Nieuwe regeling deviezenverkeer RENNIE Uit andere bladen W Hl van Winstbelasting wordt verhoogd De Rijkspostspaarbank MAANDAG 31 MAART 1941 Verordening 940 en wet Intern. Betalingsverkeer 934 vervallen CLEARINGVERKEER OPNIEUW GEREGELD Mededeeling van dr. H. Fischböck Nieuwe Commissaris bij de Ned. Bank Surplus van 100 millioen I. Algemeene voorschriften II. Deviezenrechtelijke vergun' ningen en verbodsbepalingen jjg DIGESTIF PASTILLES dezelfde oude vermaarde Ij! altijd. zuurbrandenindemaag. k III. Verplichtingen tot aan bieding en aangifte IV. Clearingverkeer met het buitenland V. Strafbepalingen VI. Aanvullende en uitvoe- ringsvoorschriften VII. Overgangs- en slot bepalingen dr. A. Bühler volgt staatsraad Wohltat op DOODELIJK ONGELUK Terugbetalingen overtreffen inleg- sommen met ruim 160 millioen Het verloop in 1940 Wacht U voor de kat Humane hongerdood Aan een besluit van de secretarissen- Generaal van de departementen van Fi nanciën, van Justitie, van Handel, Nijver heid en Scheepvaart, van Landbouw en Visscherij en van Koloniën, betreffende de regeling van het Nederlandsche deviezen- verkeer, op grond van paragraaf 1 der ver ordening no. 23/1940 en in overeenstem ming met de paragrafen 2 en 3 der veror dening no. 3/1940 van den Rijkscommissaris voor het Nederlandsche gebied, ontleenen wij het volgende: 1. Deviezeninstanties en deviezenbanken. Met de uitvoering van de regeling van het deviezenverkeer zijn belast het deviezeninsti- tuut en de Nederlandsche Bank, alsmede, voor zoover betreft het clearingverkeer met het bui tenland, eveneens het Nederlandsche Clearing- instituut. Door de genoemde secretarissen-ge neraal kunnen ook andere instanties met de uitvoering van bepaalde onderdeelen der rege ling van het deviezenverkeer worden belast. De Nederlandsche Bank kan, onder door haar te stellen voorwaarden, andere banken en bankiers machtigen overeenkomstig de be palingen van dit besluit en van de, krachtens dit besluit, gegeven voorschriften als devie- zenbank werkzaam te zijn. De deviezenbanken zijn als zoodanig onder worpen aan het toezicht van de Nederlandsche Bank. De Nederlandsche Bank en het Deviezeninr stituut zijn bevoegd, voor de uitvoering van de aan de deviezenbanken opgedragen werkzaam heden de noodige aanwijzingen te geven. 2. Begripsomschrijvingen. Voor de toepas sing van dit besluit en krachtens dit besluit gegeven voorschriften wordt verstaan onder binnenland: het bezette Nederlandsche gebied, onder buitenland: de gebieden, niet vallende onder de omschrijving „binnen land". Het besluit bevat vervolgens bepalingen, wat onder ingezetenen, niet-ingezetenen, betaal middelen, effecten en goederen wordt verstaan. 3. Vergunningen. Voor zoover op grond van dit besluit ot van krachtens dit besluit ge geven voorschriften voor het aangaan van overeenkomsten en het verrichten van hande lingen een, vergunning is vereischt, is, voor zoo ver niet anders bepaald, het Deviezeninstituut tot het verleenen van de vergunning bev^jgd. Ben vergunning kan onder voorwaarden wor den verleend, terwijl hieraan verplichtingen kunnen worden verbonden. Het deviezeninstituut is bevoegd vergunningen te verleenen tot het aangaan van overeenkom sten of het verrichten van handelingen, zoowel onder ingezetenen als ook tusschen ingezetenen en niet-ingezetenen. Het is aan ingezetenen slechts geoorloofd, mede te werken aan een overeenkomst of han deling, waarvan hij kan weten of redelijkerwijs behoort te weten, dat voor het aangaan of ver richten ervan op grond van dit besluit een vergunning is vereischt, indien hij zich van te voren heeft overtuigd, dat de vereischte ver gunning is verkregen. 4. Voorschriften van burgerlijk procesrecht. Wordt de aanspraak op een prestatie, waar voor op grond van dit besluit of krachtens dit besluit gegeven voorschriften, een vergunning is vereischt. in rechten geldig gemaakt, dan mag een veroordeeling tot het verrichten van de prestatie alleen uitgesproken worden, wan neer te voren de vergunning is verleend. Dit is van overeenkomstige toepassing op scheidsrech terlijke beslissingen. 5. Verplichting tot het verstrekken van inlich tingen. Een ieder is verplicht het Deviezen instituut op diens verzoek de inlichtingen te Verstrekken, welke onmiddellijk of middellijk betrekking hebben op omstandigheden, welke in verband met de regeling van het deviezen verkeer van belang zijn. Boeken, alsmede an dere bescheiden, moeten daarbij op verzoek ven het Deviezeninstituut worden overgelegd. Degene, die tot het geven van inlichtingen is gehouden, is verplicht op verzoek van het De viezeninstituut persoonlijk te verschijnen. De houder van een vergunning, verleend op grond van dit besluit, is verplicht, het Devie zeninstituut op diens verzoek binnen een door hem te bepalen termijn te zijnen genoegen aan te toonen, dat van de vergunning gebruik is gemaakt, overeenkomstig het daarin gestelde en dat de daaraan verbonden verplichtingen zijn nagekomen. 6. Uitsluiting van schadevergoeding. Voor zoover niet anders bepaald, wordt wegens maat regelen, genomen op grond van dit besluit of van krachtens dit besluit gegeven voorschriften, geen schadevergoeding toegekend. 7. Vrijstelling van de Nederlandsche Bank. De beperkende bepalingen en verbodsbepalingen, vervat in dit besluit en de krachtens dit be sluit gegeven voorschriften, zijn niet van toe passing pp de Nederlandsche Bank. 1. Betaalmiddelen, geldswaardige papieren er. vorderingen. Het is verboden buitenlandsche betaalmiddelen en dergelijke tegen betaling In binnenlandsche geldsoort van anderen dan de Nederlandsche Bank of van een detnezenbank te verkrijgen, tenzij het Deviezeninstituut anders «epaalt. Verkrijging kan slechts geschieden op grond van een vergunning. Het besluit regelt verder uitvoerig de materie- buitenlandsche betaalmiddelen en buitenland sche geldswaardige papieren. Tevens wordt veror dend. dat de noteeringen der buitenlandsche be taalmiddelen geschieden door de Nederlandsche Bank, in overeenstemming met den secretaris generaal van het departement van Financiën. Deze zullen worden gepubliceerd op de Deurzer van koophandel te Amsterdam en te Rotter dam. De Secretaris-Generaal van het departement van Financiën kan bepalen, dat de invoer vai hem aan te wijzen betaalmiddelen slechts met vergunning geoorloofd is. Hij kan voorts be palen, dat ingezetenen verplicht zijn, van dc ontvangst van betaalmiddelen welke zonde, vergunning zijn ingevoerd, binnen drie dagen bij het Deviezeninstituut aangifte te doen. 2. Goud en edele metanen. Het is slechts met vergunning geoorloofd goud en edele me talen van een ingezetene te verkrijgen. Termijnzaken in goud en edele metalen zijn verboden, tenzij deze met vergunning worden afgesloten. De uitvoer van goud en edele metaler. is slechts met vergunning geoorloofd. Hetzelfde geldt ten opzichte van geheel of gedeeltelijk uit goud vervaardigde voorwerpen. 3. Effecten. Het is slechts met vergunning geoorloofd over buitenlandsche effecten te be schikken, tenzij zij aan de Nederlandsche Bank worden vervreemd, of bij de Nederlandsche Bank of een deviezenbank worden bezwaard. De Secretaris-Generaal van het departement van Financiën kan bepalen, dat onder door hem te stellen voorwaarden de handel in door hem nader aan te wijzen buitenlandsche effec ten tusschen ingezetenen in regelmatig beurs- verkeer zonder vergunning geoorloofd is. Over eenkomsten ten gunste van niet-ingezetenen zijn niet begrepen onder handel tusschen ingezete nen. De uitvoer van effecten is slechts met vergunning geoorloofd. Het is aan een ingezetene, die in de uitoefe ning van zijn beroep of bedrijf in effecten pleegt te handelen, of deze in bewaring neemt, slechts met vergunning geoorloofd effecten aan het depot van een niet-ingezetene toe te voegen, of uit het depot van een niet-ingezetene af te geven. De Secretaris-Generaal van het departement van Financiën kan bepalen, dat ingezetenen, die in de uitoefening van hun beroep of bedrijf in effecten plegen te handelen, of in bewaring nemen, verplicht zijn bepaalde effecten, welke hun ten verkoop of uit anderen hoofde worden aangeboden, onder zich te nemen, en hiervan binnen drie dagen bij het Deviezeninstituut aan gifte te doen, dan wel op zoodanige andere wijze er mede te handelen als door den Secretaris- Generaal zal worden bepaald. Het Deviezenin stituut bepaalt, op welke wijze zal worden ge handeld, ten aanzien van de bij hem aan te geven effecten. 4. Niet in effecten belichaamde aandeelen. Het is slechts met vergunning geoorloofd te beschikken over aandeelen in buitenlandsche rechtspersonen, vennootschappen en gemeen schappen. Het is slechts met vergunning geoorloofd over aandeelen in binnenlandsche rechtspersonen, vennootschappen en gemeenschappen te beschik ken, indien de deelgerechtigde een niet-ingeze tene is, of indien de beschikking ten gunste van een niet-ingezetene geschiedt. 5. Goederen en onroerende goederen. Het is aan de ingezetenen slechts met vergunning ge oorloofd te beschikken over: in het buitenland berustende goederen, alsmede in het binnen land berustende, doch niet in het vrije verkeer ingevoerde goederen, voor zoover de beschikking geschiedt ten gunste van een niet-ingezetene. Het deviezeninstituut kan met machtiging van den Secretaris-Generaal van het departe ment van Handel, Nijverheid en Scheepvaart bepalen, dat de invoer van goederen in bepaal de gevallen slechs met vergunning geoorloofd is. Ten aanzien van de onroerende goederen kan worden gezegd, dat eveneens een vergunning noodig is, wanneer men wenscht te beschikken over een in het buitenland gelegen onroerend goed van een ingezetene, of een in het binnen land gelegen onroerend goed van een niet-in gezetene. 6. Andere onlichamelijke zaken. Een vergunnig is verder vereischt om te be schikken over andere niet onder de vorige be palingen van dit hoofdstuk vallende buitenland sche onlichamelijke zaken. 7. Credietverleening en zekerheidstelling, als mede verbintenisscheppende overeenkomsten. Het is aan ingezetenen slechts met vergunning geoorloofd ten gunste van een niet-ingezetene crediet te verleenen, aval te geven en borgtocht of andere zekerheid te stellen. Eveneens is het slechts met vergunning ge oorloofd aan niet-ingezetenen, of aan ingezete nen ten gunste van niet-ingezetenen goederen te leveren of diensten te verrichten op voorwaar den, welke tot gevolg kunnen hebben, dat de volle tegenwaarde niet, slechts ten deele, of la ter dan in den betreffenden bedrijfstak gebrui kelijk is, zal worden voldaan. Vergunning is eveneens noodig om van niet-ingezetenen goe deren te krijgen en diensten te aanvaarden op voorwaarden of onder omstandigheden, welke Illl Onder voortd. contr. v. scheik.-apoth. G.J.Logger 1.27 en 0.41, by alle Apoth. en Drog. Geeft onmiddellijk ver- zachting bij het hevigste tot gevolg kunnen hebben, dat meer dan de gangbare waarde moet worden voldaan. Ingezetenen zijn verplicht de navolgende waar den, welke zij anders dan op grond van een ver gunning verkrijgen welker waarde een bedrag van 5 te boven gaat binnen drie dagen rechtstreeks of door tusschenkomsï van een deviezenbank, aan de Nederlandsche Bank aan te bieden, en op verlangen -te verkoopen of over te dragen: a. goud; b. edele metalen; c. buiten landsche betaalmiddelen; d. buitenlandsche geldswaardige papieren. Tenzij anders bepaald, moeten de op grond van een vergunning verkregen waarden als be doeld in het eerste lid, binnen drie dagen na afloop van den geldigheidsduur der vergunning worden aangeboden, voor zoover de verkrijger de waarden op dat tijdstip nog bezit. Het besluit regelt deze materie verder ten opzichte van de betaling der koopsom door de Nederlandsche Bank, alsmede de bevoegdheid bepaalde gestelde termijnen al dan niet onder daarbij te stellen voorwaarden te verlengen. De Secretaris-Generaal van het departe ment van Financiën kan verder bepalen, dat ingezetenen bij door hem aan te wijzen in stellingen aangifte moeten doen van de hun in eigendom toebehoorende, en nadien door hen verkregen buitenlandsche vorderingen, buitenlandsche effecten, en andere buiten landsche onlichamelijke zaken of bepaalde groepen daarvan. De aangifte geschiedt overeenkomstig de dooi den Secretaris-Generaal van het departement van Financiën te geven aanwijzingen. De vast te stellen termijn kan verschillend worden bepaald voor de onderscheidene waar den of afzonderlijke groepen daarvan. Verder kan de Secretaris-Generaal van het departement van Financiën bepalen, dat inge zetenen verplicht zijn de hun in eigendom be- hoorende en nadien door hen verkregen buiten landsche vorderingen, rechtstreeksch of door tusschenkomst van een deviezenbank aan de Nederlandsche Bank aan te bieden, op verlan gen te verkoopen en over te dragen. 1. Bepalingen betreffende het clearingverkeer met afzonderlijke landen. De bepalingen be treffende het clearingverkeer met afzonderlijke landen worden gegeven door de Secretarissen- Generaal van de departementen van Handel, Nijverheid, Scheepvaart en Financiën. Deze zul len in de Nederlandsche Staatscourant bekend worden gemaakt. 2. Clearingplichtige schulden. Het is slechts met vergunning geoorloofd een schuld, welke vóór storting bij het Nederlandsch Clearing- instituut moet worden voldaan, op andere wijze te delgen of te doen te niet gaan. Is een dergelijke schuld zonder vergunning op andere wijze gedelgd, dan kan het Nederlandsch Clearinginstituut den gewezen schuldenaar of dengene, die aan de delging van de schuld heeft medegewerkt, tot storting van een gelijk bedrag verplichten. Het accepteeren van wissels en het afgeven van promessen en chèques terzake van schulden welke door storting bij het Nederlandsch Clea ringinstituut moeten worden voldaan, is verbo den, tenzij de verplichting tot storting bij het Nederlandsch Clearinginstituut in het stuk zelf tot uitdrukking is gebracht. 3. Verbintenisscheppende overeenkomsten. Slechts met vergunning is aan ingezetenen ver oorloofd roerende, onroerende goederen, rechten en diensten, waarvan de betaling door storting bij het Nederlandsch Clearinginstituut behoort te geschieden, te verkrijgen of te aanvaarden. 4. Voorschot of zekerheidsstelling bij invoer. Het Nederlandsch Clearinginstituut is bevoegd te bepalen, dat in door hem aan te wijzen ge vallen de invoer van goederen, waarvan de be taling door storting bij het Nederlandsch Clea ringinstituut behoort te geschieden, slechts ge oorloofd is tegen het storten van voorschot of het stellen van zekerheid. 5. Stortingen. Stor.ting bij het Nederlandsch Clearinginstituut overeenkomstig de geldende voorschriften bevrijdt den schuldenaar tot het beloop van het gestorte bedrag, tenzij anders wordt bepaald. Indien de schuld in een buitenlandsche geld soort is uitgediukt, moet het verschuldigde be drag in binnenlandsche geldsoort worden om gerekend, tegen den door het Nederlandsch Clearinginstituut laatst gepubliceerden clearing- koers. De stortingen dienen te geschieden door mid del van door het Clearinginstituut vastgestelde formulieren. Geen storting wordt als zoodanig aanvaard, zoolang de vereischte vergunning, alsmede het formulier en eventueele bewijsstukken niet in het bezit zijn gekomen van het Nederlandsch Clearinginstituut. 6. Dwangbevel en uitbetaling. Het besluit re gelt verder de bevoegdheid van het Neder landsch Clearinginstituut het verschuldigde in te vorderen bij dwangbevel, alsmede de nadere ten uit7oer legging hieromtrent. Geen uitbetaling geschiedt zoolang de vorde ring niet door het Nederlandsch Clearinginsti tuut tot de clearing is toegelaten. Het besluit regelt verder uitvoerig de straf bepalingen, die zullen genomen worden ten op zichte van degenen, die opzettelijk niet, niet tijdig, of niet ten volle voldoen aan een ver plichting, als bedoeld in de artikelen van het besluit. Ook het in strijd handelen met het bepaalde in de artikelen van het besluit, is strafbaar. Hij, die opzettelijk in verband met een aan vrage om een vergunning, cp grond van dit besluit of krachtens dit besluit gegeven voor schriften, een onjuiste opgave doet of een ter zake dienend feit niet mededeelt, wordt ge straft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete. De geldboete bedraagt ten hoogste 100.000. In geval van veroordee ling tot gevangenisstraf kan de rechter tevens geldboete opleggen. De feiten, die als zoodanig zijn strafbaar ge steld, worden beschouwd als misdrijven. Het bepaalde is ook van toepassing op feiten, door Nederlanders of Nederlandsche onderdanen in het buitenland begaan. Voor niet, niet-tijdige of niet ten volle voldoe ning aan verplichtingen, als bedoeld in de artike len van 't besluit, of handelingen, in strqd met het bepaalde in de artikelen van het besluit, worden, voor zoover de feiten niet vallen onder het vorige artikel, gestraft met een hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste 50.000. In geval van veroordeeling tot hechtenis kan de rechter tevens geldboete op leggen. De feiten, die strafbaar zijn gesteld, worden beschouwd als overtredingen. Indien uit bepaalde feiten of omstandighe den het vermoeden voortvloeit, dat een bepaald persoon het voornemen heeft te handelen in strijd met dit besluit, kan naar gelang van den aard van het feit, het Deviezeninstituut of het Nederlandsch Clearinginstituut bepalen, dat de betrokkene slechts met vergunning mag be schikken over zijn vermogen of over bepaalde bestanddeelen daarvan. Gelijke bevoegdheid komt toe aan hen, die door den secretaris-ge neraal van het departement van Financiën wor den aangewezen. Bekrachtiging evenwel van de door deze per sonen getroffen maatregelen zal moeten plaars hebben. Met het opsporen van de feiten, strafbaar ge steld in het besluit zijn behalve de bij, oi krachtens art. 141 van het Wetboek van Straf vordering aangewezen personen belast: de ambtenaren van den Douane-recherchediensi. der Invoerrredhten en Accijnzen en van de Rijks- en gemeentepolitie, alsmede zij, die daartoe door den Secretaris-Generaal van het departement van Financiën worden aangewe zen. Het besluit regelt verder de bevoegdheden ten aanzien van de opsporingsambtenaren, alsmede de verplichting inlichtingen te verstrekken over feiten en omstandigheden, welke betrekkin;; hebben op de naleving van dit besluit en de krachtens dit besluit gegeven voorschriften. De secretarissen-generaal van de departe menten van Financiën en van Handel, Nijve.- heid en Scheepvaart, geven de noodige aan vullende voorschriften en uitvoeringsvoorschnl - ten. Zij kunnen het Deviezeninstituut en het Ne derlandsch Clearinginstituut machtigen radere voorschriften te geven. Voorschriften der secretarissen-generaal wor den in de Nederlandsche Staatscourant, in net Verordeningenblad voor het bezette Nedei- landsche gebied en in het Staatsblad openbaa.' gemaakt. De deviezenverordening van 1940 wordt ingetrokken, behalve voor zoover betreft strafbare feiten, welke voor het in werking treden van dit besluit zijn begaan. De wet: Internationaal Betalingsverkeer 1934, wordt voor het bezette Nederlandsche gebied ingetrokken. Zulks evenwel met uitzondering voor zoover het strafbare feiten betreft, welke vóór het in werking treden van dit besluit zijn begaan. Aanvullende en uitvoerirgsvoorschriften, weike voor het bezette Nederlandscne gebied op grond van de deviezenverordening 1940 en van de wst Internationaal Betalingsverkeer 1934 zijn ge geven, blijven van kracht en worden geacht Jp grond van de overeenkomstige bepalingen va:, dit besluit te zijn gegeven, totdat zij worden vervangen of ingetrokken. In het laatste ge val blijven zij van kracht voor zoover betreft strafbare feiten, welke voor deze vervanging of intrekking zijn begaan. Vergunningen ontheffingen en vrijstellingen, welke voor het bezette Nederlandsche gebied °P grond van de deviezenverordening 1940, de wet Internationaal Betalingsverkeer 1934 dan wel krachtens genoemde verordening of wet gegeven bepalingen zijn verleend, blijven van bracht en worden geacht op grond van dit be- sluit te zijn verleend, totdat zij door de in stantie, welke daartoe overeenkomstig dit be sluit bevoegd is worden vervangen of inge trokken. °it besluit wordt aangehaald ais „deviezen- besluit 1941". Dit besluit treedt in werking od den dag zij ner afkondiging. 's-Gravenhage. den 29sten Maart 1941. (w.g.) De Secretaris-Generaal van het Departement van Financiën: L. j. a. trip De waarnemend Secretaris-Gene raal van het Departement van Justitie: J. P HOOYKAAS. De Secretaris-Generaal van het Departement van Handel Nijver heid en Scheepvaart: H. M. HIRSCHFELD. De Secretaris—Generaal van het Departement van Landbouw en Visscherij: H M. HIRSCHFELD. De Secretaris-Generaal van het Departement van Koloniën: O. E. W. SIX. De commissaris-generaal voor Financiën en Economische Zaken. dr. H. Fischböck, deelde in de Zaterdag te Den Haag gehouden persconfe rentie mede, dat het niet doelmatig is gebleken in de deviezenverordening, die 29 Maart is ver schenen, reeds een verdere regeling op te nemen van het betalingsverkeer tusschen Duitschland en Nederland. Deze regeling zal echter per 1 April vol gen. Na 31 Maart zal een nieuwe verordening worden ingevoerd ten opzichte van het Sperrmarkenverkeer, die naast eenige tech nische veranderingen een belastingplicht bij de overdracht van Sperrmarken tusschen Nederlandsche onderdanen onderling zal inhouden. In het verkeer tusschen Nederlanders en Sperrmarkstaten behoeft niets te worden betaald. Ten slotte deelde minister Fischböck nog me de, dat. wanneer zooals tot nu hier in Neder land slechts 25 procent winstbelasting wordt ge heven, dit slechts de helft beteekent van het geen in het Duitsche rijk wordt betaald. Het zal daarom onvermijdelijk zijn, dat ook hier op den duur een verdere verhooging plaats vindt. Deze verhooging zal thans uiterlijk aan het einde van het loopende boekjaar worden ingevoerd. Officieel wordt medegedeeld: De commissaris bij de Nederlandsche Bank ministerialdirektor z. b. v. staatsraad H. C. H. Wohltat werd door de hoogste rqksautori'.eiten voor een gewichtige functie elders in het bui tenland bestemd. Dientengevolge heeft de rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, rijks minister Seyss Inquart, staatsraad Wohltat van zijn functie als commissaris bij de Nederland sche- Bank ontheven, terwijl Jiq hem voor de in deze functie bewezen diensten zijn dank be tuigde. Tegelijkertijd heeft de rijkscommissaris den rijksbankdirecteur dr. Albert Bühler tot com missaris bij de Nederlandsche Bank benoemd. De commissaris bij de Nederlandsche Bank staat bij de uitoefening van zijn functie on middellijk onder den commissaris-generaal voor financiën en economie, minister dr. H. Fischboeck. Vrijdagmiddag is op den Rijksstraatweg de 12-jarige Bussumsche jongen A. van M., die van de ouderlijke woning zonder uit te kijken wilde oversteken naai den Huizerweg, door een uit de richting Laren komenden auto aangere den en op slag gedood. Ofschoon de auto uiterst krachtig remde, was het ongeluk niet te vermijden. Het lijkje werd door de politie n beslag genomen en overgebracht naar de St. Gerardus Majellastichting. In aansluiting op de gegevens reeds vermeld in onze vorige editie, ontleenen wij nog aan het jaarverslag van de Rijkspostspaarbank het vol gende: De in September van 1939 uitgebroken oorlog is van grooten invloed geweest op het spaarbe- drijf in Nederland. Het aantal inlegposten bij de Rijkspostspaarbank verminderde in dat jaar met 362.941, het ingelegde bedrag met 49,3 mil lioen, terwijl het aantal en bedrag der terug betalingen steeg van 2.008.433 posten met 202,5 millioen, tot 2.075.677 posten met 238,8 millioen, zoodat het voordeelig saldo van ruim 60 mil lioen in 1938 verkeerde in een nadeelig saldo van 25,5 millioen in 1939. In hoofdzaak hebben de maandenApril, Augustus en September tot het nadeel'g saldo medegewerkt. De maanden Januari en Februari gaven nog voordeelige saldi te zien, maar in Maart kwam een terugslag en liepen de inleggingen terug tot 272.382 en in April zelfs tot 185.827. Daarna namen de inleg gingen wel weer toe, en volgden eenige maan den met voordeelige saldi, maar in Augustus be gon de onrust zich sterk te doen gevoelen en het uitbreken van den oorlog in September bracht een zeer sterken achteruitgang van de inleggin gen, terwijl daartegen de opvragingen sterk toe namen. Tegen het einde van het jaar ging de onrust echter weer iets luwen en kon een kleine verbetering worden waargenomen. Vanzelfsprekend gaat echter de aandacht uit naar het verloop van zaken in 1940, en hoewel het verslag daarvan nog niet in optima forma is verschenen, heeft de Rijkspostspaarbank dien aangaande toch eenige mededeelingen gedaan, welke een goed beeld vormen van de ontwikke ling van de situatie in het achter ons liggende jaar. De navolgende cijfers betrekking hebbende op de terugbetalingen en de inleggingen in 1940 zijn vooral in dit opzicht veelzeggend. aantal aantal bedrag- terugbe inleggingen terug bedrag voor- of na talingen betaald ingelegd deelig saldo Jan. 127.927 211.752 14.752.240 16.111.377 1.359.137 Febr. 118.124 266.927 12.899.256 18.242.861 5.343.604 Maart 136.950 224.880 17.025.210 15.789.836 1.235.374 April 157.542 187.402 19.191.573 13.455.823 5.735.750 Mei 465.389 79.079 26.254.723 6.620.650 19.634.072 Juni 388.403 47.796 32.005.793 5.071.748 26.934.045 Juli 349.896 71.721 36.782.496 9.058.706 27.723.790 Aug. 230.773 84.282 30.432.916 10.259.624 20.173.292 Sept. 161.226 71.905 19.511.153 8.960.093 10.551.060 Oct. 197.336 75.096 27.586.224 10.022.638 17.563.586 Nov. 206.295 70.908 34.675.803 9.684.255 24.991.548 Dec. 173.069 58.830 29.126.468 7.517.257 21.609.211 Totaal 1940 2.712.930 1.450.578 300.243.855 130.794.866 —169.448.987 Terwijl in de maanden Januari en Februari de terugbetalingen vernrnderden, n.l. in Januari tot 127.927 en Februari tot 118.124, terwijl daar tegenover de inleggingen toenamen, n.l. in Ja nuari tot 211.752 en Februari tot 266.927, ging de situatie zich in Maart reeds wijzigen. Het aantal terugbetalingen nam toe; daartegenover verminderde het aantal inleggingen. Door de groeiende spanning, het uitbreken van den oor log en door het bezetten van ons land werd echter een groote ongerustheid teweeg gebracht. Het vertrouwen verdween zienderoogen, niet het minst in verband met valsche geruchten, dat de spaarbank niet in staat zou zijn te betalen, dat hët kapitaal van de bank zou worden geblok keerd of in beslag zou worden genomen. Boven dien openbaarde zich een groote vrees voor in flatie met het gevolg dat zeer veel geld noode- loos van de bank werd teruggehaald. Hierbij dient tevens in aanmerking te worden genomen, dat aan de Rijkspostspaarbank de laatste jaren, in verband met den lagen rentestandaard, groote bedragen aan depositogeld waren toevertrouwd, welke gelden de Rijkspostspaarbank, daar zij aan veel wettelijke bepalingen vastzit, niet kon weige ren. Zij kreeg dus aanzienlijke middelen toever trouwd, welke feitelijk geen zuiver spaarbeld kon den worden genoemd. Het gevolg hiervan was dat toen in verband met de oorlogsomstandigheden voor allerlei doeleinden veel geld benoodigd was, niet alleen door de spaarders te zamen groote bedragen werden teruggetrokken, maar ook de gelden, welke in feite deposito's waren, werden weggehaald. De Rijkspostspaarbank moest zich dientengevolge een groote aderlating getroosten, maar heeft dit zonder schokken of verliezen ge makkelijk kunnen doorstaan. Reeds jaren achtereen toch waren in verband met de steeds toenemende spanning in Europa voorbereidende maatregelen getroffen om, in ge val zich een calamiteit mocht voordoen, aan alle eventualiteiten het hoofd te kunnen bieden. De Rijkspostspaarbank beschikte dan over aanzien lijke bedragen aan vlottende middelen. En zelfs na de groote sommen, welke de bank in het af- geloopen jaar heeft terugbetaald, heeft zü ook thans nog over zoodanige bedragen aan liquide middelen debeschikking, dat zij onmiddellijk aan alle aanvragen kan voldoen. In 1940 werd bij de uitbetalingen wel een zekere beperking toegepast, maar deze beperking' werd onmiddel lijk te niet gedaan toen ook hier te lande net bankmoratorium werd opgeheven. Het tegoed der inleggers bedroeg uit. Decem ber 1940 515.844.037, terwijl het aantal spaar bankboekjes op dien datum in omloop 2.332.482 bedroeg. Tegenover dit obligo van rond 516 mil lioen gulden bedroeg het nominale bezit van de Rijkspostspaarbank aan het einde van 1940 710.273.842, terwijl het reëele bezit 616.446.883 beliep. Dit reëele bezit wijst ten aanzien van de totale verplichtingen dus nog een surplus van ruim honderd millioen gulden aan. Hierbij dient te worden overwogen dat de winsten, welke wer den gemaakt, steeds in het bedrijf zijn belegd. Per 31 December 1940 bedroeg het reservefonds 78.378.672. Wat nu de resultaten in het afgeloopen jaar betreft, zoo werd een rentewinst gemaakt van ƒ8.488.284, waaraan kon worden toegevoegd een winst bij aflossing van ƒ544.404, te zamen ma kende 9.032.688. Hieraan kan nog worden toe gevoegd een omzetprovisie groot ƒ20.226, zoodat de brutowinst ƒ9.052.915 groot was. De onkos ten vorderden 2.030.349, zoodat het zuivere be- drijfsoverschot 7.022.566 bedroeg. De koersver schillen leverden èen voordeelig saldo op van niet minder dan 22.734.992, te zamen makende een bedrag van 29.757.558, welk bedrag aan het reservefonds kan worden toegevoegd. Ten slotte kan nog dienen dat in 1940 bijna 86.000 nieuwe beleggers bij de Rijkspostspaarbank werden ingeschreven. in den zak. Lang niet alle witte ta bletjes zijn Aspirirvtjes. Aspirin alleen is te herkennen aan het Bayer-kruis Het Bayer-kruis garandeert veilige en zekere werking bij verkoudheid, griep en rheumatiek. inlerhulp Nederland, breng licht in het leven Uwer landgenoolen. Doet Uw plicht als Nederlander en geeft naar kunnen. Volgens „Associated Press" heeft Noël Hall, die door het Britsche ministerie voor de blok kade aan de Engelsche ambassade te Was hington met den rang van gezant is toegevoegd, vóór zijn verirek naar Amerika op een pers conferentie o.m. verklaard, „dat de blokkade van Europa een werk is van menschenliefde, omdat het t dooden op het slagveld van jonge menschen verhindert". „Het Volk" brengt deze uitlating in verband met de onderhandelingen, die de Fransche ambassadeur te Washington, Henry Haye, op het oogenblik voert over drin gend noodzakelijke hulp: zendingen naar Frankrijk. Met verontwaardiging schrijft ge noemd blad dan o.m.: „De landen van West-Europa weten het nu; terwille van vele en verheven Britse idealen hebben zij al® Engelse voorpost gestreden thans zullen zij, als het in Londen's vermogen ligt, op strikt mens lievende wijze verhongeren. Want de Britse staatslieden worden draaierig als zij bloed zien. Er zijn sedert 1919 nog weinig zó spre kende staaltjes van onwaarachtigheid ge toond. Als straks echter werkelijk de Franse vrouwen en kinderen bloedloos sterven, weten zij nu uit Noël Hali's mond althans, dat zij „humaan" gestorven zijn. En Amerika? Het ontvangt dezen ge zant-der-mensenliefde klaarblijkelijk zonder gewetensbezwaren, en het herziet maar al te gaarne de eigen humaniteitsbegrippen, zover die nog niet „bij" mochten zijn. Op dit ogenblik lopen door New York's stra ten al demonstrerende jonge vrouwen, die in diep-menselijke bedoeling professor Noël Hall naar de kroon steken. Leerzame foto's lichten er ons over in. Deze vrouwen dra gen borden voor zich uit, waarop zij' „eisen", dat Frankrijk verder zal worden uitgehongerd De argumenten voor zoveel toegepaste mensenliefde grijpen behalve naar Halls gloednieuwe argumentatie nog steeds te rug naar argumenten, die inmiddels reeds kaal werden van het intensieve gebruik: alles wat aan levensmiddelen naar het bezette gebied of zelfs naar het onbezette Frankrijk gaat, komt tóch maar in Duitse handen. De mensheid vergeet snel. En Amerika zelf weet in 1941 al niet meer, dat het van 1914 tot 1918, zelfs nog in de jaren dat zijn eigen legers met de Duitse streden, wèl deed wat het nü onmogelijk acht; het zond, de toen voor Duitsland heel wat schadelijker blokkade ten spijt, uitgebreide levensmiddelen-zendingen naar het bezette België. Heel moeilijk is het niet, zich dat te her inneren. Ook toen was het Herbert Hoover, die de organisatie on zich nam. Hij was voorzitter van de „Commission for relief in Belgium" en het bleek al in November 1914 (na enkele maanden oorlogvoering) mogelijk, tot een bevredigende regeling te komen. Duitsland wilde afzien van het requireren der voedselzendingen, gelijk het dit thans opnieuw wil. Amerikaanse amb tenaren van de Hoover-commissie contro leerden de verdeling, gelijk zij dit ook nü zouden kunnen doen. Engeland liet de zendingen door, gelijk het ditmaal op menslievende grondslagweigert te doen. Waarom? Uit machteloze woede over het onloochenbare feit, dat de blokkade dit maal Duitsland niet deert en slechts En- geland's bondgenoten van gisteren treft? In Februari 1915 kwam de eerste voedsel- zending uit Amerika voor België aan: 275.000 zakken meel. Kleren en dekking, graan en suiker, koffie, cacao en melk, vlees en vet volgden. In Juni 1918 waren totaal 9600 scheepsladingen naar België verzonden. Dat kón, want'Noëj Hali's mensenliefde was nog niet tot volmaakt heid gekomen. Het kon óók, toen Amerika al rechtstreeks in de strijd verwikkeld was. En de ouders van de jonge vrouwen, die thans op borden het uithongeren van Frankrijk vorderen, gaven toen millioenen aan het Hoover-comité. Sindsdien heeft de mensenliefde vorde ringen gemaakt. De eerste stappen in de richting van Noël Hall's ideaal zette En geland in November 1918, toen het, on danks de wapenstilstand, voortging met het uithongeren van Duitse vrouwen en kinderen: de oorlog was voorbij, de blok kade bleef gehandhaafd. De by die menslievende maatregel be horende cijfers zqn nog altyd leerzaam voor de gemoderniseerde Britse humaniteit van 1941. Men vergelijke: alleen aan de gevolgen van de na het sluiten van de wapenstilstand van 1918 voortgezette En gelse blokkade stierven volgen trieste statistieken nog 800.000 vrouwen en kin deren. De huidige oorlog kostte Duitsland, met inbegrip van het voorjaarsoffensief van 1940. het bloed van 39.000 soldaten. Professor Noël Hall zou voor het toetsen van zqn humaniteits-stelling die beide cij fers óók wel eens tegen elkaar kunnen af wegen. Zelfs wanneer hij in de rekening verwerken moet, dat er ditmaal geen Duitse vrouwen en kinderen zullen ver hongeren. Helaas voor zqn menslievende inzichten zullen de cqfers, ook ondanks dat feit, waarschqnlqk niet verhelderend werken. Achthonderdduizend bloedloos ge storven Franse vrouwen en kinderen we gen op Londen's humane weegschaal ein deloos lichter dan negen en dertig duizend voor de eigen zaak ingezette Britse sol daten? Het zyn immers maar de vrouwen en kinderen der bondgenoten."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 11