AALBERSE 70 JAAR
1-
President Ned. bank
Matsoeoka in Duitschland aangekomen
„Franken's
Het grondbeginsel van zijn
socialen arbeid
„Trouw en eerlijk"
Ook een bezoek aan
het Vaticaan
r
Verduistering
VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS
Turksch parlement bijeen
Mr. Rost Van Tonningen
benoemd
Verklaring Van Osjima
Voor de pers
Wijziging der oorlogvoering
in Afrika
J V
V oor j aars weer
V oor j aarsmodellen
11
BROOD
HOTEL ..DE HEERS'
WOENSDAG 26 MAART 1941 - AVONDBLAD
CAFE-RESTAURANT
„DE LA PAIX"
DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE
VIER EN ZESTIGSTE JAARGANG No 22922
De prijs der advertentiën bedraagt 35 cents
per regel. Ingezonden Mededeelingen
60 ets. per regel. Bij contract sterk geredu
ceerde prijzen. Kleine annonces (Vraag-
en Aanbod-advertentiën) 13 regels
48 cents, iederen regel meer 16 cents.
¥*.*4
Uiteenzetting van Saradjogloe
Joego-Slavische omroep onder
staatscontrole
DIT Nl'MMER BESTAAT l !T
TWAALF BLADZIJDEN
Verkiezingen in Egypte uitgesteld
Het onderhoud tusschen
Stalin en Matsoeoka
Generaal Roatta zou een Blitz-
krieg willen gaan voeren
Haarlem Groote Houtstraat 19
Telef. 12273
HOTEL „SCHIMMELPENNINCK"
LEIDSCHESTR. 67-71 AMSTERDAM
Speciaal Ingericht voor het ontvangen
van GROOTE GEZELSCHAPPEN tot
500 personen
Speciale Gezelschapsiarieven
Perfecte Keuken
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Aalberse zeventig! Met een zekere gre
tigheid heb ik de geboden gelegen
heid tot schrijven terstond aange
grepen, omdat zij een niet te verzuimen
kans leek, nog eens publiekelijk te getui
gen van de dankbaarheid eener jongere
generatie. Dankbaarheid voor wat een
warm hart en een scherp verstand in har
den levens-arbeid gewrocht hebben niet
alleen voor tij dgenooten, maar ook en
vooral voor het nageslacht.
Maar deze zelfde overweging heeft daar
na ook eenigen twijfel bij mij doen rijzen,
of het wel juist was, dat ik direct op deze
gelegenheid beslag had gelegd. Want nu is
Wel een jongere generatie aan het woord
maar had ik niet de baan vrij behooren te
laten voor het jonge geslacht, opdat
beter ware uitgekomen Aalberse's geeste
lijke uitwerking in de jeugd van vandaag
en daarmee zijn beteekenis voor de toe
komst van ons volk?
Hoe dit zij, deze beteekenis van Aalberse
is voor mij de 'voornaamste ik ben ge
neigd te zeggen, ondanks het feit, dat
hij in 1918 het hoogleeraarsambt offerde
aan het ministerschap en daarmee afstand
deed van het dagelijksche en diepst-dóór-
diingende contact met de studenten, de
leiders-van-morgen.
Door de zee van arbeid, dien Aalberse
in zijn lange leven heeft gepraesteerd,
gaat het rhythme van dezen golfslag:
de mensch is tegelijk individu èn sociaal
wezen op deze beide eischen der men-
schelijke natuur moet de menschenorgani-
satie van staat en maatschappij worden
afgestemd.
Reeds de promovendus Aalberse schreef,
Vóór de eeuw-wisseling 1)
,11e mensch is niet slechts een individu,
niet de Robinson, die alleen, geheel op zich
zelf leeft, van nature is hü een soci
aal wezen, een deel van een gemeen
schap, een levend lid van een levend orga
nisme. De Maatschappij is niet een naast
elkander-leving, maar een samen-leving. De
strijd om het bestaan is niet een strijd van
allen tegen allen, maar van allen met
allen. Niet in het beeld van te zwaar be
laden schip, waarin de sterkeren de zwakke
ren over boord werpen, om zóó het eigen leven
te redden, maar ik zie de maatschappij in
het beeld van een reuzenvaartuig, waarin
zoowel stuurman en kapitein als gewoon ma
troos in onderlinge samenwerking en krachts
inspanning de stormen bekampen, om zóó vei
lig in behouden haven aan te komen."
En toen rond zes jaren later het Kamer
lid Aalberse het bestek uitzette voor zijn
Vijf-en-twintig-jarige loopbaan als sociaal
volksvertegenwoordiger, teekende hij de
tweevoudige taak der sociale wetgeving
aldus 2): leniging van oogenblikkelijke
hooden, maar vooral: „den groei der
hiaatschappij te bevorderen, waar deze bezig
is te worden van een liberale Fr e i w i r t-
schaft tot een Christelijke Wirt-
schaftsordnung", de sociale wetge
ving „als middel, om onze nog maar al te
zeer individualistische naast-elkander-le-
ving te helpen doorgroeien naar een waar
achtige samenleving, gebaseerd op de be
ginselen van het warme, sociale Christen
dom het Christendom dat. door de er
kenning der verhevenheid der menschelijke
Ziel, de waarde van het individu verhief,
maar tevens, door de erkenning van de
door God opgelegde plichten van sociale
rechtvaardigheid en Christelijke naasten
liefde, het luide uitsprak, dat de mensch
hiet enkel is individu, maar tevens een
sociaal wezen."
Na dertien jaren werd het werk der deel-
hame aan de Volksvertegenwoordiging
onderbroken voor het hoogleeraarschap te
t>elft. De rede, waarmee Professor Aalberse
Wjn mooie ambt aanvaardde 3), vorderde
de aandacht der hoorders op voor „de men-
schelijke solidariteit" als organisatie-be
ginsel der volkshuishouding, het beginsel,
••dat zoowel erkent de indivldueele vrij
heid, het recht van de persoonlijkheid, als
de sociale saamhoorigheid, het recht van
he gemeenschap", het beginsel dat de nieu
we hoogleeraar aanvaardde als „da zuiver
rodekundige gevolgtrekking uit het feit,
hat de mensch tegelijk is een individu en
Cen sociaal wezen".
En als dan reeds na twee jaren, 1918, het
Verzoek komt, den catheder te verlaten om
blaats te nemen op den ministerieelen zetel,
^ordt aan deze uitnoodiging alleen voldaan,
Wanneer vast is komen te staan, dat minis
ter Aalberse ais eerste punt op zijn pro-
Siamma kan plaatsen de instelling van een
^oogen Raad van Arbeid, een eerste li-
chaam van en voor zelf-doen door het als
6ehheid optredende bedrijfsleven, om daar
mede zooals hij het laatstelijk, improvi
serend, heeft uitgedrukt bij de sobere
herdenking van het twintigjarig bestaan
Vah den Raad „te accentueeren, dat
mies wat op het program 4) stond op het
gebied van arbeidswetgeving wel nood
zakelijk was> maar niet het hoogste, omdat)
alleen sociale hervorming het noodzakelijke
kon brengen voor verbetering van den toe
stand". En uit dezelfde gedachte sproten
voort zijn organisatie van de Land- en
Tuinbouwongevallenwet-1922 met haar uit
voering door het bedrijfsleven zelf; zijn
wijziging van artikel 28 der Arbeidswet,
waardoor afwijking van den in de wet
neergelegden arbeidsduur mogelijk werd op
initiatief der gezamenlijke werkgevers- en
werknemersvakvereenigingenzijn voor
ontwerp van wet op de verbindend-ver
klaring van collectieve arbeidsovereenkom
sten. En ook tijdens het ministerschap van
Aalberse was het, dat in de Grondwet werd
vastgelegd de mogelijkheid, om aan andere
dan daar genoemde lichamen verordenende
bevoegdheid te geven.
De weder-organisatie onzer samenleving
op Christelijken grondslag. Aalberse heeft
haar bepleit niet alleen met betrekking tot
het beroepsleven, maar ook in verband
met het gemeentelijke leven en evenzeer
wat aangaat het staatkundige leven. Ik doe
slechts een enkelen greep. In zijn inleiding
tot de Nederlandsche vertaling 11905) van
Invrea's geschrift over „Sociale Gemeen
tepolitiek" 5) vraagt hij verwonderd, hoe
het toch komt, dat, terwijl ieder vol is van
sociale wetgeving door den Staat, er zoo
betrekkelijk weinigen Zijn, die warm voelen
voor het nemen van sociale maatregelen
door de gemeenten terwijl een gemeente
toch „in menigerlei opzicht veel meer en
veel beter hulp verleenen kan, dan het
meest vooruitstrevende ministerie krachtig
geholpen door goedgezinde Generale Sta
ten." En reeds bij zijn eerste optreden na
Schaepman's dood, op den Friescnen Ka
tholieken Landdag 6), brak hij het indivi
dualisme af niet alleen voor de maatschap
pij, maar ook voor den Staat: „Het ato
mistisch kiesrecht, regelrecht uitvloeisel der
Liberale dwaling op staatkundig gebied,
dient vervangen door een kiesrecht, geba
seerd eenerzij ds op de ware opvatting, dat
de Staat niet gevestigd is op de individuen,
maar op de huisgezinnen, en anderzijds
op de weder naar beroepsstanden geordende
maatschappij."
De ze ven tig-jarige Aalberse aanschouwt
een wereld, waarin de duistere neve
len van opgestapelde menschelijke
schuld zich dagelijks nog verdichten, maar
waarin dagelijks ook het licht daarachter
aanzwelt van primitief volkeren-verlangen
naar voldoening der sociale menschelijke
natuur. Wanneer ons land en ons volk gees
telijk rijp zullen blijken te zijn, om deze
keerwende van den tijd te beneerschen en
haar te leiden in de bedding, waarin het
sociale wezen van den mensch en zijn in
dividualiteit tot hun recht kunnen komen
en deze rijpheid zal blijken dan is
dat, voorzoover menschenwerk hierbij in
het geding is, voor een belangrijk deel te
danken aan den in woord, geschrift en
daad steeds leerarenden Aalberse. Aan den
Aalberse van het parlement, van den cathe
der, van het departement. Maar ook aan
den Aalberse van tallooze vergaderingen in
grooten en kleinen kring en van reeksen
van artikelen, aan den Aalberse en dit
bedoel ik als climax die jarenlang de
drager was van het Katholiek Sociaal
Weekblad, waaraan hij zijn hart had ver
pand en waarmee hij zijn breedste school
heeft gemaakt.
In zijn straks vermelde rede op den
Frieschen Katholieken Landdag heeft
Aalberse herinnerd aan zijn belofte bij
Schaepman's graf:
„Dan houden wij, wat deze heeft
gehouden,
Tot in den dood
Achter diezelfde rede staat afgedrukt „de
verhevenste en schoonste hulde, aan Dr.
Schaepman na zijn dood gebracht" de
lijkrede, uitgesproken door Utrechts Aarts
bisschop, eindigende in de samenvatting
dezer drie woorden: „trouw en eerlijk".
Trouw en eerlijk. Ook dat heeft
Aalberse gehouden. En onze dankbaarheid
geldt dat allermeest. Dankbaarheid, die
vooral hier opstijgt naar God om het blijde
en sterkende, dat Hij ons in het gave
karakter van dezen mensch geschonken
heeft.
Trouw. Ik haal slechts één voorbeeld er
van aan naar ik meen uit, tot nog toe,
zijn laatste optreden. Het was m 1938 ter
zitting van de internationale arbeidscon-
ferentie te Genève, waar Aalberse telken
jare als voorzitter der Nederlandsche af
vaardiging Nolens' waardige opvolger was.
In bespreking was 't rapport van den schei
denden Directeur van het Internationaal
Arbeids-Bureau Butler, en het spreekt van
zelf dat door de omstandigheid van het
afscheid de bespreking zich vrijwel concen
treerde om den persoon van den Directeur
en het werk, door hem in die kwaliteit ver
richt. Maar in dat rapport van negentig
bladzijden kwam aan het slot met een
enkel woord een toespeling voor op „de
duistere middeleeuwen". En Aalberse, die
(Cliché VkP.)
een rede 7) hield, waarin hij den heengaan-
den functionaris hulde en dank bracht,
kon en wilde het toch niet laten, nu hij
eenmaal het woord had, den vinger te leg
gen op deze uitlating, die op hem den in
druk had gemaakt van „een donkere inkt
vlek op het slot van een welverzorgd en
gecalligrafeerd stuk", en ervan te ge
tuigen, dat „het zeker absurd zou wezen,
te willen terugkeeren naar de middeleeu
wen, maar dat wel telkens naar de eischen
van den tijd zonder ophouden hadden be
hooren te worden toegepast de groot-
sociale concepties der middeleeuwen: de
juiste waardeering der menschelijke waar
digheid, de betere en billijker verdeeling
der geproduceerde goederen, het primaat
schap niet van het individualisme maar
van de solidariteit". Als steeds, was het ook
hier weer: de trouw aan het beginsel, die
hem dreef.
En wat Aalberse's eerlijkheid betreft:
op den dagelij kschen gang van zijn lange
politieke leven is ten volle, men kan bijna
zeggen: pijnlijk, van toepassing deze op
vatting, die hij aan het slot van zijn
inaugureele rede van „de politiek" gaf: „de
onpartijdige zorg voor de hoogste landsbe
langen". Wat de jonge Aalberse in zijn dis
sertatie neerschreef, als het uitvloeisel van
zijn opvatting omtrent het sociale wezen
van den mensch, was vöor het leven onuit-
wischbaar gegrift in het sociale hart van
dezen man: „de plicht van waarachtig
heid", de sociale plicht, om bij den even-
mensch nimmer een met de waarheid
strijdige voorstelling te wekken.
Ik weet niet beter te eindigen dan met
het slot-woord, waarmede Aalberse 8) in
1937 den voorzitterszetel der Tweede Ka
mer verliet en dat hij sprak,, omdat daarin
„alle goeds besloten ligt": we.es Gode
b e v ol en!
ROMME.
1) „Oneerlijke concurrentie en hare bestrij
ding volgens het Nederlandsch Recht", proef
schrift Leiden, 1897, blz. 44.
2) Handelingen Tweede Kamer der Staten-
Generaal, 1903/1904, 3 December 1903, blz.
618/619. Het was Aalberse's tweede optreden
in het Parlement. Zijn maiden-speech (15 Octo
ber 1903) betrof een wetsontwerp tot wijziging
der Gemeentewet, waarbij hij op even fijne als
puntige wijze den degen kruiste met Kuyper.
3) „Economie en Techniek", 1916.
4) Wie nog eens onder den rechtmatigen in
druk wil komen van Aalberse's ministerieel
program en de uitvoering ervan, leze het, drie
honderd bladzijden beslaande.' werk, dat een
negental hoofd-ambtenaren van het econo-
misch-sociale Departement in 1926 aan Aal
berse opdroeg: „Het Departement van Ar
beid, Handel en Nijverheid onder Minister
Aalberse, 1918—1925,"
5) Typeerend voor Aalberse is de litteratuur
opgave in deze inleiding, over elk onderdeel
van sociaal gemeentelijk beleid. Telkens ont
waart men bij hem den drang den lezer of
hoorder te prikkelen tot het opdoen van meer
kennis, van breedere ontwikkeling In een
brochuurtje over „Volksontwikkeling" (1904)
ook weer van een lijstje litteratuur voorzien
vergelijkt hij de met woord en daad gepropa
geerde algemeene ontwikkelingsavonden met
de heipalen, waarmee men begint, wanneer men
een degelijk, groot huis wil gaan bouwen.
6) ,-,Verleden, Heden en Toekomst", 1906.
7) Compte rendu provisoire No. 10, XXIV—
1938, blz. 135/136.
8) Handelingen Tweede Kanier der Staten-
Generaal 1937/1938, 7 November 1937, blz. 80.
ANKARA, 26 Maart (SJP.T.). Het Turk-
sche parlement is gisteren bijeengekomen om
naar een uiteenzetting te luisteren van den
minister van Buitenlandsche Zaken, Saradjogloe,
die een overzicht gaf van den buitenlandschen
politieken toestand, in verband met het toetre
den van Joego-Slavië tot het pact van drie.
Over de uiteenzettingen van den minister is
niets bekend geworden.
Het Turksche officieuze blad Ulus heeft op
den stap van Joego-Slavië nog niet veel com
mentaar geleverd.
Het constateert echter met voldoening, dat
Joego-Slavië geen vreemde troepen op zijn
grondgebied zal zien en dat de onschendbaar
heid van het land zal worden geëerbiedigd.
Het blad erkent, dat het toetreden van Joe
go-Slavië tot het driemogendhedenverdrag een
succes voor de Duitsche diplomatie is.
BELGRADO, 25 Maart (S.P.T.). De Belgra-
dosche omroepvereeniging is Maandagmiddag
onder staatscontrole gesteld. Tot commissaris
is Jowanowitsj benoemd.
Het Rijkscommissariaat maakt bekend:
De Rijkscommissaris voor bezet Neder
land Rijksminister Seyss-Inquart heeft op
grond van zijn verordening nr. 108—1940,
par. 1 over bijzondere bestuursrechtelijke
maatregelen mr. M. M. Rost van Tonnin
gen tot president der Nederlandsche Bank
benoemd.
De beëediging vond heden door den
Rijkscommissaris van den commissaris-
generaal voor Financiën en Economie, mi
nister dr. H. Fischboeck, plaats.
Tegelijkertijd heeft de Rijkscommissaris voor
bezet Nederland Rijksminister Seyss-Inquart op
grond van zijn verordening nr. 3—1940 par. 1
over de uitoefening van de regeeringsbevoegö-
heden in bezet Nederland in verband met ver
ordening nr. 108—1940 par. 3 (4e verordening
over bijzondere bestuursrechtelijke maatre
gelen) den directeur-secretaris bij de Neder
landsche Bank mr. J. J. Westerman Holstijn
eervol ontslag verleend met toekenning van
pensioen.
In zijn plaats benoemde de Rijkscommissaris
Rijksminister Seyss Inquart den procuratiehou
der van de Nederlandsch-Indische Handelsbank
te Amsterdam, d'en heer J. Robertson, tot direc
teur-secretaris bij de Nederlandsche Bank en
droeg hem tevens de functies op van plaats
vervanger van den president in den zin van
par. 21 al. 1 der statuten van de Nederlandsche
Bank.
Van bevoegde zijde wordt hierbij nog opge
merkt, dat de benoeming van mr. Rost van
Tonningenniet aan zijn politieke gezindheid
ontspruit, doch dat de kwaliteiten van mr. Rost
van Tonningen op financieel gebied, die zeer
bekend zijn en die inzonderheid bij zijn benoe
ming op de bedoelde plaats den doorslag ge
geven hebben.
Mr. M. M. Rost van Tonningen werd in 1894
geboren uit een officierengeslacht. Op 15-jari-
gen leeftijd bezocht hij de H.B.S. in Den Haag
en ging Vervolgens naar Delft om technische
vakken te studeeren. De mobilisatie van 1914
maakte een einde aan zijn technische studie.
De heer Rost van Tonningen trad in militai
ren dienst. In Augustus 1915 werd hij officier.
Na afloop van den wereldoorlog deed hij staats
examen, was in één jaar tijd candidaat in de
rechten en twee jaar later reeds doctorandus.
Hij voelde zich aangetrokken tot de politieke
financieele wereld en werd secretaris van het
Noord-Amerikaansche scheidsgerecht in Den
Haag. Daarna vertrok hij als volontair naar
Genève en werkte op het arbeidsbureau van den
Volkenbond.
In 1923 volgde zijn benoeming tot secretaris
van mr. A. R. Zimmerman. Aanvankelijk was
hij belast met de studie der Oostenrijksche
staatsfinanciën. Vervolgens was hij werkzaam
bij de controle en reorganisatie der staatsbe
drijven en verbinding met de circulatiebank.
Toen mr. Zimmerman in 1926 Weenen ver
liet, heeft mr. Rost van Tonningen twee jaar
de liquidatie voortgezet.
In 1928 kwam hij weer naar Nederland en
was werkzaam ais chef van de studieafdeeling
Mj het bankiershuis Hope en Co. te Amsterdam
In 1931 ging bij als vertegenwoordiger van den
Volkenbond naar Weenen voor de financieele
controle op de Oostenrijkscne staatsfinanciën
In 1936 werd hij eervol uit deze functie ont
slagen.
Zijn arbeid voor den Volkenbond en zijn aan
raking met het politieke leven in Oostenrijk
webten bij den heer Rost van Tonningen de
nationaal-oooiaJistisohe wereldbeschouwing op.
Hij sloot zich in Juni 1936 bij de NJ3JB. aan en
BEIROET, 25 Maart. (D.N.B.) Als gevolg van
den internationalen toestand zijn de verkiezin
gen voor den Egyptischen Senaat bij koninklijk
decreet voor onbepaalden tijd uitgesteld,
BERLUN, 26 Maart (D.N.B.) De Ja-
pansche minister van Buitenlandsche Za
ken, Matsoeoka, is in den afgeloopen nacht
met zijn gevolg aan het Duitsche grens
station Malkinia aangekomen. Het station
was versierd met de Japansche en Duitsche
vlaggen en met dennengroen. Matsoeoka
werd r.amens den Führer en de Duitsche
regeering verwelkomd door ambassadeur
Stahmer. De Japansche minister begaf
zich vervolgens naar de diploanatenkamer
waar hij bleef tot het vertrek van den spe-
cialen trein, door de Duitsche regeering
beschikbaar gesteld.
Naar aanleiding van Matsoeoka's bezoek heeft
de Japansche ambassadeur, Osjima, tegenover
eenige Duitsche bladen verklaard:
„De wereld ziet, hoe niet alleen de pers van
Japan, Duitschland en Italië, maar die van
alle laaiden haar opmerkzaamheid richt op de
Europeesche reis van Matsoeoka. Duidelijker
kan niet gedemonstreerd worden, welk een
groote politieke beteekenis aan dat bezoek ge
hecht wordt. De JapanschDuitsche samen
werking wordt immers niet alleen gekenmerkt
door het ontbreken van iedere politieke tegen
stelling, maar brengt in de eerste plaats net
gemeenschappelijke van het doel naar voren
Deze samenwerking berust op de gedachte van
het vervangen der oude, vermolmde wereldorde
door een nieuwe. Daarom is zij niet aan tijd
gebonden, zij vloeit geenszins uit opportuniteit
voort, maar wortelt in de wereldbeschouwing,
in de volkse he overtuiging, die voor alle tijden
onveranderlijk is. Door deze gezindheid, die
heide volken gemeen hebben, heeft het belang
rijke driemogendhedenverdrag vorm gekregen.
Dit verdrag verleent onze oriëntatie, die op het
spoedig scheppen van een nieuwe orde gericht
is, een georganiseerde stootkracht, die onvoor
waardelijk succes belooft.
Volken, die van gelijke gezindheid zijn, aldus
vervolgde Osjima hebben dan ook niet geaar
zeld zich om de vaan van het driemogend
hedenverdrag te scharen. Het bezoek van Mat
soeoka wint aan beteekenis doordat, het plaats
vindt op een oogemblik dat de wereld vol span-
VATTCAAN, 26 Maart 'A.N.F.) Het
bericht, dat de Japansche minister van
Buitenlandsche Zaken, Matsoeoka, een be
zoek zal brengen aan Z.H. den Paus, wordt
thans in Vaticaansche kringen bevest'gd.
De audiëntie is vastgesteld op 30 of 31
Maart, doch hierin kan nog wijziging ge
bracht worden.
nimg is en de toestand reeds in het teeken van
de succesvolle ontwikkeling en vernieuwing
staat. Ik twijfel er niet in net minst aan, dat
het bezoek van Matsoeoka zeer zal bijdragen tot
een verdere versterking onzer samenwerking,
die van het grootste belang is voor den weg
onzer beide volken, die door de voorzienigheid
bepaald is. Bovendien zie ik in het streven naar
den wereldvrede, die in het verdrag tot uiting
komt, den waarborg voor een schitterende Duit
sche overwinning."
Uit Tokio meldt het D.N.B.Met het oog
op den- gespannen toestand in de wereld,
moet het onderhoud van Stalin en Molotof
met Matsoeoka van groot belang geacht
worden, schrijft het Japansche blad Asahi
Sjimboen. De aanwezigheid van Stalin moet
als uitdrukking der vriendschappelijke be
trekkingen tusschen beide landen worden
opgevat, nu die betrekkingen zich onlangs
gunstig ontwikkeld hebben.
Met het sluiten van 't voorloopige visscherij-
verdrag en de voortdurende handelsbesprekin
gen zijn aanwijzingen ontstaan voor de moge
lijkheid om de hangende kwesties te regelen.
Het blad zegt ten slotte te hopen, dat het on
derhoud tusschen genoemde staatslieden den weg
zal banen naar een snelle en algemeene op
heldering van den toestond
Uit Rome meldt United Pres., aan haar bla
den: In het aftreden van maarschalk Gra-
ziani ziet men hier algemeen een aanduiding
voor een ophanden zijnde wijziging in de me-
chodes der Italiaan.ehe oorlogvoering in
Afrika.
Men gelooft, dat thans in plaats van den
typischen kolonialen oorlog moderne Blitz-
krieg-methodes en in plaats van koloniale tioe-
pen gemechaniseerde eenheden zullen komen.
Graziani gold als een der bekendste deskun
digen op koloniaal gebied, en als specialist ia
het gebruik van inheemsche troepen in moei
lijke bergtreken en in het Abessinische woes
tijngebied.
Generaal Roatta, die de plaats van Graziani
is neemt als chef van den staf, was tot nu toe
platrtvervangende chef van den staf. Zijn op
dracht was nauw verbonden met het inzetten
van gemotoriseerde eenheden aan het Griek-
sche front.
Roacta is bekend als een intiem vriend van
Mu solini. Hij speelde een belangrijke rol bij
de Fransch-Italiaansche wapenstilstand onder
handelingen. Voorts woonde hij tal van mili
taire conferenties tusschen Duitsche en Itali-
aansche legerleiders bij.
werd bij de stichting van „Het Nationale Dag
blad" door Mussert tot noofdredacteur be
noemd.
Van 1937 tot Mei 1940 heeft mr. Rost van
Tonningen voor de NS.B zitting gehao m de
tweede kamer, waar hij steeds opkwam voor
het recht van den arbeider Uitwassen in de
samenleving vonden in hem een fel bestrijder.
Eenige maanden geleden benoemde de Rijks
commissaris hem als commissaris voor de
S.DA.P. met de opdracht de cultureeie waar
den. die in den loop der jaren door deze or
ganisatie waren gesticht, voor den Nederland-
schen arbeider te bewaren. Onlangs benoemde
tr. Mussert den heer Rost van Tonningen tot
hoofd van de afdeeling nationaal-socialistische
vorming van het hoofdkwartier der bewegina.
Dezer dagen werd hij voorts benoemd als
leider van het economisch front van de N.S.B.
als opvolger van den heer W. O. A. Koster
Zonsondergang 26 Maart 20.02
Zonsopgang 27 Maart 7.28
Maanopkomst 6.58 ondergang 18.48
dus
bij
Damesconfectie - Pelterijen
hei laagst in prijs
hei hoogst in kwaliieii
wii panbrood 16 ci. thuis bez.
wii knippanbrood 16 ci. ihuis bez.
lichte krop 16 ci. ihuis bez.
andere soorien 1 ci. per brood
hooger
LOGEER te AMSTERDAM in heti
CENTRAAL HOTEL DER A.M.V.J.
Het eenige hotel met eigen overdekt zwembad.
gratis toegankelijk voor hotelgasten.
Kam or inclusief ontbijt 3.50.
IN
RESTAUR. „AU CARRé DES CHAMPIGNONS"
Dir J. A. BIEMANS TEL 3265 ..EINDHOVEN
vindt een uiterst gesoigneerde bediening
HOTEL - CAFé RESTAURANT
„DE HERTENKAMP"
in onmiddell nabijheid van Staatssp
BEZUIDENHOUT 19 - DEN HAAG
ROTTERDAM
Voorheen Gelderschekade 22
Thans gevestigd SCHIERADE 112
Te bereiken met
Traml. 4614
TELEF 44716
Wij nopen spoedig weer tot
onze vaste bezoekers te mo
gen rekenen Bel. aan bevel,
H. YPMA