DE ZOON GODS EN DE WERELD Verzorg de fietsbanden goed OORLOGSSCHADE Heropening der Delftsche Hoogeschool Reichsarbeitsführer Hierl in ons land Passiezondag Restaurant DORRIUS Oud-minister Slotemaker de Bruine Ter verlenging van den levensduur Rijkspostspaarbank in 1939 Foto's voor Persoonsbewijs Organisatie van het bedrijfs leven Rijksmark-Gulden ZATERDAG 29 MAART 1941 Maandag gedeeltelijk, waarschijn lijk 15 April in vollen omvang Moedig optreden van politie-agent Voorbeeld, van een verkeerd bereden band SCHEURBESLUIT PACHT- O VEREENKOMSTEN Houthakker onder boom gedood Roestende velg Banden voor invaliden NIET BESCHERMDE VOGELS Tegoed met 8,5 millioen gedaald Afwijkingen in bijzondere ge vallen toegestaan MUSSERT IN DUITSGH- LAND Congres over het Jodenvraagstuk C.A.O. IN HET GRAFISCH BEDRIJF Bezoek aan kampen van den Nederlandschen Arbeidsdienst Een rectificatie Dr. B. Knipping Privaat-docent aan de R.K. Universiteit ADRIAAN MULDER 30 JAAR GEBREVETTEERD Nestor der Nederlandsche luchtvaartpioniers Bond voor Heemkunde Apothekersassistent ONDERLINGE VERZEKERING MAATSCHAPPIJ f 1.450.000.000 Pastoor E. J. Dirck Benoemd tot Abt van Bornhem Nederlandsche Arbeidsdienst Staforkest van beroepsmusici „Voor Abraham werd ben Ik." Aan het begin van den Passietijd, waarin wij den Christus in vernedering en lijden zullen volgen tot in Zijn uiterste verlatenheid op het kruis, staat in de Liturgie dit verheven woord, waarmede de Zoon der Menschen Zijn godde lijke grootheid onthult en Zich tot Zoon van God verklaart, in wezen gelijk aan den Vader. Een woord, dat een godslastering beteekent voor ieder, behalve voor den Heiligste aller menschen, den Eenige, die de wereld de vraag durfde en mocht stellen: „Wie uwer zal Mjj van zonden overtuigen?" „Voor Abraham werd ben Ik." Niet „was Ik", maar ben Ik", staat er geschreven. Met een duidelijke zinspeling op den naam Jahwe, Hij Die is, plaatste Christus, in het verheven bewustzijn van Zijn waarachtige grootheid als God, Zijn bestaanals God vóór het worden van Abraham, opdat wij, alvorens wij Hem zouden zien in Zijn vernedering, zou den weten, dat in Hem is het onveranderlijke Zijn der Godheid, het eeuwige Nu, waarin geen gisteren en geen morgen is. Wij staan voor de keuzn, Hem overeenkomstig Zijn woord te aanvaarden als den Zoon van God of Hem te verwerpen als een bedrieger en Godslasteraar. Met dit laatste zijn echter de ver hevenheid van Zijn leer en de heiligheid van Zijn leven in strijd. Hier geldt geen compromis: „Wie uit God is, luistert naar Gods woorden." Daarmede is onverbidde lijk de scheidingslijn getrokken tusschen de kinderen Gods en het „gens non sancta, het onheilig volk." Christus was de verhevenste mensch aller tijden, of hij was een bedrieger. Wij moeten ofwel Hem volgen en Hem in lijden en ver nedering het kruis nadragen, of ons scharen aan de zijde van hen, die Hem versmaadden en kruisigden. „Als iemand na Mjj wil komen, hij verloochens zichzelf, neme zijn kruis op iederen dag en volge Mij na." Het kruis opnemen, behoeft niet te te tee kenen, dat wij hetzelfde moeten doen en lijden, wat Christus c'eed en leed, maar wel. dat wij ons als Hij, een man moeten toonen in het strijdperk van het leven, dat wij Zijn houding tegenover het leven en Zijn geestesgesteldheid moeten overnemen. Wat nu kenmerkt de levensbeschouwing van Hem, in Wien de harmonie gevonden werd aller deugden? Hij, die de Samaritaansche, den moordenaar en de overspelige vrouw vergaf zonder één enkel hard woord tot hen tij. richten, is in één opzicht van e<en uiterste beslistheid: in alles is de absolute souvereiniteit Gods het leidende be ginsel van Zijn leven. Terwijl Hij den uit zwak heid zondigenöen mensch aantrok door Zijn liefde en goedheid, wilde Hij van geen com promis weten, waar het deze waarheid betrof, dat alle dingen der menschen. hun persoonlijke, maatschappelijke en staatkundige betrekkingen, tot norm en richtsnoer moeten hebben den H. Wil van God. Vandaar Zijn verpletterende aanklachten, Zijn striemende verwijten tegen de Farizeërs en de ongeloovige Joden, die in hun hoogmoed slechts een God wilden aan vaarden. wanneer deze paste in den beperkten gedachtengang van hun enghartig nationalisme. Hierin ligt de kern van het conflict, dat tot den jongsten dag Christus en Zijn Kerk zal scheiden van de opvattingen der wereld. Christus leerde ons een God te aanbidden van goddelijke en transcendente volmaaktheid, die wereld wil slechts knielen voor een God naar haar eigen inzichten en verlangens. In zijn hoogmoed, die sinds Adam de wortel is van alle kwaad in de wereld, zoekt de mensch Gods souvereine rechten te beperken en voor waarden te stellen voor zijn onderwerping aan Hem. De mensch, die zonder God niet kan leven noch zich bewegen, ja zelfs niet zou zijn, eischt voor zich het recht op, bepaalde gebie den zijner autoriteit aan het oppergezag Gods te onttrekken. Christus' leven daarentegen was de levende uitdrukking van deze groote waarheid, dat God de hoogste en absolute souverein is. Chris tus als Mensch wist Zijn juiste plaats tegen over God en dit gaf aan het menschel ijk ka rakter van Jezus dien specialen trek van nede righeid. Geen nederigheids die de menschelijke waardigheid verlaagt, die den mensch minder waardig maakt en hem berooft van ruggegraat, maar die nederigheid, die ons onze juiste plaats doet kennen tegenover Goö, die het hart on bevreesd maakt te midden van den storm. Christus was nederig, maar Hij overtrof ons allen in levensmoed en waardigheid. Hij was waarlijk groot omwille van Zijn nederigheid. Ware grootheid en volmaakte vrijheid vinden haar oorsprong in volledige onderwerping aan God. Nederigheid is waarheid en Christus is de waarheid zelf. Met de wereld, die zich keerde tegen God, was er voor Hem geen compromis mogelijk. De hoogmoed van den gevallen mensch stond in onverzoenlijke tegenstelling tot de nederig heid van Christus. Een botsing tusschen beiden was onvermijdelijk. Christus ging den strijd in, gewapend met Zijn schuldeloosheid en Zijn nederigheid. De Almachtige trok van Zijn Die naar de bescherming der godheid terug. De stryd culmineerde in den dood van den Zoon der Menschen. „Hij vernederde Zichzelf, ge hoorzaam geworden tot den dood, ja, tot den dood des Kruises." (Phil. 2, 8). Door Zijn vernedering en gehoorzaamheid moest de menschheid, die door den hoogmoed van Adam ten val kwam, worden verheven tot het Goddelijk Zoonschap. Het „onheilig volk", dat in zijn verhardheid de profetieën tot vervulling brengt tot aan het Consummatum est, roept de verwerping over zich af. Maar voor Jezus is de verhooring nabij van zijn gebed: „Vader, het uur is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat Uw Zoon U verheerlijken mag." Het Licht sterft opdat de duisternissen het licht der waarheid zouden zien. K. N. Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam. PLATS DU JOUR EN LA CARTE (Van onzen Haagschen redacteur) Naar wij vernemen, zal de Technische Hoogeschool te Delft vermoedelijk reeds 15 April weer in haar vollen omvang worden heropend. De bibliotheek zal reeds a.s. Maandag voor alle studenten toegankelijk zijn. Ook examens en tentamens zullen van Maandag a.s. worden afgenomen. De rector magnificus van de Delftsche Hoogeschool heeft in verband met de door hem genomen beslissing het volgende medegedeeld: Zoo spoedig mogelijk, dat wil zeggen nog voor Paschen, zal een aantal examens en tentamens worden afgehandeld. Dienovereenkomstig wor den docenten gemachtigd Maandag 31 Maart daartoe over te gaan. Dit sluit in, dat met in gang van dien datum de gebouwen toegankelijk zullen zijn voor die studenten, die uit hoofde van hun examen of hun tentamen daarmede te maken hebben. De bibliotheek aan de Doelenstraat zal voor allen worden heropend. Ter vermijding van misverstanden vestigt de rector-magnificus er de aandacht op, dat de colleges en practica dus nog niet beginnen. Daarover zal zoo spoedig mogelijk worden be slist. Ter voorbereiding kunnen de studenten evenwel rekening houden «iet de waarschijnlijk heid, dat dit 15 April zal geschieden. Nader vernemen wij, dat de toestand van den oud-minister prof. dr. j. r. slotemaker ae Bruine in den laatsten tijd zeer achteruitge gaan is. Vrijdag werd de toestand van den pa tiënt als zeer ernstig beoordeeld. De waarnemende secretaris-generaal van het departement van Justitie heeft zijn tevreden heid betuigd aan den agent der gemeente-politie van Terneuzen, B. Ehlhardt, ter zake dat hij op lo Maart 1941 met gevaar voor eigen leven een span op hol geslagen paarden heeft tot staan gebracht. (Foto Polygoon) De Nederlandsche Staatscoruant bevat een besluit van de secretarissen-generaal van de departementen van Justitie en van Landbouw en Visscherij, inzake het wijzigen van de be stemming van gepachte gronden. Dit besluit geldt voor pachtovereenkomsten voor onbepaalden tijd en voor pachtovereen komsten voor bepaalden tijd, welke vóór 1 Jan. 1936 zijn aangegaan, en bepaalt o.a. het vol gende De pachter is na overleg met den ver pachter bevoegd de bestemming van het gepachte geheel of gedeeltelijk te wijzigen, indien de algemeene of landbouwkundige belangen dit wenschelijk maken. Indien de verpachter zich hiertegen ver zet, richt de pachter zich tot het Pacht bureau, met het verzoek om machtiging tot geheele of gedeeltelijke wijziging van de be stemming van het gepachte. Het Pacht bureau geeft deze machtiging 'niet, dan na het desbetreffende advies van den Rijks- landbouwconsulent te hebben ingewonnen. Het Pachtbureau kan aan het verleenen der machtiging voorwaarden verbinden. Elk geding, waarbij ten nadeele van den pach ter van het in dit artikel bepaalde is of wordt afgeweken, is nietig. Het Pachtbureau kan voor de werkzaamheden, welke uit de toepassing van dit besluit voort vloeien, van den aanvrager een vergoeding ver langen. Het besluit treedt in werking op den dag zij- ner afkondiging. Te Oldeberkoop (Fr.) is een 63-jarige hout hakker uit Oldehorne tijdens het vellen van een boom onder den neervallenden stam geraakt. De man was op slag dood. De Economische Voorlichtingsdienst dwTt mede: Nu een einde is gekomen aan den vrijen aan koop van banden en de overheid, wegens de slechte positie van onze rubber, is moeten over gaan tot een zeer straffe distributie van alle soorten binnen- en buitenbanden van rijwielen en transportfietsen, zal menigeen zich hebben afgevraagd hoe hij zijn band moet verzorgen om er zoo lang mogelijk pleizier van te hebben. Een goede verzorging van den band om vat niet slechts goed oppompen en het vrü- waren voor schuren en schaven van den band, maar strekt zich uit tot de geheele fiets. Dikwijls heeft de wijze, waarop men rijdt, of de spanning der spaken grooteren invloed op den levensduur dan de behan deling van den band zelf. De banden rollen niet zoomaar voort dat gebeurt alleen, wanneer men de fiets aan de hand meevoert, waarbij zij nauwelijks slijten maar zetten zich af aan den weg, wat met mee: of minder kracht gepaard gaat en dus nood zakelijk eenige slijtage veroorzaakt. Het sterkst is die slijtage natuurlijk, wanneer zoo hard op het pedaal wordt getrapt, dat het wiel door schiet en de band over het wegdek schuurt. Bij sterk en plotseling remmen geschiedt hetzelfde: het wiel schuift over den weg. Dat beide geval len zeer schadelijk zijn, behoeft geen betoog. Maar wel moet de aandacht worden gevestigd op de omstandigheid, dat zich in geringere mate hetzelfde voordoet, wanneer de fiets te snel in beweging komt of te hevig wordt afgerema. Men doet daarom goed steeds geleidelijk aan te remmen en niet als een racer te starten, maar het rijwiel de gelegenheid te geven langzaam aan vaart te krijgen. Ook het wiel moet zich in goeden toestar.d bevinden. Daartoe moet er op worden gelet, dat de wielen niet slingeren, maar „sporen" (d.w.z. precies in eikaars verlengde staan en niet het eene loodrecht op den weg en het andere scheef) en worden gesteund door behoorlijk strak aangedraaide spaken. Het wiel heeft den steun, dien het van de spaken ontvangt, noo- dig om zijn juisten ronden vorm te bewaren. Het tweede onderdeel, waar het critisch oog vaak vele fouten ontdekt, is de velg. De velg mag niet roesten, want roest vreet den binnen band aan en de velglinten moeten behoorlijk op hun plaats liggen om daar den band tegen de spaakeinden te beschermen. Overvloedig smeren is gevaarlijk, want bij slitstand van het wiel, kan de olie via de spaken door den nippel den binnenband aantasten. Ten slotte de band zelf. Repareert men een band zelf, dan moet er op worden gelet, dat de dradenbescherming niet wordt beschadigd en de binnenband niet tusschen velg en buitenband stuk geknepen kan worden. Is de band lek ge worden door een spijker, een stuk glas of een ander scherp, puntig voorwerp, dan behoort men vóór het rijwiel naar den reparateur wordt ge duwd, het kwaad, dat de lekkage veroorzaakte, verwijderen. Doet men dit niet, dan is de kans groot, dat het scherpe voorwerp, vastgeklemd als het is in den buitenband, den binnenband op talrijke plaatsen doorboort en hem zoo waar deloos maakt. Rijden op een gesprongen band is natuurlijk uit den booze. Men moet ook in ander opzicht voorzich tig zijn met het vervoeren van een rijwiel op een lekken band, want dan dreigt op- loopen van den binnenband. Het is name lijk zoo, dat een niet onder spanning staan de buitenband eenigszins gaat rondschuiven en daarbij den binnenband meetrekt. Deze heeft, doordat hij met het ventiel aan de velg vastzit, niet eenzelfde bewegingsvrij heid. Hij wordt dus eensdeels van het ven tiel af uitgerekt en anderdeels naar het ven tiel toe opgepropt, hetgeen afbreuk doet aan zijn duurzaamheid. Voorts is een dynamo, die niet juist gesteld is, funest voor den band, want het aandrijfwieltje draait dan niet soepel langs den band, maar schuurt en schuift er langs. Dit is gemakkelijk te controleeren: met een touwtje kan men zonder moeite nagaan of de lengte-as van de dynamo heen wijst naar de as van het wiel. Staat het aandrijfwieltje scheef op den band, dan komt binnen korten tijd het canvas bloot te liggen. Een anzelfsprekende constateering is, dat veel meer kilometers kunnen worden afgelegd op een goed opgepompttn dan op een te slap pen band en dat nooit op een leegen band mag worden gereden. Daarom dient iedere wielrijder over een behoorlijke pomp te beschikken en er geregeld gebruik van te maken. Ook tegen stoep jes oprijden of door glas of andere scherpe voorwerpen fietsen is schadelijk. Iedereen weet dit en toch ziet mren het, vooral bij de jeugd, nog herhaaldelijk. De banden te zwaar belasten is evenmin goed, een regel, waartegen vooral wordt gezondigd door hen, die iemand op den bagagedrager laten meerijden. Als laatste, veel voorkomende euvel, moet het aanloopen van den band worden genoemd. Spat bordstang, jasbeschermer Jdoor vocht van vorm veranderd) en kettingkast helpen den band veel Sneller aan zijn eind dan noodig is. Een schu rend, geluid moet voor ieder een waarschuwing zijn niet langer zoo door te rijden, maar 't euvel op te heffen. Bovenstaande wenken zullen voor weinigen iets nieuws inhouden. Wie echter op straat zijn oogen goed den kost geeft, weet, dat zij geenszins overbodig zijn. Over de vraag, wie in aanmerking komt voor een nieuwen band, zij in aansluiting aan het vroeger bekend gemaakte nog vermeld, dat in validen en zwakken, wanneer zij een bon voor een nieuwen band willen verkrijgen, aan het plaatselijk distributiekantoor een doktersverkla ring dienen over te leggen, dat zij hun rijwiel of invalidenwagen noodig hebben om zich langs den openbaren weg te kunnen voortbewegen. De secretaris-generaal van het departement van Landbouw en Visscherij heeft bepaald dat niet zullen behooren tot de beschermde vogels in den zin der Vogelwet 1936: a. in het geheele rijk gedurende het tijdvak van 1 April 1941 tot en met 30 Juni 1941: de schollevaar, de mantelmeeuw, de zilvermeeuw, de ekster, de Vlaamsche gaai en de bonte kraai, terwijl de kokmeeuw gedurende dat tijdvak niet zal behooren tot de beschermde vogels in den zin der Vogelwet 1936 in de provinciën Gronin gen, Friesland, Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland; b. in het geheele rijk gedurende het tijdvak van 1 April 1941 tot en met 15 April 1941: de houtduif en de sperwer; c. in het geheele rijk gedurende het tijdvak van l Juni 1941 tot en met 30 Juni 1941: de spreeuw, De Rijkspostspaarbank heeft het jaarver slag over 1939 gepubliceerd en daaraan zijn de volgende cijfers ontleend. In 1939 bedroeg het aantal inleggingen 2.633.342 tegen 2.996.283 in 1938, terwijl het be drag dier inleggingen was 213.242.122 tegen f 262.588.652 in het voorafgaande jaar De in leggingen verminderden dus in totaal met 362.941 en in bedrag met 49.346.529. Terugbetaald werd in 2.075.677 posten 239.206.783 of, na aftrek van de rente in den loop van het jaar uitbetaald bij geheeie afbe taling van boekjes 238.796.782 tegen in 1938 in 2.008.433 posten 202.536.297, vermeerdering dus in aantal 67.244 en in bedrag 36.260.484 Aan rente werd goedgeschreven 17.404.793 (incl de in den loop van het jaar uitbetaalde rente ad 410.000). zoodat het tegoed der in leggers einde 1939 bedroeg 670.206.954 zijnde 8.571.445 minder dan einde 1938. WÜ komen op dit verslag nog nader terug In verband met de vele bij hem ingekomen verzoeken heeft het Hoofd der Inspectie van de Bevolkingsregisters, de heer J. Lenz te Den Haag, met gebruikmaking van de hem bij art. 15, 3e lid, van het Uitvoeringsbesluit „Per soonsbewijzen I" gegeven bevoegdheid per cir culaire aan de onderscheidene burgemeesters medegedeeld, dat uitsluitend ten behoeve van religieuzen van Orden en Congregaties afwij king kan toegestaan worden van de eischen, waaraan de voor het Persoonsbewijs in te leveren foto's moeten voldoen onder {Je vol gende voorwaarden: a. de kap, sluier of doek, welke het gelaat geheel of ten deele omvat, moet bij het foto grafeeren zoodanig worden gedragen, (terug geschoven), dat een zoo groot mogelijk dfel van het gelaat zichtbaar is. b. zoo eenigszins mogelijk en toelaatbaar moet het linkeroor op de foto tot uitdrukking komen c. voorzooveel mogelijk en mits de duidelijk heid niet daaronder lijdt of het linkeroor on zichtbaar wordt (dit laatste in geval dat oor overigens wél zichtbaar kan worden gemaakt) wordt het gelaat half „en face" en half „en profil" (zgn. driekwart) naar rechts gefotogra feerd, zoodanig, dat een duidelijk herkenbaar beeld wordt verkregen; d. de hoofdbedekking mag geen schaduw over het gelaat werpen; e. het is niet toegestaan, zich zonder hoofd bedekking of met een andere hoofdbedekking dan die, welke op de foto van het Persoons bewijs is afgebeeld, in het openbaar te begeven. Teneinde tegemoet te komen aan de bezwaren van sommige vrouwen, die uitsluitend folkloris tische kleeding dragen, tegen het doen maken van foto's, welke haar zonder hoofdbedekking weergeven, kan afwijking onder de navolgende voorwaarden worden toegestaan: a. de afwijking geldt slechts voor haar, die uitsluitend folkloristische kleeding draagt en zich niet anders dan in deze kleeding in het openbaar vertoont; de vrouw, die, zij het slechts bij uitzondering, zich ook in gewone burgerkle ding pleegt te vertoonen, moet foto's inleveren, welke aan de gestelde eischen voldoen; b. de vrouw, die, hoewel zij uitsluitend folkloristische kleeding draagt, nochtans geen bezwaar heeft of geacht kan worden geen be zwaar te hebben, tegen het doen maken van foto's, welke haar zonder hoofdbedekking weer geven, moet foto's inleveren welke eveneens aan de eischen voldoen; c. de hoofdbedekking moet, zoo eenigszins m o g e 1 ij k, tijdens het fotografeeren zoodanig worden gedragen of teruggeschoven, dat het linkeroor zichtbaar is; d. tijdens het fotografeeren moet die hoofd bedekking (ondermuts, huismuts, groote muts of kap) worden gedragen, welke van het gelaat het grootste deel vrijlaat; e. bij verandering van kleederdracht moet het Persoonsbewijs worden vervangen. Overigens moet bij deze personen eveneens voldaan worden aan de voorwaarden vermeld onder c. en d. als voor de ordezusters gesteld. De N.S-B.-persdienst meldt: De leider der N.SJB., ir A. A. Mussert. als éeregast uitgenoodigd op het. drieaagsch con gres. dat op 26 27 en 28 Maart ter gelegenheid van de oprierting van het „Institut zur Er- forschung der Judenfrage" aan de Hoogeschool te Frankfort aan de Main gehouden werd, kwam Dinsdagavond in gezelschap van de hee- ren mr. dr. R. van Genechten, A Müller Leh- ning en den adjudant van den leider den heer A. van den Arend, te Frankfort aan. Nog den zelfden avond had ir. Mussert een onderhoud met rijksleier Alfred Rosenberg, dat ruim een uur duurde. Daar de leidende persoonlijkheden van d« vernieuwingsbewegingen uit acht Euro- peesche landen op dit congres aanwezig waren, vond de leider der N.S.B. tijdens ziin verblijf te Frankfort gelegenheid kennis met hen te ma ken, resp. deze kennis te vernieuwen. Vrijdag morgen heeft mr. dr. van Genechten, procu reur-generaal te Den Haag. voor het congres, dat geopend werd door Rijksleider Rosenberg met een groote ïede over het onderwerp: „N. S.D.A.P. en Wetenschap" over het thema „De Joden in Nederland" een rede gehouden. De Nederlandsche Staatscourant bevat eer. mededeeling van het college van rijksbemidde laars, dat door den Nederlandschen bond van boekdrukkerijen, te Amsterdam, de R. K. Ver- eeniging van Nederlandsche drukkers-patroons te Utrecht, den Bond van christelijke drukkers patroons in Nederland te Amsterdam, den Al- gemeenen Nederlandschen typografenbond te Amsterdam, den Nederlandschen katholieken grafischen bond te Utrecht en den Nederlar.d- schen christelijken grafischen bond te Amster dam, een verzoek is ingediend tot algemeen ver bindendverklaring van bepalingen van een C.A. O., afgesloten door vorenbedoelde werk geversorganisaties eenerzjjds en vorenbedoelde werknemersorganisaties anderzijds Bezwaren tegen inwilliging van bedoeld ver zoek kunnen schriftelijk worden ingebracht bij het college van rijksbemiddelaars vóór of op 10 April 1941. Van de gelegenheid van zijn bezoek aan Nederland heeft de Reióharbeitsführer Kon- stantin Hierl gebruik gemaakt om een bezoel: te brengen aan eenige kampen va.n den Neder landschen Arbeidsdienst, teneinde een mdruk te krijgen van het werk in de praktijk van deze jonge instelling. Ben vrij talrijk gezelschap maakte dezen toont mede, o.a. de staf van den Reichsarbeitsfünrer commissaris-generaal Schmidt, generaal-majoor Schwabedissen, Oberstarbeitsführer Bethmann met zijn staf. terwijl in de kampen nog de Bc- auftragte van den Rijkscommissaris voor Gel derland, dr. Schneider, zich bij het gezelschap aansloot. Van den Nederlandschen Arbeidsdien„* maakten o.a. den tocht mede de commandant Breunese en overste Bischof.. van Heemskerck chef van den staf van den Arbeidsdienst. Het eerste bezoek werd gebracht aan net werkkamp „Het Ronde Huis" te Nunspeet, waa^ de commandant, hopman van Fesch, de gasten rondleidde. Op het werkterrein, waar de vel schillende ploegen werkers aan den arbeid wa ren, toonde de Reichsarbeitsführer veel belang stelling voor het werkobject en stelde verschn lende vragen ten aanzien van het werkmate riaal, kleeding en schoeisel, dat hij onderzocht Na bezichtiging van het kamp. dat een goeden indruk maakte, ging de tocht verder naar he' opleidingskamp Nunspeet, waar de comman dant, hopman Van der Sluys, het gezelschap begroette. Ook hier werd met veel belangstel ling kennis genomen van de inrichting van het kamp. Een hoogtepunt van dit bezoek werd gevormd door een zanguitvoering der adsniranten in de lesbarak op vlotte wijze werden ten gehoore ge bracht het „Kamplied", de „Klokke Roelana", „De Vierdaagsohe", „Hou en Trouw", „De Zil vervloot" en „Pak aan nu jongens", welk» lie deren met aandacht werden gevolgd. Na ai- loop complimenteerde de Reisarbeitsfiihrer den zangleider met het resultaat van zijn werk Ten slotte werd in dit kamp de lunch gebruikt Het volgende doel was het kamp voor den cursus van corpsleiders te Lunteren. Ook hier werden onder leiding van den commandan'' majoor Antheunissen, de verschillende werkob- jecten bezichtigd. Na afloop hiervan verzamel den de kampbewoners en de bezoekers zich voor het hoofdgebouw, waar de Reichsarbeitsführer hen als volgt toesprak: „Het verheugt mij, persoonlijk den Nederland schen Arbeidsdienst in het eerste stadium van zijn opbouw te leeren kennen. Mijn persoonlijke indruk is, dat dit eerste begin zeer veel belooft. In dit eerste begin hebben raadslieden van den Duitschen Arbeidsdienst den Nederlandschen Arbeidsdienst met raad en daad bijgestaan en ik ben te meer bereid dezen bijstand ook in de toekomst te blijven verleenen, daar ik in den Arbeidsdienst het ideale middel zie om de bloedverwantschap en de lotsgemeenschap der Germaansche volken m Noord- en Midden- Europa, op den bodem van een nieuwe wereld beschouwing, hechter te grondvesten. De Ar beidsdienst is de uitdrukking van een nieuwe wereldbeschouwing. Zonder dat is de Arbeids dienst een lichaam zonder ziel. De Arbeidsdienst moet de sociaal-politieke school van het volk worden. Wanneer ik hier het woord politiek ge bruik, bedoel ik niet het nastreven van de eigen belangen, hetzij van partij, hetzij van welke groep ook, doch politiek beteekent voor mij dienst aan het volk. De Arbeidsdienst is dienst aan het volk en moet -een eeredienst aan het volk zijn. Het verheugt mij, dat de Nederlandsche j ?ugd in zoo grooten getale gevolg heeft gegeven aan den oproep tot vrijwillige toetreding tot den Arbeidsdienst. Ik zie daar een bewijs in, dat een gezonde -eest in deze jeugd leeft, dat zij, misschien meer 'nstinctief dan bewust, heeft begrepen, dat met -Jen Arbeidsdienst een nieuwe wereldbeschou wing baan breekt. De inhoud van die wereld beschouwing is deze: gemeenschapsbelang gaa1 voor eigen belang, het volk gaat boven elk andere gemeenschap en de band met het volk i: elangriiker dan iede-e m-i™ bend. Arbeid voor het volk is daarom zedelijke plicht. Arbeid is meer dan een middel om geld te vérdienen; in den Nederlandschen Arbeidsdienst wordt deze opvatting tot uiting gebracht, door dat in de kampen deze opvatting van den arbeid 'n kameraadschap wordt beleefd. Dit praktisch beleven van deze nieuwe wereld beschouwing is veel overtuigender, dan wanreer dit op eenigerlei andere wijze geschiedt. Ik wensch den Nederlandschen Arbeidsdienst, die een instelling van den Nederlandschen Staat is en blijven zal, veel succes bij de vervulling van zijn groote, volksopv.oedende taak. De Duitsche Arbeidsdienst is altijd bereid, hem daarbij ter zijde te staan. Commnadant Breunese, op weg naar dit doel zult gij vele misverstanden en hindemissen moeten overwinnen, doch als oude rijder weet gij, dat men over hirdem'ssen h^en komt Ik geloof, dat de idee van den Arbeidsdienst, zooals deze in Duitschland is doorgedrongen, ook in het nieuwe Europa zal doordringen en dat zij, evenals zij voor het Duitsche volk een middel was om over alle verdeeldheid heen tot verbondenheid te komen, dit ook in het nieuwe Europa zal zijn." Met groote aandacht hebben de aanwezigen deze toespraak aangehoord. Het laatste bezoek was aan „De Schelenberg", het kamp van den Nederlandschen Arbeidsdienst voor meisjes. Bij aankomst stonden de deel neemsters op het terras opgesteld, waar zij het gezelschap met zang welkom heetten. Nadat de Reichsarbeitsführer de meisjes had geïnspec teerd, werd ook hier de inrichting bezichtigd. Nadat nog tezamen met de deelneemsters een thee was gebruikt, ving het gezelschap den terugtocht aan. In ons avondblad van Zaterdag 22 Maart kwam een bericht van onzen Haagschen redac teur voor, waarin mededeelingen werden gedaan betreffende de toekomstige organisatie van het bedrijfsleven. Naar wij echter van de organisatiecommissie vernemen, moet de voorstelling van zaken, die in dat bericht wordt gegeven, onjuist worden ge acht en zij betreurt het, dat onze redacteur zich niet tevoren bij de bevoegde instanties van de juistheid der mededeelingen heeft overtuigd. Deze niet met de werkelijkheid overeenstemmen de publicatie moet te meer ongewenscht geacht worden, daar zij tot ernstige misverstanden aan leiding zou kunnen geven. Het in beurskringen loopende gerucht, als zou pariteit tusschen Gulden en Rijks mark te wachten zijn, werd van bevoegde zijde ongegrond genoemd. Van een voor nemen in deze richting is geen sprake. Het bestuur der St. Radboudstichting te Utrecht heeft met ingang van 18 Maart J.L toe gelaten als privaat-docent aan de faculteit der letteren en wijsbegeerte aan de R. K. Universi teit te Nijmegen dr. B. Knipping te Nijmegen, om onderwijs te geven in de Iconographie van de Middeleeuwen en den nieuwen tijd. Dr. Knipping is conservator aan het Bisschop pelijk Museum te 's-Hertogenbosch. De nestor der Nederlandsche luchtvaartpio niers, Se heer Adriaan Mulder, zal op 7 April den dag herdenken, waarop hij dertig jaar ge leden het eerste Nederlandsche vliegbrevet te Gilze-Rijen behaalde. De eerste vergadering- van den Bond voor Heemkunde, korten tijd geleden opgericht, zal worden gehouden Zaterdag 5 April des mid dags te drie uur in het Kennemer-Lyceum te Overveen. AMSTERDAM. Geslaagd mej. M. F. Bakker te Haarlem. CCVtSBGO TE TELEFOON "S-GCAVENHAGE 1130.41 Bestuur: D. C. F. E. VAN HELDEN TUC- KER. voorzitter; A. A B. BöCKER, gede legeerde; Mr. J. J MONTIJN; N. J. J. GROBBEN; F. E. EVERS, administrateur Tot deze week werd verzekerd ruim in de volgende afdeelingen: Afd. A. Woningen, winkels, boerderijen, in ventarissen, enz tot 50.000.— en in boedels tot 20.000. Afd B. Andere en grootere risico's. Afd. C. Persoonlijke Ongevallen. Afd. D I/II Gevaarlijke risico's. Afd. D. III Vaartuigen. Afd E. Bedrijfsschade en Huurderving. Afd. G. Geld, geldswaarden, preciosa. Afd. H Herverzekeringen. Halfjaarl. schaderegeling! Afd. I. Inboedels tot 7500. Driemaandel. schaderegeling! Vraagt inlichtingen bij Uw ASSURANTIE-BEZORGER Als opvolger van den op 8 Juni 1940 in het ziekenhuis te Gent overleden Abt van de AboiJ van Bornhem, Godefridus Willibertus Indewey O.Cist. van Oud-Gastel, is benoemd de zeer- eerw. heer pastoor Eugenius Joaephus Dirck O.Cist., geboren te Roosendaal 17 Maart 1878. De nieuw benoemde werd gekleed op 17 Oc tober 1896, geprofest op 18 October 1897 erl priester gewijd op 20 September 1902. In Juni 1904 werd hij benoemd tot kapelaan te Oudenibosch en In 1935 als pastoor terzelfdei plaatse als opvolger van pastoor de Wit O.Cist. De Nederlandsche Arbeidsdienst beschikt over een staforkest van beroepsmusici, grootendeels afkomstig uit do voormalige korpsen van het leger. Het orkest, ressorteerend onder het Cen traal Muziek Instituut van den Nederlandschen Arbeidsdienst, is zoo samengesteld, dat het als harmonie-ensemble kan optreden, maar tevens in staat is de uitvoering van symphonische werken of composities voor strijkorkest op zien te nemen. De leiding berust bij drs. J. van der Griend, die sedert eenigen tijd geregeld met het orkest repeteert. Dezer dagen is het orkest voor het eerst in de zaal De Ruyterstraat 67 te 's-Gravenhage opge treden. Het talrijk opgekomen auditorium werd gevormd door de leden van den staf N.A.D. met hun dames. Ook commandant J. N. Breunese gaf door zijn tegenwoordigheid van zijn belang stelling blijk. Het programma bestond voor de pauze uit de Ouverture „Prometheus" van Beethoven, ballet- en entr'actemuziek uit „Rosamunde" van Schu bert en „Eine kleine Nachtmusik" van Mozart. De uitvoering van deze werken viel bij de toe hoorders bijzonder in den smaak en oogstte le- vendigen bijval. Na de pauze speelde detdocent aan het Centraal Muziek Instituut, de heer R. van Yperen, als solist de „Variations Sympho- niques" van Franck,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 11