AALBERSE 70 JAAR 1- President Ned. bank Matsoeoka in Duitschland aangekomen „Franken's Het grondbeginsel van zijn socialen arbeid „Trouw en eerlijk" Ook een bezoek aan het Vaticaan r Verduistering VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS Turksch parlement bijeen Mr. Rost Van Tonningen benoemd Verklaring Van Osjima Voor de pers Wijziging der oorlogvoering in Afrika J V V oor j aars weer V oor j aarsmodellen 11 BROOD HOTEL ..DE HEERS' WOENSDAG 26 MAART 1941 - AVONDBLAD CAFE-RESTAURANT „DE LA PAIX" DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE VIER EN ZESTIGSTE JAARGANG No 22922 De prijs der advertentiën bedraagt 35 cents per regel. Ingezonden Mededeelingen 60 ets. per regel. Bij contract sterk geredu ceerde prijzen. Kleine annonces (Vraag- en Aanbod-advertentiën) 13 regels 48 cents, iederen regel meer 16 cents. ¥*.*4 Uiteenzetting van Saradjogloe Joego-Slavische omroep onder staatscontrole DIT Nl'MMER BESTAAT l !T TWAALF BLADZIJDEN Verkiezingen in Egypte uitgesteld Het onderhoud tusschen Stalin en Matsoeoka Generaal Roatta zou een Blitz- krieg willen gaan voeren Haarlem Groote Houtstraat 19 Telef. 12273 HOTEL „SCHIMMELPENNINCK" LEIDSCHESTR. 67-71 AMSTERDAM Speciaal Ingericht voor het ontvangen van GROOTE GEZELSCHAPPEN tot 500 personen Speciale Gezelschapsiarieven Perfecte Keuken NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Aalberse zeventig! Met een zekere gre tigheid heb ik de geboden gelegen heid tot schrijven terstond aange grepen, omdat zij een niet te verzuimen kans leek, nog eens publiekelijk te getui gen van de dankbaarheid eener jongere generatie. Dankbaarheid voor wat een warm hart en een scherp verstand in har den levens-arbeid gewrocht hebben niet alleen voor tij dgenooten, maar ook en vooral voor het nageslacht. Maar deze zelfde overweging heeft daar na ook eenigen twijfel bij mij doen rijzen, of het wel juist was, dat ik direct op deze gelegenheid beslag had gelegd. Want nu is Wel een jongere generatie aan het woord maar had ik niet de baan vrij behooren te laten voor het jonge geslacht, opdat beter ware uitgekomen Aalberse's geeste lijke uitwerking in de jeugd van vandaag en daarmee zijn beteekenis voor de toe komst van ons volk? Hoe dit zij, deze beteekenis van Aalberse is voor mij de 'voornaamste ik ben ge neigd te zeggen, ondanks het feit, dat hij in 1918 het hoogleeraarsambt offerde aan het ministerschap en daarmee afstand deed van het dagelijksche en diepst-dóór- diingende contact met de studenten, de leiders-van-morgen. Door de zee van arbeid, dien Aalberse in zijn lange leven heeft gepraesteerd, gaat het rhythme van dezen golfslag: de mensch is tegelijk individu èn sociaal wezen op deze beide eischen der men- schelijke natuur moet de menschenorgani- satie van staat en maatschappij worden afgestemd. Reeds de promovendus Aalberse schreef, Vóór de eeuw-wisseling 1) ,11e mensch is niet slechts een individu, niet de Robinson, die alleen, geheel op zich zelf leeft, van nature is hü een soci aal wezen, een deel van een gemeen schap, een levend lid van een levend orga nisme. De Maatschappij is niet een naast elkander-leving, maar een samen-leving. De strijd om het bestaan is niet een strijd van allen tegen allen, maar van allen met allen. Niet in het beeld van te zwaar be laden schip, waarin de sterkeren de zwakke ren over boord werpen, om zóó het eigen leven te redden, maar ik zie de maatschappij in het beeld van een reuzenvaartuig, waarin zoowel stuurman en kapitein als gewoon ma troos in onderlinge samenwerking en krachts inspanning de stormen bekampen, om zóó vei lig in behouden haven aan te komen." En toen rond zes jaren later het Kamer lid Aalberse het bestek uitzette voor zijn Vijf-en-twintig-jarige loopbaan als sociaal volksvertegenwoordiger, teekende hij de tweevoudige taak der sociale wetgeving aldus 2): leniging van oogenblikkelijke hooden, maar vooral: „den groei der hiaatschappij te bevorderen, waar deze bezig is te worden van een liberale Fr e i w i r t- schaft tot een Christelijke Wirt- schaftsordnung", de sociale wetge ving „als middel, om onze nog maar al te zeer individualistische naast-elkander-le- ving te helpen doorgroeien naar een waar achtige samenleving, gebaseerd op de be ginselen van het warme, sociale Christen dom het Christendom dat. door de er kenning der verhevenheid der menschelijke Ziel, de waarde van het individu verhief, maar tevens, door de erkenning van de door God opgelegde plichten van sociale rechtvaardigheid en Christelijke naasten liefde, het luide uitsprak, dat de mensch hiet enkel is individu, maar tevens een sociaal wezen." Na dertien jaren werd het werk der deel- hame aan de Volksvertegenwoordiging onderbroken voor het hoogleeraarschap te t>elft. De rede, waarmee Professor Aalberse Wjn mooie ambt aanvaardde 3), vorderde de aandacht der hoorders op voor „de men- schelijke solidariteit" als organisatie-be ginsel der volkshuishouding, het beginsel, ••dat zoowel erkent de indivldueele vrij heid, het recht van de persoonlijkheid, als de sociale saamhoorigheid, het recht van he gemeenschap", het beginsel dat de nieu we hoogleeraar aanvaardde als „da zuiver rodekundige gevolgtrekking uit het feit, hat de mensch tegelijk is een individu en Cen sociaal wezen". En als dan reeds na twee jaren, 1918, het Verzoek komt, den catheder te verlaten om blaats te nemen op den ministerieelen zetel, ^ordt aan deze uitnoodiging alleen voldaan, Wanneer vast is komen te staan, dat minis ter Aalberse ais eerste punt op zijn pro- Siamma kan plaatsen de instelling van een ^oogen Raad van Arbeid, een eerste li- chaam van en voor zelf-doen door het als 6ehheid optredende bedrijfsleven, om daar mede zooals hij het laatstelijk, improvi serend, heeft uitgedrukt bij de sobere herdenking van het twintigjarig bestaan Vah den Raad „te accentueeren, dat mies wat op het program 4) stond op het gebied van arbeidswetgeving wel nood zakelijk was> maar niet het hoogste, omdat) alleen sociale hervorming het noodzakelijke kon brengen voor verbetering van den toe stand". En uit dezelfde gedachte sproten voort zijn organisatie van de Land- en Tuinbouwongevallenwet-1922 met haar uit voering door het bedrijfsleven zelf; zijn wijziging van artikel 28 der Arbeidswet, waardoor afwijking van den in de wet neergelegden arbeidsduur mogelijk werd op initiatief der gezamenlijke werkgevers- en werknemersvakvereenigingenzijn voor ontwerp van wet op de verbindend-ver klaring van collectieve arbeidsovereenkom sten. En ook tijdens het ministerschap van Aalberse was het, dat in de Grondwet werd vastgelegd de mogelijkheid, om aan andere dan daar genoemde lichamen verordenende bevoegdheid te geven. De weder-organisatie onzer samenleving op Christelijken grondslag. Aalberse heeft haar bepleit niet alleen met betrekking tot het beroepsleven, maar ook in verband met het gemeentelijke leven en evenzeer wat aangaat het staatkundige leven. Ik doe slechts een enkelen greep. In zijn inleiding tot de Nederlandsche vertaling 11905) van Invrea's geschrift over „Sociale Gemeen tepolitiek" 5) vraagt hij verwonderd, hoe het toch komt, dat, terwijl ieder vol is van sociale wetgeving door den Staat, er zoo betrekkelijk weinigen Zijn, die warm voelen voor het nemen van sociale maatregelen door de gemeenten terwijl een gemeente toch „in menigerlei opzicht veel meer en veel beter hulp verleenen kan, dan het meest vooruitstrevende ministerie krachtig geholpen door goedgezinde Generale Sta ten." En reeds bij zijn eerste optreden na Schaepman's dood, op den Friescnen Ka tholieken Landdag 6), brak hij het indivi dualisme af niet alleen voor de maatschap pij, maar ook voor den Staat: „Het ato mistisch kiesrecht, regelrecht uitvloeisel der Liberale dwaling op staatkundig gebied, dient vervangen door een kiesrecht, geba seerd eenerzij ds op de ware opvatting, dat de Staat niet gevestigd is op de individuen, maar op de huisgezinnen, en anderzijds op de weder naar beroepsstanden geordende maatschappij." De ze ven tig-jarige Aalberse aanschouwt een wereld, waarin de duistere neve len van opgestapelde menschelijke schuld zich dagelijks nog verdichten, maar waarin dagelijks ook het licht daarachter aanzwelt van primitief volkeren-verlangen naar voldoening der sociale menschelijke natuur. Wanneer ons land en ons volk gees telijk rijp zullen blijken te zijn, om deze keerwende van den tijd te beneerschen en haar te leiden in de bedding, waarin het sociale wezen van den mensch en zijn in dividualiteit tot hun recht kunnen komen en deze rijpheid zal blijken dan is dat, voorzoover menschenwerk hierbij in het geding is, voor een belangrijk deel te danken aan den in woord, geschrift en daad steeds leerarenden Aalberse. Aan den Aalberse van het parlement, van den cathe der, van het departement. Maar ook aan den Aalberse van tallooze vergaderingen in grooten en kleinen kring en van reeksen van artikelen, aan den Aalberse en dit bedoel ik als climax die jarenlang de drager was van het Katholiek Sociaal Weekblad, waaraan hij zijn hart had ver pand en waarmee hij zijn breedste school heeft gemaakt. In zijn straks vermelde rede op den Frieschen Katholieken Landdag heeft Aalberse herinnerd aan zijn belofte bij Schaepman's graf: „Dan houden wij, wat deze heeft gehouden, Tot in den dood Achter diezelfde rede staat afgedrukt „de verhevenste en schoonste hulde, aan Dr. Schaepman na zijn dood gebracht" de lijkrede, uitgesproken door Utrechts Aarts bisschop, eindigende in de samenvatting dezer drie woorden: „trouw en eerlijk". Trouw en eerlijk. Ook dat heeft Aalberse gehouden. En onze dankbaarheid geldt dat allermeest. Dankbaarheid, die vooral hier opstijgt naar God om het blijde en sterkende, dat Hij ons in het gave karakter van dezen mensch geschonken heeft. Trouw. Ik haal slechts één voorbeeld er van aan naar ik meen uit, tot nog toe, zijn laatste optreden. Het was m 1938 ter zitting van de internationale arbeidscon- ferentie te Genève, waar Aalberse telken jare als voorzitter der Nederlandsche af vaardiging Nolens' waardige opvolger was. In bespreking was 't rapport van den schei denden Directeur van het Internationaal Arbeids-Bureau Butler, en het spreekt van zelf dat door de omstandigheid van het afscheid de bespreking zich vrijwel concen treerde om den persoon van den Directeur en het werk, door hem in die kwaliteit ver richt. Maar in dat rapport van negentig bladzijden kwam aan het slot met een enkel woord een toespeling voor op „de duistere middeleeuwen". En Aalberse, die (Cliché VkP.) een rede 7) hield, waarin hij den heengaan- den functionaris hulde en dank bracht, kon en wilde het toch niet laten, nu hij eenmaal het woord had, den vinger te leg gen op deze uitlating, die op hem den in druk had gemaakt van „een donkere inkt vlek op het slot van een welverzorgd en gecalligrafeerd stuk", en ervan te ge tuigen, dat „het zeker absurd zou wezen, te willen terugkeeren naar de middeleeu wen, maar dat wel telkens naar de eischen van den tijd zonder ophouden hadden be hooren te worden toegepast de groot- sociale concepties der middeleeuwen: de juiste waardeering der menschelijke waar digheid, de betere en billijker verdeeling der geproduceerde goederen, het primaat schap niet van het individualisme maar van de solidariteit". Als steeds, was het ook hier weer: de trouw aan het beginsel, die hem dreef. En wat Aalberse's eerlijkheid betreft: op den dagelij kschen gang van zijn lange politieke leven is ten volle, men kan bijna zeggen: pijnlijk, van toepassing deze op vatting, die hij aan het slot van zijn inaugureele rede van „de politiek" gaf: „de onpartijdige zorg voor de hoogste landsbe langen". Wat de jonge Aalberse in zijn dis sertatie neerschreef, als het uitvloeisel van zijn opvatting omtrent het sociale wezen van den mensch, was vöor het leven onuit- wischbaar gegrift in het sociale hart van dezen man: „de plicht van waarachtig heid", de sociale plicht, om bij den even- mensch nimmer een met de waarheid strijdige voorstelling te wekken. Ik weet niet beter te eindigen dan met het slot-woord, waarmede Aalberse 8) in 1937 den voorzitterszetel der Tweede Ka mer verliet en dat hij sprak,, omdat daarin „alle goeds besloten ligt": we.es Gode b e v ol en! ROMME. 1) „Oneerlijke concurrentie en hare bestrij ding volgens het Nederlandsch Recht", proef schrift Leiden, 1897, blz. 44. 2) Handelingen Tweede Kamer der Staten- Generaal, 1903/1904, 3 December 1903, blz. 618/619. Het was Aalberse's tweede optreden in het Parlement. Zijn maiden-speech (15 Octo ber 1903) betrof een wetsontwerp tot wijziging der Gemeentewet, waarbij hij op even fijne als puntige wijze den degen kruiste met Kuyper. 3) „Economie en Techniek", 1916. 4) Wie nog eens onder den rechtmatigen in druk wil komen van Aalberse's ministerieel program en de uitvoering ervan, leze het, drie honderd bladzijden beslaande.' werk, dat een negental hoofd-ambtenaren van het econo- misch-sociale Departement in 1926 aan Aal berse opdroeg: „Het Departement van Ar beid, Handel en Nijverheid onder Minister Aalberse, 1918—1925," 5) Typeerend voor Aalberse is de litteratuur opgave in deze inleiding, over elk onderdeel van sociaal gemeentelijk beleid. Telkens ont waart men bij hem den drang den lezer of hoorder te prikkelen tot het opdoen van meer kennis, van breedere ontwikkeling In een brochuurtje over „Volksontwikkeling" (1904) ook weer van een lijstje litteratuur voorzien vergelijkt hij de met woord en daad gepropa geerde algemeene ontwikkelingsavonden met de heipalen, waarmee men begint, wanneer men een degelijk, groot huis wil gaan bouwen. 6) ,-,Verleden, Heden en Toekomst", 1906. 7) Compte rendu provisoire No. 10, XXIV— 1938, blz. 135/136. 8) Handelingen Tweede Kanier der Staten- Generaal 1937/1938, 7 November 1937, blz. 80. ANKARA, 26 Maart (SJP.T.). Het Turk- sche parlement is gisteren bijeengekomen om naar een uiteenzetting te luisteren van den minister van Buitenlandsche Zaken, Saradjogloe, die een overzicht gaf van den buitenlandschen politieken toestand, in verband met het toetre den van Joego-Slavië tot het pact van drie. Over de uiteenzettingen van den minister is niets bekend geworden. Het Turksche officieuze blad Ulus heeft op den stap van Joego-Slavië nog niet veel com mentaar geleverd. Het constateert echter met voldoening, dat Joego-Slavië geen vreemde troepen op zijn grondgebied zal zien en dat de onschendbaar heid van het land zal worden geëerbiedigd. Het blad erkent, dat het toetreden van Joe go-Slavië tot het driemogendhedenverdrag een succes voor de Duitsche diplomatie is. BELGRADO, 25 Maart (S.P.T.). De Belgra- dosche omroepvereeniging is Maandagmiddag onder staatscontrole gesteld. Tot commissaris is Jowanowitsj benoemd. Het Rijkscommissariaat maakt bekend: De Rijkscommissaris voor bezet Neder land Rijksminister Seyss-Inquart heeft op grond van zijn verordening nr. 108—1940, par. 1 over bijzondere bestuursrechtelijke maatregelen mr. M. M. Rost van Tonnin gen tot president der Nederlandsche Bank benoemd. De beëediging vond heden door den Rijkscommissaris van den commissaris- generaal voor Financiën en Economie, mi nister dr. H. Fischboeck, plaats. Tegelijkertijd heeft de Rijkscommissaris voor bezet Nederland Rijksminister Seyss-Inquart op grond van zijn verordening nr. 3—1940 par. 1 over de uitoefening van de regeeringsbevoegö- heden in bezet Nederland in verband met ver ordening nr. 108—1940 par. 3 (4e verordening over bijzondere bestuursrechtelijke maatre gelen) den directeur-secretaris bij de Neder landsche Bank mr. J. J. Westerman Holstijn eervol ontslag verleend met toekenning van pensioen. In zijn plaats benoemde de Rijkscommissaris Rijksminister Seyss Inquart den procuratiehou der van de Nederlandsch-Indische Handelsbank te Amsterdam, d'en heer J. Robertson, tot direc teur-secretaris bij de Nederlandsche Bank en droeg hem tevens de functies op van plaats vervanger van den president in den zin van par. 21 al. 1 der statuten van de Nederlandsche Bank. Van bevoegde zijde wordt hierbij nog opge merkt, dat de benoeming van mr. Rost van Tonningenniet aan zijn politieke gezindheid ontspruit, doch dat de kwaliteiten van mr. Rost van Tonningen op financieel gebied, die zeer bekend zijn en die inzonderheid bij zijn benoe ming op de bedoelde plaats den doorslag ge geven hebben. Mr. M. M. Rost van Tonningen werd in 1894 geboren uit een officierengeslacht. Op 15-jari- gen leeftijd bezocht hij de H.B.S. in Den Haag en ging Vervolgens naar Delft om technische vakken te studeeren. De mobilisatie van 1914 maakte een einde aan zijn technische studie. De heer Rost van Tonningen trad in militai ren dienst. In Augustus 1915 werd hij officier. Na afloop van den wereldoorlog deed hij staats examen, was in één jaar tijd candidaat in de rechten en twee jaar later reeds doctorandus. Hij voelde zich aangetrokken tot de politieke financieele wereld en werd secretaris van het Noord-Amerikaansche scheidsgerecht in Den Haag. Daarna vertrok hij als volontair naar Genève en werkte op het arbeidsbureau van den Volkenbond. In 1923 volgde zijn benoeming tot secretaris van mr. A. R. Zimmerman. Aanvankelijk was hij belast met de studie der Oostenrijksche staatsfinanciën. Vervolgens was hij werkzaam bij de controle en reorganisatie der staatsbe drijven en verbinding met de circulatiebank. Toen mr. Zimmerman in 1926 Weenen ver liet, heeft mr. Rost van Tonningen twee jaar de liquidatie voortgezet. In 1928 kwam hij weer naar Nederland en was werkzaam ais chef van de studieafdeeling Mj het bankiershuis Hope en Co. te Amsterdam In 1931 ging bij als vertegenwoordiger van den Volkenbond naar Weenen voor de financieele controle op de Oostenrijkscne staatsfinanciën In 1936 werd hij eervol uit deze functie ont slagen. Zijn arbeid voor den Volkenbond en zijn aan raking met het politieke leven in Oostenrijk webten bij den heer Rost van Tonningen de nationaal-oooiaJistisohe wereldbeschouwing op. Hij sloot zich in Juni 1936 bij de NJ3JB. aan en BEIROET, 25 Maart. (D.N.B.) Als gevolg van den internationalen toestand zijn de verkiezin gen voor den Egyptischen Senaat bij koninklijk decreet voor onbepaalden tijd uitgesteld, BERLUN, 26 Maart (D.N.B.) De Ja- pansche minister van Buitenlandsche Za ken, Matsoeoka, is in den afgeloopen nacht met zijn gevolg aan het Duitsche grens station Malkinia aangekomen. Het station was versierd met de Japansche en Duitsche vlaggen en met dennengroen. Matsoeoka werd r.amens den Führer en de Duitsche regeering verwelkomd door ambassadeur Stahmer. De Japansche minister begaf zich vervolgens naar de diploanatenkamer waar hij bleef tot het vertrek van den spe- cialen trein, door de Duitsche regeering beschikbaar gesteld. Naar aanleiding van Matsoeoka's bezoek heeft de Japansche ambassadeur, Osjima, tegenover eenige Duitsche bladen verklaard: „De wereld ziet, hoe niet alleen de pers van Japan, Duitschland en Italië, maar die van alle laaiden haar opmerkzaamheid richt op de Europeesche reis van Matsoeoka. Duidelijker kan niet gedemonstreerd worden, welk een groote politieke beteekenis aan dat bezoek ge hecht wordt. De JapanschDuitsche samen werking wordt immers niet alleen gekenmerkt door het ontbreken van iedere politieke tegen stelling, maar brengt in de eerste plaats net gemeenschappelijke van het doel naar voren Deze samenwerking berust op de gedachte van het vervangen der oude, vermolmde wereldorde door een nieuwe. Daarom is zij niet aan tijd gebonden, zij vloeit geenszins uit opportuniteit voort, maar wortelt in de wereldbeschouwing, in de volkse he overtuiging, die voor alle tijden onveranderlijk is. Door deze gezindheid, die heide volken gemeen hebben, heeft het belang rijke driemogendhedenverdrag vorm gekregen. Dit verdrag verleent onze oriëntatie, die op het spoedig scheppen van een nieuwe orde gericht is, een georganiseerde stootkracht, die onvoor waardelijk succes belooft. Volken, die van gelijke gezindheid zijn, aldus vervolgde Osjima hebben dan ook niet geaar zeld zich om de vaan van het driemogend hedenverdrag te scharen. Het bezoek van Mat soeoka wint aan beteekenis doordat, het plaats vindt op een oogemblik dat de wereld vol span- VATTCAAN, 26 Maart 'A.N.F.) Het bericht, dat de Japansche minister van Buitenlandsche Zaken, Matsoeoka, een be zoek zal brengen aan Z.H. den Paus, wordt thans in Vaticaansche kringen bevest'gd. De audiëntie is vastgesteld op 30 of 31 Maart, doch hierin kan nog wijziging ge bracht worden. nimg is en de toestand reeds in het teeken van de succesvolle ontwikkeling en vernieuwing staat. Ik twijfel er niet in net minst aan, dat het bezoek van Matsoeoka zeer zal bijdragen tot een verdere versterking onzer samenwerking, die van het grootste belang is voor den weg onzer beide volken, die door de voorzienigheid bepaald is. Bovendien zie ik in het streven naar den wereldvrede, die in het verdrag tot uiting komt, den waarborg voor een schitterende Duit sche overwinning." Uit Tokio meldt het D.N.B.Met het oog op den- gespannen toestand in de wereld, moet het onderhoud van Stalin en Molotof met Matsoeoka van groot belang geacht worden, schrijft het Japansche blad Asahi Sjimboen. De aanwezigheid van Stalin moet als uitdrukking der vriendschappelijke be trekkingen tusschen beide landen worden opgevat, nu die betrekkingen zich onlangs gunstig ontwikkeld hebben. Met het sluiten van 't voorloopige visscherij- verdrag en de voortdurende handelsbesprekin gen zijn aanwijzingen ontstaan voor de moge lijkheid om de hangende kwesties te regelen. Het blad zegt ten slotte te hopen, dat het on derhoud tusschen genoemde staatslieden den weg zal banen naar een snelle en algemeene op heldering van den toestond Uit Rome meldt United Pres., aan haar bla den: In het aftreden van maarschalk Gra- ziani ziet men hier algemeen een aanduiding voor een ophanden zijnde wijziging in de me- chodes der Italiaan.ehe oorlogvoering in Afrika. Men gelooft, dat thans in plaats van den typischen kolonialen oorlog moderne Blitz- krieg-methodes en in plaats van koloniale tioe- pen gemechaniseerde eenheden zullen komen. Graziani gold als een der bekendste deskun digen op koloniaal gebied, en als specialist ia het gebruik van inheemsche troepen in moei lijke bergtreken en in het Abessinische woes tijngebied. Generaal Roatta, die de plaats van Graziani is neemt als chef van den staf, was tot nu toe platrtvervangende chef van den staf. Zijn op dracht was nauw verbonden met het inzetten van gemotoriseerde eenheden aan het Griek- sche front. Roacta is bekend als een intiem vriend van Mu solini. Hij speelde een belangrijke rol bij de Fransch-Italiaansche wapenstilstand onder handelingen. Voorts woonde hij tal van mili taire conferenties tusschen Duitsche en Itali- aansche legerleiders bij. werd bij de stichting van „Het Nationale Dag blad" door Mussert tot noofdredacteur be noemd. Van 1937 tot Mei 1940 heeft mr. Rost van Tonningen voor de NS.B zitting gehao m de tweede kamer, waar hij steeds opkwam voor het recht van den arbeider Uitwassen in de samenleving vonden in hem een fel bestrijder. Eenige maanden geleden benoemde de Rijks commissaris hem als commissaris voor de S.DA.P. met de opdracht de cultureeie waar den. die in den loop der jaren door deze or ganisatie waren gesticht, voor den Nederland- schen arbeider te bewaren. Onlangs benoemde tr. Mussert den heer Rost van Tonningen tot hoofd van de afdeeling nationaal-socialistische vorming van het hoofdkwartier der bewegina. Dezer dagen werd hij voorts benoemd als leider van het economisch front van de N.S.B. als opvolger van den heer W. O. A. Koster Zonsondergang 26 Maart 20.02 Zonsopgang 27 Maart 7.28 Maanopkomst 6.58 ondergang 18.48 dus bij Damesconfectie - Pelterijen hei laagst in prijs hei hoogst in kwaliieii wii panbrood 16 ci. thuis bez. wii knippanbrood 16 ci. ihuis bez. lichte krop 16 ci. ihuis bez. andere soorien 1 ci. per brood hooger LOGEER te AMSTERDAM in heti CENTRAAL HOTEL DER A.M.V.J. Het eenige hotel met eigen overdekt zwembad. gratis toegankelijk voor hotelgasten. Kam or inclusief ontbijt 3.50. IN RESTAUR. „AU CARRé DES CHAMPIGNONS" Dir J. A. BIEMANS TEL 3265 ..EINDHOVEN vindt een uiterst gesoigneerde bediening HOTEL - CAFé RESTAURANT „DE HERTENKAMP" in onmiddell nabijheid van Staatssp BEZUIDENHOUT 19 - DEN HAAG ROTTERDAM Voorheen Gelderschekade 22 Thans gevestigd SCHIERADE 112 Te bereiken met Traml. 4614 TELEF 44716 Wij nopen spoedig weer tot onze vaste bezoekers te mo gen rekenen Bel. aan bevel, H. YPMA

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 1