Het Camera-mysterie
Uit andere bladen
<Ket im&aal den dag
w
t-t
De Rijkspostspaarbank
Het Prado-museum na den
Burgeroorlog
Surplus van 100 millioen
ZONDAG 30 MAART 1941
„Doodenwacht bij onze
gevallenen"
Humane hongerdood
Toen de wekker
niet afliep
Schoenendistributie te Tilburg
BEURS VAN NEW-YORK
Aarzelende stemming met Weinig
handel
Omzet: 210.000 shares
Terugbetalingen overtreffen inleg-
sommen met ruim 160 millioen
Het verloop in 1940
Koersen Nederlandsch Clearing-
instituut
Een berichtje, dat dezer dagen in de bladen
verscheen, gewaagde ervan, dat het wereldbe
roemde Prado-museum te Madrid weer her
opend is, na sinds het uitbreken van den bur
geroorlog gesloten te zijn geweest. Aan deze
heropening was voorafgegaan een grondige in-
en uitwendige restauratie van het gebouw, dat
zwaar te lijden had gehad van het oorlogsge
weld. Het grootste probleem volgens bedoeld
bericht was echter geweest het terugvinden
van de tallooze kunstschatten van het museum,
die bij het uitbreken van den oorlog naar tal
van plaatsen in binnen- en buitenland in vei
ligheid waren gebracht. Moeizaam zoeken was
noodig geweest om. al die werken weer op te
sporen. Het berichtje maakte vervolgens mel
ding van twee dier werken, welke zoo pas weer te
voorschijn zijn gekomen en wel in het kasteel
(der graven) van Perelada in Noord-Catalonië,
t.w. een aan den beroemden vijftienden eeuw-
schen meester Berruguete toegeschreven Chris
tus, die de centrale figuur was van een apostel-
groep, waarvan de overige deelen verloren zijn
gegaan; en een beroemd Christusbeeld van
Bambü, dat voor den burgeroorlog werd ver
eerd in het klooster van Santa Clara te Jaen.
Dit bericht behoeft eenige correctie. De
Spanjaard Berruguete, aan wien de teruggevon
den Christus van de apostelgroep wordt toe
geschreven, is natuurlijk Alonso, de beroemde
beeldhouwer, vnl. van houtsculptures, die bü
Michel Angelo in de leer was geweest en die
in de eerste helft van de zestiende eeuw in
Spanje werkte. Zijn belangrijkste behouden werk
Js een serie reliefs, welke een gedeelte van de
koorstoelen van de kathedraal van Toledo sie
ren.
Het bericht wekt ook den indruk alsof het
Prado-museum eerst nu weer voor het publiek
zou zijn opengesteld. Dit is ten eenenmale on
juist; de wederopening met uitzondering van
de enkele zalen beeldhouwwerk, die echter van
ondergeschikt belang zijn. had reeds plaats in
het jaar 193S, na den terugkeer van de se
lectie meesterwerken, welke met goedvinden
van de regeering van generaal Franco, in den
zomer van dat jaar te zien waren op de groot-
sche tentoonstelling te Genève. Wü zelf heb
ben vorig jaar Januari en Februari het Prado-
museum meermalen mogen bezoeken, waarbij
wü konden constateeren, dat nagenoeg zonder
uitzondering alle schilderden terug waren op
hun zelfde plaatsje aan denzelfden wand, waar
wij ze enkele jaren voor het uitbreken van
den burgeroorlog reeds hadden gezien. Er was
zelfs meer te zien dan toen, wijl voorloopig
ook een gedeelte van het schilderijenbezit van
het Escoriaal in de Prado-zaken was onder
gebracht. Daaraan was het te danken, dat wie
begin vorig jaar te Madrid vertoefde, in het
Prado o.a. de belangrijkste verzameling werken
van Jeroen Bosch kon bestudeeren, welke wel
ooit bijeen geweest zal zjjn.
Op de Zondagen, waarop de toegang tot het
museum kosteloos is, bood het prada weer als
vanouds zün typisch aspect: lange files men-
schen, die queue maakten voor de tourniquets
van de „entrada" en van de „salida"; zalen,
even vol wandelaars als buiten de „paseos", zoo
dat vanwege de menschen welhaast geen schilde"
rijen meer te zien waren'; bekenden uit de ele
gante wereld ontmoetten er elkaar met hoof-
sChen groet; vrouwen uit het volk maakten er
een wandelingetje met het jongste kind op
den arm, precies zooals zü 's middags naar de
bioscoop zouden gaan of ook wel naar een po
pulair concert.
Wat het opsporen van de verspreid in vei
ligheid gebrachte kunstschatten betreft, dit is
heusch niet zoo moeizaam geweest. Onnoeme
lijk veej is er tijdens den burgeroorlog verloren
gegaan, vnl. aan architectuur en polychrome
beeldhouwkunst. Het kunstbezit van het Prado
had echter maar weinig geleden, dank zü den
tiver en het beleid, waarmede de museum-di
rectie bü het uitbreken van den oorlog voor
de veiligheid van het aan haar zorgen toever
trouwde bezit heeft gezorgd. De regeering van
generaal Franco heeft niet nagelaten zulks
te erkennen.
De ontwerpen voor de gebrandschilderde rctmen in de voormalige Zuiderkerk te
Rotterdam, vervaardigd door Marius Richters, zijn geëxposeerd op de Paasch-
tentoonstelling „De Christusgedachte", welke in het Rijksmuseum te Amsterdam
is geopend
(Foto Pax-Hollan)
Onder auspiciën van de vereeniging „Ons
Leger" wordt door Zomer en Keuning's Uitge
versmaatschappij1 ter Wageningen voorbereid de
uitgave van 'n nationaal gBdachtenisboek „Doo
denwacht bü onze gevallenen." Schrüver is de
vooral als radio-reporter bekend geworden
journalist G H. Hoek, die in dit werk vermeldt
hoe onze mannen op de verschillende strijd-
tooneelen vochten en vielen en die ook een ster
ken indruk geeft van de wijze, waarop aan de
dooden de laatste eer is bewezen. De schrüver
heeft zich de medewerking verzekerd van den
oud-hoofdaalmoezenier van leger en vloot,
pastoor J. J. Noordman, en van den oud-veld
prediker in algemeenen dienst dr. W. G. Har-
renstein, die gezamenlijk een herdenkingshoofd
stuk schreven, terwül dr P. Prins, die in de
ziekenhuizen te Dordrecht de doodelük ge-
wonden bijstond, zün indrukken weergaf. Het
boek zal worden ingeleid door generaal-majoor
K. E. Oudendijk, voorzitter van de vereeniging
„Ons Leg^r".
In de uitgave wordt opgenomen een lüst van
allen, die in den strijd te land en ter zee zün
omgekomen.
Een deel van de opbrengst van het boek zal
worden gereserveerd als büdrage in de kosten
van het nationaal monument, dat na den oorlog
ter herdenking van de gevallenen zal worden
opgericht.
Volgens „Associated Press" heeft Noël Hall,
die door het Britsche ministerie voor de blok
kade aan de Engelsche ambassade te Was
hington met den rang van gezant is toegevoegd,
vóór zijn vertrek naar Amerika op een pers
conferentie o.m. verklaard, „dat de blokkade
van Europa een werk is van menschenliefde,
omdat het 't dooden op het slagveld van jonge
menschen verhindert". „Het Volk" brengt deze
uitlating in verband met de onderhandelingen,
die de Fransche ambassadeur te Washington,
Henry Haye, op het oogenblik voert over drin
gend noodzakelüke hulp: zendingen naar
Frankrük. Met verontwaardiging schrijft ge
noemd blad dan o.m.:
„De landen van West-Europa weten het
nu: ter wille van vele en verheven Britse
idealen hebben zij als Engelse voorpost
gestreden thans zullen zij, als het in
Londen'svermogen ligt, op strikt mens
lievende wijze verhongeren, want de Britse
staatslieden worden draaierig als zü bloed
zien.
Er zün sedert 1919 nog weinig zó spre
kende staaltjes van onwaarachtigheid ge
toond. Als straks echter werkelük de
Franse vrouwen en kinderen bloedloos
sterven, weten zü nu uit Noël Hali's mond
althans, dat zü „humaan" gestorven zün.
En Amerika? Het* ontvangt dezen ge-
zant-der-mensenliefde klaarblükelük zonder
gewetensbezwaren, en het herziet maar al
te gaarne de eigen humaniteitsbegrippen,
zover die nog niet „bü" mochten zijn. Op
dit ogenblik lopen door New York's stra
ten al demonstrerende jonge vrouwen, die
in* diep-menselijke bedoeling professor Noël
Hall naar de kroon steken. Leerzame foto's
lichten er ons over in. Deze vrouwen dra
gen borden voor zich uit, waarop zü
„eisen", dat Frankrijk verder zal worden
uitgehongerd
De argumenten voor zoveel toegepaste
mensenliefde grüpen behalve naar Hali's
gloednieuwe argumentatie nog steeds te
rug naar argumenten, die inmiddels reeds
kaal werden van het intensieve gebruik:
alles wat aan levensmiddelen naar het
bezette gebied of zelfs naar het onbezette
Frankrük gaat, komt tóch maar in Duitse
handen. De mensheid vergeet snel. En
Amerika zelf weet in 1941 al niet meer,
dat het van 1914 tot 1918, zelfs nog in de
jaren dat zijn eigen legers met de Duitse
streden, wèl deed wat het nü onmogelijk
acht: het zond, de toen voor Duitsland
heel wat schadelyker blokkade ten spijt,
uitgebreide levensmiddelen-zendingen naar
het bezette België.
Heel moeilük is het niet, zich dat te her
inneren. Ook toen was het Herbert Hoover
die de organisatie op zich nam. HU was
voorzitter van de „Commission for relief
in Belgium" en het bleek al in November
1914 (na enkele maanden oorlogvoering)
mogelijk, tot een bevredigende regeling
te komen. Duitsland wilde afzien van het
requireren der voedselzendingen, gelük het
dit thans opnieuw wil. Amerikaanse amb
tenaren van de Hoover-commissie contro
leerden de verdeling, gelük zij dit ook nü
zouden kunnen doen. Engeland liet de
zendingen door, gelijk het ditmaal op
menslievende grondslagweigert te doen.
Waarom? Uit machteloze woede over het
onloochenbare feit, dat de blokkade dit
maal Duitsland niet deert en slechts En-
geland's bondgenoten van gisteren treft?
In Februari 1915 kwam de eerste voedsel-
zënding uit Amerika voor België aan:
275.000 zakken meel. Kleren en dekking;
graan en suiker, koffie, cacao en melk,
vlees en vet volgden. In Juni 1918 waren
totaal 9600 scheepsladingen naar België
verzonden. Dat kón, want Noë] Hali's
mensenliefde was nog niet tot volmaakt
heid gekomen. Het kon óók, toen Amerika
al rechtstreeks in de strijd verwikkeld
was. En de ouders van de jonge vrouwen,
die thans op borden het uithongeren van
Frankrük vorderen, gaven toen millioenen
aan het Hoover-comité.
Sindsdien heeft de mensenliefde vorde
ringen gemaakt. De eerste stappen in de
richting van Noël Hall's ideaal zetie En
geland in November 1918, toen het, on
danks de wapenstilstand, voortging met
het uithongeren van Duitse vrouwen en
kinderen: de oorlog was voorbü, de blok
kade bleef gehandhaafd.
De bü die menslievende maatregel be
horende cüfers zijn nog altüd leerzaam
voor de gemoderniseerde Britse humaniteit
van 1941. Men vergelijke: alleen aan de
gevolgen van de na het sluiten van de
wapenstilstand van 1918 voortgezette En
gelse blokkade stierven volgen trieste
statistieken nog 800.000 vrouwen en kin
deren. De huidige oorlog kostte Duitsland,
met inbegrip van het voorjaarsoffensief
van 1940, het bloed van 39.000 soldaten.
Professor Noël Hall zou voor het toetsen
van zün humaniteits-stelling die beide cij
fers óók wel eens tegen elkaar kunnen af
wegen. Zelfs wanneer hij in de rekening
verwerken moet, dat er ditmaal geen
Duitse vrouwen en kinderen zullen ver
hongeren. Helaas voor zün menslievende
inzichten zullen de cijfers, ook ondanks
dat feit, waarschünlijk niet verhelderend
werken. Achthonderdduizend bloedloos ge
storven Franse vrouwen en kinderen we
gen op Londen's humane weegschaal ein
deloos lichter dan negen en dertig duizend
voor de eigen zaak ingezette Britse sol
daten? Het zün immers maar de vrouwen
en kinderen der bondgenoten."
MIH»M IttlttlllMM llltllltlll
Guus Wenders bewoonde sinds den dood van
n moeder een gemeubileerde kamer. Dit nieu-
e leven viel hem niet büster mee, maar hü
tond er nu eenmaal voor, dus was er niets aan
e veranderen. Hü was nu geheel op zichzelf
angewezen. Hij miste vooral zeer de knusse
vonden van eertijds en de eenzaamheid en
iet ongezellige van zün kamer dreven hem naar
.uiten. Hij slenterde wat door de straten, ofwel
bracht hij zün avonden in een café, schouwburg
of bioscoop door.
Hij was kantoorbediende. Zün ouders hadden
hem eenig geld nagelaten maar toch mocht
hü er niet ruim mee omspringen, wilde hü geen
armoe gaan lijden, want als bediende waren
zün vendiensten
maar gering. Hü i
leidde een regel
matig leven en
was steeds een
van de eersten
op kantoor,
waardoor hij dar
ook soms tot voorbeeld aan de laatkomers ge
steld werd.
Toen kwam Miepie, een kittig modistetje, die
in een modezaak werkzaam was, een groote
verandering in zün levenswijze brengen. Miepie
had een vroolijk karakter en was knap. Ze zei
van Guus te houden en zeer gesteld te zün op
uitgaan. Vooral haatte ze het vroeg in haar
nestje te moeten kruipen, zooals zü zich uit
drukte. En Guus, bhj met haar genegenheid
voor hem, ging eiken avond met Miepie op
stap en meestal ook nog op de vrüe dagen. Het
werd dikwüls heel laat en Guus kon 's morgens,
wanneer zün wekker afliep, büna zün bed niet
uit. En het gebeurde wel eens, dat hü op kan
toor onder zün werk indommelde. Hü kon ook
niet meer als voorbeeld dienen voor de laat
komers, erger nog: men begon hem onder deze
categorie te rangschikken. Zün patroon had
hem reeds over deze verandering onder handen
genomen en gewaarschuwd, dat hij te laat
komen niet duldde. In dat opzicht hield hü
niet van halve maatregelen: allen, die zonder
voldoende reden niet op tüd waren, werden
nherroepelijk zonder pardon ontslagen. „Het
wordt bü ons meenens", zei Guus tot Miepie.
„De baas wordt geweldig lastig. Als wü te laat
komen, dan staan we op straat."
„Die hooge heeren roepen altüd hard om
iemand bang te maken", vond Miepie. „Maar je
moet steeds je wekker goed op tüd zetten, dan
kan je niets gebeuren. Dat doe ik ook."
Guus zette zorgvuldig zün wekker, liet hem
soms afloopen om te Jen, of hij op het juiste
uur stond. Voor geen geld van de wereld wilde
hü over tüd komen.
Alles ging naar wensch.
Maar op een morgen, hü was erg laat thuis
gekomen, na den heelen avond met Miepie
in een dancing te hebben doorgebracht, werd
hü om tien uur eerst wakker. Hü staarde ver
schrikt naar den wekker. Luisterde. Ja, hü
tikte nog. „Tien uur! Groote goedheid!" Hü
wierp het dek van zich af en sprong zijn bed
uit. Hü dacht: Dit beteekent mün ontslag! Ab
soluut! Waar vind ik ooit een andere baan?
Wat moet ik beginnen? En ik zal niet meer met
Miepie kunnen uitgaan. En wat dan? Laat ik
in 's hemelsnaam een excuus verzinnen en zoo
probeeren te mogen blüven. Kiespün gehad.
Slecht geslapen, neen, heelemaal niet kunnen
slapen. Eindelük tegen den morgen pas ingedut.
Den wekker toen niet gehoordHü kon het
in alle geval wagen. Een leugen om bestwil. Zou
wel zorgen, dat dit nooit meer voorv. Hij kon
zich misschien op deze manier redden
Onder deze overweging had Guus zich al
half aangekleed en streek een paar maal met
zün borstel door zün haar. Zonder ontbüt, on
geschoren, ongewasschen, boord en das in d#
hand, de schenen nog los, snelde hü naar be
neden en riep de eerste de beste taxi aan, die
hij zag. Onderweg voltooide hij in haast zün
toilet. De auto stopte. Guus sprong er uit, be
taalde en rende met een bang hart de zes
steenen treden op naar zün kantoor. Hü stiet
zijn neus tegen de deur, die anders altüd open
stond Verbaasd keek hü naar de ramen. Er
was achter de ruiten geen leven te bespeuren.
Toen herinnerde hij zich. Het was Zondag.
O! Wat 'n stommerik was hü! Van die Zondags
stemming in de straten had hü niets gemerkt,
omdat hü in den wagen zich met zün toilet
had moeten bezighouden. Lachend, van zün
angst ontheven, liep hü de stoep af. Nu wist
hü alles weer. Hü had, omdat het Zondag was,
en hü eens heerlük wou uitslapen, den wekker
niet eens gezet. Zondagmorgen....
Zün gezicht betrok plotseling. Het was alles
de schuld van Miepie, die maar altüd langer
wilde blüven. Miepie, die veelelschend was,
die hem feitelük uitbuitte, hem aftroggelde,
want telkens had. ze weer zin in het een of
ander, dat ze hem dwong voor haar te koopen,
soms zelfs onder bedreiging niet meer met hem
te zullen omgaan, indien hü niet kocht hetgeen
zü verlangde.En die avonden in dancings
En al het geld dat hü hierdoor kwü traakte,
geld, dat zijn ouders met werken verdiend had
den.... En nu zoo'n zondagmorgenAls
moeder dit alles wist....
De angst, dien hü doorstaan had, bracht hem
verder weer op het oude pad terug. Dien avond
wachtte Miepie hem tevergeefs op de afge
sproken plaats.
(Nadruk verboden)
De distributiedienst deelt mede, dat de uit
reiking van schoenenibonnen te Tilburg tot na
der order moet worden stopgezet, omdat er geer,
bonnen meer zün. Binnen enkele dagen wor
den de toegezegde bonnen verwacht, zoodat dan
weer met de uitreiking zal worden voortge
gaan.
NEW-YORK, 29 Maart 1941. De New-Yorksche
effectenbeurs opende vandaag lusteloos. De om
zetten bleven zeer beperkt en bepaalden zich
in de meeste gevallen tot kleine posten, daar
de koopers groote terughoudendheid in acht na
men. Eenige stimulans ging nog uit van de vaste
houding der goederenmarkten, terwül ook de
bijlegging van eenige stakingen in beurskringen
een goeden indruk maakte. Onder invloed daar
van konden spoorwegwaarden en enkele andere
specialiteiten fractioneele ftoersverbetering be
halen.
Daarentegen waren de noteeringen van staal-
waarden onveranderd, ondanks de raming der
In aansluiting op de gegevens reeds vermeld
in onze vorige editie, ontleenen wü nog aan het
jaarverslag van de Rijkspostspaarbank het vol
gende:
De in September van 1939 uitgebroken oorlog
is van grooten invloed geweest op het spaarbe-
drijf in Nederland. Het aantal inlegposten bü
de Rükspostspaarbank verminderde in dat jaar
met 362.941, het ingelegde bedrag met 49,3 mil
lioen, terwül het aantal en bedrag der terug
betalingen steeg van 2.008.433 posten met 202,5
millioen, tot 2.075.677 posten met 238,8 millioen,
zoodat het voordeelig saldo van ruim 60 mil
lioen in 1938 verkeerde in een nadeelig saldo
van 25,5 millioen in 1939. In hoofdzaak hebben
de maanden April, Augustus en September tot
het nadeelig saldo medegewerkt. De maanden
Januari en Februari gaven nog voordeelige saldi
te zien, maar in Maart kwam een terugslag en
liepen de inleggingen terug 1tot 272.382 en in
April zelfs tot 185.827. Daarna namen de inleg
gingen wel weer toe, en volgden eenige maan
den met voordeelige saldi, maar in Augustus be
gon de onrust zich sterk te doen gevoelen en
het uitbreken van den oorlog in September bracht
een zeer sterken achteruitgang van de inleggin
gen, terwijl daartegen de opvragingen sterk toe
namen. Tegen het einde van het jaar ging de
onrust echter weer iets luwen en kon een kleine
verbetering worden waargenomen.
Vanzelfsprekend gaat echter de aandacht uit
naar het verloop van zaken in 1940, en hoewel
het verslag daarvan nog niet in optima forma
is verschenen, heeft de Rükspostspaarbank dien
aangaande toch eenige mededeelingen gedaan,
welke een goed beeld vormen van de ontwikke
ling van de situatie in het achter ons liggende
j&id-Z*.
De navolgende cüfers betrekking hebbende op
de terugbetalingen en de inleggingen in 1940 zün
vooral in dit opzicht veelzeggend.
aantal aantal
terugbe- inleggingen
talingen
Jan.
Febr.
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Aug.
Sept.
Oct.
Nov.
Dec.
127.927
118.124
136.950
157.542
465.389
388.403
349.896
230.773
161.226
197.336
206.295
173.069
211.752
266.927
224.880
187.402
79.079
47.796
71.721
84.282
71.905
75.096
70.908
58.830
Totaal 1940 2.712.930 1.450.578
bedrag
voor- of na
terug
bedrag
betaald
Ingelegd
deelig saldo
14.752.240
16.111.377
1.359.137
12.899.256
18.242.861
5.343.604
17.025.210
15.789.836
1.235.374
19.191.573
13.455.823
5.735.750
26.254.723
6.620.650
19.634.072
32.005.793
5.071.748
26.934.045
36.782.496
9.058.706
27.723.790
30.432.916
10.259.624
20.173.292
19.511.153
8.960.093
10.551.060
27.586.224
10.022.638
17.563.586
34.675.803
9.684.255
24.991.548
29.126.468
7.517.257
21.609.211
300.243.855
130.794.866
—169.448.987
Terwyl in de maanden Januari en Februari
de terugbetalingen verminderden, n.l. in Januari
tot 127.927 en Februari tot 118.124, terwül daar
tegenover de inleggingen toenamen, n.l. in Ja
nuari tot 211.752 en Februari tot 266.927, ging
de situatie zich in Maart reeds wüzigen. Het
aantal terugbetalingen nam toe; daartegenover
verminderde het aantal inleggingen. Door de
groeiende spanning, het uitbreken van den oor
log en door het bezetten van ons land werd
echter een groote ongerustheid teweeg gebracht.
Het vertrouwen verdween zienderoogen, niet het
minst in verband met valsche geruchten, dat de
spaarbank niet in staat zou zün te betalen, dat
het kapitaal van de bank zou worden geblok
keerd of in beslag zou worden genomen. Boven
dien openbaarde zich een groote vrees voor in
flatie met het gevolg dat zeer veel geld noode-
loos van de bank werd teruggehaald. Hierbü dient
tevens in aanmerking te worden genomen, dat
aan de Rijkspostspaarbank de laatste jaren, in
verband met den lagen rentestandaard, groote
bedragen aan depositogeld waren toevertrouwd,
welke gelden de Rükspostspaarbank, daar zij aan
veel wettelijke bepalingen vastzit, niet kon weige
ren. Zij kreeg dus aanzienlijke middelen toever
trouwd, welke feitelük geen zuiver spaarbeld kon
den worden genoemd. Het gevolg hiervan was dat
toen in verband met de oorlogsomstandigheden
voor allerlei doeleinden veel geld benoodigd was,
niet alleen door de spaarders te zamen groote
bedragen werden teruggetrokken, maar ook de
gelden, welke in feite deposito's waren, werden
weggehaald. De Rükspostspaarbank moest zich
dientengevolge een groote aderlating getroosten,
maar heeft dit zonder schokken of verliezen ge
makkelijk kunnen doorstaan.
Reeds jaren achtereen tóch waren in verband
met de steeds toenemende spanning in Europa
voorbereidende maatregelen getroffen om, in ge
val zich een calamiteit mocht voordoen, aan alle
eventualiteiten het hoofd te kunnen bieden. De
Rükspostspaarbank beschikte dan over aanzien-
lüke bedragen aan vlottende middelen. En zelfs
na de groote sommen, welke de bank in het^af-
geloopen jaar heeft terugbetaald, heeft zij 'ook
thans nog over zoodanige bedragen aan liquide
middelen de beschikking, dat zü onmiddellük
aan alle aanvragen kan voldoen. In 1940 werd
bü de uitbetalingen wel een zekere beperking
toegepast, maar deze beperking werd onmiddel
lük te niet gedaan toen ook hier te lande het
bankmoratorium werd opgeheven.
Het tegoed der inleggers bedroeg uit. Decem
ber 1940 515.844.037, terwijl het aantal spaar
bankboekjes op dien datum in omloop 2.332.482
bedroeg. Tegenover dit obligo van rond 516 mil
lioen gulden bedroeg het nominale bezit van de
Rijkspostspaarbank aan het einde van 1940
710.273.842, terwül het reëele bezit 616.446.883
beliep. Dit reëele bezit wijst ten aanzien van de
totale verplichtingen dus nog een surplus van
ruim honderd millioen gulden aan. Hierbij dient
te worden overwogen dat de winsten, welke wer
den gemaakt, steeds in het bedrüf zijn belegd.
Per 31 December 1940 bedroeg het reservefonds
78.378.672.
Wat nu de resultaten in. het afgeloopen jaar
betreft, zoo werd een rentewinst gemaakt van
8.488.284, waaraan kon worden toegevoegd een
winst bü aflossing van 544.404, te zamen ma
kende 9.032.688. Hieraan kan nog worden toe
gevoegd een omzetprovisie groot 20.226, zoodat
de brutowinst ƒ9.052.915 groot was. De onkos
ten vorderden ƒ2.030.349, zoodat het zuivere be
drijf soverschot ƒ7.022.566 bedroeg. De koersver
schillen leverden een voordeelig saldo op van
niet minder dan ƒ22.734.992, te zamen makende
een bedrag van 29.757.558, welk bedrag aan het
reservefonds kan worden toegevoegd.
Ten slotte kan nog dienen dat in 1940 büna
86.000 nieuwe beleggers bü de Rükspostspaarbank
werden ingeschreven.
bedrü'vigheid in de staalindustrie, die men voor
de komende week voor de gebieden van Youngs-
town en Pittsburgh op ruim 97 procent meent
te mogen stellen. De handel in deze afdeelmg
werd nog beperkt door de onzekerheid die er
ten aanzien van het loonvraagstük in verband
met de stakingen bestaat en door de nog niet
gepubliceerde prijzen voor het tweede kwartaal.
Ook petroleumwaarden hadden slechts een be
perkte markt en wezen zeer kleine schomme
lingen aan.
Niettegenstaande de verdeelde nouding der
markt vielen er voor een aantal fondsen koers
stijgingen van 1 tot 2 punten op te merken. Dit
was onder meer het geval met Eastman Kodak,
United Fruit, American Tel. and Tel., U. S.
Smeltung en Union Pacific. De beurs sloot ver
deeld.
Vandaag werden 478 fondsen verhandeld.
Daarvan zün er 176 in koers gestegen, 164 ge
daald. De noteeringen der 138 overige bleven
onveranderd.
Slotk. Slotk. Slotk
NEW-YORK 29/3 28/3 27/3
Allied Chem154 153 153
American Can 86(4 86% 86%
Am. Smelting 39% 3914 40
Amer Tel Tel 160% 162 163
Am. Tobacco B 69 68% 86
Anac. Copper 24% 24% 24%
Atchls Topeka 25% 25% 25%
Baltim. Ohio 3% 3% 3%
Bethlehem St76% 76% 77%
Canada Paelf3% 3»% 3%
Chrysler Corp62% 62% 64%
Cons Edison 20% 20% 21
Delaw Huds 9% 9% 10%
Eastman Eod 133% 134% 134%
Gener Electric 32% 32% 32%
Gen, Motors 42% 42% 43%
Hudson Motor 3% 3% 3%
Intern. Nickel 26% 26% 26%
Int. Tel. a Tel. 2% 2% 2%
N, Y. Central12% 12% 12%
Pennsylvania 24% 24% 24
Radio Corp4 4 4
St. Oil N.-Jer* 34% 35 35>4
Union Paclflo 77 75% 76%
Un St. Rubber 22 22% 22%
Un. St. Steel 57 56% 57%
Westing house 94 94'/j 94%
Woolworth 30 30% 30%
laten, t ex-dlv„ S ex-recht.. ex-coup..
Slotk.
26/3
1521
85
39 v.
161
68 *4
24%
25%
7$
3%
63%
21
10%
133
32%
42%
36^*
2%
12%
24
4
35%
77%
22
57
93%
30%
r bled.
DOOR PERCY KING
10
Nadruk verboden
„Archibald is altijd onstandvastig in zijn af
fecties geweest. Als student had hü den bijnaam
„Dat wat je niet hebt". Bezat hü eenmaal, waar
hij zün zinnen op had gezet, dan was de be
koring er gauw af. In dit opzicht leek hij een
kind, dat telkens om nieuw speelgoed dwingt,
maar 't na een paar dagen niet meer aankijkt.
Archie's besluit moet intusschen voor den ouden
heer een teleurstelling zün geweest. Die had u
graag met zün zoon getrouwd gezien."
„Ja. Toch nam hij 't niet tragisch op. In zijn
hart is hij een echte koppelaar; nu weer heeft
hü Mark Peckham voor me bestemd." Eleanor
lachte za-chtjes; toen maakte haar arm een be
weging, waarmede zü te kennen wilde geven,
dat zij een streep onder dit chapiter had gezet.
„We dwaalden af. Wanneer niet Jerome de
moordenaar is, dan moet 't een ander zün, die
belang heeft bij Archie's dood. In dat geval
behoeven we niet ver te zoeken, dunkt me.
„Bedoelt u Melchior? Of Lawrence?"
„Wie anders? Archie stond tusschen hen en
een dikke erfenis. Op oom Anthony's einde kon
den ze nog wel wachten een man van zeven
tig heeft niet veel meer in te brengen. Ze zün
nu zelfs dichter bü hun doel, dan ze misschien
denken. Oom Anthony komt nooit over Archie's
dood heen. Dikwüls heb ik 't gevoel, dat hü
niet de minste waarde meer aan 't leven hecht.
Lawrence en Melchior Tc heb ze altijd als
jakhalzen beschouwd. Als u ze kende, zooals ik
/e ken, zoudt u weten, dat ze iets in hun schild
voeren. Niet voor niets hebben ze een onguur
type als Soper hier gebracht." In één adem
voegde Eleanor er'aan toe: ,,'k Vind hem een
griezel. Vanavond waagde hy 't, me te zeggen,
dat nog nooit een meisje zoo'n indruk op hem
heeft gemaakt als ik."
,,'k Wil afwachten, wat Jerome meedeelt, vóór
'k iemand beschuldig. Komaan, 'k moet naar de
haven terug. Settle zal niet weten, waar 'k blijf.
Maar eerst breng 'k u binnen."
,,'k Ga met u mee."
Henderson schudde glimlachend 't hoofd
„Niets er van. U gaat naar binnen en naar bed."
„Neen. U ziet me voor een kind aan, geloof 'k.
Denkt u soms, dat 'k bang ben? U zult
Eleanor's stem stokte. „Hemel!" riep zij eens
klaps uit, Henderson bü een arm grüpënd.
„Wat was dat?"
Ook de advocaat had 't gehoord. Hü meende
tevens te weten, wat 't geluid had veroorzaakt
een roeispaan was harder in de boot terecht
gekomen, dan in de bedoeling kon hebben ge
legen van dengene, die haar had gebruikt. De
nachtstilte ving elk geluid op en droeg 't tot op
verren afstand.
Hij liët zyn, verzet ineens varen. „Ga mee, ja.
We zullen zien, wat er aan de hand is."
Ze volgden 't pad, dat naar de haven leidde.
Eleanor, die zoo pas met veel aplomb had ver
zekerd, dat ze niet bang was, legde als een be
angst kind haar hand in die van Henderson.
Boven hen, in de kruinen der boomen, zong de
nachtwind zijn droomerig lied. Ofschoon zü
voortmaakten en zich er niet om bekommerden
of hun nadering kon worden gehoord, leek 't
een eeuwigheid te hebben geduurd, voor zü 't
slingerend pad hadden afgelegd en op onbe
groeid terrein kwamen, waar 't ineens minder
donker was. In de verte doemden vaag de om
trekken van 't bootenhuis op. Met een ruk bleven
zü eensklaps staan wederom was de stilte
verstoord, 't Geluid kwam van achter hen, uit de
richting van de villa. Van één en dezelfde ge
dachte vervuld, draaiden zij zich om en tuurden
dien kant uit. 't Was te donker, dan dat zij iets
konden onderscheiden, maar in de ongerepte
stilte van den nacht hoorden zü een deur slui
ten. Iemand was 't huis binnen gegaan.
Zwügend legden zij den resteerenden afstand
tot de haven af. Er was geen Robert Settle te
bekennen. Henderson floot zachtjes. Toen ook
na herhaling 't signaal niet werd beantwoord,
liep hü voetje voor voetje de glooiing naar de
baai af, tot hij eensklaps struikelde. Een onpar
lementaire uitdrukking ontviel den advocaat,
eer hü zich er rekenschap van had kunnen
geven, in gezelschap van een dame te zijn. Op
de knieën liggend, betastte hü de massa, die hem
bijna tegen den grond had doen slaan een
menschelük lichaam.
„Daar ligt iemand!"
Achter zich hoorde hij Eleanor's snelle adem
haling.
„Wie is t?" fluisterde zü. „Settle?"
Henderson belichtte 't gezicht van den man,
die buiten kennis was, maar 't er overigens goed
had afgebracht. Toen kwam hü overeind.
„Ja, Settle," antwoordde hü. „Hü is bewuste
loos geslagen en 'k wil wedden, dat de roei
spaan er een rol bü heeft vervuld."
„Wie kan 't gedaan hebben?"
De advocaat trok de schouders op. „Een
kwestie van later zorg. Misschien geloofde de
schurk, dat hü met dien éénen mep kon vol
staan. Misschien speelde de duisternis hem
parten en dacht hü, dat Settle bü zijn val in 't
water was terecht gekomen, 't Is afgaand tü
en daarmee zou 't lichaam de baai uitdrijven,
naar den oceaan. Was dit werkelijk de bereke
ning van den misdadiger, dan maakte hü een
leelüke fout."
„We kunnen Settle bezwaarlijk hier laten,
opperde Eleanor.
„Natuurlük niet. In geen geval zelfs. De mo-
gelükheid bestaat, dat de schurk zich komt over
tuigen, of alles goed van stapel is geloopen.
Settle heeft een fiksche klap gekregen, meer
niet. Na een stevigen slaap zal hü de oude weer
zün. We brengen hem voorloopig naar een plek,
waar hü uit 't oog ligt. 't Oude tuinhuis lijkt me
voor dat doel heel geschikt."
Eleanor nam Settle bij de 'beenen. Henderson
pakte hem bü de schouders. De afstand waa niet
inlerhulp Nederland,
breng licht in hei leven Uwer
landgenooten.
Doet Uw plicht als Nederlander
en geeft naar kunnen.
groot en bovendien woog de bejaarde man licht,
't Tuinhuis werd uitsluitend gebruikt voor 't op
bergen van rommel. Henderson improviseerde
van kleeden en matten een veldbed en stapelde
er een aantal kisten voor.
„Beter zóó, dan dat we hem naar de villa
transporteeren. 't Is nergens toe noodig, sla
pende honden wakker te maken. 'Straks zullen
we uw oom wel op de hoogte stellen, want eerst
hebben we iets te doen, waar meer haast bü is."
Ook terwül de advocaat voor Settle zorgde,
waren zün gedachten aan één stuk bij Jerome
Moncrieff geweest.
Hy liep met Eleanor de pier af en tuurde over
't watervlak, 't Jacht was een groote, donkere
vlek geweest, recht voor den ingang van 't
haventje. Nu viel daar niets waar te nemen
de duisternis hing strak gesloten, zwügend, één
en al dreiging.
Even geheimzinnig als de boot was gekomen,
even geheimzinnig was ze verdwenen.
VII
„Ze lag dëir," zei Henderson, na een be
klemmende stilte, ,,'k Weet 't zeker, 'k Ben er
met Settle geweest."
Zijn eerste opwelling was, 't zoeklicht in wer
king te stellen, maar bütüds bedacht hü zich
't Zou een aanwijzing voor Settle's aanvaller
zijn, dat men zün misdaad had ontdekt en de
schurk moest voorloopig in den waan worden
gelaten, dat hij in zün opzet was geslaagd; mis
schien vergaloppeerde hü zich dan. Henderson
's GRAVENHAGE, 29 Maart. Koersen voor
stortingen op 31 Maart 1941 tegen verplichtin
gen luidende in:
Reichsmarken 75.36
Belga's 30.1432
Zwitsersche francs 43.56
Fransche francs 3.768
Lires 9.87
Deensche kronen 36.37
Noorsche kronen 42.82
Zweedsche kronen 44.85
Tsjechische kronen (oude schulden) 6.42
Tsjechische kronen (nieuwe schulden) TM
Dinar (oude schulden) 3.43
Dinar (nieuwe schulden) 4.23
Turksche ponden 1.45%
Lewa 2.30
Pengoe (oude schulden) 36.519
Pengoe (nieuwe schulden) 45.89
Zloty (oude schulden) 35.—
Zloty (nieuwe schulden) 37.68
twijfelde er niet aan, of de dader moest onder
Anthony's gasten worden gezocht.
„Als 't jacht werkelük is verdwenen, kan er
maar één verklaring bestaan," zei Eleanor.
„Jerome kwam vlugger bij zijn positieven dan u
dacht en voer weg."
„Na eerst aan wal Settle te hebben neerge
slagen?"
,,'t Lükt er wel op, vindt u niet?"
„Neen. Eerstens was Jerome zóó beschonken,
dat hü nog lang niet ontnuchterd kon zün. En
dan als hij Settle onschadelijk wilde maken,
had hü een veel gunstiger gelegenheid, toen de
oude baas aan boord was. Er zit maar één ding
0p een onderzoek instellen op de plek, waar
't jacht heeft gelegen."
Hü maakte de jol los, waarbij hü een nieuwe
ontdekking deed. Settle had haar met twee
knoopen vastgelegd, één voor en één achter den
paal. Henderson herinnerde 't zich positief. NU
was de jol met een enkelen knoop bevestigd,
vooraan. Ze moest dus weer zün gebruikt na°a
Settle hem van boord had gehaald, 't Versterkte
Henderson's meening, dat de dader op 't eilan
was te vinden.
Eleanor stapte bü hem in de roeiboot.
vorderden langzaam, omdat hü vermeed, le
te maken. Zich tot 't meisje overtuigend, zei nu
na een kleine tien minuten: „Op deze hoog
lag 't." Maar hoe scherp zü uitkeken, zü
dekten niets, zelfs niet toen hü 't water
zün electrische lantaarn afzocht
(Wordt vervolgd-'