerd van een.
manier van sterven, welke het vermijdt de daad
van geweld als zoodanig naar buiten in het
oog loopend aan den dag te doen treden. Bloed
vergieten, zooals pleegt voor te komen in den
oorlog, is „shocking" in ieder geval, wanneer
het door den tegenstander wordt veroorzaakt.
Engeland heeft derhalve, zooals ook In het
onderhavige geval, een wijze van sterven bij den
tegenstander doen ontstaan, waarby geen kreet
Van pyn daad en dader verraadt, en honger
en ziekte hebben voor den opzettelyken ver
wekker stellig het voordeel, dat zonder pijn
lek opzien het nagestreefde doel eventueel be
reikt kan worden.
Zoo ver te gaan, dit proces van wreed wur
gen van geborenen en ongeborenen nog te
literheerlijken als „werk van menschlievendheid"
is het toppunt van die walglijke Britsche hui
chelarij en blasphemie, waarvoor zich eigeniyk
iedere Britsche soldaat, die ook maar een spoor
van ridderlijkheid in zich gevoelt ten diepste
zou moeten schamen.
Tot zoo ver de Diplo. Men wijst er in ver
band hiermede nog op, dat zelfs na het be
ëindigen van den wereldoorlog nog 800.000
vteouwen en kinderen aan de gevolgen van de
Engelsche blokkade ten gronde zijn gegaan,
zulks volgens Duitsche statistieken.
De Reichstierarzteführer, dr. Friedrich We
ber, ministerialdirektor in het rijksministerie
van Binnenlandsche Zaken, heeft een inspectie
reis in Nederland gehouden. Hij bezocht niet
alleen belangrijke inrichtingen voor diergenees
kundig onderzoek en andere diensten, in het
bijzonder op het gebied van de gezondheidsleer
(vleeschkeuring, slachthuiswezen), maar nam
ook de gelegenheid te baat, zich in verbinding
te stellen met verscheidene persoonlijkheden uit
de diergeneeskundige wetenschap en de practyk,
van wie hij een deel reeds jaren kent.
Dr. Weber sprak by herhaling zijn tevreden
heid over genoemde inrichtingen uit.
Maandag reed de knecht van den heer Vis
ser te Hensbroek met een driewielige kar, waar
op twee zoontjes van den heer D. Loos hadden
plaats genomen. Door onbekende oorzaak sloeg
het voor de kar gespannen paard op hol. Op
het oogenblik dat het voertuig tegen een hek
sloeg, werden de beide jongetjes den weg op-
geslingerd, waarbij het 4-jarig knaapje zoo on
gelukkig terecht kwam, dat het spoedig over
leed.
J. Voetelink ls met ingang van 27 April 1941
opnieuw tot burgemeester van de gemeente
Giethoorn benoemd.
De ontvanger der directe belastingen, invoer
rechten en accynzen J. Dekker is verplaatst
van het kantoor der directe belastingen en ac
cijnzen te Tholen naar het kantoor dier midde
len te Steenbergen De ontvanger dier midde
len H. Eshuis van het kantoor te Asten naar
het kantoor te Oosterhout en de ontvanger dier
middelen P. Cremer van het kantoor te Ave-
reest naar het kantoor te Stadskanaal.
De ontvanger der directe belastingen, invoer
rechten en accynzen H. A. Kramer is verplaatst
van het kantoor der directe belastingen en ac
cynzen te Hardenberg naar het kantoor dier
middelen te Bergum de ontvanger der directe
belastingen, invoerrechten en accynzen J. Men-
nink van het kantoor der directe belastingen,
invoerrechten en accynzen te 's-Heerenberg
naar het kantoor der directe belastingen en
accynzen te Groenlo.
Aan den scheepsmeter by den Scheepsme
tingsdienst te Rotterdam, F. Meyer, is op zijn
verzoek met ingang van 1 September 1941 eer
vol ontslag uit zyn betrekking verleend.