DE ZOON GODS EN DE WERELD
Verzorg de fietsbanden goed
OORLOGSSCHADE
Heropening der
Delftsche Hoogeschool
Reichsarbeitsführer Hierl in ons land
Passiezondag
Restaurant DORRIUS
Oud-minister Slotemaker
de Bruine
Ter verlenging van den
levensduur
Rijkspostspaarbank in 1939
Foto's voor Persoonsbewijs
Organisatie van het bedrijfs
leven
Rijksmark-Gulden
ZATERDAG 29 MAART 1941
Maandag gedeeltelijk, waarschijn
lijk 15 April in vollen omvang
Moedig optreden van politie-agent
Voorbeeld, van een verkeerd bereden band
SCHEURBESLUIT PACHT-
O VEREENKOMSTEN
Houthakker onder boom gedood
Roestende velg
Banden voor invaliden
NIET BESCHERMDE
VOGELS
Tegoed met 8,5 millioen gedaald
Afwijkingen in bijzondere ge
vallen toegestaan
MUSSERT IN DUITSGH-
LAND
Congres over het Jodenvraagstuk
C.A.O. IN HET GRAFISCH
BEDRIJF
Bezoek aan kampen van
den Nederlandschen
Arbeidsdienst
Een rectificatie
Dr. B. Knipping
Privaat-docent aan de
R.K. Universiteit
ADRIAAN MULDER 30 JAAR
GEBREVETTEERD
Nestor der Nederlandsche
luchtvaartpioniers
Bond voor Heemkunde
Apothekersassistent
ONDERLINGE
VERZEKERING
MAATSCHAPPIJ
f 1.450.000.000
Pastoor E. J. Dirck
Benoemd tot Abt van Bornhem
Nederlandsche Arbeidsdienst
Staforkest van beroepsmusici
„Voor Abraham werd ben Ik."
Aan het begin van den Passietijd, waarin wij
den Christus in vernedering en lijden zullen
volgen tot in Zijn uiterste verlatenheid op het
kruis, staat in de Liturgie dit verheven woord,
waarmede de Zoon der Menschen Zijn godde
lijke grootheid onthult en Zich tot Zoon van
God verklaart, in wezen gelijk aan den Vader.
Een woord, dat een godslastering beteekent
voor ieder, behalve voor den Heiligste aller
menschen, den Eenige, die de wereld de vraag
durfde en mocht stellen: „Wie uwer zal
Mjj van zonden overtuigen?"
„Voor Abraham werd ben Ik." Niet
„was Ik", maar ben Ik", staat er geschreven.
Met een duidelijke zinspeling op den naam
Jahwe, Hij Die is, plaatste Christus, in het
verheven bewustzijn van Zijn waarachtige
grootheid als God, Zijn bestaanals God vóór
het worden van Abraham, opdat wij, alvorens
wij Hem zouden zien in Zijn vernedering, zou
den weten, dat in Hem is het onveranderlijke
Zijn der Godheid, het eeuwige Nu, waarin geen
gisteren en geen morgen is.
Wij staan voor de keuzn, Hem overeenkomstig
Zijn woord te aanvaarden als den Zoon van
God of Hem te verwerpen als een bedrieger en
Godslasteraar. Met dit laatste zijn echter de ver
hevenheid van Zijn leer en de heiligheid van
Zijn leven in strijd. Hier geldt geen compromis:
„Wie uit God is, luistert naar
Gods woorden." Daarmede is onverbidde
lijk de scheidingslijn getrokken tusschen de
kinderen Gods en het „gens non sancta,
het onheilig volk."
Christus was de verhevenste mensch aller
tijden, of hij was een bedrieger. Wij moeten
ofwel Hem volgen en Hem in lijden en ver
nedering het kruis nadragen, of ons scharen
aan de zijde van hen, die Hem versmaadden en
kruisigden.
„Als iemand na Mjj wil komen, hij verloochens
zichzelf, neme zijn kruis op iederen dag en
volge Mij na."
Het kruis opnemen, behoeft niet te te tee
kenen, dat wij hetzelfde moeten doen en lijden,
wat Christus c'eed en leed, maar wel. dat wij
ons als Hij, een man moeten toonen in het
strijdperk van het leven, dat wij Zijn houding
tegenover het leven en Zijn geestesgesteldheid
moeten overnemen.
Wat nu kenmerkt de levensbeschouwing van
Hem, in Wien de harmonie gevonden werd
aller deugden?
Hij, die de Samaritaansche, den moordenaar
en de overspelige vrouw vergaf zonder één enkel
hard woord tot hen tij. richten, is in één opzicht
van e<en uiterste beslistheid: in alles is de
absolute souvereiniteit Gods het leidende be
ginsel van Zijn leven. Terwijl Hij den uit zwak
heid zondigenöen mensch aantrok door Zijn
liefde en goedheid, wilde Hij van geen com
promis weten, waar het deze waarheid betrof,
dat alle dingen der menschen. hun persoonlijke,
maatschappelijke en staatkundige betrekkingen,
tot norm en richtsnoer moeten hebben den
H. Wil van God. Vandaar Zijn verpletterende
aanklachten, Zijn striemende verwijten tegen
de Farizeërs en de ongeloovige Joden, die in
hun hoogmoed slechts een God wilden aan
vaarden. wanneer deze paste in den beperkten
gedachtengang van hun enghartig nationalisme.
Hierin ligt de kern van het conflict, dat
tot den jongsten dag Christus en Zijn Kerk
zal scheiden van de opvattingen der wereld.
Christus leerde ons een God te aanbidden van
goddelijke en transcendente volmaaktheid, die
wereld wil slechts knielen voor een God naar
haar eigen inzichten en verlangens.
In zijn hoogmoed, die sinds Adam de wortel
is van alle kwaad in de wereld, zoekt de mensch
Gods souvereine rechten te beperken en voor
waarden te stellen voor zijn onderwerping aan
Hem. De mensch, die zonder God niet kan
leven noch zich bewegen, ja zelfs niet zou zijn,
eischt voor zich het recht op, bepaalde gebie
den zijner autoriteit aan het oppergezag Gods
te onttrekken.
Christus' leven daarentegen was de levende
uitdrukking van deze groote waarheid, dat God
de hoogste en absolute souverein is. Chris
tus als Mensch wist Zijn juiste plaats tegen
over God en dit gaf aan het menschel ijk ka
rakter van Jezus dien specialen trek van nede
righeid. Geen nederigheids die de menschelijke
waardigheid verlaagt, die den mensch minder
waardig maakt en hem berooft van ruggegraat,
maar die nederigheid, die ons onze juiste plaats
doet kennen tegenover Goö, die het hart on
bevreesd maakt te midden van den storm.
Christus was nederig, maar Hij overtrof ons
allen in levensmoed en waardigheid. Hij was
waarlijk groot omwille van Zijn nederigheid.
Ware grootheid en volmaakte vrijheid vinden
haar oorsprong in volledige onderwerping aan
God. Nederigheid is waarheid en Christus is de
waarheid zelf.
Met de wereld, die zich keerde tegen God,
was er voor Hem geen compromis mogelijk.
De hoogmoed van den gevallen mensch stond
in onverzoenlijke tegenstelling tot de nederig
heid van Christus. Een botsing tusschen beiden
was onvermijdelijk. Christus ging den strijd in,
gewapend met Zijn schuldeloosheid en Zijn
nederigheid. De Almachtige trok van Zijn Die
naar de bescherming der godheid terug. De
stryd culmineerde in den dood van den Zoon
der Menschen. „Hij vernederde Zichzelf, ge
hoorzaam geworden tot den dood, ja, tot den
dood des Kruises." (Phil. 2, 8).
Door Zijn vernedering en gehoorzaamheid
moest de menschheid, die door den hoogmoed
van Adam ten val kwam, worden verheven tot
het Goddelijk Zoonschap.
Het „onheilig volk", dat in zijn verhardheid
de profetieën tot vervulling brengt tot aan het
Consummatum est, roept de verwerping over
zich af. Maar voor Jezus is de verhooring nabij
van zijn gebed:
„Vader, het uur is gekomen, verheerlijk Uw
Zoon, opdat Uw Zoon U verheerlijken mag."
Het Licht sterft opdat de duisternissen het
licht der waarheid zouden zien.
K.
N. Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam.
PLATS DU JOUR EN LA CARTE
(Van onzen Haagschen redacteur)
Naar wij vernemen, zal de Technische
Hoogeschool te Delft vermoedelijk reeds 15
April weer in haar vollen omvang worden
heropend. De bibliotheek zal reeds a.s.
Maandag voor alle studenten toegankelijk
zijn. Ook examens en tentamens zullen van
Maandag a.s. worden afgenomen. De rector
magnificus van de Delftsche Hoogeschool
heeft in verband met de door hem genomen
beslissing het volgende medegedeeld:
Zoo spoedig mogelijk, dat wil zeggen nog voor
Paschen, zal een aantal examens en tentamens
worden afgehandeld. Dienovereenkomstig wor
den docenten gemachtigd Maandag 31 Maart
daartoe over te gaan. Dit sluit in, dat met in
gang van dien datum de gebouwen toegankelijk
zullen zijn voor die studenten, die uit hoofde
van hun examen of hun tentamen daarmede te
maken hebben.
De bibliotheek aan de Doelenstraat zal voor
allen worden heropend.
Ter vermijding van misverstanden vestigt de
rector-magnificus er de aandacht op, dat de
colleges en practica dus nog niet beginnen.
Daarover zal zoo spoedig mogelijk worden be
slist. Ter voorbereiding kunnen de studenten
evenwel rekening houden «iet de waarschijnlijk
heid, dat dit 15 April zal geschieden.
Nader vernemen wij, dat de toestand van den
oud-minister prof. dr. j. r. slotemaker ae
Bruine in den laatsten tijd zeer achteruitge
gaan is. Vrijdag werd de toestand van den pa
tiënt als zeer ernstig beoordeeld.
De waarnemende secretaris-generaal van het
departement van Justitie heeft zijn tevreden
heid betuigd aan den agent der gemeente-politie
van Terneuzen, B. Ehlhardt, ter zake dat hij
op lo Maart 1941 met gevaar voor eigen leven
een span op hol geslagen paarden heeft tot
staan gebracht.
(Foto Polygoon)
De Nederlandsche Staatscoruant bevat een
besluit van de secretarissen-generaal van de
departementen van Justitie en van Landbouw
en Visscherij, inzake het wijzigen van de be
stemming van gepachte gronden.
Dit besluit geldt voor pachtovereenkomsten
voor onbepaalden tijd en voor pachtovereen
komsten voor bepaalden tijd, welke vóór 1 Jan.
1936 zijn aangegaan, en bepaalt o.a. het vol
gende
De pachter is na overleg met den ver
pachter bevoegd de bestemming van het
gepachte geheel of gedeeltelijk te wijzigen,
indien de algemeene of landbouwkundige
belangen dit wenschelijk maken.
Indien de verpachter zich hiertegen ver
zet, richt de pachter zich tot het Pacht
bureau, met het verzoek om machtiging tot
geheele of gedeeltelijke wijziging van de be
stemming van het gepachte. Het Pacht
bureau geeft deze machtiging 'niet, dan na
het desbetreffende advies van den Rijks-
landbouwconsulent te hebben ingewonnen.
Het Pachtbureau kan aan het verleenen der
machtiging voorwaarden verbinden.
Elk geding, waarbij ten nadeele van den pach
ter van het in dit artikel bepaalde is of wordt
afgeweken, is nietig.
Het Pachtbureau kan voor de werkzaamheden,
welke uit de toepassing van dit besluit voort
vloeien, van den aanvrager een vergoeding ver
langen.
Het besluit treedt in werking op den dag zij-
ner afkondiging.
Te Oldeberkoop (Fr.) is een 63-jarige hout
hakker uit Oldehorne tijdens het vellen van een
boom onder den neervallenden stam geraakt.
De man was op slag dood.
De Economische Voorlichtingsdienst dwTt
mede:
Nu een einde is gekomen aan den vrijen aan
koop van banden en de overheid, wegens de
slechte positie van onze rubber, is moeten over
gaan tot een zeer straffe distributie van alle
soorten binnen- en buitenbanden van rijwielen
en transportfietsen, zal menigeen zich hebben
afgevraagd hoe hij zijn band moet verzorgen om
er zoo lang mogelijk pleizier van te hebben.
Een goede verzorging van den band om
vat niet slechts goed oppompen en het vrü-
waren voor schuren en schaven van den
band, maar strekt zich uit tot de geheele
fiets. Dikwijls heeft de wijze, waarop men
rijdt, of de spanning der spaken grooteren
invloed op den levensduur dan de behan
deling van den band zelf.
De banden rollen niet zoomaar voort dat
gebeurt alleen, wanneer men de fiets aan de
hand meevoert, waarbij zij nauwelijks slijten
maar zetten zich af aan den weg, wat met mee:
of minder kracht gepaard gaat en dus nood
zakelijk eenige slijtage veroorzaakt. Het sterkst
is die slijtage natuurlijk, wanneer zoo hard op
het pedaal wordt getrapt, dat het wiel door
schiet en de band over het wegdek schuurt. Bij
sterk en plotseling remmen geschiedt hetzelfde:
het wiel schuift over den weg. Dat beide geval
len zeer schadelijk zijn, behoeft geen betoog.
Maar wel moet de aandacht worden gevestigd
op de omstandigheid, dat zich in geringere mate
hetzelfde voordoet, wanneer de fiets te snel in
beweging komt of te hevig wordt afgerema.
Men doet daarom goed steeds geleidelijk aan te
remmen en niet als een racer te starten, maar
het rijwiel de gelegenheid te geven langzaam
aan vaart te krijgen.
Ook het wiel moet zich in goeden toestar.d
bevinden. Daartoe moet er op worden gelet, dat
de wielen niet slingeren, maar „sporen" (d.w.z.
precies in eikaars verlengde staan en niet het
eene loodrecht op den weg en het andere
scheef) en worden gesteund door behoorlijk
strak aangedraaide spaken. Het wiel heeft den
steun, dien het van de spaken ontvangt, noo-
dig om zijn juisten ronden vorm te bewaren.
Het tweede onderdeel, waar het critisch oog
vaak vele fouten ontdekt, is de velg. De velg
mag niet roesten, want roest vreet den binnen
band aan en de velglinten moeten behoorlijk
op hun plaats liggen om daar den band tegen
de spaakeinden te beschermen.
Overvloedig smeren is gevaarlijk, want bij
slitstand van het wiel, kan de olie via de spaken
door den nippel den binnenband aantasten.
Ten slotte de band zelf. Repareert men een
band zelf, dan moet er op worden gelet, dat de
dradenbescherming niet wordt beschadigd en de
binnenband niet tusschen velg en buitenband
stuk geknepen kan worden. Is de band lek ge
worden door een spijker, een stuk glas of een
ander scherp, puntig voorwerp, dan behoort men
vóór het rijwiel naar den reparateur wordt ge
duwd, het kwaad, dat de lekkage veroorzaakte,
verwijderen. Doet men dit niet, dan is de kans
groot, dat het scherpe voorwerp, vastgeklemd als
het is in den buitenband, den binnenband op
talrijke plaatsen doorboort en hem zoo waar
deloos maakt. Rijden op een gesprongen band
is natuurlijk uit den booze.
Men moet ook in ander opzicht voorzich
tig zijn met het vervoeren van een rijwiel
op een lekken band, want dan dreigt op-
loopen van den binnenband. Het is name
lijk zoo, dat een niet onder spanning staan
de buitenband eenigszins gaat rondschuiven
en daarbij den binnenband meetrekt. Deze
heeft, doordat hij met het ventiel aan de
velg vastzit, niet eenzelfde bewegingsvrij
heid. Hij wordt dus eensdeels van het ven
tiel af uitgerekt en anderdeels naar het ven
tiel toe opgepropt, hetgeen afbreuk doet
aan zijn duurzaamheid.
Voorts is een dynamo, die niet juist gesteld is,
funest voor den band, want het aandrijfwieltje
draait dan niet soepel langs den band, maar
schuurt en schuift er langs. Dit is gemakkelijk
te controleeren: met een touwtje kan men
zonder moeite nagaan of de lengte-as van de
dynamo heen wijst naar de as van het wiel.
Staat het aandrijfwieltje scheef op den band,
dan komt binnen korten tijd het canvas bloot
te liggen.
Een anzelfsprekende constateering is, dat
veel meer kilometers kunnen worden afgelegd
op een goed opgepompttn dan op een te slap
pen band en dat nooit op een leegen band mag
worden gereden. Daarom dient iedere wielrijder
over een behoorlijke pomp te beschikken en er
geregeld gebruik van te maken. Ook tegen stoep
jes oprijden of door glas of andere scherpe
voorwerpen fietsen is schadelijk. Iedereen weet
dit en toch ziet mren het, vooral bij de jeugd,
nog herhaaldelijk.
De banden te zwaar belasten is evenmin goed,
een regel, waartegen vooral wordt gezondigd
door hen, die iemand op den bagagedrager laten
meerijden.
Als laatste, veel voorkomende euvel, moet het
aanloopen van den band worden genoemd. Spat
bordstang, jasbeschermer Jdoor vocht van vorm
veranderd) en kettingkast helpen den band veel
Sneller aan zijn eind dan noodig is. Een schu
rend, geluid moet voor ieder een waarschuwing
zijn niet langer zoo door te rijden, maar 't euvel
op te heffen.
Bovenstaande wenken zullen voor weinigen
iets nieuws inhouden. Wie echter op straat
zijn oogen goed den kost geeft, weet, dat zij
geenszins overbodig zijn.
Over de vraag, wie in aanmerking komt voor
een nieuwen band, zij in aansluiting aan het
vroeger bekend gemaakte nog vermeld, dat in
validen en zwakken, wanneer zij een bon voor
een nieuwen band willen verkrijgen, aan het
plaatselijk distributiekantoor een doktersverkla
ring dienen over te leggen, dat zij hun rijwiel
of invalidenwagen noodig hebben om zich langs
den openbaren weg te kunnen voortbewegen.
De secretaris-generaal van het departement
van Landbouw en Visscherij heeft bepaald dat
niet zullen behooren tot de beschermde vogels
in den zin der Vogelwet 1936:
a. in het geheele rijk gedurende het tijdvak
van 1 April 1941 tot en met 30 Juni 1941: de
schollevaar, de mantelmeeuw, de zilvermeeuw,
de ekster, de Vlaamsche gaai en de bonte kraai,
terwijl de kokmeeuw gedurende dat tijdvak niet
zal behooren tot de beschermde vogels in den
zin der Vogelwet 1936 in de provinciën Gronin
gen, Friesland, Noord-Holland, Zuid-Holland en
Zeeland;
b. in het geheele rijk gedurende het tijdvak
van 1 April 1941 tot en met 15 April 1941: de
houtduif en de sperwer;
c. in het geheele rijk gedurende het tijdvak
van l Juni 1941 tot en met 30 Juni 1941: de
spreeuw,
De Rijkspostspaarbank heeft het jaarver
slag over 1939 gepubliceerd en daaraan zijn de
volgende cijfers ontleend.
In 1939 bedroeg het aantal inleggingen
2.633.342 tegen 2.996.283 in 1938, terwijl het be
drag dier inleggingen was 213.242.122 tegen
f 262.588.652 in het voorafgaande jaar De in
leggingen verminderden dus in totaal met
362.941 en in bedrag met 49.346.529.
Terugbetaald werd in 2.075.677 posten
239.206.783 of, na aftrek van de rente in den
loop van het jaar uitbetaald bij geheeie afbe
taling van boekjes 238.796.782 tegen in 1938
in 2.008.433 posten 202.536.297, vermeerdering
dus in aantal 67.244 en in bedrag 36.260.484
Aan rente werd goedgeschreven 17.404.793
(incl de in den loop van het jaar uitbetaalde
rente ad 410.000). zoodat het tegoed der in
leggers einde 1939 bedroeg 670.206.954 zijnde
8.571.445 minder dan einde 1938.
WÜ komen op dit verslag nog nader terug
In verband met de vele bij hem ingekomen
verzoeken heeft het Hoofd der Inspectie van de
Bevolkingsregisters, de heer J. Lenz te Den
Haag, met gebruikmaking van de hem bij art.
15, 3e lid, van het Uitvoeringsbesluit „Per
soonsbewijzen I" gegeven bevoegdheid per cir
culaire aan de onderscheidene burgemeesters
medegedeeld, dat uitsluitend ten behoeve van
religieuzen van Orden en Congregaties afwij
king kan toegestaan worden van de eischen,
waaraan de voor het Persoonsbewijs in te
leveren foto's moeten voldoen onder {Je vol
gende voorwaarden:
a. de kap, sluier of doek, welke het gelaat
geheel of ten deele omvat, moet bij het foto
grafeeren zoodanig worden gedragen, (terug
geschoven), dat een zoo groot mogelijk dfel
van het gelaat zichtbaar is.
b. zoo eenigszins mogelijk en toelaatbaar
moet het linkeroor op de foto tot uitdrukking
komen
c. voorzooveel mogelijk en mits de duidelijk
heid niet daaronder lijdt of het linkeroor on
zichtbaar wordt (dit laatste in geval dat oor
overigens wél zichtbaar kan worden gemaakt)
wordt het gelaat half „en face" en half „en
profil" (zgn. driekwart) naar rechts gefotogra
feerd, zoodanig, dat een duidelijk herkenbaar
beeld wordt verkregen;
d. de hoofdbedekking mag geen schaduw over
het gelaat werpen;
e. het is niet toegestaan, zich zonder hoofd
bedekking of met een andere hoofdbedekking
dan die, welke op de foto van het Persoons
bewijs is afgebeeld, in het openbaar te begeven.
Teneinde tegemoet te komen aan de bezwaren
van sommige vrouwen, die uitsluitend folkloris
tische kleeding dragen, tegen het doen maken
van foto's, welke haar zonder hoofdbedekking
weergeven, kan afwijking onder de navolgende
voorwaarden worden toegestaan:
a. de afwijking geldt slechts voor haar, die
uitsluitend folkloristische kleeding draagt
en zich niet anders dan in deze kleeding in het
openbaar vertoont; de vrouw, die, zij het slechts
bij uitzondering, zich ook in gewone burgerkle
ding pleegt te vertoonen, moet foto's inleveren,
welke aan de gestelde eischen voldoen;
b. de vrouw, die, hoewel zij uitsluitend
folkloristische kleeding draagt, nochtans geen
bezwaar heeft of geacht kan worden geen be
zwaar te hebben, tegen het doen maken van
foto's, welke haar zonder hoofdbedekking weer
geven, moet foto's inleveren welke eveneens aan
de eischen voldoen;
c. de hoofdbedekking moet, zoo eenigszins
m o g e 1 ij k, tijdens het fotografeeren zoodanig
worden gedragen of teruggeschoven, dat het
linkeroor zichtbaar is;
d. tijdens het fotografeeren moet die hoofd
bedekking (ondermuts, huismuts, groote muts
of kap) worden gedragen, welke van het gelaat
het grootste deel vrijlaat;
e. bij verandering van kleederdracht moet het
Persoonsbewijs worden vervangen.
Overigens moet bij deze personen eveneens
voldaan worden aan de voorwaarden vermeld
onder c. en d. als voor de ordezusters gesteld.
De N.S-B.-persdienst meldt:
De leider der N.SJB., ir A. A. Mussert. als
éeregast uitgenoodigd op het. drieaagsch con
gres. dat op 26 27 en 28 Maart ter gelegenheid
van de oprierting van het „Institut zur Er-
forschung der Judenfrage" aan de Hoogeschool
te Frankfort aan de Main gehouden werd,
kwam Dinsdagavond in gezelschap van de hee-
ren mr. dr. R. van Genechten, A Müller Leh-
ning en den adjudant van den leider den heer
A. van den Arend, te Frankfort aan. Nog den
zelfden avond had ir. Mussert een onderhoud
met rijksleier Alfred Rosenberg, dat ruim een
uur duurde. Daar de leidende persoonlijkheden
van d« vernieuwingsbewegingen uit acht Euro-
peesche landen op dit congres aanwezig waren,
vond de leider der N.S.B. tijdens ziin verblijf te
Frankfort gelegenheid kennis met hen te ma
ken, resp. deze kennis te vernieuwen. Vrijdag
morgen heeft mr. dr. van Genechten, procu
reur-generaal te Den Haag. voor het congres,
dat geopend werd door Rijksleider Rosenberg
met een groote ïede over het onderwerp: „N.
S.D.A.P. en Wetenschap" over het thema „De
Joden in Nederland" een rede gehouden.
De Nederlandsche Staatscourant bevat eer.
mededeeling van het college van rijksbemidde
laars, dat door den Nederlandschen bond van
boekdrukkerijen, te Amsterdam, de R. K. Ver-
eeniging van Nederlandsche drukkers-patroons
te Utrecht, den Bond van christelijke drukkers
patroons in Nederland te Amsterdam, den Al-
gemeenen Nederlandschen typografenbond te
Amsterdam, den Nederlandschen katholieken
grafischen bond te Utrecht en den Nederlar.d-
schen christelijken grafischen bond te Amster
dam, een verzoek is ingediend tot algemeen ver
bindendverklaring van bepalingen van een
C.A. O., afgesloten door vorenbedoelde werk
geversorganisaties eenerzjjds en vorenbedoelde
werknemersorganisaties anderzijds
Bezwaren tegen inwilliging van bedoeld ver
zoek kunnen schriftelijk worden ingebracht bij
het college van rijksbemiddelaars vóór of op
10 April 1941.
Van de gelegenheid van zijn bezoek aan
Nederland heeft de Reióharbeitsführer Kon-
stantin Hierl gebruik gemaakt om een bezoel:
te brengen aan eenige kampen va.n den Neder
landschen Arbeidsdienst, teneinde een mdruk
te krijgen van het werk in de praktijk van deze
jonge instelling.
Ben vrij talrijk gezelschap maakte dezen toont
mede, o.a. de staf van den Reichsarbeitsfünrer
commissaris-generaal Schmidt, generaal-majoor
Schwabedissen, Oberstarbeitsführer Bethmann
met zijn staf. terwijl in de kampen nog de Bc-
auftragte van den Rijkscommissaris voor Gel
derland, dr. Schneider, zich bij het gezelschap
aansloot. Van den Nederlandschen Arbeidsdien„*
maakten o.a. den tocht mede de commandant
Breunese en overste Bischof.. van Heemskerck
chef van den staf van den Arbeidsdienst.
Het eerste bezoek werd gebracht aan net
werkkamp „Het Ronde Huis" te Nunspeet, waa^
de commandant, hopman van Fesch, de gasten
rondleidde. Op het werkterrein, waar de vel
schillende ploegen werkers aan den arbeid wa
ren, toonde de Reichsarbeitsführer veel belang
stelling voor het werkobject en stelde verschn
lende vragen ten aanzien van het werkmate
riaal, kleeding en schoeisel, dat hij onderzocht
Na bezichtiging van het kamp. dat een goeden
indruk maakte, ging de tocht verder naar he'
opleidingskamp Nunspeet, waar de comman
dant, hopman Van der Sluys, het gezelschap
begroette. Ook hier werd met veel belangstel
ling kennis genomen van de inrichting van het
kamp.
Een hoogtepunt van dit bezoek werd gevormd
door een zanguitvoering der adsniranten in de
lesbarak op vlotte wijze werden ten gehoore ge
bracht het „Kamplied", de „Klokke Roelana",
„De Vierdaagsohe", „Hou en Trouw", „De Zil
vervloot" en „Pak aan nu jongens", welk» lie
deren met aandacht werden gevolgd. Na ai-
loop complimenteerde de Reisarbeitsfiihrer
den zangleider met het resultaat van zijn werk
Ten slotte werd in dit kamp de lunch gebruikt
Het volgende doel was het kamp voor den
cursus van corpsleiders te Lunteren. Ook hier
werden onder leiding van den commandan''
majoor Antheunissen, de verschillende werkob-
jecten bezichtigd. Na afloop hiervan verzamel
den de kampbewoners en de bezoekers zich voor
het hoofdgebouw, waar de Reichsarbeitsführer
hen als volgt toesprak:
„Het verheugt mij, persoonlijk den Nederland
schen Arbeidsdienst in het eerste stadium van
zijn opbouw te leeren kennen. Mijn persoonlijke
indruk is, dat dit eerste begin zeer veel belooft.
In dit eerste begin hebben raadslieden van den
Duitschen Arbeidsdienst den Nederlandschen
Arbeidsdienst met raad en daad bijgestaan en ik
ben te meer bereid dezen bijstand ook in de
toekomst te blijven verleenen, daar ik in den
Arbeidsdienst het ideale middel zie om de
bloedverwantschap en de lotsgemeenschap der
Germaansche volken m Noord- en Midden-
Europa, op den bodem van een nieuwe wereld
beschouwing, hechter te grondvesten. De Ar
beidsdienst is de uitdrukking van een nieuwe
wereldbeschouwing. Zonder dat is de Arbeids
dienst een lichaam zonder ziel. De Arbeidsdienst
moet de sociaal-politieke school van het volk
worden. Wanneer ik hier het woord politiek ge
bruik, bedoel ik niet het nastreven van de eigen
belangen, hetzij van partij, hetzij van welke
groep ook, doch politiek beteekent voor mij
dienst aan het volk. De Arbeidsdienst is dienst
aan het volk en moet -een eeredienst aan het
volk zijn.
Het verheugt mij, dat de Nederlandsche j ?ugd
in zoo grooten getale gevolg heeft gegeven aan
den oproep tot vrijwillige toetreding tot den
Arbeidsdienst.
Ik zie daar een bewijs in, dat een gezonde
-eest in deze jeugd leeft, dat zij, misschien meer
'nstinctief dan bewust, heeft begrepen, dat met
-Jen Arbeidsdienst een nieuwe wereldbeschou
wing baan breekt. De inhoud van die wereld
beschouwing is deze: gemeenschapsbelang gaa1
voor eigen belang, het volk gaat boven elk
andere gemeenschap en de band met het volk i:
elangriiker dan iede-e m-i™ bend.
Arbeid voor het volk is daarom zedelijke
plicht. Arbeid is meer dan een middel om geld te
vérdienen; in den Nederlandschen Arbeidsdienst
wordt deze opvatting tot uiting gebracht, door
dat in de kampen deze opvatting van den arbeid
'n kameraadschap wordt beleefd.
Dit praktisch beleven van deze nieuwe wereld
beschouwing is veel overtuigender, dan wanreer
dit op eenigerlei andere wijze geschiedt. Ik
wensch den Nederlandschen Arbeidsdienst, die
een instelling van den Nederlandschen Staat is
en blijven zal, veel succes bij de vervulling van
zijn groote, volksopv.oedende taak. De Duitsche
Arbeidsdienst is altijd bereid, hem daarbij ter
zijde te staan.
Commnadant Breunese, op weg naar dit
doel zult gij vele misverstanden en hindemissen
moeten overwinnen, doch als oude rijder weet
gij, dat men over hirdem'ssen h^en komt
Ik geloof, dat de idee van den Arbeidsdienst,
zooals deze in Duitschland is doorgedrongen,
ook in het nieuwe Europa zal doordringen en
dat zij, evenals zij voor het Duitsche volk een
middel was om over alle verdeeldheid heen tot
verbondenheid te komen, dit ook in het nieuwe
Europa zal zijn."
Met groote aandacht hebben de aanwezigen
deze toespraak aangehoord.
Het laatste bezoek was aan „De Schelenberg",
het kamp van den Nederlandschen Arbeidsdienst
voor meisjes. Bij aankomst stonden de deel
neemsters op het terras opgesteld, waar zij het
gezelschap met zang welkom heetten. Nadat de
Reichsarbeitsführer de meisjes had geïnspec
teerd, werd ook hier de inrichting bezichtigd.
Nadat nog tezamen met de deelneemsters een
thee was gebruikt, ving het gezelschap den
terugtocht aan.
In ons avondblad van Zaterdag 22 Maart
kwam een bericht van onzen Haagschen redac
teur voor, waarin mededeelingen werden gedaan
betreffende de toekomstige organisatie van het
bedrijfsleven.
Naar wij echter van de organisatiecommissie
vernemen, moet de voorstelling van zaken, die in
dat bericht wordt gegeven, onjuist worden ge
acht en zij betreurt het, dat onze redacteur zich
niet tevoren bij de bevoegde instanties van de
juistheid der mededeelingen heeft overtuigd.
Deze niet met de werkelijkheid overeenstemmen
de publicatie moet te meer ongewenscht geacht
worden, daar zij tot ernstige misverstanden aan
leiding zou kunnen geven.
Het in beurskringen loopende gerucht,
als zou pariteit tusschen Gulden en Rijks
mark te wachten zijn, werd van bevoegde
zijde ongegrond genoemd. Van een voor
nemen in deze richting is geen sprake.
Het bestuur der St. Radboudstichting te
Utrecht heeft met ingang van 18 Maart J.L toe
gelaten als privaat-docent aan de faculteit der
letteren en wijsbegeerte aan de R. K. Universi
teit te Nijmegen dr. B. Knipping te Nijmegen,
om onderwijs te geven in de Iconographie van
de Middeleeuwen en den nieuwen tijd.
Dr. Knipping is conservator aan het Bisschop
pelijk Museum te 's-Hertogenbosch.
De nestor der Nederlandsche luchtvaartpio
niers, Se heer Adriaan Mulder, zal op 7 April
den dag herdenken, waarop hij dertig jaar ge
leden het eerste Nederlandsche vliegbrevet te
Gilze-Rijen behaalde.
De eerste vergadering- van den Bond voor
Heemkunde, korten tijd geleden opgericht, zal
worden gehouden Zaterdag 5 April des mid
dags te drie uur in het Kennemer-Lyceum te
Overveen.
AMSTERDAM. Geslaagd mej. M. F. Bakker
te Haarlem.
CCVtSBGO TE
TELEFOON
"S-GCAVENHAGE
1130.41
Bestuur: D. C. F. E. VAN HELDEN TUC-
KER. voorzitter; A. A B. BöCKER, gede
legeerde; Mr. J. J MONTIJN; N. J. J.
GROBBEN; F. E. EVERS, administrateur
Tot deze week werd verzekerd ruim
in de volgende afdeelingen:
Afd. A. Woningen, winkels, boerderijen, in
ventarissen, enz tot 50.000.— en in
boedels tot 20.000.
Afd B. Andere en grootere risico's.
Afd. C. Persoonlijke Ongevallen.
Afd. D I/II Gevaarlijke risico's.
Afd. D. III Vaartuigen.
Afd E. Bedrijfsschade en Huurderving.
Afd. G. Geld, geldswaarden, preciosa.
Afd. H Herverzekeringen.
Halfjaarl. schaderegeling!
Afd. I. Inboedels tot 7500.
Driemaandel. schaderegeling!
Vraagt inlichtingen bij Uw
ASSURANTIE-BEZORGER
Als opvolger van den op 8 Juni 1940 in het
ziekenhuis te Gent overleden Abt van de AboiJ
van Bornhem, Godefridus Willibertus Indewey
O.Cist. van Oud-Gastel, is benoemd de zeer-
eerw. heer pastoor Eugenius Joaephus Dirck
O.Cist., geboren te Roosendaal 17 Maart 1878.
De nieuw benoemde werd gekleed op 17 Oc
tober 1896, geprofest op 18 October 1897 erl
priester gewijd op 20 September 1902.
In Juni 1904 werd hij benoemd tot kapelaan
te Oudenibosch en In 1935 als pastoor terzelfdei
plaatse als opvolger van pastoor de Wit O.Cist.
De Nederlandsche Arbeidsdienst beschikt over
een staforkest van beroepsmusici, grootendeels
afkomstig uit do voormalige korpsen van het
leger. Het orkest, ressorteerend onder het Cen
traal Muziek Instituut van den Nederlandschen
Arbeidsdienst, is zoo samengesteld, dat het als
harmonie-ensemble kan optreden, maar tevens
in staat is de uitvoering van symphonische
werken of composities voor strijkorkest op zien
te nemen. De leiding berust bij drs. J. van der
Griend, die sedert eenigen tijd geregeld met het
orkest repeteert.
Dezer dagen is het orkest voor het eerst in de
zaal De Ruyterstraat 67 te 's-Gravenhage opge
treden. Het talrijk opgekomen auditorium werd
gevormd door de leden van den staf N.A.D. met
hun dames. Ook commandant J. N. Breunese
gaf door zijn tegenwoordigheid van zijn belang
stelling blijk.
Het programma bestond voor de pauze uit de
Ouverture „Prometheus" van Beethoven, ballet-
en entr'actemuziek uit „Rosamunde" van Schu
bert en „Eine kleine Nachtmusik" van Mozart.
De uitvoering van deze werken viel bij de toe
hoorders bijzonder in den smaak en oogstte le-
vendigen bijval. Na de pauze speelde detdocent
aan het Centraal Muziek Instituut, de heer R.
van Yperen, als solist de „Variations Sympho-
niques" van Franck,