Het Camera-mysterie Uit andere bladen <Ket im&aal den dag w t-t De Rijkspostspaarbank Het Prado-museum na den Burgeroorlog Surplus van 100 millioen ZONDAG 30 MAART 1941 „Doodenwacht bij onze gevallenen" Humane hongerdood Toen de wekker niet afliep Schoenendistributie te Tilburg BEURS VAN NEW-YORK Aarzelende stemming met Weinig handel Omzet: 210.000 shares Terugbetalingen overtreffen inleg- sommen met ruim 160 millioen Het verloop in 1940 Koersen Nederlandsch Clearing- instituut Een berichtje, dat dezer dagen in de bladen verscheen, gewaagde ervan, dat het wereldbe roemde Prado-museum te Madrid weer her opend is, na sinds het uitbreken van den bur geroorlog gesloten te zijn geweest. Aan deze heropening was voorafgegaan een grondige in- en uitwendige restauratie van het gebouw, dat zwaar te lijden had gehad van het oorlogsge weld. Het grootste probleem volgens bedoeld bericht was echter geweest het terugvinden van de tallooze kunstschatten van het museum, die bij het uitbreken van den oorlog naar tal van plaatsen in binnen- en buitenland in vei ligheid waren gebracht. Moeizaam zoeken was noodig geweest om. al die werken weer op te sporen. Het berichtje maakte vervolgens mel ding van twee dier werken, welke zoo pas weer te voorschijn zijn gekomen en wel in het kasteel (der graven) van Perelada in Noord-Catalonië, t.w. een aan den beroemden vijftienden eeuw- schen meester Berruguete toegeschreven Chris tus, die de centrale figuur was van een apostel- groep, waarvan de overige deelen verloren zijn gegaan; en een beroemd Christusbeeld van Bambü, dat voor den burgeroorlog werd ver eerd in het klooster van Santa Clara te Jaen. Dit bericht behoeft eenige correctie. De Spanjaard Berruguete, aan wien de teruggevon den Christus van de apostelgroep wordt toe geschreven, is natuurlijk Alonso, de beroemde beeldhouwer, vnl. van houtsculptures, die bü Michel Angelo in de leer was geweest en die in de eerste helft van de zestiende eeuw in Spanje werkte. Zijn belangrijkste behouden werk Js een serie reliefs, welke een gedeelte van de koorstoelen van de kathedraal van Toledo sie ren. Het bericht wekt ook den indruk alsof het Prado-museum eerst nu weer voor het publiek zou zijn opengesteld. Dit is ten eenenmale on juist; de wederopening met uitzondering van de enkele zalen beeldhouwwerk, die echter van ondergeschikt belang zijn. had reeds plaats in het jaar 193S, na den terugkeer van de se lectie meesterwerken, welke met goedvinden van de regeering van generaal Franco, in den zomer van dat jaar te zien waren op de groot- sche tentoonstelling te Genève. Wü zelf heb ben vorig jaar Januari en Februari het Prado- museum meermalen mogen bezoeken, waarbij wü konden constateeren, dat nagenoeg zonder uitzondering alle schilderden terug waren op hun zelfde plaatsje aan denzelfden wand, waar wij ze enkele jaren voor het uitbreken van den burgeroorlog reeds hadden gezien. Er was zelfs meer te zien dan toen, wijl voorloopig ook een gedeelte van het schilderijenbezit van het Escoriaal in de Prado-zaken was onder gebracht. Daaraan was het te danken, dat wie begin vorig jaar te Madrid vertoefde, in het Prado o.a. de belangrijkste verzameling werken van Jeroen Bosch kon bestudeeren, welke wel ooit bijeen geweest zal zjjn. Op de Zondagen, waarop de toegang tot het museum kosteloos is, bood het prada weer als vanouds zün typisch aspect: lange files men- schen, die queue maakten voor de tourniquets van de „entrada" en van de „salida"; zalen, even vol wandelaars als buiten de „paseos", zoo dat vanwege de menschen welhaast geen schilde" rijen meer te zien waren'; bekenden uit de ele gante wereld ontmoetten er elkaar met hoof- sChen groet; vrouwen uit het volk maakten er een wandelingetje met het jongste kind op den arm, precies zooals zü 's middags naar de bioscoop zouden gaan of ook wel naar een po pulair concert. Wat het opsporen van de verspreid in vei ligheid gebrachte kunstschatten betreft, dit is heusch niet zoo moeizaam geweest. Onnoeme lijk veej is er tijdens den burgeroorlog verloren gegaan, vnl. aan architectuur en polychrome beeldhouwkunst. Het kunstbezit van het Prado had echter maar weinig geleden, dank zü den tiver en het beleid, waarmede de museum-di rectie bü het uitbreken van den oorlog voor de veiligheid van het aan haar zorgen toever trouwde bezit heeft gezorgd. De regeering van generaal Franco heeft niet nagelaten zulks te erkennen. De ontwerpen voor de gebrandschilderde rctmen in de voormalige Zuiderkerk te Rotterdam, vervaardigd door Marius Richters, zijn geëxposeerd op de Paasch- tentoonstelling „De Christusgedachte", welke in het Rijksmuseum te Amsterdam is geopend (Foto Pax-Hollan) Onder auspiciën van de vereeniging „Ons Leger" wordt door Zomer en Keuning's Uitge versmaatschappij1 ter Wageningen voorbereid de uitgave van 'n nationaal gBdachtenisboek „Doo denwacht bü onze gevallenen." Schrüver is de vooral als radio-reporter bekend geworden journalist G H. Hoek, die in dit werk vermeldt hoe onze mannen op de verschillende strijd- tooneelen vochten en vielen en die ook een ster ken indruk geeft van de wijze, waarop aan de dooden de laatste eer is bewezen. De schrüver heeft zich de medewerking verzekerd van den oud-hoofdaalmoezenier van leger en vloot, pastoor J. J. Noordman, en van den oud-veld prediker in algemeenen dienst dr. W. G. Har- renstein, die gezamenlijk een herdenkingshoofd stuk schreven, terwül dr P. Prins, die in de ziekenhuizen te Dordrecht de doodelük ge- wonden bijstond, zün indrukken weergaf. Het boek zal worden ingeleid door generaal-majoor K. E. Oudendijk, voorzitter van de vereeniging „Ons Leg^r". In de uitgave wordt opgenomen een lüst van allen, die in den strijd te land en ter zee zün omgekomen. Een deel van de opbrengst van het boek zal worden gereserveerd als büdrage in de kosten van het nationaal monument, dat na den oorlog ter herdenking van de gevallenen zal worden opgericht. Volgens „Associated Press" heeft Noël Hall, die door het Britsche ministerie voor de blok kade aan de Engelsche ambassade te Was hington met den rang van gezant is toegevoegd, vóór zijn vertrek naar Amerika op een pers conferentie o.m. verklaard, „dat de blokkade van Europa een werk is van menschenliefde, omdat het 't dooden op het slagveld van jonge menschen verhindert". „Het Volk" brengt deze uitlating in verband met de onderhandelingen, die de Fransche ambassadeur te Washington, Henry Haye, op het oogenblik voert over drin gend noodzakelüke hulp: zendingen naar Frankrük. Met verontwaardiging schrijft ge noemd blad dan o.m.: „De landen van West-Europa weten het nu: ter wille van vele en verheven Britse idealen hebben zij als Engelse voorpost gestreden thans zullen zij, als het in Londen'svermogen ligt, op strikt mens lievende wijze verhongeren, want de Britse staatslieden worden draaierig als zü bloed zien. Er zün sedert 1919 nog weinig zó spre kende staaltjes van onwaarachtigheid ge toond. Als straks echter werkelük de Franse vrouwen en kinderen bloedloos sterven, weten zü nu uit Noël Hali's mond althans, dat zü „humaan" gestorven zün. En Amerika? Het* ontvangt dezen ge- zant-der-mensenliefde klaarblükelük zonder gewetensbezwaren, en het herziet maar al te gaarne de eigen humaniteitsbegrippen, zover die nog niet „bü" mochten zijn. Op dit ogenblik lopen door New York's stra ten al demonstrerende jonge vrouwen, die in* diep-menselijke bedoeling professor Noël Hall naar de kroon steken. Leerzame foto's lichten er ons over in. Deze vrouwen dra gen borden voor zich uit, waarop zü „eisen", dat Frankrijk verder zal worden uitgehongerd De argumenten voor zoveel toegepaste mensenliefde grüpen behalve naar Hali's gloednieuwe argumentatie nog steeds te rug naar argumenten, die inmiddels reeds kaal werden van het intensieve gebruik: alles wat aan levensmiddelen naar het bezette gebied of zelfs naar het onbezette Frankrük gaat, komt tóch maar in Duitse handen. De mensheid vergeet snel. En Amerika zelf weet in 1941 al niet meer, dat het van 1914 tot 1918, zelfs nog in de jaren dat zijn eigen legers met de Duitse streden, wèl deed wat het nü onmogelijk acht: het zond, de toen voor Duitsland heel wat schadelyker blokkade ten spijt, uitgebreide levensmiddelen-zendingen naar het bezette België. Heel moeilük is het niet, zich dat te her inneren. Ook toen was het Herbert Hoover die de organisatie op zich nam. HU was voorzitter van de „Commission for relief in Belgium" en het bleek al in November 1914 (na enkele maanden oorlogvoering) mogelijk, tot een bevredigende regeling te komen. Duitsland wilde afzien van het requireren der voedselzendingen, gelük het dit thans opnieuw wil. Amerikaanse amb tenaren van de Hoover-commissie contro leerden de verdeling, gelük zij dit ook nü zouden kunnen doen. Engeland liet de zendingen door, gelijk het ditmaal op menslievende grondslagweigert te doen. Waarom? Uit machteloze woede over het onloochenbare feit, dat de blokkade dit maal Duitsland niet deert en slechts En- geland's bondgenoten van gisteren treft? In Februari 1915 kwam de eerste voedsel- zënding uit Amerika voor België aan: 275.000 zakken meel. Kleren en dekking; graan en suiker, koffie, cacao en melk, vlees en vet volgden. In Juni 1918 waren totaal 9600 scheepsladingen naar België verzonden. Dat kón, want Noë] Hali's mensenliefde was nog niet tot volmaakt heid gekomen. Het kon óók, toen Amerika al rechtstreeks in de strijd verwikkeld was. En de ouders van de jonge vrouwen, die thans op borden het uithongeren van Frankrük vorderen, gaven toen millioenen aan het Hoover-comité. Sindsdien heeft de mensenliefde vorde ringen gemaakt. De eerste stappen in de richting van Noël Hall's ideaal zetie En geland in November 1918, toen het, on danks de wapenstilstand, voortging met het uithongeren van Duitse vrouwen en kinderen: de oorlog was voorbü, de blok kade bleef gehandhaafd. De bü die menslievende maatregel be horende cüfers zijn nog altüd leerzaam voor de gemoderniseerde Britse humaniteit van 1941. Men vergelijke: alleen aan de gevolgen van de na het sluiten van de wapenstilstand van 1918 voortgezette En gelse blokkade stierven volgen trieste statistieken nog 800.000 vrouwen en kin deren. De huidige oorlog kostte Duitsland, met inbegrip van het voorjaarsoffensief van 1940, het bloed van 39.000 soldaten. Professor Noël Hall zou voor het toetsen van zün humaniteits-stelling die beide cij fers óók wel eens tegen elkaar kunnen af wegen. Zelfs wanneer hij in de rekening verwerken moet, dat er ditmaal geen Duitse vrouwen en kinderen zullen ver hongeren. Helaas voor zün menslievende inzichten zullen de cijfers, ook ondanks dat feit, waarschünlijk niet verhelderend werken. Achthonderdduizend bloedloos ge storven Franse vrouwen en kinderen we gen op Londen's humane weegschaal ein deloos lichter dan negen en dertig duizend voor de eigen zaak ingezette Britse sol daten? Het zün immers maar de vrouwen en kinderen der bondgenoten." MIH»M IttlttlllMM llltllltlll Guus Wenders bewoonde sinds den dood van n moeder een gemeubileerde kamer. Dit nieu- e leven viel hem niet büster mee, maar hü tond er nu eenmaal voor, dus was er niets aan e veranderen. Hü was nu geheel op zichzelf angewezen. Hij miste vooral zeer de knusse vonden van eertijds en de eenzaamheid en iet ongezellige van zün kamer dreven hem naar .uiten. Hij slenterde wat door de straten, ofwel bracht hij zün avonden in een café, schouwburg of bioscoop door. Hij was kantoorbediende. Zün ouders hadden hem eenig geld nagelaten maar toch mocht hü er niet ruim mee omspringen, wilde hü geen armoe gaan lijden, want als bediende waren zün vendiensten maar gering. Hü i leidde een regel matig leven en was steeds een van de eersten op kantoor, waardoor hij dar ook soms tot voorbeeld aan de laatkomers ge steld werd. Toen kwam Miepie, een kittig modistetje, die in een modezaak werkzaam was, een groote verandering in zün levenswijze brengen. Miepie had een vroolijk karakter en was knap. Ze zei van Guus te houden en zeer gesteld te zün op uitgaan. Vooral haatte ze het vroeg in haar nestje te moeten kruipen, zooals zü zich uit drukte. En Guus, bhj met haar genegenheid voor hem, ging eiken avond met Miepie op stap en meestal ook nog op de vrüe dagen. Het werd dikwüls heel laat en Guus kon 's morgens, wanneer zün wekker afliep, büna zün bed niet uit. En het gebeurde wel eens, dat hü op kan toor onder zün werk indommelde. Hü kon ook niet meer als voorbeeld dienen voor de laat komers, erger nog: men begon hem onder deze categorie te rangschikken. Zün patroon had hem reeds over deze verandering onder handen genomen en gewaarschuwd, dat hij te laat komen niet duldde. In dat opzicht hield hü niet van halve maatregelen: allen, die zonder voldoende reden niet op tüd waren, werden nherroepelijk zonder pardon ontslagen. „Het wordt bü ons meenens", zei Guus tot Miepie. „De baas wordt geweldig lastig. Als wü te laat komen, dan staan we op straat." „Die hooge heeren roepen altüd hard om iemand bang te maken", vond Miepie. „Maar je moet steeds je wekker goed op tüd zetten, dan kan je niets gebeuren. Dat doe ik ook." Guus zette zorgvuldig zün wekker, liet hem soms afloopen om te Jen, of hij op het juiste uur stond. Voor geen geld van de wereld wilde hü over tüd komen. Alles ging naar wensch. Maar op een morgen, hü was erg laat thuis gekomen, na den heelen avond met Miepie in een dancing te hebben doorgebracht, werd hü om tien uur eerst wakker. Hü staarde ver schrikt naar den wekker. Luisterde. Ja, hü tikte nog. „Tien uur! Groote goedheid!" Hü wierp het dek van zich af en sprong zijn bed uit. Hü dacht: Dit beteekent mün ontslag! Ab soluut! Waar vind ik ooit een andere baan? Wat moet ik beginnen? En ik zal niet meer met Miepie kunnen uitgaan. En wat dan? Laat ik in 's hemelsnaam een excuus verzinnen en zoo probeeren te mogen blüven. Kiespün gehad. Slecht geslapen, neen, heelemaal niet kunnen slapen. Eindelük tegen den morgen pas ingedut. Den wekker toen niet gehoordHü kon het in alle geval wagen. Een leugen om bestwil. Zou wel zorgen, dat dit nooit meer voorv. Hij kon zich misschien op deze manier redden Onder deze overweging had Guus zich al half aangekleed en streek een paar maal met zün borstel door zün haar. Zonder ontbüt, on geschoren, ongewasschen, boord en das in d# hand, de schenen nog los, snelde hü naar be neden en riep de eerste de beste taxi aan, die hij zag. Onderweg voltooide hij in haast zün toilet. De auto stopte. Guus sprong er uit, be taalde en rende met een bang hart de zes steenen treden op naar zün kantoor. Hü stiet zijn neus tegen de deur, die anders altüd open stond Verbaasd keek hü naar de ramen. Er was achter de ruiten geen leven te bespeuren. Toen herinnerde hij zich. Het was Zondag. O! Wat 'n stommerik was hü! Van die Zondags stemming in de straten had hü niets gemerkt, omdat hü in den wagen zich met zün toilet had moeten bezighouden. Lachend, van zün angst ontheven, liep hü de stoep af. Nu wist hü alles weer. Hü had, omdat het Zondag was, en hü eens heerlük wou uitslapen, den wekker niet eens gezet. Zondagmorgen.... Zün gezicht betrok plotseling. Het was alles de schuld van Miepie, die maar altüd langer wilde blüven. Miepie, die veelelschend was, die hem feitelük uitbuitte, hem aftroggelde, want telkens had. ze weer zin in het een of ander, dat ze hem dwong voor haar te koopen, soms zelfs onder bedreiging niet meer met hem te zullen omgaan, indien hü niet kocht hetgeen zü verlangde.En die avonden in dancings En al het geld dat hü hierdoor kwü traakte, geld, dat zijn ouders met werken verdiend had den.... En nu zoo'n zondagmorgenAls moeder dit alles wist.... De angst, dien hü doorstaan had, bracht hem verder weer op het oude pad terug. Dien avond wachtte Miepie hem tevergeefs op de afge sproken plaats. (Nadruk verboden) De distributiedienst deelt mede, dat de uit reiking van schoenenibonnen te Tilburg tot na der order moet worden stopgezet, omdat er geer, bonnen meer zün. Binnen enkele dagen wor den de toegezegde bonnen verwacht, zoodat dan weer met de uitreiking zal worden voortge gaan. NEW-YORK, 29 Maart 1941. De New-Yorksche effectenbeurs opende vandaag lusteloos. De om zetten bleven zeer beperkt en bepaalden zich in de meeste gevallen tot kleine posten, daar de koopers groote terughoudendheid in acht na men. Eenige stimulans ging nog uit van de vaste houding der goederenmarkten, terwül ook de bijlegging van eenige stakingen in beurskringen een goeden indruk maakte. Onder invloed daar van konden spoorwegwaarden en enkele andere specialiteiten fractioneele ftoersverbetering be halen. Daarentegen waren de noteeringen van staal- waarden onveranderd, ondanks de raming der In aansluiting op de gegevens reeds vermeld in onze vorige editie, ontleenen wü nog aan het jaarverslag van de Rijkspostspaarbank het vol gende: De in September van 1939 uitgebroken oorlog is van grooten invloed geweest op het spaarbe- drijf in Nederland. Het aantal inlegposten bü de Rükspostspaarbank verminderde in dat jaar met 362.941, het ingelegde bedrag met 49,3 mil lioen, terwül het aantal en bedrag der terug betalingen steeg van 2.008.433 posten met 202,5 millioen, tot 2.075.677 posten met 238,8 millioen, zoodat het voordeelig saldo van ruim 60 mil lioen in 1938 verkeerde in een nadeelig saldo van 25,5 millioen in 1939. In hoofdzaak hebben de maanden April, Augustus en September tot het nadeelig saldo medegewerkt. De maanden Januari en Februari gaven nog voordeelige saldi te zien, maar in Maart kwam een terugslag en liepen de inleggingen terug 1tot 272.382 en in April zelfs tot 185.827. Daarna namen de inleg gingen wel weer toe, en volgden eenige maan den met voordeelige saldi, maar in Augustus be gon de onrust zich sterk te doen gevoelen en het uitbreken van den oorlog in September bracht een zeer sterken achteruitgang van de inleggin gen, terwijl daartegen de opvragingen sterk toe namen. Tegen het einde van het jaar ging de onrust echter weer iets luwen en kon een kleine verbetering worden waargenomen. Vanzelfsprekend gaat echter de aandacht uit naar het verloop van zaken in 1940, en hoewel het verslag daarvan nog niet in optima forma is verschenen, heeft de Rükspostspaarbank dien aangaande toch eenige mededeelingen gedaan, welke een goed beeld vormen van de ontwikke ling van de situatie in het achter ons liggende j&id-Z*. De navolgende cüfers betrekking hebbende op de terugbetalingen en de inleggingen in 1940 zün vooral in dit opzicht veelzeggend. aantal aantal terugbe- inleggingen talingen Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Oct. Nov. Dec. 127.927 118.124 136.950 157.542 465.389 388.403 349.896 230.773 161.226 197.336 206.295 173.069 211.752 266.927 224.880 187.402 79.079 47.796 71.721 84.282 71.905 75.096 70.908 58.830 Totaal 1940 2.712.930 1.450.578 bedrag voor- of na terug bedrag betaald Ingelegd deelig saldo 14.752.240 16.111.377 1.359.137 12.899.256 18.242.861 5.343.604 17.025.210 15.789.836 1.235.374 19.191.573 13.455.823 5.735.750 26.254.723 6.620.650 19.634.072 32.005.793 5.071.748 26.934.045 36.782.496 9.058.706 27.723.790 30.432.916 10.259.624 20.173.292 19.511.153 8.960.093 10.551.060 27.586.224 10.022.638 17.563.586 34.675.803 9.684.255 24.991.548 29.126.468 7.517.257 21.609.211 300.243.855 130.794.866 —169.448.987 Terwyl in de maanden Januari en Februari de terugbetalingen verminderden, n.l. in Januari tot 127.927 en Februari tot 118.124, terwül daar tegenover de inleggingen toenamen, n.l. in Ja nuari tot 211.752 en Februari tot 266.927, ging de situatie zich in Maart reeds wüzigen. Het aantal terugbetalingen nam toe; daartegenover verminderde het aantal inleggingen. Door de groeiende spanning, het uitbreken van den oor log en door het bezetten van ons land werd echter een groote ongerustheid teweeg gebracht. Het vertrouwen verdween zienderoogen, niet het minst in verband met valsche geruchten, dat de spaarbank niet in staat zou zün te betalen, dat het kapitaal van de bank zou worden geblok keerd of in beslag zou worden genomen. Boven dien openbaarde zich een groote vrees voor in flatie met het gevolg dat zeer veel geld noode- loos van de bank werd teruggehaald. Hierbü dient tevens in aanmerking te worden genomen, dat aan de Rijkspostspaarbank de laatste jaren, in verband met den lagen rentestandaard, groote bedragen aan depositogeld waren toevertrouwd, welke gelden de Rükspostspaarbank, daar zij aan veel wettelijke bepalingen vastzit, niet kon weige ren. Zij kreeg dus aanzienlijke middelen toever trouwd, welke feitelük geen zuiver spaarbeld kon den worden genoemd. Het gevolg hiervan was dat toen in verband met de oorlogsomstandigheden voor allerlei doeleinden veel geld benoodigd was, niet alleen door de spaarders te zamen groote bedragen werden teruggetrokken, maar ook de gelden, welke in feite deposito's waren, werden weggehaald. De Rükspostspaarbank moest zich dientengevolge een groote aderlating getroosten, maar heeft dit zonder schokken of verliezen ge makkelijk kunnen doorstaan. Reeds jaren achtereen tóch waren in verband met de steeds toenemende spanning in Europa voorbereidende maatregelen getroffen om, in ge val zich een calamiteit mocht voordoen, aan alle eventualiteiten het hoofd te kunnen bieden. De Rükspostspaarbank beschikte dan over aanzien- lüke bedragen aan vlottende middelen. En zelfs na de groote sommen, welke de bank in het^af- geloopen jaar heeft terugbetaald, heeft zij 'ook thans nog over zoodanige bedragen aan liquide middelen de beschikking, dat zü onmiddellük aan alle aanvragen kan voldoen. In 1940 werd bü de uitbetalingen wel een zekere beperking toegepast, maar deze beperking werd onmiddel lük te niet gedaan toen ook hier te lande het bankmoratorium werd opgeheven. Het tegoed der inleggers bedroeg uit. Decem ber 1940 515.844.037, terwijl het aantal spaar bankboekjes op dien datum in omloop 2.332.482 bedroeg. Tegenover dit obligo van rond 516 mil lioen gulden bedroeg het nominale bezit van de Rijkspostspaarbank aan het einde van 1940 710.273.842, terwül het reëele bezit 616.446.883 beliep. Dit reëele bezit wijst ten aanzien van de totale verplichtingen dus nog een surplus van ruim honderd millioen gulden aan. Hierbij dient te worden overwogen dat de winsten, welke wer den gemaakt, steeds in het bedrüf zijn belegd. Per 31 December 1940 bedroeg het reservefonds 78.378.672. Wat nu de resultaten in. het afgeloopen jaar betreft, zoo werd een rentewinst gemaakt van 8.488.284, waaraan kon worden toegevoegd een winst bü aflossing van 544.404, te zamen ma kende 9.032.688. Hieraan kan nog worden toe gevoegd een omzetprovisie groot 20.226, zoodat de brutowinst ƒ9.052.915 groot was. De onkos ten vorderden ƒ2.030.349, zoodat het zuivere be drijf soverschot ƒ7.022.566 bedroeg. De koersver schillen leverden een voordeelig saldo op van niet minder dan ƒ22.734.992, te zamen makende een bedrag van 29.757.558, welk bedrag aan het reservefonds kan worden toegevoegd. Ten slotte kan nog dienen dat in 1940 büna 86.000 nieuwe beleggers bü de Rükspostspaarbank werden ingeschreven. bedrü'vigheid in de staalindustrie, die men voor de komende week voor de gebieden van Youngs- town en Pittsburgh op ruim 97 procent meent te mogen stellen. De handel in deze afdeelmg werd nog beperkt door de onzekerheid die er ten aanzien van het loonvraagstük in verband met de stakingen bestaat en door de nog niet gepubliceerde prijzen voor het tweede kwartaal. Ook petroleumwaarden hadden slechts een be perkte markt en wezen zeer kleine schomme lingen aan. Niettegenstaande de verdeelde nouding der markt vielen er voor een aantal fondsen koers stijgingen van 1 tot 2 punten op te merken. Dit was onder meer het geval met Eastman Kodak, United Fruit, American Tel. and Tel., U. S. Smeltung en Union Pacific. De beurs sloot ver deeld. Vandaag werden 478 fondsen verhandeld. Daarvan zün er 176 in koers gestegen, 164 ge daald. De noteeringen der 138 overige bleven onveranderd. Slotk. Slotk. Slotk NEW-YORK 29/3 28/3 27/3 Allied Chem154 153 153 American Can 86(4 86% 86% Am. Smelting 39% 3914 40 Amer Tel Tel 160% 162 163 Am. Tobacco B 69 68% 86 Anac. Copper 24% 24% 24% Atchls Topeka 25% 25% 25% Baltim. Ohio 3% 3% 3% Bethlehem St76% 76% 77% Canada Paelf3% 3»% 3% Chrysler Corp62% 62% 64% Cons Edison 20% 20% 21 Delaw Huds 9% 9% 10% Eastman Eod 133% 134% 134% Gener Electric 32% 32% 32% Gen, Motors 42% 42% 43% Hudson Motor 3% 3% 3% Intern. Nickel 26% 26% 26% Int. Tel. a Tel. 2% 2% 2% N, Y. Central12% 12% 12% Pennsylvania 24% 24% 24 Radio Corp4 4 4 St. Oil N.-Jer* 34% 35 35>4 Union Paclflo 77 75% 76% Un St. Rubber 22 22% 22% Un. St. Steel 57 56% 57% Westing house 94 94'/j 94% Woolworth 30 30% 30% laten, t ex-dlv„ S ex-recht.. ex-coup.. Slotk. 26/3 1521 85 39 v. 161 68 *4 24% 25% 7$ 3% 63% 21 10% 133 32% 42% 36^* 2% 12% 24 4 35% 77% 22 57 93% 30% r bled. DOOR PERCY KING 10 Nadruk verboden „Archibald is altijd onstandvastig in zijn af fecties geweest. Als student had hü den bijnaam „Dat wat je niet hebt". Bezat hü eenmaal, waar hij zün zinnen op had gezet, dan was de be koring er gauw af. In dit opzicht leek hij een kind, dat telkens om nieuw speelgoed dwingt, maar 't na een paar dagen niet meer aankijkt. Archie's besluit moet intusschen voor den ouden heer een teleurstelling zün geweest. Die had u graag met zün zoon getrouwd gezien." „Ja. Toch nam hij 't niet tragisch op. In zijn hart is hij een echte koppelaar; nu weer heeft hü Mark Peckham voor me bestemd." Eleanor lachte za-chtjes; toen maakte haar arm een be weging, waarmede zü te kennen wilde geven, dat zij een streep onder dit chapiter had gezet. „We dwaalden af. Wanneer niet Jerome de moordenaar is, dan moet 't een ander zün, die belang heeft bij Archie's dood. In dat geval behoeven we niet ver te zoeken, dunkt me. „Bedoelt u Melchior? Of Lawrence?" „Wie anders? Archie stond tusschen hen en een dikke erfenis. Op oom Anthony's einde kon den ze nog wel wachten een man van zeven tig heeft niet veel meer in te brengen. Ze zün nu zelfs dichter bü hun doel, dan ze misschien denken. Oom Anthony komt nooit over Archie's dood heen. Dikwüls heb ik 't gevoel, dat hü niet de minste waarde meer aan 't leven hecht. Lawrence en Melchior Tc heb ze altijd als jakhalzen beschouwd. Als u ze kende, zooals ik /e ken, zoudt u weten, dat ze iets in hun schild voeren. Niet voor niets hebben ze een onguur type als Soper hier gebracht." In één adem voegde Eleanor er'aan toe: ,,'k Vind hem een griezel. Vanavond waagde hy 't, me te zeggen, dat nog nooit een meisje zoo'n indruk op hem heeft gemaakt als ik." ,,'k Wil afwachten, wat Jerome meedeelt, vóór 'k iemand beschuldig. Komaan, 'k moet naar de haven terug. Settle zal niet weten, waar 'k blijf. Maar eerst breng 'k u binnen." ,,'k Ga met u mee." Henderson schudde glimlachend 't hoofd „Niets er van. U gaat naar binnen en naar bed." „Neen. U ziet me voor een kind aan, geloof 'k. Denkt u soms, dat 'k bang ben? U zult Eleanor's stem stokte. „Hemel!" riep zij eens klaps uit, Henderson bü een arm grüpënd. „Wat was dat?" Ook de advocaat had 't gehoord. Hü meende tevens te weten, wat 't geluid had veroorzaakt een roeispaan was harder in de boot terecht gekomen, dan in de bedoeling kon hebben ge legen van dengene, die haar had gebruikt. De nachtstilte ving elk geluid op en droeg 't tot op verren afstand. Hij liët zyn, verzet ineens varen. „Ga mee, ja. We zullen zien, wat er aan de hand is." Ze volgden 't pad, dat naar de haven leidde. Eleanor, die zoo pas met veel aplomb had ver zekerd, dat ze niet bang was, legde als een be angst kind haar hand in die van Henderson. Boven hen, in de kruinen der boomen, zong de nachtwind zijn droomerig lied. Ofschoon zü voortmaakten en zich er niet om bekommerden of hun nadering kon worden gehoord, leek 't een eeuwigheid te hebben geduurd, voor zü 't slingerend pad hadden afgelegd en op onbe groeid terrein kwamen, waar 't ineens minder donker was. In de verte doemden vaag de om trekken van 't bootenhuis op. Met een ruk bleven zü eensklaps staan wederom was de stilte verstoord, 't Geluid kwam van achter hen, uit de richting van de villa. Van één en dezelfde ge dachte vervuld, draaiden zij zich om en tuurden dien kant uit. 't Was te donker, dan dat zij iets konden onderscheiden, maar in de ongerepte stilte van den nacht hoorden zü een deur slui ten. Iemand was 't huis binnen gegaan. Zwügend legden zij den resteerenden afstand tot de haven af. Er was geen Robert Settle te bekennen. Henderson floot zachtjes. Toen ook na herhaling 't signaal niet werd beantwoord, liep hü voetje voor voetje de glooiing naar de baai af, tot hij eensklaps struikelde. Een onpar lementaire uitdrukking ontviel den advocaat, eer hü zich er rekenschap van had kunnen geven, in gezelschap van een dame te zijn. Op de knieën liggend, betastte hü de massa, die hem bijna tegen den grond had doen slaan een menschelük lichaam. „Daar ligt iemand!" Achter zich hoorde hij Eleanor's snelle adem haling. „Wie is t?" fluisterde zü. „Settle?" Henderson belichtte 't gezicht van den man, die buiten kennis was, maar 't er overigens goed had afgebracht. Toen kwam hü overeind. „Ja, Settle," antwoordde hü. „Hü is bewuste loos geslagen en 'k wil wedden, dat de roei spaan er een rol bü heeft vervuld." „Wie kan 't gedaan hebben?" De advocaat trok de schouders op. „Een kwestie van later zorg. Misschien geloofde de schurk, dat hü met dien éénen mep kon vol staan. Misschien speelde de duisternis hem parten en dacht hü, dat Settle bü zijn val in 't water was terecht gekomen, 't Is afgaand tü en daarmee zou 't lichaam de baai uitdrijven, naar den oceaan. Was dit werkelijk de bereke ning van den misdadiger, dan maakte hü een leelüke fout." „We kunnen Settle bezwaarlijk hier laten, opperde Eleanor. „Natuurlük niet. In geen geval zelfs. De mo- gelükheid bestaat, dat de schurk zich komt over tuigen, of alles goed van stapel is geloopen. Settle heeft een fiksche klap gekregen, meer niet. Na een stevigen slaap zal hü de oude weer zün. We brengen hem voorloopig naar een plek, waar hü uit 't oog ligt. 't Oude tuinhuis lijkt me voor dat doel heel geschikt." Eleanor nam Settle bij de 'beenen. Henderson pakte hem bü de schouders. De afstand waa niet inlerhulp Nederland, breng licht in hei leven Uwer landgenooten. Doet Uw plicht als Nederlander en geeft naar kunnen. groot en bovendien woog de bejaarde man licht, 't Tuinhuis werd uitsluitend gebruikt voor 't op bergen van rommel. Henderson improviseerde van kleeden en matten een veldbed en stapelde er een aantal kisten voor. „Beter zóó, dan dat we hem naar de villa transporteeren. 't Is nergens toe noodig, sla pende honden wakker te maken. 'Straks zullen we uw oom wel op de hoogte stellen, want eerst hebben we iets te doen, waar meer haast bü is." Ook terwül de advocaat voor Settle zorgde, waren zün gedachten aan één stuk bij Jerome Moncrieff geweest. Hy liep met Eleanor de pier af en tuurde over 't watervlak, 't Jacht was een groote, donkere vlek geweest, recht voor den ingang van 't haventje. Nu viel daar niets waar te nemen de duisternis hing strak gesloten, zwügend, één en al dreiging. Even geheimzinnig als de boot was gekomen, even geheimzinnig was ze verdwenen. VII „Ze lag dëir," zei Henderson, na een be klemmende stilte, ,,'k Weet 't zeker, 'k Ben er met Settle geweest." Zijn eerste opwelling was, 't zoeklicht in wer king te stellen, maar bütüds bedacht hü zich 't Zou een aanwijzing voor Settle's aanvaller zijn, dat men zün misdaad had ontdekt en de schurk moest voorloopig in den waan worden gelaten, dat hij in zün opzet was geslaagd; mis schien vergaloppeerde hü zich dan. Henderson 's GRAVENHAGE, 29 Maart. Koersen voor stortingen op 31 Maart 1941 tegen verplichtin gen luidende in: Reichsmarken 75.36 Belga's 30.1432 Zwitsersche francs 43.56 Fransche francs 3.768 Lires 9.87 Deensche kronen 36.37 Noorsche kronen 42.82 Zweedsche kronen 44.85 Tsjechische kronen (oude schulden) 6.42 Tsjechische kronen (nieuwe schulden) TM Dinar (oude schulden) 3.43 Dinar (nieuwe schulden) 4.23 Turksche ponden 1.45% Lewa 2.30 Pengoe (oude schulden) 36.519 Pengoe (nieuwe schulden) 45.89 Zloty (oude schulden) 35.— Zloty (nieuwe schulden) 37.68 twijfelde er niet aan, of de dader moest onder Anthony's gasten worden gezocht. „Als 't jacht werkelük is verdwenen, kan er maar één verklaring bestaan," zei Eleanor. „Jerome kwam vlugger bij zijn positieven dan u dacht en voer weg." „Na eerst aan wal Settle te hebben neerge slagen?" ,,'t Lükt er wel op, vindt u niet?" „Neen. Eerstens was Jerome zóó beschonken, dat hü nog lang niet ontnuchterd kon zün. En dan als hij Settle onschadelijk wilde maken, had hü een veel gunstiger gelegenheid, toen de oude baas aan boord was. Er zit maar één ding 0p een onderzoek instellen op de plek, waar 't jacht heeft gelegen." Hü maakte de jol los, waarbij hü een nieuwe ontdekking deed. Settle had haar met twee knoopen vastgelegd, één voor en één achter den paal. Henderson herinnerde 't zich positief. NU was de jol met een enkelen knoop bevestigd, vooraan. Ze moest dus weer zün gebruikt na°a Settle hem van boord had gehaald, 't Versterkte Henderson's meening, dat de dader op 't eilan was te vinden. Eleanor stapte bü hem in de roeiboot. vorderden langzaam, omdat hü vermeed, le te maken. Zich tot 't meisje overtuigend, zei nu na een kleine tien minuten: „Op deze hoog lag 't." Maar hoe scherp zü uitkeken, zü dekten niets, zelfs niet toen hü 't water zün electrische lantaarn afzocht (Wordt vervolgd-'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 2